Achtergrondinformatie over beide stellingen

De twee mini-casus bij Debat I: De reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de
stand van de techniek
Mini-casus bij Stelling 1: “Wat bekend is, kun je uitvinden”
Nederland heeft een traditie op het gebied van vezeltechnologie. Twee bekende supervezels (PE en
aramide) zijn mede gebaseerd op Nederlandse uitvindingen. Beide vezels hebben een zeer hoge
treksterkte, maar ze bezitten elk ook nadelen. Zo is PE niet bestand tegen hoge temperatuur. Aramide
is dat wel, maar is veel minder elastisch dan PE. In de vakwereld is men reeds lang op zoek naar een
vezel die de elasticiteit heeft van PE en de temperatuurbestendigheid van aramide.
Al sinds de jaren vijftig denkt men dat het polymeer PPX deze eigenschappen zou moeten bezitten.
Het wordt gemaakt in zeer hoge molecuulgewichten, wat goed is voor de theoretische treksterkte. Het
materiaal heeft een smeltpunt boven 400°C en geldt daarmee als hittebestendig. Ook is het in theorie
bekend dat dit materiaal, indien verstrekt tot een vezel, een behoorlijke mate van elasticiteit zou
moeten bezitten. Hoewel PPX al decennia bekend is en het materiaal veel gebruikt wordt als coating,
is men er tot voor kort niet in geslaagd verstrekte vezels van te maken met de verwachte
eigenschappen. Maakt men de vezels bij temperaturen rond het smeltpunt, dan treedt meteen ook
degradatie op van PPX. Dit leidt tot verlies van eigenschappen. Bij lagere temperaturen echter, lukt
het niet om het materiaal voldoende te strekken om de verwachte eigenschappen te krijgen.
Het innovatieve Nederlandse bedrijf Draatjes B.V. heeft hier iets op gevonden: PPX kan tot zeer
sterke vezels worden verstrekt indien men een temperatuur kiest net onder het smeltpunt, men een
verstrekgraad van tenminste 10 aanhoudt en men daarbij zuurstofvrije omstandigheden toepast. Op
die manier kunnen PPX vezels worden vervaardigd die, zoals ook al werd verwacht, even sterk blijken
als PE en aramide, even hittebestendig als aramide, en even elastisch als PE.
Draatjes B.V. krijgt een Nederlands octrooi voor deze uitvinding. De hoofdconclusies luiden:
1) Verstrekte vezel van PPX met een treksterkte van tenminste 2 - 4 GPa, een
elasticiteitsmodulus van 80-120 GPa en een hittebestendigheid tot tenminste 400°C.
2) Werkwijze ter vervaardiging van een PPX vezel, waarbij men PPX verstrekt bij een
temperatuur net onder het smeltpunt, met een verstrekgraad van tenminste 10 en in een
zuurstofvrije atmosfeer.
De PPX vezels zijn een groot succes. Geïnspireerd door dit succes, proberen diverse andere partijen
nu ook dergelijke vezels te maken. Een concurrent van Draatjes BV, het Amerikaanse bedrijf
Threadthreat Inc., (hierna: TT), is de eerste die daarin slaagt. Zij hebben gevonden dat PPX wel
degelijk bij lagere temperatuur tot een sterke vezel kan worden verstrekt, namelijk indien men daarbij
het PPX oplost in een speciaal oplosmiddel, bij een temperatuur ver onder het smeltpunt. Een
bijkomend voordeel is dat men niet onder zuurstofvrije omstandigheden hoeft te werken. TT
produceert met dit proces een vezel die voldoet aan de kenmerken van voornoemde conclusie 1.
Draatjes B.V. daagt TT wegens octrooi-inbreuk, maar uitsluitend op productconclusie 1. Draatjes
beseft dat er geen sprake is van inbreuk op werkwijzeconclusie 2, nu TT PPX vezel produceren bij
lagere temperatuur en in een zuurstofhoudende atmosfeer. TT betwist echter de inbreuk. Volgens
haar is productconclusie 1 nietig. Zij stelt dat PPX vezels met de geclaimde eigenschappen reeds lang
bekend waren. Draatjes bestrijdt dit. Immers, de PPX vezels waren slechts theorie.
Mini-casus bij Stelling 2: “Geen oplossing, geen inbreuk”
Porselein laat zich het makkelijkst omschrijven als een kruising tussen glas en aardewerk. En zo kun
je het ook herkennen: het is bijna doorschijnend, hard en heeft de klank van glas. Het verschil met
aardewerk is dat het geen glazuurlaag nodig heeft om waterdicht te zijn. De klei waar porselein van
gemaakt wordt bevat kwarts, een soort zand. Deze kwarts zorgt ervoor dat de baktemperatuur van
porselein erg hoog moet zijn, wel 900°C. Het zorgt tevens voor de doorschijnendheid na het bakken.
Je vindt porselein hoofdzakelijk in de vorm van serviesgoed. Door de prijs en met name door de grote
kans op breuk is het echter niet populair in de horeca.
Het innovatieve Nederlandse bedrijf Anti-Fragile B.V. heeft na lang zoeken een oplossing ontwikkeld
voor het belangrijkste probleem van porselein: de breekbaarheid. De oplossing is een coating op het
porselein gevormd door grafeen. Het is een unieke vondst van Anti-Fragile. Grafeen vond tot dan toe
immers uitsluitend toepassing in de (hoogwaardige) halfgeleidertechnologie. In 2010 verkrijgt AntiFragile B.V. een Nederlands octrooi voor haar uitvinding. De enige conclusie van het octrooi luidt
‘servies voorzien van een grafeen coating’. Vanaf 2011 brengt Anti-Fragile porselein volgens het
octrooi op de markt en het is een groot succes, vooral in de horeca. Voor het eerst is een bedrijf erin
geslaagd porseleinen servies op de markt te brengen dat horecaondernemingen graag gebruiken.
Het bedrijf Horecaservies B.V. verhandelt al sinds de jaren ’80 plastic servies. In 2013 ontdekt zij dat
als zij haar plastic servies voorziet van een grafeen coating, het servies licht geeft in het donker. Het
lijkt Horecaservies een prachtig idee om dit op de markt te brengen. De octrooigemachtigde van
Horecaservies B.V. waarschuwt echter dat het Nederlands octrooi van Anti-Fragile B.V. een obstakel
kan vormen. Horecaservies laat daarom onderzoek doen en daaruit blijkt dat haar plastic servies met
grafeen coating dezelfde (geringe) mate van breekbaarheid vertoont als zonder grafeen coating. Met
een gerust hart lanceert Horecaservies B.V. daarom eind 2013 haar plastic servies met grafeen
coating onder de naam ‘Glow in the Dark’. De lijn is zeer succesvol, vooral in nachtclubs en bij
cateraars van nachtelijke glamourfeestjes.
Anti-Fragile schrijft Horecaservies begin maart 2014 aan op de verhandeling van het ‘Glow in the
Dark’ servies. Zij stelt dat het servies voldoet aan alle kenmerken van de conclusie van haar
Nederlands octrooi en dus inbreuk maakt en eist dat Horecaservies B.V. de verhandeling onmiddellijk
staakt. Horecaservies B.V. betwist dat er sprake is van inbreuk.