1. Concept-verslag RBO Rijn-West, d.d. 19 juni 2014

RBO Agendastuk
DDeeeellssttrroooom
mggeebbiieedd RRiijjnn--W
Weesstt
Conceptverslag RBO 19 juni 2014
Aan
Van
RBO-RW
Steven Visser
Onderwerp
Datum overleg
e
Conceptverslag 39 Regionaal
Bestuurlijk Overleg KRW Rijn-West
19 juni 2014
Aanwezig
I. ter Woorst (hoogheemraad), plv. voorzitter
J. Meijers
H. Schouffoer (hoogheemraad)
W. Dulfer (lid dagelijks bestuur)
G. Beugelink (hoogheemraad)
C. Mantel (eerste loco-dijkgraaf)
M. Gremmen (heemraad)
G.J. Schelling (heemraad)
R. Grondel (wethouder)
R. Hamerlinck
D. van der Molen
R. Smits
C. Verwijs
J. Huesmann
C. van den Berg
R. van der Zaken
H. Boeyen
R. Maaskant
P. Massink
S. Visser (secretaris RBO)
J. Steegh, onafh. vz. klankbordgroep
O. Cox (ambtelijk KT Rijn-West)
Hoogheemraadschap Delfland
Gedeputeerde Gelderland
Hoogheemraadschap Rijnland
Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht
Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Waterschap Rivierenland
Waterschap Hollandse Delta
Gemeente Diemen
RWS Noordzee
Ministerie IenM
Ministerie IenM / DG Water / CSN
Provincie Zuid-Holland
Provincie Utrecht
Provincie Noord-Holland
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Waterschap Hollandse Delta
KRW-coördinator gemeente Rijn-West
Gezamenlijke waterschappen
Procesmanager, gezamenlijke provincies
Teunissen & Steegh
Communicatie adviseur Rijn-West
Afwezig
J. Busstra
R. de Vries
H. Weber
J. Geldhof
S. Binnendijk (wethouder)
A.J.C. van der Vlugt
A. Driesprong
Ministerie IenM / DG Water / CSN
Gedeputeerde provincie Utrecht
Gedeputeerde Zuid-Holland
Gedeputeerde Noord-Holland
Gemeente Heerhugowaard
Gemeente Goeree-Overflakkee
RWS West-Nederland Zuid
Verslag
C. Feun
Vidipen Notuleerservice Harskamp
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering om 10.30 uur en heet de aanwezigen van harte welkom.
Vertoning film Vismigratie Rijn-West
De heer Visser licht toe dat de film is gemaakt in het kader van de World Fish Migration Day die op
24 mei 2014 in Amsterdam is gehouden. De film is daar goed ontvangen. De film geeft een goed beeld
van de activiteiten die de partijen in Rijn-West ontplooien.
Hierna wordt de film Vismigratie Rijn-West vertoond.
De voorzitter vindt de film zeer geslaagd. De inhoud en de samenwerking, zowel in het RBO als
internationaal, zijn goed in beeld gebracht. De film straalt veel enthousiasme uit.
De heer Visser heeft ter informatie een kaartje uitgedeeld met daarop een eerste uitwerking van de
werkgroep vismigratie Rijn-West van de prioritaire knelpunten voor vismigratie tussen hoofdwatersysteem en regionaal watersysteem.
De voorzitter meldt van welke RBO-leden bericht van verhindering is ontvangen. De heer De Vries komt
later ter vergadering. De heer Weber en mevrouw Geldhof hebben zich afgemeld en worden ambtelijk
vervangen. Wethouder Van der Vlugt en wethouder Binnendijk hebben zich eveneens afgemeld,
evenals de heer Driesprong van RWS Nederland Zuid, die vervangen wordt door de heer Hamerlinck.
De heer Busstra wordt vervangen door de heer Van der Molen.
De heer Grondel vult aan dat de overige leden van de gemeentedelegatie zich hebben afgemeld, mede
ten gevolge van het feit dat de collegevorming niet overal even vlot is verlopen.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2. Mededelingen
 Peil (bijlage 1 en 2)
Het RBO neemt kennis van beide bijlagen.
 Signaal met betrekking tot lopende discussie Visserijwet (bijlage 3 en 4)
De heer Beugelink vindt het overhevelen van bevoegdheden van de waterschappen naar EZ geen
goede gang van zaken. Er wordt een vorm van omgekeerde bewijslast geïntroduceerd: waterbeheerders moeten dan aantonen dat het uitzetten van vis geen schadelijke effecten heeft. De
waterschappen pleiten ervoor dit signaal in een brief aan EZ te sturen met het verzoek om een reactie.
De heer Steegh meldt dat de klankbordgroep dit standpunt onderstreept.
De heer Grondel laat weten dat de gemeenten dit standpunt eveneens onderschrijven. Hij concludeert
dat er wellicht vanuit economisch belang het gevoel bestaat dat men onvoldoende gehoord wordt. Dit is
een aandachtspunt.
De heer Van der Molen reageert dat volgens de wetgeving de bevoegdheden niet bij de waterschappen
liggen. De Visserijwet heeft altijd de verantwoordelijkheid bij het Rijk gelegd, maar in de praktijk is die
door de waterschappen ingevuld. Dat is niet conform de wens van EZ en dat is mede reden om de
Visserijwet daarop aan te passen. Bij de Waterwet is het uitgangspunt "doe decentraal wat kan en
centraal wat moet". Daar is dus een discrepantie met de gekozen insteek. Hij stelt voor om in de brief
de optie te noemen om het via de Waterwet te regelen.
De heer Beugelink kan zich voorstellen dat EZ beducht is voor wildgroei, waarbij iedereen zijn eigen
keur gaat stellen. Daarom zou een handreiking kunnen worden gedaan om tot een harmonisatie van de
keurbepalingen te komen.
De heer Schouffoer concludeert dat IenM niet tegen een brief vanuit Rijn-West is.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 2 van 10
De heer Van der Molen heeft daarover geen oordeel. Wel wijst hij op het feit dat er inspraak mogelijk is
geweest op de Visserijwet. Dat was het moment om te reageren. De formele inspraakperiode is
waarschijnlijk afgelopen.
De voorzitter concludeert dat het RBO Rijn-West een brief schrijft waarin het standpunt van de
waterschappen wordt onderschreven en de opmerkingen van het RBO worden opgenomen. De brief zal
worden gezonden aan de staatssecretaris van EZ met afschrift aan het ministerie van IenM en de
Tweede Kamer.
Actie 39.1: De brief aan EZ wordt in concept opgesteld, onderling afgestemd en daarna verzonden.
 Brief van 2 juni 2014 aan de Kamer met betrekking tot waterkwaliteit (bijlage 5)
De heer Van der Molen licht toe dat er vorige week een algemeen overleg is gehouden en deze week
een VAO waarbij moties zijn ingediend. Hij heeft het gevoel dat de KRW politiek gezien in rustiger
vaarwater komt, mede door de toezegging van de minister dat zij in september met aanvullende
middelen komt om de maatregelen in het hoofdwatersysteem te blijven uitvoeren, ook na 2015. Een
ander opvallend punt van het debat is dat bij veel partijen het beeld bestaat dat schoon en ecologisch
gezond water helder is, dat boten er doorheen kunnen varen en dat er heel veel vis in zit. Het is
verstandig om in de communicatie aan te geven dat het beleid weliswaar is gericht op biodiversiteit,
maar dat niet de verwachting moet bestaan dat alles voor iedereen beter wordt. Er zal bijvoorbeeld
minder kilogram vis per hectare zijn.
De heer Gremmen merkt op dat die signalen ook bij de waterschappen bekend zijn. Dit betekent een
tegenstrijdigheid met de toestand in het verleden. De kritiek van de sportvisserij is nu dat er te weinig
fosfaat, stikstof et cetera in het water zit. Dit is frustrerend voor de waterschappen.
De heer Van der Molen concludeert dat een zorgvuldige communicatie essentieel is.
Mevrouw Meijers ziet in de brief dat 95% van de toestand van oppervlaktewater zou voldoen aan de
Europese normen. Dat percentage wordt in Gelderland bij lange na niet gehaald.
De heer Van der Molen verduidelijkt dat in de brief staat dat het om 95% van de waarnemingen gaat.
Per waterlichaam moeten 40 stoffen worden beoordeeld. Als een van die stoffen niet goed is, is het hele
waterlichaam niet goed. Als je kijkt naar de waarnemingen die echt niet voldoen, blijken er in Nederland
maar een of twee stoffen te zijn die structureel een probleem geven, met als gevolg dat het waterlichaam niet goed is.
 Voortgangsrapportage KRW 2013 (bijlage 6)
De heer Steegh wijst namens de klankbordgroep op de passage: "De zuiveringsinspanningen van rwzi's
worden ten minste gehandhaafd. Hier is maatwerk de oplossing, waterschappen moeten blijven zoeken
naar kosteneffectieve maatregelen ook als het gaat om aanscherping van de zuivering." Deze passage
doet de waterschappen tekort. Die zijn immers juist op dit gebied heel innovatief bezig. De klankbordgroep verzoekt deze passage aan te passen.
De voorzitter constateert dat de aanwezigen het eens zijn met aanpassing. Actie 39.2: De passage
wordt aangepast.
De heer Beugelink ziet in de inleiding staan dat de samenwerking binnen Rijn-West en met de
agrarische sector zijn vruchten afwerpt. Hij zou die effecten graag uitgewerkt zien. Op bladzijde 3
(halverwege) staat "Dat leidt bij de plannen voor SGBP-2 tot opnieuw kritisch bezien van de effectiviteit
van natuurvriendelijke oevers, mede op basis van ecologische sleutelfactoren en een duidelijke
prioriteitstelling". Waar komt deze twijfel vandaan?
De heer Grondel onderschrijft deze vraag. Het is beter om op te nemen dat er in de nieuwe fase beter
wordt gekeken naar de samenhang tussen de maatregelen.
De heer Mantel wijst op de adviezen aan de minister om water uit het Ketelmeer in te laten omdat het
fosfaatgehalte te laag is. Een dergelijke actie ondermijnt alles en het is dus zaak om er adequaat op te
reageren.
De voorzitter concludeert dat op dit punt actieve communicatie belangrijk is. Zij stelt voor hierop de
volgende keer terug te komen. Het is goed om als RBO een gemeenschappelijke redeneerlijn te
hanteren.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 3 van 10
De heer Grondel pleit ervoor om die actieve communicatie in te vullen middels een interview in een
landelijke krant.
Actie 39.3: Er zullen voorbereidingen worden getroffen voor een interview dat na 1 september 2014 in
een landelijke krant wordt geplaatst.
 Overige mededelingen
De voorzitter memoreert dat in de vorige bijeenkomst is gediscussieerd over het one-in-all-in-principe.
Zij heeft begrepen dat de discussie inmiddels tot tevredenheid van de waterschappen is afgerond.
De heer Van der Molen antwoordt bevestigend. Vervolgens heeft het IPO te kennen gegeven dat het
niet instemt met het voorstel van de waterschappen om een deel uit de presentatie van de resultaten
weg te laten. Afgesproken is dat het IPO contact zoekt met de UvW.
De heer Schouffoer memoreert dat de drie provincies van RBO Rijn-West zich in het standpunt van de
waterschappen konden vinden. Hij gaat ervan uit dat de provinciedelegatie uit Rijn-West dit signaal in
het gesprek met de UvW overbrengt.
3. Rijn-West Adviesnota Schoon Water 2016 - 2021
Korte toelichting Rijn-West Adviesnota Schoon Water 2016 - 2021 (bijlage 7)
Bespreken uitgebreide samenvatting van de Adviesnota (bijlage 8)
Afspraken maken over afronding van samenvatting en Adviesnota
Opmerkingen RBO-leden:
o De heer Steegh meldt dat de klankbordgroep onvoldoende uit de nota vindt blijken wat het
maatschappelijke doel van de KRW is. In de nota ontbreekt voorts een passage over het bijzondere
karakter van het gebied en de specifieke eigenschappen die invloed hebben op de maatregelen. In
de samenvatting ontbreekt de parameter doorzicht, een van de belangrijkste doelen uit de KRW. Het
is wel de vraag of doorzicht in Rijn-West altijd en overal het doel moet zijn. Wellicht is het goed
daarover eens met een aantal deskundigen te brainstormen.
o De heer Grondel ziet in het schema in de samenvatting niet staan dat water ook een doel heeft voor
ecologie, natuurbeleving, landschap et cetera. Met het oog op de communicatie is dit wel gewenst.
Voorts heeft hij begrepen dat de nota niet meer in het RBO wordt vastgesteld. Vorige keer heeft het
RBO een gezamenlijk besluit genomen om een advies aan de minister te geven. Nu lijkt het erop dat
alle afzonderlijke overheden besluiten en dat de minister de nota vaststelt. Het lijkt hem goed om de
factsheets ter kennisname aan alle gemeenten te sturen, zodat zij die, indien gewenst, kunnen
behandelen. Hij ziet hierbij een link met de discussie over governance. De gemeenten hebben de
behoefte om een aantal overlegstructuren in elkaar te schuiven.
o Naar aanleiding van de signalen van het Rijk dat de realisatiestrategie niet overal wordt afgestemd
merkt de heer Verwijs op dat partijen zo snel mogelijk in gesprek moeten gaan om problemen in
Brussel te voorkomen.
o Mevrouw Meijers stelt dat de factsheets moeten kloppen met de doelen die door de provincies
samen met de waterschappen worden vastgesteld. Zij vraagt zich af hoe een en ander verder gaat in
het proces. De provincies moeten hiermee terug naar PS.
o Mevrouw Van den Berg meldt dat Noord-Holland inzet op gezamenlijkheid, maar wil voorkomen dat
in een RBO besluiten worden geformuleerd waardoor PS het gevoel krijgen geen eigenstandige
beslissing te kunnen nemen. Vanuit dat oogpunt is het niet verstandig om nu al over doelverlaging te
spreken of over het vaststellen van doelen. Het politieke proces in de provincie moet zijn eigen rol
kunnen spelen.
o De heer Beugelink onderschrijft de opmerkingen die over het proces zijn gemaakt. Hij ziet op
bladzijde 5 dat de EC meer transparantie en een specifiekere omschrijving van de maatregelen wil.
Dit punt komt terug in het beslispunt op bladzijde 7. Bij de waterschappen zie je echter dat de
maatregelen juist steeds abstracter worden omschreven.
o De heer Schouffoer voegt toe dat in de nota scherper verwoord mag worden dat conform afspraak
pas over doelverlaging kan worden gediscussieerd na de evaluatie van de tweede periode.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 4 van 10
Voorts willen de waterbeheerders aan de passage inzake nutriënten graag de bestrijdingsmiddelen
toegevoegd zien. Voor bestrijdingsmiddelen zijn doelstellingen geformuleerd. De waterschappen
pleiten ervoor om in RBO Rijn-West te kijken in hoeverre wetgeving en beleid rond bestrijdingsmiddelen kunnen worden afgestemd.
o De heer Van der Molen spreekt zijn complimenten uit voor de nota. De nota is duidelijk en compleet.
De factsheets zijn van iedereen. In de praktijk zijn bij de invulling voor oppervlaktewater de waterschappen in de lead en voor grondwater de provincies. De functie van de bespreking van de
adviesnota is volgens hem om af te stemmen wat partijen bij hun eigen bestuur ter instemming
voorgeleggen. Het is geen advies richting de minister; dat komt pas na instemming van de besturen.
Hij is het eens met de wens om duidelijker op te schrijven dat er nu geen sprake is van doelverlaging, maar wijst wel op het verschil tussen doelverlaging en het verrekenen van achtergrondconcentratie. Dat laatste had al gebeurd moeten zijn.
o De heer Hamerlinck sluit aan bij de complimenten en onderschrijft de opmerking over de status van
de adviesnota. Hij vindt het belangrijk om in de nota duidelijk aan te geven dat men te maken heeft
met een traag reagerend systeem, zodat de effecten van de maatregelen pas over langere tijd
zichtbaar worden.
De heer Visser verwijst voor het proces naar het spoorboekje voor SGBP-2. In het RBO vindt geen
besluitvorming plaats over doelen, maatregelen en kosten. Dat is aan de besturen. Actie 39.4: Hij zal
het proces nogmaals in een memo schetsen en aan het RBO sturen. Hij heeft vorige week van CSN het
concept-SGBP Rijn ontvangen. Daarin staat het advies van Rijn-West.
De heer Grondel meent dat dit een ambtelijk stuk is. De besturen weten daar niets van.
De heer Visser zal nadenken over een goede vorm om de besturen te informeren. De factsheets komen
wel als bijlage bij de provinciale besluitvorming
De voorzitter concludeert dat het belangrijk is dat alle partijen in de tussentijd hun colleges en algemene
besturen blijven informeren.
De heer Schouffoer heeft er geen probleem mee dat de factsheets naar de gemeenten worden
gestuurd, maar dan wel met een begeleidend schrijven.
Mevrouw Huesmann meent dat zaken die nog niet zijn vastgesteld in PS en GS, niet formeel naar de
gemeenten kunnen worden gestuurd. Zij geeft de voorkeur aan het opstarten van een dialoog.
Mevrouw Meijers onderschrijft deze opmerking. De factsheets zijn ambtelijk uitgebreid besproken.
De heer Dulfer meent dat dit soort discussies op bestuurlijk niveau met de gemeenten wordt gevoerd in
het gebiedsproces.
De voorzitter concludeert dat het RBO zorgt voor een begeleidend schrijven bij de factsheets. Het
signaal van de klankbordgroep dat in de nota moet worden duidelijk gemaakt waar we het allemaal voor
doen, zal worden verwerkt. (Actie 39.5)
De heer Visser zal een passage over doorzicht in de samenvatting toevoegen. (Actie 39.6)
De heer Steegh denkt dat een discussie moet worden gevoerd over de vraag of doorzicht overal
wenselijk is.
De voorzitter concludeert dat de opmerkingen over het niveauverschil van de details per waterschap
voor kennisgeving worden aangenomen.
De heer Van der Molen wijst erop dat alleen die maatregelen worden opgeschreven waar een
bestuurlijk akkoord op is en waar geld voor is. Vagere afspraken worden vaag geformuleerd. Wat
concreet kan, moet concreet. Bij wat niet concreet kan, moet een passend detailniveau worden
gehanteerd.
De voorzitter concludeert voorts dat er vanuit de waterschappen aandacht is gevraagd voor
bestrijdingsmiddelen.
De heer Beugelink voegt toe dat onlangs de CTGB haar jaarlijkse relatiedag heeft gehouden. De
normering en verschillen in harmonisatie waren daar een hot issue. Er is aangedrongen op
harmonisatie. Het zou wellicht zinvol zijn om een presentatie over dit punt te houden.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 5 van 10
Hierna worden de beslispunten uit de samenvatting puntsgewijs doorgenomen.
Het RBO wordt gevraagd:
in te stemmen met beoogd doel en status van de Adviesnota Schoon Water
Het RBO gaat akkoord met dit beslispunt.
Het RBO wordt gevraagd:
in te stemmen met de presentatie en onderbouwing van de voortgang van de uitvoering van de KRW
in het deelstroomgebied Rijn-West tot nu toe.
Het RBO gaat akkoord met dit beslispunt.
Het RBO wordt gevraagd:
in te stemmen met de gezamenlijke presentatie en onderbouwing van de doelen, maatregelen en
e
kosten van de KRW voor de 2 planperiode;
in te stemmen met de gezamenlijke ambitie om stevig door te gaan met het uitvoeren van effectieve
maatregelen samen met alle overheids- én maatschappelijke partijen, zodat de verschillende typen
maatregelen elkaar versterken, met als ambitie de KRW waterdoelen te bereiken uiterlijk in 2027.
Bestuurlijk discussiepunt:
- zijn deze ambitie en verwachting waar te maken? Zo niet, hoe agenderen wij hetzij anticiperen op
doelverlaging, hetzij op een langere uitvoeringstermijn de komende periode?
Bestuurlijk discussiepunt:
- is het detailniveau van de maatregelen in lijn met de resultaatsverplichting van de KRW? Hoe
kunnen we de voortgang transparant rapporteren?
o Mevrouw Van den Berg meent dat het een bevoegdheid van PS is om zelfstandig akkoord te gaan
met het aanpassen van doelen aan de achtergrondconcentratie.
o De heer Schouffoer memoreert dat het uitgangspunt van de KRW is dat men al eerder aan de eisen
zou voldoen. De drie uitvoeringsperiodes zijn extra tijd. Het is begrijpelijk dat hier 2027 wordt
genoemd, maar het zou goed zijn om meer ambitie te formuleren.
De voorzitter wijst op de woorden "stevig door te gaan".
De heer Gremmen voegt toe dat het de ambitie is om de waterdoelen uiterlijk in 2027 te realiseren.
Dat kan dus ook eerder zijn.
Het RBO gaat akkoord met dit beslispunt met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
Het RBO wordt gevraagd:
uit te spreken dat het de ambitie is om in 2021 alle maatregelen genomen te hebben die uiteindelijk
zullen leiden tot doelbereik ten aanzien van nutriënten; effectief generiek mestbeleid, beschikbaarheid van middelen zoals POP3 en regionale maatregelen in Rijn-West met inzet van meerdere
partijen, waaronder waterbeheerders en de agrarische sector.
o Mevrouw Van den Berg meent dat het met deze formulering bijna niet mogelijk is om na 2021 nog
maatregelen te nemen.
e
De heer Visser antwoordt dat het om het 2 SGBP gaat. Als er daarna maatregelen moeten worden
genomen, wordt dat hiermee niet uitgesloten.
o De heer Gremmen begrijpt dat er in 2021 een effectief generiek mestbeleid moet zijn. Als dat het
geval is, moet dat ook in het DAW komen. Het is de vraag of het DAW dan nog effectief vorm gaat
krijgen.
o De heer Schouffoer onderschrijft dat 2021 iets te snel is voor de traag reagerende landbouwsector.
In het gebied van Rijnland ziet hij nog niet veel beweging in het DAW.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 6 van 10
o De heer Visser antwoordt dat het beslispunt enigszins cryptisch is geformuleerd. Het betreft een
onderbouwing van de discussie "nee, tenzij". Hij zal het beslispunt anders formuleren, bijvoorbeeld
dat het een dringende oproep aan partijen is om deze stap te maken. (Actie 39.7)
Het RBO gaat akkoord met dit beslispunt met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
Het RBO wordt gevraagd:
prioritering aan te brengen in het overzicht van inhoudelijke- en procesmatige onderwerpen die de
komende planperiode op de bestuurlijke agenda kunnen staan. Welke onderwerpen wil het RBO
gezamenlijk oppakken en verder brengen?
o De heer Van der Molen benadrukt dat het RBO zijn eigen agenda bepaalt. Hij bestempelt de lijst als
herkenbaar en kan die dan ook ondersteunen.
o De heer Steegh merkt op dat de klankbordgroep aandacht vraagt voor het onderwerp klimaatverandering voor zover die invloed heeft op de waterkwaliteit. Dit punt ontbreekt in de lijst.
o De heer Mantel stemt in met de lijst met onderwerpen.
o Mevrouw Meijers geeft als prioriteiten drie punten aan: de bestuurlijke discussie over de governance,
de stroomgebiedafstemming en de vismigratie.
o De heer Grondel sluit zich aan bij de opmerking over klimaatverandering. Ook de governance is een
belangrijk punt.
Het RBO gaat akkoord met dit beslispunt met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
De voorzitter doet de suggestie om in het kader van communicatie over "waar doen we het voor" het
plaatje op bladzijde 1, dat afkomstig is van HHNK, als ansichtkaart te laten drukken met de tekst
"Groeten uit Rijn-West".
Het RBO stemt in met dit voorstel. (Actie 39.8)
De heer Visser wijst nog op het voorstel tot afronding in de oplegnotitie. Het RBO gaat akkoord met dit
voorstel. De definitieve adviesnota zal per 1 september 2014 beschikbaar zijn. Voorts heeft de heer
Visser een A4'tje rondgedeeld met twee vragen. Een kort antwoord op deze vragen moet voor 1 juli
2014 naar de heer Cox worden gezonden. (Actie 39.9)
De heer Grondel vraagt of het concept nog in het RBO komt of via de verschillende besturen rechtstreeks naar de minister gaat.
De heer Visser zal zoeken naar een adequate vorm, die rechtdoet aan de rol van het RBO en de
borging bij de verschillende partijen. (Actie 39.10)
De heer Grondel memoreert dat de factsheets van iedereen zijn. Hij heeft het gevoel dat dit niet
geborgd is. De colleges moeten in ieder geval weten dat er factsheets zijn.
4. Factsheets grond- en oppervlaktewater
Bespreking stand van zaken KRW factsheets grond- en oppervlaktewater (bijlage 9)
Voor het RBO liggen drie beslispunten voor:
1. Verdisconteren natuurlijke achtergrondbelasting HHNK
er kennis van te nemen dat HHNK de stappen uit het stappenplan bij het nutriëntenadvies voor
heel zijn beheergebied heeft doorlopen;
ermee akkoord te gaan dat de doelen (GEP’s) voor het beheergebied van HHNK voor 4 juli 2014
worden aangepast zodat het nutriëntenadvies wordt geïmplementeerd.
2. Wijziging waterlichaam NL12 250 (waterrijk polder Westzaan)
RBO stemt in met voorgestelde wijzigingen.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 7 van 10
3. Collegiale toets CSN
RBO neemt kennis van de bevindingen van CSN;
RBO maakt een procesafspraak om te komen tot de nodige verbeteringen;
in de factsheets wordt nu vaak verwezen naar de Rijn-West Adviesnota Schoon Water. Deze
nota is echter geen document dat in de inspraak zal gaan. Daarom wordt voorgesteld deze
verwijzing te vervangen en de Rijn-West redeneerlijnen als bijlage op te nemen bij de factsheets
die al als bijlage bij de provinciale waterplannen/omgevingsplannen zitten..
Opmerkingen RBO-leden
o De gemeenten gaan akkoord met de drie beslispunten.
o De heer Dulfer memoreert dat in de vorige RBO-vergadering is vastgesteld dat de factsheets prima
geschikt zijn voor communicatie naar Brussel maar niet voor communicatie naar de eigen achterban.
Er is toen afgesproken dat de factsheets in communicatief opzicht zouden worden verbeterd. Is dat
gebeurd? CSN vraagt in zijn reactie aan de waterschappen om een verbeterslag te maken, in het
bijzonder inzake de relatie tussen doelen en maatregelen. De waterschappen kunnen en willen dat
wel als dat nodig is, maar dat gaat niet voor 4 juli 2014 lukken. De waterschappen stellen daarom
een deadline van 1 oktober 2014 voor.
o Mevrouw Meijers heeft gisteren bericht ontvangen van de drie waterschappen in Gelderland dat
4 juli 2014 wel haalbaar is.
De heer Dulfer verduidelijkt dat de waterschappen in Rijn-West tot de conclusie zijn gekomen dat
4 juli 2014 niet haalbaar is.
De heer Visser meent dat de factsheets op 4 juli 2014 gereed kunnen zijn, maar dat de
aanbevelingen naar aanleiding van de collegiale toets van CSN extra werk vragen.
o De heer Van der Molen benadrukt dat de factsheets uiterlijk 1 november 2014 in de besturen moeten
zijn vastgesteld. Het ministerie heeft dan nog slechts enkele dagen voordat het SGBP naar de
minister gaat. De maand oktober is bedoeld voor vaststelling in de diverse besturen. In september
worden de aanpassingen die tot 4 juli 2014 zijn ingevoerd, doorgevoerd in het SGBP. De deadline
van 4 juli 2014 zou dan ook eventueel kunnen worden opgerekt tot 22 augustus 2014.
De heer Dulfer meent dat het voor de waterschappen niet mogelijk is om de door CSN gewenste
gegevens voor 22 augustus 2014 aan te leveren.
De heer Schelling vindt het onvermijdelijk dat dan wordt ingeleverd op kwaliteit.
Mevrouw Huesmann vindt het van belang dat elk waterschap dezelfde zaken aanvult.
De heer Visser meldt dat er over anderhalve week een RAO-atelier plaatsvindt. Het besluit dat nu
genomen wordt, zal daar worden vertaald in een werkopdracht. (Actie 39.11)
De voorzitter concludeert dat de deadline met anderhalve maand wordt uitgesteld tot 22 augustus 2014.
De waterschappen doen wat zij kunnen en proberen met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid zo
veel mogelijk uniformiteit te hanteren.
De heer Van der Molen voegt toe dat het vooral om de teksten rond de motivatie gaat.
o De heer Gremmen meldt dat het waterlichaam bronbeken bij Ubbergen niet is opgevoerd als
waterlichaam, terwijl dat eerst wel het geval was.
o De heer Van der Molen acht het heel goed om de achtergrondconcentraties in beeld te hebben en te
verrekenen.
Het RBO gaat akkoord met beslispunt 1.
Met betrekking tot beslispunt 2 merkt mevrouw Van den Berg op dat recentelijk bestuurlijk is besloten
om in het desbetreffende waterlichaam te gaan verbrakken. Met het oog op het RBO-besluit om voor
N2000-gebieden tot eind 2012 de bestuurlijke besluiten door te voeren, wil HHNK dat in de factsheet
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 8 van 10
doorvoeren. Overigens geldt voor meer N2000-gebieden dat die in de factsheets komen als daarover
bestuurlijke overeenstemming is.
Het RBO gaat akkoord met beslispunt 2.
Bij beslispunt 3 licht de heer Van der Molen toe dat de belangrijkste conclusie van de EC over het
SGBP uit 2009 was dat Nederland te weinig transparant is. Veel verschillende plannen gaan over
hetzelfde water. Daarnaast was een punt van kritiek de inhoud van de onderbouwing en motivatie.
De EC heeft gezegd dat per waterlichaam een analyse moet worden uitgevoerd. Daartoe zijn de
factsheets ingevoerd. Voorts is het belangrijk om de afweging over betaalbaarheid transparant te
maken. De redeneerlijn voor Rijn-West is nu wat te algemeen om tegemoet te komen aan het
compromis met de EC.
Het RBO gaat akkoord met beslispunt 3 met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
5. Bestuurlijke discussie over governance RBO Rijn-West
Bespreken mogelijke governancestructuren in het deelstroomgebied Rijn-West aan de hand van een
discussienotitie (bijlage 10)
Reacties RBO-leden:
o De heer Steegh deelt mede dat de klankbordgroep een nieuwe structuur wenselijk vindt, gezien het
feit dat de volgende fase van de KRW veel meer op uitvoering gericht is. Daarbij zijn allerlei partijen
uit de samenleving, zoals maatschappelijke organisaties, hard nodig. Die zouden een grotere rol in
de aansturing van het proces moeten krijgen. De klankbordgroep stelt dan ook voor om voor de
komende jaren het RBO te versterken met een aantal vertegenwoordigers uit maatschappelijke
organisaties. In 2019, als de nieuwe plancyclus van de KRW begint, kan de structuur van het RBO
weer meer bestuurlijk worden.
o De heer Gremmen merkt op dat de waterschappen de waterkwaliteit een belangrijk item vinden, ook
de komende jaren. Na 2009 is besloten de huidige structuur aan te houden en het standpunt van de
waterschappen is nog steeds ongewijzigd. Rijn-West is een grote regio en de verhoudingen in het
kader van de zoetwaterrelatie zijn anders dan bij de andere RBO's. Daar speelt zoetwater een
belangrijke rol. Bij Rijn-West speelt juist het hoofdwatersysteem een belangrijke rol.
o De heer Grondel vindt de huidige structuur naar gemeenten toe lastig functioneren. Gemeenten
vinden een verbreding van de agenda gewenst. De heer Gremmen denkt dat de watertafels een
goed instrument zijn in de relatie tussen waterschappen en gemeenten.
o Mevrouw Meijers merkt op dat de provincies van mening zijn dat het RBO in deze structuur moet
worden voortgezet. De provincies pleiten voor zo min mogelijk bestuurlijke drukte. Zoetwater en
waterveiligheid komen bij elkaar in het Deltaprogramma. Dat is een nationaal programma, maar zal
vooral regionaal neerdalen. De provincies sluiten een verbreding in de toekomst, indien nodig en
gewenst, niet uit.
o De heer Van der Molen heeft begrip voor de voorkeur om door te gaan met de huidige structuur.
Gezien de omvang van het stroomgebied Rijn-West is het moeilijk om daar veel onderwerpen bij te
halen. Wel is het goed om de relaties met alle andere onderwerpen goed in de gaten te houden. Een
onderwerp als klimaatverandering heeft bijvoorbeeld ook te maken met zoetwater en veiligheid.
o De heer Gremmen kan het betoog van mevrouw Meijers ondersteunen. Het besluit van vandaag is
niet in beton gegoten. Verder in het proces kan worden gekeken of er overlap is. Dan zijn de
processen rondom veiligheid en zoetwater ook duidelijker geworden.
De voorzitter concludeert dat het RBO ervoor kiest om de huidige structuur intact te laten, maar dat dit
besluit, als de omstandigheden wijzigen, kan worden heroverwogen. Voorts is het zaak om te zorgen
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 9 van 10
voor afstemming om dubbelingen te voorkomen en moet bestuurlijke drukte worden voorkomen. De
inbreng van de klankbordgroep wordt zeer gewaardeerd, evenals de watertafels die in de regio worden
gehouden. De voorzitter onderschrijft de opmerking dat KRW en DAW in verschillende fases zitten. De
KRW zit al in de uitvoeringsfase en het DAW moet nog beginnen.
De heer Beugelink zou graag zien dat de agenda meer bestuurlijke punten omvat.
De heer Dulfer onderschrijft deze wens.
De heer Visser memoreert dat de agenda voor de komende jaren wordt gebaseerd op de eerder in de
vergadering vastgestelde lijst met prioriteiten. Het op orde houden en uitvoeren is ook een rol van het
RBO. Het staat partijen uiteraard vrij om bestuurlijke punten voor de agenda in te brengen.
De voorzitter sluit het agendapunt af met de opmerking dat zij de gezamenlijkheid waarmee
onderwerpen in dit gremium worden besproken als duidelijke meerwaarde ziet.
6. Verslag RBO-vergadering van 10 april 2014 (bijlage 11)
De heer Schouffoer merkt naar aanleiding van het verslag op dat veel waterschappen in heel Nederland
bezig zijn geweest met de Vismigratiedag die op 24 mei 2014 is gehouden. Voor het Noordzeekanaal,
de belangrijkste intrekroute voor vis, is er een aparte groep van gemeenten, de provincie Noord-Holland
en de omliggende waterschappen. In die groep is geconstateerd dat de Vismigratiedag enorm
belangrijk is geweest voor het draagvlak rondom vis en het werken aan waterkwaliteit. Het zou goed zijn
als het RBO Rijn-West een steviger bijdrage kan leveren aan de Vismigratiedag die over twee jaar
plaatsvindt. Het is een prima mogelijkheid voor de gezamenlijke overheden om de waarde van integraal
waterkwaliteitsbeheer onder de aandacht te brengen.
Actie 39.12: Deze suggestie wordt meegenomen en komt te zijner tijd op de agenda.
Er zijn geen redactionele of inhoudelijke opmerkingen. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
De acties zijn alle afgehandeld.
7. Rondvraag en sluiting
De heer Hamerlinck weerspreekt de geruchten dat RWS nutriënten zou inlaten. RWS houdt zich aan de
afspraken die met de waterschappen zijn gemaakt. Er worden geen nutriënten ingelaten.
De heer Dulfer wijst op het grachtenfestival dat elke zomer in de laatste twee weken van augustus in
Amsterdam plaatsvindt. De RBO-leden zijn hiervoor van harte uitgenodigd. Het Hoogheemraadschap
Amstel Gooi en Vecht zal binnenkort een uitnodiging sturen.
De heer Beugelink meldt dat op 13 juli 2014 in Wijk bij Duurstede een Big Jump wordt georganiseerd,
een jaarlijks evenement dat een breed publiek betrekt bij het belang van waterkwaliteit. De RBO-leden
worden bij dezen uitgenodigd.
De heer Visser meldt dat de eerstvolgende bijenkomst van het RBO plaatsvindt op 22 september 2014.
Op die dag wordt samen met de klankbordgroep een excursie naar de Haringvlietsluizen gemaakt. Een
uitnodiging volgt nog.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 12.30 uur.
Conceptverslag RBO39 d.d. 19 juni 2014
Pag. 10 van 10