ISVAG Ondernemingsplan

jaarverslag 2012
ISVAG Ondernemingsplan
1
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Legislatuur
2013 - 2018
Inhoud
3
Inleiding
5Installatie
6
Situering van de opdracht
7
Wetgevend kader
8
Kaderrichtlijn Afval (2008/98/EC) + Materialendecreet
9
Verordening in- en uitvoer van afvalstoffen (1013/2006)
9
Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer Huishoudelijk Afval
9Energiedecreet
10
Koninklijk Besluit betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en
afvalstromen en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen – 14 oktober 2011.
10
Het decreet op de inter-gemeentelijke samenwerking
10
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en
afvalstoffen
12 ISVAG anno 2013
13
De milieuvergunning - historiek
13
De milieuvergunning - aandachtspunten
14
Overzicht van interne en externe ondersteunende studies en activiteiten
15
Overzicht van de uitgevoerde metingen en controles
16
Evaluatie van de resultaten in het kader van de milieuvergunning
17
Evaluatie van de stikstofoxide-emissies
18
Communicatie en maatschappelijke betrokkenheid
19
Ondersteuning van de lokale leefgemeenschap
19
ISVAG op internationaal vlak
20 Horizon 2020
22 Missie en Strategie
23Toelichting
23
De visie van ISVAG
24Toelichting
25
De strategische doelen van ISVAG
2
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Inleiding
ISVAG is de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van zes Antwerpse Steden en Gemeenten. De
intergemeentelijke vereniging werd op 17 januari 1975
opgericht door de steden Antwerpen en Mortsel, en de
gemeenten Boom, Puurs, Niel en Hemiksem. In 2005
trad ook de intergemeentelijke vereniging IGEAN toe tot
ISVAG. In de beginjaren stond het bedrijf nog in voor de
verwerking van waterzuiveringsslib, maar die activiteit
werd later overgenomen door Aquafin. De ‘S’ in ISVAG
bleef echter behouden.
ISVAG werd aanvankelijk opgericht voor een periode van
30 jaar. Eind 2004 besliste de Algemene Vergadering van
ISVAG om de intercommunale voor de maximale periode
van 18 jaar te verlengen, dus tot 2023. ISVAG koos
hierbij voor continuïteit, om – zoals voorgeschreven in
het Vlaams Afvalstoffenplan - ook na de afloop van haar
milieuvergunning in september 2011 te kunnen blijven
instaan voor de verwerking van het huishoudelijk afval
in de Antwerpse regio, op de ecologisch en economisch
meest verantwoorde manier. De verlenging van de intergemeentelijke samenwerking slaat enkel op de juridische
structuur van de intercommunale en is niet gekoppeld
aan een keuze voor een bepaalde installatie, verwerkingstechniek of locatie.
Vandaag staat ISVAG in voor de verwerking van het
huishoudelijk restafval van zo’n 1 miljoen inwoners.
ISVAG doet dit op de ecologisch en economisch meest
geschikte manier en produceert hierbij elektriciteit voor
meer dan 25.000 gezinnen.
Zoals elk intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt
ook ISVAG bestuurd door een Directiecomité, een Raad
van Bestuur en een Algemene Vergadering met afgevaardigden van de participerende steden en gemeenten. De
opdracht van ISVAG – de verwerking van huishoudelijk
restafval – wordt gerealiseerd binnen een strikt kader van
wetgeving, voorwaarden en vergunningen. Het beleid
van ISVAG steunt op een aantal belangrijke pijlers:
Aandeelhouders ISVAG
• streven naar een optimale doorzet, wat economisch
en ecologisch de meest gunstige werking garandeert;
• zorgen voor een continu onderhoud, waardoor de
installatie zich op elk moment in een quasi-nieuwstaat bevindt;
• voortdurend streven naar het steeds verder
beperken van de milieu-impact in het algemeen
en de emissies in het bijzonder;
48,22% Antwerpen
2,71% Mortsel
43,84% IGEAN
0,91% Niel
1,63% Boom
1,70% Puurs
• streven naar een maximale energierecuperatie
met onder meer productie van groene stroom;
• volgehouden aandacht voor communicatie, zowel
intern als extern, met alle belanghebbenden.
0,99% Hemiksem
3
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Installatie
De verbrandingsinstallatie in haar oorspronkelijke vorm
dateert van 1980. Met een aantal belangrijke investeringen in de jaren ‘80 en ‘90 werd ze volledig gemoderniseerd. Sinds de opstart heeft ISVAG steeds gewerkt
op basis van de Best Beschikbare Technieken om het
huishoudelijk restafval op een duurzame en ecologische
wijze te verwerken. Het begrip “Beste Beschikbare
Techniek” wordt in VLAREM als volgt gedefinieerd:
“Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden, waarbij de praktische bruikbaarheid van
speciale technieken om in beginsel het uitgangspunt
voor de emissiegrenswaarden te vormen is aangetoond,
met het doel emissies en effecten op het milieu in zijn
geheel te voorkomen, of wanneer dat niet mogelijk blijkt
algemeen te beperken;
Samenstelling Directiecomité in 2013: Jan Verbert
(secretaris), Jeroen Baert (ondervoorzitter), Philip Heylen
(voorzitter), Kristof Bossuyt (ondervoorzitter), Kristel
Moulaert (directeur) en Johnny Bakx (bedrijfsleider,
verontschuldigd)
a. “technieken”: zowel de toegepaste technieken als
de wijze waarop de installatie wordt ontworpen,
gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en
ontmanteld;
b.“beschikbare”: op zodanige schaal ontwikkeld
dat de technieken, kosten en baten in aanmerking
genomen, economisch en technisch haalbaar in
de industriële context kunnen worden toegepast,
onafhankelijk van de vraag of die technieken al dan
niet op het grondgebied van het Vlaamse Gewest
worden toegepast of geproduceerd, mits ze voor de
exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn;
c.“beste”: het meest doeltreffend voor het bereiken
van een hoog algemeen niveau van bescherming van
het milieu in zijn geheel.”
Samenstelling Raad van Bestuur in 2013 (van links naar
rechts): Jeroen Baert, Maarten De Bock,Wim Servaes, Jan
Verbert, Ann Vylders, Walter Duré, Dirk Vermant, Alex
Tanguy, François Boddaert, Cindy Verschueren, Davina
De Herdt, Peter Hoefman, Sven Cools, Kristel Moulaert,
Philip Heylen, Kristof Bossuyt (verontschuldigd: Johnny
Bakx, Gerald Van Acker, Kris Van Hoeck, Dirk Rochtus,
Gilbert Verstraelen)
Met andere woorden: BBT-technieken zijn technieken
die, in vergelijking met alle gelijkaardige systemen,
het best scoren op milieugebied, én betaalbaar zijn én
technisch uitvoerbaar zijn.
Ook in de afgelopen jaren heeft ISVAG fors geïnvesteerd
om het verbrandingsproces en de rookgaszuivering
continu te optimaliseren en op die manier bij de Europese
top van afvalverwerkingsbedrijven te blijven behoren.
4
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Via een automatisch en objectief meetsysteem houdt
ISVAG de waarden van uitgestoten stoffen nauwkeurig
bij. Een volledig geautomatiseerde meetcabine analyseert
continu de rookgassen die uit de schouw komen. Door
deze metingen en staalnames kunnen we erop toezien dat
de emissies steeds binnen de normen blijven en kunnen
we de werking van de installatie nauwgezet controleren.
Erkende en onafhankelijke laboratoria vullen al onze
metingen bovendien aan met hun eigen bevindingen.
Uit alle rapporten blijkt dat de ISVAG-emissies ver
beneden de opgelegde norm liggen en ronduit
voorbeeldig genoemd kunnen worden.
De verbranding van huishoudelijk restafval leidt bij ISVAG
ook tot het recupereren van waardevolle energie. De
rookgassen worden door stoomketels geleid die stoom
produceren. De stoom wordt afgeleid naar een turbine,
waarin deze wordt omgezet in elektrische energie. Op
die manier levert ISVAG dag in, dag uit elektriciteit voor
meer dan 25.000 gezinnen. Een groot deel van deze
elektriciteit wordt erkend als groene stroom.
Zowel het monitoren van emissies als de stoomproductie
kunnen continu op de website van ISVAG opgevolgd
worden. www.isvag.be
5
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Situering van de opdracht
In het jaar volgend op gemeenteraadsverkiezingen
bespreekt de Algemene Vergadering, in het kader van
het Decreet Intergemeentelijke Samenwerking, het
evaluatierapport over de werking van de vereniging
tijdens de voorbije legislatuur. Dit evaluatierapport werd
op 30 mei 2013 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van ISVAG.Het decreet voorziet eveneens dat in
datzelfde jaar een ondernemingsplan voor de komende
zes jaar wordt voorgesteld.
Dit document geeft de leden van de nieuwe gemeenteraden inzicht in de werking van het intergemeentelijk
samenwerkingsverband en het te voeren beleid in de
volgende legislatuur.
6
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Wetgevend kader
De activiteiten van ISVAG worden strikt geregeld
door een wetgevend kader met tal van richtlijnen,
wetten, uitvoeringsplannen, decreten en KB’s.
Hieronder geven we een opsomming van de belangrijkste regelgeving waaraan ISVAG onderhevig is.
Allereerst is het van belang dat ISVAG, net als
vele andere technische installaties, steeds functio-
neert volgens het principe van de Best Beschikbare
Technieken (BBT). Deze term BBT vormt een
belangrijk begrip in het milieuvergunningenbeleid
voor bedrijven, zowel in Vlaanderen (VLAREM1) als in
Europa (Europese IPPC-richtlijn en Richtlijn Industriële
Emissies2).
1 De bescherming van het leefmilieu is in België een gewestelijke bevoegdheid. De wettelijke basis voor de bestrijding van milieuverontreiniging door hinderlijke inrichtingen in
Vlaanderen wordt geleverd door titel I en II van het VLAREM, beide uitvoeringsbesluiten
van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de Milieuvergunning.
Het VLAREM bepaalt dat de exploitant als normaal zorgvuldig persoon steeds de
beste beschikbare technieken moet toepassen ter bescherming van mens en milieu,
en dit zowel bij de keuze van behandelingsmethodes op het niveau van de emissies,
als bij de keuze van bronbeperkende maatregelen (aangepaste productietechnieken
en -methoden, grondstoffenbeheersing en dergelijke meer). Deze verplichting geldt
eveneens voor wijzigingen aan ingedeelde inrichtingen, alsook voor activiteiten die op
zichzelf niet vergunnings- of meldingsplichtig zijn. De naleving van de voorwaarden van
VLAREM en/of van de milieuvergunning worden geacht hiermee in overeenstemming te
zijn (afdeling 4.1.2 van titel II van het VLAREM).
Het VLAREM bepaalt eveneens dat de emissiegrenswaarden, de parameters en de
gelijkwaardige technische maatregelen, gebaseerd moeten zijn op de beste beschikbare
technieken, zonder dat daarmee het gebruik van een bepaalde techniek of technologie
wordt voorgeschreven, met inachtneming van de technische kenmerken en de geografische ligging van de betrokken installatie, alsmede de plaatselijke milieuomstandigheden. Indien met het oog op een milieukwaliteitsnorm strengere voorwaarden moeten
gelden dan die welke door toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar
zijn, zullen echter wel extra voorwaarden worden gesteld (art. 30bis van titel I van
het VLAREM).
de Afvalverbrandingsrichtlijn, de Oplosmiddelenrichtlijn en drie Richtlijnen voor de
titaandioxide-industrie. De reikwijdte van de Richtlijn Industriële Emissies is uitgebreid
ten opzichte van de oorspronkelijke IPPC-richtlijn. De Richtlijn Industriële Emissies is op
6 januari 2011 in werking getreden. De EU-lidstaten hebben twee jaar om de richtlijn te
implementeren in de nationale wet- en regelgeving. De implementatie in Vlaanderen
gebeurde door het decreet van 25 mei 2012.
In het kader van de IPPC-richtlijn en de Richtlijn Industriële Emissies worden op Europees
niveau BBT-referentiedocumenten (BREFs) opgesteld. Deze BREFs geven per bedrijfstak
aan wat de BBT zijn en welke milieuprestaties met de BBT haalbaar zijn. Een wijziging
in de Richtlijn Industriële Emissies ten opzichte van de IPPC-richtlijn is het gebruik van
BBT-conclusies.
De BREF Afvalverbranding (Waste Incineration) heeft betrekking op installaties die
specifiek bestemd zijn voor de verbranding (inclusief vergassing en pyrolyse) van afvalstoffen. Co-verbranding van afvalstoffen, b.v. in de cementindustrie of in elektriciteitscentrales, valt niet onder het toepassingsgebied van deze BREF.
De BREF beschrijft enerzijds een aantal algemene BBT die van toepassing zijn op alle
afvalverbrandingsinstallaties, ongeacht het type afvalstof. Daarnaast worden ook specifieke BBT gegeven die van toepassing zijn op afvalverbrandingsinstallaties die uitsluitend
of in hoofdzaak één van volgende types afvalstoffen verwerken:
• huishoudelijk afval
• voorbehandeld of geselecteerd huishoudelijk afval (inclusief RDF)
• gevaarlijk afval
• afvalwaterzuiveringsslib
• medisch afval
Een belangrijk nieuw onderdeel van de BREFs (BBT-referentiedocumenten) zijn de
BBT-conclusies. Hierin worden onder andere de met de Beste Beschikbare Technieken
geassocieerde emissieniveaus en de daarmee verbonden monitoring beschreven.
Volgens artikel 14 lid 3 van de Richtlijn Industriële Emissies vormen BBT-conclusies de
referentie voor de vergunning. In artikel 15 lid 3 staat dat de emissiegrenswaarden in de
vergunning niet hoger mogen zijn dan de met BBT geassocieerde emissieniveaus uit de
BBT-conclusies.
2 De IPPC-richtlijn (Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, 96/61/EG, gecodificeerd 2008/1/EG) verplicht de lidstaten van de EU om grote
milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd
op de beste beschikbare technieken (BBT). De IPPC-richtlijn is van toepassing op
alle installaties waarin één of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de
richtlijn. Sinds 31 oktober 2007 moeten deze installaties voldoen aan de richtlijn.
De IPPC-Richtlijn wordt opgevolgd door de Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU).
Deze omvat een integratie van de IPPC-Richtlijn met de Richtlijn grote stookinstallaties,
7
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Kaderrichtlijn Afval (2008/98/EC) + Materialendecreet
Deze prioriteitenladder zal tot uiting komen in de
maatregelen van de Vlaamse overheid.
Het Europese afvalbeleid is vastgelegd in de Kaderrichtlijn Afval. Deze Kaderrichtlijn deelt de verschillende verwerkingsmethoden voor afval in in een
hiërarchie. De richtlijn bepaalt dat binnen deze
rangorde de voorkeur moet worden gegeven aan
preventie, gevolgd door hergebruik, recyclage en
nuttige toepassingen.
Het Vlarema: uitvoering van de prioriteiten in de omgang met materialen
Het Vlarema voert het Materialendecreet uit en
bevat de volgende delen:
Op Vlaams niveau werd, ter omzetting van de Europese
Kaderrichtlijn Afval, het Materialendecreet goedgekeurd. Dit decreet vervangt het Afvalstoffendecreet. Op
1 juni 2012 werd het ‘Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer’ (VLAREA) vervangen door het
“Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer
van materiaalkringelopen en afvalstoffen” (Vlarema).
Daarmee past de Vlaamse Regering het Materialendecreet concreet toe in uitvoeringsbesluiten.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2: Afbakening afvalfase
Dit hoofdstuk bepaalt wanneer een
stof als grondstof kan beschouwd
worden.
Hoofdstuk 3: Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Dit hoofdstuk gaat in op de aanvaardingsplicht, de milieubeleidsovereenkomsten, de afvalpreventie- en
beheersplannen. Daarnaast bevat het
bepalingen over specifieke afvalstoffen
zoals drukwerk, voertuigen en
batterijen.
Het basisprincipe van het nieuwe decreet draait om
het beheer van afvalstoffen met zo weinig mogelijk
negatieve impact op mens en milieu. We moeten
proberen afvalstoffen, en bij uitbreiding grondstoffen
en daarvan afgeleide producten, zo efficiënt mogelijk
te produceren, gebruiken, verbruiken of hergebruiken.
Het decreet verduidelijkt wat materiaalkringlopen
zijn en legt de volgorde van prioriteiten vast voor de
omgang met materialen (en niet enkel afvalstoffen):
Hoofdstuk 4: Beheer van materiaalkringlopen en
afvalstoffen
Bepalingen over de indeling van
afvalstoffen en de behandeling ervan
(verwijderen, handelingen voor nuttige
toepassingen, inzameling,…).
1. Voorkom afvalstoffen en stimuleer milieuverantwoorde productie en consumptie;
2. Bevorder hergebruik;
Hoofdstuk 5: Beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen
Bepalingen over huishoudelijke afvalstoffen, klein gevaarlijk afval (KGA),
medisch afval, afgedankte voertuigen,
afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
3. Recycleer afvalstoffen of zorg dat materialen in
gesloten kringlopen worden ingezet;
4. Streef nuttige toepassing van afvalstoffen na. In
de praktijk komt dit vaak neer op energietoepassingen;
Hoofdstuk 6: Inzamelen en vervoeren van afvalstoffen
5. Verwijder afvalstoffen op een verantwoorde
manier, via verbranding zonder energierecuperatie,
of tenslotte via storten.
8
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Hoofdstuk 7: Registreren en rapporteren van
afvalstoffen- en materiaalgegevens
Bepalingen over het opmaken,
bewaren en uitwisselen van registers,
gegevens over de productie van afvalstoffen en materialen.
pioen selectieve afvalinzameling geworden en we zijn
niet van plan om deze koppositie af te staan. Verder
bevestigt het plan dat, voor de eindverwerking van
huishoudelijk restafval, verbranding met een zo groot
mogelijke recuperatie van energie als Best Beschikbare
Techniek (BBT) moet worden beschouwd. Tenslotte
wordt benadrukt dat eindverwerking de verantwoordelijkheid moet blijven van gemeenten of intercommunales, dat Vlaanderen zelfvoorzienend moet zijn
(geen export van huishoudelijk restafval), maar dat er
tegelijk geen overcapaciteit van verwerkingsinstallaties
mag ontstaan. Afval wordt bij voorkeur verwerkt waar
het geproduceerd wordt, om onnodige transporten te
vermijden.
Hoofdstuk 8: Monsterneming en analyse,
erkenning van laboratoria
Hoofdstuk 9: Milieuheffingen en milieubijdragen
Het VLAREMA bevat als bijlage een lijst van afvalstoffen. Elke stof krijgt een unieke cijfercode om de
stof gemakkelijk in de lijst te kunnen terugvinden.
Daarnaast is er ook een lijst van materialen die in
aanmerking komen voor gebruik als grondstoffen.
De hiërarchie van afvalbeheer schrijft voor dat hergebruik of recyclage voorrang krijgt en dat enkel de
resterende fractie mag verbrand of gestort worden.
Hiertoe zijn specifieke doelstellingen vastgelegd.
Verordening in- en uitvoer van
afvalstoffen (1013/2006)
Onderling verschillen de Vlaamse gemeenten zeer
sterk op vak van bevolkingssamenstelling of ruimtelijke
factoren. Deze diversiteit is ook zeer sterk aanwezig bij
de verschillende vennoten van ISVAG en hebben een
onmiddellijke weerslag op het afvalaanbod.
De grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen
wordt geregeld door de Verordening 1013/2006/EG.
De Verordening maakt onderscheid tussen afvalstoffen
bestemd voor nuttige toepassing en afvalstoffen
bestemd voor verwijdering.
Energiedecreet
Bij de verwerking van niet-recycleerbaar afval wil de
overheid zoveel mogelijk energie recupereren. Om dit
te stimuleren werden in het verleden investeringen in
elektriciteitsproductie bij de verwerking van restafval
ondersteund via het systeem van groenestroomcertificaten (GSC). Hierbij ging men ervan uit dat 41%
van de energie die vrijkomt bij de verbranding van
huishoudelijk restafval als hernieuwbaar kan beschouwd
worden. Op 1 januari 2013 trad het Energiedecreet van
13/07/2012 houdende wijziging van het Energiedecreet
van 8 mei 2009 in werking.
Uitvoeringsplan Milieuverantwoord
Beheer Huishoudelijk Afval
Het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer
Huishoudelijk Afval (UMBHA, BS 07.01.2008) is
een sectoraal uitvoeringsplan waarin het kader werd
vastgelegd voor het beheer van het huishoudelijk
afval voor de periode 2008-2015. Het voorziet een
globale aanpak, vanaf de productie van materialen
en goederen tot de eindverwerking van het huishoudelijk afval. Het ontwerpplan werkt, naast een
verdere selectieve inzameling van afvalstoffen, aan
een verbetering van het aanbod aan milieuvriendelijke producten. Dit plan bouwt voornamelijk verder
op de uitstekende resultaten die in de voorafgaande
jaren zijn bereikt. Vlamingen zijn intussen wereldkam-
Het decreet voorziet uitdrukkelijk een eindigheid van de
ondersteuning aan hernieuwbare energie. GSC worden
slechts uitgereikt voor een periode van 10 jaar na eerste
ingebruikname. Het decreet voorziet eveneens in de
invoering van een “bandingfactor” en een “onren-
9
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
dabele top”. Met de invoering van deze bandingfactor
wil de Vlaamse overheid oversubsidiëring vermijden
door rekening te houden met de actuele investeringsen exploitatiekosten van de technologieën, om zo te
komen tot een aanvaardbare investeringsopbrengst.
De onrendabele top geeft een indicatie van de extra
steun die nodig is om investeringen aantrekkelijk te
maken. De onrendabele toppen en overeenstemmende
bandingfactoren worden jaarlijks herberekend en
geactualiseerd door het VEA.
tot de straling uitgewerkt is. Wanneer een weesbron
wordt gedetecteerd met een hogere straling dient
dit gemeld te worden aan het FANC en zal het Niras
instaan voor de verwijdering en afvoer ervan. ISVAG
beschikt intussen over de vereiste meettoestellen en
voorzag in opleiding van haar intervenanten.
ISVAG ontvangt sinds augustus 2004 groenestroomcertificaten. Dit impliceert dat de toekenning van
GSC’s in juli 2014 afloopt. Uit een studie van
Electrabel blijkt dat ISVAG momenteel niet in
aanmerking komt voor verlenging van GSC op basis
van het systeem van de onrendabele top. Dit is te
wijten aan de zeer hoge bedrijfsbeschikbaarheid van
de ISVAG-installatie (gemiddeld 93%) en aan het feit
dat de elektriciteitscentrale intussen afgeschreven is.
De bandingfactor is immers gebaseerd op investeringskosten, de afschrijvingsperiode en de elektriciteitsprijs.
Op basis hiervan is gebleken dat een verlenging van de
toekenning van het GSC niet mogelijk is.
Koninklijk Besluit betreffende
het opsporen van radioactieve
stoffen in bepaalde materiaal- en
afvalstromen en betreffende het
beheer van weesbrongevoelige
inrichtingen – 14 oktober 2011.
Het KB van 14 oktober 2011 voorziet dat ook ISVAG
met ingang van 1 januari 2014 een detectiesysteem
voor het opsporen van radioactieve weesbronnen in
gebruik dient te nemen. Hiertoe wordt een detectiepoort voor de weegbrug geïnstalleerd. Indien een
weesbron (een radioactieve bron waarvan de eigenaar
niet gekend is) wordt opgemerkt, dient die door
een ISVAG-medewerker, die hiertoe speciaal werd
opgeleid, uit het afval gehaald en onderzocht te
worden. Afhankelijk van de hoeveelheid en het
type straling wordt vervolgens een bepaalde
procedure gevolgd. Bij snel uitdovende bronnen
(korte halveringstijd) en een straling binnen bepaalde
limieten, wordt de bron op ISVAG veilig opgeslagen
Voorbeelden van weesbronnen zijn vrij alledaagse
voorwerpen, zoals bijvoorbeeld stukken rotswol die
van nature een verhoogde natuurlijke radioactiviteit
bevatten, horloges of wekkers met lichtgevende
wijzerplaatjes, incontinentiemateriaal van mensen die
radiotherapie ondergaan, bepaalde types brand- of
rookmelders,...
Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking
Op 18 januari 2013 heeft de Vlaamse Regering
het decreet houdende wijziging van het decreet
houdende de intergemeentelijke samenwerking
(DIS) bekrachtigd. De meeste herzieningen traden
in werking op 1 mei 2013. Enkel de wijzigingen met
betrekking tot de elektronische terbeschikkingstelling
van de verslagen aan de raadsleden treden pas in
werking op 1 januari 2014. Het decreet werd vooral
gewijzigd op het vlak van bestuurlijk toezicht en
digitalisering.
ISVAG dient haar statuten te wijzigen zodat deze
conform worden met de nieuwe bepalingen van het
decreet. Daar waar de statuten in tegenspraak zijn
met dwingende bepalingen in het decreet, zullen de
bepalingen van het decreet voorrang hebben.
Het decreet van 23 december
2011 betreffende het duurzaam
beheer van materiaalkringlopen en
afvalstoffen
Dit decreet regelt de milieuheffingen. De heffingen
voorzien in dit decreet zijn deels financierend van
aard (MINA-fonds) maar ook regulerend. In Vlaanderen is heffing verschuldigd voor het storten en het
10
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
verbranden, maar ook voor het sorteren en voorbehandelen van afvalstoffen. Bijkomend is voorzien in
een heffing indien Vlaamse afvalstoffen buiten het
Vlaams Gewest worden gestort, verbrand, gesorteerd
of voorbehandeld.
Milieuheffingen wegen op de totale verbrandingskost.
Daar waar in 2007 nog 7 euro heffing per ton werd
betaald, ligt de kost per ton momenteel op 8 euro.
De aanvoer van 180.000 ton naar ISVAG impliceert
een jaarlijkse kost van 1.440.000 euro. (waarvan
1.120.000 euro direct voor de eigen verwerking op
ISVAG en 320.000 euro indirect voor de tonnages
verwerkt door Ibogem).
11
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
ISVAG anno 2013
12
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De milieuvergunning - historiek
De milieuvergunning - aandachtspunten
De vorige milieuvergunning van ISVAG liep af in
september 2011. De Raad van Bestuur besliste om
tijdig - op 22 juli 2010 - een verlenging aan te vragen.
Hieraan ging heel wat studiewerk vooraf. Naast een
Milieueffectenrapport, werd ook een uitgebreide
toekomststudie opgemaakt. De resultaten van dit
onderzoek hebben bijgedragen aan een gerichte en
goed onderbouwde milieuvergunningsaanvraag (zie
ook verder).
In de milieuvergunning, bevestigd door de Vlaamse
minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur werd
een artikel in verband met de NOx-emissie toegevoegd. Bij de aanvraag had ISVAG zelf reeds een
streefwaarde voor NOx-emissies van 120 mg/Nm³
voorgesteld (de wettelijke norm bedraagt
200 gr/Nm³). In de aangepaste en definitieve versie
van de vergunning worden op vlak van de NOx en
met betrekking tot de streefwaarde de volgende
duidelijke activiteiten opgelegd:
Bij Besluit van de Bestendige Deputatie van de
provincie Antwerpen dd. 18 november 2010 werd
een milieuvergunning verleend voor een periode van
10 jaar. ISVAG verzocht zelf om een vergunning te
verkrijgen voor 10 jaar in plaats van de gebruikelijke
20 jaar. Op die manier blijft de intercommunale op
elk moment verplicht om zichzelf in vraag te stellen,
op zoek te gaan naar mogelijke optimaliseringen of
alternatieven voor de verwerkingsinstallatie. Tegen
dit besluit en de toekenning werden 11 bestuurlijke beroepen aangetekend. Volgens de gangbare
procedure werden deze beroepen behandeld door
de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en
Cultuur.
De exploitant ISVAG moet jaarlijks een evaluatie laten
maken van de NOx-emissies. Deze evaluatie dient
opgemaakt te worden door een erkend deskundige
voor het opstellen van milieueffectenrapporten in de
discipline ‘lucht’. De deskundige zal de NOx-emissies
toetsen aan de streefwaarde van 120 mg/ Nm³
(jaargemiddelde). Deze jaarlijkse evaluatie moet ter
kennisgeving overgemaakt worden aan de afdeling
Milieu-inspectie.
Met haar Besluit van 29 juni 2011 bevestigde
minister Joke Schauvliege de vergunning van
18 november 2010 tot 18 november 2020, en
voegde ze een aanpassing toe aan de bepalingen
over de NOx-emissies.
Vier partijen spanden bij de Raad van State een
procedure aan tegen het besluit van de Vlaamse
minister.
Bij arrest van de Raad van State van 17 september
2013, is de milieuvergunning voor ISVAG definitief
verworven voor de periode van18 november 2010 tot
18 november 2020.
Een tweede aandachtspunt uit de milieuvergunning
betreft de communicatie (cfr. paragraaf 5 van
blz. 48/52 van de initiële milieuvergunning). Deze
paragraaf stipuleert dat ISVAG binnen een termijn
van 6 maanden na de vergunningsverlenging
een voorstel dient te doen aangaande de manier
waarop de ongerustheid, de onzekerheid, de
ontevredenheid en de frustratie die heerst bij de
omwonenden, kan weggewerkt worden. Hierbij
dient met de verschillende lokale actoren te worden
samengewerkt. In het besluit van 29 juni 2011 van
de minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur op
blz.20 in de 4de paragraaf, wordt bevestigd dat
een open en evenwichtige communicatie met de
lokale actoren weliswaar heel wat ongerustheid
kan wegnemen en het wederzijds begrip kan laten
toenemen, maar tevens wordt bevestigd dat uit de
hoorzitting van 1 maart 2011 is gebleken dat ISVAG
over een degelijk communicatieplan en –beleid
beschikt.
13
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Overzicht van interne en externe
ondersteunende studies en
activiteiten
waarbij voor 2023, het jaar waarin de intercommunale
als juridische structuur dient hernieuwd te worden,
opnieuw een grondige evaluatie gemaakt moet worden.
Als voorbereiding voor de nieuwe milieuvergunningsaanvraag heeft ISVAG een aantal initiatieven genomen
om enerzijds een onderbouwde langetermijnvisie te
kunnen ontwikkelen over de toekomst van de installatie, en anderzijds om de lopende exploitatie te
optimaliseren, zowel op technisch als maatschappelijk
vlak. Hierbij geven we een kort overzicht van deze
studies en initiatieven.
Milieueffectenrapport 2010
Het MER voor ISVAG werd door de administratie van de
Vlaamse Gemeenschap volledig en ontvankelijk verklaard
op 2 juli 2010. Onafhankelijke, door de overheid
erkende deskundigen hebben de impact van de installatie op ondermeer lucht, bodem, water, flora en fauna
en mens onderzocht. De globale milieueffectenbeoordeling in dit rapport was uitermate positief. De deskundigen zijn van oordeel dat de impact op omgeving en
mens op alle niveaus verwaarloosbaar is.
Toekomststudie ISVAG mei 2010
ISVAG heeft aan de THV Ecobel de opdracht gegeven
de toekomstvisie op lange termijn te bestuderen.
Uit deze zeer gedegen toekomststudie, die onder
leiding van ECOREM en REBEL GROUP in samenwerking
met VITO, advocatenkantoor STIBBE en Transport- en
Mobiliteit Leuven werd uitgevoerd, blijkt dat de ISVAGinstallatie wel degelijk de Best Beschikbare Technologie
aanwendt voor de verwerking van huishoudelijk afval.
Op basis van alle ecologische, energetische en financiële
vaststellingen, waarbij ook rekening wordt gehouden
met de mobiliteitsaspecten (en de ecologische en financiële impact die hieraan gekoppeld is), komt het studieconsortium tot het besluit dat er geen alternatieven
voorhanden waren die een sluiting van de installatie
aan de Boomsesteenweg op korte termijn toelieten.
De studie concludeerde verder dat een hervergunning
voor 20 jaar de aangewezen optie is voor ISVAG,
Deze studie schetst het grotere kader voor de verdere
ontwikkeling van ISVAG op langere termijn en
fungeerde als onderbouwing voor de laatste milieuvergunningsaanvraag. In alle fasen van deze studie, van de
opmaak van het bestek, over methodologie, tussentijdse
rapporten en eindrapporten, werd steeds in alle transparantie met verschillende belanghebbenden overleg
gepleegd.
Technical and Environmental
Assessment of the ISVAG MWI
and alternative waste treatment
technologies – February 2010
Deze studie werd uitgevoerd door de afdeling Abfallwirtschaft van de Technische Universität Berlin onder
leiding van prof. dr. ing. Vera Susanne Rotter. De
opdracht van deze studie was om de installatie van
ISVAG op Europees niveau te evalueren en te situeren
in het kader van de BBT. Dit onderdeel van de studie
gaf tevens indicaties voor mogelijke optimalisaties van
de bestaande installatie. Verder werden alternatieve
afvalbehandelingstechnieken bestudeerd en werd een
SWOT-analyse uitgevoerd. Uit deze blijkt dat de huidige
verwerkingsmethode van ISVAG (verwerking in een
roosteroven met optimale energierecuperatie), voldoet
aan alle vereisten van de Best Beschikbare Technologie. De studie bevestigt dat er op het gebied van de
verwerking van huishoudelijk afval in de eerstkomende
jaren geen betrouwbare nieuwe alternatieve verwerkingswijzen, die ecologisch en energetisch beter scoren,
te verwachten zijn.
2de studie prof. dr. ir. Rotter
Uit de eerste studie van professor Rotter, waarin ISVAG
onder meer werd getoetst aan Europese referentieinstallaties, bleek dat er momenteel geen algemeen
grensoverschrijdend referentiekader bestaat voor het
rapporteren en vergelijken van emissiewaarden op
Europees niveau. Om een duidelijker beeld te krijgen
van hoe de prestaties van de ISVAG-installatie zich
14
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
verhouden tot installaties in de ons omliggende landen
en op basis hiervan te kunnen identificeren en evalueren
of ISVAG bepaalde optimalisaties kan doorvoeren, werd
aan professor Rotter gevraagd een opvolgingsstudie op
te maken met als titel: “Development of a monitoring
concept for continuous BAT-assessment for the ISVAG
MWI, Antwerp and a 2007-2011 update of the technical
performance study”.
De studie concludeert onder meer dat de NOx-emissies
van ISVAG “voor de daggemiddelde waarde vanuit
een BBT standpunt lager liggen dan de 120 mg/Nm³
die algemeen als BBT wordt beschouwd” en dat “de
installatie bovendien zelfs zou voldoen aan mogelijk
lagere NOx-emissienormen, mochten die in de toekomst
worden ingevoerd.”
Door ISVAG werd een technische werkgroep opgericht.
Het doel van de werkgroep is tweeërlei:
• Hoe kan de werking van de huidige installatie nog
verder geoptimaliseerd worden?
• Hoe bereidt ISVAG zich voor op een eventuele
grondige of zelfs volledige vernieuwing?
Deze werkgroep kwam voor het eerst samen op
27 september 2012 en heeft in eerste instantie een
aantal pistes opgelijst die verder uitgewerkt dienen te
worden. Hierbij geven we een kort overzicht van ideeën
die tot nog toe geformuleerd werden:
• Identificeren van mogelijkheden op vlak van voorbehandeling van het aangevoerde afval, met als doel de
recuperatie van materialen te maximaliseren en het
verbrandingsproces te optimaliseren
• Plaatsing van een LUVO (luchtvoorverhitter) om in te
spelen op het feit dat de calorische waarde van het
afval stijgt, wat de doorzet in de installatie vermindert
• Het optimaliseren van het stoomrendement van
de installatie (gelinkt aan elektriciteitsproductie +
onderzoek naar mogelijkheden om stoom af te zetten)
• Positie van Eandis naar netondersteuning
• Complementaire activiteiten waarbij naast stoomexport
kan gedacht worden aan de afzet van warmte
Ook op vlak van energetisch rendement concludeert
de studie dat ISVAG zowel voor de productie als het
verbruik van elektriciteit voldoet aan de BBT normen.
Professor Rotter suggereert dat op vlak van energetisch
rendement nog optimalisaties mogelijk zijn en stelt
tegelijk dat mogelijke investeringen in verdere verlaging
van NOx-emissies dienen afgewogen te worden tegen de
negatieve impact op de energieperformantie van de
installatie.
Interne technische werkgroep
• Organisatorische aanpassing waarbij kan gedacht
worden aan fusie versus delokalisatie
• Aanpassing naar een rooster met 5 compartimenten in
plaats van de huidige 4 (optimaliseren doorvoer)
• Opvolgen van nieuwe technologieën in het algemeen
(emissie, energieproductie,...)
Communicatie
Gelet op het feit dat ook in de milieuvergunning van
18 november 2010 opnieuw gewezen wordt op het grote
belang van een duidelijke communicatie met de verschillende actoren, heeft het Directiecomité van ISVAG op
1 december 2010 opnieuw een externe firma (MindShake)
aangesteld om de intercommunale bij te staan op het
vlak van communicatie. Deze opdracht geldt voor de
periode 2011-2013. Als externe communicatie- adviseur
begeleidt MindShake ISVAG in de verdere uitbouw van het
maatschappelijk draagvlak voor het bedrijf.
Overzicht van de uitgevoerde
metingen en controles
ISVAG ontwikkelde een aantal initiatieven die toelaten
om een goede milieutechnische controle uit te voeren
op de werking van de verbrandingsinstallatie. Hierbij
geven we een overzicht van deze initiatieven:
• ISVAG controleert de werking van de 2 ovenlijnen
via een continue meting van de emissies per ovenlijn.
15
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Deze emissieapparatuur controleert de volgende
parameters: HCl, stof, CO, NO, SO2, TOC en de
referentieparameters O2, temperatuur, debiet en
vocht. De meetapparatuur die hiervoor ingezet wordt,
wordt jaarlijks gekeurd en geattesteerd. Deze keuring
kadert in de toepassing van de code van de goede
praktijk: “Goedkeuring van continue emissiemeettoestellen”, verschenen in februari 1997 en gewijzigd in
oktober 2001 (onder leiding van VITO). In 2013 investeerde ISVAG in nieuwe meetapparatuur waarmee de
emissies via de nieuwste technieken gemeten kunnen
worden. De ombouw nam een zestal weken in beslag.
In de tussenperiode werd een mobiele meetwagen
ingezet om een continue controle op de emissies te
blijven garanderen.
• In de milieuvergunning wordt opgelegd dat ISVAG een
jaarlijkse evaluatie van de NOx-emissies moet laten
uitvoeren door een erkend deskundige “lucht”. De
emissieresultaten moeten hierbij getoetst worden aan
de jaargemiddelde streefwaarde van 120 mg /Nm³.
Indien deze streefwaarde niet gehaald wordt, dienen
er bijkomende maatregelen getroffen te worden om
er aan te voldoen. Bijkomend werd op initiatief van de
exploitant een dispersiemodellering opgemaakt (een
model dat in kaart brengt wat de impact van specifieke
emissies op de regio is, in functie van allerlei factoren
zoals afstand, overheersende windrichting, hoogte van
de schouw).
• Opdracht voor de dioxinemetingen door TAUW.
In de zitting van 20/12/2011 heeft de Raad van
Bestuur beslist om de firma TAUW België de
opdracht te geven voor het uitvoeren van dioxinemetingen voor de periode 1/1/2012 tot 31/12/2014.
De metingen worden elke 2 weken uitgevoerd.
• Afvloeiingswater van het nabij gelegen waterzuiveringsstation RWZI Aartselaar. Het verbruik bedraagt
± 80.000 m³/jaar (basis 2011) of 85 % van het
totale waterverbruik.
ISVAG beschikt over het statuut van nullozer: dit wil
zeggen dat er geen bedrijfsafvalwater in de riolering
wordt geloosd. Al het water wordt in de installatie zelf
verdampt, hergebruikt en gezuiverd. De aansluiting
van het lozingspunt bedrijfsafvalwater op het rioleringsnet werd ook fysisch verwijderd.
Emissies in de lucht
ISVAG heeft, zoals reeds gemeld, vast opgestelde
apparatuur voor monstername en metingen. Deze
apparatuur is geattesteerd door een erkend laboratorium en gebeurt conform de code van goede
praktijk. In de volgende tabel zijn de resultaten voor
2011 en 2012 opgenomen.
Parameter
Evaluatie van de resultaten in het
kader van de milieuvergunning
Water
ISVAG verbruikt twee kwaliteiten van water, namelijk:
• Leidingwater: Het verbruik bedraagt ongeveer
14.000 m³/jaar (basis 2011) of ± 15 % van het
totale verbruik.
Gemid.
Gemid.
waarde 2011 waarde 2012
Norm
Stof
0.89
mg/Nm³
0.9
mg/Nm³
10
mg/Nm³
CO
10.94
mg/Nm³
12.07
mg/Nm³
50
mg/Nm³
HCl
0.18
mg/Nm³
0.3
mg/Nm³
10
mg/Nm³
SO2
1.99
mg/Nm³
1.5
mg/Nm³
50
mg/Nm³
NOx
102.2
mg/Nm³
104.5
mg/Nm³
200
mg/Nm³
CnHm
0.14
mg/Nm³
0.2
mg/Nm³
10
mg/Nm³
Dioxines
0.007
ng/Nm³TEC
0.0085
ng/Nm³TEC
0.1
ng/Nm³TEC
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de emissiewaarden
in 2011 en 2012 ver beneden de opgelegde normen
bleven. We stellen eveneens een zeer gelijklopend
resultaat vast tussen de jaren 2011 en 2012. Dit
toont aan dat de werking van de processen van
16
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
0,10
0,08
0,06
0,04
0,02
0,00
1
2
3
4
5
6
7
Ovenlijn 1
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Ovenlijn 2
verbranding en rookgasbehandeling op ISVAG als
standvastige en betrouwbare processen kunnen
beschouwd worden.
Dioxinemetingen
90
TAUW voert in opdracht van ISVAG
tweewekelijks
80
een dioxineanalyse uit. Hieronder vindt u een overzicht
70
van de meetperiodes en de analyseresultaten per
60
ovenlijn.
50
40
• De resultaten per ovenlijn zeer
30 gelijklopend zijn;
20
• De resultaten in elke periode voor elke lijn
ruimschoots voldoen aan de10
normen;
0
maar vooral hout). Alle verbrandingsovens samen vertegenwoordigen momenteel minder dan 0,1% van alle
dioxine-emissies in Vlaanderen.
In obovenstaande grafiek worden de resultaten van de
dioxinemetingen van bijlage 2 weergegeven.
100
Uit deze resultaten blijkt dat:
Emissiegrenswaarde 0,1ng TQ/Nm3
Stof
CO
HCl
• Het jaargemiddelde van 2012 zich
in dezelfde
grootteorde situeert als het jaar 2011.
Evaluatie van de stikstofoxideemissies
In het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu,
Natuur en Cultuur van 29 juni 2011 wordt in art.2
aangaande de NOx-emissies aan Isvag opgelegd om:
• Een jaarlijkse evaluatie van de NOx-emissies te laten
opmaken door een erkend MER-deskundige, discipline ‘lucht’;
SO2
NOx
CnHm Dioxines
• De resultaten van de NOx-metingen te toetsen
aan de streefwaarde van 120 mg/Nm³ (jaargemidNormbalk als 100%
Uit de hierboven vermelde resultaten kunnen we
delde);
Gemeten waarde
in % t.o.v. norm - 2012
besluiten dat het proces van dioxineverwijdering
op
ISVAG als betrouwbaar bestempeld kan worden.
• Indien de streefwaarde niet gehaald wordt: verdere
maatregelen te nemen voor de optimalisatie van
Overigens, huishoudens hebben met 68 % het grootste
de NOx-emissie. Voor 2011 heeft SGS als erkend
aandeel in de Vlaamse dioxine-emissies in 2011. Drie
deskundige deze evaluatie uitgevoerd en gerapkwart van de huishoudelijke emissies is afkomstig van
porteerd in het verslag van maart 2012. Naast de
de particuliere illegale afvalbranding in open vuurtjes en
opdracht om de emissiewaarden van NOx te vergetonnetjes. De overige huishoudelijke emissie komt van
lijken met de streefwaarde van 120 mg/Nm³, kreeg
de gebouwenverwarming op vaste brandstoffen (kolen,
SGS ook de opdracht om de dispersie (model dat
Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2011
17
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
3
4
5
6
7
Ovenlijn 1
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Ovenlijn 2
Emissiegrenswaarde 0,1ng TQ/Nm3
Communicatie en maatschappelijke
betrokkenheid
100
90
80
Inleiding
70
60
ISVAG heeft ervoor gekozen een open huis te zijn
voor zowel de lokale leefgemeenschap als voor het
internationale forum van de sector afvalverwerking,
en laat zich daartoe bijstaan door een professioneel
communicatiebureau. In deze paragraaf geven we
een kort overzicht van de activiteiten en inspanningen
in verband met communicatie en maatschappelijke
betrokkenheid.
50
40
30
20
10
0
Stof
CO
HCl
SO2
NOx
CnHm Dioxines
Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2011
Normbalk als 100%
Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2012
de impact van de NOx-emissies geografisch in kaart
brengt) van NOx na te gaan. De besluiten van deze
studie kunnen als volgt samengevat worden;
• De emissiemetingen voor 2011 voldoen ruimschoots aan de opgelegde emissiestreefwaarden
van 120 mg/Nm³ (jaargemiddelde). Voor ovenlijn 1
bedraagt het jaargemiddelde 101,31 mg/Nm³, voor
ovenlijn 2 is dit 103,08 mg/Nm³;
• Uit de dispersieberekeningen blijkt dat voor de
nabijgelegen woongebieden de impact van de
verbrandingsoven verwaarloosbaar is. Voor het
pluimmaximum en de woonwijk Neerland is de
impact beperkt. De term ‘beperkt’ betekent: een
emissiewaarde tussen 1% en 3% van de milieukwaliteitsnorm, en de term ‘verwaarloosbaar’
kleiner dan 1% van dezelfde milieukwaliteitsnorm.
Als besluit kunnen we stellen dat ISVAG ruim
voldoet aan de vooropgestelde NOx-streefwaarde
van 120 mg/Nm³. De resultaten van de NOx-emissies
van 2012 situeren zich in dezelfde lijn als deze van
2011.
De publieke toegankelijkheid van ISVAG
ISVAG heeft ervoor gekozen een open communicatie
te voeren en bewerkstelligt het ‘open huis-gevoel’
door op verschillende wijzen bezoeken te organiseren
en te promoten. De bezoeken omvatten:
• De begeleide groepsbezoeken;
• De deelname aan de Open Bedrijvendag (tweejaarlijks);
• De individuele toegankelijkheid van het bezoekerscentrum.
Overzicht van de bezoekersaantallen
Jaar
Open Bedrijvendag
Groepsbezoeken
2009
1939
2222
2010
Geen
2207
2011
1304
2187
2012
1160
2240
Bij de groepsbezoeken stijgt het aandeel van de
scholieren (middelbare school). Eind 2012 werd
bovendien beslist om ook leerlingen uit het vijfde en
zesde leerjaar van de lagere school op ISVAG te verwelkomen. Voor de leerlingen en scholieren past dit bezoek
in het leerplan (milieu-educatie) en draagt dit zeker bij tot
hun milieubewustzijn. Elk bezoek start met het bekijken
van de bedrijfsvideo, gevolgd door een rondleiding en
uitgebreide mogelijkheid om vragen te stellen.
18
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Naast de bezoeken is ook de website een middel
om op open wijze te communiceren. De website is sterk
gericht op bezoekers en geeft ook de dagelijkse resultaten weer van de emissies en elektriciteits-productie.
een netwerk van waardevolle internationale relaties
en verwerft het ook stilaan heel wat erkenning op het
internationaal forum.
In 2011 nam ISVAG het initiatief om zich samen met
een aantal partners kandidaat te stellen voor de organisatie van de internationale ISWA conferentie in 2015
in Antwerpen (International Solid Waste Association).
Tijdens dit jaarlijkse internationale congres komen meer
dan 1000 professionelen uit de sector samen om een
week lang ervaringen uit te wisselen en te netwerken.
In het voorjaar van 2012 heeft de Raad van Bestuur van
ISWA besloten om de organisatie van de wereldconferentie 2015 aan Antwerpen toe te wijzen. Intussen werd
een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van
onder meer ISVAG, Interafval, OVAM, Fost+ en Indaver,
om onder leiding van voorzitter Philip Heylen, de organisatie van deze conferentie in 2015 voor te bereiden.
Ondersteuning van de lokale
leefgemeenschap
ISVAG ondersteunt de lokale leefgemeenschap door
een aantal kleinschalige, lokale en regionale projecten
te sponsoren. Voorbeelden hiervan zijn de werking van
Harmonie Sint-Bavo, Chiro Wilrijk, Neerlandfeesten,
Schoolfeest Neerland,...
ISVAG op internationaal vlak
Omdat erkenning buiten de landsgrenzen indirect ook
bijdraagt tot het verhogen van het lokaal maatschappelijk draagvlak, wil ISVAG ook internationaal zijn
plaats innemen in de sector van afvalverwerking en
-valorisatie. ISVAG richt zich ook op het internationale
forum om op de hoogte te blijven van de laatste
ontwikkelingen. De voornaamste activiteiten op internationaal vlak zijn:
• Gerichte bedrijfsbezoeken
• Samenwerking met de universiteit van Berlijn
• Het bijwonen van internationale vakcongressen
• Het geven van lezingen en presentaties op
congressen
• De ontvangst van specifieke internationale delegaties
(delegatie burgemeesters uit Polen, bezoek van
staatssecretaris voor Leefmilieu uit Hongarije, bezoek
van groep internationale studenten in kader van
Unesco zomer-universiteit, bezoek van departementsverantwoordelijken uit het VK,...)
Dankzij de contacten met experten en collega’s over
de landsgrenzen heen ontwikkelde ISVAG intussen
19
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Horizon 2020
20
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De milieuvergunning van ISVAG loopt af in
november 2020. Op basis van de huidige prognoses
gaan we ervan uit dat alle vennoten samen jaarlijks
zo’n 220.000 ton afval zullen aanvoeren (zie ook
prognoses aanvoer in meerjarenplan). Niet omdat we
per inwoner meer afval produceren, wel integendeel.
De sterke stijging in de komende jaren is enkel en
alleen te wijten aan de aanzienlijke bevolkingsaangroei en dit voornamelijk in de stad Antwerpen.
ontwikkelt dat rekening houdt met een aanvoer die
ruim 25% hoger zal liggen dan vandaag.
Momenteel verwerkt ISVAG jaarlijks zo’n 143.000
ton afval in de eigen installatie. Het financiële meerjarenplan werd ook op een jaarlijkse verwerking van
143.000 ton gebaseerd.
Op basis hiervan wordt duidelijk dat uiterlijk in
2015 ISVAG moet beslissen met welke verwerkingsinstallatie het verder gaat na afloop van de millieuvergunning in 2020. Dit wil zeggen dat de huidige
Raad van Bestuur in de komende twee jaar de nodige
voorbereidende studies dient te laten uitvoeren, om
tot een onderbouwde, breed gedragen beslissing
te komen in 2015. Alle mogelijke scenario’s dienen
hierbij opnieuw in kaart gebracht en afgetoetst te
worden.
Kijken we naar de timing, dan gaan we best uit van
het meest ingrijpende scenario – dit is het ontwerpen,
vergunnen, aanbesteden, bouwen en in gebruik
nemen van een volledig nieuwe installatie (ongeacht
welk type installatie en ongeacht op welke plek) - en
tellen we terug vanaf 2020 (zie schema hieronder).
Alle extra aanvoer wordt momenteel naar IBOGEM
gebracht, waarmee ISVAG een overeenkomst
heeft afgesloten tot 2017. De afvoer van dit afval
en verwerking door IBOGEM betekent een zware
meerkost voor ISVAG, aangezien ISVAG aanzienlijk
meer betaalt aan IBOGEM dan de eigen verwerkingskost bedraagt. Uit de prognoses blijkt dat de
aanvoer in de komende jaren nog verder zal stijgen,
waardoor deze externe verwerking dus nog meer op
de kosten van ISVAG zal drukken.
Als belangrijke leidraad ontwikkelde de vorige
Raad van Bestuur een missie en strategische visie
voor ISVAG. Het te voeren dagelijks beleid, maar
ook elke beslissing over de koers op lange termijn
dienen aan deze missie en visie te worden getoetst.
Op de volgende pagina’s worden deze missie en visie
toegelicht.
Het lijkt dus aangewezen dat ISVAG een
toekomstplan voor de intercommunale na 2020
2013
2014
2015
2016
2017
1. Feasability
2. Go / No go
3. Mer / Vergunning
4. Ontwerp
5. Aanbesteding / Evaluatie / Toewijzing
6. Bouw
7. Opstart
21
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
2018
2019
2020
2021
Missie en Strategie
22
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
ISVAG wil zich profileren als een resultaatsgerichte
organisatie, die bij de uitvoering van haar kernopdrachten optimaal omspringt met de beschikbare
middelen. Het behalen van vooropgestelde bedrijfsresultaten is dan ook één van haar voornaamste drijfveren.
De missie van ISVAG
ISVAG is een resultaatsgericht en
energiek overheidsbedrijf, dat
meerwaarde biedt door op een
duurzame manier afval te verwerken
voor de bewoners van de aangesloten
steden en gemeenten.
ISVAG is energiek. Het beschikt over dynamische,
flexibele en ambitieuze medewerkers, die samen het
beste voor hun organisatie nastreven. Het managementteam dat hen aanstuurt, wil het beste uit haar
medewerkers halen en heeft hierbij veel oog voor hun
motivatie en competentieontwikkeling.
Duurzaam wil zeggen dat we werken
op de meest ecologische en de
meest economische manier, waarbij
we zoveel mogelijk waardevolle
energie en materialen recupereren,
waardoor waardevolle grondstoffen
en energiebronnen voor toekomstige
generaties gespaard blijven.
2. ... dat een meerwaarde biedt ...
ISVAG wil meer zijn dan zomaar een uitvoerend bedrijf
dat “haar vennoten van hun afval afhelpt”: het streeft
ernaar om een toegevoegde waarde te bieden voor haar
steden en gemeenten en hun inwoners. Onze kerntaak
is inderdaad afvalverwerking, maar tegelijk willen we
een meerwaarde bieden op verschillende niveaus.
Een meerwaarde op vlak van duurzaamheid in al zijn
facetten: ecologisch, sociaal en economisch.
Toelichting:
1. ISVAG is een resultaatsgericht en
energiek overheidsbedrijf ...
ISVAG is een opdrachthoudend overheidsbedrijf. Dit
betekent dat ISVAG enerzijds alle kenmerken draagt
van een overheidsinstelling, maar anderzijds ook van
een commercieel bedrijf. Voor de overheidskenmerken
denken we bijvoorbeeld aan het werken met een Raad
van Bestuur bestaande uit politieke mandatarissen,
aan het werken met statuten en mandaten, aan het
aanbesteden van opdrachten of bestellingen volgens
de wetgeving op de overheidsopdrachten, aan het
selecteren en aanwerven van personeel via specifieke
procedures, enzovoort. Tegelijk wordt ISVAG geleid als
een commercieel bedrijf, met een bijzondere focus op
efficiëntie (om kostenefficiënt te werken), de resultaatgerichte doelstellingen (bv. emissiestreefcijfers) en de
zorgvuldige selectie van leveranciers.
Er is bewust gekozen voor de benaming overheidsbedrijf om aan te geven dat ISVAG als een overheidsinstelling functioneert en tegelijk presteert als een
bedrijf. Hierbij staat een bedrijfsmatig en efficiënt
management centraal, gekoppeld aan een professioneel gestuurd financieel beheer.
3. ... door op een duurzame manier
afval te verwerken ...
Voor ISVAG is “duurzaam” niet zomaar een modewoord
dat te pas en ten onpas gebruikt wordt. Voor ISVAG
betekent duurzaam een streven naar een optimale
balans tussen de drie verschillende duurzaamheidscomponenten: een ecologische, een sociale en een economische component.
De visie van ISVAG
De afvalketen verandert fundamenteel. Onze intentie
hierbij is een bijdrage te kunnen leveren aan de
verduurzaming van de samenleving en het sluiten van
de kringlopen of ketens van materialen. Wij trachten
afval op een zo duurzaam mogelijke manier om te
zetten in zoveel mogelijk schone en herbruikbare
grondstoffen. Zo creëren we een maximale impact op
de duurzame valorisatie van energie en materialen. In
23
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
dit voornemen willen we bondgenootschappen sluiten
met alle bedrijven en organisaties die, samen met
ons, in de bres staan voor innovatie in de afvalsector.
Dit alles doen we in de grootste transparantie, in een
voortdurende dialoog met al onze stakeholders.
Toelichting
ISVAG en al haar personeelsleden hebben de
afgelopen jaren alles gedaan om ervoor te zorgen dat
de impact op haar omgeving en het leefmilieu in het
algemeen zo gering mogelijk blijft (en zelfs nog steeds
geringer wordt). ISVAG heeft tot doel samen met al
haar medewerkers een modern, performant en milieubewust bedrijf te blijven, dat behoort tot de Europese
top in zijn sector.
maar ook op gebied van energie- en materialenrecuperatie.
ISVAG zal telkens op zoek gaan naar nieuwe en
performantere technieken, technologieën en
methodes.
De aangesloten steden en gemeenten en hun burgers
zullen er op kunnen rekenen dat ISVAG een zeer
betrouwbare partner is, die het beste wil voor mens en
milieu.
Om dit te kunnen waarmaken, vindt ISVAG het ook
prioritair om complete transparantie en een optimaal,
efficiënt bedrijfsbeleid na te streven. ISVAG zal ook in
de toekomst blijven investeren in een professionele
interne en externe communicatie, een modern personeels- en organisatiebeleid beleid, in kwaliteitsvolle
administratieve en financiële processen.
Alle betrokkenen kunnen erop rekenen dat alle
ISVAG-medewerkers er continu naar zullen streven
het beste van zichzelf te geven en de lat voor zichzelf
telkens opnieuw hoger te leggen, met de bedoeling
om grensverleggend bezig te zijn en met telkens nog
betere resultaten voor de dag te kunnen komen.
ISVAG verwerkt het huishoudelijk restafval van
1 miljoen inwoners op een economisch en ecologisch
verantwoorde manier: zorg voor het milieu en onze
leefomgeving is hierbij voor ISVAG prioritair.
ISVAG wil niet alleen zoveel mogelijk energie halen
uit het restafval dat het verwerkt, maar tracht ook zelf
zo zuinig mogelijk om te gaan met energie. ISVAG
zal investeren in het vinden en toepassen van nieuwe
bewezen toptechnologie om optimale ecologische en
energetische resultaten te halen.
ISVAG werkt vandaag voor de ongeveer 1 miljoen
inwoners van haar aangesloten steden en gemeenten.
ISVAG is ook nog steeds een intercommunale organisatie: een overheidsbedrijf dat instaat voor
de verwerking van afval van de verschillende
aangesloten steden en gemeenten. Momenteel zijn
dit met name steden en gemeenten uit de provincie
Antwerpen.
Daarnaast haakt ISVAG ook in op het Europese en
Vlaamse materialenbeleid. Ook hier zullen technologische nieuwe inzichten en mogelijkheden zo
maximaal mogelijk worden ingezet om optimale resultaten voor mens en milieu te verzekeren.
ISVAG wil toonaangevend zijn. Ze wil blijven behoren
tot de beste afvalverwerkers van Europa. De opgedane
kennis en verworven inzichten willen we ook graag
delen met collega’s in binnen- en buitenland. ISVAG
heeft de ambitie om met de kennis, inzichten en
ervaring waarover ze beschikt, te behoren bij de top
van bedrijven die bekend staan om hun schitterende
resultaten. Dit niet alleen op gebied van emissies,
ISVAG werkt ecologisch en economisch: het staat in
voor de beste oplossingen voor mens en milieu, die
financieel verantwoord zijn. Vandaag betekent dat
concreet dat we het huishoudelijk afval verwerken met
zo min mogelijk ecologische impact en een zo groot
mogelijke recuperatie van energie en herbruikbare
materialen en grondstoffen. Ook in de toekomst zal
ISVAG alle technologische ontwikkelingen in haar
vakgebied nauw blijven opvolgen en haar installatie
optimaliseren, waardoor het tot de Europese top kan
blijven behoren.
24
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De strategische doelen van ISVAG
Samengevat:
1
2
Proces- en technologie-ontwikkeling
Blijven inzetten op Onderzoek & Ontwikkeling om de beste keuzes te maken voor investeringen en voor optimalisatie van huidige installaties.
Externe communicatie
Creëren van dialoog en betrokkenheid via alle moderne communicatiemiddelen zodat alle
betrokkenen ISVAG herkennen en erkennen als een afvalbeheerder met maximale impact op
duurzame valorisatie van energie en materialen.
3
Kennisdeling extern
Streven naar permanente kennisontwikkeling door het creëren van samenwerkingsverbanden
en interne ervaringsopbouw met als doel kennis te delen en te komen tot best practices.
4
Organisatie-ontwikkeling
Ontwikkelen van de organisatie en organisatiecultuur met als doel een optimale structuur en
personeelsschikking met medewerkers die de ambities van ISVAG met elkaar delen en naar
buiten toe uitdragen.
5
P&O beleid
Continu aanbieden van kansen om persoonlijke en professionele capaciteiten te ontwikkelen
om zo kennis te vergroten en een ISVAG-attitude te creëren.
6
Interne communicatie
Ontwikkelen en verzorgen van interne communicatie zodat alle medewerkers optimaal en
transparant geïnformeerd zijn.
7
Netwerking
Nemen van het initiatief tot het samenbrengen van gelijkgestemde visies op het vlak van
maximale impact op duurzame valorisatie van energie en materialen om, mede door wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge afspraken, samen synergieën te realiseren.
25
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
1
2
Proces- & technologie-ontwikkeling
Externe communicatie
Blijven inzetten op Onderzoek & Ontwikkeling om de
beste keuzes te maken voor investeringen en voor
optimalisatie van huidige installaties.
Creëren van dialoog en betrokkenheid via alle
moderne communicatiemiddelen zodat alle betrokkenen ISVAG herkennen en erkennen als een
afvalbeheerder met maximale impact op duurzame
valorisatie van energie en materialen.
Bedoeling:
Bedoeling:
ISVAG wil de nieuwe technologische ontwikkelingen op
de voet volgen. Technologie is non stop in beweging,
omdat het ecologiebesef groter is dan ooit. De wens
om goed te zorgen voor de toekomstige generaties is
hierin ook een grote drijfveer. Afval wordt meer en meer
als grondstof gezien, wat leidt tot nieuwe ontwikkelingen, zowel op vlak van energie, materialenbeheer en
emissie. Deze ontwikkelingen dienen op de voet gevolgd
te worden: daarom is het belangrijk dat ISVAG blijvend
investeert in Onderzoek & Ontwikkeling. Dit kan op vele
manieren: congressen, studiedagen, literatuurstudies,
best practice uitwisselingen, bedrijfsbezoeken, (wetenschappelijke) onderzoeksopdrachten,... De onderliggende
reden van deze inzet op Onderzoek & Ontwikkeling is
de ISVAG-installaties van vandaag en morgen te optimaliseren. Vanzelfsprekend ook om de Best Beschikbare
Technologie in eigen huis te hebben via aanschaf van
nieuwe installaties en machines, haar onderhoud en
modernisering.
ISVAG was tot nu toe meer een afvalverwerker dan een
afvalbeheerder. De komende jaren zal ze uitgroeien
tot een volwaardige afvalbeheerder, die streeft naar
een maximale impact op de valorisatie van energie en
materialenbeheer. Om deze ontwikkeling te kunnen
doormaken is het van belang dat ISVAG niet alleen informatie verspreidt maar nog meer actief in dialoog gaat
met al haar stakeholders. Dit via moderne communicatietools. Zo wil ISVAG al dialogerend betrokkenheid en
draagvlak creëren voor haar lange termijn doelen.
Resultaat:
ISVAG zoekt de juiste betrokkenen op en creëert met
hen interactie zodat er sprake is van echte wederzijdse
communicatie.
Resultaat:
• ISVAG maakt tijd vrij voor onderzoek en ontwikkeling
in eigen huis.
• ISVAG beschikt over de best beschikbare technologie.
26
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
3
4
Kennisdeling extern
Organisatie-Ontwikkeling
Streven naar permanente kennisontwikkeling door
het creëren van samenwerkingsverbanden en interne
ervaringsopbouw met als doel kennis te delen en te
komen tot best practices.
Ontwikkelen van de organisatie en organisatiecultuur
met als doel een optimale structuur en personeelsschikking met medewerkers die de ambities van
ISVAG met elkaar delen en naar buiten toe uitdragen.
Bedoeling:
Bedoeling:
ISVAG beseft hoe belangrijk het is om kennis te delen
met anderen. Vooral om te leren van anderen maar ook
omgekeerd: om zaken te leren aan anderen. ISVAG mag
fier zijn op haar kennis- en ervaringsniveau. Zo kan zij
anderen via haar best practice praktijken tonen hoe zij
haar machines en installaties beheert (gebruikt, preventief
en curatief onderhoudt, benut, optimaliseert, ...).
Natuurlijk geldt dit ook omgekeerd. Bovendien beperkt
deze kennisdeling zich niet tot Vlaanderen alleen, maar
gaat ook over de landsgrenzen heen.
Het is belangrijk dat ISVAG niet alleen werkt aan haar
organisatiestructuur- en processen maar ook aan de
ontwikkeling van een gemeenschappelijke cultuur
waardoor alle medewerkers dezelfde waarden hebben
en dezelfde doelen nastreven. Het is belangrijk dat alle
neuzen in dezelfde richting staan. Dit leidt op zijn beurt
tot een grote arbeidsvreugde, inzet en betrokkenheid en
bovenal van fierheid op de organisatie.
Resultaat:
• De organisatiestructuur ondersteunt adequaat de realisatie van de missie en visie.
Resultaat:
• ISVAG helpt en vernieuwt door haar kennis en ervaring
op dit vlak te delen.
• Er is een optimale matching tussen het functieprofiel
en functie-inhoud.
• Iedereen staat achter ISVAG.
•ISVAG neemt actief deel aan de organisatie van bijeenkomsten, studiedagen of anderszins.
• ISVAG neemt deel aan studiedagen, best practice
bijeenkomsten e.d.
• ISVAG vertaalt opgedane kennis en ervaring binnenen buitenshuis naar plannen voor optimalisatie.
• Doelstellingen zijn tot op de vloer vertaald en worden
top-down en bottom-up aangestuurd, opgevolgd en
bijgestuurd.
• Iedereen kent de Key Performance Indicators en werkt
ermee.
• Met betrekking tot de organisatieontwikkeling ligt
de focus op uitwisseling van dataverkeer tussen de
verschillende diensten. Door automatisering worden
processen inzake onderhoud en facturatie, personeelsbeheer en rapportering geoptimaliseerd.
• Op vlak van veiligheid en beveiliging van de installatie wordt niet uitgegaan van goodwill, wel van een
systeem dat geborgd wordt.
27
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
5
6
P&O beleid
Interne communicatie
Continu aanbieden van kansen om persoonlijke en
professionele capaciteiten te ontwikkelen om zo
kennis te vergroten en een ISVAG-attitude te creëren.
Ontwikkelen en verzorgen van interne communicatie
zodat alle medewerkers optimaal en transparant
geïnformeerd zijn.
Bedoeling:
Bedoeling:
Voor ISVAG is de medewerker een belangrijke sleutel
tot de realisatie van haar missie en visie, aangezien zij
een zeer grote bijdrage hebben aan de uitvoering ervan.
Daarom hecht ISVAG veel waarde aan de ontwikkeling
van haar medewerkers. Niet alleen op vlak van kennis
(bv. de nieuwste technologieën), maar ook op vlak van
ecologie (veiligheid, milieu, emissie, energie, materialenbeheer, ...) en op gebied van persoonlijke ontwikkeling
(bv. leiderschap, ISVAG-waarden, ...). Ze wil daarom aan
alle medewerkers ontwikkelingskansen bieden, passend
binnen hun loopbaan. ISVAG voert een actief personeelsbeleid waarbij de focus ligt op competentie-ontwikkeling, loopbaanontwikkeling, prestatiemanagement (cq
waarderingscyclus) of bv. gericht wervings- en selectiebeleid. Hiernaast verzekert ISVAG ook de ontwikkeling
van veiligheidsbewustzijn naast bv. milieubewustzijn.
Ook zet ze in op kwaliteitsbeheer en efficiënte administratieve- en financiële processen.
ISVAG wil graag dat iedereen achter de missie, visie en
waarden staat. Om dit te bereiken is het belangrijk dat
ISVAG goed communiceert met haar personeel. Alle
nagestreefde resultaten worden immers gehaald mede
dankzij de inzet van alle personeelsleden. Om iedereen
achter de doelstellingen te scharen en te zorgen dat voor
de medewerkers het ISVAG-beleid in al haar facetten
100% duidelijk en transparant is, is interne communicatie één van de middelen bij uitstek om dit te bereiken.
Zorgen dat iedereen goed op de hoogte is en niet alleen
de bedrijfsdoelstellingen en –beleid kent maar ook
begrijpt en onderschrijft, zijn veel gerichte communicatie-acties nodig.
Resultaat:
• ISVAG-medewerkers zijn op de hoogte van de missie,
visie, waarden en bedrijfsdoelstellingen.
Resultaat:
• Iedere ISVAG-medewerker is zich ten volle bewust van
zijn waarde binnen het grote geheel.
• Iedere ISVAG-medewerker zet zich in voor zijn volle
ontplooiing binnen ISVAG.
• Medewerkers zijn op de hoogte van belangwekkende
ontwikkelingen en weten hoe hun organisatie ervoor
staat.
• Medewerkers zijn betrokken in communicatie-acties en
voelen zich hierdoor gewaardeerd.
• Iedere ISVAG-medewerker is doordrongen van de
belangrijke waarden en doelen, deelt deze en draagt
deze uit.
28
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
7
Netwerking
Nemen van het initiatief tot het samenbrengen van
gelijkgestemde visies op het vlak van maximale
impact op duurzame valorisatie van energie en
materialen om, mede door wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge afspraken, samen synergieën
te realiseren.
Bedoeling:
ISVAG wil actief deelnemen aan de werking van organisaties binnen de sector die gelijkgestemd zijn over
het antwoord op de toekomstige ontwikkelingen en
belangen van afvalbeheer. Dit met de bedoeling om
samen te discussiëren over hun visie, standpunten
en inzichten. Door het creëren van dit soort win-winsituaties kan ISVAG meer en beter haar missie en visie
realiseren. Dit geldt evenzeer voor de andere betrokken
partijen. Samen is meer.
Resultaat:
• ISVAG brengt partijen bijeen en fungeert als trekker in
deze nieuwe manier van werken.
• ISVAG slaagt erin om door middel van dit soort
netwerken synergieën te creëren.
•Anderen zoeken ISVAG op om hen te betrekken in
hun netwerken.
29
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Boomsesteenweg 1000,
2610 Wilrijk
Tel.: 03 877 28 55
Fax: 03 887 09 28
Email: [email protected]
www.isvag.be
30
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018