24.02.2014 28 ___________________________________________________________________________ GEMEENTERAAD DD. 24 FEBRUARI 2014 Aanvang van de zitting: 19.10u Aanwezig: 36 raadsleden Luc Martens: burgemeester Bart Wenes: voorzitter gemeenteraad Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels en Marc Vanwalleghem, schepenen; Frans Dochy, Dirk Lievens, Filip Deforche, Frederik Declercq, Peter Logghe, Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Annelies Carron, Tania Feys, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Lien Vuylsteke, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Francis Reynaert, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Gerdi Casier, Frederik Nuytten, Leen Sercu, Immanuel De Reuse, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie, raadsleden. Geert Depondt, OCMW-voorzitter-schepen: met raadgevende stem. Johan Leenknecht, stadssecretaris; Didier Pillaert, departementshoofd stadsontwikkeling – wnd. stadssecretaris Afwezig bij de aanvang van de zitting: Afwezig: Verontschuldigd: Mevr. Lien Vuylsteke, raadslid. Dhr. Johan Leenknecht, stadssecretaris Mededelingen: * Proficiat aan dhr. Frederik Declercq n.a.v. zijn huwelijk. * Welkom terug aan Geert Huyghe. * Er wordt meegedeeld om de goede orde van de zitting niet te storen geen foto’s meer te nemen van elkaar. * Er werden acht vragen om uitleg ingediend nl: 1. Vraag om uitleg d.d. 12.12.2013, ontvangen 31.01.2014 van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N-VA, betreffende subsidie voor handelskernversterking – indienen dossier door de stad. 2. Vraag om uitleg d.d. 18.02.2014, ontvangen d.d. 18.02.2014 van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams Belang, betreffende onze beeldende kunst in de stad. 3. Vraag om uitleg d.d. 16.02.2014, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V betreffende het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij. 24.02.2014 29 ___________________________________________________________________________ 4. Vraag om uitleg, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V betreffende heraanleg Meensesteenweg t.h.v. Zilverberg en Beitem. 5. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang, betreffende de samenwerking met bpost en sociaal huis en/of OCMW. 6. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van mevr. Mieke Van hootegem, raadslid N-VA, betreffende de bestemmingsintentie van de Kop van de Vaart. 7. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, betreffende beleid rond de “Kop van de Vaart”. 8. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van de Open Vld-fractie betreffende autoluw centrum en het autovrij maken van de Grote Markt voor het plaatsen van een zandbak. * Er werden vier toegevoegde punten ingediend: - Motie over de vrijwillige brandweerlieden. - Knip in de Kanunnik Duboisstraat - Electrabel en de positie van steden en gemeenten - Aanpassen verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert, Meenseheirweg 20. Op vraag van raadsleden worden de volgende A-punten behandeld als B-punten: 3 – 4 – 5 - 6 - 7 – 8 – 10 - 11 MET OPEN DEUREN A-punten: AGENDAPUNT nr. 1 Voorlegging tot goedkeuring van de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2014. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad worden de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2014 ter goedkeuring voorgelegd; Door dhr. Brecht Vermeulen, raadslid N-VA, wordt opgemerkt dat een schriftelijk amendement werd ingediend namens de oppositiepartijen aangaande het toegevoegd punt “Slecht verlichte zebrapaden” en dat bijgevolg het mondeling amendement hieromtrent moet gewijzigd worden in een schriftelijke amendement; BESLUIT, met algemene stemmen: Enig artikel: de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2014 worden goedgekeurd, mits aanpassing van het mondeling amendement aangaande het toegevoegd punt “Slecht verlichte zebrapaden”. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014 24.02.2014 30 ___________________________________________________________________________ AGENDAPUNT nr. 2 Vraag om uitleg d.d. 12.12.2013, ontvangen d.d. 31.01.2014 van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N-VA, betreffende subsidie voor handelskernversterking – indienen dossier door de stad. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N -VA, ingediend bij schrijven van 12.12.2013, ontvangen d.d. 31.01.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over de subsidie voor handelskernversterking; AANHOORT: de toelichting daaromtrent van dhr. Bart De Meulenaer, raadslid N -VA en met volgende vragen: - Waarom werd Roeselare niet opgenomen op de lijst van subsidies voor handelskernversterking? - Werd er een slecht dossier ingediend of helemaal geen dossier?; Met het antwoord hierop van schepen Kris Declercq dat binnen de winkelnota 2.0 van de Vlaamse Regering en het programma han delskernversterking 3 oproepen werden goedgekeurd waarop lokale besturen konden intekenen voor projecten inzake lokaal winkelbeleid nl. oproep “kernversterkende maatregelen”, oproep “renovatie handelspanden” en oproep “aankoop handelspanden”; dat in het ka der van het kerntakendebat werd beslist om geen dossier in te dienen omdat er toen nog geen zicht was op de financiële middelen; dat in overleg met de centrumstraten bleek dat het onmogelijk was om op de drie projecten in te gaan; dat voor een Stad als Antwerpen het wel mogelijk was om in te tekenen op het project renovatie van handelspanden en aankoop van handelspanden; dat bij de oproep rond kernversterkende maatregelen duidelijk vermeld werd dat het moest gaan om een nieuw project; dat in Roeselare de be toelaagde projecten echter reeds waren opgestart zoals tijdelijke aanwerving van een centrummanager, geschenkbonnen, oprichten van overlegorganen (reeds 5 jaar geleden opgericht), een ondernemerscentrum, laadpalen voor auto’s,…; dat het bijgevolg een bewus te keuze was om geen dossier in te dienen; dat enkel het project “Roeselroute” in aanmerking zou kunnen komen maar dat toen beslist werd om hiervoor nog te wachten en dit dossier in globaliteit te bekijken; En met repliek van het betrokken raadslid of het terugplaatsen van het standbeeld aan het station hiervoor niet in aanmerking zou kunnen komen; dat zelfs de gemeente Puurs een dossier indiende en een subsidie krijgt; En met antwoord van schepen Kris Declercq dat het dossier, ingediend door de gemeente Puurs, kan vergeleken worden met het evenement “Paris Montmartre”; dat het dossier omtrent het plaatsen van een standbeeld aan het station hier niet aan de orde is; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 31 ___________________________________________________________________________ Vraag om uitleg d.d. 18.02.2014, ontvangen d.d. 18.02.2014 van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams Belang, betreffende onze beeldende kunst in de stad. Vraag om uitleg d.d. 16.02.2014, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V betreffende het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams B elang, ingediend bij schrijven van 18.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over de beeldende kunst in de stad; van de vraag van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V, ingediend bij schrijven van 16.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over het standbeeld spelende kinderen aan de waterpartij; AANHOORT: de toelichting daaromtrent van dhr. Filip Deforche, raadslid Vlaams Belang en met volgende vragen: “- Wat is het beleidsplan voor de beeldende kunst in onze stad? - Wordt het stationsplein in de toekomst opnieuw aangekleed met een aantal beelden? - Eventueel zou men er kunnen voor opteren om van de beeldengroep moduleerbare eenheden te maken? - Komen de Spelende kinderen terug naar het Stationsplein?”; de toelichting daaromtrent van dhr. Dirk Lievens, raadslid CD&V en met volgende vragen: “- Keert de beeldengroep spelende kinderen en de waterpartij terug naar het Stationsplein samen met eerbetoon aan Jules Lagae? - Hoe en waar krijgt Jules Lagae als grootste beeldhouwer van Roeselare ooit, opnieuw een voorname plaats in de stad?”; Met het antwoord van schepen Kris Declercq dat dit standbeeld inderdaad een plaatsje in onze stad verdient; dat Isidoor Goddeeris en Jules Lagae inderdaad grote kunstenaars zijn in onze Stad; dat het standbeeld “De spelende kinderen” bewaard wordt bij de kunstenaar zelf in afwachting van een nieuwe plaats; dat momenteel nog niet beslist werd of dit stand beeld op het Stationsplein zal teruggep laatst worden; dat er inderdaad een kunstenbeleidsplan werd opgemaakt en dat dit als leidraad dient voor beeldende kunst in de stad; dat dit standbeeld ook een andere plaats kan krijgen bv. Forenzenparking, buurt bassin,…; dat de installatie pas zal gebeur en indien de plaats gekend is; En met repliek van dhr. Filip Deforche dat hij hieromtrent reeds een antwoord kreeg van de dienst secretarie; En met antwoord van schepen Kris Declercq dat hij van dit antwoord op de hoogte is en dat het antwoord in dezelfde lijn ligt als het antwoord van vanavond; En met repliek van dhr. Dirk Lievens dat er naar een volwaardige oplossing moet gezocht worden; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 32 ___________________________________________________________________________ Vraag om uitleg, ontvangen d.d. 19.02.2014 van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V betreffende heraanleg Meensesteenweg t.h.v. Zilverberg en Beitem. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V, ingediend bij schrijven van 19.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over de heraanleg van de Meensesteenweg t.h.v. de Zilverberg en Beitem; AANHOORT: de toelichting daaromtrent van dhr. Stefaan Van Coillie, raadslid CD&V en met volgende vragen: - Wordt de Meensteenweg nog heraangelegd? En zo ja, wanneer en hoe lang zullen de werken duren? - Zullen de inwoners inspraak krijgen?; En met het antwoord van schepen Griet Coppé dat er inderdaad een bewonersvergadering werd georganiseerd om toelichting te geven over de mogelijke inrichting van de schoolomgeving Zilverberg en Beitem; dat toen een toelichting werd gegeven over de studie die opgemaakt werd door Vectris in het kader van de herinrichting van de schoolomgeving; dat er zeker nog een terugkoppeling zal gebeuren; dat in dit dossier nog andere partijen betrokken zijn: AWV en Aquafin en misschien ook de Provincie; dat volgens de huidige planning de uitvoering voorzien is in 2016, 2017, 2018; En met repliek van het betrokken raadslid dat de vooropgestelde timing heel ruim is; En met antwoord van schepen Griet Coppé dat dit inderdaad zo omdat er heel wat partijen bij betrokken zijn en dat er zeker nog een participatie-avond zal ingericht worden; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten; Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang, betreffende de samenwerking met bpost en sociaal huis en/of OCMW. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang, ingediend bij schrijven van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over de samenwerking met bpost en het sociaal huis en/of OCMW; 24.02.2014 33 ___________________________________________________________________________ AANHOORT: de toelichting daaromtrent van dhr. Immanuel De Reuse, raadslid Vlaams Belang en met vraag of de stad bereid is om vanuit het sociaal huis en/of het OCMW een samenwerking met bpost op poten te zetten om acties uit te werken om sociaal isolement en noodsituaties op te sporen bij 80 -plussers en dit als aanvulling op de reeds bestaande projecten zoals periodieke telefonie,..; En met antwoord van schepen Filiep Bouckenoog he dat dit inderdaad een bijzonder boeiend project is; dat dit project echter een proefproject is en pas gestart is in Oostende; dat eerst het resultaat van dit project afgewacht wordt vooraleer de stad zal beslissen om een gelijkaardig project op te zette n; dat momenteel reeds 2 projecten lopende zijn nl.: - huisbezoeken door vrijwilligers met inbegrip van de organisatie van koffiekransjes voor vrijwilligers en 8 0-plussers; - periodieke telefonie; dat de situatie in Oostende enigszins anders is: Oostende heeft een hoger percentage ouderen dan in Roeselare; dat momenteel in Roeselare 2.500 80 plussers zijn; dat over 6 maanden contact zal opgenomen worden met de Stad Oostende m.b.t. de evaluatie van dit project; En met antwoord van schepen Geert Depondt dat er ook nog seniorenverenigingen bestaan met heel veel engagement; dat ook deze ouderenverenigingen mensen bereiken; dat dit ook heel belangrijk is; En met repliek van dhr. Immanuel De Reuse dat hij verheugd is dat hieraan aandacht wordt besteed; dat immers het aantal ouderen in Roeselare stijgt; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten; Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van mevr. Mieke Van Hootegem, raadslid N-VA, betreffende de bestemmingsintentie van de Kop van de Vaart. Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014, ontvangen d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, betreffende beleid rond de “Kop van de Vaart”. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van mevr. Mieke Van Hootegem, raadslid N -VA, ingediend bij schrijven van 20.02.2014 waarbij zij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over de bestemmingsintentie van het bestuur van de Kop van de Vaart; van de vraag van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, ingediend bij schrijven van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schepenen wenst te ondervragen over het beleid rond de Kop van de Vaart; AANHOORT: de toelichting daaromtrent van mevr. Mieke Van Hootegem, raadslid N -VA en met volgende vragen hieromtrent: “- Blijft de bevoegde schepen onomwonden bij zijn eerder standpunt van vorig jaar? - Erkent de bevoegde schepen dat een combinatie van recreatieve activiteiten samen met de huidige economische activiteiten wettelijk gezien niet mogelijk is?”; 24.02.2014 34 ___________________________________________________________________________ de toelichting daaromtrent van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld en met volgende vragen: - Wie zal de verantwoordelijkheid dragen bij een eventueel ongeval? - Zullen er verder festiviteit en en recreatie georganiseerd worden aan de kop van de vaart? Of zal de industrie aan de kop van de vaart verdedigd worden? - Wat is de kostprijs voor de studie voor het uitwerken van e en conceptvisie voor de herontwikkeling van de kop van de vaart?; En met antwoord van schepen Kris Declercq dat het GRS werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 mei 2012; dat het GRS m.b.t. de kanaalzone zal bezorgd worden; dat in het GRS duidelijk verme ld wordt dat de economische activiteit voorop staat; dat echter recreatieve activiteiten niet noodzakelijk tegen de economie zijn; dat momenteel inderdaad een studie wordt uitgevoerd maar dat dit gebeurt op vraag van Waterwegen en Zeekanaal nv; dat dit dus niet door de stad wordt betaald; dat de studie momenteel wordt geëvalueerd; dat de organisatie van activiteiten steeds getoetst wordt aan het GRS; dat het niet duidelijk is wat de problemen zijn bij organisatie van activiteiten binnen een industrieel gege ven want bij de organisatie van activiteiten wordt steeds advies gevraagd omtrent de veiligheid (politie, brandweer); dat dergelijke activiteiten niet noodzakelijk tegen de industriële activiteiten ingaan en dat de investeerders meewerken bij de organisatie ervan; dat uiteraard begrip opgebracht wordt voor de spanning en dat dergelijke activiteiten een middel kunnen zijn om de leegstand tegen te gaan: bv. ruimte voor skaters; En met repliek van mevr. Mieke Van Hootegem dat het artikel “Roeselare in de toekomst” het anders voorstelt; dat dus mag geconcludeerd worden dat alle activiteiten worden getoetst aan het GRS; En met antwoord van schepen Kris Declercq dat dit artikel niet door hem werd geschreven en dat bv. de organisatie van indoor -skating niet noodzakelijk een belemmering is voor de economie; dat de toetsing aan het GRS altijd moet gebeuren; En met repliek van dhr. Francis Reynaert dat er dus geen bestemmingswijziging wordt aangevraagd maar dat bur o II echter reeds een dossier indiende voor het bouwen van appartementen; dat hij nog de brand herinnert van zo’n 5 jaar geleden waarbij de brandweer het bevel gaf om een ganse zone in de omgeving van het kanaal te evacueren; dat dit toch veel moeilijker i s met veel jongeren in de buurt; En met antwoord van schepen Kris Declercq dat veiligheid uiteraard heel belangrijk is; dat de burgemeester hierin steeds zijn wettelijke plicht heeft nagekomen; dat bij de organisatie van activiteiten steeds advies wordt g evraagd aan de politie en brandweer qua veiligheid; dat alle activiteiten worden getoetst aan het GRS en dat bij het verdwijnen van de economie pas wordt gedacht aan wonen en recreatie; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten; Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 35 ___________________________________________________________________________ Vraag om uitleg d.d. 20.02.2014 van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, betreffende het autoluw centrum en het parkeervrij maken van de Grote Markt voor het plaatsen van een zandbak. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van de vraag van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld, ingediend bij schrijven van 20.02.2014 waarbij hij het college van burgemeester en schep enen wenst te ondervragen over het autoluw maken van het centrum en het parkeervrij maken van de Grote Markt voor het plaatsen van een zandbak; AANHOORT: de toelichting daaromtrent van dhr. Francis Reynaert, raadslid Open Vld en met vraag waarom de handelaars hiervoor niet worden ondervraagd; En met het antwoord van schepen Michèle Hostekint dat het belangrijk is dat de Stad een kindvriendelijke stad is zodat meer gezinnen in de stad wonen; dat het college voorstander is voor meer speelruimte voor kinder en in de binnenstad; dat dit een antwoord is om de stadsvlucht tegen te gaan; dat dertigers een belangrijke motor zijn voor de economie; dat het de bedoeling is dat jonge gezinnen in de stad komen en blijven wonen maar de stad hiervoor een leefbare stad mo et zijn: voldoende groen, voldoende speelruimte, voldoende veiligheid; dat deze vraag echter voorbarig is daar het college in deze nog geen beslissing nam; dat door het stellen van deze vraag, waarover nog geen beslissing werd genomen door het college, bli jkt dat er wel overleg is met de handelaars; dat deze vraag volledig overbodig is; En met repliek van het betrokken raadslid dat hij bij deze het college wenst te verwittigen dat de mensen hiermee niet gelukkig zijn en met vraag om hiermee rekening te houden; waarna door de voorzitter de bespreking wordt afgesloten; Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 9 Activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. De gemeenteraad, Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd; Gelet op de artikelen 42, 43 en 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen, hierna Gemeentedecreet genoemd. Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Belgisch Staatsblad 4 juli 2008; en latere wijzigingen; 24.02.2014 36 ___________________________________________________________________________ Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna afgekort als DGPB; en latere wijzigingen; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, afgekort als VCRO; en latere wijzigingen; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 17.12.2012, houdende heffing van een directe belasting op onbebouwde grond, gelegen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan voor het dienstjaar 2013; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing van 17.12.2013, houdende de activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat de gemeente het wenselijk acht om potentiële woonlocaties vrij te maken en om grondspeculatie tegen te gaan; Overwegende dat het wenselijk is om realiseerbare onbebouwde percelen te activeren in de gemeente; Overwegende dat de activeringsheffing de gemeente toelaat om de eigenaars van die percelen daartoe aan te sporen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT, Met algemene stemmen – 3 onthoudingen (Filip Deforche, Peter Logghe en Immanuel De Reuse) – 13 neen (Annelies Carron, Francis Reynaert, Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) Artikel 1: Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1) Percelen: een in het woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan afgebakend perceel; 2) Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO; Een perceel wordt als bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning. 3) Register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO; 4) Voldoende uitgeruste weg : ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet, volgens artikel 4.3.5 § 2 van de VCRO; Artikel 2: Belastbare grondslag Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de onbebouwde percelen die voorkomen in het gemeentelijk register van onbebouwde percelen en palend zijn aan een voldoende uitgeruste openbare weg, 24.02.2014 37 ___________________________________________________________________________ Als niet-bebouwd perceel wordt enerzijds beschouwd; elk perceel als zodanig vermeld in het kadaster, waarop, ingevolge een verleende stedenbouwkundige vergunning, de oprichting van een voor bewoning, handel, of ambacht bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar. Als niet-bebouwd perceel wordt anderzijds beschouwd; elk perceel als zodanig vermeld in het kadaster, waarop geen stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd en waar geen voor bewoning, handel of ambacht bestemd gebouw werd opgericht op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 3: Belastingplichtige §1. De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het perceel. In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst. Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingplichtig voor zijn wettelijk deel. §2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing. Artikel 4: Berekening van de belasting De belasting wordt als volgt vastgesteld : - Tarief 1: voor het eerste aanslagjaar, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een woongebied wordt opgemaakt.: 25,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale aanslag van 375,00 euro. - Tarief 2: voor het tweede aanslagjaar, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een woongebied wordt opgemaakt: 30,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale aanslag van 450,00 euro. - Tarief 3: vanaf het derde aanslagjaar en volgende, dat een perceel wordt opgenomen in een kohier, dat in uitvoering van een belastingreglement betreffende niet-bebouwde percelen gelegen in een woongebied wordt opgemaakt: 35,00 euro/strekkende meter lengte van de grond palend aan de openbare weg of breedte van het perceel geprojecteerd op de openbare weg, evenwel met een minimale aanslag van 525,00 euro. Wanneer een perceel paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs een van die straten als grondslag van de belastingberekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rechte gevellengte in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek. Met hoekperceel wordt bedoeld: het perceel waarvan de hoek gevormd door het snijpunt van de rooilijnen minder dan 135° bedraagt. 24.02.2014 38 ___________________________________________________________________________ Artikel 5: Vrijstellingen §1. Enkel de vrijstellingen en ontheffingen opgenomen in dit artikel zijn van toepassing in de gemeente. §2. Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld : 1. De eigenaars, opstalhouders of erfpachters van één enkel niet-bebouwd perceel. Eigendom van enig ander onroerend goed, gelegen in België of het buitenland, doet de vrijstelling teniet. (attest kadaster bijvoegen) Bij gedwongen mede-eigendom van enig ander onroerend goed, gelegen in België of het buitenland blijft de vrijstelling behouden gedurende maximum drie aanslagjaren, vanaf het ontstaan van de gedwongen mede-eigendom. (attest kadaster bijvoegen) 2. De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Wordt ook beschouwd als kind ten laste: het kind, ongeacht de leeftijd, dat voor 66% invalide werd verklaard en is ingeschreven op het thuisadres. (attest Ministerie Sociale Voorzorg of onderwijsinstelling bijvoegen) Let wel ! De vrijstellingen onder §2 - 1 en 2 gelden slechts gedurende vijf aanslagjaren die volgen op de verwerving van het perceel, en kunnen aldus niet cumulatief worden toegepast. 3. De natuurlijke - en rechtspersonen, die een niet-bebouwd perceel hebben verworven: gedurende twee aanslagjaren die volgen op de datum van het verlijden van de notariële akte; Deze vrijstelling geldt niet indien de overdracht van het zakelijk recht, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk onder bezwarende titel of om niet geschiedt tussen twee of meer rechtspersonen, tenzij de belastingplichtige onomstotelijk kan bewijzen dat tussen de twee rechtspersonen geen enkele verbondenheid bestaat, noch op het vlak van aandeelhouderschap, noch op het vlak van bestuurders/zaakvoerders, noch op enige andere wijze. Teneinde dit aan te tonen zal de belastingplichtige alle nodige stukken dienen voor te leggen. 4. De minderjarige kinderen, eigenaars van één enkel niet-bebouwd perceel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gelegen in België of in het buitenland, vermeerderd met vijf aanslagjaren die volgen op het aanslagjaar waarin de minderjarigheid ten einde loopt. 5. De VMSW en de door de VMSW erkende sociale huisvestingsmaatschappijen en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 6. De eigenaars van percelen die overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bouwtechnisch niet voor bebouwing in aanmerking kunnen komen. 7. De eigenaars van een perceel die werkelijk voor land- en/of tuinbouw wordt gebruikt, indien dit perceel HET HELE JAAR DOOR EN VOLLEDIG met dit oogmerk wordt aangewend. (bewijs Ministerie Economische Zaken, landbouwtelling en/of mestbank bijvoegen) 8. de natuurlijke -en rechtspersonen die zich in een geval van overmacht bevinden. Het college van burgemeester en schepenen beslist over elk individueel geval; §3. De activeringsheffing wordt niet geheven op onbebouwde percelen die voldoen aan de hiernavolgende voorwaarde: wanneer een belastingplichtige, al of niet samen met zijn/haar echtgeno(o)t(e), of, met zijn/haar wettelijk samenwonende partner, eigenaar is van twee aan elkaar palende percelen, als zodanig vermeld op het kadasterplan, en wanneer het ene perceel met een voor bewoning of voor handel, ambacht of industrie bestemd gebouw is bebouwd, en het andere perceel er een harmonisch en/of functioneel geheel mee vormt. 24.02.2014 39 ___________________________________________________________________________ Artikel 6 – Aangifteplicht De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 mei van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7: Inkohiering De activeringsheffing wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8: Betaling van de heffing De activeringsheffing moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9: Bezwaar tegen de aanslag De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen volgens de modaliteiten van het decreet van 30 mei 2008 en later wijzigingen. Artikel 10 De gemeenteraadsbeslissing d.d. 17.12.2013 houdende de activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt hierbij ingetrokken. Artikel 11 Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014 24.02.2014 40 ___________________________________________________________________________ B-punten: AGENDAPUNT nr. 3a) Afschaffing kapelanij “De Meiboom”. Voorlegging voor advies. DE GEMEENTERAAD: De oprichting van de kapelanij De Meiboom werd goedgekeurd bij K.B. van 17 maart 1958. Het bisdom Brugge wenst deze op te heffen omdat deze sedert enkele jaren niet meer gebruikt wordt voor de eredienst. Deze kapel werd zelfs al gesloopt; De kerkfabriek H. Hart verleende hierover gunstig advies in vergadering van de kerkraad van 23.10.2013; Overeenkomstig artikel 7 en artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 en latere wijzigingen moet de gemeenteraad hierover advies verlenen binnen een termijn van vier maanden vanaf datum van vraag om advies door de Vlaamse Regering; BESLUIT, met algemene stemmen: Enig artikel: verleent gunstig advies omtrent de afschaffing van de kapelanij “De Meiboom”. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 3b) Afschaffing kapelanij “Sint-Jozef “Mandelwijk”. Voorlegging voor advies. DE GEMEENTERAAD: De oprichting van de kapelanij Sint-Jozef “Mandelwijk” werd goedgekeurd bij K.B. van 13 mei 1936. Het bisdom Brugge wenst deze op te heffen omdat deze sedert enkele jaren niet meer gebruikt wordt voor de eredienst. Dit gebouw wordt door de kerkfabriek als eigenaar verhuurd aan de Broederschool Instituut OLV van Vreugde. De kerkfabriek O.L.Vrouw verleende hierover gunstig advies in vergadering van de kerkraad van 23.10.2013. Overeenkomstig artikel 7 en artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 en latere wijzigingen moet de gemeenteraad hierover advies verlenen binnen een termijn van vier maanden vanaf datum van vraag om advies door de Vlaamse Regering. BESLUIT, met algemene stemmen: Enig artikel: verleent gunstig advies omtrent de afschaffing van de kapelanij “Sint-Jozef Mandelwijk”. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 41 ___________________________________________________________________________ AGENDAPUNT nr. 4 Verkoop van de vroegere pastorie, Honzebroekstraat 19. Voorlegging tot goedkeuring van het ontwerp van akte. DE GEMEENTERAAD: Het college van burgemeester en schepenen heeft de intentie om de vroegere pastorie van de parochie H. Godelieve, Honzebroekstraat 19, te verkopen. Sinds er geen pastoor meer is op de parochie H. Godelieve, wordt de pastorie vanaf 1 juni 2012 tot op heden verhuurd aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare tot 31 december 2013 met nadien telkens een automatische verlenging van 1 maand. In de huurovereenkomst werd in artikel 15 een voorkooprecht ingeschreven: De verhuurder kent aan de huurder een voorkooprecht toe onder de volgende voorwaarden: a) dit voorkooprecht wordt toegestaan zolang de huurovereenkomst niet beëindigd werd door één der partijen; b) het zal enkel gelden bij de eerste verkoop van het goed; dit betekent dat zo bij de eerste verkoop het voorkooprecht niet wordt uitgeoefend, het voorkooprecht niet meer speelt bij latere vervreemdingen; c) voor de wijze en modaliteiten van aanbieding en uitoefening van het recht van voorkoop wordt verwezen naar het huidig artikel 48 Pachtwet dat alhier geacht wordt integraal overgenomen te zijn en deel uit te maken van deze overeenkomst; opgemerkt en aanvaard zijnde dat de termijnen verdubbeld worden en dat de toepassing restrictief dient geïnterpreteerd te worden; dit betekent onder andere dat artikel 48bis Pachtwet niet van toepassing is. In de brieven van 9 maart en 5 april 2013 vraagt vzw Parochiegemeenschap om op het einde van de huur dit pand in der minne te kunnen kopen op basis van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de erediensten. Het pand doet dienst als centrum van parochiale activiteiten, niet alleen als secretariaat en voor de verhuur van zalen, vergaderplek voor de kerkraad en kerkfabriek, maar ook als een luisterplek of als pleisterplaats voor mensen die wat gezelschap zoeken. In die zin overstijgt het de louter parochiale functie en heeft het ook een sociale functie voor gans de omliggende wijk(en). Voor al deze functies wordt dit pand in de toekomst nog belangrijker door de groei van de parochie door de aanleg in de nabije toekomst van de nieuwe grote verkaveling met circa 1.000 woonentiteiten nabij de Gitsestraat. Er werd aan het Aankoopcomité een raming gevraagd. Voor een openbare verkoop werd de instelprijs bepaald op 255.000 euro en voor een verkoop in der minne werd de prijs bepaald op 300.000 euro. Omdat het om de verkoop van een pand gaat, dat als pastorie fungeerde, is de vrijgave van de pastorie vanwege het bisdom nodig overeenkomstig de vigerende wetgeving. In zijn brief van 18 december 2013 deelde het bisdom mee dat het de pastorie van H. Godelieve te Roeselare vrijgeeft, ter beschikking stelt van de stad Roeselare en zich niet verzet tegen een eventuele verkoop op voorwaarde dat de verplichtingen opgelegd door artikel 52/1 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten vervuld zijn: ruimte om de gelovigen te ontvangen, ruimte voor vergaderingen van de kerkraad en voor het archief van de parochie. Omdat aan deze verplichtingen van het decreet verder voldaan zal worden na verkoop van de pastorie en het pand verder ook nog een sociale functie zal vervullen in de betrokken buurt, is een verkoop in der minne aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare gemotiveerd. In zitting van 27 januari 2014 verklaarde het college van burgemeester en schepenen zich er mee akkoord om het pand in der minne te verkopen aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare tegen een prijs van 300.000 EUR. Aldus werd door het Comité tot Aankoop van onroerende goederen te Kortrijk een ontwerp van akte opgemaakt, waarbij de stad Roeselare volgend goed verkoopt aan de vzw Parochiegemeenschap H. Godelieve – Roeselare, met zetel te 8800 Roeselare, Gitsestraat 287: 24.02.2014 42 ___________________________________________________________________________ Roeselare – 1ste afdeling Een huis op en met grond , gelegen Honzebroekstraat 19, gekadastreerd of gekadastreerd geweest als huis, sectie A nummer 535 K met een oppervlakte volgens kadaster van 09 a 54 ca. mits de prijs van 300.000 euro. . Het schattingsverslag werd onder nummer 36015/752 opgemaakt op 2 april 2013 en bekrachtigd op 10 april 2013 door het Comité tot Aankoop van onroerende goederen te Kortrijk. De transactie is budgettair voorzien op het budget 2014 enveloppe desinvesteringen ENV08 project PO8-001 item 005000 algemeen rekeningnummer 26000000 pastorie Godelieve verkoop 300.000 euro. Gelet op het uittreksel uit het kadastraal plan en kadastrale fiche; Gelet op artikel 43 en titel VIII Bestuurlijk Toezicht van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag; BESLUIT, met algemene stemmen – 11 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) Art.1.- De verkoop en het ontwerp van akte van verkoop worden goedgekeurd. Art.2.- De akte verkoop zal verleden worden door een commissaris bij het Aankoopcomité te Kortrijk. Art.3.- De heer hypotheekbewaarder wordt van de verplichting ontslagen ambtshalve inschrijving te nemen bij overschrijving van de akte verkoop. Art.4.- In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 - artikel 252§1, wordt een beknopte omschrijving van deze raadsbeslissing aan het Provinciaal Gouvernement toegezonden voor toepassing van het algemeen bestuurlijk toezicht. Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014 AGENDAPUNT nr. 5 Uitrustingswerken in de verkaveling – Noordhof (Het Laere). Voorlegging tot goedkeuring van het ontwerp en tracé van straten. DE GEMEENTERAAD: De ontwerpers, Studio Plus Architecten bvba en Dirk Vandekerkhove landschapsarchitecten, hebben in opdracht van Matexi City Development nv een ontwerp opgemaakt voor de uitvoering van uitrustingswerken in de Noordstraat, 4 de afd., sectie D, deelnrs. 973X en 987L2. Het project situeert zich tussen de D. Mergaertstraat, Kattenstraat, Noordstraat en het huidige Noordhofpark te Roeselare. Dit dossier werd reeds ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad d.d. 25.06.2013. Er werd een beroep ingesteld tegen de beslissing d.d. 08.07.2013 van het college van burgemeester en schepenen houdende de vergunning onder voorwaarden aan nv Wilma project development nv tot het verkavelen van een bebouwd kadasterperceel in 3 kavels voor het realiseren van meergezinswoningen, het aanleggen van openbare wegenis en het behoud van de 24.02.2014 43 ___________________________________________________________________________ bestaande erfdienstbaarheid, gelegen Noordstraat. Dit beroep werd door de Bestendige Deputatie ontvankelijk en gegrond verklaard. Vandaar dat het dossier opnieuw moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Er werden geen wijzigingen aangebracht wat betreft de uitrustingswerken. In de verkaveling wordt er een binnengebied voorzien dat grotendeels vrij is van autoverkeer. De parkzone, het Noordhof, gelegen naast het projectgebied, wordt uitgebreid met een bouwvrije zone voor de ontwikkeling van de bomen uit het park. In het binnengebied worden er groene doorsteken en pleinen voorzien. Conform het rioleringsbeleid in Vlaanderen werd een gescheiden rioleringsstelsel ontworpen. Het hemelwater, RWA-leiding, wordt via betonbuizen tijdelijk opgevangen in het bufferbekken en vervolgens deels vertraagd geloosd op de bypass op de Mandel. Een beperkter deel wordt vertraagd geloosd op de Kattenstraat. De DWA-leiding wordt voorzien in grès, diameter 250 mm en wordt aangesloten op de Kattenstraat. De - uit te voeren werken omvatten in hoofdzaak: uitvoeren van de nodige uitbraak. uitvoeren van de nodige grondwerken. rioleringswerken inbegrepen (wacht) huisaansluitingen (gescheiden riolering). wegeniswerken: zijnde aanleggen van bestrating met lijnvormige goten. aanleggen van buffers in de vorm van wadi’s. groenaanleg : groenvakken en uitbreidingszone parkgebied. groenonderhoud. De waarborgtermijn en de onderhoudsperiode voor de groenaanleg is 2 jaar. De kostprijs wordt geraamd op 1.487.412,03 euro excl. BTW of 1.799.768,55 euro incl. BTW en is volledig ten laste van de verkavelaar. De uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 120 werkdagen. Gelet op art.43 § 2 – 11° van het gemeentedecreet en titel VIII van het gemeentedecreet van 06 juli 2005 houdende regeling van het bestuurlijk toezicht en externe audit. Gehoord het college van burgemeestr en schepenen in hun verslag. BESLUIT, met algemene stemmen Enig artikel: keurt het ontwerp en tracé van straten voor het uitvoeren van uitrustingswerken in de verkaveling – Noordhof (Het Laere) goed. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 6 AANSTELLEN ONTWERPER VOOR HERINRICHTING SITE DIPOD Dossier nr. ERE/201-2014 Goedkeuring lastvoorwaarden en wijze van gunnen De GEMEENTERAAD: Door de oprichting van het nieuw departement DIPOD (Dispatch, Patrimonium en Openbaar Domein) werd de keuze gemaakt de medewerkers van de vroegere departementen 5 & 6 fysiek 24.02.2014 44 ___________________________________________________________________________ samen te huisvesten op de site Hoogleedsesteenweg. In de bestaande gebouwen van de werkplaatsen waren er echter niet genoeg werkplekken. Om een efficiënte en geïntegreerde werking te bekomen binnen het nieuwe departement was de fysieke verhuis een absolute voorwaarde. Daarom werd er beslist om de werknemers tijdelijk te huisvesten vanaf 09/2012 in gehuurde kantoorunits in afwachting van een definitieve huisvesting. Om tot een permanente oplossing te komen wordt voorgesteld een ontwerper aan te stellen voor de herinrichting van de site DIPOD. Hiervoor werd een lastenboek opgemaakt Het ereloon van de ontwerper wordt geraamd op € 170.000,00 inclusief btw. Aangezien het goed te keuren bedrag kleiner is dan € 207.000,00 exclusief btw kan voor deze dienst gebruik gemaakt worden van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Deze procedure laat optimaal de mededinging spelen waarbij ook de flexibiliteit van het onderhandelen na het indienen van de offertes kan benut worden. In de begroting is voor het ereloon van de ontwerper en de realisatie van de werken een totaalbudget voorzien van € 2.700.000,00 op volgende budgetsleutel: ENV10/P10-0003/22100007/011909/DEP05-1/06-01-02-04, waarvan € 100.000,00 voorzien is in 2014, 1.800.000,00 in 2015 en € 800.000,00 in 2016. Volgende wetgeving is van toepassing: Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 2 §1 3°. Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. Gehoord het schepencollege in zijn verslag; BESLUIT: met algemene stemmen – 11 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) Artikel 1. Het bijzonder bestek met nr. ERE/201-2014 en de raming voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor herinrichting site DIPOD” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen 24.02.2014 45 ___________________________________________________________________________ en diensten. De raming bedraagt € 140.495,87 + € 29.504,13 (21 % verschuldigde btw) = € 170.000,00. Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014. Dhr. Immanuel De Reuse, raadslid, verlaat de zitting. AGENDAPUNT nr. 7 Gemeentelijk subsidiereglement voor het houden van kippen. Voorlegging tot vaststelling van de wijziging. DE GEMEENTERAAD : Het kippenproject kadert in het afvalbeleid van Roeselare. Het houden van kippen, samen met het composteren, geven aan de bevolking een alternatief om alle organisch afval uit de restafvalzak te mijden. Door kippen te verkopen aan een lage prijs wil het stadsbestuur meer inwoners stimuleren om kippen te houden. Het huidige subsidiereglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 22.10.2012. In kader van de opmaak van de BBC en het kerntakendebat zijn er minder inkomsten voorzien. Om dit te compenseren moet de verkoopprijs van de kippen verhoogd worden. Deze prijs, die een retributie uitmaakt, wordt, conform de beslissing van de gemeenteraad de dato 18.11.2013, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Op deze verkoopprijs wordt een subsidie van 2 euro per kip toegekend. De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies. Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag; BESLUIT, met algemene stemmen – 11 neen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) – 2 onthoudingen (Filip Deforche en Peter Logghe ) Artikel 1: Het reglement wordt, rekening houdend met de bovengenoemde wijzigingen, als volgt goedgekeurd: SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET HOUDEN VAN KIPPEN Artikel 1 – Doel Het kippenproject kadert in het afvalbeleid van de stad Roeselare. Daarbij wordt onder meer gestreefd om de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk restafval te doen dalen. Het houden 24.02.2014 46 ___________________________________________________________________________ van kippen, samen met het composteren, bieden de bevolking alternatieven voor het gooien van organisch afval in de restafvalzak. Door kippen te verkopen aan een lage prijs wil het stadsbestuur meer inwoners stimuleren om kippen te houden. Alle Roeselaarse gezinnen kunnen kippen aankopen met een maximum van vier kippen per gezin. Artikel 2 – Voorwaarden De kippen dienen te verblijven bij de woonst van de aanvrager of op een nabijgelegen onbebouwd terrein dat door de aanvrager wordt beheerd. Hierbij wordt verwacht dat de aanvrager zich regelmatig naar het terrein begeeft. De kippen moeten goed verzorgd worden. De aanvrager verbindt er zich toe, naast het basisrantsoen dat bestaat uit granen en water, de kippen te voederen met organisch keuken- en tuinafval. De aanvrager moet over een degelijke huisvesting en voldoende uitloop voor de kippen beschikken. Artikel 3 – Bedrag van de subsidie De verkoopprijs die een retributie uitmaakt wordt, conform de beslissing van de gemeenteraad de dato 18/11/2013, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Op deze verkoopprijs wordt een subsidie van 2 euro per kip toegekend. De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies van de beleidsnota. Artikel 4 – Aanvraagprocedure De subsidie kan enkel aangevraagd worden door de invulling van het daartoe voorziene aanvraagformulier. De aanvraagformulieren en bijkomende informatie over het houden van kippen zijn te verkrijgen bij de dienst Groen & Leefmilieu van Stad Roeselare, alsook op de website. De aanvraag dient te gebeuren van 1 januari t/m 31 maart. De aanvraag is pas geldig als de kippen betaald zijn. De aanvrager van de subsidie is verantwoordelijk voor de juistheid van de door hem/haar ingevulde gegevens op het aanvraagformulier. Eenzelfde gezin mag slechts één maal om de 3 jaar, in toepassing van dit reglement, kippen aankopen. 24.02.2014 47 ___________________________________________________________________________ Indien een subsidieaanvraag wordt ingediend waarbij het aanvraagformulier niet of niet volledig is ingevuld, niet ondertekend is en- / of de aankoopsom niet wordt betaald, wordt de aanvraag als onontvankelijk afgewezen. Artikel 4 Bis – Toekenningsprocedure Het Stadsbestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor het afsterven van de dieren op gelijk welk ogenblik of door gelijk welke situatie. Er kan nooit sprake zijn van terugvordering van het bedrag, betaald voor de kippen. Artikel 5 – Controle In toepassing van de wet van 14 november 1983, betreffende de toekenning en aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden: de stad toe te laten voor zover als nodig de echtheid van de gegevens van de subsidieaanvraag te controleren en hieromtrent inlichtingen in te winnen met alle middelen die zij hieromtrent nodig acht; elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het stadsbestuur toe te staan om eventueel ter plaatse de aanwending van de toegekende subsidie te controleren. Een aanvraag kan geweigerd worden of de kippen kunnen teruggevorderd worden door het College van Burgemeester en Schepenen om volgende redenen : o bij vaststelling van verwaarlozing van dieren; o bij vaststelling van slechte huisvesting en/of onvoldoende uitloop; o bij vaststelling van het onregelmatig bekomen hebben van de dieren; o bij vaststelling van overtreding op de reglementering betreffende afvalstoffen. Artikel 6- Betwistingen/beroep Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen. Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de toekenning van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte tegen ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, Botermarkt 2, 8800 Roeselare. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als bewijs. Artikel 7 – Inwerkingtreding Dit reglement treedt in voege op 1 januari 2014. Artikel 2. Een afschrift wordt toegestuurd aan de Provinciegouverneur van de Provincie West-Vlaanderen, Provinciaal administratief centrum Boeverbos, Kon. Leopold III-laan 41, 8200 Brugge Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014. 24.02.2014 48 ___________________________________________________________________________ AGENDAPUNT nr. 8 Wijziging subsidiereglement ter bescherming van de zwaluwnesten. Voorlegging tot vaststelling. DE GEMEENTERAAD: Op 21 november 2010 werd tussen Stad Roeselare en Natuurpunt Mandelstreke het biodiversiteitscharter afgesloten. Daarin wordt onder biodiversiteit verstaan: het aantal en de verscheidenheid aan levende organismen en ecosystemen die aan mekaar via een webvormige structuur ondersteunende diensten leveren zoals de voedselkringloop, en die de voorwaarden in stand houden voor het leven op aarde. Bij het charter hoort een actieplan waarin diverse actiepunten opgenomen worden: Actiepunt 1:versterken en beheer van natuurlijke landschapselementen. Actiepunt 2: Soortenbescherming. Actiepunt 3: Verbindingsassen als groene vingers. Actiepunt 4: Promotie van natuur en het ecologisch beheer voor iedereen. Actiepunt 5: Overgaan tot de versnelde uitvoering van het geplande stadsrandbos in de omgeving van De Kleiputten en het geplande bosgebied in Beveren. Actiepunt 6: Grensoverschrijdend overleg met andere gemeenten over bovengenoemde actiepunten onder hoede van het Stad-Land-Schap van ’t West-Vlaamse hart. Stad Roeselare heeft een engagement om rond alle actiepunten te werken. Zo worden akkerranden aangelegd, wordt er werk gemaakt van de bijkomende aanleg van verbindingsassen, worden projecten opgezet om soortenbescherming te ondersteunen,… Het subsidiereglement zwaluwen hoort bij dit laatste actiepunt. In de gemeenteraad van 19.12.2005 werd het subsidiereglement ter bescherming van zwaluwnesten goedgekeurd In dit reglement werd een subsidie betaald afhankelijk van het aantal nesten dat deel uitmaakte van de kolonie. Daar het krediet op het budget 2014 vermindert naar 750 EUR wordt voorgesteld om het subsidiereglement te behouden en het bedrag van de subsidie voor alle nesten, onafhankelijk van het aantal nesten, te verminderen naar 25 EUR. Het is vooral voor de inventarisatie en blijvende kennis rond waarnemingen van zwaluwen en evolutie van de zwaluwbestanden beter om alle nestgelegenheden te kennen, ongeacht de grootte van de kolonie. Op het budget 2014 werd in het exploitatiebudget 750 EUR voorzien onder de boekhoudsleutel 64942000/032901. Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in hun verslag; BESLUIT, met algemene stemmen - 2 neen (Filip Deforche en Peter Logghe) – 11 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees VerduynCoffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt) Enig Artikel: keurt het subsidiereglement, rekening houdend met de bovengenoemde goedgekeurde wijziging, waarvan één exemplaar met de agenda van heden werd verstuurd, goed: 24.02.2014 49 ___________________________________________________________________________ Subsidiereglement ter bescherming van zwaluwnesten Artikel 1 – Doel Zwaluwen maken al deel uit van onze wereld sinds we in huizen en boerderijen wonen. Door de eeuwen heen zijn ze verweven geraakt met onze wooncultuur. Momenteel zijn ze bijna allemaal verdwenen in Roeselare. Doordat er veel minder zwaluwen zijn, is ieder nest van levensbelang voor hun voortbestaan. Het beschermen van alle soorten zwaluwen past volledig in de bescherming van diverse diersoorten. Stad Roeselare heeft op 21 november 2010 het biodiversiteitscharter ondertekend met Natuurpunt, waar soortbescherming een actiepunt van uitmaakt. Onder meer met dit subsidiereglement wil de stad dit engagement concreet maken Artikel 2 – Definities De huiszwaluw De huiszwaluw nestelt aan gevels en onder dakgoten. Je kan hem herkennen aan de witte buik en zwarte rug. Huiszwaluwen zijn vrolijke gasten, jammer genoeg zorgen ze vaak voor overlast omdat hun uitwerpselen op het trottoir, ramen en vensterbanken kunnen terecht komen. Het plaatsen van ’mestplankjes’ net onder de nesten, vangt dat probleem netjes op. De boerenzwaluw De boerenzwaluw nestelt het liefst in oude stallingen met open ramen of staldeur. Je herkent hem aan de straalblauwe rug en opvallend verlengde buitenste staartveren. Boerenzwaluwen zijn sterk afhankelijk van het landbouwbedrijf. De laatste 15 jaar zijn er heel wat milieu- en bedrijfstechnische aanpassingen moeten gebeuren aan stallen. Daardoor ontbreekt het de boerenzwaluw nu aan insecten als voedsel en stallen als nestplaats. Artikel 3 – Voorwaarden De subsidie heeft betrekking op zwaluwnesten of in woningen en/of andere gebouwen/infrastructuurwerken, gelegen op het grondgebied Roeselare. Enkel bezette nesten komen in aanmerking. De toelage wordt uitbetaald aan de gebruiker van het gebouw waar of waarin de kolonie zich bevindt. De aanvrager verbindt zich ertoe de vrije toegang voor de zwaluwen tot de nesten te verzekeren en geen nesten te verstoren noch te verwijderen tijdens het ganse broedseizoen (15 april – 15 september) Artikel 4 – Bedrag subsidie De subsidie bedraagt € 25/jaar onafhankelijk van het aantal nesten. 24.02.2014 50 ___________________________________________________________________________ Artikel 5 – Aanvraagprocedure De subsidieaanvraagformulieren en bijkomende informatie over zwaluwen zijn te verkrijgen bij de Dienst Groen & Leefmilieu van de stad. Deze documenten zijn tevens ook beschikbaar op de website van de stad (www.roeselare.be). De aanvragen kunnen uitsluitend ingediend worden van 1 april t/m 31 juli. Artikel 5 Bis – Toekenningsprocedure De aanvrager verleent de stad toestemming om ter plaatse te controleren De controle kan gebeuren door derden. Zij worden aangesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Controleurs dienen zich op eenvoudig verzoek te legitimeren. Artikel 6 – Uitbetaling De subsidie wordt pas na controle uitbetaald op het rekeningnummer zoals vermeld op het aanvraagformulier. Artikel 7 – Controle In toepassing van de wet van 14 november 1983, betreffende de toekenning en aanwending van subsidies, is de begunstigde van de subsidie ertoe gehouden: de stad toe te laten voor zover als nodig de echtheid van de gegevens van de subsidieaanvraag te controleren en daaromtrent inlichtingen in te winnen met alle middelen die zij hieromtrent nodig acht; de subsidie uitsluitend aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend; elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het stadsbestuur toe te staan om eventueel ter plaatse, de aanwending van de toegekende subsidie te controleren. Bij niet naleving van deze bepalingen, kan het stadsbestuur overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidie. Artikel 8- Betwistingen/beroep Alle betwistingen over de toepassing van dit reglement worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen. Betwistingen moeten, binnen één maand na kennisgeving van de beslissing over de toekenning van de subsidie aan de subsidieaanvrager, per aangetekende brief of afgifte tegen ontvangstbewijs gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, Botermarkt 2, 8800 Roeselare. De postdatum of datum op het ontvangstbewijs gelden als bewijs. Artikel 9 – Inwerkingtreding Dit reglement treedt in voege op 1 april 2014. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 51 ___________________________________________________________________________ Dhr. Immanuel De Reuse, vervoegt de zitting. AGENDAPUNT nr. 10 Vacantverklaring functie van stadssecretaris. DE GEMEENTERAAD: In gemeenteraadszitting van 18 november 2013 werd eervol ontslag verleend aan de heer stadssecretaris Johan Leenknecht met ingang van 1 oktober 2014 met het oog op zijn oppensioenstelling. In gemeenteraadszitting van 16 december 2013 werd de functiebeschrijving van stadssecretaris vastgesteld. Conform artikel 2 van de rechtspositieregeling stadspersoneel is de aanstellende overheid de gemeenteraad voor de aanstelling van de stadssecretaris. Een vacante functie, ongeacht haar indeling, wordt vervuld op een van de volgende manieren: §1 Een vacante functie, ongeacht haar rangindeling, wordt vervuld op een van de volgende manieren: 1° door een aanwervingsprocedure; 2° door een bevorderingsprocedure; 3° door de procedure van interne personeelsmobiliteit; 4° door een combinatie van de procedures, vermeld in punt 1° en 2°, 1° en 3°, 2° en 3° of in punt 1°,2° en 3°. De aanstellende overheid verklaart de functie vacant. De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de functie volgens welke procedure of procedures ze vervuld wordt. Zoals bij iedere selectie bij de stad wordt gestreefd naar maximale kansen voor zowel het intern personeel als voor externen. Een openverklaring waarbij wordt gekozen voor een combinatie van een aanwervingsprocedure en een bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan is dan ook een verderzetting van het gevolgde personeelsbeleid. De externe en de interne kandidaten worden onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Conform afdeling IV van onze rechtspositieregeling nl. de specifieke bepalingen voor de aanwerving van de stadssecretaris en de financieel beheerder van de stad moet de selectie voor de aanwerving in de functie van stadssecretaris worden uitbesteed aan een extern selectiebureau. In het kader daarvan werden volgende stappen ondernomen onder voorbehoud van goedkeuring vacantverklaring functie van stadssecretaris: In gemeenteraadszitting van 21 oktober 2013 werd de aansluiting van de Stad Roeselare bij Jobpunt Vlaanderen goedgekeurd. Jobpunt Vlaanderen biedt ondersteuning aan leden/vennoten binnen een aantal domeinen: Werving en selectie van personeel Publicatie op jobpunt.be Ondersteuning bij veranderingstrajecten/organisatieveranderingen Procesmanagement en –analyse 24.02.2014 52 ___________________________________________________________________________ Door Jobpunt Vlaanderen werd een minicompetitie georganiseerd voor de aanstelling van een extern selectiebureau. Er dienden 4 kantoren een voorstel in. Na een inhoudelijke afweging werd voorgesteld om met het selectiebureau Search&Selection, Koning Albertlaan 79 9000 Gent te werken. Zij kunnen een ruime ervaring in gelijkaardige procedures voorleggen en dienden een inhoudelijk sterk voorstel in waarin zij aantonen dat zij over het nodige inzicht in de regelgeving en affiniteit met de omgeving beschikken. De selectieprocedure stadssecretaris zal m.a.w. volledig worden uitbesteed aan Jobpunt Vlaanderen die op zijn beurt het selectiekantoor Search&Selection, Koning Albertlaan 79 9000 Gent heeft aangeduid om samen te werken voor de selectie van stadssecretaris. De aanstellende overheid kiest de wijze van externe bekendmaking. Deze externe bekendmaking gebeurt via de meest geschikte communicatiekanalen en dient minimaal te worden gepubliceerd op de website van de stad Roeselare en/of pers en/of in een tijdschrift. De vacature wordt ook intern bekendgemaakt. Hierbij wordt de gelijke toegang tot het ambt gewaarborgd. Dit gebeurt via ofwel: e-mail; intranet; de nieuwsbrief; interne post; affiches op drukbezochte plaatsen binnen de organisatie; personeelsblad; Volgende externe communicatiekanalen worden voorgesteld door Jobpunt Vlaanderen: vdab jobsite jobat nationaal print vacature online vvsg site + nieuwsbrief Streekkrant/Zondagskrant/Krant van West-Vlaanderen. Jobpunt Vlaanderen Jobsites (jobquest, jobat, …) Sociale media (Lindedin, Facebook, Twitter, …) Conform artikel 6 van onze rechtspositieregeling is de functie van stadssecretaris voorbehouden voor Belgen omdat uit de functiebeschrijving blijkt dat ze een rechtstreeks of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of werkzaamheden omvatten die strekken tot de bescherming van de belangen van het stadsbestuur. Conform 24 van de rechtspositieregeling stadspersoneel beslist de aanstellende overheid bij de vacantverklaring van een functie welke wervingsreserve (met bindende rangschikking of met de aanleg van pools) wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan. In principe wordt overgegaan tot de aanleg van een wervingsreserve met bindende rangschikking. In geval van generieke functies (functies van dezelfde graad en rang), kan de aanstellende overheid echter beslissen om over te gaan tot de aanleg van een wervingreserve met pools. In het geval van de functie van stadssecretaris is het logisch dat wordt gekozen voor de aanleg van een wervingsreserve met bindende rangschikking. De geldigheidsduur wordt gesteld op de duur van twee jaar. Conform de rechtspositieregeling stadsspersoneel dient de selectie worden uitgevoerd op basis van de selectiecriteria en met behulp van verschillende selectietechnieken. De selectiecriteria en selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving. De selectietechnieken voor de functie van stadssecretaris bevatten in elk geval een test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst. 24.02.2014 53 ___________________________________________________________________________ Op basis van artikel 19 van de rechtspositieregeling stadspersoneel kunnen volgende selectietechnieken worden aangewend: een schriftelijk deel een praktisch deel een mondeling deel een psychotechnisch deel De aanstellende overheid bepaalt voor de aanvang van de selectieprocedure de selectietechnieken die zullen worden aangewend. In de rechtspositieregeling wordt bepaald (art. 24 §2) dat kandidaten op elk deel minimaal 50% van de punten dienen te behalen en 60 % in totaal, om als geslaagd beschouwd te worden. Indien de selectieprocedure een psychotechnisch deel bevat, moet de kandidaat de vermelding ‘geschikt’ hebben alvorens hij aangesteld kan worden. Op voorstel van het externe selectiebureau worden volgende selectietechnieken voorgesteld: Deel 1: Mondeling deel: verkennend gesprek De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een mondeling deel (verkennend gesprek), hierin komen volgende aspecten aan bod: Relevantie van de: • Ervaring • Motivatie • Inzicht in de functie • Inpasbaarheid in de overheid Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 20 punten. Deel 2: Mondeling deel: jurygesprek met managementcase Bestaande uit: een competentiegericht interview, vergezeld van een presentatieoefening (managementcase), waarin de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de vereisten van de functie getoetst worden. Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 80 punten. Deel 3: Psychotechnisch deel: Test managements- en leiderschapscapaciteiten In kader van het belang van deze functie en een volledige afwerking van de selectieprocedure (en aanleg werfreserve) wordt voorgesteld om op basis van art. 24§2 af te wijken van het principe om enkel de best gerangschikte kandidaat en de op één na best gerangschikte kandidaat toe te laten tot het psychotechnisch gedeelte. Alle geslaagde kandidaten die in totaliteit 60% van de punten behaalden worden aldus meegenomen naar het psychotechnisch deel. Tijdens dit assessment worden een aantal competenties getoetst die gelinkt zijn aan de functieomschrijving. Het assessment bestaat uit volgend programma: competentiegericht interview persoonlijkheidsvragenlijst leidinggevend rollenspel managementcase: analyse- en presentatie oefening Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een advies “geschikt” of “ niet geschikt” Het assessment center wordt afgenomen door Search & Selection en neemt ongeveer een dag in beslag. 24.02.2014 54 ___________________________________________________________________________ BESLUIT: met algemene stemmen Artikel 1 – De functie van stadssecretaris wordt vacant verklaard waar bij de openverklaring wordt gekozen voor een combinatie van een aanwervingsprocedure en een bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan. Artikel 2 - De externe bekendmaking zal gebeuren via volgende communicatiekanalen: vdab jobsite jobat nationaal print vacature online vvsg site + nieuwsbrief Streekkrant/Zondagskrant/Krant van West-Vlaanderen. Jobpunt Vlaanderen Jobsites (jobquest, jobat, …) Sociale Media (Lindedin, Facebook, Twitter, ….) Artikel 3 – Er wordt gekozen voor de aanleg van een wervingsreserve met bindende rangschikking waarbij de geldigheidsduur wordt gesteld op de duur van twee jaar. Artikel 4 – Volgende selectietechnieken worden aangewend: Deel 1: Mondeling deel: verkennend gesprek De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een mondeling deel (verkennend gesprek), hierin komen volgende aspecten aan bod: Relevantie van de: • Ervaring • Motivatie • Inzicht in de functie • Inpasbaarheid in de overheid Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 20 punten. Deel 2: Mondeling deel: jurygesprek met managementcase Bestaande uit: een competentiegericht interview, vergezeld van een presentatieoefening (managementcase), waarin de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de vereisten van de functie getoetst worden. Dit mondeling deel is eliminerend en staat op 80 punten. Deel 3: Psychotechnisch deel: Test managements- en leiderschapscapaciteiten Er wordt afgeweken van het principe om enkel de best gerangschikte en de op één na best gerangschikte kandidaat door te sturen naar het psychotechnisch gedeelte. Rekening houdend met het belang van deze functie en het volledig afwerken van de procedure (voor alle kandidaten) worden alle geslaagde kandidaten doorgestuurd (op basis van art. 24 §2 van de rechtspositieregeling.) Tijdens het assessment worden een aantal competenties getoetst die gelinkt zijn aan de functieomschrijving. Het assessment bestaat uit volgend programma: competentiegericht interview persoonlijkheidsvragenlijst leidinggevend rollenspel 24.02.2014 55 ___________________________________________________________________________ managementcase: analyse- en presentatie oefening Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een advies “geschikt” of “ niet geschikt” Het assessment wordt afgenomen door Search & Selection en neemt ongeveer een dag in beslag. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 11 Dadingsovereenkomst in verband met de problemen aan het bufferbekken, ter hoogte van de ontdubbelde Stationsdreef – overeenkomst met stad, aannemer en ontwerper. Voorlegging tot goedkeuring DE GEMEENTERAAD: De werken ter hoogte van de ontdubbelde stationsdreef werden voorlopig opgeleverd op 19.04.2005. De definitieve oplevering werd partieel toegestaan op 22.09.2008. Uitzondering werd gemaakt voor het bufferbekken. Dit vertoonde immers aanzienlijke gebreken (de wanden (muta-stenen) schuiven af naar beneden). In zitting van het CBS van 22 juli 2008 werd beslist om met akkoord van alle partijen een rapport te laten opmaken door een neutraal expert met als doel tegensprekelijke bevindingen te bekomen. In het kader van een minnelijke expertise-opdracht gebeurden volgende werkzaamheden: De ontwerper werd gevraagd een praktische oplossing uit te werken voor het herstellen van de schade aan de taluds en hiervoor een beschrijving met meetstaat op te maken; Aan de aannemer werd gevraagd een gedetailleerde offerte hiervoor op te maken. Aan de hand van deze gegevens werd een voorverslag opgemaakt. Het feit dat een verzekering voor de decenale aansprakelijkheid werd afgesloten zorgde voor een aangifte binnen dit dossier. Het verslag werd opgemaakt en vormde de basis voor verdere onderhandelingen waarbij de expertise tijdelijk werd opgeschort. De resultante van deze gesprekken zorgde voor de redactie van een ontwerp van dading dat op heden voorligt. De krijtlijnen zijn de volgende: Er zullen zowel herstellingswerken als verbeteringswerken worden uitgevoerd. De herstellingswerken zullen uitgevoerd worden door aannemer Vuylsteke en worden gefactureerd aan de decenale polis. De franchise wordt ten laste genomen voor 2/3 door de aannemer en voor 1/3 door het studiebureau. De verbeteringswerken ( forfaitair vastgelegd op 27.523,07 € , detail van de werken opgenomen als bijlage bij de dading ) worden gedragen door de stad en eveneens uitgevoerd worden door aannemer Vuylsteke. Het toezicht op de werken zal gebeuren door het studiebureau dat hiervoor geen vergoeding zal vragen aan de stad. Een vernieuwde termijn voor de 10-jarige aansprakelijkheid wordt verstrekt. Na uitvoering van de werken ( uiterlijk 1/11/2014 ) zal tot oplevering worden overgegaan en vrijgave van de waarborg van de oorspronkelijk opdracht. Op het budget 2014 werd hiervoor 35.000 EUR voorzien op enveloppe investeringen ENV04, project P04-0022, item 020000, algemeen rekeningnummer 22400007; De ontvanger verleende een gunstig visum in dit dossier met ref 2014/34; Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; 24.02.2014 56 ___________________________________________________________________________ Gelet op art. 119 bis van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de regeling houdende het administratief toezicht op de gemeenten, omschreven in het gemeentedecreet; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag; BESLUIT, Met algemene stemmen – 2 neen (Annelies Carron en Francis Reynaert) Artikel 1:. Het ontwerp van dading wordt goedgekeurd. Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 12 GLS-site. Beversesteenweg 69. Lichting van de aankoopoptie. Voorlegging tot goedkeuring. DE GEMEENTERAAD: Op 7 mei 2012 keurde de gemeenteraad de optieovereenkomst betreffende de GLS-site goed. In deze overeenkomst kende WIP aan de stad een aankoopoptie toe, die door de stad uitgeoefend kan worden, gedurende een periode van 30 dagen, die begint te lopen 120 dagen voorafgaand aan de beëindiging van de huurovereenkomst WIP/GLS om te eindigen 91 dagen voorafgaand aan voormelde huurovereenkomst. Daarnaast kende de stad aan WIP een verkoopoptie toe, die door WIP uitgeoefend kan worden, gedurende een periode van 30 dagen, die begint te lopen 90 dagen voorafgaand aan de beëindiging van de huurovereenkomst WIP/GLS om te eindigen 61 dagen voorafgaand aan voormelde huurovereenkomst. In de huurovereenkomst tussen WIP en GLS was een opzegtermijn van 1 jaar bedongen voor GLS. Op verzoek van WIP heeft het college van burgemeester en schepenen er zich in zitting van 12 december 2013 mee akkoord verklaard dat deze opzegtermijn voor GLS naar 6 maanden werd gebracht. Voordien had GLS reeds de huurovereenkomst – met de toen geldende termijn van 1 jaar – opgezegd op 18 november 2013, waardoor de huurovereenkomst eindigde op 17 november 2014. Door het verminderen van de opzegtermijn tot 6 maanden blijft voor GLS de mogelijkheid open om tot 28 februari 2014 op te zeggen om zo de huurovereenkomst vroegtijdig te beëindigen op 31 augustus 2014. Afhankelijk van de einddatum van de huurovereenkomst zijn de optietermijnen de volgende: Einddatum: 17 november 2014 Aankoopoptie (stad): van 20/7/2014 tot en met 18/8/2014 Verkoopoptie (WIP): van 19/8/2014 tot en met 17/9/2014 Einddatum: 31 augustus 2014 Aankoopoptie (stad): van 3/5/2014 tot en met 1/6/2014 Verkoopoptie (WIP): van 2/6/2014 tot en met 1/7/2014. Aangezien door de gemeenteraad op 7 mei 2012 enkel de optie-overeenkomst werd goedgekeurd en niet het lichten van de aankoopoptie, is een besluit van de gemeenteraad nodig om deze optie te kunnen lichten wanneer de mogelijkheid zich hiertoe aandient. Het bedrag voor de aankoop is voorzien in het budget 2014 ENV01/PO-0001/070901 GLS Site: aankoop site 2.750.000 euro. Volgens de aankoopoptie wordt het bedrag aangepast aan de ABEX index en bedraagt thans: Aankoopprijs x recentst gepubliceerde ABEX index op datum van authentieke akte ABEX index november 2011 2.333.000 x 739 = € 2.445.513,48 met ABEX index van januari 2014 705 24.02.2014 57 ___________________________________________________________________________ Vanaf juli 2014 is er nieuwe ABEX index geldig, die pas eind juni gepubliceerd wordt, en waardoor de aankoopprijs nog iets hoger zal worden. Deze ABEX index zal enkel van toepassing zijn indien de huurovereenkomst WIP/GLS eindigt op 17 november 2014. Omdat de aankoop van de toegangsweg reeds geregeld werd door het Aankoopcomité en dit zodoende dus al over heel wat documenten en informatie in verband met dit goed beschikt en het enkel de administratieve kosten aanrekent aan de koper zonder enige vorm van ereloon, wordt voorgesteld om de opdracht tot de opmaak en het verlijden van de akte aan het Aankoopcomité toe te vertrouwen. Gelet op de uittreksels uit de kadastrale legger en plan; Gelet op artikel 43 en titel VIII Bestuurlijk Toezicht van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in zijn verslag; BESLUIT, met algemene stemmen stemmen - 14 onthoudingen (Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Filip Deforche, Peter Logghe en Immanuel De Reuse) Art.1.- De Raad keurt de aankoop en het lichten van de aankoopoptie goed. Art.2.- Het Aankoopcomité wordt aangesteld voor het opmaken en verlijden van de akte. Art.3.- De heer hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte aankoop. Art.4.- In toepassing van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 - artikel 252§1, wordt een beknopte omschrijving van deze raadsbeslissing aan de toeziende overheid toegezonden voor toepassing van het algemeen bestuurlijk toezicht. Aldus gedaan in openbare vergadering van 24 februari 2014 AGENDAPUNT nr. 13 Riolerings- en wegeniswerken in het “Bedrijventerrein Roeselare West”. Voorlegging tot goedkeuring van het ontwerp en tracé van straten. DE GEMEENTERAAD: De ontwerper, studiebureau Demey uit Roeselare, heeft in opdracht van de WVI een ontwerp opgemaakt voor de uitvoering van riolerings- en wegeniswerken in het “Bedrijventerrein Roeselare West” langs beide kanten van de Oostnieuwkerksesteenweg. De noordelijke kant strekt uit vanaf de Bietstraat naar de Ovenstraat toe. De zuidelijke kant loopt vanaf de Rijksweg tot over de Veldbosstraat. Beide kanten worden ontsloten via de Oostnieuwkerksesteenweg. Conform het rioleringsbeleid in Vlaanderen en in overeenstemming met de gemeentelijke en provinciale reglementeringen werd een gescheiden rioleringsstelsel ontworpen. De droogweerafvoer, DWA-leiding, wordt voorzien in grèsbuizen ø 250 en persleidingen (HDPE) ø 75mm. In de zone Noord wordt alles verzameld en via een pompstation en persleiding aangesloten op de bestaande gemengde riolering van de Ovenstraat. In de zone Zuid wordt alles eveneens verzameld en via een pompstation en persleiding aangesloten op de bestaande DWA-riolering in de Oostnieuwkerksesteenweg. 24.02.2014 58 ___________________________________________________________________________ De regenwaterafvoer, RWA-leiding, wordt voorzien in ongewapende en gewapende betonbuizen met verschillende diameters. In de zone Noord wordt de RWA-leiding aangesloten via langsgrachten, centrale buffergracht, waterpoelen en een bufferbekken op een bestaande gracht die vertraagd afwatert naar de Mandel. In de zone Zuid wordt de RWA-leiding via een bufferbekken vertraagd aangesloten op de Klauwaertbeek. Er is voldoende buffercapaciteit voorzien. Er worden wachtaansluitingen geplaatst op beide leidingen voor de toekomstige bedrijven. In het volledige bedrijventerrein wordt een weg van 6,00m breed aangelegd in cementbetonverharding met aan beide zijden een ter plaatse vervaardigde betonnen watergreppel. Doorheen het noordelijke gedeelte wordt naast de centrale buffergracht een fietspad van cementbeton voorzien. De dienstweg tussen het bedrijventerrein en de Bietstraat wordt aangelegd in bitumineuze verharding en wordt aan één zijde geflankeerd door een geprefabriceerde trottoirband en aan de andere zijde door een ter plaatse vervaardigde kantstrook. De inritten van het bedrijventerrein worden aangelegd in bitumineuze verharding. In de Oostnieuwkerksesteenweg worden de rijweg en het fietspad gedeeltelijk aangepast en/of vernieuwd in functie van de nieuwe ontsluiting van het bedrijventerrein. De rijweg wordt voorzien in bitumineuze verharding en het fietspad in cementbeton. Het fietspad wordt afgeschermd van de rijweg door middel van een groenstrook. Ten westen en ten noorden van het noordelijke bedrijventerrein en ten zuiden van het zuidelijk bedrijventerrein wordt een groenstrook voorzien van ±30m. Deze zone wordt voorzien van streekeigen bomen en/of beplanting en een buffer en/of wadi en/of gracht van veranderlijke breedtes. De exacte lotindeling zal afhankelijk zijn van de vraag van de kopers. Tijdens het openbaar onderzoek werden vijf bezwaren ingediend door: 1. 2. 3. 4. 5. Mevr. Monique Zaman Notaris Vandeputte, in naam van dhr. Marc Bisschop Dhr. Chris Mullie, in naam van Barias en Barias Construct Dhr. Marcelino Mullie en Mullie bvba Dhr. en mevr. Werner Mullie en mevr. Lia Vantomme Bezwaar 1, 2 en 5 worden behandeld bij de goedkeuring van het bouwdossier. M.b.t. de overige bezwaren: - 3. Barias en Barias Construct vragen dat hun bedrijf nu en bij latere uitbreiding niet moet voorzien in eigen waterbuffering. Het is zo dat in de bouwvergunning van 24.08.2010 en 17.10.2011 verleend aan Barias en Barias Construct een waterbuffering opgelegd is. Uit de watertoets blijkt dat het technisch gezien mogelijk is om deze waterbuffering volledig mee te nemen in de ontworpen collectieve bekkens. Barias en Barias Construct dienen hiertoe een overeenkomst af te sluiten met de ontwikkelaar. Op basis van deze overeenkomst kan een vrijstelling van de huidige verplichting verleend worden, doch wordt niet weerhouden door de stad. - Barias en Barias Construct vragen om de RWAput 26 te verschuiven richting grens met Firma Vanhollebeke. 24.02.2014 59 ___________________________________________________________________________ Dit is technisch mogelijk, mits het verzwaren van de hoofdriool over een afstand van 50 m. - 4. Gesteld wordt dat nu water getrokken wordt uit de vijver van de boerderij voor de bevoorrading van de varkensstallen. De toevoer van water gebeurt momenteel via de Klauwaertbeek. In de ontworpen toestand wordt deze beek omgelegd, waardoor de toevoer van water niet gegarandeerd is. Dit kan technisch opgelost worden door te voorzien dat de Klauwaertbeek zowel doorloopt naar de vijver van de boerderij als naar de collectieve bufferbekkens. De aanlegkosten worden geraamd op € 3.732.031,44 incl. btw en zijn volledig ten laste van de bouwheer. De totale uitvoeringstermijn bedraagt 220 werkdagen en wordt opgesplitst in 5 afzonderlijke fasen: -Fase 1: Riolerings- en wegeniswerken zone Noord -Fase 2: Riolerings- en wegeniswerken zone Zuid -Fase 3: Riolerings- en wegeniswerken zone Oostnieuwkerksesteenweg -Fase 4: Aanleg bufferbekkens en wadi’s in zone Noord -Fase 5: Aanleg bufferbekkens en verlegging Klauwertbeek in zone Zuid. Gelet op art.43 § 2 – 11° van het gemeentedecreet en titel VIII van het gemeentedecreet van 06 juli 2005 houdende regeling van het bestuurlijk toezicht en externe audit. Gehoord het college van burgemeestr en schepenen in hun verslag. BESLUIT, met algemene stemmen Enig artikel: keurt het ontwerp en tracé van straten voor het uitvoeren van riolerings- en wegeniswerken in het Bedrijventerrein Roeselare West goed. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. AGENDAPUNT nr. 14 Bevordering van participatie aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties: a) Reglement jeugdwerk voor doelgroepen. Voorlegging tot vaststelling. b) Reglement jeugdhuizen. Voorlegging tot opheffing. DE GEMEENTERAAD: Het reglement jeugdwerk voor doelgroepen vervangt het reglement voor de betoelaging van jeugdhuizen. Dit reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17.12.2001, had als doel de stimulatie van de ontwikkeling van jeugdhuizen in Roeselare. Beide jeugdhuizen, Den Engel en Kamelejon, zijn erkend om te werken met maatschappelijke kwetsbare jongeren. Binnen het jeugdwerk zijn er echter ook andere methodieken die momenteel door organisaties worden toegepast om de doelgroep maatschappelijk kwetsbare jongeren te bereiken. Er was aldus een duidelijke nood om een reglement op te stellen die deze verschillende jeugdvormen voor maatschappelijke kwetsbare jongeren kan ondersteunen en het huidige reglement voor jeugdhuizen aldus vervangt. Binnen de BBC is de beleidsprioriteit 2 van het lokaal jeugdbeleid: “De bevordering van participatie aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties.” 24.02.2014 60 ___________________________________________________________________________ Gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie moeten minstens: het particulier jeugdwerk ondersteunen dat kinderen en jongeren die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare situaties bereikt; ontmoetingsplaatsen en –mogelijkheden voorzien voor jongeren die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare situaties; voorzien in een jeugdwerkaanbod dat kinderen en jongeren die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare situaties bereikt en dit minimum tijdens de zomervakantie, met aandacht voor taalstimulering Nederlands, al dan niet door subsidiëring. Het reglement jeugdwerk voor doelgroepen kadert binnen deze beleidsprioriteit en is opgemaakt op basis van enkele krachtlijnen: de expertise van de organisaties ten volle tot hun recht laten komen (organisaties kiezen via welke methodiek ze een bepaald publiek willen bereiken) aandacht voor netwerkvorming van de organisatie en het doelpubliek extra aandacht voor het stimuleren van kinderen en jongeren om aansluiting te vinden bij het reguliere vrijetijdsaanbod cofinanciering van de projecten lange termijn ondersteuning (3 jaar) zodat organisaties hun doelpubliek structureel kunnen ondersteunen Er wordt hiervoor 135.000,00 EUR voorzien op boekhoudsleutel 64934002/075007/dep033/02-01-05-04. Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Gehoord het college van burgemeester en schepenen in hun verslag; BESLUIT, met algemene stemmen – 3 onthoudingen (Filip Deforche, Peter Logghe en Immanuel De Reuse) Artikel 1: heft het reglement voor betoelaging van jeugdhuizen, waarvan één exemplaar met de agenda van heden werd verstuurd, met ingang van heden op: Reglement voor het betoelagen van jeugdhuizen Inleiding Doel Met dit reglement wil het Stadsbestuur de specifieke werking van jeugdhuizen ondersteunen. Dit reglement is complementair aan het reglement voor de betoelaging van Jeugdwerkinitiatieven, dat vooral gericht is op het ondersteunen van het klassieke jeugdwerk. Begripsbepaling Jeugdhuizen zijn jeugdwerkinitiatieven of groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met de jeugd in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding, die een kwaliteitsverbetering van de samenleving nastreven door het vervullen van één of méér van volgende functies : ontmoeting, spel, creatieve activiteiten/amateuristische kunstbeoefening, vorming, informatie en advies, kadervorming, dienstverlening, werken aan structuurverandering en bevorderen van integratie door opvang en begeleiding van groepen die uit maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren bestaan. Bij jeugdhuizen ligt het accent op ontmoeten en het eigene aan jeugdhuizen is dat het invullen van andere functies als vorming, dienstverlening, crea,… steeds gebeurt vanuit en/of in functie van “ontmoeten”. 24.02.2014 61 ___________________________________________________________________________ Jeugdhuiswerking houdt in : bouwen een werking uit binnen een permanent beschikbare ruimte, waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en vrijetijdsactiviteiten uitbouwen, waar openheid, onthaal, vrijblijvende deelname en motivatie tot medeverantwoordelijkheid en zelforganisatie van jongeren belangrijke pijlers van de gehanteerde methodiek zijn, waar er een duidelijke openheid is naar alle jongeren; waar consumptie niet wordt verplicht, waar ernaar wordt gestreefd om naast ontmoeting, die de basispijler van de werking is, initiatieven te ontwikkelen en hiermee diverse functies te vervullen, staan open voor alle meningen en gezindheden, voor alle jongeren ongeacht huidskleur, religie en ev. handicap, voldoet aan de wettelijke normen wat betreft hygiëne en brandveiligheid voor vrij toegankelijke gebouwen, hebben een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een verzekering lichamelijke ongevallen voor vrijwilligers/ medewerkers afgesloten. Algemene bepalingen Voorwaarden : Door het Stadsbestuur erkend zijn als plaatselijk jeugdwerkinitiatief, specifiek als jeugdhuis, waartoe het initiatief : In het afgelopen werkjaar minimum 6 maanden actief is geweest en minimum 5 activiteiten heeft georganiseerd; een financieel en inhoudelijk werkingsverslag opmaakt; zich binnen het Roeselaarse grondgebied bevindt, voorgedragen worden door de Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan en ter advies worden voorgelegd aan de jeugdraad, zich aansluiten bij 1 van de koepelorganisaties voor jeugdhuizen of een federatie die aansluit bij het werken met de doelgroep, erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Ook lokale steunpunten van regionale initiatieven komen in aanmerking, zolang het grootste deel van hun doelgroep bestaat uit Roeselaarse kinderen en jongeren. Bij erkenning op niveau 2 en niveau 3 wordt het jeugdhuis verplicht een beroepskracht aan te werven. Bij erkenning niveau 2 gaat dit om een halftijdse beroepskracht, bij erkenning niveau 3 gaat dit om een voltijdse beroepskracht. De beroepskracht heeft een diploma A1 binnen de sociaalculturele sector. Complementariteit met het reglement toelagen voor jeugdwerkinitiatieven: Tenzij binnen dit reglement anders bepaald, gelden voor jeugdhuizen eveneens de principes uit het reglement voor het betoelagen van jeugdwerkinitiatieven. Verenigingen die een toelage krijgen via dit reglement kunnen geen gebruik maken van een werkingstoelage binnen het reglement voor jeugdwerkinitiatieven. Verenigingen die onder het reglement toelagen aan jeugdhuizen vallen, kunnen wel gebruik maken van de huisvestingspremies en van de volgende toelagen in het reglement voor jeugdwerkinitiatieven: kadervorming jeugdvakanties (culturele manifestaties) projecten (vastgelegd binnen de prioriteitenregeling voor jeugdhuizen) (experimenten) De termijnen voor het indienen van de aanvragen uit het reglement stadstoelagen voor jeugdwerkinitiatieven blijven hier geldig. Binnen het reglement voor jeugdwerkinitiatieven wordt gewerkt met werkjaren die lopen van 1 september tot en met 31 augustus. Jeugdhuizen kunnen aanspraak maken op een toelage voor projecten indien de projecten kaderen binnen de prioriteiten die het Stadsbestuur heeft vastgelegd voor projecten van jeugdhuizen. Deze prioriteiten worden opgenomen in het Jeugdwerkbeleidsplan en eventueel aangepast in het jaarplan. 24.02.2014 62 ___________________________________________________________________________ De jeugdhuizen worden voor 15 maart van het jaar voorafgaand aan het betreffende werkjaar op de hoogte gebracht welke projecten via de prioriteitenregeling kunnen worden betoelaagd. De toelagen worden volgens dit reglement berekend op basis van de werking van het voorgaande kalenderjaar, binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten op de stadsbegroting. Een kalenderjaar loopt van 1 januari tot 31 december. Een verslag wordt ingediend tegen 15 februari van het jaar volgend op het betreffend werkjaar. Indien binnen het jeugdhuis een beroepskracht is tewerkgesteld, kan het jeugdhuis tegen 31 oktober een aanvraag doen voor een subsidiëring volgens niveau 2 of niveau 3. Tot het Stadsbestuur, na berekening van de toelagen, het volledig bedrag kan doorstorten, zal per maand 1/12de van 90% van de aangevraagde toelage worden uitgekeerd. Indien na de berekening van de juiste toelage blijkt dat het jeugdhuis teveel werd uitbetaald, zal dit nog worden verrekend in de volgende toelagen. De berekening van de toelage gebeurt als volgt : Jeugdhuizen die in aanmerking komen om betoelaagd te worden volgens de basiserkenning (niveau 1) ontvangen een forfaitair bedrag van €1240 (50 021BEF) per jaar. Voor jeugdhuizen die een erkenning van niveau 2 of 3 behalen, wordt 110% voorzien van het bedrag dat nodig is voor een beroepskracht (halftijds of voltijds). Hiervan wordt 90% van het voorziene loon uitbetaald indien het jeugdhuis voldoet aan de criteria op de diverse niveaus. Het maximale loon dat aan het jeugdhuis wordt uitbetaald is een loon berekend op het loonbarema van de sociaalculturele sector (paritair comité 329, barema 22/6). Het bedrag evolueert mee met de loonaanpassingen van het referentieloon. De overige 20% van het voorziene loon wordt onder de jeugdhuizen verdeeld volgens een puntensysteem, gebaseerd op de werking van het jeugdhuis. Op die manier worden extra inspanningen ook gewaardeerd. Voorzien bedrag per jeugdhuis niveau 2 en niveau 3: 110% van het loon van een beroepskracht Waarvan 90% van het loon wordt uitbetaald indien de werking voldoet aan de criteria gesteld in niveau 2 of 3. Waarvan 20% van het loon in een gemeenschappelijk budget terechtkomt dat wordt verdeeld volgens een puntensysteem, gebaseerd op de extra inspanningen die het jeugdhuis in het afgelopen werkjaar deed. Initiatieven, werkend met maatschappelijk achtergestelde personen trekken 150% van de hierboven vernoemde toelagen. Een erkenning "jeugdhuis werkend met maatschappelijk achtergestelde personen" wordt toegekend door het College van Burgemeester en Schepenen, na voorstel van de Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan en na advies van de Stedelijke Raad voor Jeugdbeleid. De Stuurgroep Jeugdwerkbeleidsplan overlegt hiertoe met deskundigen op het vlak van maatschappelijke achterstelling en welzijn. Toepassing van dit reglement: Dit reglement is van toepassing in het begrotingsjaar 2002, 2003 en 2004. De eerste uitbetaling van de toelage gebeurt in het jaar 2002 op basis van de werking in het jaar 2001. Wijziging van het reglement: dit reglement dient gewijzigd indien het niet past binnen de beleidsopties genomen binnen het jaarplan of jeugdwerkbeleidsplan. Budget: Het budget gekoppeld aan het reglement wordt voorzien binnen de stadsbegroting van het jaar volgend op het werkjaar waarop de subsidies betrekking hebben. Het budget wordt aangepast naargelang het aantal erkende jeugdhuizen en het niveau van erkenning dat deze jeugdhuizen 24.02.2014 63 ___________________________________________________________________________ genieten. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten binnen de stadsbegroting worden de budgetten geïndexeerd aan de lonen. Uitvoering van dit reglement: Het college wordt belast met de uitvoering van dit reglement. Het college beslist in alle niet voorziene gevallen of discussies met betrekking tot dit reglement. Het college laat zich hierbij leiden door de geest van dit reglement en van het jeugdwerkbeleidsplan en dient hierbij ook het advies van de Jeugdraad te vragen. Administratieve bepalingen ; Teneinde aanspraak te kunnen maken op een toelage, dienen de verenigingen tegen 15 februari volgende documenten in: het financieel verslag waarin op een duidelijke en overzichtelijke manier aangetoond wordt voor welk doel de middelen van het jeugdhuis werden aangewend, de middelen worden hierbij waar mogelijk per functie uitgesplitst1 het inhoudelijk verslag waarbij minimaal volgende zaken worden opgenomen: 1. een voorstelling van de reguliere werking : openingsuren structuur doelgroep 2. een voorstelling van de activiteiten per functie functie en doelstelling aantal deelnemers dag, datum, plaats exemplaar van de affiches, folders,.. die gemaakt werden ter promotie van de activiteit 3. een ledenlijst van het betreffende werkjaar, 4. een overzicht van de taak van de beroepskracht (niveau 2 en 3) 5. verslagen van de vergaderingen 6. een evaluatie van het voorbije jaar de werking moet boekhoudkundig controleerbaar zijn, het jeugdhuis staat toe dat een door het College van Burgemeester en Schepenen gemachtigd ambtenaar inzage heeft in de boekhouding; indien er sprake is van een slecht beheer binnen het jeugdhuis zullen subsidies het volgend jaar niet meer worden uitbetaald en kan het stadsbestuur eventueel gelden terugvorderen, het jeugdhuis maakt een binnenhuisreglement waarin minimaal volgende zaken worden opgenomen: het sluitingsuur, een engagement tot openheid naar alle personen, ongeacht filosofie, religie en huidskleur, een drug- en alcoholbeleid en eventuele maatregelen die zullen worden getroffen bij agressie en vandalisme binnen en in de omgeving van het jeugdhuis, het inhoudelijk en financieel verslag wordt ten laatste 1 maand na indiening goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de vzw of bij een erkenning niveau 1 door minimum 6 verantwoordelijke medewerkers van het jeugdhuis. rekening houdende met de voorwaarden met betrekking tot het loon, dient de vereniging tegen 1 oktober van het jaar voorafgaand op het jaar van betoelaging een loonberekening in, opgemaakt door een sociaal secretariaat waaraan de vereniging zich heeft verbonden. Een kopie van de maandelijkse loonfiches worden bij het jaarverslag gevoegd. Basiserkenning : niveau 1 a. Doelgroep De werking is hoofdzakelijk gericht naar 14 - 25-jarigen (werkingen voor personen met een handicap : 14 - 35-jarigen). Activiteiten specifiek naar andere leeftijdsgroepen worden hiermee niet uitgesloten. 1 Dit geldt bijvoorbeeld niet voor personeelskosten en infrastructuur. 24.02.2014 64 ___________________________________________________________________________ Jaarlijks worden met de werking minimum 70 verschillende jongeren bereikt. b. Accommodatie Volgende zaken zijn minimaal aanwezig : een permanent beschikbare ontmoetingsruimte, sanitaire voorzieningen, een extra ruimte voor diverse doeleinden, een uitgebreide EHBO-koffer. De gebouwen en inboedel zijn verzekerd tegen brand. Telefonische bereikbaarheid is wenselijk. Toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers is wenselijk. c. Functies Ontmoeting van jongeren vormt de basis voor een jeugdhuiswerking. De ontmoetingsruimte moet minimum 12 uur per week open zijn, gespreid over minimum 2 dagen. Alleen de openingsuren tijdens de vrije tijd (bv. na schooluren, weekend,..) van de doelgroep en de openingsuren voor 01h00 worden meegerekend. Naast ontmoeting kan het jeugdhuis volgende functies vervullen : (re)creatie en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service. Van het jeugdhuis wordt verwacht dat zij jaarlijks minimum 8 activiteiten organiseren binnen deze functies. Deze activiteiten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Dit betekent onder andere dat er ook buiten het jeugdhuis promotie wordt gemaakt. d. Structuur De werking wordt minimaal door 6 medewerkers gedragen, waarvan minimum 2 personen meerderjarig zijn. Onder de medewerkers wordt een verantwoordelijke (voorzitter) en secretaris aangeduid. De vereniging houdt een duidelijk controleerbare boekhouding en rekening bij waaruit blijkt dat de middelen verworven uit de werking van de vereniging, van het Stadsbestuur of via andere kanalen ofwel terug in de werking van de vereniging worden geïnvesteerd. e. Toelage Het Stadsbestuur kent een forfaitaire toelage van €1240 (50 021BEF) toe per jaar. Daarnaast kan de vereniging gebruik maken van de toelagen jeugdvakanties, voor culturele manifestaties, voor kadervorming, experimenteel jeugdwerk en voor projecten uit het reglement voor jeugdwerkinitiatieven en de toelage voor huisvestingspremies. Ruimere erkenning, niveau 2 De voorwaarden voor jeugdhuizen met een basiswerking (niveau 1) blijven vanzelfsprekend ook gelden voor initiatieven met een ruimere werking. De hieronder beschreven voorwaarden zijn aanvullend. a. Doelgroep Er worden minimaal 100 verschillende jongeren bereikt. b. Accommodatie De totale oppervlakte van het jeugdhuis bedraagt minimum 120m² en heeft een verscheidenheid 24.02.2014 65 ___________________________________________________________________________ aan lokalen: instuifruimte, sanitair, een vergaderruimte en secretariaat. 2 Het jeugdhuis heeft een verzekering objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing afgesloten. Er is telefoon aanwezig. c. Functies Ontmoeting : De instuif moet minimum 15 uur open zijn, gespreid over 3 dagen van de week. Enkel uren tijdens de vrije tijd van jongeren en voor 01h00 worden meegerekend. Informatie : Het Jeugdhuis besteedt aandacht aan informatie voor haar leden en bezoekers. Het jeugdhuis beschikt hiervoor over een informatiehoek die regelmatig wordt aangevuld of geeft per kwartaal een publicatie uit over de werking en met betrekking tot jongereninformatie. Hierin zal het jeugdhuis samenwerken met het Stedelijk Jeugdcentrum DieZie. Vorming : Binnen het jeugdhuis worden minimum 2 vormende activiteiten aangeboden per jaar aan de medewerkers of aan de gebruikers. Per jaar worden door beroepskrachten en/of vrijwilligers gezamenlijk 40 uur vorming gevolgd bij een landelijk erkende jeugdorganisatie. 3 Het jeugdhuis organiseert daarnaast 12 activiteiten per jaar binnen de volgende functies : (re)creatie en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service. d. Structuur Het jeugdhuis heeft de juridische vorm van een vzw . Binnen de vzw is minimum 2/3 van de leden van de Algemene Vergadering jonger dan 26 jaar (voor werkingen voor personen met een handicap, jonger dan 35 jaar). Maandelijks is er minimum één jongerenraad verantwoordelijken van de verschillende werkgroepen. e. en/of overlegvergadering tussen de Bijzondere voorwaarden Jeugdhuizen die willen aanspraak maken op subsidiëring, verklaren zich akkoord om bijzondere specifieke afspraken met het Stadsbestuur na te komen in functie van de verantwoordelijkheid die het jeugdhuis draagt vanwege haar openbaar karakter. Hiertoe wordt een afsprakennota opgemaakt. In deze afsprakennota wordt in samenspraak tussen het Stadsbestuur en het Jeugdhuis een thema gekozen waarrond in de volgende drie jaar zal worden gewerkt en worden een aantal minimumdoelstellingen vastgelegd. Een afsprakennota wordt enkel opgemaakt indien de nood wordt aangevoeld door 1 van beide partners. De afsprakennota wordt ter advies aan de Stedelijke Raad voor Jeugdbeleid voorgelegd. De termijn van de nota loopt equivalent met het Jeugdwerkbeleidsplan. f. Toelage Het Stadsbestuur kent 90% van het loon van een halftijdse beroepskracht toe per jaar. De berekening van het loon voldoet aan de voorwaarden bepaald in het reglement. Daarnaast kan de vereniging gebruik maken van de toelage voor jeugdvakanties, culturele manifestaties, experimenteel jeugdwerk, projecten en kadervorming binnen het reglement voor toelagen aan jeugdwerkinitiatieven. Indien de vereniging er het daaropvolgend jaar niet in slaagt om de voorwaarden te vervullen voor het krijgen van de toelage niveau 2, waarborgt het Stadsbestuur voor 1 jaar een toelage van 80% van het vooropgestelde forfaitaire bedrag, teneinde de vereniging de kans te geven de werking opnieuw op peil te brengen en de beroepskracht te betalen. 2 3 Vergaderruimte en secretariaat kunnen hier eventueel 1 en dezelfde ruimte zijn. Mits voldoende motivering kan vorming door andere organisaties in aanmerking worden genomen. 24.02.2014 66 ___________________________________________________________________________ g. Taakinvulling beroepskracht De beroepskracht vervult minimaal volgende taken binnen het jeugdhuis : Bevordert de informatiedoorstroming binnen de werking en bouwt mee aan democratische inspraakstructuren, Stimuleert vrijwilligers tot actieve deelname, zelfwerkzaamheid en vrijwillige inzet en stimuleert permanente vorming van de vrijwilligers, Draagt bij tot programmatie en animatie, Houdt de administratieve gegevens van het jeugdhuis bij, Is verantwoordelijk voor het vertegenwoordigingswerk. De beroepskracht is minimum 4 uur bereikbaar in het secretariaat voor jongeren. De uren waarop de beroepskracht bereikbaar is worden op een duidelijk zichtbare plaats bekend gemaakt. Ruimere erkenning niveau 3 De voorwaarden voor jeugdhuizen met een basiswerking (niveau 1) en met een erkenning niveau 2 blijven vanzelfsprekend ook gelden voor initiatieven met een ruimere werking. De hieronder beschreven voorwaarden zijn aanvullend. a. Doelgroep (cfr. doelgroep niveau 2) b. Accommodatie Naast de instuif, het sanitair, een extra polyvalente ruimte en een vergaderlokaal, beschikt het jeugdhuis over kantoorruimte. c. Functies Ontmoeting : De instuif is minimum 20 uur open, gespreid over 3 dagen van de week. Enkel de uren binnen de vrijetijdsmomenten van jongeren en voor 01h00 tellen mee. Informatie : De instuif beschikt over een informatiehoek. Binnen deze informatiehoek wordt ruim aandacht besteed aan informatie omtrent allerlei aspecten uit de leefwereld van jongeren (vrije tijd, relaties, school, werk,…). Daarnaast wordt minimum per kwartaal een jongereninformatieblad uitgegeven. Voor het invullen van de informatieve functie werkt het jeugdhuis samen met het Stedelijk Jeugdcentrum DieZie. Vorming : Binnen de werking wordt minimum 4 keer per jaar een vormende activiteit voor medewerkers en/of gebruikers georganiseerd of wordt door medewerkers /vrijwilligers gezamenlijk in totaal minimum 60 uur vorming gevolgd bij een landelijk erkende jeugdorganisatie. 4 Het jeugdhuis organiseert daarnaast 18 activiteiten per jaar binnen de volgende functies : (re)creatie en animatie, vorming, informatie, maatschappelijke participatie en service. d. Structuur Het jeugdhuis heeft de juridische vorm van een vzw . Binnen de vzw is minimum 2/3 van de leden jonger dan 26 jaar (voor werkingen voor personen met een handicap, jonger dan 35 jaar). Maandelijks is er minimum één jongerenraad verantwoordelijken van de verschillende werkgroepen. 4 en/of overlegvergadering tussen de Mits voldoende motivering kan ook vorming door andere organisaties eveneens in aanmerking worden genomen. 24.02.2014 67 ___________________________________________________________________________ e. Bijzondere voorwaarden Jeugdhuizen die willen aanspraak maken op subsidiëring, verklaren zich akkoord om bijzondere specifieke afspraken met het Stadsbestuur na te komen in functie van de verantwoordelijkheid die het jeugdhuis draagt vanwege haar openbaar karakter. Hiertoe wordt een afsprakennota opgemaakt. In deze afsprakennota wordt in samenspraak tussen het Stadsbestuur en het Jeugdhuis een thema gekozen waarrond in de volgende drie jaar zal worden gewerkt en worden een aantal minimumdoelstellingen vastgelegd. Een afsprakennota wordt enkel opgemaakt indien de nood wordt aangevoeld door 1 van beide partners. De afsprakennota wordt ter advies aan de Stedelijke Raad voor Jeugdbeleid voorgelegd. De termijn van de nota loopt equivalent met het Jeugdwerkbeleidsplan. f. Toelage Het Stadsbestuur kent 90% van het loon van een voltijdse beroepskracht toe per jaar. De berekening van het loon voldoet aan de voorwaarden bepaald in het reglement. Daarnaast kan de vereniging gebruik maken van de toelage voor jeugdvakanties, culturele manifestaties, projecten, experimenteel jeugdwerk en kadervorming binnen het reglement voor toelagen aan jeugdwerkinitiatieven. Indien de vereniging er het daaropvolgend jaar niet in slaagt om de voorwaarden te vervullen voor het krijgen van de toelage niveau 3, waarborgt het Stadsbestuur voor 1 jaar een toelage van 80% van het vooropgestelde forfaitair bedrag, teneinde de vereniging de kans te geven de werking opnieuw op peil te brengen. g. taakinvulling beroepskracht Naast de taken van de beroepskracht op niveau 2, vervult de beroepskracht volgende taken : werkt aan relatievorming en hulpverlening, zet vormingsinitatieven op en/of begeleidt ze. De beroepskracht is minimum 7 uur bereikbaar in het secretariaat voor jongeren. De uren waarop de beroepskracht bereikbaar is worden op een duidelijk zichtbare plaats bekend gemaakt. De puntentoelage Van de voorziene 110% van het loon van de beroepskrachten van de jeugdhuizen , erkend op niveau 2 en 3, wordt 20% in een gemeenschappelijk budget verdeeld volgens een puntensysteem, gebaseerd op de extra inspanningen boven de gestelde criteria per niveau dat het jeugdhuis in het afgelopen kalenderjaar deed en in evenredigheid met het niveau van erkenning. Het beschikbare budget wordt verdeeld over alle rechthebbende jeugdhuizen. De punten worden als volgt berekend : Per extra openingsuur op jaarbasis boven het vereiste aantal openingstijden per niveau : 1punt; Per extra activiteit boven het vereiste aantal activiteiten per niveau : aantal punten = 1 * het gemiddelde aantal deelnemers per activiteit die het betreffende jaar plaatsvond (ontmoeting, fuiven en optredens zijn niet inbegrepen bij de berekening van het gemiddeld aantal deelnemers). 24.02.2014 68 ___________________________________________________________________________ Artikel 2: keurt het reglement jeugdwerk voor doelgroepen, waarvan één exemplaar met de agenda van heden werd verstuurd, als volgt goed: SUBSIDIEREGLEMENTJEUGDWERK VOOR MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE KINDEREN EN JONGEREN. Art. 1 : Doelstelling Dit reglement beoogt de financiële ondersteuning van organisaties die jeugdwerk aanbieden aan maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (3 tot 30 jaar) in Roeselare. Het aanbieden vertaalt zich in een regelmatige werking die zich op langere termijn (3 jaar) ontwikkelt. Door de werking op langere termijn te ondersteunen, kan er structureel gewerkt worden met de beoogde doelgroep. Art. 2 : Definities Jeugdwerk: groepsgericht sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door kinderen en jongeren van 3 tot 30 jaar, in de sfeer van de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis en georganiseerd door particuliere jeugdverenigingen, of door gemeentelijke of provinciale openbare besturen. Maatschappelijk kwetsbare jongeren: binnen het decreet lokaal jeugdbeleid, goedgekeurd door het Vlaams Parlement d.d. 06/07/2012 worden onder andere volgende indicatoren gehanteerd om de doelgroep maatschappelijk kwetsbaar te definiëren: o o o o o o o o o o kinderen, geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en Gezin jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere jeugdbijstand uitkeringsgerechtigde volledig werklozen personen die genieten van een leefloon kinderen en jongeren die onderwijs volgen in het buitengewoon lager en secundair onderwijs, jongeren in het deeltijds onderwijs jongeren in het gewoon voltijds secundair beroepsonderwijs. Jongeren waarvan de huidige of eerste nationaliteit van de persoon zelf nietBelgisch of eerste nationaliteit van vader of moeder is niet-Belgisch Jongeren met een erkenning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Jongeren die tewerkgesteld zijn in het niet-reguliere arbeidscircuit (bvb. Arbeidszorg, sociale economie, …) Organisatie: elk samenwerkingsverband, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die geen winstbejag nastreeft. Art. 3: Bedrag van de subsidie De subsidie wordt toegekend binnen de perken van het daartoe jaarlijks voorziene budget opgenomen in de lijst met nominatief toegekende subsidies van de beleidsnota. De projectsubsidie wordt voor drie jaren toegekend. Met ieder gesubsidieerde organisatie wordt een convenant afgesloten waarin de doelstellingen, de resultaatsverbintenissen (op basis van 24.02.2014 69 ___________________________________________________________________________ indicatoren) en specifieke afspraken worden opgenomen. Het convenant is verlengbaar. De subsidie bedraagt maximaal 80% van de totale kost van het project. De organisatie die in toepassing van dit reglement wordt gesubsidieerd, kan op geen andere subsidiekanalen van het stadsbestuur van Roeselare aanspraak maken voor hetzelfde project. De goedkeuring gebeurt op basis van onderstaande criteria. De organisatie die aan de meeste criteria voldoet, wordt als eerste behandeld door de jury die ook een financieel advies formuleert voor het College van burgemeester en schepenen. Zo wordt het budget verder verdeeld totdat alle budget is toegewezen. Indien er budget over is, kan er een extra oproep gedaan worden. Art. 4: Criteria Ontvankelijkheidscriteria 1. De organisatie organiseert jeugdwerk voor maatschappelijke kwetsbare kinderen en jongeren. 2. De organisatie heeft een aanbod en doelpubliek in Roeselare. De maatschappelijke zetel ligt in Roeselare of er is een afdeling in Roeselare. 3. Aan bezitters van een vrijetijdspas wordt een korting van minimaal 50% toegekend op lidgelden en eendagsactiviteiten. Voor meerdaagse activiteiten is er een korting van 50% voor een maximale deelnameprijs van € 200. Indien de meerdaagse activiteit duurder is dan € 200 wordt minimaal € 100 korting toegekend. Selectiecriteria 1. Werken met kinderen, geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en Gezin 2. Werken met personen die genieten van een leefloon, jonger dan 30 jaar 3. Werken met uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, jonger dan 30 jaar 4. Jongeren waarvan de huidige of eerste nationaliteit van de persoon zelf niet-Belgisch of eerste nationaliteit van vader of moeder is niet-Belgisch 5. Werken met jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere jeugdbijstand 6. Aandacht en stimulatie om het doelpubliek te laten doorstromen naar het vrijetijdscircuit dat niet gericht is op maatschappelijk kwetsbare jongeren (meetbaar en inspanningen kunnen aantonen) 7. Zelfredzaamheid van de deelnemers bevorderen door onder andere hen te betrekken bij de werking, hen verantwoordelijkheden te geven, … 8. Meewerken aan bestaande projecten zodat het doelpubliek meer visibiliteit krijgt en erkend wordt door andere partners in Roeselare. (bvb. SAP, oproepen tot medewerking (TRAX, festivalorganisatoren, sportevenementen,…) 9. Het uitbouwen van een organisatienetwerk in functie van een betere ondersteuning van het doelpubliek. 10. Stimuleren van netwerkvorming bij het doelpubliek Art. 5 Aanvraagprocedure: De aanvraag gebeurt door een plan van aanpak schriftelijk in te dienen vóór 20 maart van elk jaar. Het plan van aanpak moet opgestuurd worden naar: College van Burgemeester en Schepenen T.a.v. Jeugddienst Roeselare Botermarkt 2 8800 Roeselare Het uitgeschreven plan van aanpak bevat minimaal volgende info: Beschrijving van de doelgroep Gebruikte methodiek om de kinderen/jongeren te bereiken Hoe bereik je de ontvankelijkheidscriteria? 24.02.2014 70 ___________________________________________________________________________ Hoe bereik je de vooropgestelde selectiecriteria? Situering van het project in het Roeselaarse jeugdwerk Kostenstructuur en subsidiebedrag die aangevraagd worden Informatie over de aanvragende organisatie: naam, verantwoordelijken, rekeningnummer. De aanvrager van de subsidie is verantwoordelijk voor de gegevens die hij in het plan van aanpak aanlevert. Dat plan moet ondertekend worden door de personen die gemachtigd zijn de organisatie te verbinden. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt uitsluitend bij de organisatie zelf. De Stad is niet gehouden die machtiging te controleren. Indien een subsidieaanvraag wordt ingediend waarbij het plan niet of niet volledig is ingevuld en/of waarbij de nodige stukken ontbreken, zal de aanvraag als onontvankelijk worden afgewezen. Art. 6 Toekenningsprocedure De projecten worden beoordeeld door een jury van deskundigen die is aangesteld door het College van burgemeester en schepenen en uit minimaal 4 mensen bestaat. De schepen van jeugd, het diensthoofd van de jeugddienst en de voorzitter van de jeugdraad zijn lid van de jury. De andere leden zijn deskundigen in de materie en hebben geen link met de organisaties die een aanvraag indienen. De secretariaatsfunctie van de jury wordt toevertrouwd aan een medewerker van de jeugddienst. De jury geeft advies aan het College van burgemeester en schepenen op basis van de ingediende projecten en de criteria die vooropgesteld zijn binnen dit reglement. Dit advies is zowel inhoudelijk als financieel. Het College van burgemeester en schepenen beslist over de goedkeuring van de projecten en het bedrag van de subsidie. Voor ieder goedgekeurd project wordt met de organisatie een convenant afgesloten die minimaal volgende gegevens bevat: Beschrijving van het project Selectiecriteria + indicatoren om effecten te meten Andere criteria + indicatoren om effecten te meten Financiële voorwaarden en cofinanciering: de stadstoelage bedraagt maximaal 80% van de totale kosten van het project. Art. 7 Bewijslast De organisatie dient vóór 15 februari volgend op het gesubsidieerde werkingsjaar een verslag in waarin wordt aangetoond dat de vooropgestelde doelstellingen vermeld in het convenant worden nagestreefd, de afspraken worden nagekomen. De behaalde resultaten worden daarin afgetoetst aan de indicatoren. Art. 8 Uitbetaling De uitbetaling van de projecten gebeurt in twee schijven: 80% voorschot vóór 1 mei van het lopende dienstjaar 20% na evaluatie van het werkjaar Indien de doelstellingen niet in voldoende mate bereikt worden, is een terugvordering van de subsidie mogelijk. Art. 9 Op publicaties van de gesubsidieerde organisatie dient vermeld te staan: ‘met de steun van Stad Roeselare’ + officieel logo van de stad. Art. 10 Controle In toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies, is de begunstigde ertoe gehouden: De subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend. Elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het Stadsbestuur toe te staan om, eventueel ter plaatse, de aanwending van de toegekende subsidie te controleren. 24.02.2014 71 ___________________________________________________________________________ Bij niet naleving van deze bepalingen kan het stadsbestuur overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidies, evenals de toekenning van nieuwe subsidies opschorten. Art. 11 Betwisting/Beroep Het College van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig reglement. Tegen deze beslissing kan een beroep tot vernietiging bij de Raad van State worden ingesteld. Dit beroep dient bij aangetekend schrijven binnen een termijn van 60 dagen met ingang van de datum van ontvangst van de kennisgeving van deze beslissing, aan de Raad van State te worden gemaakt. Art. 12 Het subsidiereglement treedt in werking vanaf goedkeuring door de gemeenteraad. Dit reglement vervangt het reglement voor de betoelaging van jeugdhuizen goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 22/11/2004 waardoor het reglement d.d. 22/11/2004 vanaf goedkeuring van het nieuw reglement geen verder effect kan ressorteren. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Toegevoegd punt: Motie over de vrijwillige brandweerlieden. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van het toegevoegd punt, ingediend door dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, bij e-mail van 18 februari 2014, betreffende de vrijwillige brandweerlieden; AANHOORT: de toelichting van dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, met volgende motivering: “Toelichting: De huidige Minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Joëlle Milquet (cdH), is bezig met de laatste hand te leggen aan de brandweerhervorming. Als gemeenteraadsleden beseffen we, ook vanuit de Roeselaarse ervaring, het belang van de vrijwillige brandweer en daarom is het belangrijk dat in het nieuwe brandweerstatuut de belangrijke rol van de vrijwillige brandweerman erkend wordt en ook rekening wordt gehouden met de noden van de vrijwilligers. De feiten zijn wat ze zijn: De meerderheid van het personeel bestaat uit vrijwilligers, zeker in het Vlaams Gewest, en ook in Roeselare is dat niet anders. Die vrijwilligers verzoeken om een overleg over hun statuut met de federale minister van Binnenlandse Zaken. Het zou dodelijk zijn voor de brandweer en dus voor de veiligheid van de burgers mocht de minister het overleg niet alle kansen geven. Met de motie willen we er druk op leggen dat het overleg zal plaatsvinden. Om onze vrijwillige brandweerlieden te ondersteunen, om hun eis te onderstrepen dat ze door de Minister van Binnenlandse Zaken moeten worden gehoord en dat het beleid naar hun wensen moet luisteren, legt onze fractie daarom aan de gemeenteraad volgende motie voor. Motie die ter stemming wordt voorgelegd: Aan de minister van Binnenlandse Zaken, Mevrouw Joëlle Milquet Aan de eerste minister, de Heer Elio Di Rupo Copie aan : Dhr. De Caluwé, gouverneur van de provincie West-Vlaanderen 24.02.2014 72 ___________________________________________________________________________ De voorzitters van de pré-brandweerzones in de provincie West-Vlaanderen De voorzitters van de Vlaamse politieke partijen Volgens de laatst beschikbare cijfers zetten om en bij de 12.203 personen zich vrijwillig in binnen de 250 brandweerkorpsen van ons land. Daarbij telt Vlaanderen 3 vrijwillige brandweermannen per professioneel equivalent en Wallonië 2. Met het oog op een meer professionele brandweer en dus een verhoging van de kwaliteit en veiligheid werkt de federale regering momenteel aan een grote hervorming van het brandweerlandschap in België. Schaalvergroting van de korpsen wordt door de federale overheid gezien als een sleutel tot succes. Daarbij is het voor de Vlaamse korpsen, en dus zeker ook voor het korps van onze gemeente, belangrijk te waken over een voldoende grote toegankelijkheid voor vrijwillige brandweermannen zonder de kwaliteit in het gedrang te brengen. Een al te grote focus op beroepsbrandweermannen zou voor vele gemeenten, ook de onze, immers erg duur zijn. Het betreft hier met andere woorden een “én-én-verhaal”. Het lijkt er meer en meer op dat de hogere overheid enkel meer verplichtingen wenst op te leggen t.a.v. de vrijwilliger waardoor de drempel te hoog gaat worden en vrijwilligers af zullen haken. Er dient voldoende oog te zijn voor het evenwicht tussen de inspanningen die men van de vrijwilliger eist en de baten die deze met zich brengen. 68% van de brandweermannen in België doet dit op vrijwillige basis, het heeft er alle schijn van dat de federale regering ingrijpende zaken voor hen gaat beslissen zonder aandacht voor de nodige betrokkenheid en input vanuit de vrijwilliger zelf. Dit kan niet de bedoeling zijn. Motie De ondergetekende gemeenteraadsleden van Roeselare zijn bijzonder bekommerd m.b.t. de aandacht voor de vrijwillige brandweerman in het licht van de op til zijnde brandweerhervormingen. Gelet op het feit: dat de minister van Binnenlandse Zaken aangeeft dat ze de brandweerhervorming nog voor het einde van de lopende legislatuur wenst te beëindigen; dat de voorlopige teksten heel wat extra plichten bevatten voor de vrijwillige brandweerman waarbij de combinatie met zijn of haar andere dagtaken en /of gezin bemoeilijkt zullen worden; dat de vrijwillige brandweerman de belangrijkste schakel vormt in het gemeentelijk brandweerkorps; Overwegende: dat veiligheid en kwaliteit van de dienstverlening voorop staat; dat een loutere beroepsbrandweer enorme kosten met zich zou brengen voor de gemeentebesturen en dus ook voor onze gemeente; dat er van betrokkenheid van de vrijwillige brandweerman bij het hervormen van de wetgeving amper sprake was; Verzoeken de ondergetekende gemeenteraadsleden de bevoegde minister, mevrouw Milquet, minister van binnenlandse zaken, om : kennis te nemen van onze bezorgdheid; het nodige te doen om de brandweervrijwilligers nauwer te betrekken bij de voorbereiding van deze brandweerhervorming zodat ook in de toekomst het engagement van de vrijwillige brandweerman verenigbaar blijft met zijn gezinsleven en zijn andere dagtaken; te vermijden dat deze brandweerhervorming leidt tot een onaanvaardbare meerkost op federaal en/of lokaal niveau omwille van de afbouw van het aantal vrijwilligers en een toenemend aantal beroepsbrandweermannen.” En met het antwoord van burgemeester Luc Martens dat er reeds heel wat goedgekeurd werd in uitvoeringsbesluiten en Koninklijke Besluiten; dat de motie voorbijgaat aan de feitelijke onderhandelingen; dat deze onderhandelingen heel intensief waren en met veel aandacht voor de vrijwilligers; dat reeds een gans traject werd afgelegd ten voordele van de vrijwilligers; dat deze vrijwilligers semi-professioneel zijn; dat zij hiervoor een aantal vergoedingen krijgen maar dat ze wel goed moeten functioneren in het geheel van de brandweer; dat ze volledig geïntegreerd worden in het korps; dat zij dus ook over voldoende competenties moeten beschikken; dat zij nu ook kansen krijgen om mee te evolueren binnen de organisatie; dat de oorsprong hiervan te vinden is in de ramp in Ghislenghien; dat er toen heel wat mankementen waren; dat de korpsen over voldoende competenties moeten beschikken; dat de commandant ook heel lang voorzitter was van de 24.02.2014 73 ___________________________________________________________________________ federaties en dat hij als adviseur de onderhandelingen bijwoonde; dat hij dus heel goed kan inschatten wat al dan niet haalbaar is; dat dus kan geconcludeerd worden dat reeds maandenlang opgekomen werd voor de vrijwillige brandweerlieden en dat deze motie bijgevolg zonder voorwerp is; En met repliek van het betrokken raadslid dat minister Milquet reeds toegegeven heeft op fysische proeven; dat de vrijwilligers echter meer moeten betrokken worden in de definitieve uitwerking van hun statuut; dat het ook goed is dat VVSG vzw deelgenomen heeft aan de onderhandelingen: En met antwoord van burgemeester Luc Martens dat de vrijwilliger dezelfde prestaties moet kunnen leveren als de beroepsbrandweer en bijgevolg dus in conditie moet zijn; dat binnen 2 jaar een evaluatie zal gebeuren ; En met repliek van het betrokken raadslid dat er blijvend druk moet uitgeoefend worden; Gaat over tot stemming over het toegevoegd punt: Stemming over het toegevoegd punt: Stemmen ja: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Annelies Carron en Francis Reynaert Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie Onthouden zich:-BESLUIT: Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Toegevoegd punt: Knip in de Kanunnik Duboisstraat DE GEMEENTERAAD: In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van het toegevoegd punt, ingediend door mevr. Lieve Lombaert, raadslid N-VA, bij e-mail van 19 februari 2014, betreffende de knip in de Kanunnik Duboisstraat; AANHOORT: de toelichting van mevr. Lieve Lombaert, raadslid N-VA, met volgende motivering: “Door het opnieuw aanleggen van de Westlaan is er sluipverkeer gekomen in alle wijken rond de Westlaan. De inwoners van de ‘KADO’- wijk, deze wijk bestaat uit Domien Craccostraat en Kannunik Duboistraat, zijn dan ook bezorgd voor de veiligheid van hun wijk. Sinds de vernieuwing van de Westlaan is er sluipverkeer vast te stellen in deze buurt. Vier jaar geleden is er al een afspraak gemaakt met de burgemeester Luc Martens en de toenmalige bevoegde schepen 24.02.2014 74 ___________________________________________________________________________ Omer Hoorne om de verkeersremmers te plaatsen. Dit is tot nu toe nog altijd niet gebeurd. De ‘KADO’ – wijk heeft nu zelf een petitie georganiseerd om een actie te ondernemen i.v.m. dit sluipverkeer. Deze wijk telt 121 huizen en daarvan hebben bewoners van 106 huizen zich uitgesproken over hun keuze, dit is respons van 88%. Uit deze petitie blijkt dat 81% tegen de knip van de Kannunik Deboistraat is. Deze mensen willen wel andere maatregelen. Zo wil men in deze straat een snelheidsbeperking van 30 km/ uur invoeren en wil men verbod voor voertuigen van meer dan 3,5 Ton. Daarenboven wil men in deze wijk de as van de weg verleggen door bloembakken of andere hindernissen te plaatsen. Er is al een meting uitgevoerd door de ambtenaren van de Stad Roeselare maar bij deze meting zijn er een aantal fouten gemaakt. Er is NOOIT een nulmeting geweest, waardoor men geen referentie heeft. Men heeft op 3 punten gemeten en niet alleen in de Kanunnik Duboisstraat. Er is geen meting gebeurd naar de afkomst en bestemming van de voertuigen. Plaatselijk verkeer is hierdoor niet in kaart gebracht. Door de knip krijgen 30 gezinnen als het ware een privé straat en de andere 91 gezinnen moeten dan ook dagelijks vele kilometers omrijden. Het wijkcomité heeft berekend dat dit ongeveer een jaarlijkse uitstoot van 130.000 kg CO² MEER met zich meebrengt. De dienst wegen en mobiliteit heeft in een rapport van 11 maart 2010 laten weten dat de knip geen goed idee is. Daarenboven en ik citeer letterlijk: ‘in verschillende wijken krijgen we te maken met de bemerking dat er veel sluipverkeer aanwezig is. Het doorknippen van de weg, zou dit probleem kunnen oplossen, maar er dient hierbij ook rekening gehouden te worden met het nadeel voor de bewoners zelf. Als de weg doorgeknipt wordt, betekent dit immers dat ook zij zullen moeten omrijden. Langs een bestaande weg is het ook niet steeds evident om een keerbeweging mogelijk te maken t.h.v. de afsluiting. Zo’n keerbeweging is nodig voor de vuilniswagen’. De knip zorgt ook voor een scheur in deze wijk en het stadsbestuur vindt de werking en de samenhorigheid in de wijken toch wel zeer belangrijk. In deze wijk wil men een goede oplossing voor alle bewoners vinden en geen oplossing voor enkele bewoners. Is er advies ingewonnen bij de hulpdiensten, zoals brandweer want door de knip zou men zich wel even kunnen vergissen van nummer en dit zou een mensenleven kunnen kosten? Is er ook navraag gedaan bij de politie? Voorstel ter stemming : Het stadsbestuur voert de knip in de Kanunnik Duboisstraat niet uit en neemt de volgende maatregelen: Plaatsen van een verbodstekens C21 waarbij voertuigen van meer dan 3,5 ton de wijk niet mogen inrijden. Plaatsen van verkeersborden F4a en F4b Plaatsen van de nodige obstakels om de as van deze weg te verleggen. De genomen maatregelen zullen na één jaar op hun efficiëntie en effectiviteit worden getoetst." Met het antwoord van schepen Griet Coppé dat de aanleg van de verkaveling in fases gebeurde; dat oorspronkelijk er geen verbinding was tussen de Domien Craccostraat en Kanunnik Duboisstraat; dat bijgevolg er dan ook geen doorgang was via de Oostnieuwkerksesteenweg; dat reeds in de vorige legislatuur wijkenbabbels plaats vonden; dat mobiliteitsvragen veel voorkomende vragen waren; dat sedert 2013 heel wat verkeer passeerde door de kado-wijk; dat eind oktober op vraag van het wijkenbeleid een overleg plaats vond; dat toen het probleem van de mobiliteit weer ter sprake kwam; dat voor de beslissing gedurende 14 dagen intensiteitsmetingen werden uitgevoerd om een beeld te hebben over hoeveel verkeer langs de verschillende in- en uitgangen van de wijk passeert; dat op basis van deze metingen gekend is hoeveel verkeer er: 24.02.2014 75 ___________________________________________________________________________ - de Kanunnik Duboisstraat in rijdt vanaf de Groenestraat - de Kanunnik Duboisstaat in rijdt vanaf de Oostnieuwkerksesteenweg - de Domien Craccostraat in rijdt vanaf de Groenestraat - de Kanunnik Duboisstraat uit rijdt vanaf de Groenestraat - de Kanunnik Duboisstraat uit rijdt vanaf de Oostnieuwkerksesteenweg - de Domien Craccostraat uit rijdt vanaf de Groenestraat; dat dus bijgevolg geweten is hoeveel verkeer er de Kado-wijk inrijdt en uitrijdt; dat daarnaast op basis van het aantal woningen, het aantal bewoners, een inschatting gemaakt wordt van het aantal verplaatsingen dat dit met zich meebrengt; dat deze inschatting gebeurt aan de hand van statistieken uit het onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen; dat dit onderzoek gebeurt door de Vlaamse Overheid en een continue onderzoek vormt met veldwerk; dat in dit onderzoek meer gegevens worden verzameld i,v.m. het aantal verplaatsingen, soort verplaatsingen, verplaatsingsmiddel,…; dat op die manier uit dit onderzoek een cijfer komt van het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag en ook cijfergegevens met de verdeling van het gebruikte vervoermiddel; dat aan de hand van het aantal inwoners in de wijk en de statistieken uit het onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen kan bepaald worden hoeveel verplaatsingen er van en naar de wijk gebeuren; dat bijgevolg een beeld bekomen wordt van hoeveel auto-bewegingen er te verwachten zijn door de bewoners (en bezoekers) van de wijk; dat het cijfer dat bekomen wordt het verkeer met herkomst of bestemming in de wijk vormt; dat over de knip advies werd ingewonnen bij de hulpdiensten van de brandweer en AZ-Delta; dat van de vergadering een verslag werd opgemaakt; dat de maatregelen die voorgesteld werden door enkele bewoners zoals het plaatsen van tonnagebeperking, het invoeren van 30 km/uur weinig tot geen impact hebben op het sluipverkeer; dat in deze het handhavingsbeleid van de politie heel belangrijk is maar dat dit voor de politie geen prioriteit vormt; dat echter het kruispunt van de Kanunnik Duboisstraat en Domien Craccostraat al geaccentueerd werd door het gebruik van ander materiaal; dat de bewoners die tegen de knip waren ook gehoord werden na de bewonersvergadering; dat er heel veel appreciatie is voor de voorstellen en dat daarom in het college een dubbel besluit werd genomen nl. de knip zal uitgevoerd worden maar er zal eveneens een onderzoek gebeuren naar begeleidende maatregelen voor de bewoners van de Domien Cracoostraat om het omrijden te beperken; dat er bv een bijkomende keerbeweging in de Westlaan zal onderzocht worden; dat in de bewonersvergadering van januari werd meegedeeld dat de knip nog niet morgen zal uitgevoerd worden (beslissing college van burgemeester en schepenen, nodige tijd voor uitvoering, voldoende communicatie) en dat een proefopstelling voor één jaar zal gebeuren; dat daarna een evaluatie zal plaats vinden; En met repliek van mevr. Lieve Lombaert dat de leefbaarheid in de woonwijken inderdaad prioritair is; dat het vroeger een rustige wijk was en dat niemand kan gedwongen worden om met de fiets rond te rijden; dat er inderdaad een evaluatie na één jaar moet gebeuren maar hoe, wanneer en wat zal er geëvalueerd worden; dat door het verbinden van de Kanunnik Duboisstraat en de Domien Craccostraat reeds meer verkeer was doordat de wijk groter werd; dat bij de intensiteitstelling geen rekening gehouden werd met welke verplaatsingen door de wijk gebeurde; dat in deze de wijkbewoners moeten betrokken worden in kader van de democratie (80% zijn immers tegen de knip en er wordt hiermee geen rekening gehouden) en met vraag naar de timing wat betreft het uitvoeren van de knip; En met antwoord van schepen Griet Coppé dat twee zaken in deze heel belangrijk zijn nl. 1. Algemeen belang dienen: verkeersveiligheid; afremmen verkeer; luwheid in woonstraten 2. De aanleg van verkavelingen gebeurt nu anders dan vroeger; Gedurende jaren werden er geen wijzigingen meer uitgevoerd maar dat rekening houdend met de toename van het aantal auto’s (een totaal van 60.000 auto’s van alle bewoners van Roeselare) het verkeer blijvend moet georganiseerd worden en dat vlug het bereiken van het doel niet meer mogelijk zal zijn; Gaat over tot de stemming over het toegevoegd punt: Stemmen ja: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees Verduyn-Coffyn, Lieve Lombaert, Maxim Deweerdt, Annelies Carron en Francis Reynaert 24.02.2014 76 ___________________________________________________________________________ Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie Onthouden zich: BESLUIT: Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Toegevoegd punt: Electrabel en de positie van steden en gemeenten DE GEMEENTERAAD: In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van het toegevoegd punt, ingediend door dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, bij e-mail van 19 februari 2014 betreffende Electrabel en de positie van de steden en gemeenten; AANHOORT: de toelichting van dhr. Peter Logghe, raadslid Vlaams Belang, met volgende motivering: “In De Tijd, niet direct de grootste roddelkrant, verscheen vorige week een artikel waarin melding werd gemaakt van mogelijke malversaties bij het moederbedrijf van Electrabel, GDF Suez. Het was waarnemers als opgevallen dat in de balansgegevens van het moederbedrijf de mooiste winstcijfers werden gerealiseerd in België en bij het Belgische dochterbedrijf Electrabel. Dit had een aantal commentatoren al aangezet om te schrijven dat België een melkkoe was voor GDF Suez, en dat de hoge energieprijzen in België de winstcijfers in Frankrijk hadden opgesmukt. In 2012 bijvoorbeeld zouden het Franse bedrijf GDF Suez, waar de Franse staat tussen haakjes meerderheidsaandeelhouder van is, een half miljard euro te veel hebben aangerekend voor de levering van aardgas. De gemeenten en gemeenten, die als aandeelhouder van Electrabel Consumer Solutions door de verschrompeling van de winst cijfers van Electrabel in 2012 geen dividend kregen uitgekeerd, zijn in dit spel tweemaal de pineut: door het niet ontvangen van dividenden mankeren ze – noodzakelijke – inkomsten, zeker in deze tijden van financiële krapte. Samen met de bedrijven en de consumenten hebben zij misschien – dat zal het onderzoek van de Bijzondere Belastingsinspectie uitwijzen – hiervoor een zware prijs betaald. Over een periode van 2009 tot 2012 zou het gaan om 9 miljoen euro, in de andere jaren zou het kunnen gaan om bedragen van 50 miljoen euro, voor het ganse land natuurlijk. Maar er is meer natuurlijk. Niet alleen hebben de steden en gemeenten – de meeste toch – verlies geleden door het wegdraineren van de winst van Electrabel naar GDF Suez, maar waarschijnlijk hebben diezelfde steden en gemeenten hieraan bijgedragen, door allerlei financiële en andere plannen goed te keuren, en door bijvoorbeeld ook de bevoorradingsvoorwaarden te hebben goedgekeurd. In De Tijd worden hierover veel vragen gesteld. Zoals bijvoorbeeld wanneer gemeenten en steden, die geen energiespecialisten zijn, zich niet beter zouden onthouden van het in portefeuille houden van aandelen van energiebedrijven, en of ze niet beter gewoon weg zouden blijven uit energiebedrijven. De vraag die men zich in deze gemeenteraad kan stellen, en zeker in deze gemeenteraad moet stellen, want onze burgervader had een serieuze vinger in de pap van VVSG, en neemt er nog 24.02.2014 77 ___________________________________________________________________________ steeds een symbolische rol waar: welke stappen zullen de gemeenten en steden zetten om hun belangen en om onze belangen te vrijwaren? Op 18 maart zou er een Raad van bestuur plaatsgrijpen van ECS: welke stelling zal de stad Roeselare daar verdedigen? Zal men bijvoorbeeld een audit eisen? Afhankelijk van de antwoorden van het College van Burgemeester en Schepenen zal ik een motie ter stemming voorleggen. “ En met antwoord van schepen Henk Kindt dat de steden en gemeenten niet rechtstreeks participeren in Electrabel, maar wel via een financieringsintercommunale zoals bv. FIGGA; dat de steden in de raad van bestuur worden vertegenwoordigd door intermixt; dat tot voor kort deze participatie opbrengsten genereerden voor de gemeentelijke sector; dat in de loop van 2013 de financieringsverenigingen evenwel het nieuws kregen dat over het boekjaar 2012 geen opbrengsten worden uitgekeerd; dat vanuit de steden en gemeenten de vraag werd gesteld of het nog opportuun is in ECS aanwezig te blijven; dat door Intermixt, het overlegplatform van de Vlaamse financieringsverenigingen dan ook werd beslist om onderhandelingen op te starten met GDF Suez over een eventuele uitstap van de gemeentelijke sector uit ECS; dat ondertussen door de vertegenwoordigers van de Vlaamse Financieringsverenigingen in de raad van bestuur van ECS vragen werden gesteld over de aankooppolitiek van ECS; dat toen echter geen reden was om te twijfelen aan de info; dat dit ook werd bevestigd door de commissaris-revisor; dat deze vertegenwoordigers toch een externe audit hebben gevraagd; dat ook Intermixt reeds initiatieven heeft genomen; dat zowel aan CREG als aan de ministers een kopie van de CREG-studie werd opgevraagd; dat eveneens wordt nagegaan welke bijkomende stappen moeten ondernomen worden om de belangen van de gemeenten te behartigen; dat het echter belangrijk is dat dit in groep gebeurd; En met antwoord van burgemeester Luc Martens dat VVSG vzw daar niet bij betrokken is, maar wel de financieringsintercommunales; dat reeds heel wat winsten werden binnengehaald versus een kleine inbreng; dat reeds het verslag van de gesprekken met minister Bourgeois werd opgevraagd; dat eventuele misbruik wel naar boven zal komen; dat momenteel nagegaan wordt in welke mate de gemeenten nog moeten participeren in dergelijke besturen; dat vroeger deze vraag niet werd gesteld daar de gemeenten in return veel winsten kreeg; dat hieromtrent op 18 maart zal vergaderd worden; En met repliek van het betrokken raadslid dat indien er onregelmatigheden gebeurden, de gemeenten zich burgerlijke partij moeten stellen; En met antwoord van schepen Henk Kindt dat stad zelf geen partij is; dat de cijfers in krant nog niet werden geobjectiveerd; dat enkel de cijfers tot in 2012 bevestigd werden door de bedrijfsrevisor; En met repliek van het betrokken raadslid dat de vergadering van 18 maart zal afgewacht worden en dat hij bijgevolg geen stemming vraagt over het toegevoegd punt; BESLUIT: Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt ingetrokken. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. 24.02.2014 78 ___________________________________________________________________________ Toegevoegd punt Aanpassen verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert, Meenseheirweg 20. DE GEMEENTERAAD: In toepassing van art. 22 van het Vlaams Gemeentedecreet en art. 5 § 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad; NEEMT AKTE: van het toegevoegd punt, ingediend door mevr. Siska Rommel, raadslid N-VA, bij e-mail van 19 februari 2014, betreffende het aanpassen van de verkeerssituatie voor STAP Adriaan Willaert, Meenseheirweg 20; AANHOORT: de toelichting van mevr. Siska Rommel, raadslid N-VA, met volgende motivering: “Dagelijks staan er auto’s geparkeerd aan de even kant Meensheirweg van aan de verkeerslichten H. Spilleboutdreef tot aan de parking van het STAP. De gele lijnen die in de bocht bestaan, worden niet of nauwelijks gerespecteerd. Het STAP is geen gewone school met piekmomenten ’s morgens, ’s middags en ’s avonds. Het is een academie waar er op piekmomenten leerlingen toekomen en tegelijkertijd vertrekken. Deze piekmomenten komen om het half uur voor. Kinderen staan met hun instrument buiten of in de hal te wachten tot hun (groot)ouders hen komen ophalen. Hierdoor ontstaat er een echt wespennest van autoverkeer, fietsers, voetgangers vóór de ingang van het STAP Hierdoor wordt er een onveilige verkeerssituatie gecreëerd: 1. De bussen die in de straat rijden kunnen nauwelijks passeren. 2. Ouders parkeren dubbel om hun kinderen te laten in- of uitstappen. 3. Er staan auto’s op het voetpad (meestal aan de overkant, zijnde de kant van de onpare nummers). Ik verzoek daarom de raad volgende goed te keuren: Voor de veiligheid van de leerlingen en alle personeel van STAP Adriaen Willaert, wordt er een volledig parkeerverbod ingevoerd van aan de hoek H. Spilleboutdreef-Meenseheirweg tot aan de in- en uitrit van de parking van het STAP. Er wordt een zoen- en vroemzone thv de hoofdingang van het STAP voorzien, zodat ouders hun kinderen veilig kunnen afzetten/ophalen. Aanleggen van een zebrapad ter hoogte van de hoofdingang van het STAP. Invoeren van parkeren aan 1 zijde in de Wallemeers / voorzien van bewonersplaatsen. Het onderzoeken voor het plaatsen van schuilruimte (cfr bushokje) in de omgeving van het STAP waar leerlingen op hun chauffeur kunnen wachten.” En met antwoord van schepen Griet Coppé dat het inrichten van parkeerverbod geen oplossing is; dat veel problemen te maken hebben met de mentaliteit; dat iedereen zijn kinderen wenst af te zetten aan de ingang van de school; dat parkeerverbod ook gevolgen heeft voor de bewoners van de straat; dat deze problematiek zeker moet aangepakt worden met de verhuis van de school “De Vlieger” naar de gebouwen van de STAP in het vooruitzicht; dat met de school een voorstel wordt onderhandeld om de school te bereiken via de H. Spilleboutdreef; Gaat over tot de stemming over het toegevoegd punt: Stemmen ja: Frederik Declercq, Brecht Vermeulen, Mieke Van Hootegem, Justine Pillaert, Siska Rommel, Daniel Vanden Berghe, Bart De Meulenaer, Filiep Manhaeve, Trees VerduynCoffyn, Lieve Lombaert en Maxim Deweerdt Stemmen neen: Luc Martens, Bart Wenes, Michèle Hostekint, Filiep Bouckenooghe, Griet 24.02.2014 79 ___________________________________________________________________________ Coppé, Henk Kindt, Nathalie Muylle, Kris Declercq, José Debels, Marc Vanwalleghem, Frans Dochy, Dirk Lievens Geert Huyghe, Ria Vanzieleghem, Tania Feys, Gerdi Casier, Frederik Nuytten, Leen Sercu, Yana Debusschere en Stefaan Van Coillie Onthouden zich: Filip Deforche, Peter Logghe, Immanuel De Reuse, Annelies Carron en Francis Reynaert. BESLUIT: Enig artikel: Het toegevoegd punt wordt niet goedgekeurd. Aldus gedaan in openbare zitting van 24 februari 2014. Einde van de zitting: 00.00u Johan Leenknecht Stadssecretaris Bart Wenes Voorzitter gemeenteraad En bekrachtigd in openbare vergadering van 24 maart 2014 Johan Leenknecht Stadssecretaris Bart Wenes Voorzitter gemeenteraad
© Copyright 2024 ExpyDoc