GEMEENTERAAD DD. 24 FEBRUARI 2014

24.02.2014
28
___________________________________________________________________________
GEMEENTERAAD DD. 24 FEBRUARI 2014
Aanvang van de zitting: 19.10u
Aanwezig:
36 raadsleden
Luc Martens: burgemeester
Bart Wenes: voorzitter gemeenteraad
Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq,
José Debels en Marc Vanwalleghem, schepenen;
Frans Dochy, Dirk Lievens, Filip Deforche, Frederik Declercq, Peter Logghe, Geert Huyghe, Ria
Vanzieleghem, Annelies Carron, Tania Feys, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine
Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Lien Vuylsteke, Filiep
Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Francis Reynaert, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Gerdi
Casier, Frederik Nuytten, Leen Sercu, Immanuel De Reuse, Yana Debusschere en Stefaan Van
Coillie, raadsleden.
Geert Depondt, OCMW-voorzitter-schepen: met raadgevende stem.
Johan Leenknecht, stadssecretaris; Didier Pillaert, departementshoofd stadsontwikkeling – wnd.
stadssecretaris
Afwezig bij de aanvang van de zitting: Afwezig: Verontschuldigd:
Mevr. Lien Vuylsteke, raadslid.
Dhr. Johan Leenknecht, stadssecretaris
Mededelingen:
* Proficiat aan dhr. Frederik Declercq n.a.v. zijn huwelijk.
* Welkom terug aan Geert Huyghe.
* Er wordt meegedeeld om de goede orde van de zitting niet te storen geen foto’s meer te
nemen van elkaar.
* Er werden acht vragen om uitleg ingediend nl:
1. Vraag om uitleg d.d. 12.12.2013, ontvangen 31.01.2014 van dhr. Bart De Meulenaer,
raadslid N-VA, betreffende subsidie voor handelskernversterking – indienen dossier door de stad.
2. Vraag om uitleg d.d. 18.02.2014, ontvangen d.d. 18.02.2014 van dhr. Filip Deforche,
raadslid Vlaams Belang, betreffende onze beeldende kunst in de stad.
3. Vraag om uitleg d.d. 16.02.2014, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Dirk Lievens, raadslid
CD&V betreffende het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij.
24.02.2014
29
___________________________________________________________________________
4. Vraag om uitleg, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V
betreffende heraanleg Meensesteenweg t.h.v. Zilverberg en Beitem.
5. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Immanuel De Reuse,
raadslid Vlaams Belang, betreffende de samenwerking met bpost en sociaal huis en/of OCMW.
6. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van mevr. Mieke Van
hootegem, raadslid N-VA, betreffende de bestemmingsintentie van de Kop van de Vaart.
7. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert,
raadslid Open Vld, betreffende beleid rond de “Kop van de Vaart”.
8. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van de Open Vld-fractie
betreffende autoluw centrum en het autovrij maken van de Grote Markt voor het plaatsen van een
zandbak.
* Er werden vier toegevoegde punten ingediend:
- Motie over de vrijwillige brandweerlieden.
- Knip in de Kanunnik Duboisstraat
- Electrabel en de positie van steden en gemeenten
- Aanpassen verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert, Meenseheirweg 20.
Op vraag van raadsleden worden de volgende A-punten behandeld als B-punten: 3 – 4 – 5 - 6 - 7 –
8 – 10 - 11
MET OPEN DEUREN
A-punten:
AGENDAPUNT nr. 1
Voorlegging tot goedkeuring van de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20
januari 2014.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad worden de notulen van de
vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2014 ter goedkeuring voorgelegd;
Door dhr. Brecht Vermeulen, raadslid N-VA, wordt opgemerkt dat een schriftelijk amendement
werd ingediend namens de oppositiepartijen aangaande het toegevoegd punt “Slecht verlichte
zebrapaden” en dat bijgevolg het mondeling amendement hieromtrent moet gewijzigd worden in
een schriftelijke amendement;
BESLUIT, met algemene stemmen:
Enig artikel: de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2014 worden
goedgekeurd, mits aanpassing van het mondeling amendement aangaande het toegevoegd punt
“Slecht verlichte zebrapaden”.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014
24.02.2014
30
___________________________________________________________________________
AGENDAPUNT nr. 2
Vraag om uitleg d.d. 12.12.2013, ontvangen d.d. 31.01.2014 van dhr. Bart De Meulenaer,
raadslid N-VA, betreffende subsidie voor handelskernversterking – indienen dossier door de stad.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N -VA, ingediend bij schrijven van
12.12.2013, ontvangen d.d. 31.01.2014 waarbij hij het college van burgemeester
en schepenen wenst te ondervragen over de subsidie voor handelskernversterking;
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N -VA en met
volgende vragen:
- Waarom werd Roeselare niet opgenomen op de lijst van subsidies voor
handelskernversterking?
- Werd er een slecht dossier ingediend of helemaal geen dossier?;
Met het antwoord hierop van schepen Kris Declercq dat binnen de winkelnota 2.0
van de Vlaamse Regering en het programma han delskernversterking 3 oproepen
werden goedgekeurd waarop lokale besturen konden intekenen voor projecten inzake
lokaal winkelbeleid nl. oproep “kernversterkende maatregelen”, oproep “renovatie
handelspanden” en oproep “aankoop handelspanden”; dat in het ka der van het
kerntakendebat werd beslist om geen dossier in te dienen omdat er toen nog geen
zicht was op de financiële middelen; dat in overleg met de centrumstraten bleek dat
het onmogelijk was om op de drie projecten in te gaan; dat voor een Stad als
Antwerpen het wel mogelijk was om in te tekenen op het project renovatie van
handelspanden en aankoop van handelspanden; dat bij de oproep rond
kernversterkende maatregelen duidelijk vermeld werd dat het moest gaan om een
nieuw project; dat in Roeselare de be toelaagde projecten echter reeds waren
opgestart zoals tijdelijke aanwerving van een centrummanager, geschenkbonnen,
oprichten van overlegorganen (reeds 5 jaar geleden opgericht), een
ondernemerscentrum, laadpalen voor auto’s,…; dat het bijgevolg een bewus te keuze
was om geen dossier in te dienen; dat enkel het project “Roeselroute” in aanmerking
zou kunnen komen maar dat toen beslist werd om hiervoor nog te wachten en dit
dossier in globaliteit te bekijken;
En met repliek van het betrokken raadslid of het terugplaatsen van het standbeeld
aan het station hiervoor niet in aanmerking zou kunnen komen; dat zelfs de
gemeente Puurs een dossier indiende en een subsidie krijgt;
En met antwoord van schepen Kris Declercq dat het dossier, ingediend door de
gemeente Puurs, kan vergeleken worden met het evenement “Paris Montmartre”; dat
het dossier omtrent het plaatsen van een standbeeld aan het station hier niet aan de
orde is;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
31
___________________________________________________________________________
Vraag om uitleg d.d. 18.02.2014, ontvangen d.d. 18.02.2014 van dhr. Filip Deforche, raadslid
Vlaams Belang, betreffende onze beeldende kunst in de stad.
Vraag om uitleg d.d. 16.02.2014, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Dirk Lievens, raadslid
CD&V betreffende het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams B elang, ingediend bij schrijven
van 18.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te
ondervragen over de beeldende kunst in de stad;
van de vraag van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V, ingediend bij schrijven van
16.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te
ondervragen over het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij;
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams Belang en met
volgende vragen:
“- Wat is het beleidsplan voor de beeldende kunst in onze stad?
- Wordt het stationsplein in de toekomst opnieuw aangekleed met een aantal
beelden?
- Eventueel zou men er kunnen voor opteren om van de beeldengroep moduleerbare
eenheden te maken?
- Komen de Spelende kinderen terug naar het Stationsplein?”;
de toelichting daaromtrent van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V en met volgende
vragen:
“- Keert de beeldengroep spelende kinderen en de waterpartij terug naar het
Stationsplein samen met eerbetoon aan Jules Lagae?
- Hoe en waar krijgt Jules Lagae als grootste beeldhouwer van Roeselare ooit,
opnieuw een voorname plaats in de stad?”;
Met het antwoord van schepen Kris Declercq dat dit standbeeld inderdaad een
plaatsje in onze stad verdient; dat Isidoor Goddeeris en Jules Lagae inderdaad grote
kunstenaars zijn in onze Stad; dat het standbeeld “De spelende kinderen” bewaard
wordt bij de kunstenaar zelf in afwachting van een nieuwe plaats; dat momenteel nog
niet beslist werd of dit stand beeld op het Stationsplein zal teruggep laatst worden;
dat er inderdaad een kunstenbeleidsplan werd opgemaakt en dat dit als leidraad
dient voor beeldende kunst in de stad; dat dit standbeeld ook een andere plaats kan
krijgen bv. Forenzenparking, buurt bassin,…; dat de installatie pas zal gebeur en
indien de plaats gekend is;
En met repliek van dhr. Filip Deforche dat hij hieromtrent reeds een antwoord kreeg
van de dienst secretarie;
En met antwoord van schepen Kris Declercq dat hij van dit antwoord op de hoogte is
en dat het antwoord in dezelfde lijn ligt als het antwoord van vanavond;
En met repliek van dhr. Dirk Lievens dat er naar een volwaardige oplossing moet
gezocht worden;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
32
___________________________________________________________________________
Vraag om uitleg, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V
betreffende heraanleg Meensesteenweg t.h.v. Zilverberg en Beitem.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V, ingediend bij schrijven van
19.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te
ondervragen over de heraanleg van de Meensesteenweg t.h.v. de Zilverberg en
Beitem;
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V en met
volgende vragen:
- Wordt de Meensteenweg nog heraangelegd? En zo ja, wanneer en hoe lang zullen
de werken duren?
- Zullen de inwoners inspraak krijgen?;
En met het antwoord van schepen Griet Coppé dat er inderdaad een bewonersvergadering werd
georganiseerd om toelichting te geven over de mogelijke inrichting van de schoolomgeving
Zilverberg en Beitem; dat toen een toelichting werd gegeven over de studie die opgemaakt werd
door Vectris in het kader van de herinrichting van de schoolomgeving; dat er zeker nog een
terugkoppeling zal gebeuren; dat in dit dossier nog andere partijen betrokken zijn: AWV en Aquafin
en misschien ook de Provincie; dat volgens de huidige planning de uitvoering voorzien is in 2016,
2017, 2018;
En met repliek van het betrokken raadslid dat de vooropgestelde timing heel ruim is;
En met antwoord van schepen Griet Coppé dat dit inderdaad zo omdat er heel wat partijen bij
betrokken zijn en dat er zeker nog een participatie-avond zal ingericht worden;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten;
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Immanuel De Reuse,
raadslid Vlaams Belang, betreffende de samenwerking met bpost en sociaal huis en/of OCMW.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang, ingediend bij
schrijven van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen
wenst te ondervragen over de samenwerking met bpost en het sociaal huis en/of
OCMW;
24.02.2014
33
___________________________________________________________________________
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang en
met vraag of de stad bereid is om vanuit het sociaal huis en/of het OCMW een
samenwerking met bpost op poten te zetten om acties uit te werken om sociaal
isolement en noodsituaties op te sporen bij 80 -plussers en dit als aanvulling op de
reeds bestaande projecten zoals periodieke telefonie,..;
En met antwoord van schepen Filiep Bouckenoog he dat dit inderdaad een bijzonder
boeiend project is; dat dit project echter een proefproject is en pas gestart is in
Oostende; dat eerst het resultaat van dit project afgewacht wordt vooraleer de stad
zal beslissen om een gelijkaardig project op te zette n; dat momenteel reeds 2
projecten lopende zijn nl.:
- huisbezoeken door vrijwilligers met inbegrip van de organisatie van koffiekransjes
voor vrijwilligers en 8 0-plussers;
- periodieke telefonie;
dat de situatie in Oostende enigszins anders is: Oostende heeft een hoger
percentage ouderen dan in Roeselare; dat momenteel in Roeselare 2.500 80 plussers zijn; dat over 6 maanden contact zal opgenomen worden met de Stad
Oostende m.b.t. de evaluatie van dit project;
En met antwoord van schepen Geert Depondt dat er ook nog seniorenverenigingen
bestaan met heel veel engagement; dat ook deze ouderenverenigingen mensen
bereiken; dat dit ook heel belangrijk is;
En met repliek van dhr. Immanuel De Reuse dat hij verheugd is dat hieraan aandacht
wordt besteed; dat immers het aantal ouderen in Roeselare stijgt;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten;
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van mevr. Mieke Van Hootegem,
raadslid N-VA, betreffende de bestemmingsintentie van de Kop van de Vaart.
Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert,
raadslid Open Vld, betreffende beleid rond de “Kop van de Vaart”.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van mevr. Mieke Van Hootegem, raadslid N -VA, ingediend bij schrijven
van 20.02.2014 waarbij zij het college van burgemeester en schepenen wenst te
ondervragen over de bestemmingsintentie van het bestuur van de Kop van de Vaart;
van de vraag van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, ingediend bij schrijven
van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te
ondervragen over het beleid rond de Kop van de Vaart;
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van mevr. Mieke Van Hootegem, raadslid N -VA en met
volgende vragen hieromtrent:
“- Blijft de bevoegde schepen onomwonden bij zijn eerder standpunt van vorig jaar?
- Erkent de bevoegde schepen dat een combinatie van recreatieve activiteiten samen
met de huidige economische activiteiten wettelijk gezien niet mogelijk is?”;
24.02.2014
34
___________________________________________________________________________
de toelichting daaromtrent van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld en met
volgende vragen:
- Wie zal de verantwoordelijkheid dragen bij een eventueel ongeval?
- Zullen er verder festiviteit en en recreatie georganiseerd worden aan de kop van de
vaart? Of zal de industrie aan de kop van de vaart verdedigd worden?
- Wat is de kostprijs voor de studie voor het uitwerken van e en conceptvisie voor de
herontwikkeling van de kop van de vaart?;
En met antwoord van schepen Kris Declercq dat het GRS werd goedgekeurd in de
gemeenteraad van 7 mei 2012; dat het GRS m.b.t. de kanaalzone zal bezorgd
worden; dat in het GRS duidelijk verme ld wordt dat de economische activiteit voorop
staat; dat echter recreatieve activiteiten niet noodzakelijk tegen de economie zijn;
dat momenteel inderdaad een studie wordt uitgevoerd maar dat dit gebeurt op vraag
van Waterwegen en Zeekanaal nv; dat dit dus niet door de stad wordt betaald; dat
de studie momenteel wordt geëvalueerd; dat de organisatie van activiteiten steeds
getoetst wordt aan het GRS; dat het niet duidelijk is wat de problemen zijn bij
organisatie van activiteiten binnen een industrieel gege ven want bij de organisatie
van activiteiten wordt steeds advies gevraagd omtrent de veiligheid (politie,
brandweer); dat dergelijke activiteiten niet noodzakelijk tegen de industriële
activiteiten ingaan en dat de investeerders meewerken bij de organisatie ervan; dat
uiteraard begrip opgebracht wordt voor de spanning en dat dergelijke activiteiten een
middel kunnen zijn om de leegstand tegen te gaan: bv. ruimte voor skaters;
En met repliek van mevr. Mieke Van Hootegem dat het artikel “Roeselare in de
toekomst” het anders voorstelt; dat dus mag geconcludeerd worden dat alle
activiteiten worden getoetst aan het GRS;
En met antwoord van schepen Kris Declercq dat dit artikel niet door hem werd
geschreven en dat bv. de organisatie van indoor -skating niet noodzakelijk een
belemmering is voor de economie; dat de toetsing aan het GRS altijd moet gebeuren;
En met repliek van dhr. Francis Reynaert dat er dus geen bestemmingswijziging
wordt aangevraagd maar dat bur o II echter reeds een dossier indiende voor het
bouwen van appartementen; dat hij nog de brand herinnert van zo’n 5 jaar geleden
waarbij de brandweer het bevel gaf om een ganse zone in de omgeving van het
kanaal te evacueren; dat dit toch veel moeilijker i s met veel jongeren in de buurt;
En met antwoord van schepen Kris Declercq dat veiligheid uiteraard heel belangrijk
is; dat de burgemeester hierin steeds zijn wettelijke plicht heeft nagekomen; dat bij
de organisatie van activiteiten steeds advies wordt g evraagd aan de politie en
brandweer qua veiligheid; dat alle activiteiten worden getoetst aan het GRS en dat bij
het verdwijnen van de economie pas wordt gedacht aan wonen en recreatie;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten;
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
35
___________________________________________________________________________
Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld,
betreffende het autoluw centrum en het parkeervrij maken van de Grote Markt
voor het plaatsen van een zandbak.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van de vraag van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, ingediend bij schrijven
van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schep enen wenst te
ondervragen over het autoluw maken van het centrum en het parkeervrij maken van
de Grote Markt voor het plaatsen van een zandbak;
AANHOORT:
de toelichting daaromtrent van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld en met
vraag waarom de handelaars hiervoor niet worden ondervraagd;
En met het antwoord van schepen Michèle Hostekint dat het belangrijk is dat de Stad
een kindvriendelijke stad is zodat meer gezinnen in de stad wonen; dat het college
voorstander is voor meer speelruimte voor kinder en in de binnenstad; dat dit een
antwoord is om de stadsvlucht tegen te gaan; dat dertigers een belangrijke motor
zijn voor de economie; dat het de bedoeling is dat jonge gezinnen in de stad komen
en blijven wonen maar de stad hiervoor een leefbare stad mo et zijn: voldoende
groen, voldoende speelruimte, voldoende veiligheid; dat deze vraag echter voorbarig
is daar het college in deze nog geen beslissing nam; dat door het stellen van deze
vraag, waarover nog geen beslissing werd genomen door het college, bli jkt dat er wel
overleg is met de handelaars; dat deze vraag volledig overbodig is;
En met repliek van het betrokken raadslid dat hij bij deze het college wenst te
verwittigen dat de mensen hiermee niet gelukkig zijn en met vraag om hiermee
rekening te houden;
waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten;
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 9
Activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van
aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen,
hierna Vlaamse Wooncode genoemd;
Gelet op de artikelen 42, 43 en 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere
wijzigingen, hierna Gemeentedecreet genoemd.
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Belgisch Staatsblad 4 juli 2008; en
latere wijzigingen;
24.02.2014
36
___________________________________________________________________________
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna afgekort
als DGPB; en latere wijzigingen;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, afgekort als VCRO; en latere
wijzigingen;
Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 17.12.2012, houdende heffing van een directe
belasting op onbebouwde grond, gelegen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg
of ruimtelijk uitvoeringsplan voor het dienstjaar 2013;
Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 17.12.2013, houdende de activeringsheffing op
onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk
uitvoeringsplan voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat de gemeente het wenselijk acht om potentiële woonlocaties vrij te maken en om
grondspeculatie tegen te gaan;
Overwegende dat het wenselijk is om realiseerbare onbebouwde percelen te activeren in de
gemeente;
Overwegende dat de activeringsheffing de gemeente toelaat om de eigenaars van die percelen
daartoe aan te sporen;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT, Met algemene stemmen – 3 onthoudingen (Filip Deforche, Peter Logghe en Immanuel De
Reuse) – 13 neen (Annelies Carron, Francis Reynaert, Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke
Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep
Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt)
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1) Percelen: een in het woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk
uitvoeringsplan afgebakend perceel;
2) Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde
percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;
Een perceel wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is
aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige
vergunning.
3) Register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO;
4) Voldoende uitgeruste weg : ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een
elektriciteitsnet, volgens artikel 4.3.5 § 2 van de VCRO;
Artikel 2: Belastbare grondslag
Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd
op de onbebouwde percelen die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen
en palend zijn aan een voldoende uitgeruste openbare weg,
24.02.2014
37
___________________________________________________________________________
Als niet-bebouwd perceel wordt enerzijds beschouwd; elk perceel als zodanig vermeld in het
kadaster, waarop, ingevolge een verleende stedenbouwkundige vergunning, de oprichting van een
voor bewoning, handel, of ambacht bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het
aanslagjaar.
Als niet-bebouwd perceel wordt anderzijds beschouwd; elk perceel als zodanig vermeld in het
kadaster, waarop geen stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd en waar geen voor
bewoning, handel of ambacht bestemd gebouw werd opgericht op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 3: Belastingplichtige
§1. De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar
eigenaar is van het perceel.
In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd
met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom
toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de
erfpachter of de opstalhouder.
In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel.
§2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de
verschuldigde activeringsheffing.
Artikel 4: Berekening van de belasting
De belasting wordt als volgt vastgesteld :
-
Tarief 1: voor het eerste aanslagjaar, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat
in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in
een woongebied wordt opgemaakt.:
25,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of
breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale
aanslag van 375,00 euro.
-
Tarief 2: voor het tweede aanslagjaar, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier,
dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen
in een woongebied wordt opgemaakt:
30,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of
breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale
aanslag van 450,00 euro.
-
Tarief 3: vanaf het derde aanslagjaar en volgende, dat een perceel wordt opgenomen in
een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde
percelen gelegen in een woongebied wordt opgemaakt:
35,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of
breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale
aanslag van 525,00 euro.
Wanneer een perceel paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs een van
die straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen.
Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rechte gevellengte in aanmerking
genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek.
Met hoekperceel wordt bedoeld: het perceel waarvan de hoek gevormd door het snijpunt van de
rooilijnen minder dan 135° bedraagt.
24.02.2014
38
___________________________________________________________________________
Artikel 5: Vrijstellingen
§1. Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de
gemeente.
§2. Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld :
1. De eigenaars, opstalhouders of erfpachters van één enkel niet-bebouwd perceel. Eigendom van
enig ander onroerend goed, gelegen in België of het buitenland, doet de vrijstelling teniet.
(attest kadaster bijvoegen)
Bij gedwongen mede-eigendom van enig ander onroerend goed, gelegen in België of het
buitenland blijft de vrijstelling behouden gedurende maximum drie aanslagjaren, vanaf het
ontstaan van de gedwongen mede-eigendom. (attest kadaster bijvoegen)
2. De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste.
Wordt ook beschouwd als kind ten laste: het kind, ongeacht de leeftijd, dat voor 66% invalide
werd verklaard en is ingeschreven op het thuisadres. (attest Ministerie Sociale Voorzorg of
onderwijsinstelling bijvoegen)
Let wel ! De vrijstellingen onder §2 - 1 en 2 gelden slechts gedurende vijf aanslagjaren die
volgen op de verwerving van het perceel, en kunnen aldus niet cumulatief worden toegepast.
3. De natuurlijke - en rechtspersonen, die een niet-bebouwd perceel hebben verworven:
gedurende twee aanslagjaren die volgen op de datum van het verlijden van de notariële akte;
Deze vrijstelling geldt niet indien de overdracht van het zakelijk recht, hetzij geheel, hetzij
gedeeltelijk onder bezwarende titel of om niet geschiedt tussen twee of meer rechtspersonen,
tenzij de belastingplichtige onomstotelijk kan bewijzen dat tussen de twee rechtspersonen geen
enkele verbondenheid bestaat, noch op het vlak van aandeelhouderschap, noch op het vlak van
bestuurders/zaakvoerders, noch op enige andere wijze. Teneinde dit aan te tonen zal de
belastingplichtige alle nodige stukken dienen voor te leggen.
4. De minderjarige kinderen, eigenaars van één enkel niet-bebouwd perceel, bij uitsluiting van enig
ander onroerend goed, gelegen in België of in het buitenland, vermeerderd met vijf
aanslagjaren die volgen op het aanslagjaar waarin de minderjarigheid ten einde loopt.
5. De VMSW en de door de VMSW erkende sociale huisvestingsmaatschappijen en de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn.
6. De eigenaars van percelen die overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening,
bouwtechnisch niet voor bebouwing in aanmerking kunnen komen.
7. De eigenaars van een perceel die werkelijk voor land- en/of tuinbouw wordt gebruikt, indien dit
perceel HET HELE JAAR DOOR EN VOLLEDIG met dit oogmerk wordt aangewend. (bewijs
Ministerie Economische Zaken, landbouwtelling en/of mestbank bijvoegen)
8. de natuurlijke -en rechtspersonen die zich in een geval van overmacht bevinden.
Het college van burgemeester en schepenen beslist over elk individueel geval;
§3. De activeringsheffing wordt niet geheven op onbebouwde percelen die voldoen aan de
hiernavolgende voorwaarde:
wanneer een belastingplichtige, al of niet samen met zijn/haar echtgeno(o)t(e), of, met zijn/haar
wettelijk samenwonende partner, eigenaar is van twee aan elkaar palende percelen, als zodanig
vermeld op het kadasterplan, en wanneer het ene perceel met een voor bewoning of voor handel,
ambacht of industrie bestemd gebouw is bebouwd, en het andere perceel er een harmonisch
en/of functioneel geheel mee vormt.
24.02.2014
39
___________________________________________________________________________
Artikel 6 – Aangifteplicht
De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem,
behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden
teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 mei
van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter
beschikking te stellen.
Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige
aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het
stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan
de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze
procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze
elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde
werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te
dragen.
Artikel 7: Inkohiering
De activeringsheffing wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar
verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8: Betaling van de heffing
De activeringsheffing moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het
aanslagbiljet.
Artikel 9: Bezwaar tegen de aanslag
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen
volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008 en later wijzigingen.
Artikel 10
De gemeenteraadsbeslissing d.d. 17.12.2013 houdende de activeringsheffing op onbebouwde
percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan,
wordt hierbij ingetrokken.
Artikel 11
Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014
24.02.2014
40
___________________________________________________________________________
B-punten:
AGENDAPUNT nr. 3a)
Afschaffing kapelanij “De Meiboom”. Voorlegging voor advies.
DE GEMEENTERAAD:
De oprichting van de kapelanij De Meiboom werd goedgekeurd bij K.B. van 17 maart 1958. Het
bisdom Brugge wenst deze op te heffen omdat deze sedert enkele jaren niet meer gebruikt wordt
voor de eredienst. Deze kapel werd zelfs al gesloopt;
De kerkfabriek H. Hart verleende hierover gunstig advies in vergadering van de kerkraad van
23.10.2013;
Overeenkomstig artikel 7 en artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september
2005 en latere wijzigingen moet de gemeenteraad hierover advies verlenen binnen een termijn
van vier maanden vanaf datum van vraag om advies door de Vlaamse Regering;
BESLUIT, met algemene stemmen:
Enig artikel: verleent gunstig advies omtrent de afschaffing van de kapelanij “De Meiboom”.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 3b)
Afschaffing kapelanij “Sint-Jozef “Mandelwijk”. Voorlegging voor advies.
DE GEMEENTERAAD:
De oprichting van de kapelanij Sint-Jozef “Mandelwijk” werd goedgekeurd bij K.B. van 13 mei
1936. Het bisdom Brugge wenst deze op te heffen omdat deze sedert enkele jaren niet meer
gebruikt wordt voor de eredienst.
Dit gebouw wordt door de kerkfabriek als eigenaar verhuurd aan de Broederschool Instituut OLV
van Vreugde.
De kerkfabriek O.L.Vrouw verleende hierover gunstig advies in vergadering van de kerkraad van
23.10.2013.
Overeenkomstig artikel 7 en artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september
2005 en latere wijzigingen moet de gemeenteraad hierover advies verlenen binnen een termijn
van vier maanden vanaf datum van vraag om advies door de Vlaamse Regering.
BESLUIT, met algemene stemmen:
Enig artikel: verleent gunstig advies omtrent de afschaffing van de kapelanij “Sint-Jozef
Mandelwijk”.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
41
___________________________________________________________________________
AGENDAPUNT nr. 4
Verkoop van de vroegere pastorie, Honzebroekstraat 19. Voorlegging tot goedkeuring van het
ontwerp van akte.
DE GEMEENTERAAD:
Het college van burgemeester en schepenen heeft de intentie om de vroegere pastorie van de
parochie H. Godelieve, Honzebroekstraat 19, te verkopen.
Sinds er geen pastoor meer is op de parochie H. Godelieve, wordt de pastorie vanaf 1 juni 2012
tot op heden verhuurd aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare tot 31
december 2013 met nadien telkens een automatische verlenging van 1 maand. In de
huurovereenkomst werd in artikel 15 een voorkooprecht ingeschreven:
De verhuurder kent aan de huurder een voorkooprecht toe onder de volgende voorwaarden:
a) dit voorkooprecht wordt toegestaan zolang de huurovereenkomst niet beëindigd werd door één
der partijen;
b) het zal enkel gelden bij de eerste verkoop van het goed; dit betekent dat zo bij de eerste
verkoop het voorkooprecht niet wordt uitgeoefend, het voorkooprecht niet meer speelt bij latere
vervreemdingen;
c) voor de wijze en modaliteiten van aanbieding en uitoefening van het recht van voorkoop wordt
verwezen naar het huidig artikel 48 Pachtwet dat alhier geacht wordt integraal overgenomen te
zijn en deel uit te maken van deze overeenkomst; opgemerkt en aanvaard zijnde dat de termijnen
verdubbeld worden en dat de toepassing restrictief dient geïnterpreteerd te worden; dit betekent
onder andere dat artikel 48bis Pachtwet niet van toepassing is.
In de brieven van 9 maart en 5 april 2013 vraagt vzw Parochiegemeenschap om op het einde van
de huur dit pand in der minne te kunnen kopen op basis van het decreet van 7 mei 2004
betreffende de erediensten. Het pand doet dienst als centrum van parochiale activiteiten, niet
alleen als secretariaat en voor de verhuur van zalen, vergaderplek voor de kerkraad en
kerkfabriek, maar ook als een luisterplek of als pleisterplaats voor mensen die wat gezelschap
zoeken. In die zin overstijgt het de louter parochiale functie en heeft het ook een sociale functie
voor gans de omliggende wijk(en). Voor al deze functies wordt dit pand in de toekomst nog
belangrijker door de groei van de parochie door de aanleg in de nabije toekomst van de nieuwe
grote verkaveling met circa 1.000 woonentiteiten nabij de Gitsestraat.
Er werd aan het Aankoopcomité een raming gevraagd. Voor een openbare verkoop werd de
instelprijs bepaald op 255.000 euro en voor een verkoop in der minne werd de prijs bepaald op
300.000 euro. Omdat het om de verkoop van een pand gaat, dat als pastorie fungeerde, is de
vrijgave van de pastorie vanwege het bisdom nodig overeenkomstig de vigerende wetgeving. In zijn
brief van 18 december 2013 deelde het bisdom mee dat het de pastorie van H. Godelieve te
Roeselare vrijgeeft, ter beschikking stelt van de stad Roeselare en zich niet verzet tegen een
eventuele verkoop op voorwaarde dat de verplichtingen opgelegd door artikel 52/1 van het
decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende
erediensten vervuld zijn: ruimte om de gelovigen te ontvangen, ruimte voor vergaderingen van de
kerkraad en voor het archief van de parochie. Omdat aan deze verplichtingen van het decreet
verder voldaan zal worden na verkoop van de pastorie en het pand verder ook nog een sociale
functie zal vervullen in de betrokken buurt, is een verkoop in der minne aan de vzw
Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare gemotiveerd.
In zitting van 27 januari 2014 verklaarde het college van burgemeester en schepenen zich er mee
akkoord om het pand in der minne te verkopen aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve –
Roeselare tegen een prijs van 300.000 EUR.
Aldus werd door het Comité tot Aankoop van onroerende goederen te Kortrijk een ontwerp van
akte opgemaakt, waarbij de stad Roeselare volgend goed verkoopt aan de vzw
Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare, met zetel te 8800 Roeselare, Gitsestraat 287:
24.02.2014
42
___________________________________________________________________________
Roeselare – 1ste afdeling
Een huis op en met grond , gelegen Honzebroekstraat 19, gekadastreerd of gekadastreerd
geweest als huis, sectie A nummer 535 K met een oppervlakte volgens kadaster van
09 a 54 ca.
mits de prijs van 300.000 euro.
.
Het schattingsverslag werd onder nummer 36015/752 opgemaakt op 2 april 2013 en
bekrachtigd op 10 april 2013 door het Comité tot Aankoop van onroerende goederen te Kortrijk.
De transactie is budgettair voorzien op het budget 2014 enveloppe desinvesteringen ENV08
project PO8-001 item 005000 algemeen rekeningnummer 26000000 pastorie Godelieve
verkoop 300.000 euro.
Gelet op het uittreksel uit het kadastraal plan en kadastrale fiche;
Gelet op artikel 43 en titel VIII Bestuurlijk Toezicht van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag;
BESLUIT, met algemene stemmen – 11 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen,
Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De
Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt)
Art.1.- De verkoop en het ontwerp van akte van verkoop worden goedgekeurd.
Art.2.- De akte verkoop zal verleden worden door een commissaris bij het Aankoopcomité te
Kortrijk.
Art.3.- De heer hypotheekbewaarder wordt van de verplichting ontslagen ambtshalve inschrijving
te nemen bij overschrijving van de akte verkoop.
Art.4.- In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 - artikel 252§1, wordt een
beknopte omschrijving van deze raadsbeslissing aan het Provinciaal Gouvernement
toegezonden voor toepassing van het algemeen bestuurlijk toezicht.
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014
AGENDAPUNT nr. 5
Uitrustingswerken in de verkaveling – Noordhof (Het Laere). Voorlegging tot goedkeuring van het
ontwerp en tracé van straten.
DE GEMEENTERAAD:
De ontwerpers, Studio Plus Architecten bvba en Dirk Vandekerkhove landschapsarchitecten,
hebben in opdracht van Matexi City Development nv een ontwerp opgemaakt voor de uitvoering
van uitrustingswerken in de Noordstraat, 4 de afd., sectie D, deelnrs. 973X en 987L2.
Het project situeert zich tussen de D. Mergaertstraat, Kattenstraat, Noordstraat en het huidige
Noordhofpark te Roeselare.
Dit dossier werd reeds ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad d.d. 25.06.2013.
Er werd een beroep ingesteld tegen de beslissing d.d. 08.07.2013 van het college van
burgemeester en schepenen houdende de vergunning onder voorwaarden aan nv Wilma project
development nv tot het verkavelen van een bebouwd kadasterperceel in 3 kavels voor het
realiseren van meergezinswoningen, het aanleggen van openbare wegenis en het behoud van de
24.02.2014
43
___________________________________________________________________________
bestaande erfdienstbaarheid, gelegen Noordstraat. Dit beroep werd door de Bestendige Deputatie
ontvankelijk en gegrond verklaard.
Vandaar dat het dossier opnieuw moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Er werden geen
wijzigingen aangebracht wat betreft de uitrustingswerken.
In de verkaveling wordt er een binnengebied voorzien dat grotendeels vrij is van autoverkeer.
De parkzone, het Noordhof, gelegen naast het projectgebied, wordt uitgebreid met een bouwvrije
zone voor de ontwikkeling van de bomen uit het park. In het binnengebied worden er groene
doorsteken en pleinen voorzien.
Conform het rioleringsbeleid in Vlaanderen werd een gescheiden rioleringsstelsel ontworpen.
Het hemelwater, RWA-leiding, wordt via betonbuizen tijdelijk opgevangen in het bufferbekken en
vervolgens deels vertraagd geloosd op de bypass op de Mandel. Een beperkter deel wordt
vertraagd geloosd op de Kattenstraat.
De DWA-leiding wordt voorzien in grès, diameter 250 mm en wordt aangesloten op de
Kattenstraat.
De
-
uit te voeren werken omvatten in hoofdzaak:
uitvoeren van de nodige uitbraak.
uitvoeren van de nodige grondwerken.
rioleringswerken inbegrepen (wacht) huisaansluitingen (gescheiden riolering).
wegeniswerken: zijnde aanleggen van bestrating met lijnvormige goten.
aanleggen van buffers in de vorm van wadi’s.
groenaanleg : groenvakken en uitbreidingszone parkgebied.
groenonderhoud.
De waarborgtermijn en de onderhoudsperiode voor de groenaanleg is 2 jaar.
De kostprijs wordt geraamd op 1.487.412,03 euro excl. BTW of 1.799.768,55 euro incl. BTW
en is volledig ten laste van de verkavelaar.
De uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 120 werkdagen.
Gelet op art.43 § 2 – 11° van het gemeentedecreet en titel VIII van het gemeentedecreet van 06
juli 2005 houdende regeling van het bestuurlijk toezicht en externe audit.
Gehoord het college van burgemeestr en schepenen in hun verslag.
BESLUIT, met algemene stemmen
Enig artikel: keurt het ontwerp en tracé van straten voor het uitvoeren van uitrustingswerken in de
verkaveling – Noordhof (Het Laere) goed.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 6
AANSTELLEN ONTWERPER VOOR HERINRICHTING SITE DIPOD
Dossier nr. ERE/201-2014
Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen
De GEMEENTERAAD:
Door de oprichting van het nieuw departement DIPOD (Dispatch, Patrimonium en Openbaar
Domein) werd de keuze gemaakt de medewerkers van de vroegere departementen 5 & 6 fysiek
24.02.2014
44
___________________________________________________________________________
samen te huisvesten op de site Hoogleedsesteenweg. In de bestaande gebouwen van de
werkplaatsen waren er echter niet genoeg werkplekken. Om een efficiënte en geïntegreerde
werking te bekomen binnen het nieuwe departement was de fysieke verhuis een absolute
voorwaarde. Daarom werd er beslist om de werknemers tijdelijk te huisvesten vanaf 09/2012 in
gehuurde kantoorunits in afwachting van een definitieve huisvesting. Om tot een permanente
oplossing te komen wordt voorgesteld een ontwerper aan te stellen voor de herinrichting van de
site DIPOD.
Hiervoor werd een lastenboek opgemaakt
Het ereloon van de ontwerper wordt geraamd op € 170.000,00 inclusief btw.
Aangezien het goed te keuren bedrag kleiner is dan € 207.000,00 exclusief btw kan voor deze
dienst gebruik gemaakt worden van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met
bekendmaking. Deze procedure laat optimaal de mededinging spelen waarbij ook de flexibiliteit van
het onderhandelen na het indienen van de offertes kan benut worden.
In de begroting is voor het ereloon van de ontwerper en de realisatie van de werken een
totaalbudget voorzien van € 2.700.000,00 op volgende budgetsleutel:
ENV10/P10-0003/22100007/011909/DEP05-1/06-01-02-04,
waarvan € 100.000,00 voorzien is in 2014, 1.800.000,00 in 2015 en € 800.000,00 in
2016.
Volgende wetgeving is van toepassing:
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43,
betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen,
en latere wijzigingen.
Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en
met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Het KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere
wijzigingen, meer bepaald artikel 2 §1 3°.
Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer
bepaald artikel 5, § 2.
Gehoord het schepencollege in zijn verslag;
BESLUIT: met algemene stemmen – 11 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen,
Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer,
Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt)
Artikel 1.
Het bijzonder bestek met nr. ERE/201-2014 en de raming voor de opdracht “Aanstellen
ontwerper voor herinrichting site DIPOD” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden
vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen
24.02.2014
45
___________________________________________________________________________
en diensten. De raming bedraagt € 140.495,87 + € 29.504,13 (21 % verschuldigde btw) =
€ 170.000,00.
Artikel 2.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde
onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014.
Dhr. Immanuel De Reuse, raadslid, verlaat de zitting.
AGENDAPUNT nr. 7
Gemeentelijk subsidiereglement voor het houden van kippen. Voorlegging tot vaststelling van de
wijziging.
DE GEMEENTERAAD :
Het kippenproject kadert in het afvalbeleid van Roeselare. Het houden van kippen, samen met het
composteren, geven aan de bevolking een alternatief om alle organisch afval uit de restafvalzak te
mijden.
Door kippen te verkopen aan een lage prijs wil het stadsbestuur meer inwoners stimuleren om
kippen te houden.
Het huidige subsidiereglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 22.10.2012.
In kader van de opmaak van de BBC en het kerntakendebat zijn er minder inkomsten voorzien. Om
dit te compenseren moet de verkoopprijs van de kippen verhoogd worden.
Deze prijs, die een retributie uitmaakt, wordt, conform de beslissing van de gemeenteraad de dato
18.11.2013, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Op deze verkoopprijs wordt een subsidie van 2 euro per kip toegekend.
De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget
opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies.
Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag;
BESLUIT, met algemene stemmen – 11 neen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke
Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep
Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) – 2 onthoudingen (Filip
Deforche en Peter Logghe )
Artikel 1: Het reglement wordt, rekening houdend met de bovengenoemde wijzigingen, als volgt
goedgekeurd:
SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET HOUDEN VAN KIPPEN
Artikel 1 – Doel
 Het kippenproject kadert in het afvalbeleid van de stad Roeselare. Daarbij wordt onder meer
gestreefd om de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk restafval te doen dalen. Het houden
24.02.2014
46
___________________________________________________________________________
van kippen, samen met het composteren, bieden de bevolking alternatieven voor het gooien
van organisch afval in de restafvalzak.
 Door kippen te verkopen aan een lage prijs wil het stadsbestuur meer inwoners stimuleren
om kippen te houden.
 Alle Roeselaarse gezinnen kunnen kippen aankopen met een maximum van vier kippen per
gezin.
Artikel 2 – Voorwaarden
 De kippen dienen te verblijven bij de woonst van de aanvrager of op een nabijgelegen
onbebouwd terrein dat door de aanvrager wordt beheerd. Hierbij wordt verwacht dat de
aanvrager zich regelmatig naar het terrein begeeft.
 De kippen moeten goed verzorgd worden. De aanvrager verbindt er zich toe, naast het
basisrantsoen dat bestaat uit granen en water, de kippen te voederen met organisch
keuken- en tuinafval.
 De aanvrager moet over een degelijke huisvesting en voldoende uitloop voor de kippen
beschikken.
Artikel 3 – Bedrag van de subsidie
 De verkoopprijs die een retributie uitmaakt wordt, conform de beslissing van de
gemeenteraad de dato 18/11/2013, vastgesteld door het College van Burgemeester en
Schepenen.
 Op deze verkoopprijs wordt een subsidie van 2 euro per kip toegekend.
 De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget
opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies van de beleidsnota.
Artikel 4 – Aanvraagprocedure
 De subsidie kan enkel aangevraagd worden door de invulling van het daartoe voorziene
aanvraagformulier.
 De aanvraagformulieren en bijkomende informatie over het houden van kippen zijn te
verkrijgen bij de dienst Groen & Leefmilieu van Stad Roeselare, alsook op de website.
 De aanvraag dient te gebeuren van 1 januari t/m 31 maart.
 De aanvraag is pas geldig als de kippen betaald zijn.
 De aanvrager van de subsidie is verantwoordelijk voor de juistheid van de door hem/haar
ingevulde gegevens op het aanvraagformulier.
 Eenzelfde gezin mag slechts één maal om de 3 jaar, in toepassing van dit reglement,
kippen aankopen.
24.02.2014
47
___________________________________________________________________________
 Indien een subsidieaanvraag wordt ingediend waarbij het aanvraagformulier niet of niet
volledig is ingevuld, niet ondertekend is en- / of de aankoopsom niet wordt betaald, wordt
de aanvraag als onontvankelijk afgewezen.
Artikel 4 Bis – Toekenningsprocedure
 Het Stadsbestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het afsterven van de
dieren op gelijk welk ogenblik of door gelijk welke situatie. Er kan nooit sprake zijn van
terugvordering van het bedrag, betaald voor de kippen.
Artikel 5 – Controle
 In toepassing van de wet van 14 november 1983, betreffende de toekenning en
aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden:
de stad toe te laten voor zover als nodig de echtheid van de gegevens van de
subsidieaanvraag te controleren en hieromtrent inlichtingen in te winnen met alle middelen
die zij hieromtrent nodig acht;
elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het stadsbestuur toe te staan om eventueel ter
plaatse de aanwending van de toegekende subsidie te controleren.
 Een aanvraag kan geweigerd worden of de kippen kunnen teruggevorderd worden door het
College van Burgemeester en Schepenen om volgende redenen :
o bij vaststelling van verwaarlozing van dieren;
o bij vaststelling van slechte huisvesting en/of onvoldoende uitloop;
o bij vaststelling van het onregelmatig bekomen hebben van de dieren;
o bij vaststelling van overtreding op de reglementering betreffende afvalstoffen.
Artikel 6- Betwistingen/beroep
 Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College
van Burgemeester en Schepenen.
Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de
toekenning van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte
tegen ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen,
Botermarkt 2, 8800 Roeselare. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als
bewijs.
Artikel 7 – Inwerkingtreding
 Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2014.
Artikel 2.
Een afschrift wordt toegestuurd aan de Provinciegouverneur van de Provincie West-Vlaanderen,
Provinciaal administratief centrum Boeverbos, Kon. Leopold III-laan 41, 8200 Brugge
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014.
24.02.2014
48
___________________________________________________________________________
AGENDAPUNT nr. 8
Wijziging subsidiereglement ter bescherming van de zwaluwnesten. Voorlegging tot vaststelling.
DE GEMEENTERAAD:
Op 21 november 2010 werd tussen Stad Roeselare en Natuurpunt Mandelstreke het
biodiversiteitscharter afgesloten.
Daarin wordt onder biodiversiteit verstaan: het aantal en de verscheidenheid aan levende
organismen en ecosystemen die aan mekaar via een webvormige structuur ondersteunende
diensten leveren zoals de voedselkringloop, en die de voorwaarden in stand houden voor het leven
op aarde.
Bij het charter hoort een actieplan waarin diverse actiepunten opgenomen worden:
Actiepunt 1:versterken en beheer van natuurlijke landschapselementen.
Actiepunt 2: Soortenbescherming.
Actiepunt 3: Verbindingsassen als groene vingers.
Actiepunt 4: Promotie van natuur en het ecologisch beheer voor iedereen.
Actiepunt 5: Overgaan tot de versnelde uitvoering van het geplande stadsrandbos in de omgeving
van De Kleiputten en het geplande bosgebied in Beveren.
Actiepunt 6: Grensoverschrijdend overleg met andere gemeenten over bovengenoemde
actiepunten onder hoede van het Stad-Land-Schap van ’t West-Vlaamse hart.
Stad Roeselare heeft een engagement om rond alle actiepunten te werken.
Zo worden akkerranden aangelegd, wordt er werk gemaakt van de bijkomende aanleg van
verbindingsassen, worden projecten opgezet om soortenbescherming te ondersteunen,… Het
subsidiereglement zwaluwen hoort bij dit laatste actiepunt.
In de gemeenteraad van 19.12.2005 werd het subsidiereglement ter bescherming van
zwaluwnesten goedgekeurd
In dit reglement werd een subsidie betaald afhankelijk van het aantal nesten dat deel uitmaakte
van de kolonie.
Daar het krediet op het budget 2014 vermindert naar 750 EUR wordt voorgesteld om het
subsidiereglement te behouden en het bedrag van de subsidie voor alle nesten, onafhankelijk van
het aantal nesten, te verminderen naar 25 EUR.
Het is vooral voor de inventarisatie en blijvende kennis rond waarnemingen van zwaluwen en
evolutie van de zwaluwbestanden beter om alle nestgelegenheden te kennen, ongeacht de grootte
van de kolonie.
Op het budget 2014 werd in het exploitatiebudget 750 EUR voorzien onder de boekhoudsleutel
64942000/032901.
Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in hun verslag;
BESLUIT, met algemene stemmen - 2 neen (Filip Deforche en Peter Logghe) – 11
onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert,
Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees VerduynCoffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt)
Enig Artikel: keurt het subsidiereglement, rekening houdend met de bovengenoemde
goedgekeurde wijziging, waarvan één exemplaar met de agenda van heden werd verstuurd, goed:
24.02.2014
49
___________________________________________________________________________
Subsidiereglement ter bescherming van zwaluwnesten
Artikel 1 – Doel

Zwaluwen maken al deel uit van onze wereld sinds we in huizen en boerderijen wonen. Door
de
eeuwen
heen
zijn
ze
verweven
geraakt
met
onze
wooncultuur.
Momenteel zijn ze bijna allemaal verdwenen in Roeselare. Doordat er veel minder zwaluwen
zijn,
is
ieder
nest
van
levensbelang
voor
hun
voortbestaan.
Het beschermen van alle soorten zwaluwen past volledig in de bescherming van diverse
diersoorten. Stad Roeselare heeft op 21 november 2010 het biodiversiteitscharter
ondertekend met Natuurpunt, waar soortbescherming een actiepunt van uitmaakt. Onder
meer met dit subsidiereglement wil de stad dit engagement concreet maken
Artikel 2 – Definities

De huiszwaluw
De huiszwaluw nestelt aan gevels en onder dakgoten. Je kan hem herkennen aan de witte
buik en zwarte rug. Huiszwaluwen zijn vrolijke gasten, jammer genoeg zorgen ze vaak voor
overlast omdat hun uitwerpselen op het trottoir, ramen en vensterbanken kunnen terecht
komen. Het plaatsen van ’mestplankjes’ net onder de nesten, vangt dat probleem netjes
op.
De boerenzwaluw
De boerenzwaluw nestelt het liefst in oude stallingen met open ramen of staldeur. Je
herkent hem aan de straalblauwe rug en opvallend verlengde buitenste staartveren.
Boerenzwaluwen zijn sterk afhankelijk van het landbouwbedrijf. De laatste 15 jaar zijn er
heel wat milieu- en bedrijfstechnische aanpassingen moeten gebeuren aan stallen.
Daardoor ontbreekt het de boerenzwaluw nu aan insecten als voedsel en stallen als
nestplaats.
Artikel 3 – Voorwaarden

De subsidie heeft betrekking op zwaluwnesten of in woningen en/of andere
gebouwen/infrastructuurwerken, gelegen op het grondgebied Roeselare.

Enkel bezette nesten komen in aanmerking. De toelage wordt uitbetaald aan de gebruiker
van het gebouw waar of waarin de kolonie zich bevindt.

De aanvrager verbindt zich ertoe de vrije toegang voor de zwaluwen tot de nesten te
verzekeren en geen nesten te verstoren noch te verwijderen tijdens het ganse
broedseizoen (15 april – 15 september)
Artikel 4 – Bedrag subsidie

De subsidie bedraagt € 25/jaar onafhankelijk van het aantal nesten.
24.02.2014
50
___________________________________________________________________________
Artikel 5 – Aanvraagprocedure

De subsidieaanvraagformulieren en bijkomende informatie over zwaluwen zijn te verkrijgen
bij de Dienst Groen & Leefmilieu van de stad. Deze documenten zijn tevens ook
beschikbaar op de website van de stad (www.roeselare.be).

De aanvragen kunnen uitsluitend ingediend worden van 1 april t/m 31 juli.
Artikel 5 Bis – Toekenningsprocedure

De aanvrager verleent de stad toestemming om ter plaatse te controleren

De controle kan gebeuren door derden. Zij worden aangesteld door het College van
Burgemeester en Schepenen. Controleurs dienen zich op eenvoudig verzoek te legitimeren.
Artikel 6 – Uitbetaling

De subsidie wordt pas na controle uitbetaald op het rekeningnummer zoals vermeld op het
aanvraagformulier.
Artikel 7 – Controle

In toepassing van de wet van 14 november 1983, betreffende de toekenning en
aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden:
de stad toe te laten voor zover als nodig de echtheid van de gegevens van de
subsidieaanvraag te controleren en daaromtrent inlichtingen in te winnen met alle
middelen die zij hieromtrent nodig acht;
de subsidie uitsluitend aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend;
elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het stadsbestuur toe te staan om eventueel
ter plaatse, de aanwending van de toegekende subsidie te controleren.

Bij niet naleving van deze bepalingen, kan het stadsbestuur overgaan tot de gehele of
gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidie.
Artikel 8- Betwistingen/beroep

Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College
van Burgemeester en Schepenen.

Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de
toekenning van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte tegen
ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen,
Botermarkt 2, 8800 Roeselare. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als
bewijs.
Artikel 9 – Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in voege op 1 april 2014.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
51
___________________________________________________________________________
Dhr. Immanuel De Reuse, vervoegt de zitting.
AGENDAPUNT nr. 10
Vacantverklaring functie van stadssecretaris.
DE GEMEENTERAAD:
In gemeenteraadszitting van 18 november 2013 werd eervol ontslag verleend aan de heer
stadssecretaris Johan Leenknecht met ingang van 1 oktober 2014 met het oog op zijn
oppensioenstelling.
In gemeenteraadszitting van 16 december 2013 werd de functiebeschrijving van stadssecretaris
vastgesteld.
Conform artikel 2 van de rechtspositieregeling stadspersoneel is de aanstellende overheid de
gemeenteraad voor de aanstelling van de stadssecretaris.
Een vacante functie, ongeacht haar indeling, wordt vervuld op een van de volgende manieren:
§1 Een vacante functie, ongeacht haar rangindeling, wordt vervuld op een van de volgende
manieren:
1° door een aanwervingsprocedure;
2° door een bevorderingsprocedure;
3° door de procedure van interne personeelsmobiliteit;
4° door een combinatie van de procedures, vermeld in punt 1° en 2°, 1° en 3°, 2° en 3° of in
punt 1°,2° en 3°.
De aanstellende overheid verklaart de functie vacant.
De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de functie volgens welke procedure of
procedures ze vervuld wordt.
Zoals bij iedere selectie bij de stad wordt gestreefd naar maximale kansen voor zowel het intern
personeel als voor externen. Een openverklaring waarbij wordt gekozen voor een combinatie van
een aanwervingsprocedure en een bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan is
dan ook een verderzetting van het gevolgde personeelsbeleid.
De externe en de interne kandidaten worden onderworpen aan dezelfde selectieproeven.
Conform afdeling IV van onze rechtspositieregeling nl. de specifieke bepalingen voor de aanwerving
van de stadssecretaris en de financieel beheerder van de stad moet de selectie voor de
aanwerving in de functie van stadssecretaris worden uitbesteed aan een extern selectiebureau.
In het kader daarvan werden volgende stappen ondernomen onder voorbehoud van goedkeuring
vacantverklaring functie van stadssecretaris:
In gemeenteraadszitting van 21 oktober 2013 werd de aansluiting van de Stad Roeselare bij
Jobpunt Vlaanderen goedgekeurd.
Jobpunt Vlaanderen biedt ondersteuning aan leden/vennoten binnen een aantal domeinen:
Werving en selectie van personeel
Publicatie op jobpunt.be
Ondersteuning bij veranderingstrajecten/organisatieveranderingen
Procesmanagement en –analyse
24.02.2014
52
___________________________________________________________________________
Door Jobpunt Vlaanderen werd een minicompetitie georganiseerd voor de aanstelling van een
extern selectiebureau.
Er dienden 4 kantoren een voorstel in. Na een inhoudelijke afweging werd voorgesteld om met het
selectiebureau Search&Selection, Koning Albertlaan 79 9000 Gent te werken. Zij kunnen een
ruime ervaring in gelijkaardige procedures voorleggen en dienden een inhoudelijk sterk voorstel in
waarin zij aantonen dat zij over het nodige inzicht in de regelgeving en affiniteit met de omgeving
beschikken.
De selectieprocedure stadssecretaris zal m.a.w. volledig worden uitbesteed aan Jobpunt
Vlaanderen die op zijn beurt het selectiekantoor Search&Selection, Koning Albertlaan 79 9000
Gent heeft aangeduid om samen te werken voor de selectie van stadssecretaris.
De aanstellende overheid kiest de wijze van externe bekendmaking. Deze externe bekendmaking
gebeurt via de meest geschikte communicatiekanalen en dient minimaal te worden gepubliceerd
op de website van de stad Roeselare en/of pers en/of in een tijdschrift.
De vacature wordt ook intern bekendgemaakt. Hierbij wordt de gelijke toegang tot het ambt
gewaarborgd. Dit gebeurt via ofwel:
e-mail;
intranet;
de nieuwsbrief;
interne post;
affiches op drukbezochte plaatsen binnen de organisatie;
personeelsblad;
Volgende externe communicatiekanalen worden voorgesteld door Jobpunt Vlaanderen:
vdab jobsite
jobat nationaal print
vacature online
vvsg site + nieuwsbrief
Streekkrant/Zondagskrant/Krant van West-Vlaanderen.
Jobpunt Vlaanderen
Jobsites (jobquest, jobat, …)
Sociale media (Lindedin, Facebook, Twitter, …)
Conform artikel 6 van onze rechtspositieregeling is de functie van stadssecretaris voorbehouden
voor Belgen omdat uit de functiebeschrijving blijkt dat ze een rechtstreeks of onrechtstreekse
deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of werkzaamheden omvatten die
strekken tot de bescherming van de belangen van het stadsbestuur.
Conform 24 van de rechtspositieregeling stadspersoneel beslist de aanstellende overheid bij de
vacantverklaring van een functie welke wervingsreserve (met bindende rangschikking of met de
aanleg van pools) wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan. In principe wordt
overgegaan tot de aanleg van een wervingsreserve met bindende rangschikking. In geval van
generieke functies (functies van dezelfde graad en rang), kan de aanstellende overheid echter
beslissen om over te gaan tot de aanleg van een wervingreserve met pools.
In het geval van de functie van stadssecretaris is het logisch dat wordt gekozen voor de aanleg van
een wervingsreserve met bindende rangschikking.
De geldigheidsduur wordt gesteld op de duur van twee jaar.
Conform de rechtspositieregeling stadsspersoneel dient de selectie worden uitgevoerd op basis
van de selectiecriteria en met behulp van verschillende selectietechnieken. De selectiecriteria en
selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving.
De selectietechnieken voor de functie van stadssecretaris bevatten in elk geval een test die de
managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst.
24.02.2014
53
___________________________________________________________________________
Op basis van artikel 19 van de rechtspositieregeling stadspersoneel kunnen volgende
selectietechnieken worden aangewend:
een schriftelijk deel
een praktisch deel
een mondeling deel
een psychotechnisch deel
De aanstellende overheid bepaalt voor de aanvang van de selectieprocedure de selectietechnieken
die zullen worden aangewend.
In de rechtspositieregeling wordt bepaald (art. 24 §2) dat kandidaten op elk deel minimaal 50%
van de punten dienen te behalen en 60 % in totaal, om als geslaagd beschouwd te worden. Indien
de selectieprocedure een psychotechnisch deel bevat, moet de kandidaat de vermelding ‘geschikt’
hebben alvorens hij aangesteld kan worden.
Op voorstel van het externe selectiebureau worden volgende selectietechnieken voorgesteld:
Deel 1: Mondeling deel: verkennend gesprek
De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een mondeling deel (verkennend gesprek),
hierin komen volgende aspecten aan bod:
Relevantie van de:
•
Ervaring
•
Motivatie
•
Inzicht in de functie
•
Inpasbaarheid in de overheid
Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 20 punten.
Deel 2: Mondeling deel: jurygesprek met managementcase
Bestaande uit: een competentiegericht interview, vergezeld van een presentatieoefening
(managementcase), waarin de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de vereisten
van de functie getoetst worden.
Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 80 punten.
Deel 3: Psychotechnisch deel: Test managements- en leiderschapscapaciteiten
In kader van het belang van deze functie en een volledige afwerking van de selectieprocedure (en
aanleg werfreserve) wordt voorgesteld om op basis van art. 24§2 af te wijken van het principe om
enkel de best gerangschikte kandidaat en de op één na best gerangschikte kandidaat toe te laten
tot het psychotechnisch gedeelte. Alle geslaagde kandidaten die in totaliteit 60% van de punten
behaalden worden aldus meegenomen naar het psychotechnisch deel.
Tijdens dit assessment worden een aantal competenties getoetst die gelinkt zijn aan de
functieomschrijving. Het assessment bestaat uit volgend programma:
competentiegericht interview
persoonlijkheidsvragenlijst
leidinggevend rollenspel
managementcase: analyse- en presentatie oefening
Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een advies “geschikt” of “ niet geschikt”
Het assessment center wordt afgenomen door Search & Selection en neemt ongeveer een dag in
beslag.
24.02.2014
54
___________________________________________________________________________
BESLUIT: met algemene stemmen
Artikel 1 – De functie van stadssecretaris wordt vacant verklaard waar bij de openverklaring wordt
gekozen voor een combinatie van een aanwervingsprocedure en een bevorderingsprocedure en de
gelijktijdige toepassing daarvan.
Artikel 2 - De externe bekendmaking zal gebeuren via volgende communicatiekanalen:
vdab jobsite
jobat nationaal print
vacature online
vvsg site + nieuwsbrief
Streekkrant/Zondagskrant/Krant van West-Vlaanderen.
Jobpunt Vlaanderen
Jobsites (jobquest, jobat, …)
Sociale Media (Lindedin, Facebook, Twitter, ….)
Artikel 3 – Er wordt gekozen voor de aanleg van een wervingsreserve met bindende rangschikking
waarbij de geldigheidsduur wordt gesteld op de duur van twee jaar.
Artikel 4 – Volgende selectietechnieken worden aangewend:
Deel 1: Mondeling deel: verkennend gesprek
De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een mondeling deel (verkennend gesprek),
hierin komen volgende aspecten aan bod:
Relevantie van de:
•
Ervaring
•
Motivatie
•
Inzicht in de functie
•
Inpasbaarheid in de overheid
Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 20 punten.
Deel 2: Mondeling deel: jurygesprek met managementcase
Bestaande uit: een competentiegericht interview, vergezeld van een presentatieoefening
(managementcase), waarin de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de vereisten
van de functie getoetst worden.
Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 80 punten.
Deel 3: Psychotechnisch deel: Test managements- en leiderschapscapaciteiten
Er wordt afgeweken van het principe om enkel de best gerangschikte en de op één na best
gerangschikte kandidaat door te sturen naar het psychotechnisch gedeelte. Rekening houdend
met het belang van deze functie en het volledig afwerken van de procedure (voor alle kandidaten)
worden alle geslaagde kandidaten doorgestuurd (op basis van art. 24 §2 van de
rechtspositieregeling.)
Tijdens het assessment worden een aantal competenties getoetst die gelinkt zijn aan de
functieomschrijving. Het assessment bestaat uit volgend programma:
competentiegericht interview
persoonlijkheidsvragenlijst
leidinggevend rollenspel
24.02.2014
55
___________________________________________________________________________
managementcase: analyse- en presentatie oefening
Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een advies “geschikt” of “ niet geschikt”
Het assessment wordt afgenomen door Search & Selection en neemt ongeveer een dag in beslag.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 11
Dadingsovereenkomst in verband met de problemen aan het bufferbekken, ter hoogte van de
ontdubbelde Stationsdreef – overeenkomst met stad, aannemer en ontwerper. Voorlegging tot
goedkeuring
DE GEMEENTERAAD:
De werken ter hoogte van de ontdubbelde stationsdreef werden voorlopig opgeleverd op
19.04.2005. De definitieve oplevering werd partieel toegestaan op 22.09.2008. Uitzondering
werd gemaakt voor het bufferbekken. Dit vertoonde immers aanzienlijke gebreken (de wanden
(muta-stenen) schuiven af naar beneden).
In zitting van het CBS van 22 juli 2008 werd beslist om met akkoord van alle partijen een rapport
te laten opmaken door een neutraal expert met als doel tegensprekelijke bevindingen te bekomen.
In het kader van een minnelijke expertise-opdracht gebeurden volgende werkzaamheden:
 De ontwerper werd gevraagd een praktische oplossing uit te werken voor het herstellen
van de schade aan de taluds en hiervoor een beschrijving met meetstaat op te maken;
 Aan de aannemer werd gevraagd een gedetailleerde offerte hiervoor op te maken.
 Aan de hand van deze gegevens werd een voorverslag opgemaakt.
 Het feit dat een verzekering voor de decenale aansprakelijkheid werd afgesloten zorgde
voor een aangifte binnen dit dossier.
Het verslag werd opgemaakt en vormde de basis voor verdere onderhandelingen waarbij de
expertise tijdelijk werd opgeschort. De resultante van deze gesprekken zorgde voor de redactie
van een ontwerp van dading dat op heden voorligt.
De krijtlijnen zijn de volgende:
 Er zullen zowel herstellingswerken als verbeteringswerken worden uitgevoerd.
 De herstellingswerken zullen uitgevoerd worden door aannemer Vuylsteke en worden
gefactureerd aan de decenale polis.
 De franchise wordt ten laste genomen voor 2/3 door de aannemer en voor 1/3 door het
studiebureau.
 De verbeteringswerken ( forfaitair vastgelegd op 27.523,07 € , detail van de werken
opgenomen als bijlage bij de dading ) worden gedragen door de stad en eveneens
uitgevoerd worden door aannemer Vuylsteke. Het toezicht op de werken zal gebeuren door
het studiebureau dat hiervoor geen vergoeding zal vragen aan de stad.
 Een vernieuwde termijn voor de 10-jarige aansprakelijkheid wordt verstrekt.
 Na uitvoering van de werken ( uiterlijk 1/11/2014 ) zal tot oplevering worden overgegaan
en vrijgave van de waarborg van de oorspronkelijk opdracht.
Op het budget 2014 werd hiervoor 35.000 EUR voorzien op enveloppe investeringen ENV04,
project P04-0022, item 020000, algemeen rekeningnummer 22400007;
De ontvanger verleende een gunstig visum in dit dossier met ref 2014/34;
Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet;
24.02.2014
56
___________________________________________________________________________
Gelet op art. 119 bis van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op de regeling houdende het administratief toezicht op de gemeenten, omschreven in het
gemeentedecreet;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag;
BESLUIT, Met algemene stemmen – 2 neen (Annelies Carron en Francis Reynaert)
Artikel 1:. Het ontwerp van dading wordt goedgekeurd.
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 12
GLS-site. Beversesteenweg 69. Lichting van de aankoopoptie. Voorlegging tot goedkeuring.
DE GEMEENTERAAD:
Op 7 mei 2012 keurde de gemeenteraad de optieovereenkomst betreffende de GLS-site goed. In
deze overeenkomst kende WIP aan de stad een aankoopoptie toe, die door de stad uitgeoefend
kan worden, gedurende een periode van 30 dagen, die begint te lopen 120 dagen voorafgaand
aan de beëindiging van de huurovereenkomst WIP/GLS om te eindigen 91 dagen voorafgaand aan
voormelde huurovereenkomst. Daarnaast kende de stad aan WIP een verkoopoptie toe, die door
WIP uitgeoefend kan worden, gedurende een periode van 30 dagen, die begint te lopen 90 dagen
voorafgaand aan de beëindiging van de huurovereenkomst WIP/GLS om te eindigen 61 dagen
voorafgaand aan voormelde huurovereenkomst. In de huurovereenkomst tussen WIP en GLS was
een opzegtermijn van 1 jaar bedongen voor GLS. Op verzoek van WIP heeft het college van
burgemeester en schepenen er zich in zitting van 12 december 2013 mee akkoord verklaard dat
deze opzegtermijn voor GLS naar 6 maanden werd gebracht. Voordien had GLS reeds de
huurovereenkomst – met de toen geldende termijn van 1 jaar – opgezegd op 18 november 2013,
waardoor de huurovereenkomst eindigde op 17 november 2014. Door het verminderen van de
opzegtermijn tot 6 maanden blijft voor GLS de mogelijkheid open om tot 28 februari 2014 op te
zeggen om zo de huurovereenkomst vroegtijdig te beëindigen op 31 augustus 2014.
Afhankelijk van de einddatum van de huurovereenkomst zijn de optietermijnen de volgende:
Einddatum: 17 november 2014
Aankoopoptie (stad): van 20/7/2014 tot en met 18/8/2014
Verkoopoptie (WIP): van 19/8/2014 tot en met 17/9/2014
Einddatum: 31 augustus 2014
Aankoopoptie (stad): van 3/5/2014 tot en met 1/6/2014
Verkoopoptie (WIP): van 2/6/2014 tot en met 1/7/2014.
Aangezien door de gemeenteraad op 7 mei 2012 enkel de optie-overeenkomst werd goedgekeurd
en niet het lichten van de aankoopoptie, is een besluit van de gemeenteraad nodig om deze optie
te kunnen lichten wanneer de mogelijkheid zich hiertoe aandient.
Het bedrag voor de aankoop is voorzien in het budget 2014 ENV01/PO-0001/070901 GLS Site:
aankoop site 2.750.000 euro. Volgens de aankoopoptie wordt het bedrag aangepast aan de
ABEX index en bedraagt thans:
Aankoopprijs x recentst gepubliceerde ABEX index op datum van authentieke akte
ABEX index november 2011
2.333.000 x 739 = € 2.445.513,48 met ABEX index van januari 2014
705
24.02.2014
57
___________________________________________________________________________
Vanaf juli 2014 is er nieuwe ABEX index geldig, die pas eind juni gepubliceerd wordt, en waardoor
de aankoopprijs nog iets hoger zal worden. Deze ABEX index zal enkel van toepassing zijn indien de
huurovereenkomst WIP/GLS eindigt op 17 november 2014.
Omdat de aankoop van de toegangsweg reeds geregeld werd door het Aankoopcomité en dit
zodoende dus al over heel wat documenten en informatie in verband met dit goed beschikt en het
enkel de administratieve kosten aanrekent aan de koper zonder enige vorm van ereloon, wordt
voorgesteld om de opdracht tot de opmaak en het verlijden van de akte aan het Aankoopcomité
toe te vertrouwen.
Gelet op de uittreksels uit de kadastrale legger en plan;
Gelet op artikel 43 en titel VIII Bestuurlijk Toezicht van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag;
BESLUIT, met algemene stemmen stemmen - 14 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht
Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart
De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Filip
Deforche, Peter Logghe en Immanuel De Reuse)
Art.1.- De Raad keurt de aankoop en het lichten van de aankoopoptie goed.
Art.2.- Het Aankoopcomité wordt aangesteld voor het opmaken en verlijden van de akte.
Art.3.- De heer hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting ambtshalve inschrijving
te nemen bij de overschrijving van de akte aankoop.
Art.4.- In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 - artikel 252§1, wordt een
beknopte omschrijving van deze raadsbeslissing aan de toeziende overheid toegezonden
voor toepassing van het algemeen bestuurlijk toezicht.
Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014
AGENDAPUNT nr. 13
Riolerings- en wegeniswerken in het “Bedrijventerrein Roeselare West”. Voorlegging tot
goedkeuring van het ontwerp en tracé van straten.
DE GEMEENTERAAD:
De ontwerper, studiebureau Demey uit Roeselare, heeft in opdracht van de WVI een ontwerp
opgemaakt voor de uitvoering van riolerings- en wegeniswerken in het “Bedrijventerrein Roeselare
West” langs beide kanten van de Oostnieuwkerksesteenweg. De noordelijke kant strekt uit vanaf
de Bietstraat naar de Ovenstraat toe. De zuidelijke kant loopt vanaf de Rijksweg tot over de
Veldbosstraat. Beide kanten worden ontsloten via de Oostnieuwkerksesteenweg.
Conform het rioleringsbeleid in Vlaanderen en in overeenstemming met de gemeentelijke en
provinciale reglementeringen werd een gescheiden rioleringsstelsel ontworpen.
De droogweerafvoer, DWA-leiding, wordt voorzien in grèsbuizen ø 250 en persleidingen (HDPE) ø
75mm.
In de zone Noord wordt alles verzameld en via een pompstation en persleiding aangesloten op de
bestaande gemengde riolering van de Ovenstraat.
In de zone Zuid wordt alles eveneens verzameld en via een pompstation en persleiding aangesloten
op de bestaande DWA-riolering in de Oostnieuwkerksesteenweg.
24.02.2014
58
___________________________________________________________________________
De regenwaterafvoer, RWA-leiding, wordt voorzien in ongewapende en gewapende betonbuizen
met verschillende diameters.
In de zone Noord wordt de RWA-leiding aangesloten via langsgrachten, centrale buffergracht,
waterpoelen en een bufferbekken op een bestaande gracht die vertraagd afwatert naar de
Mandel.
In de zone Zuid wordt de RWA-leiding via een bufferbekken vertraagd aangesloten op de
Klauwaertbeek.
Er is voldoende buffercapaciteit voorzien.
Er worden wachtaansluitingen geplaatst op beide leidingen voor de toekomstige bedrijven.
In het volledige bedrijventerrein wordt een weg van 6,00m breed aangelegd in
cementbetonverharding met aan beide zijden een ter plaatse vervaardigde betonnen watergreppel.
Doorheen het noordelijke gedeelte wordt naast de centrale buffergracht een fietspad van
cementbeton voorzien.
De dienstweg tussen het bedrijventerrein en de Bietstraat wordt aangelegd in bitumineuze
verharding en wordt aan één zijde geflankeerd door een geprefabriceerde trottoirband en aan de
andere zijde door een ter plaatse vervaardigde kantstrook.
De inritten van het bedrijventerrein worden aangelegd in bitumineuze verharding.
In de Oostnieuwkerksesteenweg worden de rijweg en het fietspad gedeeltelijk aangepast en/of
vernieuwd in functie van de nieuwe ontsluiting van het bedrijventerrein. De rijweg wordt voorzien in
bitumineuze verharding en het fietspad in cementbeton. Het fietspad wordt afgeschermd van de
rijweg door middel van een groenstrook.
Ten westen en ten noorden van het noordelijke bedrijventerrein en ten zuiden van het zuidelijk
bedrijventerrein wordt een groenstrook voorzien van ±30m. Deze zone wordt voorzien van
streekeigen bomen en/of beplanting en een buffer en/of wadi en/of gracht van veranderlijke
breedtes.
De exacte lotindeling zal afhankelijk zijn van de vraag van de kopers.
Tijdens het openbaar onderzoek werden vijf bezwaren ingediend door:
1.
2.
3.
4.
5.
Mevr. Monique Zaman
Notaris Vandeputte, in naam van dhr. Marc Bisschop
Dhr. Chris Mullie, in naam van Barias en Barias Construct
Dhr. Marcelino Mullie en Mullie bvba
Dhr. en mevr. Werner Mullie en mevr. Lia Vantomme
Bezwaar 1, 2 en 5 worden behandeld bij de goedkeuring van het bouwdossier.
M.b.t. de overige bezwaren:
- 3. Barias en Barias Construct vragen dat hun bedrijf nu en bij latere uitbreiding niet moet
voorzien in eigen waterbuffering.
Het is zo dat in de bouwvergunning van 24.08.2010 en 17.10.2011 verleend aan Barias en
Barias Construct een waterbuffering opgelegd is. Uit de watertoets blijkt dat het technisch
gezien mogelijk is om deze waterbuffering volledig mee te nemen in de ontworpen collectieve
bekkens.
Barias en Barias Construct dienen hiertoe een overeenkomst af te sluiten met de
ontwikkelaar.
Op basis van deze overeenkomst kan een vrijstelling van de huidige verplichting verleend
worden, doch wordt niet weerhouden door de stad.
- Barias en Barias Construct vragen om de RWAput 26 te verschuiven richting grens met
Firma Vanhollebeke.
24.02.2014
59
___________________________________________________________________________
Dit is technisch mogelijk, mits het verzwaren van de hoofdriool over een afstand van 50 m.
- 4. Gesteld wordt dat nu water getrokken wordt uit de vijver van de boerderij voor de
bevoorrading van de varkensstallen. De toevoer van water gebeurt momenteel via de
Klauwaertbeek. In de ontworpen toestand wordt deze beek omgelegd, waardoor de toevoer
van water niet gegarandeerd is.
Dit kan technisch opgelost worden door te voorzien dat de Klauwaertbeek zowel doorloopt
naar de vijver van de boerderij als naar de collectieve bufferbekkens.
De aanlegkosten worden geraamd op € 3.732.031,44 incl. btw en zijn volledig ten laste van de
bouwheer.
De totale uitvoeringstermijn bedraagt 220 werkdagen en wordt opgesplitst in 5 afzonderlijke
fasen:
-Fase 1: Riolerings- en wegeniswerken zone Noord
-Fase 2: Riolerings- en wegeniswerken zone Zuid
-Fase 3: Riolerings- en wegeniswerken zone Oostnieuwkerksesteenweg
-Fase 4: Aanleg bufferbekkens en wadi’s in zone Noord
-Fase 5: Aanleg bufferbekkens en verlegging Klauwertbeek in zone Zuid.
Gelet op art.43 § 2 – 11° van het gemeentedecreet en titel VIII van het gemeentedecreet van 06
juli 2005 houdende regeling van het bestuurlijk toezicht en externe audit.
Gehoord het college van burgemeestr en schepenen in hun verslag.
BESLUIT, met algemene stemmen
Enig artikel: keurt het ontwerp en tracé van straten voor het uitvoeren van riolerings- en
wegeniswerken in het Bedrijventerrein Roeselare West goed.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
AGENDAPUNT nr. 14
Bevordering van participatie aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk
kwetsbare situaties:
a) Reglement jeugdwerk voor doelgroepen. Voorlegging tot vaststelling.
b) Reglement jeugdhuizen. Voorlegging tot opheffing.
DE GEMEENTERAAD:
Het reglement jeugdwerk voor doelgroepen vervangt het reglement voor de betoelaging van
jeugdhuizen. Dit reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17.12.2001, had als doel de
stimulatie van de ontwikkeling van jeugdhuizen in Roeselare. Beide jeugdhuizen, Den Engel en
Kamelejon, zijn erkend om te werken met maatschappelijke kwetsbare jongeren. Binnen het
jeugdwerk zijn er echter ook andere methodieken die momenteel door organisaties worden
toegepast om de doelgroep maatschappelijk kwetsbare jongeren te bereiken. Er was aldus een
duidelijke nood om een reglement op te stellen die deze verschillende jeugdvormen voor
maatschappelijke kwetsbare jongeren kan ondersteunen en het huidige reglement voor
jeugdhuizen aldus vervangt.
Binnen de BBC is de beleidsprioriteit 2 van het lokaal jeugdbeleid: “De bevordering van participatie
aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.”
24.02.2014
60
___________________________________________________________________________
Gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten minstens:
 het particulier jeugdwerk ondersteunen dat kinderen en jongeren die opgroeien in
maatschappelijk kwetsbare situaties bereikt;
 ontmoetingsplaatsen en –mogelijkheden voorzien voor jongeren die opgroeien in
maatschappelijk kwetsbare situaties;
 voorzien in een jeugdwerkaanbod dat kinderen en jongeren die opgroeien in
maatschappelijk kwetsbare situaties bereikt en dit minimum tijdens de zomervakantie, met
aandacht voor taalstimulering Nederlands, al dan niet door subsidiëring.
Het reglement jeugdwerk voor doelgroepen kadert binnen deze beleidsprioriteit en is opgemaakt
op basis van enkele krachtlijnen:
 de expertise van de organisaties ten volle tot hun recht laten komen (organisaties kiezen
via welke methodiek ze een bepaald publiek willen bereiken)
 aandacht voor netwerkvorming van de organisatie en het doelpubliek
 extra aandacht voor het stimuleren van kinderen en jongeren om aansluiting te vinden bij
het reguliere vrijetijdsaanbod
 cofinanciering van de projecten
 lange termijn ondersteuning (3 jaar) zodat organisaties hun doelpubliek structureel kunnen
ondersteunen
Er wordt hiervoor 135.000,00 EUR voorzien op boekhoudsleutel 64934002/075007/dep033/02-01-05-04.
Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet;
Gehoord het college van burgemeester en schepenen in hun verslag;
BESLUIT, met algemene stemmen – 3 onthoudingen (Filip Deforche, Peter Logghe en
Immanuel De Reuse)
Artikel 1: heft het reglement voor betoelaging van jeugdhuizen, waarvan één exemplaar met de
agenda van heden werd verstuurd, met ingang van heden op:
Reglement voor het betoelagen van jeugdhuizen
Inleiding
Doel
Met dit reglement wil het Stadsbestuur de specifieke werking van jeugdhuizen ondersteunen. Dit
reglement is complementair aan het reglement voor de betoelaging van Jeugdwerkinitiatieven, dat
vooral gericht is op het ondersteunen van het klassieke jeugdwerk.
Begripsbepaling
Jeugdhuizen zijn jeugdwerkinitiatieven of groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met de jeugd in
de vrije tijd, onder educatieve begeleiding, die een kwaliteitsverbetering van de samenleving
nastreven door het vervullen van één of méér van volgende functies :
ontmoeting,
spel,
creatieve activiteiten/amateuristische kunstbeoefening, vorming, informatie en advies,
kadervorming, dienstverlening, werken aan structuurverandering en bevorderen van integratie door
opvang en begeleiding van groepen die uit maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren
bestaan.
Bij jeugdhuizen ligt het accent op ontmoeten en het eigene aan jeugdhuizen is dat het invullen van
andere functies als vorming, dienstverlening, crea,… steeds gebeurt vanuit en/of in functie van
“ontmoeten”.
24.02.2014
61
___________________________________________________________________________
Jeugdhuiswerking houdt in :
 bouwen een werking uit binnen een permanent beschikbare ruimte,
 waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en vrijetijdsactiviteiten uitbouwen,
 waar openheid, onthaal, vrijblijvende deelname en motivatie tot medeverantwoordelijkheid en
zelforganisatie van jongeren belangrijke pijlers van de gehanteerde methodiek zijn,
 waar er een duidelijke openheid is naar alle jongeren;
 waar consumptie niet wordt verplicht,
 waar ernaar wordt gestreefd om naast ontmoeting, die de basispijler van de werking is,
initiatieven te ontwikkelen en hiermee diverse functies te vervullen,
 staan open voor alle meningen en gezindheden, voor alle jongeren ongeacht huidskleur, religie
en ev. handicap,
 voldoet aan de wettelijke normen wat betreft hygiëne en brandveiligheid voor vrij toegankelijke
gebouwen,
 hebben een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een verzekering lichamelijke ongevallen
voor vrijwilligers/ medewerkers afgesloten.
Algemene bepalingen
Voorwaarden : Door het Stadsbestuur erkend zijn als plaatselijk jeugdwerkinitiatief, specifiek als
jeugdhuis, waartoe het initiatief :
 In het afgelopen werkjaar minimum 6 maanden actief is geweest en minimum 5 activiteiten
heeft georganiseerd;
 een financieel en inhoudelijk werkingsverslag opmaakt;
 zich binnen het Roeselaarse grondgebied bevindt,
 voorgedragen worden door de Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan en ter advies worden
voorgelegd aan de jeugdraad,
 zich aansluiten bij 1 van de koepelorganisaties voor jeugdhuizen of een federatie die aansluit bij
het werken met de doelgroep, erkend door de Vlaamse Gemeenschap.
Ook lokale steunpunten van regionale initiatieven komen in aanmerking, zolang het grootste deel van
hun doelgroep bestaat uit Roeselaarse kinderen en jongeren.
Bij erkenning op niveau 2 en niveau 3 wordt het jeugdhuis verplicht een beroepskracht aan te
werven. Bij erkenning niveau 2 gaat dit om een halftijdse beroepskracht, bij erkenning niveau 3 gaat
dit om een voltijdse beroepskracht. De beroepskracht heeft een diploma A1 binnen de sociaalculturele sector.
Complementariteit met het reglement toelagen voor jeugdwerkinitiatieven: Tenzij binnen dit
reglement anders bepaald, gelden voor jeugdhuizen eveneens de principes uit het reglement voor
het betoelagen van jeugdwerkinitiatieven.
Verenigingen die een toelage krijgen via dit reglement kunnen geen gebruik maken van een
werkingstoelage binnen het reglement voor jeugdwerkinitiatieven. Verenigingen die onder het
reglement toelagen aan jeugdhuizen vallen, kunnen wel gebruik maken van de huisvestingspremies
en van de volgende toelagen in het reglement voor jeugdwerkinitiatieven:
 kadervorming
 jeugdvakanties
 (culturele manifestaties)
 projecten (vastgelegd binnen de prioriteitenregeling voor jeugdhuizen)
 (experimenten)
De termijnen voor het indienen van de aanvragen uit het reglement stadstoelagen voor
jeugdwerkinitiatieven blijven hier geldig. Binnen het reglement voor jeugdwerkinitiatieven wordt
gewerkt met werkjaren die lopen van 1 september tot en met 31 augustus.
Jeugdhuizen kunnen aanspraak maken op een toelage voor projecten indien de projecten kaderen
binnen de prioriteiten die het Stadsbestuur heeft vastgelegd voor projecten van jeugdhuizen. Deze
prioriteiten worden opgenomen in het Jeugdwerkbeleidsplan en eventueel aangepast in het jaarplan.
24.02.2014
62
___________________________________________________________________________
De jeugdhuizen worden voor 15 maart van het jaar voorafgaand aan het betreffende werkjaar op
de hoogte gebracht welke projecten via de prioriteitenregeling kunnen worden betoelaagd.
De toelagen worden volgens dit reglement berekend op basis van de werking van het voorgaande
kalenderjaar, binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten op de stadsbegroting. Een
kalenderjaar loopt van 1 januari tot 31 december. Een verslag wordt ingediend tegen 15 februari
van het jaar volgend op het betreffend werkjaar. Indien binnen het jeugdhuis een beroepskracht is
tewerkgesteld, kan het jeugdhuis tegen 31 oktober een aanvraag doen voor een subsidiëring volgens
niveau 2 of niveau 3. Tot het Stadsbestuur, na berekening van de toelagen, het volledig bedrag kan
doorstorten, zal per maand 1/12de van 90% van de aangevraagde toelage worden uitgekeerd.
Indien na de berekening van de juiste toelage blijkt dat het jeugdhuis teveel werd uitbetaald, zal dit
nog worden verrekend in de volgende toelagen.
De berekening van de toelage gebeurt als volgt : Jeugdhuizen die in aanmerking komen om
betoelaagd te worden volgens de basiserkenning (niveau 1) ontvangen een forfaitair bedrag van
€1240 (50 021BEF) per jaar.
Voor jeugdhuizen die een erkenning van niveau 2 of 3 behalen, wordt 110% voorzien van het bedrag
dat nodig is voor een beroepskracht (halftijds of voltijds). Hiervan wordt 90% van het voorziene loon
uitbetaald indien het jeugdhuis voldoet aan de criteria op de diverse niveaus.
Het maximale loon
dat aan het jeugdhuis wordt uitbetaald is een loon berekend op het loonbarema van de sociaalculturele sector (paritair comité 329, barema 22/6). Het bedrag evolueert mee met de
loonaanpassingen van het referentieloon.
De overige 20% van het voorziene loon wordt onder de jeugdhuizen verdeeld volgens een
puntensysteem, gebaseerd op de werking van het jeugdhuis. Op die manier worden extra
inspanningen ook gewaardeerd.
Voorzien bedrag per jeugdhuis niveau 2 en niveau 3:
110% van het loon van een beroepskracht
Waarvan 90% van het loon wordt
uitbetaald indien de werking voldoet aan
de criteria gesteld in niveau 2 of 3.
Waarvan 20% van het loon in een
gemeenschappelijk budget terechtkomt dat wordt
verdeeld volgens een puntensysteem, gebaseerd
op de extra inspanningen die het jeugdhuis in het
afgelopen werkjaar deed.
Initiatieven, werkend met maatschappelijk achtergestelde personen trekken 150% van de hierboven
vernoemde toelagen. Een erkenning "jeugdhuis werkend met maatschappelijk achtergestelde
personen" wordt toegekend door het College van Burgemeester en Schepenen, na voorstel van de
Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan en na advies van de Stedelijke Raad voor Jeugdbeleid.
De
Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan overlegt hiertoe met deskundigen op het vlak van
maatschappelijke achterstelling en welzijn.
Toepassing van dit reglement:
Dit reglement is van toepassing in het begrotingsjaar 2002, 2003 en 2004. De eerste uitbetaling
van de toelage gebeurt in het jaar 2002 op basis van de werking in het jaar 2001.
Wijziging van het reglement: dit reglement dient gewijzigd indien het niet past binnen de beleidsopties
genomen binnen het jaarplan of jeugdwerkbeleidsplan.
Budget: Het budget gekoppeld aan het reglement wordt voorzien binnen de stadsbegroting van het
jaar volgend op het werkjaar waarop de subsidies betrekking hebben. Het budget wordt aangepast
naargelang het aantal erkende jeugdhuizen en het niveau van erkenning dat deze jeugdhuizen
24.02.2014
63
___________________________________________________________________________
genieten. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten binnen de stadsbegroting
worden de budgetten geïndexeerd aan de lonen.
Uitvoering van dit reglement: Het college wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Het
college beslist in alle niet voorziene gevallen of discussies met betrekking tot dit reglement. Het
college laat zich hierbij leiden door de geest van dit reglement en van het jeugdwerkbeleidsplan en
dient hierbij ook het advies van de Jeugdraad te vragen.
Administratieve bepalingen ;
Teneinde aanspraak te kunnen maken op een toelage, dienen de verenigingen tegen 15 februari
volgende documenten in:
 het financieel verslag waarin op een duidelijke en overzichtelijke manier aangetoond wordt voor
welk doel de middelen van het jeugdhuis werden aangewend, de middelen worden hierbij waar
mogelijk per functie uitgesplitst1
 het inhoudelijk verslag waarbij minimaal volgende zaken worden opgenomen:
1. een voorstelling van de reguliere werking :
openingsuren
structuur
doelgroep
2. een voorstelling van de activiteiten per functie
functie en doelstelling
aantal deelnemers
dag, datum, plaats
exemplaar van de affiches, folders,.. die gemaakt werden ter promotie van de
activiteit
3. een ledenlijst van het betreffende werkjaar,
4. een overzicht van de taak van de beroepskracht (niveau 2 en 3)
5. verslagen van de vergaderingen
6. een evaluatie van het voorbije jaar
 de werking moet boekhoudkundig controleerbaar zijn, het jeugdhuis staat toe dat een door het
College van Burgemeester en Schepenen gemachtigd ambtenaar inzage heeft in de
boekhouding; indien er sprake is van een slecht beheer binnen het jeugdhuis zullen subsidies het
volgend jaar niet meer worden uitbetaald en kan het stadsbestuur eventueel gelden
terugvorderen,
 het jeugdhuis maakt een binnenhuisreglement waarin minimaal volgende zaken worden
opgenomen: het sluitingsuur, een engagement tot openheid naar alle personen, ongeacht
filosofie, religie en huidskleur, een drug- en alcoholbeleid en eventuele maatregelen die zullen
worden getroffen bij agressie en vandalisme binnen en in de omgeving van het jeugdhuis,
 het inhoudelijk en financieel verslag wordt ten laatste 1 maand na indiening goedgekeurd door
de Algemene Vergadering van de vzw of bij een erkenning niveau 1 door minimum 6
verantwoordelijke medewerkers van het jeugdhuis.
 rekening houdende met de voorwaarden met betrekking tot het loon, dient de vereniging tegen
1 oktober van het jaar voorafgaand op het jaar van betoelaging een loonberekening in,
opgemaakt door een sociaal secretariaat waaraan de vereniging zich heeft verbonden. Een
kopie van de maandelijkse loonfiches worden bij het jaarverslag gevoegd.
Basiserkenning : niveau 1
a.
Doelgroep
 De werking is hoofdzakelijk gericht naar 14 - 25-jarigen (werkingen voor personen met een
handicap : 14 - 35-jarigen). Activiteiten specifiek naar andere leeftijdsgroepen worden hiermee
niet uitgesloten.
1
Dit geldt bijvoorbeeld niet voor personeelskosten en infrastructuur.
24.02.2014
64
___________________________________________________________________________
 Jaarlijks worden met de werking minimum 70 verschillende jongeren bereikt.
b.
Accommodatie
Volgende zaken zijn minimaal aanwezig :
 een permanent beschikbare ontmoetingsruimte,
 sanitaire voorzieningen,
 een extra ruimte voor diverse doeleinden,
 een uitgebreide EHBO-koffer.
De gebouwen en inboedel zijn verzekerd tegen brand.
Telefonische bereikbaarheid is wenselijk.
Toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers is wenselijk.
c.
Functies
Ontmoeting van jongeren vormt de basis voor een jeugdhuiswerking. De ontmoetingsruimte moet
minimum 12 uur per week open zijn, gespreid over minimum 2 dagen. Alleen de openingsuren
tijdens de vrije tijd (bv. na schooluren, weekend,..) van de doelgroep en de openingsuren voor 01h00
worden meegerekend.
Naast ontmoeting kan het jeugdhuis volgende functies vervullen :
(re)creatie en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service.
Van het jeugdhuis wordt verwacht dat zij jaarlijks minimum 8 activiteiten organiseren binnen deze
functies. Deze activiteiten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Dit betekent onder andere dat
er ook buiten het jeugdhuis promotie wordt gemaakt.
d.
Structuur
De werking wordt minimaal door 6 medewerkers gedragen, waarvan minimum 2 personen
meerderjarig zijn. Onder de medewerkers wordt een verantwoordelijke (voorzitter) en secretaris
aangeduid.
De vereniging houdt een duidelijk controleerbare boekhouding en rekening bij waaruit blijkt dat de
middelen verworven uit de werking van de vereniging, van het Stadsbestuur of via andere kanalen
ofwel terug in de werking van de vereniging worden geïnvesteerd.
e.
Toelage
Het Stadsbestuur kent een forfaitaire toelage van €1240 (50 021BEF) toe per jaar. Daarnaast
kan de vereniging gebruik maken van de toelagen jeugdvakanties, voor culturele manifestaties, voor
kadervorming, experimenteel jeugdwerk en voor projecten uit het reglement voor
jeugdwerkinitiatieven en de toelage voor huisvestingspremies.
Ruimere erkenning, niveau 2
De voorwaarden voor jeugdhuizen met een basiswerking (niveau 1) blijven vanzelfsprekend ook
gelden voor initiatieven met een ruimere werking. De hieronder beschreven voorwaarden zijn
aanvullend.
a.
Doelgroep
 Er worden minimaal 100 verschillende jongeren bereikt.
b.
Accommodatie
 De totale oppervlakte van het jeugdhuis bedraagt minimum 120m² en heeft een verscheidenheid
24.02.2014
65
___________________________________________________________________________
aan lokalen: instuifruimte, sanitair, een vergaderruimte en secretariaat. 2
 Het jeugdhuis heeft een verzekering objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing afgesloten.
 Er is telefoon aanwezig.
c.
Functies
Ontmoeting : De instuif moet minimum 15 uur open zijn, gespreid over 3 dagen van de week. Enkel
uren tijdens de vrije tijd van jongeren en voor 01h00 worden meegerekend.
Informatie : Het Jeugdhuis besteedt aandacht aan informatie voor haar leden en bezoekers. Het
jeugdhuis beschikt hiervoor over een informatiehoek die regelmatig wordt aangevuld of geeft per
kwartaal een publicatie uit over de werking en met betrekking tot jongereninformatie. Hierin zal het
jeugdhuis samenwerken met het Stedelijk Jeugdcentrum DieZie.
Vorming : Binnen het jeugdhuis worden minimum 2 vormende activiteiten aangeboden per jaar aan
de medewerkers of aan de gebruikers. Per jaar worden door beroepskrachten en/of vrijwilligers
gezamenlijk 40 uur vorming gevolgd bij een landelijk erkende jeugdorganisatie. 3
Het jeugdhuis organiseert daarnaast 12 activiteiten per jaar binnen de volgende functies : (re)creatie
en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service.
d.
Structuur
Het jeugdhuis heeft de juridische vorm van een vzw . Binnen de vzw is minimum 2/3 van de leden
van de Algemene Vergadering jonger dan 26 jaar (voor werkingen voor personen met een handicap,
jonger dan 35 jaar).
Maandelijks is er minimum één jongerenraad
verantwoordelijken van de verschillende werkgroepen.
e.
en/of
overlegvergadering
tussen
de
Bijzondere voorwaarden
Jeugdhuizen die willen aanspraak maken op subsidiëring, verklaren zich akkoord om bijzondere
specifieke afspraken met het Stadsbestuur na te komen in functie van de verantwoordelijkheid die
het jeugdhuis draagt vanwege haar openbaar karakter. Hiertoe wordt een afsprakennota
opgemaakt. In deze afsprakennota wordt in samenspraak tussen het Stadsbestuur en het Jeugdhuis
een thema gekozen waarrond in de volgende drie jaar zal worden gewerkt en worden een aantal
minimumdoelstellingen vastgelegd. Een afsprakennota wordt enkel opgemaakt indien de nood wordt
aangevoeld door 1 van beide partners. De afsprakennota wordt ter advies aan de Stedelijke Raad
voor Jeugdbeleid voorgelegd.
De termijn van de nota loopt equivalent met het
Jeugdwerkbeleidsplan.
f.
Toelage
Het Stadsbestuur kent 90% van het loon van een halftijdse beroepskracht toe per jaar. De
berekening van het loon voldoet aan de voorwaarden bepaald in het reglement. Daarnaast kan de
vereniging gebruik maken van de toelage voor jeugdvakanties, culturele manifestaties, experimenteel
jeugdwerk,
projecten en kadervorming binnen het reglement voor toelagen aan
jeugdwerkinitiatieven.
Indien de vereniging er het daaropvolgend jaar niet in slaagt om de voorwaarden te vervullen voor
het krijgen van de toelage niveau 2, waarborgt het Stadsbestuur voor 1 jaar een toelage van 80%
van het vooropgestelde forfaitaire bedrag, teneinde de vereniging de kans te geven de werking
opnieuw op peil te brengen en de beroepskracht te betalen.
2
3
Vergaderruimte en secretariaat kunnen hier eventueel 1 en dezelfde ruimte zijn.
Mits voldoende motivering kan vorming door andere organisaties in aanmerking worden genomen.
24.02.2014
66
___________________________________________________________________________
g.
Taakinvulling beroepskracht
De beroepskracht vervult minimaal volgende taken binnen het jeugdhuis :
 Bevordert de informatiedoorstroming binnen de werking en bouwt mee aan democratische
inspraakstructuren,
 Stimuleert vrijwilligers tot actieve deelname, zelfwerkzaamheid en vrijwillige inzet en stimuleert
permanente vorming van de vrijwilligers,
 Draagt bij tot programmatie en animatie,
 Houdt de administratieve gegevens van het jeugdhuis bij,
 Is verantwoordelijk voor het vertegenwoordigingswerk.
De beroepskracht is minimum 4 uur bereikbaar in het secretariaat voor jongeren. De uren waarop
de beroepskracht bereikbaar is worden op een duidelijk zichtbare plaats bekend gemaakt.
Ruimere erkenning niveau 3
De voorwaarden voor jeugdhuizen met een basiswerking (niveau 1) en met een erkenning niveau 2
blijven vanzelfsprekend ook gelden voor initiatieven met een ruimere werking. De hieronder
beschreven voorwaarden zijn aanvullend.
a.
Doelgroep
(cfr. doelgroep niveau 2)
b.
Accommodatie
Naast de instuif, het sanitair, een extra polyvalente ruimte en een vergaderlokaal, beschikt het
jeugdhuis over kantoorruimte.
c.
Functies
Ontmoeting : De instuif is minimum 20 uur open, gespreid over 3 dagen van de week. Enkel de
uren binnen de vrijetijdsmomenten van jongeren en voor 01h00 tellen mee.
Informatie : De instuif beschikt over een informatiehoek. Binnen deze informatiehoek wordt ruim
aandacht besteed aan informatie omtrent allerlei aspecten uit de leefwereld van jongeren (vrije tijd,
relaties, school, werk,…). Daarnaast wordt minimum per kwartaal een jongereninformatieblad
uitgegeven. Voor het invullen van de informatieve functie werkt het jeugdhuis samen met het
Stedelijk Jeugdcentrum DieZie.
Vorming : Binnen de werking wordt minimum 4 keer per jaar een vormende activiteit voor
medewerkers en/of gebruikers georganiseerd of wordt door medewerkers /vrijwilligers gezamenlijk
in totaal minimum 60 uur vorming gevolgd bij een landelijk erkende jeugdorganisatie. 4
Het jeugdhuis organiseert daarnaast 18 activiteiten per jaar binnen de volgende functies : (re)creatie
en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service.
d.
Structuur
Het jeugdhuis heeft de juridische vorm van een vzw . Binnen de vzw is minimum 2/3 van de leden
jonger dan 26 jaar (voor werkingen voor personen met een handicap, jonger dan 35 jaar).
Maandelijks is er minimum één jongerenraad
verantwoordelijken van de verschillende werkgroepen.
4
en/of
overlegvergadering
tussen
de
Mits voldoende motivering kan ook vorming door andere organisaties eveneens in aanmerking worden
genomen.
24.02.2014
67
___________________________________________________________________________
e.
Bijzondere voorwaarden
Jeugdhuizen die willen aanspraak maken op subsidiëring, verklaren zich akkoord om bijzondere
specifieke afspraken met het Stadsbestuur na te komen in functie van de verantwoordelijkheid die
het jeugdhuis draagt vanwege haar openbaar karakter. Hiertoe wordt een afsprakennota
opgemaakt. In deze afsprakennota wordt in samenspraak tussen het Stadsbestuur en het Jeugdhuis
een thema gekozen waarrond in de volgende drie jaar zal worden gewerkt en worden een aantal
minimumdoelstellingen vastgelegd. Een afsprakennota wordt enkel opgemaakt indien de nood wordt
aangevoeld door 1 van beide partners. De afsprakennota wordt ter advies aan de Stedelijke Raad
voor Jeugdbeleid voorgelegd.
De termijn van de nota loopt equivalent met het
Jeugdwerkbeleidsplan.
f.
Toelage
Het Stadsbestuur kent 90% van het loon van een voltijdse beroepskracht toe per jaar. De
berekening van het loon voldoet aan de voorwaarden bepaald in het reglement. Daarnaast kan de
vereniging gebruik maken van de toelage voor jeugdvakanties, culturele manifestaties, projecten,
experimenteel jeugdwerk en kadervorming binnen het reglement voor toelagen aan
jeugdwerkinitiatieven.
Indien de vereniging er het daaropvolgend jaar niet in slaagt om de voorwaarden te vervullen voor
het krijgen van de toelage niveau 3, waarborgt het Stadsbestuur voor 1 jaar een toelage van 80%
van het vooropgestelde forfaitair bedrag, teneinde de vereniging de kans te geven de werking
opnieuw op peil te brengen.
g.
taakinvulling beroepskracht
Naast de taken van de beroepskracht op niveau 2, vervult de beroepskracht volgende taken :
 werkt aan relatievorming en hulpverlening,
 zet vormingsinitatieven op en/of begeleidt ze.
De beroepskracht is minimum 7 uur bereikbaar in het secretariaat voor jongeren. De uren waarop
de beroepskracht bereikbaar is worden op een duidelijk zichtbare plaats bekend gemaakt.
De puntentoelage
Van de voorziene 110% van het loon van de beroepskrachten van de jeugdhuizen , erkend op niveau
2 en 3, wordt 20% in een gemeenschappelijk budget verdeeld volgens een puntensysteem,
gebaseerd op de extra inspanningen boven de gestelde criteria per niveau dat het jeugdhuis in het
afgelopen kalenderjaar deed en in evenredigheid met het niveau van erkenning. Het beschikbare
budget wordt verdeeld over alle rechthebbende jeugdhuizen.
De punten worden als volgt berekend :
 Per extra openingsuur op jaarbasis boven het vereiste aantal openingstijden per niveau : 1punt;
 Per extra activiteit boven het vereiste aantal activiteiten per niveau : aantal punten = 1 * het
gemiddelde aantal deelnemers per activiteit die het betreffende jaar plaatsvond (ontmoeting,
fuiven en optredens zijn niet inbegrepen bij de berekening van het gemiddeld aantal deelnemers).
24.02.2014
68
___________________________________________________________________________
Artikel 2: keurt het reglement jeugdwerk voor doelgroepen, waarvan één exemplaar met de
agenda van heden werd verstuurd, als volgt goed:
SUBSIDIEREGLEMENTJEUGDWERK VOOR MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE
KINDEREN EN JONGEREN.
Art. 1 : Doelstelling
Dit reglement beoogt de financiële ondersteuning van organisaties die jeugdwerk aanbieden aan
maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (3 tot 30 jaar) in Roeselare. Het aanbieden
vertaalt zich in een regelmatige werking die zich op langere termijn (3 jaar) ontwikkelt. Door de
werking op langere termijn te ondersteunen, kan er structureel gewerkt worden met de beoogde
doelgroep.
Art. 2 : Definities

Jeugdwerk: groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen
voor of door kinderen en jongeren van 3 tot 30 jaar, in de sfeer van de vrije tijd, onder
educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van
de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis en georganiseerd door particuliere
jeugdverenigingen, of door gemeentelijke of provinciale openbare besturen.

Maatschappelijk kwetsbare jongeren: binnen het decreet lokaal jeugdbeleid, goedgekeurd
door het Vlaams Parlement d.d. 06/07/2012 worden onder andere volgende
indicatoren gehanteerd om de doelgroep maatschappelijk kwetsbaar te definiëren:
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o

kinderen, geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en Gezin
jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere
jeugdbijstand
uitkeringsgerechtigde volledig werklozen
personen die genieten van een leefloon
kinderen en jongeren die onderwijs volgen in het buitengewoon lager en secundair
onderwijs,
jongeren in het deeltijds onderwijs
jongeren in het gewoon voltijds secundair beroepsonderwijs.
Jongeren waarvan de huidige of eerste nationaliteit van de persoon zelf nietBelgisch of eerste nationaliteit van vader of moeder is niet-Belgisch
Jongeren met een erkenning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap
Jongeren die tewerkgesteld zijn in het niet-reguliere arbeidscircuit (bvb.
Arbeidszorg, sociale economie, …)
Organisatie: elk samenwerkingsverband, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die geen
winstbejag nastreeft.
Art. 3: Bedrag van de subsidie
De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget
opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies van de beleidsnota.
De projectsubsidie wordt voor drie jaren toegekend. Met ieder gesubsidieerde organisatie wordt
een convenant afgesloten waarin de doelstellingen, de resultaatsverbintenissen (op basis van
24.02.2014
69
___________________________________________________________________________
indicatoren) en specifieke afspraken worden opgenomen.
Het convenant is verlengbaar.
De subsidie bedraagt maximaal 80% van de totale kost van het project. De organisatie die in
toepassing van dit reglement wordt gesubsidieerd, kan op geen andere subsidiekanalen van het
stadsbestuur van Roeselare aanspraak maken voor hetzelfde project.
De goedkeuring gebeurt op basis van onderstaande criteria. De organisatie die aan de meeste
criteria voldoet, wordt als eerste behandeld door de jury die ook een financieel advies formuleert
voor het College van burgemeester en schepenen. Zo wordt het budget verder verdeeld totdat alle
budget is toegewezen. Indien er budget over is, kan er een extra oproep gedaan worden.
Art. 4: Criteria
Ontvankelijkheidscriteria
1. De organisatie organiseert jeugdwerk voor maatschappelijke kwetsbare kinderen en
jongeren.
2. De organisatie heeft een aanbod en doelpubliek in Roeselare. De maatschappelijke zetel
ligt in Roeselare of er is een afdeling in Roeselare.
3. Aan bezitters van een vrijetijdspas wordt een korting van minimaal 50% toegekend op
lidgelden en eendagsactiviteiten. Voor meerdaagse activiteiten is er een korting van 50%
voor een maximale deelnameprijs van € 200. Indien de meerdaagse activiteit duurder is
dan € 200 wordt minimaal € 100 korting toegekend.
Selectiecriteria
1. Werken met kinderen, geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en
Gezin
2. Werken met personen die genieten van een leefloon, jonger dan 30 jaar
3. Werken met uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, jonger dan 30 jaar
4. Jongeren waarvan de huidige of eerste nationaliteit van de persoon zelf niet-Belgisch of
eerste nationaliteit van vader of moeder is niet-Belgisch
5. Werken met jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere
jeugdbijstand
6. Aandacht en stimulatie om het doelpubliek te laten doorstromen naar het vrijetijdscircuit
dat niet gericht is op maatschappelijk kwetsbare jongeren (meetbaar en inspanningen
kunnen aantonen)
7. Zelfredzaamheid van de deelnemers bevorderen door onder andere hen te betrekken bij de
werking, hen verantwoordelijkheden te geven, …
8. Meewerken aan bestaande projecten zodat het doelpubliek meer visibiliteit krijgt en erkend
wordt door andere partners in Roeselare. (bvb. SAP, oproepen tot medewerking (TRAX,
festivalorganisatoren, sportevenementen,…)
9. Het uitbouwen van een organisatienetwerk in functie van een betere ondersteuning van het
doelpubliek.
10. Stimuleren van netwerkvorming bij het doelpubliek
Art. 5 Aanvraagprocedure:
De aanvraag gebeurt door een plan van aanpak schriftelijk in te dienen vóór 20 maart van elk jaar.
Het plan van aanpak moet opgestuurd worden naar:
College van Burgemeester en Schepenen
T.a.v. Jeugddienst Roeselare
Botermarkt 2
8800 Roeselare
Het uitgeschreven plan van aanpak bevat minimaal volgende info:
 Beschrijving van de doelgroep
 Gebruikte methodiek om de kinderen/jongeren te bereiken
 Hoe bereik je de ontvankelijkheidscriteria?
24.02.2014
70
___________________________________________________________________________




Hoe bereik je de vooropgestelde selectiecriteria?
Situering van het project in het Roeselaarse jeugdwerk
Kostenstructuur en subsidiebedrag die aangevraagd worden
Informatie over de aanvragende organisatie: naam, verantwoordelijken,
rekeningnummer.

De aanvrager van de subsidie is verantwoordelijk voor de gegevens die hij in het plan van aanpak
aanlevert. Dat plan moet ondertekend worden door de personen die gemachtigd zijn de
organisatie te verbinden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt uitsluitend bij de organisatie zelf.
De Stad is niet gehouden die machtiging te controleren.
Indien een subsidieaanvraag wordt ingediend waarbij het plan niet of niet volledig is ingevuld en/of
waarbij de nodige stukken ontbreken, zal de aanvraag als onontvankelijk worden afgewezen.
Art. 6 Toekenningsprocedure
De projecten worden beoordeeld door een jury van deskundigen die is aangesteld door het College
van burgemeester en schepenen en uit minimaal 4 mensen bestaat. De schepen van jeugd, het
diensthoofd van de jeugddienst en de voorzitter van de jeugdraad zijn lid van de jury. De andere
leden zijn deskundigen in de materie en hebben geen link met de organisaties die een aanvraag
indienen. De secretariaatsfunctie van de jury wordt toevertrouwd aan een medewerker van de
jeugddienst. De jury geeft advies aan het College van burgemeester en schepenen op basis van de
ingediende projecten en de criteria die vooropgesteld zijn binnen dit reglement. Dit advies is zowel
inhoudelijk als financieel.
Het College van burgemeester en schepenen beslist over de goedkeuring van de projecten en het
bedrag van de subsidie.
Voor ieder goedgekeurd project wordt met de organisatie een convenant afgesloten die minimaal
volgende gegevens bevat:
 Beschrijving van het project
 Selectiecriteria + indicatoren om effecten te meten
 Andere criteria + indicatoren om effecten te meten
 Financiële voorwaarden en cofinanciering: de stadstoelage bedraagt maximaal 80% van de
totale kosten van het project.
Art. 7 Bewijslast
De organisatie dient vóór 15 februari volgend op het gesubsidieerde werkingsjaar een verslag in
waarin wordt aangetoond dat de vooropgestelde doelstellingen vermeld in het convenant worden
nagestreefd, de afspraken worden nagekomen. De behaalde resultaten worden daarin afgetoetst
aan de indicatoren.
Art. 8 Uitbetaling
De uitbetaling van de projecten gebeurt in twee schijven:
80% voorschot vóór 1 mei van het lopende dienstjaar
20% na evaluatie van het werkjaar
Indien de doelstellingen niet in voldoende mate bereikt worden, is een terugvordering van de
subsidie mogelijk.
Art. 9
Op publicaties van de gesubsidieerde organisatie dient vermeld te staan: ‘met de steun van Stad
Roeselare’ + officieel logo van de stad.
Art. 10 Controle
In toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en
aanwending van subsidies, is de begunstigde ertoe gehouden:
 De subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend.
 Elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het Stadsbestuur toe te staan om, eventueel
ter plaatse, de aanwending van de toegekende subsidie te controleren.
24.02.2014
71
___________________________________________________________________________

Bij niet naleving van deze bepalingen kan het stadsbestuur overgaan tot de gehele of
gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidies, evenals de toekenning van nieuwe
subsidies opschorten.
Art. 11 Betwisting/Beroep
Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig
reglement.
Tegen deze beslissing kan een beroep tot vernietiging bij de Raad van State worden ingesteld. Dit
beroep dient bij aangetekend schrijven binnen een termijn van 60 dagen met ingang van de datum
van ontvangst van de kennisgeving van deze beslissing, aan de Raad van State te worden
gemaakt.
Art. 12
Het subsidiereglement treedt in werking vanaf goedkeuring door de gemeenteraad.
Dit reglement vervangt het reglement voor de betoelaging van jeugdhuizen goedgekeurd door de
gemeenteraad d.d. 22/11/2004 waardoor het reglement d.d. 22/11/2004 vanaf
goedkeuring van het nieuw reglement geen verder effect kan ressorteren.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Toegevoegd punt:
Motie over de vrijwillige brandweerlieden.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk
reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van het toegevoegd punt, ingediend door dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, bij e-mail van
18 februari 2014, betreffende de vrijwillige brandweerlieden;
AANHOORT:
de toelichting van dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, met volgende motivering:
“Toelichting:
De huidige Minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Joëlle Milquet (cdH), is bezig met de
laatste hand te leggen aan de brandweerhervorming. Als gemeenteraadsleden beseffen we, ook
vanuit de Roeselaarse ervaring, het belang van de vrijwillige brandweer en daarom is het belangrijk
dat in het nieuwe brandweerstatuut de belangrijke rol van de vrijwillige brandweerman erkend
wordt en ook rekening wordt gehouden met de noden van de vrijwilligers.
De feiten zijn wat ze zijn: De meerderheid van het personeel bestaat uit vrijwilligers, zeker in het
Vlaams Gewest, en ook in Roeselare is dat niet anders. Die vrijwilligers verzoeken om een overleg
over hun statuut met de federale minister van Binnenlandse Zaken. Het zou dodelijk zijn voor de
brandweer en dus voor de veiligheid van de burgers mocht de minister het overleg niet alle kansen
geven. Met de motie willen we er druk op leggen dat het overleg zal plaatsvinden.
Om onze vrijwillige brandweerlieden te ondersteunen, om hun eis te onderstrepen dat ze door de
Minister van Binnenlandse Zaken moeten worden gehoord en dat het beleid naar hun wensen
moet luisteren, legt onze fractie daarom aan de gemeenteraad volgende motie voor.
Motie die ter stemming wordt voorgelegd:
Aan de minister van Binnenlandse Zaken, Mevrouw Joëlle Milquet
Aan de eerste minister, de Heer Elio Di Rupo
Copie aan :
Dhr. De Caluwé, gouverneur van de provincie West-Vlaanderen
24.02.2014
72
___________________________________________________________________________
De voorzitters van de pré-brandweerzones in de provincie West-Vlaanderen
De voorzitters van de Vlaamse politieke partijen
Volgens de laatst beschikbare cijfers zetten om en bij de 12.203 personen zich vrijwillig in binnen
de 250 brandweerkorpsen van ons land. Daarbij telt Vlaanderen 3 vrijwillige brandweermannen
per professioneel equivalent en Wallonië 2.
Met het oog op een meer professionele brandweer en dus een verhoging van de kwaliteit en
veiligheid werkt de federale regering momenteel aan een grote hervorming van het
brandweerlandschap in België. Schaalvergroting van de korpsen wordt door de federale overheid
gezien als een sleutel tot succes. Daarbij is het voor de Vlaamse korpsen, en dus zeker ook voor
het korps van onze gemeente, belangrijk te waken over een voldoende grote toegankelijkheid voor
vrijwillige brandweermannen zonder de kwaliteit in het gedrang te brengen. Een al te grote focus
op beroepsbrandweermannen zou voor vele gemeenten, ook de onze, immers erg duur zijn. Het
betreft hier met andere woorden een “én-én-verhaal”.
Het lijkt er meer en meer op dat de hogere overheid enkel meer verplichtingen wenst op te leggen
t.a.v. de vrijwilliger waardoor de drempel te hoog gaat worden en vrijwilligers af zullen haken. Er
dient voldoende oog te zijn voor het evenwicht tussen de inspanningen die men van de vrijwilliger
eist en de baten die deze met zich brengen.
68% van de brandweermannen in België doet dit op vrijwillige basis, het heeft er alle schijn van
dat de federale regering ingrijpende zaken voor hen gaat beslissen zonder aandacht voor de
nodige betrokkenheid en input vanuit de vrijwilliger zelf. Dit kan niet de bedoeling zijn.
Motie
De ondergetekende gemeenteraadsleden van Roeselare zijn bijzonder bekommerd m.b.t. de
aandacht voor de vrijwillige brandweerman in het licht van de op til zijnde brandweerhervormingen.
Gelet op het feit:
 dat de minister van Binnenlandse Zaken aangeeft dat ze de brandweerhervorming nog
voor het einde van de lopende legislatuur wenst te beëindigen;
 dat de voorlopige teksten heel wat extra plichten bevatten voor de vrijwillige brandweerman
waarbij de combinatie met zijn of haar andere dagtaken en /of gezin bemoeilijkt zullen
worden;
 dat de vrijwillige brandweerman de belangrijkste schakel vormt in het gemeentelijk
brandweerkorps;
Overwegende:
 dat veiligheid en kwaliteit van de dienstverlening voorop staat;
 dat een loutere beroepsbrandweer enorme kosten met zich zou brengen voor de
gemeentebesturen en dus ook voor onze gemeente;
 dat er van betrokkenheid van de vrijwillige brandweerman bij het hervormen van de
wetgeving amper sprake was;
Verzoeken de ondergetekende gemeenteraadsleden de bevoegde minister, mevrouw Milquet,
minister van binnenlandse zaken, om :
 kennis te nemen van onze bezorgdheid;
 het nodige te doen om de brandweervrijwilligers nauwer te betrekken bij de voorbereiding
van deze brandweerhervorming zodat ook in de toekomst het engagement van de vrijwillige
brandweerman verenigbaar blijft met zijn gezinsleven en zijn andere dagtaken;
 te vermijden dat deze brandweerhervorming leidt tot een onaanvaardbare meerkost op
federaal en/of lokaal niveau omwille van de afbouw van het aantal vrijwilligers en een
toenemend aantal beroepsbrandweermannen.”
En met het antwoord van burgemeester Luc Martens dat er reeds heel wat goedgekeurd werd in
uitvoeringsbesluiten en Koninklijke Besluiten; dat de motie voorbijgaat aan de feitelijke
onderhandelingen; dat deze onderhandelingen heel intensief waren en met veel aandacht voor de
vrijwilligers; dat reeds een gans traject werd afgelegd ten voordele van de vrijwilligers; dat deze
vrijwilligers semi-professioneel zijn; dat zij hiervoor een aantal vergoedingen krijgen maar dat ze wel
goed moeten functioneren in het geheel van de brandweer; dat ze volledig geïntegreerd worden in
het korps; dat zij dus ook over voldoende competenties moeten beschikken; dat zij nu ook kansen
krijgen om mee te evolueren binnen de organisatie; dat de oorsprong hiervan te vinden is in de
ramp in Ghislenghien; dat er toen heel wat mankementen waren; dat de korpsen over voldoende
competenties moeten beschikken; dat de commandant ook heel lang voorzitter was van de
24.02.2014
73
___________________________________________________________________________
federaties en dat hij als adviseur de onderhandelingen bijwoonde; dat hij dus heel goed kan
inschatten wat al dan niet haalbaar is; dat dus kan geconcludeerd worden dat reeds maandenlang
opgekomen werd voor de vrijwillige brandweerlieden en dat deze motie bijgevolg zonder voorwerp
is;
En met repliek van het betrokken raadslid dat minister Milquet reeds toegegeven heeft op fysische
proeven; dat de vrijwilligers echter meer moeten betrokken worden in de definitieve uitwerking van
hun statuut; dat het ook goed is dat VVSG vzw deelgenomen heeft aan de onderhandelingen:
En met antwoord van burgemeester Luc Martens dat de vrijwilliger dezelfde prestaties moet
kunnen leveren als de beroepsbrandweer en bijgevolg dus in conditie moet zijn; dat binnen 2 jaar
een evaluatie zal gebeuren ;
En met repliek van het betrokken raadslid dat er blijvend druk moet uitgeoefend worden;
Gaat over tot stemming over het toegevoegd punt:
Stemming over het toegevoegd punt:
Stemmen ja: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Frederik Declercq, Brecht
Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart
De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt,
Annelies Carron en Francis Reynaert
Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet
Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans
Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik
Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie
Onthouden zich:-BESLUIT:
Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Toegevoegd punt:
Knip in de Kanunnik Duboisstraat
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk
reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van het toegevoegd punt, ingediend door mevr. Lieve Lombaert, raadslid N-VA, bij e-mail van 19
februari 2014, betreffende de knip in de Kanunnik Duboisstraat;
AANHOORT:
de toelichting van mevr. Lieve Lombaert, raadslid N-VA, met volgende motivering:
“Door het opnieuw aanleggen van de Westlaan is er sluipverkeer gekomen in alle wijken rond de
Westlaan.
 De inwoners van de ‘KADO’- wijk, deze wijk bestaat uit Domien Craccostraat en Kannunik
Duboistraat, zijn dan ook bezorgd voor de veiligheid van hun wijk. Sinds de vernieuwing van
de Westlaan is er sluipverkeer vast te stellen in deze buurt. Vier jaar geleden is er al een
afspraak gemaakt met de burgemeester Luc Martens en de toenmalige bevoegde schepen
24.02.2014
74
___________________________________________________________________________








Omer Hoorne om de verkeersremmers te plaatsen. Dit is tot nu toe nog altijd niet
gebeurd.
De ‘KADO’ – wijk heeft nu zelf een petitie georganiseerd om een actie te ondernemen i.v.m.
dit sluipverkeer. Deze wijk telt 121 huizen en daarvan hebben bewoners van 106 huizen
zich uitgesproken over hun keuze, dit is respons van 88%. Uit deze petitie blijkt dat 81%
tegen de knip van de Kannunik Deboistraat is. Deze mensen willen wel andere
maatregelen. Zo wil men in deze straat een snelheidsbeperking van 30 km/ uur invoeren
en wil men verbod voor voertuigen van meer dan 3,5 Ton. Daarenboven wil men in deze
wijk de as van de weg verleggen door bloembakken of andere hindernissen te plaatsen.
Er is al een meting uitgevoerd door de ambtenaren van de Stad Roeselare maar bij deze
meting zijn er een aantal fouten gemaakt. Er is NOOIT een nulmeting geweest, waardoor
men geen referentie heeft. Men heeft op 3 punten gemeten en niet alleen in de Kanunnik
Duboisstraat. Er is geen meting gebeurd naar de afkomst en bestemming van de
voertuigen. Plaatselijk verkeer is hierdoor niet in kaart gebracht.
Door de knip krijgen 30 gezinnen als het ware een privé straat en de andere 91 gezinnen
moeten dan ook dagelijks vele kilometers omrijden. Het wijkcomité heeft berekend dat dit
ongeveer een jaarlijkse uitstoot van 130.000 kg CO² MEER met zich meebrengt.
De dienst wegen en mobiliteit heeft in een rapport van 11 maart 2010 laten weten dat de
knip geen goed idee is. Daarenboven en ik citeer letterlijk: ‘in verschillende wijken krijgen
we te maken met de bemerking dat er veel sluipverkeer aanwezig is. Het doorknippen van
de weg, zou dit probleem kunnen oplossen, maar er dient hierbij ook rekening gehouden te
worden met het nadeel voor de bewoners zelf. Als de weg doorgeknipt wordt, betekent dit
immers dat ook zij zullen moeten omrijden. Langs een bestaande weg is het ook niet
steeds evident om een keerbeweging mogelijk te maken t.h.v. de afsluiting. Zo’n
keerbeweging is nodig voor de vuilniswagen’.
De knip zorgt ook voor een scheur in deze wijk en het stadsbestuur vindt de werking en de
samenhorigheid in de wijken toch wel zeer belangrijk.
In deze wijk wil men een goede oplossing voor alle bewoners vinden en geen oplossing voor
enkele bewoners.
Is er advies ingewonnen bij de hulpdiensten, zoals brandweer want door de knip zou men
zich wel even kunnen vergissen van nummer en dit zou een mensenleven kunnen kosten?
Is er ook navraag gedaan bij de politie?
Voorstel ter stemming :
Het stadsbestuur voert de knip in de Kanunnik Duboisstraat niet uit en neemt de volgende
maatregelen:
Plaatsen van een verbodstekens C21 waarbij voertuigen van meer dan 3,5 ton de wijk niet
mogen inrijden.
Plaatsen van verkeersborden F4a en F4b
Plaatsen van de nodige obstakels om de as van deze weg te verleggen.
De genomen maatregelen zullen na één jaar op hun efficiëntie en effectiviteit worden getoetst."
Met het antwoord van schepen Griet Coppé dat de aanleg van de verkaveling in fases gebeurde;
dat oorspronkelijk er geen verbinding was tussen de Domien Craccostraat en Kanunnik
Duboisstraat; dat bijgevolg er dan ook geen doorgang was via de Oostnieuwkerksesteenweg; dat
reeds in de vorige legislatuur wijkenbabbels plaats vonden; dat mobiliteitsvragen veel voorkomende
vragen waren; dat sedert 2013 heel wat verkeer passeerde door de kado-wijk; dat eind oktober
op vraag van het wijkenbeleid een overleg plaats vond; dat toen het probleem van de mobiliteit
weer ter sprake kwam; dat voor de beslissing gedurende 14 dagen intensiteitsmetingen werden
uitgevoerd om een beeld te hebben over hoeveel verkeer langs de verschillende in- en uitgangen
van de wijk passeert; dat op basis van deze metingen gekend is hoeveel verkeer er:
24.02.2014
75
___________________________________________________________________________
- de Kanunnik Duboisstraat in rijdt vanaf de Groenestraat
- de Kanunnik Duboisstaat in rijdt vanaf de Oostnieuwkerksesteenweg
- de Domien Craccostraat in rijdt vanaf de Groenestraat
- de Kanunnik Duboisstraat uit rijdt vanaf de Groenestraat
- de Kanunnik Duboisstraat uit rijdt vanaf de Oostnieuwkerksesteenweg
- de Domien Craccostraat uit rijdt vanaf de Groenestraat;
dat dus bijgevolg geweten is hoeveel verkeer er de Kado-wijk inrijdt en uitrijdt; dat daarnaast op
basis van het aantal woningen, het aantal bewoners, een inschatting gemaakt wordt van het
aantal verplaatsingen dat dit met zich meebrengt; dat deze inschatting gebeurt aan de hand van
statistieken uit het onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen; dat dit onderzoek gebeurt door de
Vlaamse Overheid en een continue onderzoek vormt met veldwerk; dat in dit onderzoek meer
gegevens worden verzameld i,v.m. het aantal verplaatsingen, soort verplaatsingen,
verplaatsingsmiddel,…; dat op die manier uit dit onderzoek een cijfer komt van het gemiddeld
aantal verplaatsingen per persoon per dag en ook cijfergegevens met de verdeling van het
gebruikte vervoermiddel; dat aan de hand van het aantal inwoners in de wijk en de statistieken uit
het onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen kan bepaald worden hoeveel verplaatsingen er van
en naar de wijk gebeuren; dat bijgevolg een beeld bekomen wordt van hoeveel auto-bewegingen er
te verwachten zijn door de bewoners (en bezoekers) van de wijk; dat het cijfer dat bekomen wordt
het verkeer met herkomst of bestemming in de wijk vormt; dat over de knip advies werd
ingewonnen bij de hulpdiensten van de brandweer en AZ-Delta; dat van de vergadering een verslag
werd opgemaakt; dat de maatregelen die voorgesteld werden door enkele bewoners zoals het
plaatsen van tonnagebeperking, het invoeren van 30 km/uur weinig tot geen impact hebben op
het sluipverkeer; dat in deze het handhavingsbeleid van de politie heel belangrijk is maar dat dit
voor de politie geen prioriteit vormt; dat echter het kruispunt van de Kanunnik Duboisstraat en
Domien Craccostraat al geaccentueerd werd door het gebruik van ander materiaal; dat de
bewoners die tegen de knip waren ook gehoord werden na de bewonersvergadering; dat er heel
veel appreciatie is voor de voorstellen en dat daarom in het college een dubbel besluit werd
genomen nl. de knip zal uitgevoerd worden maar er zal eveneens een onderzoek gebeuren naar
begeleidende maatregelen voor de bewoners van de Domien Cracoostraat om het omrijden te
beperken; dat er bv een bijkomende keerbeweging in de Westlaan zal onderzocht worden; dat in
de bewonersvergadering van januari werd meegedeeld dat de knip nog niet morgen zal uitgevoerd
worden (beslissing college van burgemeester en schepenen, nodige tijd voor uitvoering, voldoende
communicatie) en dat een proefopstelling voor één jaar zal gebeuren; dat daarna een evaluatie zal
plaats vinden;
En met repliek van mevr. Lieve Lombaert dat de leefbaarheid in de woonwijken inderdaad prioritair
is; dat het vroeger een rustige wijk was en dat niemand kan gedwongen worden om met de fiets
rond te rijden; dat er inderdaad een evaluatie na één jaar moet gebeuren maar hoe, wanneer en
wat zal er geëvalueerd worden; dat door het verbinden van de Kanunnik Duboisstraat en de
Domien Craccostraat reeds meer verkeer was doordat de wijk groter werd; dat bij de
intensiteitstelling geen rekening gehouden werd met welke verplaatsingen door de wijk gebeurde;
dat in deze de wijkbewoners moeten betrokken worden in kader van de democratie (80% zijn
immers tegen de knip en er wordt hiermee geen rekening gehouden) en met vraag naar de timing
wat betreft het uitvoeren van de knip;
En met antwoord van schepen Griet Coppé dat twee zaken in deze heel belangrijk zijn nl.
1. Algemeen belang dienen: verkeersveiligheid; afremmen verkeer; luwheid in woonstraten
2. De aanleg van verkavelingen gebeurt nu anders dan vroeger; Gedurende jaren werden er geen
wijzigingen meer uitgevoerd maar dat rekening houdend met de toename van het aantal auto’s
(een totaal van 60.000 auto’s van alle bewoners van Roeselare) het verkeer blijvend moet
georganiseerd worden en dat vlug het bereiken van het doel niet meer mogelijk zal zijn;
Gaat over tot de stemming over het toegevoegd punt:
Stemmen ja: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Frederik Declercq, Brecht
Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart
De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt,
Annelies Carron en Francis Reynaert
24.02.2014
76
___________________________________________________________________________
Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet
Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans
Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik
Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie
Onthouden zich: BESLUIT:
Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Toegevoegd punt:
Electrabel en de positie van steden en gemeenten
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk
reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van het toegevoegd punt, ingediend door dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, bij e-mail van
19 februari 2014 betreffende Electrabel en de positie van de steden en gemeenten;
AANHOORT:
de toelichting van dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, met volgende motivering:
“In De Tijd, niet direct de grootste roddelkrant, verscheen vorige week een artikel waarin melding
werd gemaakt van mogelijke malversaties bij het moederbedrijf van Electrabel, GDF Suez. Het was
waarnemers als opgevallen dat in de balansgegevens van het moederbedrijf de mooiste
winstcijfers werden gerealiseerd in België en bij het Belgische dochterbedrijf Electrabel. Dit had
een aantal commentatoren al aangezet om te schrijven dat België een melkkoe was voor GDF
Suez, en dat de hoge energieprijzen in België de winstcijfers in Frankrijk hadden opgesmukt. In
2012 bijvoorbeeld zouden het Franse bedrijf GDF Suez, waar de Franse staat tussen haakjes
meerderheidsaandeelhouder van is, een half miljard euro te veel hebben aangerekend voor de
levering van aardgas.
De gemeenten en gemeenten, die als aandeelhouder van Electrabel Consumer Solutions door de
verschrompeling van de winst cijfers van Electrabel in 2012 geen dividend kregen uitgekeerd, zijn
in dit spel tweemaal de pineut: door het niet ontvangen van dividenden mankeren ze –
noodzakelijke – inkomsten, zeker in deze tijden van financiële krapte. Samen met de bedrijven en
de consumenten hebben zij misschien – dat zal het onderzoek van de Bijzondere
Belastingsinspectie uitwijzen – hiervoor een zware prijs betaald. Over een periode van 2009 tot
2012 zou het gaan om 9 miljoen euro, in de andere jaren zou het kunnen gaan om bedragen van
50 miljoen euro, voor het ganse land natuurlijk.
Maar er is meer natuurlijk. Niet alleen hebben de steden en gemeenten – de meeste toch –
verlies geleden door het wegdraineren van de winst van Electrabel naar GDF Suez, maar
waarschijnlijk hebben diezelfde steden en gemeenten hieraan bijgedragen, door allerlei financiële
en andere plannen goed te keuren, en door bijvoorbeeld ook de bevoorradingsvoorwaarden te
hebben goedgekeurd.
In De Tijd worden hierover veel vragen gesteld. Zoals bijvoorbeeld wanneer gemeenten en steden,
die geen energiespecialisten zijn, zich niet beter zouden onthouden van het in portefeuille houden
van aandelen van energiebedrijven, en of ze niet beter gewoon weg zouden blijven uit
energiebedrijven.
De vraag die men zich in deze gemeenteraad kan stellen, en zeker in deze gemeenteraad moet
stellen, want onze burgervader had een serieuze vinger in de pap van VVSG, en neemt er nog
24.02.2014
77
___________________________________________________________________________
steeds een symbolische rol waar: welke stappen zullen de gemeenten en steden zetten om hun
belangen en om onze belangen te vrijwaren? Op 18 maart zou er een Raad van bestuur
plaatsgrijpen van ECS: welke stelling zal de stad Roeselare daar verdedigen? Zal men bijvoorbeeld
een audit eisen?
Afhankelijk van de antwoorden van het College van Burgemeester en Schepenen zal ik een motie
ter stemming voorleggen. “
En met antwoord van schepen Henk Kindt dat de steden en gemeenten niet rechtstreeks
participeren in Electrabel, maar wel via een financieringsintercommunale zoals bv. FIGGA; dat de
steden in de raad van bestuur worden vertegenwoordigd door intermixt; dat tot voor kort deze
participatie opbrengsten genereerden voor de gemeentelijke sector; dat in de loop van 2013 de
financieringsverenigingen evenwel het nieuws kregen dat over het boekjaar 2012 geen
opbrengsten worden uitgekeerd; dat vanuit de steden en gemeenten de vraag werd gesteld of het
nog opportuun is in ECS aanwezig te blijven; dat door Intermixt, het overlegplatform van de
Vlaamse financieringsverenigingen dan ook werd beslist om onderhandelingen op te starten met
GDF Suez over een eventuele uitstap van de gemeentelijke sector uit ECS; dat ondertussen door
de vertegenwoordigers van de Vlaamse Financieringsverenigingen in de raad van bestuur van ECS
vragen werden gesteld over de aankooppolitiek van ECS; dat toen echter geen reden was om te
twijfelen aan de info; dat dit ook werd bevestigd door de commissaris-revisor; dat deze
vertegenwoordigers toch een externe audit hebben gevraagd; dat ook Intermixt reeds initiatieven
heeft genomen; dat zowel aan CREG als aan de ministers een kopie van de CREG-studie werd
opgevraagd; dat eveneens wordt nagegaan welke bijkomende stappen moeten ondernomen
worden om de belangen van de gemeenten te behartigen; dat het echter belangrijk is dat dit in
groep gebeurd;
En met antwoord van burgemeester Luc Martens dat VVSG vzw daar niet bij betrokken is, maar
wel de financieringsintercommunales; dat reeds heel wat winsten werden binnengehaald versus
een kleine inbreng; dat reeds het verslag van de gesprekken met minister Bourgeois werd
opgevraagd; dat eventuele misbruik wel naar boven zal komen; dat momenteel nagegaan wordt in
welke mate de gemeenten nog moeten participeren in dergelijke besturen; dat vroeger deze
vraag niet werd gesteld daar de gemeenten in return veel winsten kreeg; dat hieromtrent op 18
maart zal vergaderd worden;
En met repliek van het betrokken raadslid dat indien er onregelmatigheden gebeurden, de
gemeenten zich burgerlijke partij moeten stellen;
En met antwoord van schepen Henk Kindt dat stad zelf geen partij is; dat de cijfers in krant nog
niet werden geobjectiveerd; dat enkel de cijfers tot in 2012 bevestigd werden door de
bedrijfsrevisor;
En met repliek van het betrokken raadslid dat de vergadering van 18 maart zal afgewacht worden
en dat hij bijgevolg geen stemming vraagt over het toegevoegd punt;
BESLUIT:
Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt ingetrokken.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
24.02.2014
78
___________________________________________________________________________
Toegevoegd punt
Aanpassen verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert, Meenseheirweg 20.
DE GEMEENTERAAD:
In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk
reglement van de gemeenteraad;
NEEMT AKTE:
van het toegevoegd punt, ingediend door mevr. Siska Rommel, raadslid N-VA, bij e-mail van 19
februari 2014, betreffende het aanpassen van de verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert,
Meenseheirweg 20;
AANHOORT:
de toelichting van mevr. Siska Rommel, raadslid N-VA, met volgende motivering:
“Dagelijks staan er auto’s geparkeerd aan de even kant Meensheirweg van aan de verkeerslichten
H. Spilleboutdreef tot aan de parking van het STAP.
De gele lijnen die in de bocht bestaan, worden niet of nauwelijks gerespecteerd.
Het STAP is geen gewone school met piekmomenten ’s morgens, ’s middags en ’s avonds. Het is
een academie waar er op piekmomenten leerlingen toekomen en tegelijkertijd vertrekken. Deze
piekmomenten komen om het half uur voor. Kinderen staan met hun instrument buiten of in de hal
te wachten tot hun (groot)ouders hen komen ophalen. Hierdoor ontstaat er een echt wespennest
van autoverkeer, fietsers, voetgangers vóór de ingang van het STAP
Hierdoor wordt er een onveilige verkeerssituatie gecreëerd:
1. De bussen die in de straat rijden kunnen nauwelijks passeren.
2. Ouders parkeren dubbel om hun kinderen te laten in- of uitstappen.
3. Er staan auto’s op het voetpad (meestal aan de overkant, zijnde de kant van de onpare
nummers).
Ik verzoek daarom de raad volgende goed te keuren:
Voor de veiligheid van de leerlingen en alle personeel van STAP Adriaen Willaert, wordt er
een volledig parkeerverbod ingevoerd van aan de hoek H. Spilleboutdreef-Meenseheirweg
tot aan de in- en uitrit van de parking van het STAP.
Er wordt een zoen- en vroemzone thv de hoofdingang van het STAP voorzien, zodat ouders
hun kinderen veilig kunnen afzetten/ophalen.
Aanleggen van een zebrapad ter hoogte van de hoofdingang van het STAP.
Invoeren van parkeren aan 1 zijde in de Wallemeers / voorzien van bewonersplaatsen.
Het onderzoeken voor het plaatsen van schuilruimte (cfr bushokje) in de omgeving van het
STAP waar leerlingen op hun chauffeur kunnen wachten.”
En met antwoord van schepen Griet Coppé dat het inrichten van parkeerverbod geen oplossing is;
dat veel problemen te maken hebben met de mentaliteit; dat iedereen zijn kinderen wenst af te
zetten aan de ingang van de school; dat parkeerverbod ook gevolgen heeft voor de bewoners van
de straat; dat deze problematiek zeker moet aangepakt worden met de verhuis van de school “De
Vlieger” naar de gebouwen van de STAP in het vooruitzicht; dat met de school een voorstel wordt
onderhandeld om de school te bereiken via de H. Spilleboutdreef;
Gaat over tot de stemming over het toegevoegd punt:
Stemmen ja: Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert,
Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees VerduynCoffyn, Lieve Lombaert en Maxim Deweerdt
Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet
24.02.2014
79
___________________________________________________________________________
Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans
Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik
Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie
Onthouden zich: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Annelies Carron en Francis
Reynaert.
BESLUIT:
Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd.
Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014.
Einde van de zitting: 00.00u
Johan Leenknecht
Stadssecretaris
Bart Wenes
Voorzitter gemeenteraad
En bekrachtigd in openbare vergadering van 24 maart 2014
Johan Leenknecht
Stadssecretaris
Bart Wenes
Voorzitter gemeenteraad