11/3/2014 REBO SYSTEMS NICELABEL 6 DESIGNERS: SNELSTART GIDS NiceLabel Designer Express, Standard, Pro en PowerForms 2 Hoofdstuk: Functionaliteit per uitvoering Inhoudsopgave Functionaliteit per uitvoering ..................................................................................................................................4 Licentie .....................................................................................................................................................................4 Single-user: serienummer / USB dongle ..............................................................................................................4 Multi-user: netwerklicentie serienummer ...........................................................................................................4 Installatie ..................................................................................................................................................................5 NiceLabel Express, Standard, Pro of PowerForms Desktop installeren ...............................................................5 Licentie activeren ............................................................................................................................................5 Licentie verplaatsen ........................................................................................................................................5 NiceLabel PowerForms Multi-user netwerklicentie installeren...........................................................................6 Server installatie ..............................................................................................................................................6 Werkstation installatie ....................................................................................................................................6 Instellen voor eerste gebruik ...................................................................................................................................7 Basis en geavanceerde gebruikersinterface ........................................................................................................7 Toetsenbord en muis effectief gebruiken ............................................................................................................7 Etiket ........................................................................................................................................................................8 Nieuw etiket.........................................................................................................................................................8 Etiketinstellingen wijzigen ...................................................................................................................................8 Objecten ...................................................................................................................................................................9 Tekst.....................................................................................................................................................................9 Barcode ..............................................................................................................................................................10 Afbeelding ..........................................................................................................................................................11 Vorm: vierkant, cirkel en lijn ..............................................................................................................................12 Diapositief veld ..................................................................................................................................................12 Objecten uitlijnen ..............................................................................................................................................13 Variabele gegevens ................................................................................................................................................14 Databasekoppeling ............................................................................................................................................14 Functies ..............................................................................................................................................................16 Modules .................................................................................................................................................................18 NiceForm............................................................................................................................................................18 NiceData ............................................................................................................................................................19 NiceMemMaster ................................................................................................................................................19 NicePrint ............................................................................................................................................................19 NiceLabel QuickPrint ..........................................................................................................................................19 NicePrintQueue .................................................................................................................................................19 Meer informatie .....................................................................................................................................................20 Hoofdstuk: Functionaliteit per uitvoering Variabelen ..........................................................................................................................................................15 3 Functionaliteit per uitvoering Licentie NiceLabel Designer Express, Standard, Pro en PowerForms Desktop worden geleverd als single-user licentie: een licentie voor 1 werkstation. Er zijn twee mogelijkheden voor dit type licentie: - Een Serienummer dat u invult op het werkstation, ook wel software sleutel/key genoemd. Het serienummer wordt na invoeren geactiveerd via internet. Een USB dongle die u in het werkstation steekt, ook wel hardware sleutel/key genoemd. De dongle hoeft enkel aangesloten zijn, deze wordt niet geactiveerd. Multi-user: netwerklicentie serienummer NiceLabel Designer PowerForms is ook leverbaar als netwerklicentie. Het aantal licenties is concurrent. Dit betekent dat u de software op een ongelimiteerd aantal computers kunt installeren, het aantal licenties bepaalt echter hoeveel gebruikers tegelijk in NiceLabel kunnen werken. Bekijk welk type licentie u heeft en lees het volgende hoofdstuk Installatie. Hoofdstuk: Functionaliteit per uitvoering Single-user: serienummer / USB dongle 4 Installatie Bekijk eerst voor welke uitvoering van NiceLabel u een licentie heeft. NiceLabel Express, Standard, Pro of PowerForms Desktop installeren Voordat u met de installatie begint is het verstandig om met de IT-afdeling van uw bedrijf te zorgen voor een lokaal Administrator account met alle rechten op het systeem voor de installatie van de software en printers. 1. Login met een lokaal Administrator account. 2. Start de NiceLabel DVD of dubbelklik op Start.exe in de hoofdmap van de DVD of de download. 3. Klik in het menu op Installeren. 4. Klik in het menu op de versie van NiceLabel die bij uw licentie hoort. 5. Volg de instructies op uw scherm en voltooi de installatie. NiceLabel is nu geïnstalleerd. Blijf met het lokale Administrator account ingelogd om nu de licentie te activeren. Ga door naar onderstaand hoofdstuk Licentie activeren. Licentie activeren Heeft u een USB dongle licentie? Steek dan na de installatie de dongle in een USB poort van het werkstation en wacht totdat Windows de installatie voltooid heeft. Indien nodig zal Windows de driver via Windows Update downloaden. Start daarna NiceLabel, u hoeft uw licentie niet te activeren. De driver staat ook los op de DVD: Utility\USB License Key Driver\GUI installer\HASPUserSetup.exe. Heeft u een serienummer? Volg dan de onderstaande stappen om uw licentie te activeren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Login met een lokaal Administrator account. Start het geïnstalleerde NiceLabel programma. Klik op Licentie Instellen. Selecteer de optie Single-gebruiker software sleutel Vul uw bedrijfsgegevens en uw serienummer van de licentie in en klik op Volgende. Klik in het venster waar om de activatiecode gevraagd wordt op de blauwe tekst Verbind met Activatieserver. 7. Uw licentie is nu geactiveerd. Licentie verplaatsen 1. 2. 3. 4. 5. Start NiceLabel. Ga bovenaan naar menu Help > Instellen Licentie. Vink de optie Beheer Licentie aan en klik op Volgende. Selecteer hier de optie Licentie Deactiveren en klik op Volgende. Uw licentie is nu gedeactiveerd. U heeft een extra activatiemogelijkheid gekregen zodat u op uw andere computer NiceLabel kunt activeren. Hoofdstuk: Installatie Wilt u NiceLabel activeren op een ander werkstation? Uw licentie is voor één werkstation. Om uw licentie naar een ander werkstation te verplaatsen dient u de licentie te deactiveren op het werkstation waar deze nu geactiveerd is (internetverbinding vereist). 5 NiceLabel PowerForms Multi-user netwerklicentie installeren De installatie van de netwerklicentie bestaat uit twee gedeelten: server en werkstation. Server installatie De NiceLabel 6 licentiebestanden moeten in een map op de server komen te staan. Voor de licentie draaien er geen services op de server voor NiceLabel. De werkstations schrijven in de database in de licentiemap wanneer ze een licentie gebruiken. Bij het starten van NiceLabel wordt 1 licentie van het aantal beschikbare licenties gebruikt. Bij het sluiten van NiceLabel wordt deze licentie teruggegeven en is deze meteen beschikbaar voor een andere gebruiker. Het is erg belangrijk dat de NiceLabel gebruikers volledige (maak-, bewerk- en verwijder-) rechten hebben op de licentiemap. De licentie is geldig voor één server, binnen één domein. De netwerklicentie werkt niet als server en werkstation verbonden zijn via WAN, internet of een vergelijkbare lange-afstandsverbinding. Belangrijk: zorg ervoor dat bij het instellen van het netwerkpad gekozen wordt voor het UNC pad en niet via een toegewezen schijfletter. Gebruik \\server\share\nicelabel\ en niet W:\share\nicelabel. 1. Log tijdens de installatie op server en werkstations uitsluitend in met accounts met lokale/volledige Administrator rechten. 2. Kies een server die alle NiceLabel gebruikers kunnen bereiken. 3. Log in op de server. Maak op de server een map aan en geef deze een logische naam zoals bijvoorbeeld “NL6licentie”. Geef alle NiceLabel gebruikers volledige rechten op deze map. 4. Start de DVD, installeer de NiceLabel PowerForms Multi-user versie op de server en volg de instructies. Geef tijdens dit proces aan dat de installatie/licentie map “NL6licentie” moet zijn. Bijvoorbeeld: \\server\share\NL6licentie. Let op: gebruik een UNC pad. Volg de instructies. 5. Eenmaal voltooid is de server installatie afgerond. Werkstation installatie 1. Ga naar een werkstation, log in met een lokaal Administrator account, start NiceLabelDesignerProPowerForms6.exe en voltooi de installatie van NiceLabel PowerForms. 2. Na installatie, start NiceLabel 6 Designer Pro (onderdeel van het PowerForms pakket) en activeer eenmalig de licentie op de server (internetverbinding vereist): a. Klik op Licentie Instellen. b. Selecteer de optie Netwerklicentie / Multi-user software sleutel. c. Het UNC pad zal ingevuld zijn, klik op Volgende. d. Vul uw bedrijfsgegevens en het serienummer van de licentie in en klik op Volgende. e. Klik in het venster waar om de activatiecode gevraagd wordt op de blauwe tekst Verbind met Activatieserver. f. Uw licentie is nu geactiveerd. 3. Wilt u meer werkstations toevoegen, herhaal stap 1. Hoofdstuk: Installatie Na de server installatie staat er in de licentiemap het bestand “NiceLabelDesignerProPowerForms6.exe”, dit is het installatiebestand voor de werkstations met het server licentiepad ingebakken. 6 Instellen voor eerste gebruik U leest de beknopte Nederlandse gebruikershandleiding van Rebo Systems. De originele, volledige handleidingen van NiceLabel zijn hier te downloaden (Engels): http://www.nicelabel.com/downloads/user-guides Basis en geavanceerde gebruikersinterface NiceLabel heeft een gebruikersinterface op twee niveaus. Standaard is de basis gebruikersinterface ingeschakeld waardoor de software makkelijk te gebruiken is voor beginners. Software in basis modus: - Verbergt de geavanceerde tabblad vensters. Schakelt alle wizards in voor veelvoorkomende taken wat betreft label ontwerp. Verbergt de geavanceerde werkbalken. Toont grote iconen. Om te wisselen tussen de basis en geavanceerde modus, doe het volgende: - Ga naar menu Extra > Gebruikers Interface. Klik op Set Geavanceerde Mode of Set Basis Mode. U kunt ook enkel sommige eigenschappen aanpassen, doe het volgende: - Ga naar menu Extra > Gebruikers Interface. Klik op Instellingen. Toetsenbord en muis effectief gebruiken - - Met de - en + toetsen op het Numpad (numeriek rechterdeel) van uw toetsenbord kunt u inen uitzoomen. Probeer in en uit te zoomen. Uw muis bepaalt de locatie waar u zoomt. In- en uitzoomen kan ook door CTRL ingedrukt te houden en met uw muis te scrollen. Door de spatiebalk toets in te drukken verandert de cursor in een hand-symbool. U kunt nu door te klikken en te slepen het beeld verschuiven wanneer u ver bent ingezoomd. Dit is handig om nauwkeurig objecten te bekijken en daarna een plek te geven. Door CTRL + de pijltoetsen te gebruiken kunt u een geselecteerd object een klein beetje opschuiven. Als u SHIFT ingedrukt houdt kunt u meerdere objecten tegelijk selecteren. Meerdere objecten tegelijk vergroten of verkleinen? Groepeer ze eerst met de groepeer functie in de uitlijnwerkbalk. Rechtermuisknop klik op een geselecteerd object, dan ziet u alle beschikbare opties. Dubbelklikken op de printernaam in de onderste grijze rand van het programma brengt u direct naar de printerdriver eigenschappen. CTRL + verplaats object met muis: beweeg object over zijn X of Y as. CTRL + C = Kopiëren CTRL + V = Plakken CTRL + Z = Ongedaan maken CTRL + O = Open bestand CTRL + S = Opslaan bestand CTRL + P = Afdrukken Hoofdstuk: Instellen voor eerste gebruik Een aantal tips voor wanneer u regelmatig NiceLabel gebruikt. 7 Etiket Nieuw etiket 1. Klik op Bestand > Nieuw. 2. Selecteer uw printer en klik 3x op Volgende totdat u bij de pagina Etiket Lay-out bent. Informatie: met betrekking tot de afdrukstand van labelprinters is Staand altijd dwars op de rolrichting, en Liggend is in de lengterichting van de rol tape. Hoe breed is uw rol tape? Bij kleine etiketten tot aan de breedte van uw rol is het aan te raden afdrukstand Staand te gebruiken, heeft u een langer etiket nodig zult u afdrukstand Liggend moeten gebruiken. 3. Stel de afdrukstand in op Staand of Liggend en klik op Volgende. 4. Vul nu de gewenste afmeting van uw etiket in. Bij Afdrukstand: Staand is het aan te raden de breedte van de rol in te vullen bij Etiketbreedte. Bij Afdrukstand: Liggend is het aan te raden de breedte van de rol in te vullen bij Etikethoogte. Klik hierna op Voltooien. Informatie: gebruikt u één lange doorlopende rol tape, of een rol voorgestanste etiketten? Controleer in de printerdriver of dit ook juist staat ingesteld voor uw etiket. Dubbelklik op de printernaam in de onderste grijze balk van NiceLabel. Ga naar tabblad Geavanceerde Instellingen en bekijk waarop Media Type staat ingesteld. Aanbevolen instelling: Doorlopende rol tape: Continuous. Rol voorgestanste etiketten: Label with gaps. Informatie: bij het aanmaken van een nieuw label voor een SMS printer staat vaak standaard de functie “Stop na het laatste Element” aan om materiaal te besparen. Dit houdt in dat standaard na het laatste object op het labelontwerp de rol wordt afgeknipt. Tip: als u een etiket een vaste lengte van bijvoorbeeld 20cm wilt instellen, schakel dan de optie Stop na het laatste Element uit. Deze kunt u vinden door dubbel te klikken op de printernaam in de onderste grijze balk van NiceLabel. Ga naar tabblad Geavanceerde Instellingen. Etiketinstellingen wijzigen Hoofdstuk: Etiket 1. Ga naar Bestand > Etiketten Instellen om instellingen te wijzigen zoals printer, afmeting, schaar en andere specifieke printerinstellingen. 8 Objecten Tekst Van een tekst zijn snel de basiseigenschappen te wijzigen met de werkbalk Tekst, boven in beeld: Dubbelklik op een tekstobject om de geavanceerde instellingen te bekijken. Er zijn vier mogelijkheden om tekst te plaatsen in NiceLabel: een gewoon Tekstobject, Ronde Tekst, Tekst Kader en Veelzijdig Tekstkader (RTF, Rich Text Format) object. Elke vorm heeft zijn eigen voor- en nadelen. Plaats een tekst: selecteer een van de tekst opties, klik daarna op uw etiket. Tekst Voordeel: makkelijk en snel te plaatsen. Nadeel: geen Auto-grootte functie, tekst object wordt langer bij een langere tekst. Gebruiken bij: vaste teksten en korte invoervelden op label. Ronde Tekst Voordeel: tekst in een ronde vorm op te maken. Nadeel: Extra opties zoals Diapositief, Verticale tekst, Spiegelen en RTL afdrukken niet mogelijk. Gebruiken bij: ronde etiketten. Tekst Kader Voordeel: optionele Auto-grootte functie voor gebruik bij databaseverbinding. Wanneer tekst te lang wordt, wordt deze automatisch verkleind zodat het toch op het label past. De functie is te vinden in de opties van het tekstkader, tabblad Gedetailleerd. Nadeel: verticale tekst niet mogelijk. Gebruiken bij: grotere tekstvakken met wisselende inhoud (bijv. databaseverbinding / invoervelden). Hoofdstuk: Objecten Veelzijdig Tekstkader Voordeel: meerdere opmaakmogelijkheden in één object. Bijvoorbeeld een deel van de tekst vet en een ander deel een ander lettertype. Nadeel: Extra opties zoals Diapositief, Verticale tekst, Spiegelen en RTL afdrukken niet mogelijk. Gebruiken bij: vaste gegevens met niet-dagelijkse eisen qua opmaak. 9 Barcode Om een barcode te plaatsen, klik op de knop Bar Code en klik daarna op uw etiket. Geef een waarde in en klik op OK. De standaard barcode is een lineaire Code128 barcode. Wilt u een ander type barcode? Selecteer de barcode eerst met de linker muisknop. Klik daarna met de rechtermuisknop op de barcode. Kies nu voor optie Barcode Eigenschappen. Het Barcode Eigenschappen scherm verschijnt: Via tabblad Algemeen kunt u o.a. het gewenste type barcode selecteren en de balkbreedte. Via tabblad Controlegetal kunt u het controlegetal instellen (als de barcode dit ondersteunt). Via tabblad Leesbaar kunt u instellen hoe de leesbare tekst onder de barcode staat. Via tabblad Details kunt u o.a. de barcode spiegelen (als de barcode dit ondersteunt). Informatie: barcode type Code128 en Code39 zijn wereldwijd het meest gebruikt. Dit zijn beide 1D(imensionale) barcodes. Een 2D(imensionale) barcode zoals de QR code is uiteraard ook mogelijk, deze kiest u onderaan in de lijst onder menu 2D. Voor 1D barcodes heeft u een (laser)lijnscanner nodig. Voor 2D barcodes heeft u een imager scanner nodig, deze maakt zoals een camera een foto van de barcode en herkent de lijnen/karakters daarna. Hoofdstuk: Objecten Tip: een barcode zal altijd iets breder of smaller worden, afhankelijk van de ingegeven waarde. Als u een barcode heeft geplaatst, dubbelklik er dan op om naar de eigenschappen van het object te gaan. Open tabblad Vormgeving en verander het ankerpunt van linksboven naar het midden. Alle veranderingen qua breedte en hoogte gebeuren nu vanuit het midden zodat de barcode beter op uw label past dan wanneer deze op linksboven staat. 1 0 Afbeelding Om een afbeelding te plaatsen, klik op de knop Afbeelding en klik daarna op uw etiket. Selecteer een afbeelding en klik op OK. Om de ClipArt pictogrammen bibliotheek te bekijken, klik op het kleine pijltje naast Afbeelding, klik op Pictogrammen en klik daarna op uw etiket. Selecteer een categorie, een afbeelding en klik op OK. De volgende verschillende types afbeeldingen zijn te plaatsen: BMP, GIF, JPG, TIFF, PNG, WMF, EMF, TGA, PXM, JPEG2000, PCX, PSD. Adobe PDF, MS Word en MS Excel bestanden kunnen niet geplaatst worden als afbeelding, wel als OLE object. Ga naar menu Bewerken > Object Invoegen > Maak van bestand / Create from File om zo’n type bestand te plaatsen. Informatie: als u een afbeelding op uw label heeft geplaatst is dit een koppeling naar de afbeelding op uw harde schijf. Verwijdert, hernoemt of verplaatst u de afbeelding, dan wordt deze niet meer geladen in het etiket omdat de koppeling niet meer klopt. Om problemen te voorkomen raden wij aan om afbeeldingen in te sluiten in het label. Zo kunt u altijd uw labelopmaak openen, zonder dat u afbeeldingen mist: dubbelklik op een afbeelding en klik op de knop Insluiten op tabblad Waarde. Hoofdstuk: Objecten Tip: altijd automatisch afbeeldingen insluiten? Ga naar menu Extra > Opties > Instellingen en vink de optie Sluit afbeeldingen in het etiket aan. 1 1 Vorm: vierkant, cirkel en lijn U kunt de volgende vormen plaatsen: vierkant, rechte lijn, diagonale lijn en cirkel (ellips). Om een vorm te plaatsen, klik op een van de knoppen en klik & sleep daarna een vierkant op uw etiket. De afmeting kunt u snel aanpassen door het object te selecteren en met de muis een hoek te pakken (klik & sleep) zoals hieronder te zien is: Dubbelklik op het object om precieze afmetingen, kleur, afgeronde hoeken en lijndiktes in te stellen. U kunt ook bij de objectinstellingen komen door het object te selecteren en op Enter te drukken. Diapositief veld Om een diapositief veld te plaatsen, klik op de knop Diapositief en klik & sleep daarna een vierkant op uw etiket. Een diapositief veld draait alle kleuren om: zwart gekleurde objecten worden wit, en visa versa. Er zijn geen extra instellingen bij dit type object, alleen de precieze maat. Om dit in te stellen, dubbelklik op het veld. Een voordeel van het gebruik van een diapositief veld is dat op deze manier belangrijke velden op het etiket extra benadrukt kunnen worden. Tip: u kunt ook een diapositief veld in een ander diapositief veld plaatsen. Dit wordt in de praktijk vaak gebruikt bij machine typeplaten. Hoofdstuk: Objecten Een tekstobject kan ook diapositief ingesteld worden zonder dat u zelf een diapositief kader hoeft te trekken: dubbelklik op het tekstobject, ga naar tabblad Stijl en vink Diapositief aan. 1 2 Objecten uitlijnen De uitlijnwerkbalk bevindt zich rechts van het etiket, dit is de betekenis van de knoppen: Kleur Links uitlijnen Verticaal midden uitlijnen Rechts uitlijnen Boven uitlijnen Horizontaal midden uitlijnen Onder uitlijnen Gelijkmatig horizontaal spatiëren Gelijkmatig verticaal spatiëren Draaien Naar voorgrond Naar achtergrond Eén naar voren Eén naar achteren Groeperen Degroeperen Etiket draaien Objecten uitlijnen: 1. Selecteer eerst twee of meer objecten. Klik met links op een object om deze te selecteren. Daarna SHIFT + klik op andere objecten om meerdere objecten te selecteren. U kunt ook met de muis een kader om meerdere objecten trekken (houdt tevens CTRL ingedrukt). 2. Klik op een van de uitlijnknoppen. Tip: normaal worden objecten uitgelijnd in relatie tot elkaar. Houd de CTRL knop ingedrukt tijdens het klikken op één van de uitlijnknoppen en de objecten worden ten opzichte van het etiket uitgelijnd. Handig als u bijvoorbeeld een object precies in het midden van het etiket wilt plaatsen. Tip: als u meerdere objecten selecteert kunt u deze niet direct samen groter of kleiner schalen. Klik op de knop Groeperen om de objecten te groeperen. Nu kunt u deze groep groter of kleiner schalen. Nadien is het aan te raden de groep weer te degroeperen. Hoofdstuk: Objecten Voorbeeld: u heeft zes teksten onder elkaar staan die niet netjes op het etiket staan. Selecteer ze en druk achtereenvolgens op de knoppen Links uitlijnen en Verticaal spatiëren. De lijst is nu netjes. 1 3 Variabele gegevens In NiceLabel worden er drie termen gebruikt betreffende variabele gegevens: Databasetoegang, Variabelen en Functies. Bij variabele velden wordt standaard het aantal maximaal ingestelde karakters weergegeven met een aantal vraagtekens. Als u in plaats van de vraagtekens het eerste databaserecord of de standaardwaarde van een variabele wilt laten zien klik dan op menu Beeld > Gegevens. Databasekoppeling U kunt met zo goed als elk gangbaar type database een databasekoppeling maken. Onder andere: Text, MS Excel, MS Access, CSV, MS SQL, MySQL, ODBC, OLE DB, Oracle. NiceLabel Designer Express en Standard zijn hierin beperkt ten opzichte van het Pro en PowerForms pakket: Designer Express ondersteunt alleen Text, CSV en Excel. Designer Standard ondersteunt Text, CSV, Excel, Access en ODBC databasekoppelingen. Databasekoppeling instellen: 2. Klik op Zoeken om het bestand te selecteren. Wilt u met SQL, ODBC of Oracle verbinden? Kies dan de tweede optie Overige Databases (ODBC) en klik op Definiëren. 3. Kies de tabel / het werkblad. Gebruikt u een Excel bestand? Bij een Excel bestand verschijnt de optie Stel automatisch veldlengte in. Vink dit aan en geef aantal records: 9999 in. 4. Kies de databasevelden die u in het etiket wilt gebruiken. Het is aan te raden niets te veranderen en de selectie zo te laten zoals hij is. Als u maar een paar databasevelden wilt selecteren selecteer u deze door CTRL ingedrukt te houden terwijl u klikt. Elk geselecteerd databaseveld wordt een variabele in uw etiket! 5. Kies voor de onderste opties Ik wil kiezen welk record ik afdruk en Ik voer voor elk record het aantal afdrukken in. 6. Bepaal of u voor elk databaseveld een standaard tekstobject op uw etiket wilt krijgen. U krijgt dan een standaard tekstobject, terwijl wij aanraden om een tekstkader tekstobject te gebruiken voor wisselende inhoud zoals een database verbinding. Als u kiest voor Ik wil een tekstobject voor elk geselecteerd veld dan verschijnen deze op uw etiket als u op Voltooien klikt. Als u kiest voor Ik geef later het gebruik van de velden op verschijnen er geen teksten, dan worden alleen de variabelen aangemaakt. Maak nu tekstkaders en geef bij elk kader aan met welke variabele deze gekoppeld moet zijn. Hoofdstuk: Variabele gegevens 1. Open menu Gegevens > Database Toegang. Klik op Wizard om de database wizard te starten. Of klik in de werkbalk Database op het linker icoon om direct de wizard te starten: 1 4 Als u goed wilt zien welke variabele is gekoppeld aan een tekstobject is het handig om deze optie aan te zetten: open menu Beeld > Object Instellingen > klik op Variabele Namen. Dan ziet u voortaan een geel label in het midden van een tekst met de naam van de variabele: Variabelen Naast de variabelen die voortkomen uit een databaseverbinding kunt u zelf ook een aantal variabelen aanmaken: toetsenbord invoerveld, reeks, datum, tijd. De variabelen kunt u beheren via menu Gegevens > Variabelen. Snel een variabele aanmaken kan ook door op het kleine zwarte pijltje te klikken dat rechts van de gereedschappen te zien is: Als u een variabele heeft gemaakt, ga dan naar menu Bestand > Afdrukken. Bij toetsenbord invoerveld: vul de gevraagde velden in en klik op de knop Voorbeeld. Bij reeks: geef een aantal in van bijvoorbeeld 20 en klik op de knop Voorbeeld. Toetsenbord invoerveld Per etiket zijn handmatig de waardes in te vullen met het toetsenbord. De laatst ingevoerde waarde kan tevens onthouden worden (dynamische waarde, zie Eigenschappen > tabblad Waarschuwing). Aangeraden bij het afdrukken van één etiket per opdracht. Wilt u meer dan bijvoorbeeld vijf etiketten in één opdracht afdrukken is het aangeraden een databasekoppeling te maken met bijvoorbeeld een Excel bestand om tijd te besparen en invoer (typ)fouten te voorkomen. Reeks U kunt een op- of aflopende reeks instellen met instelmogelijkheden zoals de stap, waarde wijzigen elke x aantal etiketten, opnieuw starten bij x aantal etiketten, voor- en achtervoegsel mogelijkheid. De laatst ingevoerde waarde kan tevens onthouden worden (dynamische waarde). Hoofdstuk: Variabele gegevens Nadat u op Voorbeeld hebt geklikt kunt u rechtsonder in beeld op Volgende klikken, zo kunt u door de voorbeelden bladeren. Zo kunt u goed zien hoe de velden eruit zullen zien als u ze zou afdrukken. 1 5 Datum Geeft automatisch de systeemdatum weer, de indeling/uitvoer kan helemaal naar wens ingesteld worden. U kunt de datum ook een bepaalde termijn eerder of later instellen (dagen, maanden of jaren), bijvoorbeeld als uw product een bepaalde houdbaarheid of onderhoudstermijn heeft. Tijd Geeft automatisch de systeemtijd weer, de indeling/uitvoer kan helemaal naar wens ingesteld worden. U kunt de tijd ook een bepaalde termijn eerder of later instellen (seconden, minuten of uren). Functies Naast de aan te maken databasekoppelingen en variabelen kunt u in NiceLabel Designer Pro ook gebruik maken van functies. De meest gebruikte functies zijn: - - Aaneenschakelen: meerdere variabelen combineren tot één variabele. Handig en soms noodzakelijk bij het werken met barcodes. Lineaire functie: als u iets wilt uitrekenen op uw etiket kunt u hiermee met variabelen vermenigvuldigen, delen en op- en aftrekken. Datumtoevoeging: bij wisselende houdbaarheidsdatums kunt u de aanpassing van de datum variabel instellen, de bron is dan een databaseveld. Bijvoorbeeld 2 of 16 weken houdbaar, gerekend vanaf de datum van afdrukken etiket. Visual Basic of Python script: heel soms is de functionaliteit van NiceLabel niet afdoende: dan kunt u met een VB of Python script de inhoud van een variabele aanpassen. De functies kunt u beheren via menu Gegevens > Functies. Nieuwe functie toevoegen 1. Klik op Nieuw om een nieuwe functie te maken. 2. Vul de naam van de functie in en selecteer het functietype. 3. Ga naar het tabblad Gedetailleerd om de functie in te stellen. Als u een functie maakt heeft deze een Uitvoervariabele. 4. Klik bij Uitvoervariabele op Definiëren. Hier kunt u een logische naam invullen. Als u in de werkbalk Variabele de lijst met variabelen openklapt herkent u een Uitvoervariabele van een functie aan het f(x) symbool: Hoofdstuk: Variabele gegevens De functie staat op zichzelf, met als uitvoer/output de Uitvoervariabele. Deze uitvoervariabele kunt u aan objecten koppelen, niet de functie zelf. 1 6 Hoofdstuk: Variabele gegevens Alle beschikbare functies: 1 7 Modules Naast de Designer uitvoering die u heeft zijn er naar gelang de uitvoering een aantal modules beschikbaar voor extra functionaliteit. Bij Designer PowerForms zijn meer modules beschikbaar dan bij Designer Express. De modules zijn te openen via het startmenu of via menu Extra van NiceLabel. Wij beschrijven in het kort de werking en functionaliteit van de modules, de volledige handleidingen zijn hier te downloaden (Engels): http://www.nicelabel.com/downloads/user-guides NiceForm Met NiceForm kunt u zonder te programmeren een formulier applicatie maken waarmee de eindgebruiker eenvoudig kan afdrukken, zonder dat deze de Designer software hoeft te openen. Dit heeft de volgende voordelen: - Groot gebruiksgemak: sneller werken, minder fouten! De eindgebruiker hoeft geen instructie te hebben over het gebruik van de Designer software. Het ontwerp van het etiket kan niet per ongeluk of bewust worden aangepast. Twee versies: NiceForm is beschikbaar bij de Designer Pro licentie als EasyForms en in de Designer PowerForms licentie als PowerForms. Er is een groot verschil in functionaliteit: met EasyForms kan er alleen een standaard formulier gegenereerd worden voor een bestaand etiket. U kunt het formulier niet qua functionaliteit aanpassen. Met EasyForms heeft u niet de beschikking over alle te plaatsen objecten, en u kunt van een object de acties niet aanpassen. Met PowerForms kunt u uiteraard wel alles aanpassen en heeft u alle mogelijkheden. Een basis formulier maken doet u als volgt: klik op de knop Formulier ontwerpen bovenin NiceLabel: Er wordt nu een formulier gegenereerd voor het etiket dat u geopend heeft. Eventuele variabelen worden meegenomen en verwerkt in het formulier. Op dit formulier is te zien: Afdrukvoorbeeld, eventuele invoervelden, printerkeuze, het aantal afdrukken en knoppen voor Printerinstellingen en Afdrukken. Als u op Afdrukken klikt wordt de engine van NiceLabel op de achtergrond uitgevoerd en het etiket wordt afgedrukt. De gebruiker merkt hier niets van. PowerForms is erg handig om het afdrukken van etiketten te centraliseren binnen uw organisatie. U hoeft niet te programmen in #C of VB.NET om snel een applicatie te bouwen! Hoofdstuk: Modules Aan elk object kunt u bepaalde acties hangen die uitgevoerd worden wanneer u er op klikt. Hieronder een overzicht van alle mogelijke acties die u aan een object kunt koppelen: 1 8 NiceData Met NiceLabel kunt u met zo goed als elk gangbaar type database een databasekoppeling maken. Om vooraf deze databases te bekijken kunt u NiceData gebruiken. Met NiceData kunt u databases openen zoals Paradox, dBase, Access en tabellen van het ASCII type. U kunt ook andere databasetypes openen via een ODBC, OLE DB of BDE interface. NiceMemMaster Met NiceMemMaster kunt u lettertypen en afbeeldingen op een printer memory card plaatsen, mits de printer dit ondersteunt. Als deze objecten in de printer zitten zorgt dat ervoor dat als u deze objecten gebruikt in uw etiket opmaak en ze vervolgens afdrukt dat de printer sneller zal printen omdat er minder data verstuurd hoeft te worden. De lettertypen en afbeeldingen hoeven dan immers niet naar de printer verstuurd te worden, alleen de verwijzing naar deze bestanden. Dit heeft in de praktijk alleen nut (netwerkbelasting zo laag mogelijk houden) bij printers die continu printen in bijvoorbeeld een productieomgeving met een groot aantal etiketten per minuut. NicePrint Met NicePrint kunt u snel een etiket printen zonder de Designer applicatie te hoeven openen. NiceLabel QuickPrint Met NiceLabel QuickPrint kunt u een visueel overzicht (grote thumbnails) van uw labels bekijken. Bij het klikken op een label opent NicePrint en kan er snel een label afgedrukt worden, zonder de Designer applicatie te hoeven openen. NicePrintQueue Met NicePrintQueue kunt u snel en overzichtelijk zien wat de status is van al uw labelprinters. Een voorwaarde is dat de printers bi-directionele communicatie ondersteunen zodat zij een correcte status kunnen doorgeven. Hoofdstuk: Modules Mocht er een probleem zijn met een van uw printers kunt u printopdrachten die daar in de wacht staan moeiteloos verplaatsen naar een andere printer. 1 9 Meer informatie Het programma NiceLabel bevat honderden functies, het is daarom niet mogelijk deze allemaal te behandelen. De belangrijkste basisfuncties van het programma zijn in deze handleiding aan bod gekomen. Wanneer u vragen heeft kunt u altijd contact opnemen met onze helpdesk of kijk op de websites: http://www.nicelabel.com/learning-center http://www.nicelabel.com/downloads/user-guides Wij wensen u veel gebruiksgemak van het NiceLabel programma! Voor verkoop en support kunt u altijd contact opnemen met ons: Hoofdstuk: Meer informatie Rebo Systems 035 - 60 169 41 [email protected] [email protected] www.rebo.nl 2 0
© Copyright 2025 ExpyDoc