MAINTENANCE ’Slimme strategie biedt Nederlandse industrie concurrentievoordeel’ De Nederlandse industrie ziet onderhoud van installaties vaak nog onterecht als kostenpost. Kansen die onderhoud biedt om concurrentievoordeel te behalen, blijven onbenut. Dit stelt Rinus van den Driest, business unit manager bij Actemium. Met behulp van slim onderhoud kunnen oudere Europese installaties de concurrentiestrijd winnen van moderne installaties in de VS of het Midden-Oosten. “Nederlandse installaties zijn in de loop der jaren gemodificeerd om de productie te verhogen of aan milieueisen te voldoen”, begint Van den Driest te vertellen. “Dit heeft ervoor gezorgd dat vaak het totaalbeeld op het gebied van onderhoudsprocessen ontbreekt en zwakke plekken over het hoofd worden gezien. De productiecapaciteit is hierdoor niet optimaal. Een gemis in een tijd dat de concurrentie een opmars maakt. Ik zie bij een aantal klanten dat er ooit een installatie is neergezet en dat deze na verloop van tijd aan verandering onderhevig is. Zo wordt de productie verhoogd en worden er door de aangescherpte milieueisen investeringen gedaan. Deze wijzigingen worden echter vaak door verschillende leveranciers gedaan, op basis van een andere stand der techniek dan de oorspronkelijke installatie. Wanneer er in de loop der tijd allerlei deelsystemen aan zijn vastgeplakt, bemoeilijkt dit het uit te voeren onderhoud. Hierdoor zie je vaak dat er breakdownonderhoud plaatsvindt.” UPTIME Een dergelijke reactieve benadering is volgens Van den Driest onverstandig in een tijd waarin productie in opkomende landen steeds meer de voorkeur geniet boven 30 EUROPOORTKRINGEN september 2014 productie in Nederland. Dit komt mede doordat installaties in de opkomende landen nieuwer zijn en op het eerste gezicht kostenefficiënter produceren door onder andere lagere energie- en grondstofkosten. Op de vraag hoe dit valt op te lossen, noemt Van den Driest de term ‘slim onderhoud’. “Wat ik hiermee bedoel? Niet meer doen dan strikt noodzakelijk is en op het juiste moment handelen. Er dient kostenmijdend en kwalitatief goed onderhoud te worden gepleegd om installaties zo storingsvrij mogelijk te laten draaien en de uptime zo hoog mogelijk te houden.” DIAGNOSE “Onderhoud moet de aandacht krijgen die het verdient”, vervolgt hij. “Alleen een slimme onderhoudsstrategie houdt de concurrentie op afstand en deze investering verdient zich altijd terug doordat de installaties beter functioneren en dus meer productie opleveren.” Volgens Van den Driest moet met de jarenlange kennis over en ervaring met onderhoud van de assetowner en de serviceprovider, de zwakke plekken van de installaties worden gedetecteerd en verholpen. “Dit begint met een diagnose van de staat van de installaties, om een totaalbeeld te krijgen van alle >> onderhoudsinterventies. Vervolgens kan met alle Rinus van den Driest: “Veel partijen menen dat zij op inkoopkosten moeten besparen. Dat vind ik een eenzijdige benadering van de materie.” EUROPOORTKRINGEN september 2014 31 MAINTENANCE kennis van de installaties een predictieve onderhoudsstrategie worden opgezet. Hierdoor wordt het mogelijk om onderhoud te plegen voordat er een probleem is, onderhoud efficiënter in te richten, onderhoudskosten te verlagen en ongeplande storingen terug te dringen.” CULTUUR “Mijn eeuwige dilemma is dat ik zie dat klanten contracten uitgeven en daarbij vooral naar de initiële kosten kijken in plaats van naar de impact die dit op de staat van de oudere installatie heeft. Dat noem ik ‘penny wise, pound foolish’. Het goedkoopste is niet altijd het beste, want de toegevoegde waarde van een goede samenwerking kan veel meer opleveren.” Hij noemt een voorbeeld. “Kijk naar Zeeland Refinery in Vlissingen”, aldus Van den Driest. “Het is een raffinaderij met dezelfde probleemstellingen als elders in West-Europa. Zij kampt met een productieoverschot op de West-Europese markt en heeft te maken met veel hogere energiekosten dan in de VS en het Midden-Oosten. Als je naar de mondiale benchmark kijkt, scoort Europa laag wat betreft de prijs per geproduceerde hoeveelheid product. “Het is in Europa heel goed mogelijk meer draaiuren te realiseren dan in het Midden-Oosten” Dan moet je het dus in de interne kosten zoeken: hoe kan je zo goedkoop mogelijk inkopen, maar ook op slimmere wijze dingen doen? Het is in Europa heel goed mogelijk meer draaiuren te realiseren dan in het Midden-Oosten. Wij beschikken over veel kennis op het gebied van onderhoud en er heerst hier een cultuur van samenwerken en zaken slimmer oppakken.” SENSE OF URGENCY Het gaat er volgens Van den Driest om dat bij het onderhoud betrokken partijen niet contractueel tegenover, maar naast elkaar staan. “Dat hebben ze bij Zeeland Refinery goed begrepen. Er heerst het besef dat besparing noodzakelijk is. In plaats van de contracten met onderhoudsbedrijven in te korten, wordt hen juist gevraagd met ideeën te komen om zelf die besparing te realiseren. Het streven is de gewenste besparing gezamenlijk te bereiken. Dat is een nieuwe manier om doelstellingen te realiseren. Door het bundelen van kennis ontstaat er concurrentievoordeel. Want het kennisniveau op gebied van onderhoud ligt in het Midden-Oosten stukken lager dan hier. Zij hebben tenslotte nog geen twintig tot dertig jaar ervaring met hun installaties. In de VS beschikken ze wel over deze kennis, maar is de sense of urgency er nauwelijks doordat de energieprijzen er niet zo hoog zijn als hier.” EENZIJDIGE BENADERING In de Nederlandse industrietak is dit besef van slim onderhoud nog niet breed geland, constateert Van den Driest. “Helaas is men er hier nog onvoldoende van doordrongen. Veel partijen menen dat zij op inkoopkosten moeten besparen. Dat vind ik een eenzijdige benadering van de materie. Veel beter is het naar de totale cost of ownership te kijken. Dan praat je over andere zaken en weeg je ook de toegevoegde waarde mee. Natuurlijk besef ik dat het voor inkopers heel lastig is. Niets menselijks is hen vreemd, want zij hebben vooral met hun inkoopdoelstellingen te maken en willen hun leidinggevenden het bereikte inkoopvoordeel kunnen overleggen. Met een dergelijke benadering wordt uiteindelijk vaak geen geld bespaard. Zo’n benadering leidt echter niet tot verandering in de situatie waar wij in Nederland mee te maken hebben. Wij kunnen deze besparing realiseren, omdat we gemotiveerde, prima opgeleide mensen in dienst hebben. Wij belonen onze medewerkers juist goed, om hen te binden en te boeien. Onze business is nu eenmaal mensenwerk en het is niet slim daarop te bezuinigen.” Eén merk voor de industrie Actemium maakt onderdeel uit van de internationale organisatie VINCI Energies en telt in Nederland in totaal 21 samenwerkende business units. “Sinds vorig jaar is Actemium het merk voor de industrie wereldwijd”, licht business unit manager Rinus van den Driest toe. “In het verleden werkten wij met meerdere merken, waardoor klanten soms wel met drie verschillende VINCI-onderdelen te maken kregen. Nu is er voor de industrie één merk: Actemium. Wij zijn gespecialiseerd in industrieel onderhoud en procesoptimalisatie. Onze diensten lopen uiteen van adviseren tot ontwerpen, bouwen of daadwerkelijk onderhouden van industriële installaties. Elke fase in de life cycle van een asset hebben wij in portefeuille.” Twee jaar geleden is Cegelec toegetreden tot VINCI Energies, dat sinds dit voorjaar in de industrie onder de merknaam Actemium 32 EUROPOORTKRINGEN september 2014 opereert. Van den Driest was bij Cegelec werkzaam. “Het bedrijf was drie keer eerder door een investeringsmaatschappij overgenomen. De laatste keer had de eigenaar zijn doelen al na twee jaar in plaats van vier jaar bereikt. Daarop verkocht hij Cegelec aan VINCI, in ruil voor aandelen van de groep. Voor het bedrijf heeft dit positief uitgepakt, want nu kan er een strategische blik op de lange termijn worden geworpen. Dat is een groot verschil met vroeger. VINCI gelooft heilig in een platte organisatiestructuur met decentraal geleide business units. Deze staan via het onderlinge netwerk met elkaar in contact. Elke business unit bepaalt de eigen koers en weet welke ondersteunende diensten daarvoor nodig zijn. Alle business units zijn zich bewust van de kosten en inkomsten. Ik kan nu meer ondernemer zijn dan uitvoerder.”
© Copyright 2024 ExpyDoc