HAND DLEIDI NG MEL LDFORM MULIER R KEUZE DEEL

HAND
DLEIDING MEL
LDFORM
MULIER
R KEUZEDEEL
Han
ndleiding bij Meldformu
ulier keuzed
deel
bestem
md voor het indienen van voorstellen van keuzede
elen bij kenniiscentra
door ond
derwijsinstelllingen, branccheorganisaties, HBO-instellingen, we
erkgevers
en andere partijjen die voorsstellen voor keuzedelen kunnen
k
indie
enen
ten behoeve
b
van
n de kwalifica
atiestructuur MBO
eer, versie 25
5 juli 2014
Zoeterme
1
Inhoudsopgave
1. Het keuzedeel ...............................................................................................................................3 1.1. Wat is het keuzedeel? .............................................................................................................. 3 1.2. Wie kunnen keuzedelen indienen? ............................................................................................3 1.3. Waar en hoe indienen? ............................................................................................................ 3 2. Invullen van het meldformulier ....................................................................................................... 5 2.1. Algemene informatie ................................................................................................................5 2.2. Toelichting op het keuzedeel .................................................................................................... 5 2.3. Uitwerking keuzedeel ............................................................................................................... 6 3. Contact .........................................................................................................................................8 2
1. Het keuzedeel
1.1.
Wat is het keuzedeel?
Onderdeel van de herziene kwalificatiedossiers is het keuzedeel. Hiermee kan de mbo-student zich
verbreden of verdiepen.
Een keuzedeel kan een regionale inkleuring krijgen, zodat een student zijn arbeidsmarktpositie verstrekt
voor sectoren die in de regio sterk vertegenwoordigd zijn, bijvoorbeeld de havens in Rotterdam en
omstreken of de watersportindustrie in zuidwest Friesland. Een keuzedeel kan ook gericht zijn op
doorstroom naar een hoger niveau binnen het mbo, of naar het hbo.
Het keuzedeel omvat maximaal 15% van de studielast van een kwalificatie. De studielast bedraagt ten
minste 1600 klokuren per volledig studiejaar. Voor een tweejarige opleiding zal het keuzedeel dus ca. 480
uren behelzen, voor een driejarige 720 uren (en een vierjarige 960 uren).
Een keuzedeel is gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties. De paritaire commissie van een
kenniscentrum bepaalt aan welke kwalificatie(s) het keuzedeel gekoppeld wordt. Dat betekent dat een
mbo-instelling niet vrijelijk mag kiezen welk keuzedeel het aanbiedt bij een opleiding.
Het keuzedeel is geen voorwaarde voor diplomering. Het moet wel geëxamineerd worden. Op het diploma
wordt het keuzedeel c.q. de keuzedelen vermeld wanneer een voldoende resultaat is behaald.
1.2.
Wie kunnen keuzedelen indienen?
Het initiatief voor een keuzedeel kan komen van een paritaire commissie of vanuit onderwijsinstellingen
danwel (regionale) partners onderwijs - bedrijfsleven. Bij het indienen van een keuzedeel geldt als
voorwaarde dat het voorstel gedragen wordt door zowel onderwijs als het (regionale) bedrijfsleven. Daarbij
gaat het uiteraard zowel om de profit als de non-profit sector. Wanneer het een keuzedeel betreft gericht
op doorstroming naar het hbo geldt dat de aanvraag ingediend moet worden door de betreffende mboinstelling én een hbo-instelling.
1.3.
Waar en hoe indienen?
Initiatieven voor nieuwe keuzedelen worden ingediend bij één van de 17 kenniscentra (zie hoofdstuk 3 voor
de contactpersonen per kenniscentrum). De initiatiefnemer dient het ingevulde meldformulier in bij het
kenniscentrum dat verantwoordelijk is voor de kwalificatie(s) waaraan het keuzedeel gekoppeld moet
worden. In het geval van twijfel kan contact opgenomen worden met de Toetsingskamer SBB. Dat kan
bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een keuzedeel bedoeld is voor meerdere kwalificaties van verschillende
kenniscentra. De Toetsingskamer SBB kan in een dergelijk geval een advies geven welk kenniscentrum het
meest geschikt is om het voorstel in behandeling te nemen. De Toetsingskamer geeft ook advies over
overige vragen rond keuzedelen.
3
Het proces van toetsing en vaststelling
Hieronder volgt het proces van indiening tot vaststelling van een keuzedeel:
 Nadat een voorstel is ingediend bij een kenniscentrum toetst het kenniscentrum of voldaan is aan
alle voorwaarden voor in behandeling name. Bijvoorbeeld of de informatie compleet is.
 De paritaire commissie beoordeelt of het keuzedeel voldoet aan de eis dat het een toegevoegde
waarde heeft voor de (regionale) arbeidsmarkt of doorstroming bij de betreffende kwalificatie(s).
Een belangrijk criterium is ook draagvlak in de regio voor het keuzedeel.
 Wanneer het voorstel voldoet aan de criteria dient de paritaire commissie het keuzedeel in bij de
Toetsingskamer SBB voor een 'ingangstoets'. De Toetsingskamer SBB toetst op de toegevoegde
waarde in de kwalificatiestructuur. Het toetst of er al niet gelijksoortige keuzedelen ontwikkeld zijn
en of het draagvlak in de regio voldoende geborgd is in de aanvraag.
 Wanneer de ingangstoets gepasseerd is kan het keuzedeel verder ontwikkeld worden door het
kenniscentrum. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de initiatiefnemers.
 Het ontwikkelproces is formeel voltooid wanneer de paritaire commissie het keuzedeel heeft
gevalideerd.
 Na validering door de paritaire commissie gaat het keuzedeel voor een 'eindtoets' naar de
Toetsingskamer SBB. In de eindtoets controleert de Toetsingskamer SBB of het keuzedeel voldoet
aan de richtlijnen en of de vaststellingsprocedure correct is verlopen. Wanneer dit het geval is
wordt het keuzedeel voorgelegd ter vaststelling door OCW. Hierna wordt het keuzedeel
opgenomen in het register keuzedelen en gepubliceerd op Kwalificatiesmbo.nl.
De periode vanaf indiening van het keuzedeel door het kenniscentrum bij de Toetsingskamer SBB tot en
met de eindtoets door de Toetskamer duurt ongeveer 3 maanden (afhankelijk van validering door paritaire
Commissie). Publicatie van het register gebeurt periodiek afhankelijk van de frequentie van vaststelling van
keuzedelen door OCW (3 of 4 keer per jaar).
Na opname in het register blijft het kenniscentrum verantwoordelijk voor het onderhoud van het keuzedeel.
Dat is bijvoorbeeld aan de orde wanneer de inhoud van het keuzedeel aangepast moet worden of als het
keuzedeel gekoppeld moet worden aan nieuwe dossiers. Net als bij de ontwikkeling geldt ook bij het
onderhoud dat dit in nauwe samenspraak gebeurt met degene die oorspronkelijk het initiatief namen tot
indiening van het keuzedeel.
4
2. Invullen van het meldformulier
2.1.
Algemene informatie
De indienende partij kan een onderwijsinstelling, een brancheorganisatie of een werkgever zijn. Deze partij
zorgt ervoor dat hij in de regio draagvlak vindt zodat er bij de indiening altijd sprake is van pariteit.
Bij een keuzedeel gericht op doorstroming naar het hbo bevat het meldformulier de contactgegevens (en
handtekeningen) van tenminste een mbo- en een hbo-instelling, bij een keuzedeel gericht op de (regionale)
arbeidsmarkt tenminste die van de mbo-instelling en de werkgevers. De handtekening moet afkomstig zijn
van de personen die ook betrokken zijn bij de implementatie en uitvoering van het keuzedeel. Bijvoorbeeld
op het niveau van sectordirecteur of onderwijsmanager in een roc.
2.2.
Toelichting op het keuzedeel
Geef een titel en een beknopte beschrijving van de inhoud van het keuzedeel.
Koppeling aan kwalificatie(s)
Een keuzedeel is altijd gekoppeld aan één of meerdere kwalificatie(s). Dat betekent dat de mbo-instellingen
het keuzedeel alleen kan aanbieden in samenhang met basis en profiel(en) in de betreffende kwalificatie(s).
Bij de uitwerking van het keuzedeel moet ermee rekening gehouden worden dat de omvang van het
keuzedeel passend is voor het niveau van de kwalificatie waaraan het gekoppeld moet worden. Zo kan een
keuzedeel van 720 uur alleen gelden voor niveau 3 en 4. Ook geldt dat er geen sprake mag zijn van
‘scheve’ koppeling: het keuzedeel moet qua inhoud en uitwerking passen bij het niveau van de kwalificatie
waaraan het gekoppeld is. De koppeling komt tot stand op basis van de relevantie voor doorstroming en/of
arbeidsmarkt bij de betreffende kwalificatie(s). De indienende partij kan hiervoor een voorstel doen, de
uiteindelijke beslissing hierover wordt gemaakt door de paritaire commissie(s).
Draagvlak
De onderbouwing van het draagvlak kan blijken uit zaken als:
 Er zijn scholen die het keuzedeel willen uitvoeren. Dat blijkt uit inspanningen die gericht zijn op
implementatie, zoals de ontwikkeling van lesmaterialen en toetsen.
 Er zijn bedrijven die mee denken over de inhoud en/of die BPV plekken willen aanbieden voor het
keuzedeel.
 Er zijn aantoonbaar middelen (geld, tijd) beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van het keuzedeel
en er is een heldere planning voor de ontwikkeling en implementatie.
Relevantie voor doorstroom of arbeidsmarkt
Onderbouw zo goed mogelijk kwalitatief en kwantitatief wat de relevantie van het keuzedeel is voor
doorstroming naar vervolgonderwijs en/of de arbeidsmarkt. Geef daarbij aan of het gaat om een regionaal
of landelijk keuzedeel.
Doorstroom heeft betrekking op doorstroom binnen het mbo of doorstroom van mbo naar hbo. Daarbij kan
het gaan om generieke doorstroomcompetenties (leren leren, talenkennis ed.) of specifieke competenties
gericht op doorstoom naar een hoger kwalificatieniveau.
Keuzedelen gericht op versterking van de arbeidsmarktpositie kunnen gericht zijn op verbreding of
verdieping van het profiel van de student. Bij regionale initiatieven zal die verbreding of verdieping vooral
gericht zijn op de regionale behoefte. Bijvoorbeeld: het leren van de Duitse taal en cultuur in de grensregio.
5
Hierbij geldt dat het keuzedeel voldoende toegevoegde waarde moet hebben ten opzichte van de
kwalificatie(s) waaraan het gekoppeld moet worden. Er mag geen sprake zijn van hinderlijke overlap tussen
keuzedeel en de eisen die al in basis en profiel van de kwalificatie staan.
Verwantschap / overlap in het register
Een nieuw keuzedeel mag niet overlappen met een al bestaande keuzedeel in het register. Bekijk voor het
indienen de al bestaande keuzedelen op de website www.kwalificatiesmbo.nl of neem contact op met SBB.
2.3.
Uitwerking keuzedeel
Elementen van het keuzedeel moeten op dezelfde manier ontwikkeld worden als de elementen in het
kwalificatiedossier. Het gaat daarbij om de kerntaken, werkprocessen en vakkennis en vaardigheden.
Niveau en studielast
Geef het niveau en de studielast aan van het keuzedeel.
Een keuzedeel is gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties. De omvang van een keuzedeel wordt
uitgedrukt in studielast. De studielast omvat de contacttijd, de bpv/stage en/of de zelfstudie en bedraagt
1600 klokuren per volledig studiejaar.
De minimumomvang van een keuzedeel is 240 uur, oftewel 15% van de studielast van één studiejaar. Voor
een eenjarige opleiding is dit daarmee ook tegelijkertijd de totale omvang van het keuzedeel. Voor een
tweejarige opleiding is de totale omvang van het keuzedeel 480 uur, voor een driejarige 720 uren (en voor
een aantal kwalificaties waarvoor de verblijfsduur nog 4 jaar geldt 960 uur). Die 720 uren kan ingevuld
worden met één keuzedeel van 720 uren of met 3 keuzedelen van 240 uren.
Branchecertificaat
De inhoud van het keuzedeel kan het predicaat krijgen van een door de branche erkend certificaat. Geef
aan of er sprake is van een branchecertificaat. Onderbouw in de toelichting wat de consequenties daarvan
zijn voor de inhoud en toetsing van het keuzedeel.
Kerntaken en werkprocessen
Om de verwantschap met andere keuzedelen te kunnen beoordelen en de toegevoegde waarde ervan voor
doorstroom of arbeidsmarkt, moet op hoofdlijnen beschreven zijn waarover het keuzedeel gaat.
Werk de titels van de kerntaak (-taken) en de titels van de werkprocessen uit. Een kerntaak bestaat uit
meerdere samenhangende werkprocessen die kenmerkend zijn voor de beroepsuitoefening.
Hou bij het formuleren van een kerntaak rekening met de volgende eisen:
•
Een kerntaak bestaat uit een serie handelingen met een begin, een einde en een resultaat.
•
Vermijd overlap tussen kerntaken.
Een keuzedeel kan ook een al bestaande kerntaak zijn in de kwalificatiestructuur, of een deel van een
kerntaak.
Houd bij het formuleren van een werkproces rekening met de volgende eisen. Het werkproces:
 beschrijf handelingen die passen bij de gekozen kerntaak-titel;
 vormt een afgebakend geheel, d.w.z. de handelingen in een werkproces gaan over één thema/onderwerp
en overlappen niet met handelingen in een ander werkproces;
 bestaat uit meerdere samenhangende handelingen (nooit één handeling);
6





is niet te generiek geformuleerd waardoor de kleuring en de herkenbaarheid van de branche ontbreekt
(de uitzondering hierop wordt gevormd door werkprocessen die een branche- of sectoroverstijgend
karakter hebben zoals dat bijvoorbeeld geldt voor werkprocessen op thema's als management en
ondernemerschap);
is op het goede abstractieniveau geformuleerd en bevat geen 'genest' werkproces, dat wil zeggen: een
werkproces mag geen ander werkproces omvatten;
is beschreven in actieve schrijftaal en is kort en bondig beschreven;
beschrijft wat een beginnend beroepsbeoefenaar doet en is uitvoerbaar in het onderwijs en in de bpv;
kent een begin en een eind, heeft een waarneembaar resultaat.
Vakkennis en vaardigheden
Beschrijf de vakkennis en vaardigheden op dezelfde manier als is beschreven in de kwalificatiedossiers. De
instructies hiervoor zijn als volgt:

Beschrijf vakkennis en vaardigheden actief in een volledige zin met werkwoord, onderwerp en eventueel
context aan de hand van de NLQF-descriptoren. Doe dat als volgt:
Tabel1:InstructiebeschrijvingvakkennisenvaardighedenaandehandvanhetNLQF.
Vakkennis
Vaardigheden
Niveau 1 (NLQF1)
De beginnend
beroepsbeoefenaar
bezit basale kennis van
<kennis> + evt
<context>
Niveau 2 (NLQF2)
De beginnend
beroepsbeoefenaar
bezit basiskennis van
<kennis> + evt
<context>
Niveau 3 (NLQF3)
De beginnend
beroepsbeoefenaar
bezit kennis van
<kennis> + evt
<context>
De beginnend
beroepsbeoefenaar
kan <vaardigheid> +
evt. <context>.
De beginnend
beroepsbeoefenaar
kan <vaardigheid> +
evt. <context>.
De beginnend
beroepsbeoefenaar kan
<vaardigheid> + evt.
<context>.
Niveau 4 (NLQF4)
De beginnend
beroepsbeoefenaar
bezit brede en
specialistische kennis
van <kennis> + evt
<context>
De beginnend
beroepsbeoefenaar
kan <vaardigheid> +
evt. <context>.


Beschrijf alleen de essentiële vaardigheden en vakkennis.
Beschrijf vakkennis en vaardigheden op het goede abstractieniveau (duurzaam én concreet):
o geen opsomming van afzonderlijke elementen, maar beschrijf categorieën, groepen van
kenniselementen en vaardigheden;
o neem als richtlijn dat de vakkennis en vaardigheden niet binnen 3 jaar verouderd zijn;
o neem geen vaardigheden (en kennis) op die al in het werkproces genoemd zijn;

Bewaak het onderscheid tussen vakkennis en vaardigheden:
o bij kennis gaat het om reproductie van of inzicht in theorieën, principes, concepten;
o bij vaardigheid gaat het om het kunnen toepassen daarvan in een bepaalde beroepscontext.
Sommige keuzedelen kunnen niet opgebouwd worden uit kerntaken en werkprocessen. Dat betreft
bijvoorbeeld keuzedelen die betrekking hebben op taal- of rekeneisen. Wanneer dit het geval is beschrijf
dan alleen de vakkennis en vaardigheden.
7
3. Contact
Wanneer u vragen heeft over het invullen van het meldformulier of over het toets- en vaststellingsproces
kunt u terecht bij de contactpersonen van het kenniscentrum of bij de Toetsingskamer SBB:
SBB - Toetsingskamer
Telefoonnummer: 079 329 4041
Emailadres: [email protected]
Website: www.s-bb.nl of www.kwalificatiesmbo.nl
Kenniscentra
Kenniscentrum
Contactpersoon
Emailadres
Aequor
Em Vael
[email protected]
Calibris
Atie Beverdam
[email protected]
ECABO
ECABO
Joyce van Berlo
Jeroen Mulder
[email protected]
[email protected]
Fundeon
Monique Storck
[email protected]
GOC
Annet Leeflang
[email protected]
Innovam
Nies Oostenbrink
n.oostenbrink@innovam
KC Handel
Elise Weber
[email protected]
Kenteq
Metje Jantje Groeneveld
[email protected]
Kenwerk
Bianca Boerop
[email protected]
KOC
KOC
Marlies Wannet
Petra de la Lande Cremer
[email protected]
[email protected]
KC PMLF
Antoine Calis
[email protected]
Savantis
Savantis
Lucia Kroon
Laurents van Stenus
[email protected]
[email protected]
SH&M
Gene Luhulima
[email protected]
SVGB
Wolter de Vries
[email protected]
SVO
Conny Tenge
[email protected]
VOC
Bart Weustink
[email protected]
VTL
John van Rijn
[email protected]
Voor meer informatie over de kenniscentra, zie:
http://www.s-bb.nl/gegevens-kenniscentra.html
8