17 FORM 43 Gobaal rapport 2014 1 ANCA

scope
EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES
KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA
COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE
COMITE VAN EXPERTEN
EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR
ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT
NIET- INFECTIEUZE SEROLOGIE - ANCA
ENQUETE 2014/1
WIV-2014/1/ Niet-infectieuze serologie/23
Expertise, dienstverlening en klantenrelaties
Kwaliteit van medische laboratoria
J. Wytsmanstraat, 14
1050 Brussel | België
www.wiv-isp.be
ISSN: 2294-3382
COMITE VAN EXPERTEN
WIV (secretariaat)
Enquêtecoördinator:
Dr. Van Campenhout
Vervanger
enquêtecoördinator:
Dr. Van Blerk
TEL:
e-mail:
FAX: 02/642.56.45
02/642.55.22
02/642.53.95
[email protected]
TEL:
e-mail:
02/642.53.83
[email protected]
TEL:
016/34.70.09
e-mail:
[email protected]
TEL:
352/488.288.380
e-mail:
[email protected]
TEL:
011/30.97.42
e-mail:
[email protected]
TEL:
02/477.25.07
e-mail:
[email protected]
TEL:
02/764.67.95
e-mail:
[email protected]
TEL:
053/72.47.91
e-mail:
[email protected]
TEL:
02/477.52.01
e-mail:
[email protected]
TEL:
Experten:
Dr. BOSSUYT X.
Dr. HUMBEL R.
Dr. MEWIS A.
Dr. SERVAIS G.
Dr. TOMASI J.P.
Dr. VAN HOOVELS L.
Dr. VERCAMMEN M.
FAX:
016/34.70.42
FAX:
352/488.288.385.
FAX:
011/30.97.50
FAX:
02/477.21.63
FAX:
FAX:
02/764.11.11
053/72.45.88
FAX:
Expertenvergadering: 08/04/2014
Toestemming verspreiding rapport: Van Campenhout Christel – enquêtecoördinator op 20/05/2014.
Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website:
https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_annee.htm
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ....................................................................................................................................................... 5
ENQUÊTE SPECIFIEKE INFORMATIE.......................................................................................................... 5
AARD VAN DE STALEN ................................................................................................................................. 5
DEELNAME ..................................................................................................................................................... 5
OPSPOREN VAN ANCA ................................................................................................................................. 6
RESULTATEN VOOR HET MONSTER SN/9367........................................................................................... 6
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE - TYPERING.............................................................................................. 7
IDENTIFICATIE VAN DE ANCA’S ...................................................................................................................... 9
RESULTATEN VOOR HET MONSTER SN/11376....................................................................................... 10
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE – TYPERING VAN HET PATROON .............................................................. 10
IDENTIFICATIE VAN DE ANCA’S .................................................................................................................... 10
RESULTAATBESPREKING VOOR HET OPZOEKEN, TYPEREN EN IDENTIFICEREN VAN ANCA’S ... 11
RESULTATEN MONSTER SN/9367 – PATIËNT GEKEND MET « GRANULOMATOSIS MET
POLYANGIITIS (WEGENER’S) » ................................................................................................................. 11
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE – PATROON IDENTIFICATIE: ........................................................ 11
IDENTIFICATIE VAN DE ANCA’S M.B.V. EIA EN IIF: ................................................................................... 11
RESULTATEN MONSTER SN/11376 – GEZONDE CONTROLE PERSOON ............................................ 12
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE – PATROON IDENTIFICATIE: ........................................................ 12
IDENTIFICATIE VAN DE ANCA’S M.B.V. EIA EN IIF: ................................................................................... 12
PATIENTEN RAPPORTEN ........................................................................................................................... 12
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
4/14
OPSPOREN EN IDENTIFICEREN VAN ANCA
INLEIDING
Enquête specifieke informatie
De stalen van de enquête 2014/1 werden op 10 maart 2014 verstuurd. De
afsluitingsdatum voor het ingeven van de resultaten was 24 maart 2014. De
resultaten werden besproken en gevalideerd tijdens de vergadering van het
comité van experten op 8 april 2014. Het voorlopig rapport was beschikbaar op
onze website op 20/05/2014.
Aard van de stalen
Ter gelegenheid van de enquête 2014/1 hebben alle deelnemers twee vloeibare
stalen ontvangen.
Het staal SN/9367 werd ons bezorg door Prof. R. Humbel (Laboratoire
Luxembourgeois d’Immuno-Pathologie), en was afkomstig van een patiënte
gediagnosticeerd met “Granulomatosis met polyangiitis (Wegener’s)”.
Wij danken Prof. R. Humbel voor het bezorgen van het staal en het verstrekken
van de nodige klinische inlichtingen.
Het staal SN/11376 werd bezorgd door het WIV en was afkomstig van een
gezond individu.
De monsters SN/9367 en SN11376 werden voorafgaandelijk goedgekeurd door de leden
van het expertencomité.
Deelname
In totaal hebben 2 Luxemburgse en 84 Belgische laboratoria deelgenomen aan
deze enquête.
Ter gelegenheid van deze enquête werd aan de deelnemers eveneens gevraagd
ons de patiënten rapporten te bezorgen; dit ter verificatie van de wijze van
rapportering aan de voorschrijvers.
In het kader van het Europees Autoimmune Standaardisatie Initiatief (EASI),
werd eveneens een vragenlijst bezorgd aangaande de wijze van opsporen en
identificeren, alsook de gevolgde procedures voor verdere identificaties,
rapporteringen aan de voorschrijvers e.a…..
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
5/14
OPSPOREN van ANCA
Resultaten voor het monster SN/9367
Het monster is afkomstig van een patiënte met de diagnose
“Granulomatosis met polyangiitis (Wegener’s)”, gekend met een c-ANCA
patroon en aanwezigheid van anti-PR3 antistoffen.
Voor dit monster hebben:
- 74 laboratoria d.m.v. indirecte immunofluorescentie (IIF)-techniek
(screening + typering van het patroon) de aanwezigheid van ANCA opgespoord.
- 7 laboratoria die enkel d.m.v. immunofluorescentie de aanwezigheid van
ANCA hebben opgespoord (enkel screening) hebben wel m.b.v. EIA deze
antistoffen geïdentificeerd.
- 12 laboratoria hebben geen patroonidentificatie d.m.v. een IIF test uitgevoerd
maar enkel een Enzyme Immuno Assay test (ELISA/FEIA/DOT) of IIF.
- 7 laboratoria hebben geen identificatie van de ANCA’s uitgevoerd maar enkel
een patroonidentificatie d.m.v. een IIF test.
67/74
laboratoria
die
voor
het
opsporen
van
ANCA
indirecte
immunofluorescentie hebben toegepast (screening en typering), hebben deze
autoantistoffen verder geïdentificeerd m.b.v. EIA technieken.
Onderstaande tabel toont de combinaties van de testen uitgevoerd door de
laboratoria:
IIF
patroonidentificatie
uitgevoerd
IIF
patroonidentificatie
niet uitgevoerd
TOTAAL
EIA uitgevoerd
67
12
79
EIA niet uitgev.
7
0
7
74
12
86
SN/9367
TOTAAL
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
6/14
Indirecte immunofluorescentie - typering
66/67 laboratoria die een typering met indirecte immunofluorescentie techniek
hebben toegepast bekwamen alle een c-ANCA patroon; 1 laboratorium
rapporteerde een negatief c-ANCA patroon met interferentie door ANA antistoffen
(fijne spikkeling in de kernen-interferentie door ANA).
18 van deze laboratoria hebben eveneens een aflezing uitgevoerd op formaline
gefixeerde preparaten waarbij het c-ANCA patroon werd bevestigd.
7/86 laboratoria hebben enkel een indirecte immunofluorescentie typering test
uitgevoerd maar geen EIA; zij bekwamen alle een c-ANCA patroon.
De 7 laboratoria die enkel een ANCA screening test hebben uitgevoerd m.b.v. IIF,
bekwamen allen een positief resultaat voor anti-PR3 m.b.v. een EIA techniek. 1
laboratorium vermeldt bijkomend eveneens positiviteit voor MPO antistoffen (0.3
IU/mL; cut-off = 0.2 IU/mL).
54/67 laboratoria hebben een titer vermeld, waarvan 53 eveneens een cut-off
waarde. 7 laboratoria hebben enkel een cut-off waarde vermeld doch geen titer.
De grootste variatie in de cut-off waarden wordt opgemerkt voor de gebruikers
van Euroimmun(1/10 - 1/40).
Onderstaande tabel toont per fabrikant het aantal gebruikers alsook het
vermelde patroon en de gerapporteerde cut-off waarde voor de titers.
Fabrikant
N
Patroon
Immunoconcepts
BioRad
DiaSorin
Euroimmun
Inova
Menarini
Launch Diagn. Ltd
Totaal
1
1
1
29
23
7
5
c-ANCA
c-ANCA
c-ANCA
c-ANCA (28)*
c-ANCA
c-ANCA
c-ANCA
Cut-off (titer)
1/10(1)
1/20(1)
1/20(1)
1/10 (8) - 1/20 (13) – 1/40 (2)
1/20(7) – 1/40(9)
1/20(3) – 1/40(3)
1/20(4) – 1/40(1)
67
.
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
7/14
De verdeling van de titers bekomen per fabrikant voor c-ANCA waarvoor >4
deelnemers, zijn weergegeven in onderstaande figuren.
EUROIMMUN
N=23
INOVA
7
6
>1/10 (1)
>1/20 (1)
>=1/160(1)
>1/20 (2)
>=1/40 (1)
>1/320 (1)
>=1/640(1)
>1/2560(1)
4
N Labs
5
N Labs
N=17
5
4
3
3
2
2
1
1
0
0
1
21/20 31/40 41/80 1/160
5
6
9
1/320 71/640 81/2180
Titer/Titre
MENARINI
5 1/160
N=6
6 1/320 7 1/640
Titer/Titre
8 1/2180 9
LAUNCHE DIAGNOSTICS N=5
3
3
2
Nb Labs
Nb labs
>1/320 (1)
1
0
2
1
0
4
1/80
5 1/160
6 1/320
7 1/640
8
6
7
1/320
Titer /Titre
1/640
8
Titer/Titre
Een belangrijke spreiding van de titers wordt waargenomen voor de gebruikers
van Euroimmun preparaten en Inova.
Titers voor fabrikanten waarvoor minder dan 5 deelnemers:
•
•
•
BIORAD : 1/320 (1)
DIASORIN : 1/160 (1)
IMMUNOCONCEPTS : 1/320 (1)
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
8/14
Identificatie van de ANCA’s
- 79/86 laboratoria hebben een identificatie uitgevoerd van de ANCA’s m.b.v.
een EIA of IIF.
- 75/79 laboratoria vermelden de aanwezigheid van anti-PR3 antistoffen.
3 van deze laboratoria rapporteerden eveneens een zwakke aanwezigheid van
anti-MPO antistoffen.
- 4/79 laboratoria vermelden de afwezigheid van anti PR3 antistoffen;
2 vermelden daarentegen aanwezigheid van anti MPO antistoffen (foutieve
resultaat ingave) en 2 bekwamen geen enkel positief resultaat.
Onderstaande tabel geeft de resultaten weer voor anti MPO en anti PR3:
SN 9367
MPO Positief
MPO Negatief
PR3 Positief
3
72
PR3 Negatief
2
2
Totaal
5
74
Onderstaande tabel geeft de resultaten weer voor anti MPO en PR3, bekomen
met verschillende EIA technieken (ELISA/FEIA/DOT) en IIF.
TOTAAL
ELISA
FEIA/
CLIA
DOT
IIF
Anti
PR3
Anti
MPO
NEG
DiaSorin
1
1
0
0
0
0
0
1
AESKU
2
0
0
2
0
2
0
0
Euroimmun
16
5
0
8
3
16
1*
0
Phadia
42
0
42
0
0
39 (+1)*
1°-1’
0
7
6
1
0
0
7
0
0
6
0
0
6
0
6
0
0
4
0
0
4
0
4
1*
0
2
2
0
0
0
1
1
0
Menarini
1
1
0
0
0
1
0
0
TOTAAL
81§
15
43
20
3
77§
5
1
Fabrikant
Inova
Biomedical
Diagnostics
Alphadia
Diesse Diagnostica
Senese
* zwak positief
° 1 resultaat voor MPO=0.3; cut-off=0.2
’ 1 resultaat voor MPO positief en PR3 negatief
§ 2 labo’s hebben 2 technieken toegepast
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
9/14
Resultaten voor het monster SN/11376
Het monster was afkomstig van een gezonde persoon, met afwezigheid
van autoantistoffen.
Indirecte immunofluorescentie – typering van het patroon
2/86 laboratoria hebben voor dit monster evenwel een positiviteit voor
aanwezigheid van ANCA’s gerapporteerd;
- 1 laboratorium heeft c-ANCA gerapporteerd
(foutieve resultaat ingave – patiënten rapport was correct)
- 1 laboratorium rapporteert een zwak p-ANCA IF patroon op ethanol
gefixeerde cellen (geen vermelding van titer; cut-of 1/20);
MPO en PR-3 autoantistoffen negatief.
3/86 laboratoria hebben eveneens “atypisch patroon” vermeld op ethanol
gefixeerde cellen (perinucleaire fluorescentie), negatief op formaline gefixeerde
cellen.
Identificatie van de ANCA’s
• Voor dit monster hebben slechts 58/86 laboratoria een identificatie
uitgevoerd. Geen enkel laboratorium vermelde positiviteit voor MPO.
2 laboratoria vermeldden positiviteit voor de aanwezigheid van anti PR3
antistoffen, doch hebben een correct patiënten rapport afgeleverd.
(foutieve resultaat ingave)
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
10/14
RESULTAATBESPREKING VOOR HET OPZOEKEN, TYPEREN EN
IDENTIFICEREN VAN ANCA’S
Resultaten monster SN/9367 – Patiënt gekend met « Granulomatosis
met polyangiitis (Wegener’s) », met aanwezigheid van een c-ANCA aspect
en anti-PR3 antistoffen.
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE – Patroon identificatie:
Indirecte immunofluorescentie werd uitgevoerd door 74/86 deelnemende
laboratoria:
- 73/74 laboratoria die m.b.v. IIF (typering/screening) ANCA hebben
opgespoord, hebben alle “positief” gerapporteerd.
66/67 laboratoria die m.b.v. IIF ANCA hebben opgespoord en getypeerd,
hebben een c-ANCA patroon geantwoord wat correct is gezien de pathologie
van de patiënte, met name ziekte van Wegener met aanwezigheid van anti-PR3
antistoffen.
1 laboratorium vermeldt “negatief” met interferentie van ANA, wat niet correct
is gezien de pathologie van de patiënte gekend met aanwezigheid van anti PR3
antistoffen.
- Er wordt een belangrijke spreiding waargenomen van de titers voor de
reactieven van Euroimmun en Inova, alsook van de gehanteerde cut-off
waarden van Euroimmun.
IDENTIFICATIE van de ANCA’s m.b.v. EIA en IIF:
Identificatie m.b.v. EIA of IIF werd uitgevoerd door 79/86 deelnemende
laboratoria:
- 75/79 laboratoria hebben anti-PR3 antistoffen aangetoond, 3 onder hen
rapporteerden eveneens zwakke aanwezigheid van anti-MPO antistoffen.
- 4/79 laboratoria hebben geen anti-PR3 antistoffen teruggevonden.
2 van deze laboratoria hebben de aanwezigheid van anti MPO antistoffen
vermeld op het antwoordformulier (foutieve resultaatingave) maar hebben wel
een correct patiënten rapport afgeleverd (positiviteit voor anti PR3).
2 laboratoria hebben noch anti PR3 noch anti MPO antistoffen aangetoond.
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
11/14
Resultaten monster SN/11376 – Gezonde controle persoon
INDIRECTE IMMUNOFLUORESCENTIE – patroon identificatie:
Indirecte immunofluorescentie werd uitgevoerd door 74/86 deelnemende
laboratoria. Het monster was afkomstig van een gezond controle persoon
met afwezigheid van autoantistoffen.
1 laboratorium dat m.b.v. IIF ANCA heeft opgespoord, heeft “positief”
gerapporteerd voor c-ANCA en anti PR3. Op het patiënten rapport werd echter
correct “negatief” gerapporteerd voor aanwezigheid van ANCA.
1 laboratorium heeft “zwak positief” gerapporteerd voor p-ANCA (doch de
identificatie voor anti MPO en anti PR3 was negatief).
IDENTIFICATIE van de ANCA’s m.b.v. EIA en IIF:
Identificatie m.b.v. een EIA of IIF werd uitgevoerd door 58/86
deelnemende laboratoria:
2/58 laboratoria vermelden op het antwoordformulier de aanwezigheid van anti
PR3 antistoffen, doch hebben een correct patiënten rapport afgeleverd (anti MPO
en anti PR3 negatief).
PATIENTEN RAPPORTEN
Voor deze enquête werd eveneens gevraagd om het patiënten rapport voor de 2
monsters te bezorgen.
69/86 (80%) laboratoria hebben een patiënten rapport bezorgd voor de 2
monsters van deze enquête.
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
12/14
NABESCHOUWINGEN
Granulomatosis met polyangiitis (Wegener’s):
een alternatieve naam voor Wegener’s granulomatosis
Door de ACR (American College of Rheumatology), ASN (American Society of
Nephrology) en de EULAR (European League Against Rheumatism), werd in
November 2010 in consensus beslist over te stappen naar een vasculitis
nomenclatuur, vrij van eponiemen en werd o.a. de naam Wegener’s
granulomatosis vervangen door “Granulomatosis met polyangiitis”, afgekort
“GPA”.
Om de overgang naar deze nieuwe terminologie rimpelloos te laten verlopen en
verwarring te vermijden, werd eveneens voorgesteld om nog enkele jaren de
oorspronkelijke benaming mee op te nemen in deze nieuwe nomenclatuur
“Granulomatosis met polyangiitis (Wegener’s)”.
Voor laboratoria die deze terminologie vermelden op o.a. rapporten,
toelichtingen, procedures,….. wordt voorgesteld om deze in overleg met de
reumatologen aan te passen voor zover dit nog niet zou gebeurd zijn.
Falk RJ, Gross WL, Guillevin L, et al. Granulomatosis with polyangiitis (Wegener's): an
alternative name for Wegener's granulomatosis. Ann Rheum Dis 2011; 70:704.
ANCA in de diagnostiek bij “neutrofielen gemedieerde”
inflammatie – nieuwe evoluties.
Anti-neutrofielen cytoplasmatische antistoffen (ANCA) zijn geassocieerd met
neutrofielen-gemedieerde ontstekingen van de kleine vaten. Hun aanwezigheid is
kenmerkend voor bepaalde idiopathische systemische vasculitiden, met name de
ANCA-geassocieerde vasculitiden (AAV) zoals granulomatosis met polyangiitis
(GPA-Wegener’s), microscopische polyangiitis (MPA) en in mindere mate ChurgStrauss syndroom (CCS).
Volgens de gepubliceerde richtlijnen (Ann Rheum Dis 2009;68:310-317), wordt
een optimale diagnostische specificiteit bekomen door het uitvoeren van zowel
een indirecte immunofluorescentietechniek (C-ANCA/P-ANCA) als van de
bepaling van de antigenspecificiteit (PR3/MPO) van de mogelijke aanwezige
antistoffen.
Alhoewel antigenspecificiteit niet altijd een differentiatie toelaat tussen de
verschillende ANCA-geassocieerde vasculitiden, kan men toch stellen dat de
aanwezigheid van C-ANCA/PR3-ANCA antistoffen voornamelijk geassocieerd zijn
met GPA, en P-ANCA/MPO-ANCA antistoffen voornamelijk voorkomen bij MPA
en CCS.
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
13/14
Bovenvermelde combinaties zijn echter niet strikt, zo kan vb. bij CCS, een CANCA patroon worden waargenomen met aanwezigheid van anti-MPO
antistoffen.
De meest gebruikte technieken zijn indirecte immunofluorescentie microscopie
(IIF) en de conventionele ELISA’s, line/dot immunoassays die gebruik maken
van enzymatische/colorimetrische detectiesystemen. De geautomatiseerde
systemen maken dan weer gebruik van fluoroenzyme-immuno-assays (FEIA) en
chemiluminiscent- immuno-assays (CIA). De meeste van deze technieken zijn
gebaseerd op het coaten van de target antigenen (PR3 en MPO) op
dragermateriaal waarop de eventuele aanwezige antistoffen zich kunnen binden
en waarna door middel van een tweede detectie antilichaam de aanwezigheid
van anti-PR3 en/of anti-MPO kan worden aangetoond.
Indirecte immunofluorescentie microscopie (IIF) op ethanol gefixeerde
granulocyten toont een hoge sensitiviteit maar lage specificiteit, deze laatste is
voornamelijk het gevolg van de aanwezigheid van P-ANCA die niet gericht zijn
tegen MPO (vb. bij IBD en interferentie van ANA).
Directe ELISA’s daarentegen, vertonen over het algemeen een lagere sensitiviteit
maar een hogere specificiteit. De zuiverheid en de natuur van de gebruikte
antigenen, (recombinant versus natief/ gebruik van lineaire peptiden) zijn
verantwoordelijk voor de grote verschillen die tussen de verschillende systemen
kunnen worden aangetroffen. De lagere sensitiviteit kan deels verklaard worden
door het verlies van conformationele epitopen van deze antigenen tijdens het
coaten van de dragers, met als gevolg het verlies of het verbergen van relevante
epitopen en het gebruik van lineaire peptiden.
Door gebruik te maken van immunoassay technieken zoals Capture EIA en
Anchor EIA, waarbij de target antigenen hun structuur behouden, kan men de
sensitiviteit laten toenemen met behoud van specificiteit.
Door het ter beschikking stellen van referentiemateriaal (CDC PR3-ANCA
Human Reference Serum #16 en CDC MPO-ANCA Human Reference Serum #15
- uitgedrukt in internationale eenheden IU/mL), wordt
daarenboven de
mogelijkheid
gecreëerd
om
de
verschillende
systemen
t.o.v.
deze
referentiematerialen, te kalibreren en zou het in de toekomst mogelijk moeten
worden om de resultaten van de verschillende systemen onderling te vergelijken.
EINDE
© Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2014.
Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV.
Niet-infectieuze serologie, globaal rapport 2014/1. Publicatiedatum: 20/05/2014.
FORM 43/124/N v4
14/14