Studiehandleiding Cursusjaar 2014-2015 klas 1 Cohort 2014 Op basis van kwalificatiedossier 2012-2013 22161 Juridisch medewerker met uitstroomrichtingen: 94891 Zakelijke Dienstverlening 94892 Openbaar Bestuur 22160, 94910 Medewerker Sociale Zekerheid 22159, 94900 Medewerker Personeel en Arbeid Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? ...............................................5 Hoofdstuk 2 Algemene informatie over de opleidingen. .........................................................6 2.1 Informatie over het beroep van medewerker sociale zekerheid(22160,94910). ............6 2.1.1 Wat doe je als Medewerker Sociale Zekerheid? ...................................................7 2.1.2 De inhoud van de opleiding Medewerker Sociale zekerheid ................................7 2.1.3 De twee kerntaken van de opleiding Medewerker Sociale zekerheid ....................7 2.2 Informatie over het beroep van Medewerker Personeel en arbeid (22159,94900). ......8 2.2.1 Wat doe je als Medewerker Personeel en arbeid? ................................................8 2.2.2 De inhoud van de opleiding Medewerker Personeel en arbeid .............................9 2.2.3 De vier kerntaken van de opleiding Medewerker Personeel en arbeid ..................9 2.3 Informatie over het beroep van Juridisch medewerker Openbaar bestuur(22161,94892). .........................................................................................................10 2.3.1 Wat doe je als Juridisch medewerker Openbaar Bestuur? ..................................10 2.3.2 De inhoud van de opleiding Juridisch medewerker Openbaar bestuur ...............10 2.3.3 De drie kerntaken van de opleiding Juridisch medewerker Openbaar bestuur ....11 2.4 Informatie over het beroep van Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening(22161,94891). .............................................................................................12 2.4.1 Wat doe je als Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening? .......................12 2.4.2 De inhoud van de opleiding Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening .....12 2.4.3 De drie kerntaken van de opleiding Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening..................................................................................................................13 2.5 Nederlandse en Engelse Taal, Rekenen/Wiskunde ...................................................14 2.6 Leren, loopbaan en burgerschap (LLB) ......................................................................15 2.7 Het onderwijsprogramma ...........................................................................................16 2.7.1 Leren binnen school ...........................................................................................17 2.7.2 Leren buiten school (Beroepspraktijkvorming)………………………………………………………………….….…19 17.8 Ziekmelding/Afmelding……………………………………………………………………..19 Hoofdstuk 3 De begeleiding tijdens de opleiding ................................................................18 3.1 De docent ..................................................................................................................18 3.2 De studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor ............................................................18 3.3 De onderwijsleider .....................................................................................................18 3.4 De BPV-coördinator ...................................................................................................19 3.5 Het Trajectbureau ......................................................................................................19 Hoofdstuk 4 Toetsing en examinering .................................................................................20 2 4.1 Inleiding .....................................................................................................................20 4.2 Toetsing .....................................................................................................................20 4.3 Dyslexie .....................................................................................................................20 4.4 Examinering...............................................................................................................20 4.5 Examencommissie.....................................................................................................22 4.6 Klacht- en bezwaarprocedure voor examens .............................................................22 Tot Slot ....................................................................................................................25 Bijlagen ....................................................................................................................26 Bijlage 1 Lessenoverzicht .....................................................................................................27 Bijlage 2 Docententeam Juridisch ........................................................................................28 Bijlage 3 Examenplan ...........................................................................................................30 Bijlage 4 Deelnemerskosten………….................................................................................... 44 Bijlage 5 Protocol centrale examinering ……………………………………………………….…45 Bijlage 6 Herkansingsregel kwalificerende examens / herexamens en reparaties ................46 Bijlage 7 Schoolvakanties ………………………………………………………………………….47 Bijlage 8 Lesperiodes……………………………………………………………………………….49 Bijlage 9 Teamregels ............................................................................................................48 3 Voorwoord Deze studiehandleiding is bedoeld voor alle deelnemers van de opleiding juridisch medewerker met de uitstroomrichtingen zakelijke dienstverlening en openbaar bestuur, medewerker sociale zekerheid en medewerker personeel en arbeid van het Albeda College op de locatie Weena. Allereerst willen we je van harte welkom heten. Je bent juist begonnen met een nieuwe opleiding of je vervolgt je opleiding. Je hebt allemaal nieuwe en bekende mensen om je heen: medeleerlingen maar ook docenten, onderwijsassistenten, conciërges, administratieve krachten etc. Dat is allemaal even wennen. Met deze studiehandleiding willen we je graag wegwijs maken in de door jou gekozen juridische opleiding van het Albeda College. We geven je in deze studiehandleiding informatie over de opleiding: juridisch medewerker met uitstroomrichtingen zakelijke dienstverlening en openbaar bestuur medewerker sociale zekerheid medewerker personeel en arbeid Ook vind je in de studiehandleiding informatie over examinering en de beroepspraktijkvorming. We hebben de belangrijkste regels voor je samengevat. Als je de informatie in de studiehandleiding niet voldoende vindt, kun je op de website van het Albeda College, www.albeda.nl nog meer informatie vinden. We willen graag dat jij je snel thuis voelt op onze school en dat je het naar je zin hebt. Dat lukt alleen als iedereen op een prettige manier met elkaar omgaat. Daarom willen we de nadruk leggen op omgangsregels en het hebben van respect voor elkaar. Een gevoel van verantwoordelijkheid, niet alleen voor jezelf maar ook voor de ander, zal er voor zorgen dat iedereen zich gerespecteerd voelt. Natuurlijk sta je er niet alleen voor. Je studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor en de overige medewerkers zullen je helpen om de problemen op te lossen die je hier misschien op school tijdens je studie tegenkomt. Er zijn nog andere mensen op deze school die je kunnen helpen bij problemen. Wij doen er alles aan om je kwalitatief goed onderwijs te bieden in een prettige omgeving. Maak gebruik van alle mogelijkheden die we je bieden, zodat je de door jou gekozen opleiding tot een goed einde kunt brengen. Namens alle medewerkers, A.E. Sanders, Onderwijsleider opleiding juridisch Branche Secretarieel en Administratie 4 Hoofdstuk 1 Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? In de studiehandleiding die voor je ligt krijg je informatie over de opleidingen juridisch medewerker met uitstroomrichtingen zakelijke dienstverlening en openbaar bestuur, medewerker sociale zekerheid en medewerker personeel en arbeid. De opleidingen juridisch medewerker, medewerker sociale zekerheid en medewerker personeel en arbeid zijn de drie opleidingen die worden aangeboden. De opleiding juridisch medewerker heeft twee uitstroomrichtingen te weten juridisch medewerker openbaar bestuur en juridisch medewerker zakelijke dienstverlening. Het niveau van deze opleidingen is niveau 4. Met één van de behaalde diploma’s van de Juridische opleidingen kun jij doorstromen naar het hbo. In deze studiehandleiding staat alle belangrijke informatie die je nodigt hebt voor je studie. Je vindt hier onder andere informatie over: - Het beroep waarvoor je wordt opgeleid; - het lesprogramma (welke vakken krijg je); - begeleiding tijdens de opleiding; - welke examens je moet maken voordat je het diploma krijgt; - de regels waaraan je je moet houden. De handleiding is een naslagwerk bij je gehele studietijd. Op de meeste vragen die je hebt kun je een antwoord vinden. Staat dit antwoord er niet in, dan kun je in de studiegids vinden bij wie je wel moet zijn om antwoord te krijgen. Bewaar deze studiehandleiding daarom heel goed! 5 Hoofdstuk 2 Algemene informatie over de opleidingen. In dit hoofdstuk krijg je informatie over het beroep van Juridisch medewerker met uitstroomrichtingen zakelijke dienstverlening en openbaar bestuur, medewerker sociale zekerheid en medewerker personeel en arbeid. Ook krijg je informatie over de inhoud en het Je kunt onder voorwaarden extra studiefinanciering krijgen. Ook kan een prestatiebeurs kan worden omgezet in een gift. Dit is alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden! Onderwijsprogramma van deze opleidingen: 2.1 Informatie over het beroep van medewerker sociale zekerheid (22160, 94910). Het werk van een medewerker sociale zekerheid bestaat uit twee kerntaken. Een kerntaak is een kenmerkende taak die in de praktijk van het werk gedaan wordt door de medewerker sociale zekerheid Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden. De medewerker sociale zekerheid verricht werkzaamheden in een frontoffice, waarbij er sprake is van direct en persoonlijk klantcontact. De werkzaamheden in een frontoffice bestaan veelal uit het geven van informatie. De medewerker sociale zekerheid verstrekt, afhankelijk van de instantie of afdeling waarvoor hij werkzaam is, informatie en advies aan klanten over inkomensvoorzieningen, voorzieningen en / of zorgtaken in het kader van de WMO, schuldhulpverlening, inkomensbeheer en re-integratie- en activeringsdiensten. Kan hij een vraag niet beantwoorden dan verwijst hij de klant door naar een collega van de eigen of een andere organisatie. Hij geeft niet alleen informatie, maar wint ook informatie in (intake). Dat is nodig om vast te stellen of aan de voorwaarden van een regeling of procedure wordt voldaan of om vast te stellen welke dienstverlening het best bij de situatie van de klant past. De medewerker sociale zekerheid legt de relevante gegevens en de gemaakte afspraken vast in het systeem. Opvallende zaken signaleert hij en geeft hij door aan zijn leidinggevende. De medewerker sociale zekerheid, werkzaam bij een gemeentelijke dienst voor Werk, Inkomen & Zorg, ondersteunt klanten bij het aanvragen van diverse regelingen en voorzieningen en vult samen met de klant relevante formulieren in. Kerntaak 2: Verricht backoffice werkzaamheden. De medewerker sociale zekerheid verricht werkzaamheden op een backoffice, waarbij de nadruk ligt op werken aan dossiers en procedures. Dat kan het beheren van dossiers zijn, waarbij het erom gaat de dossiers compleet en actueel te houden en ervoor te zorgen dat gegevens tijdig en volledig aanwezig zijn zodat procedures geen vertraging oplopen. Maar dat kan ook het werken aan documenten zijn. Hiervoor moet hij dossieronderzoek doen en bronnen, zoals wetboeken, raadplegen. Bij het werken aan documenten moet hij goed de doelgroep voor ogen houden en dient hij zich ervan bewust te zijn dat de inhoud van de documenten grote juridische en financiële gevolgen kunnen hebben. De medewerker sociale zekerheid verricht ondersteunende werkzaamheden bij de bemiddeling en reintegratie van werkzoekenden naar een passende baan. De medewerker sociale zekerheid, werkzaam in de schuldhulpverlening, verricht alle dagelijkse werkzaamheden ten behoeve van de financiële belangen van klanten. 6 2.1.1 Wat doe je als medewerker sociale zekerheid? Medewerkers Sociale zekerheid kunnen werkzaam zijn bij uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid zoals de afdeling Werk, Inkomen & Zorg van een gemeente, Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV), Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), maar ook bij andere organisaties binnen de sociale zekerheid waarbij klantcontacten en het omgaan met klantdossiers tot het takenpakket behoren. 2.1.2 De inhoud van de opleiding medewerker sociale zekerheid Aan het einde van de opleiding moet je beheersen: Twee kerntaken Theoretische vakkennis ICT Rekenen 3F Nederlands 3F Engels Loopbaan en Burgerschap 2.1.3 zekerheid De twee kerntaken van de opleiding medewerker sociale De twee kerntaken staan al uitgelegd in paragraaf 2.1. Voor meer informatie hierover kun je surfen naar de website www.ecabo.nl. Iedere kerntaak bevat een aantal werkprocessen. Een werkproces is een globale beschrijving van de werkzaamheden die je in je toekomstige beroep gaat uitoefenen. Kerntaken en werkprocessen Hieronder vind je een overzicht van de kerntaken en werkprocessen. Kerntaak Werkproces 1 Verricht frontoffice werkzaamheden 1.1 Verstrekt informatie en advies. 1.2 Verricht de intake. 1.3 Ondersteunt bij het invullen van formulieren. 1.4 Verwijst door. 2 Verricht backoffice werkzaamheden 2.1 Typeert, interpreteert en ordent dossiergegevens. 2.2 Verifieert gegevens. 2.3 Stelt documenten op. 2.4 Bewaakt termijnen en procedures. 2.5 Ondersteunt bij de uitvoering van trajecten werk en zorg. 2.6 Ondersteunt bij schuldhulpverlening en inkomensbeheer. 7 2.2 Informatie over het beroep van medewerker personeel en arbeid (22159, 94900). Het werk van een medewerker personeel en arbeid bestaat uit vier kerntaken. Een kerntaak is een kenmerkende taak die in de praktijk van het werk gedaan wordt door de medewerker personeel en arbeid Kerntaak 1: Werft, selecteert en bemiddelt. Op een personeelsafdeling of uitzendbureau heeft de medewerker te maken met taken op het gebied van werving en selectie en kan hij een rol hebben op het gebied van bemiddeling van personeel. De medewerker personeel en arbeid werft kandidaten, al dan niet in opdracht van bedrijven. Hij maakt een eerste selectie van kandidaten die worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Ook begeleidt hij een aantal vooraf geselecteerde kandidaten in de verdere selectieprocedure Kerntaak 2: Verricht acquisitieactiviteiten. De medewerker personeel en arbeid, bouwt relaties op met potentiële opdrachtgevers door de eigen organisatie en het producten-/dienstenpakket onder de aandacht te brengen. De medewerker personeel en arbeid ondersteunt opdrachtgevers in de vacaturestelling en voert met collega's en leidinggevende wervingsacties uit en stelt promotieplannen op Kerntaak 3: Voert P&O regelingen uit. De medewerker personeel en arbeid voert verschillende P&O regelingen uit, waaronder verlofregelingen, studiekostenvergoedingen, levensloopregelingen en spaarloonregeling. Als onderdeel van de uitvoering van P&O regelingen stelt de medewerker personeel en arbeid (arbeids)overeenkomsten op of ondersteunt hij de leidinggevende daarbij. De medewerker personeel en arbeid verricht daarnaast administratieve werkzaamheden ten behoeve van beheer van het personeelsdossier. De medewerker personeel en arbeid informeert (nieuwe) werknemers over arbeidsvoorwaarden, bedrijfs- en Cao-regelingen en regelingen op het gebied van sociale zekerheid. Kerntaak 4: Levert managementinformatie. De medewerker personeel en arbeid verricht beleidsondersteunende werkzaamheden. Hij inventariseert, selecteert en verwerkt (bijvoorbeeld door middel van tabellen en grafieken) gegevens met betrekking tot organisatieontwikkelingen en/of arbeidsmarktontwikkelingen voor het management of een vertegenwoordiger van een inlenend bedrijf. De medewerker personeel en arbeid presenteert mondeling of schriftelijke gegevens met betrekking tot organisatieontwikkelingen en/of arbeidsmarktontwikkelingen aan het management of een vertegenwoordiger van een inlenend bedrijf 2.2.1 Wat doe je als medewerker personeel en arbeid? De medewerker personeel en arbeid kan werkzaam zijn binnen elke organisatie met een personeelsafdeling, zowel in profit als non-profit organisaties. Ook kan de medewerker personeel en arbeid werken op een uitzendbureau. 2.2.1 De loopbaan van de medewerker personeel en arbeid? Voor de medewerker personeelswerk is door werkervaring en/of hogere opleiding op HRMgebied (hbo personeel en arbeid) of specialisatie verticale doorstroom mogelijk. Vooral bij grotere organisaties is verticale functiedifferentiatie junior-medior-senior mogelijk. Horizontale doorstroming naar andere afdelingen binnen een organisatie ligt, gezien de specifieke kennis, niet voor de hand. 8 2.2.2 De inhoud van de opleiding medewerker personeel en arbeid Aan het einde van de opleiding medewerker personeel en arbeid moet je beheersen: Vier kerntaken Theoretische vakkennis ICT Rekenen 3F Nederlands 3F Engels Loopbaan en Burgerschap 2.2.3 arbeid De vier kerntaken van de opleiding medewerker personeel en De vier kerntaken staan al uitgelegd in paragraaf 2.4 Voor meer informatie hierover kun je surfen naar de website www.ecabo.nl. Iedere kerntaak bevat een aantal werkprocessen. Een werkproces is een globale beschrijving van de werkzaamheden die je in je toekomstige beroep gaat uitoefenen. Kerntaken en werkprocessen van de opleiding medewerker personeel en arbeid Hieronder vind je een overzicht van de kerntaken en werkprocessen. Kerntaak Werkproces 1 Werft, selecteert en bemiddelt 1.1 Werft kandidaten 1.2 Selecteert kandidaten 1.3 Bemiddelt naar werk 2 Verricht acquisitieactiviteiten 2.1 Verwerft opdrachten 2.2 Verricht promotieactiviteiten 3 Voert P&O regelingen uit 3.1 Berekent inkomen en vergoedingen 3.2 Stelt overeenkomsten op 3.3 Verricht administratieve werkzaamheden 3.4 Verstrekt informatie en advies 4. Levert managementinformatie 4.1 Genereert en verwerkt managementinformatie 4.2 Presenteert management- informatie 9 2.3 Informatie over het beroep van juridisch medewerker openbaar bestuur(22161, 94892). Het werk van een juridisch medewerker openbaar bestuur bestaat uit drie kerntaken. Een kerntaak is een kernmerkende taak die in de praktijk van het werk gedaan wordt door de juridisch medewerker openbaar bestuur Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden. De juridisch medewerker verstrekt informatie en advies en wint informatie in. Dit kan informatie over de eigen organisatie zijn maar ook bijvoorbeeld informatie over de stand van zaken van een klantdossier of het verloop van een juridische procedure. Kan hij een vraag niet beantwoorden, dan verwijst hij de klant door naar een collega van de eigen of een andere organisatie Kerntaak 2: Behandelt aanvragen / opdrachten. Ter voorbereiding op een te nemen besluit of als onderdeel van een lopende procedure verricht de juridisch medewerker dossieronderzoek. Hij controleert gegevens en bewijsstukken, onderzoekt de juistheid, volledigheid en relevantie van dossiergegevens en brengt een logische ordening aan. De juridisch medewerker stelt (juridische) documenten op of ondersteunt de leidinggevende daarbij. Daarnaast beheert hij het dossier en bewaakt hij de (wettelijke) termijnen per dossier en houdt hij overzicht op het verloop van de procedure. Kerntaak 3: Ondersteunt bij de uitvoering van onderzoek en beleid. De juridisch medewerker in het openbaar bestuur voert in opdracht van een collega of leidinggevende activiteiten uit in het kader van beleidsvoorbereiding en –evaluatie. Hij selecteert en verwerkt gegevens ten behoeve van behoefte- draagvlak- en evaluatieonderzoek. Hij verwerkt de gegevens in bijvoorbeeld tabellen en grafieken en presenteert de gegevens vervolgens mondeling of schriftelijk 2.3.1 Wat doe je als Juridisch medewerker openbaar bestuur? De juridisch medewerker openbaar bestuur kan binnen het openbaar bestuur werkzaam zijn bij gemeenten, provincies, waterschappen, ministeries, rechterlijke instanties, de Belastingdienst en zelfstandige bestuursorganen. 2.3.2 De inhoud van de opleiding juridisch medewerker openbaar bestuur Aan het einde van de opleiding juridisch medewerker openbaar bestuur moet je beheersen: Drie kerntaken Theoretische vakkennis ICT Rekenen 3F Nederlands 3F Engels Loopbaan en Burgerschap 10 2.3.3 De drie kerntaken van de opleiding juridisch medewerker openbaar bestuur Voor meer informatie hierover kun je surfen naar de website www.ecabo.nl. Iedere kerntaak bevat een aantal werkprocessen. Een werkproces is een globale beschrijving van de werkzaamheden die je in je toekomstige beroep gaat uitoefenen. Kerntaken en werkprocessen van de opleiding Juridisch medewerker Openbaar bestuur Hieronder vind je een overzicht van de kerntaken en werkprocessen. Kerntaak Werkproces 1 Verricht frontoffice werkzaamheden 1.1 Verstrekt informatie en advies 1.2 Wint informatie in 1.3 Verwijst door 2 Behandelt aanvragen / opdrachten 2.1 Verifieert gegevens 2.2 Typeert, interpreteert en ordent gegevens 2.3 Stelt documenten op 2.4 Beheert het dossier 2.5 Bewaakt termijnen en procedures 3. Ondersteunt bij de uitvoering van onderzoek en beleid 3.1 Selecteert en verwerkt gegevens 3.2 Presenteert gegevens 11 2.4 Informatie over het beroep van juridisch medewerker zakelijke dienstverlening(22161, 94891). Het werk van een juridisch medewerker zakelijke dienstverlening bestaat uit drie kerntaken. Een kerntaak is een kernmerkende taak die in de praktijk van het werk gedaan wordt door de Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening. Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden. De juridisch medewerker verstrekt informatie en advies en wint informatie in. Dit kan informatie over de eigen organisatie zijn maar ook bijvoorbeeld informatie over de stand van zaken van een klantdossier of het verloop van een juridische procedure. Kan hij een vraag niet beantwoorden, dan verwijst hij de klant door naar een collega van de eigen of een andere organisatie Kerntaak 2: Behandelt aanvragen / opdrachten. Ter voorbereiding op een te nemen besluit of als onderdeel van een lopende procedure verricht de juridisch medewerker dossieronderzoek. Hij controleert gegevens en bewijsstukken, onderzoekt de juistheid, volledigheid en relevantie van dossiergegevens en brengt een logische ordening aan. De juridisch medewerker stelt (juridische) documenten op of ondersteunt de leidinggevende daarbij. Daarnaast beheert hij het dossier en bewaakt hij de (wettelijke) termijnen per dossier en houdt hij overzicht op het verloop van de procedure Kerntaak 4: Verricht marketingactiviteiten. De juridisch medewerker in de zakelijke dienstverlening verricht activiteiten in het kader van marketing en promotie. Hij verzamelt en verwerkt (markt) gegevens ten behoeve van het management en verwerkt de gegevens in bijvoorbeeld tabellen en grafieken. Ook kan hij ingezet worden om promotieactiviteiten uit te voeren ten behoeve van het eigen kantoor of de klant, door bijvoorbeeld een stand te bemannen op een evenement of een bijdrage te leveren aan promotiemateriaal. 2.4.1 Wat doe je als juridisch medewerker zakelijke dienstverlening? De juridisch medewerker zakelijke dienstverlening kan werkzaam zijn in de rechtsdienstverlening: ter ondersteuning van het notariaat, de deurwaarderspraktijk, de advocatuur, bedrijfsjuristen, de makelaardij, evenals bij de Kamer van Koophandel en het verzekeringswezen. 2.4.2 De inhoud van de opleiding juridisch medewerker zakelijke dienstverlening Aan het einde van de opleiding moet je beheersen: Drie kerntaken Theoretische vakkennis ICT Rekenen 3F Nederlands 3F Engels Loopbaan en Burgerschap 12 2.4.3 De drie kerntaken van de opleiding juridisch medewerker zakelijke dienstverlening Voor meer informatie hierover kun je surfen naar de website www.ecabo.nl. Iedere kerntaak bevat een aantal werkprocessen. Een werkproces is een globale beschrijving van de werkzaamheden die je in je toekomstige beroep gaat uitoefenen. Kerntaken en werkprocessen Hieronder vind je een overzicht van de kerntaken en werkprocessen. Kerntaak Werkproces 1 Verricht frontoffice werkzaamheden 1.1 Verstrekt informatie en advies 1.2 Wint informatie in 1.3 Verwijst door 2 Behandelt aanvragen / opdrachten 2.1 Verifieert gegevens 2.2 Typeert, interpreteert en ordent gegevens 2.3 Stelt documenten op 2.4 Beheert het dossier 2.5 Bewaakt termijnen en procedures 4. Verricht marketingactiviteiten 4.1 Genereert en verwerkt marktgegevens 4.2 Voert promotieactiviteiten uit 13 2.5 Nederlands, Engels en rekenen Voor Nederlands, Engels en rekenen wordt er op twee manieren geëxamineerd: A: Beroepsgericht Dit is onderdeel van de kerntaken. Dit telt mee voor het examen bij de kerntaken. De niveaus kun je vinden in het examenplan. B. Generiek Generiek betekent algemeen. Van de eindcijfers generiek Nederlands en rekenen mag er 1 gelijk aan een 5 zijn. Daar moet minimaal een 6 tegenover staan. Voor het vak Engels moet een voldoende behaald worden. Resultaat Examens Nederlands 3F *Verplichte centraal examen: - Lezen en Luisteren 50% *Instellingsexamen: - Schrijven inclusief taalverzorging - Gesprekken voeren en Spreken ≥ 5,5 50% Engels * Luisteren en Lezen * Spreken * Gesprekken voeren en * Schrijven B1 100% ≥ 5,5 A2 100% Rekenvaardigheid 3F *Verplichte centraal examen: - Getallen - Verhoudingen - Meten en Meetkunde - Verbanden ≥ 5,5 14 2.6 Loopbaan en burgerschap LB) Loopbaan en burgerschap (LB) is geen vak, maar komt wel in de hele opleiding terug. Tijdens de opleiding leer je ook hoe je een goed vakman, een goede burger, een goed mens kunt zijn en hoe jij je kan voorbereiden op je loopbaan. Dit is een verplicht onderdeel van alle mbo-opleidingen en maakt deel uit van je examen. Voor LB leg je een portfolio aan waarin je de resultaten opneemt van alles wat je voor dit onderdeel hebt gedaan. Alle domeinen moeten voldoende beoordeeld zijn voor je mag deelnemen aan het portfoliogesprek. Het portfoliogesprek moet ook de beoordeling krijgen voldaan. LB heeft de volgende Domeinen: Domein Inhoud domein Burgerschap 1.1 De politiek-juridisch dimensie De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. 1.2 De economische dimensie. De politiek-juridische dimensie betreft de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. 1.3 De sociaal-maatschappelijke dimensie. De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. 1.4 De dimensie vitaal burgerschap. De dimensie vitaal burgerschap heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. 15 2.7 Het onderwijsprogramma Je krijgt in je opleiding te maken met leren binnen de school en leren buiten de school. Binnen de school zul je onder begeleiding werken met projecten, simulaties en theorielessen. Buiten de school zul je onder begeleiding werken in een bedrijf door middel van de beroepspraktijkvorming (BPV). Verder krijg je in het begin een introductieweek, krijg je begeleiding van een studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor en doe je uiteindelijk examen. Daarnaast dien je zelf, bijvoorbeeld door het doen van huiswerk, onbegeleid allerlei opdrachten te doen. Met al deze dingen ben je per jaar 1600 uren bezig. Voor de duidelijkheid: we hebben het hier over klokuren en niet over lesuren! Wij denken dat jij deze uren nodig hebt om het beroep van juridisch medewerker, sociale zekerheid en personeel en arbeid goed te kunnen leren. Een deel van deze uren wordt je begeleidt door iemand binnen de school of iemand buiten de school. Dit noemen we begeleid leren. Een ander deel van deze uren word je niet begeleid door iemand van een school of bedrijf. Dit noemen we onbegeleid leren. In het nu volgende schema 1 staat het nog eens uitgelegd. Ook staat er hoeveel uren je ieder jaar van de opleiding kwijt bent aan begeleid en onbegeleid leren. Opleiding: Juridisch medewerker Leerweg: BOL Cohort: 2014-2015 Niveau: 4 Crebo 22161 Studiejaar Aantal uren Begeleid Leren Leren in de school Het totaal aantal uren2 dat per studiejaar aan lessen wordt besteed. Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal uren dat per studiejaar aan beroepspraktijkvorming (BPV) wordt besteed. Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere activiteiten. Studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor Introductie Examinering Excursie, buitenlandse studiereis/project 3 Totaal begeleid leren Aantal uren Onbegeleid Leren (o.a. huiswerk) Totaal aantal uren Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 735 570 570 320 450 450 12 12 12 64 20 6 4 40 4 20 32 40 4 60 32 1161 1128 1168 439 472 432 1600 1600 1600 2 Met uren wordt bedoeld klokuren, en geen lesuren. 3 WSF en TOP-model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs 16 2.7.1 Leren binnen school Tijdens de opleiding zul je vooral werken aan het ontwikkelen van de hiervoor genoemde kerntaken en werkprocessen. Er zal veel worden gevraagd van jouw eigen zelfstandigheid. Je ziet dat heel duidelijk terug in de lessentabel. In de lessentabel kom je namelijk vakken tegen, waar je nog nooit mee te maken hebt gehad. De lessentabel vind je in de bijlage. Voorbeelden Praktijklessen: tijdens de praktijklessen van de opleiding juridisch medewerker zakelijke dienstverlening en openbaar bestuur doe je alsof je werkt op het Gemeentehuis en/of een advocatenkantoor. Tijdens de praktijklessen van de opleiding medewerker sociale zekerheid en personeelswerk doe je alsof je werkt bij het CWI en/of de afdeling personeelszaken van een middel/groot bedrijf. Er wordt van je verwacht dat je zelfstandig aan de slag gaat en gedurende de tijd leert van je eigen ervaringen. De docent werkt op de achtergrond en geeft persoonlijke aanwijzingen. Soms geeft de docent ook uitleg aan de groep. Niet alleen het product (de opdrachten) zijn belangrijk, maar vooral hoe je het werk doet (proces) en hoe je dat ervaart (reflectie). 2.7.2 Theorie: je krijgt ook klassikale lessen. Je krijgt onder andere les in de volgende vakken: o Nederlands o Engels o Burgerschap o Rekenen o Sociale zekerheid o Personeel en arbeid o Statistiek o Juridische vakken o ICT Leren buiten school (beroepspraktijkvorming) Een belangrijk gedeelte van je opleiding ben je niet op school, maar leer je in de echte praktijk. Je gaat dan op stage. Wij noemen dit beroepspraktijkvorming (BPV). Je bent dan een periode (bijvoorbeeld drie maanden) werkzaam binnen een bedrijf en daar leer je het vak in de praktijk. Er worden eisen gesteld aan de stagebedrijven. De bedrijven waar je een BPV-stage loopt moeten goedgekeurd (geaccrediteerd) zijn door een organisatie, ECABO 4. Als jouw stagebedrijf is goedgekeurd dan betekent dat je binnen jouw bedrijf voldoende kunt leren over je beroep. De BPV-coördinator is voor jou het eerste aanspreekpunt als het gaat over de BPV. Hij/zij weet hoeveel uren je BPV moet lopen. Ook kan hij/ zij je vertellen wanneer je BPV-stage moet lopen. In leerjaar 1, 2 en 3 heb je BPV-stages. De BPV is gericht op jouw toekomstig beroep. “Je bent verplicht om zelf een stageplaats te zoeken (inspanningsverplichting). De BPVcoördinator van de locatie zal jou bij het zoeken naar een geschikt BPV-adres adviseren en helpen. De opleiding is verantwoordelijk voor het vinden van een BPV-Bedrijf.” 4 ECABO is het ‘kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven' voor de economisch/administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. 17 2.8 Ziekmelding / afmelding o o o o o Bij afwezigheid moeten studenten zich uiterlijk 8:30 uur per mail afmelden, met een cc naar de mentor/mentrix. Het mailadres is [email protected] Ben je nog geen 18 jaar dan moet je een bewijs met handtekening van je ouders en/of verzorgers als bijlage mailen of inleveren bij je mentor/mentrix. Studenten die zich na 8:30 uur afmelden worden pas de volgende dag geoorloofd absent geregistreerd. Afspraken gemaakt bij instanties zoals de huisarts, ziekenbezoek enz. moeten minimaal 24 klokuren van te voren gemeld zijn. Hoofdstuk 3 De begeleiding tijdens de opleiding Op school krijg je te maken met verschillende mensen die je begeleiden tijdens de opleiding. Ook kun je naar deze mensen toe als je vragen of problemen hebt. Maak daar ook gebruik van. Ze zijn ervoor om je te helpen. Er zijn verschillende medewerkers waar je naar toe kunt. Het hangt van je vraag of probleem af naar wie je toe moet gaan. 3.1 De docent De docent is degene die je vakinhoudelijk begeleidt. Je krijgt les in verschillende vakken en van je docent krijg je te horen wat je moet doen en krijg je uitleg over de lesstof die je moet kennen. De docent is de persoon waar je naar toe kunt als je vragen of problemen hebt met de lesstof. 3.2 De studieloopbaanbegeleider/mentor Dit is de centrale persoon voor jou in de opleiding. Het is de persoon die je het eerste aanspreekt bij onduidelijkheden of vragen over de opleiding. Ook naar je ouder(s)/verzorger(s) toe is de studieloopbaanbegeleider/mentor een gesprekspartner. Een van de mogelijkheden van de studieloopbaanbegeleider/mentor is het studieloopbaanbegeleider/mentoruur. Tijdens dit uur zal hij/zij in de eerste weken informatie geven over de opleiding, de studiehandleiding bespreken en antwoorden proberen te geven op de vragen die in een klas kunnen leven. Ook worden er met jou persoonlijke gesprekken gehouden.. Ook jouw ouders/verzorgers kunnen bij de studieloopbaanbegeleider/mentor terecht. Vragen over de voortgang, problemen of andere zaken kunnen aan de orde gesteld worden. Maak gebruik van deze mogelijkheid. Wij streven ernaar om de studieloopbaanbegeleider/mentor ook BPV-bezoekdocent te laten zijn, zodat de begeleiding van de leerling in de BPV-periode kan worden voortgezet. 3.3 De onderwijsleider De onderwijsleider is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken binnen de opleiding. Je kunt terecht bij je onderwijsleider als je er niet met een docent of studieloopbaanbegeleider/mentor uitkomt. Bij problemen krijg je ook te maken met de onderwijsleider. Als je bijvoorbeeld spijbelt of je niet aan gemaakte afspraken houdt, dan krijg je te maken met de leerplichtambtenaar, trajectbegeleider of zorgcoördinator. 18 3.4 De BPV-coördinator Als je vragen hebt over de BPV, dan kun je naar de BPV-coördinator gaan. De BPV-coördinator legt het eerste contact met jouw stagebedrijf en geeft aan of dit een goedgekeurd stagebedrijf is. De BPV-coördinator regelt ook alle administratieve handelingen die met de BPV te maken hebben. In de locatie-informatie staat vermeld wie op jouw locatie de BPV-coördinator is. 3.5 Het Trajectbureau Het kan zijn dat je tijdens deze opleiding tijdelijk extra steun nodig hebt. Het Trajectbureau kan daarbij helpen en je deze extra steun geven. We willen namelijk niet dat jij zonder diploma het Albeda College verlaat. Het Trajectbureau is een dienst binnen het Albeda College. Hier kun je terecht met vragen en problemen over opleiding en studie- en beroepskeuze. Op het Trajectbureau werken trajectbegeleiders, schoolmaatschappelijk werkers, gedragstrainers en logopedisten. Met een paar voorbeelden willen we laten zien wat het trajectbureau kan doen. o Bijvoorbeeld: stel dat je wilt stoppen met deze opleiding en je hebt dit al besproken met je studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor. In dat geval kun je trajectbegeleiding krijgen bij het Trajectbureau. Een trajectbegeleider kijkt dan samen met jou of er binnen of buiten het Albeda College mogelijkheden zijn voor een andere opleiding of eventueel werk. Je voert dan loopbaangesprekken en loopbaanoriëntatiecursussen. o Bijvoorbeeld: stel dat je persoonlijke problemen hebt waardoor je de opleiding niet goed kunt doen. In dat geval kun je begeleiding krijgen van een schoolmaatschappelijk werker. Deze man of vrouw geeft jou sociaal-emotionele begeleiding. o Bijvoorbeeld: stel dat je een handicap hebt of een chronische ziekte. Ook dan kun je begeleiding krijgen, zodat je de opleiding goed kunt volgen. Heb je het Trajectbureau nodig, dan kun je voor informatie kijken op www.albeda.nl of contact opnemen met je studieloopbaanbegeleider/mentor. 19 Hoofdstuk 4 Toetsing en examinering 4.1 Inleiding In klas 1,2 en 3 is de beoordeling/toetsing tijdens de lessen voornamelijk gericht op controle van de studievoortgang. Dit wordt aangeduid als formatieve toetsing. Daarnaast kennen we de beoordeling/toetsing die gericht is op diplomering. Dit noemen we summatieve examinering. Beide begrippen worden hieronder nader toegelicht 4.2 Toetsing Tijdens de opleiding worden gedurende alle schooljaren opdrachten uitgevoerd en toetsen gemaakt. De resultaten van deze opdrachten en toetsen worden door ons geadministreerd en 4 keer per jaar wordt hiervan een rapport/ puntenkaart samengesteld. De toetsing geeft een indruk of je de lesstof begrijpt en geeft een aanwijzing in hoeverre je de examens goed kunt maken. Is je toetsing goed dan is de kans dat je het examen goed maakt ook groter. Het is uiteraard geen garantie. Vanuit de toetsing kan er ook een bindend studieadvies afgegeven worden. Dit gebeurt als je studieresultaten zo slecht zijn dat je er vanuit moet gaan dat de opleiding niet gehaald kan worden. Voor een goede voortgang is 75% van de studiepunten voldoende om door te gaan naar het volgende leerjaar. Ook moet de bpv met een voldoende zijn beoordeeld. De exacte regeling vind je op de website en op portaal. 4.3 Dyslexie Als je dyslexie hebt en je moet examen doen dan kun je onder bepaalde voorwaarden ondersteuning krijgen vanuit jouw opleiding. Voorbeelden hiervan zijn: extra tijd (25% van de totale toetstijd) voor het maken van toetsen; mondelinge ondersteuning (je kunt tijdens het examen luisteren naar een vraag in plaats van dat je een vraag moet lezen); examendocumenten met een extra groot lettertype op A3 formaat; examendocumenten op geel papier een geel transparant voor de toets Ben je dyslectisch, ga je examen doen en ben je nog niet op de hoogte van de bovenstaande mogelijkheden? Neem dan contact op met je studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor. 4.4 Examinering Een belangrijk onderdeel van je opleiding is het maken van examens. Het is van belang dat de registratie van de door jou behaalde examens zorgvuldig gebeurt. Hierin heb je zelf ook een belangrijke rol. Omdat examens zo belangrijk zijn is er een reglement opgesteld rondom het afnemen van examens. Dit heet het examenreglement. Het examenreglement is te vinden in het handboek examinering. Tijdens de gehele opleiding zul je examens maken. Deze examens (met de examenprojecten) bepalen of je uiteindelijk een diploma krijgt. Je zult voor alle examens een voldoende moeten halen. Onderling compenseren is niet mogelijk. De resultaten van het afgenomen examen worden uiterlijk 10 werkdagen na afname bekend gemaakt. Het bespreken van het examen zal uiterlijk 10 werkdagen na bekend maken van de resultaten plaats vinden. 20 Het examen bestaat uit de volgende onderdelen: Nederlands Engels Rekenen Examenprojecten Proeve van bekwaamheid Kwalificerende examens Loopbaan en burgerschap De examenprojecten zijn het best te vergelijken met een praktijkexamen. Deze examens worden op school afgenomen en daarin moet je laten zien dat je de praktijkonderdelen van je vak beheerst. De vaardigheden/ competenties die hiervoor nodig zijn, moeten zijn opgedaan tijdens BPV (beroepspraktijkvorming) en tijdens de simulaties, projecten en lessen op school. Het praktijkexamen moet met een voldoende worden afgesloten. Op de bpv wordt een werkproces beoordeeld in het tweede en derde schooljaar, dit moet met een voldoende afgesloten worden. T.a.v. de examens geldt: Centraal examenmoment: · Moment waarop je gedurende je opleiding de mogelijkheid wordt geboden om het centraal examen rekenen 3F, Nederlands 3F en Engels af te leggen. Raadpleeg het protocol centrale examinering Examenmoment: · Moment waarop de gehele groep een examen aflegt. Je krijgt ruim van te voren informatie over de datum van het examen. Herexamenmoment: Inhaalexamen voor hen die op het examenmoment een onvoldoende resultaat hebben behaald of het examenmoment hebben gemist. Indien voor het herexamenmoment reparatielessen zijn ingeroosterd, zijn de leerlingen, die een onvoldoende resultaat bij het eerste examenmoment hebben behaald, verplicht deze lessen te volgen. Extraneus: Is het resultaat van de kwalificerende toets na gemaakte herkansingen nog onvoldoende (lager dan een 5,5) dan kan de kandidaat in de laatste week van de vakantie en/of de eerste week van het nieuwe schooljaar als extraneus maximaal 2 summatieve toetsen en/of 1 examenproject maken. Kosten: € 75,-- per summatieve toets (1 les op aanvraag, toets, correctie toets) € 100,-- voor het examenproject. Belangrijk is dat extraneus betekent: Kandidaat is niet meer op school ingeschreven Kandidaat doet een schriftelijke aanvraag indienen bij de teamexamenleider In overleg tussen kandidaat en onderwijsleider wordt bepaald of er deelgenomen mag worden aan het extraneusexamen. In de bijlagen vind je een overzicht van alle examens die je voor je opleiding moet maken. De exacte data voor de examens krijg je in de loop van het studiejaar. Ook vind je een overzicht van de onderwerpen die in de examens aan de orde komen. 21 4.5 Examencommissie De branche Secretarieel en Administratie heeft een subexamencommissie. Deze commissie moet er voor zorgen dat alles rondom het afnemen van examens goed verloopt. Als het goed is merk je niet zoveel van de subexamencommissie. Alleen in het geval als dingen niet goed lopen of als je bijvoorbeeld gespiekt hebt, dan krijg je te maken met de subexamencommissie. Ook als je klachten hebt over de examinering moet je dit aangeven bij de subexamencommissie. Als je precies wilt weten wat de subexamencommissie doet, dan kun je kijken in het Handboek Examinering. Dit handboek kun je opvragen bij je studieloopbaanbegeleider/mentor, deze kan hem digitaal aanleveren. De examencommissie is verantwoordelijk voor het op een verantwoorde wijze doorlopen van de examenprocedures voor de opleidingen waarvoor zij is aangesteld door het College van Bestuur van het Albeda College. De examencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van taken met betrekking tot de voorbereiding, de ontwikkeling, de vaststelling, de eventuele inkoop van toetsen, alsmede voor de planning en afname, de beoordeling en de uitslag, het bewaren, beheren en de evaluatie van examens. Een uitwerking van de taken van de examencommissie is te vinden in het Handboek Examinering. 4.6 Examenregels Juridisch Aanvangstijden Examenroosters worden 2 weken voor de examenperiode bekendgemaakt op het portaal. Een examen start op het aangegeven tijdstip zoals vermeld in het examenrooster. Laatkomers worden 15 minuten en 30 minuten na aanvang van de toets toegelaten door de gangwacht. Laatkomers langer dan 30 minuten te laat worden niet meer toegelaten tot het examen. 30 minuten na aanvang van het examen mag het lokaal pas worden verlaten. Overmacht Indien er sprake is van overmacht, dient men binnen een week na afname van het examen een schriftelijk schrijven van het voorval met bewijs te worden overhandigd aan de examenleider. 10 werkdagen na indiening krijgt de leerling te horen van de examencommissie te horen of hij/zij in aanmerking komt voor een herkansing. Plagiaat, fraude en wangedrag Indien er bij examenprojecten geschreven teksten letterlijk worden overgenomen is er sprake van plagiaat en dus van fraude. Dit is ten strengste verboden. Teksten mogen worden gebruikt, maar niet letterlijk worden overgenomen. Bij het gebruiken van teksten zal er altijd een bronvermelding moeten worden opgenomen. Fraude tijdens een examen is verboden. Voorbeelden zijn: Het afkijken tijdens een examen bij een klasgenoot; Hulpmiddelen gebruiken welke niet staan vermeld op het examen; Het zich tijdens het examen uitgeven voor iemand anders; Het verwisselen of met anderen uitwisselen van vragenformulieren, antwoordformulieren en/of andere formulieren; 22 Het zich, voor de datum of het tijdstip waarop het examen wordt vastgesteld, in het bezit stellen van de vragen/opgaven en/of antwoorden van het examen; Het tijdens een examen voorhanden hebben van een mobiele telefoon/smart Phone, computers, voorgeprogrammeerde rekenmachines, evenals apparaten met soort vergelijkbare functies; Het gebruik van wettenbundels waarin is geschreven en/of sprake is van een codering. Bij het gebruik van tabbladen mag alleen de naam van de wet of regeling worden vermeld. Wangedrag Leerlingen die deelnemen aan examens dienen zich te gedragen. Leerlingen dienen de instructies van de surveillant op te volgen. Indien een leerling zich niet houdt aan de instructies van de surveillant of zich misdraagt, kan de surveillant de leerling verwijderen uit het lokaal. Voordat het examen start, dienen jassen en tassen voor in het lokaal te worden geplaatst. Melding Surveillanten melden gevallen van plagiaat, fraude en/of wangedrag binnen 1 dag na afname van het examen schriftelijk met bewijsstukken bij de examenleider. Na constatering van fraude mag de leerling het examen afmaken. Na afname van het examen wordt de leerling op de hoogte gebracht van de aanstaande melding. De examencommissie verzoekt de student schriftelijk en/of mondeling om een reactie van de beschuldiging. De examencommissie besluit op basis van de stukken en de reacties of het voldoende aannemelijk is dat er sprake is van plagiaat, fraude en/of wangedrag en welke sanctie zal worden opgelegd. Uiterlijk 10 werkdagen na de melding wordt er een besluit door de examencommissie genomen. Sancties De sancties die de examencommissie kan opleggen indien het voldoende aannemelijk is dat er sprake is van plagiaat/fraude/wangedrag zijn: Berisping; Ongeldig verklaren van het deelgenomen examen; Uitsluiting van het desbetreffende examen tot een periode van 1 jaar; Bij ernstige fraude wordt er een voorstel om de inschrijving voor de opleiding van de leerling per direct definitief te beëindigen aan het instellingsbestuur toegezonden; Indien er sprake is van plagiaat/fraude kan het Openbaar Ministerie worden ingeschakeld door aangifte te doen. Bekendmaking resultaten Resultaten van examens worden uiterlijk 10 werkdagen na afname bekendgemaakt op het portaal. Bespreking examen Uiterlijk 10 werkdagen na bekendmaking van de resultaten wordt het examen besproken. Jassen en tassen dienen voor in het lokaal te worden geplaatst. 23 Bezwaar/beroep Bezwaar Indien een leerling opmerkingen heeft over het examen en/of verzoekt om een herbeoordeling, dan dient hij/zij dit schriftelijk gemotiveerd te melden aan de examenleider. Examenleider Juridisch t.a.v. dhr. R. Klipsteen [email protected] locatie Albeda Weena De examencommissie neemt uiterlijk 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek van de leerling een beslissing omtrent de herbeoordeling. Beroep Indien je het niet eens bent met het beslissing van de examencommissie, dan kun je in beroep bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Het beroep dient uiterlijk 10 werkdagen na bekendmaking van de beslissing van de examencommissie te worden ingesteld. Het adres waar je jouw beroepsschrift naartoe moet sturen is: Voorzitter SEC t.a.v. dhr. [email protected] locatie Albeda Hellevoetsluis Als je een beroepsschrift wil schrijven dan dien je met de volgende punten rekening houden: Naam en adres van de indiener; Datum van indiening; Omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen het beroep wordt ingediend; De gronden van het beroep (welke redenen heb je om bezwaar te maken?); Kopieën van eerder brief/ mailwisselingen. De Commissie van Beroep voor de Examens beslist binnen vijftien werkdagen na de indiening van het beroep. De Commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van tien werkdagen. Als je door de Commissie van Beroep voor de Examens in het gelijk wordt gesteld, dan kan de examencommissie een beslissing die ze eerder heeft genomen wijzigen. Inzage Inzage na de bespreking van een examen is mogelijk. De leerling dient het verzoek schriftelijk te richten aan de examenleider. Het e-mailadres is [email protected] De leerling dient rekening te houden dat het moment van de inzage wordt bepaald door de examenleider. 2 weken na het verzoek wordt de inzagedatum bepaald. Het wordt leerlingen aangeraden bij de bespreking van het examen te zijn in plaats van deze mogelijkheid gebruik te maken. Bij gebruikmaking van deze mogelijkheid is de leerling namelijk afhankelijk van de beschikbaarheid van de examenleider en de desbetreffende docent. Persoonlijke omstandigheden Indien men door persoonlijke omstandigheden in aanmerking wil komen voor een extra herkansing, dan dient men een verzoek bij de examencommissie in te dienen. De persoonlijke omstandigheden dienen echter voor indiening van het verzoek bekend te zijn bij mw. Briedé van het maatschappelijk werk. Via je mentor kun je bij mw. Briedé terecht. Per geval zal op basis van de stukken en het advies van mw. Briéde worden besloten of de leerling in aanmerking komt voor een extra herkansing. De examencommissie zal binnen 6 weken een besluit nemen. Het kan gebeuren dat je een klacht hebt over het examen over de gang van zaken rondom het examen. Het kan bijvoorbeeld gaan over teveel lawaai tijdens het examen, waardoor je je niet kon concentreren. Hieronder is aangegeven welke stappen je dan moet volgen. 24 Tot Slot Je wilt graag een diploma halen voor deze opleiding. Met een diploma vergroot je de kans op werk en het geeft ook de mogelijkheid om door te leren. Onze ervaring is dat als je een diploma wilt halen, de opleiding bij je moet passen. Het moet passen bij wie je bent en wat je in de toekomst wilt gaan doen. Je moet er zin in hebben. Dat zien we doordat je: alle lessen aanwezig bent; actief meedoet in de lessen; het huiswerk maakt; vragen stelt als je dingen niet begrijpt. Kortom: er 100% voor gaan. Als je dat doet, dan moet het je lukken het diploma te halen. Succes! 25 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Lessenoverzicht Docententeam Juridisch Examenplan Boekenlijst/Financiële regel Protocol Centrale examinering Herkansingsregel Schoolvakanties en vrije dagen Periode indeling Teamregels 26 Bijlage 1 Lessenoverzicht cursusjaar 2014-2015 klas 1 REK ENG ICT L&B SLB NED Rekenen Engels Informatica loopbaan en Burgerschap Studieloopbaanbegeleiding/Mentoraat Nederlands P&F ERF P&F INR Personen- en familierecht Erfrecht Personen- familierecht Inleiding recht PBO PPA PSZ PZD POB Project Beroepenoriëntatie Project Inleiding Personeel en Arbeid Project Inleiding Sociale zekerheid Project Inleiding Zakelijke dienstverlening Project Openbaar Bestuur BPVV BPV Voorbereiden stage Beroepspraktijkvorming/Stage 27 Bijlage 2 Team Juridisch Docenten: ABATE BHOEX CBEZE ELEEN JOKKE JWOOD MBACH MVGEI MVNIEU NBLOE PTROO RHOFL RKLIP RREIB WSYB YMEUL MYILM JDHAA Mentoren: Klas 1A Klas 1B Klas 1C Klas 1D Dhr. A Batenburg Mw. B. Hoexum Dhr. C. Bezemer Mw. E. Stapelkamp Mw. J. Okkerse Dhr. J. Wooding Mw. M. Bach Mw. M. van Gein Mw. M. van Nieuwkerk Dhr. N. Bloemendal Dhr. P. Troost Dhr. R. Hofland Dhr. R. Klipsteen Mw. R. Reiber Dhr. W. Sijbranda Mw. Y. Meulendijk Mw. M. Yilmaz Akbaydogan Dhr. J. de Haan [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Dhr. W. Sijbranda Mw. M. van Nieuwkerk Dhr. C. Bezemer Mw. M. Bach Mw. B. Hoexum [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Stagecoordinator: ABATE Dhr. A Batenburg Stagemedewerker: LBABE Mw. L. Babel Onderwijsleider: BSAND Mw. A.E. Sanders [email protected] [email protected] [email protected] 28 Bijlage 3 Examenplan 29 Examenplan juridisch medewerker - Openbaar Bestuur Uitstroomdifferentiatie Openbaar bestuur Opleidingsvariant Regulier Leerweg BOL niveau 4 Cohort 2014 Verwacht diploma 2017 Examenmoment OP 3 VAR Exameninstrument Examenproject of praktijkexamen Examencode Examennaam 14.JU.OB.EP.KT1 Verricht frontoffice werkzaamheden ≥ 5,5 alle Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J1 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR 1.1, 1.2 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J14 ≥ 5,5 1 VAR 1.1, 1.2 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J15 Personen-, familie-, en erfrecht Privaatrecht: vermogensrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J9 Bestuurs-, en bestuursprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.1, 1.2 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J17 Straf-, en strafprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.2 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J7 Belastingrecht ≥ 5,5 3 VAR 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J8 Beleidskunde ≥ 5,5 2 VAR 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT1.J16 Staats-, en internationaal recht en Europese regelgeving ≥ 5,5 3 VAR Niveau Vakgebied/ cluster/ domein 1.1, 1.2, 1.3 Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR Engels: zie clusterblad Kerntaak 2 Examenmoment Lj ≥ 5,5 of weging voldoende clusters Werkproces Kerntaak 1 crebonummer 94892 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.OB.EP.KT2 alle Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J1 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J14 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J15 2.1, 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J9 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J7 2.1, 2.2, 2.3, 2.3, 2.4, 2.5 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J8 Behandelt aanvragen/opdrachten ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Personen-, familie-, en erfrecht Privaatrecht: vermogensrecht ≥ 5,5 1 VAR ≥ 5,5 2 VAR Bestuurs-, en bestuursprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR Belastingrecht ≥ 5,5 3 VAR 2 VAR Beleidskunde ≥ 5,5 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT2.J16 Staats-, en internationaal recht en Europese regelgeving Nederlands: zie clusterblad VAR 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR ≥ 5,5 Rekenen: zie clusterblad Engels: zie clusterblad Kerntaak 3 3 ≥ 5,5 3.1, 3.2 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.OB.EP.KT3 alle Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT3.J1 3.1, 3.2 Schriftelijk examen 14.JU.OB.KT3.J8 Ondersteunt bij de uitvoering van onderzoek en beleid ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Beleidskunde ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Het eindcijfer per kerntaak wordt bepaald door het ongewogen gemiddelde te nemen van de examens uitgezonderd de bpv beoordeling. Examencijfer en/of onderliggende resultaten worden afgekapt op 1 decimaal. Het eindgemiddelde wordt afgerond op nul decimalen (een heel cijfer) Rekenen VAR tweede helft opleiding 12,5% 3 VAR Spreken 3F 12,5% 3 VAR schriftelijk examen Schrijfvaardigheid 3F 12,5% 3 VAR Taalverzorging 3F schriftelijk examen Taalverzorging 3F 12,5% 3 VAR 3F luistervaardigheid 3F COE Luistervaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3F Leesvaardigheid 3F COE Leesvaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding Rekenen 3F COE COE Rekenen 3F 100,0% 3F gesprekken voeren 3F mondeling examen Gesprekken voeren 3F 3F spreken 3F mondeling examen Nederlands 3F schrijfvaardigheid 3F Nederlands 3F Nederlands Nederlands Generiek Nederlands en Rekenen 2 3F 100,0% Nederlands Nederlands Nederlands Engels generiek Engels Engels Engels Engels Engels 100,0% B1 Luisteren schriftelijk examen 20,0% 3 VAR B1 Lezen schriftelijk examen 20,0% 3 VAR A2 Gesprekken voeren mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Spreken mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Schrijven schriftelijk examen 20,0% 3 VAR 31 Engels 100,0% Van de gemiddelde eindcijfers Nederlands en Engels mag er 1 gelijk aan 5 zijn. Het andere gemiddelde cijfer moet 6 of hoger zijn. Het portfolio moet beoordeeld zijn met 'voldaan' voordat het portfoliogesprek plaatsvindt. Loopbaan loopbaan burgerschap Loopbaan kwalificerend portfolio LB 1/MBO4 Loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling 100,0% Voldaan 3 VAR 1.1 Burgerschap kwalificerend portfolio LB 2/MBO4 Politiek-juridische dimensie 100,0% Voldaan 3 VAR 1.2 Burgerschap kwalificerend portfolio LB 3/MBO4 Economische dimensie 100,0% Voldaan 3 VAR 1.3 Burgerschap kwalificerend portfolio LB 4/MBO4 Sociaal-maatschappelijke dimensie 3 VAR 1.4 Burgerschap kwalificerend portfolio LB 5/MBO4 Vitaal burgerschap dimensie 3 VAR 100,0% 100,0% Voldaan Voldaan De onderdelen 'Nederlandse Taal en Rekenen ‘en 'generiek Engels dienen een score te bevatten met een minimum van 1,0. 32 Cluster talen Domein/ vaardigheid Kerntaak Nederlands Examennaam Weging KT 1 Weging KT 2 Weging KT 3 Examenmoment Lj Examenmoment OP 2 3 x x x Lezen 3F schriftelijk examen 14.JU.OB.EP.KT1,2,3 Lezen 3F 20% 20% 20% 3 VAR x x x Luisteren 3F schriftelijk examen 14.JU.OB.EP.KT1 2,3 Luisteren 3F 20% 20% 20% 3 VAR x x x Gesprekken voeren 3F mondeling examen 14.JU.OB.EP.KT1,2,3 Gesprekken voeren 3F 20% 20% 20% 3 VAR x x x Spreken 3F mondeling examen 14.JU.OB.EP.KT1,2,3 Spreken 3F 20% 20% 20% 3 VAR x x x Schrijven/taalverzorging 3F schriftelijk examen 14.JU.OB.EP.KT1,2,3 Schrijven/taalverzorging 3F 20% 20% 20% 3 VAR x x 25% 50% x 3 VAR 25% x x 3 VAR 25% x x 3 VAR x x x x x 25% 50% x 3 VAR x Lezen 1B JU.E.B1.LE.01 Luisteren 1B JU.E.B1.LU.01 Gesprekken voeren 1B JU.E.B1.GE.01 x Spreken B1 Beroepsrekenen Examencode 1 x Engels Exameninstrument x x x x x x x Getallen 3F project 25% 25% 25% 3 VAR x x x Verhoudingen 3F project 25% 25% 25% 3 VAR x x x Meten en meetkunde 3F project 25% 25% 25% 3 VAR x x x Verbanden 3F project 25% 25% 25% 3 VAR Schrijven/taalverzorging 1B JU.E.B1.SC.01 Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen per taal wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen van rekenen wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. De hierboven genoemde onderdelen kunnen aparte toetsen zijn of onderdeel uitmaken van een examenproject. Onderdelen Nederlands telt mee bij de weging voor zowel kerntaak 1, 2 en 3. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus drie keer mee). Onderdelen Engels telt mee bij de weging voor zowel kerntaak 1 en 2. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen ( telt twee keer mee). Beroepsrekenen wordt beoordeeld binnen de examenprojecten van kerntaak 1,2,3.Het gaat om dezelfde toets die in éé n keer wordt afgenomen (telt dus drie keer mee). 33 Examenplan juridisch medewerker - Sociale Zekerheid Kwalificatiedossier Uitstroomdifferentiatie Opleidingsvariant Leerweg Cohort Werkproces 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 Kerntaak 1 Juridisch medewerker crebonummer 22159 medewerker sociale zekerheid crebonummer 94910 Regulier BOL niveau 4 2014 Verwacht diploma 2017 Niveau Vakgebied/ cluster/ domein Exameninstrument Examenproject of praktijkexamen Examencode 14.JU.MSZ.EP.KT1 Examennaam ≥ 5,5 of voldoende Verricht frontoffice werkzaamheden ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Personen-, familie-, en erfrecht ≥ 5,5 1 VAR Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR 2 VAR weging clusters Examenmoment Lj Examenmoment OP 3 VAR alle Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J1 1.2 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J14 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J5 1.1, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J9 Bestuurs-, en bestuursprocesrecht Sociale Zekerheid ≥ 5,5 14.JU.MSZ.KT1.J3 Arbeidsmarkt en re-integratie ≥ 5,5 2 VAR S ≥ 5,5 1 VAR Verdieping Sociale Zekerheid ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR Schriftelijk examen 1.1, 1.2, 1.3 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J12 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT1.J15 Engels: zie clusterblad 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.MSZ.EP.KT2.GB of 14.JU.MSZ.EP.KT2.KB alle Schriftelijk examen 14.JU.MSZ..KT2.J1 2.1, 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT2.J5 2.1, 2.3, 2.4 Schriftelijk examen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5 Schriftelijk examen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6 Schriftelijk examen Verricht backofficewerkzaamheden ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR 14.JU.MSZ.KT2.J9 Bestuurs-, en bestuursprocesrecht Sociale Zekerheid ≥ 5,5 2 VAR 14.JU.MSZ.KT2.J3 Arbeidsmarkt en re-integratie ≥ 5,5 2 VAR 14.JU.MSZ.KT2.J12 Inleiding Sociale Zekerheid en Sociale Kaart ≥ 5,5 1 VAR Kerntaak 2 34 2.6 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT2.J18 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6 Schriftelijk examen 14.JU.MSZ.KT2.J15 Schuldhulpverlening en inkomensbeheer ≥ 5,5 Verdieping Sociale Zekerheid ≥ 5,5 3 VAR 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Het eindcijfer per kerntaak wordt bepaald door het ongewogen gemiddelde te nemen van de examens uitgezonderd de bpv beoordeling. Examencijfer en/of onderliggende resultaten worden afgekapt op 1 decimaal. Het eindgemiddelde wordt afgerond op nul decimalen (een heel cijfer) Rekenen VAR tweede helft opleiding 12,5% 3 VAR Spreken 3F 12,5% 3 VAR schriftelijk examen Schrijfvaardigheid 3F 12,5% 3 VAR Taalverzorging 3F schriftelijk examen Taalverzorging 3F 12,5% 3 VAR 3F luistervaardigheid 3F COE Luistervaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3F Leesvaardigheid 3F COE Leesvaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding Rekenen 3F COE COE Rekenen 3F 100,0% 3F gesprekken voeren 3F mondeling examen Gesprekken voeren 3F Nederlands 3F spreken 3F mondeling examen Nederlands 3F schrijfvaardigheid 3F 3F Nederlands Nederlands Nederlands Nederlandse Taal en Rekenen 2 3F Nederlands Nederlands Engels Engels generiek Engels Engels Engels Engels 100,0% 100,0% B1 Luisteren schriftelijk examen 20,0% 3 VAR B1 Lezen schriftelijk examen 20,0% 3 VAR A2 Gesprekken voeren mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Spreken mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Schrijven schriftelijk examen 20,0% 3 VAR Engels 100,0% Van de gemiddelde eindcijfers Nederlands en Engels mag er 1 gelijk aan 5 zijn. Het andere gemiddelde cijfer moet 6 of hoger zijn. 35 Het portfolio moet beoordeeld zijn met 'voldaan' voordat het portfoliogesprek plaatsvindt. Loopbaan loopbaan burgerschap Loopbaan 1.1 Burgerschap 1.2 Burgerschap 1.3 Burgerschap 1.4 Burgerschap kwalificerend portfolio kwalificerend portfolio kwalificerend portfolio kwalificerend portfolio kwalificerend portfolio LB 1/MBO4 Loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling 100,0% LB 2/MBO4 Politiek-juridische dimensie 100,0% LB 3/MBO4 Economische dimensie 100,0% LB 4/MBO4 Sociaal-maatschappelijke dimensie 100,0% LB 5/MBO4 Vitaal burgerschap dimensie 100,0% Voldaan Voldaan Voldaan Voldaan Voldaan 3 VAR 3 VAR 3 VAR 3 VAR 3 VAR De onderdelen 'Nederlandse Taal en Rekenen ‘en 'generiek Engels dienen een score te bevatten met een minimum van 1,0. 36 Cluster talen Domein/ vaardigheid Kerntaak 1 x x Nederlands x x x x x x x x x x x Lezen 3F Luisteren 3F schriftelijk examen schriftelijk examen Gesprekken voeren 3F mondeling examen Spreken 3F mondeling examen Schrijven/taalverzorging 3F schriftelijk examen x x x x x x x x x x JU SZ EP KT 2 JU SZ EP KT 2 JU SZ EP KT 2 JU SZ EP KT 2 JU SZ EP KT 2 Examennaam 1, Lezen 3F 1, Luisteren 3F 1, Gesprekken voeren 3F 1, 1, Lezen B1 JU E B1 LE 01 Luisteren B1 JU E B1 LU 01 Gesprekken voeren B1 JU E B1 GE 01 x Spreken B1 Beroepsrekenen Examencode Weging KT 1 Weging KT 2 Examenmoment Lj 20% 20% 3 VAR 20% 20% 3 VAR 20% 20% 3 VAR 20% 20% 3 VAR 20% 20% 3 VAR 25% 5- % 3 VAR 25% x 3 VAR 25% x 3 VAR x x x x 25% 50% 3 VAR 25% 25% 3 VAR 25% 25% 3 VAR 25% 25% 3 VAR 25% 25% 3 VAR 2 x Engels Exameninstrument Schrijven/taalverzorging B1 Spreken 3F Schrijven/taalverzorging 3F x x JU E B1 SC 01 Getallen 3F project Verhoudingen 3F project Meten en meetkunde 3F project Verbanden 3F project Examenmoment OP Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen per taal wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen van rekenen wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. De hierboven genoemde onderdelen kunnen aparte toetsen zijn of onderdeel uitmaken van een examenproject. Onderdelen Nederlands en Engels tellen mee bij de weging voor zowel kerntaak 1 en2. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus drie keer mee). Beroepsrekenen wordt beoordeeld binnen de examenprojecten. 37 Examenplan juridisch medewerker - Personeel en Arbeid Kwalificatiedossier Juridisch medewerker crebonummer 22159 Uitstroomdifferentiatie Personeel en Arbeid crebonummer 94900 Opleidingsvariant Regulier Leerweg BOL niveau 4 Cohort 2014 Verwacht diploma 2017 Werkproces Kerntaak 1 Niveau Vakgebied/ cluster/ domein Exameninstrument Examencode Examennaam 1.1, 1.2, 1.3 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.PA.EP.KT1 of 14.JU.MPA.2011.EP.KT1 Werft, selecteert en bemiddelt alle Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT1.J1 1.3 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT1.J5 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen 1.1, 1.2, 1.3 Schriftelijk examen Examenmoment OP 3 VAR ≥ 5,5 1 VAR Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR 14.JU.PA.KT1.J3 Arbeidsmarkt en scholing ≥ 5,5 2 VAR 14.JU.PA.KT1.J13 Personeelswerk ≥ 5,5 3 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR Basiskennis recht 2.1, 2.2 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.PA.EP.KT2 of 14.MPA.1112.E.KT2 Verricht acquisitieactiviteiten ≥ 5,5 alle Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT2.J1 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR 2.1 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT2.J19 Verbintenissenrecht ≥ 5,5 1 VAR 2.1, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT2.J5 Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT2.J3 Arbeidsmarkt en scholing ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR 2.1 Kerntaak 3 Examenmoment Lj ≥ 5,5 Engels: zie clusterblad Kerntaak 2 ≥ 5,5 of weging voldoende clusters 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Examenproject of praktijkexamen 14.MPA.2011.EP.KT3. GS of 14.MPA.2011.EP.KT3.DS alle Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT3.J1 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR 3.4 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT3.J19 Verbintenissenrecht ≥ 5,5 1 VAR Voert P&O- regelingen uit 38 3.1, 3.2, 3.4 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT3.J5 Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR 3.1, 3.4 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT3.J12 Inleiding Sociale Zekerheid en Sociale kaart ≥ 5,5 2 VAR 3.3, 3.4 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT3.J13 Personeelswerk ≥ 5,5 3 VAR 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Schriftelijk examen Arbeid, inkomen en registratie ≥ 5,5 3 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 1 VAR ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR 14.JU.PA.KT3.J2 Engels: zie clusterblad Kerntaak 4 4.1, 4.2 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.PA.EP.KT4 of 14.MPA.2011.EP.KT4 alle Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT4.J1 4.1, 4.2 Schriftelijk examen 14.JU.PA.KT4.J3 Levert managementinformatie Basiskennis recht Arbeidsmarkt en scholing Het eindcijfer per kerntaak wordt bepaald door het ongewogen gemiddelde te nemen van de examens uitgezonderd de bpv beoordeling. Examencijfer en/of onderliggende resultaten worden afgekapt op 1 decimaal. Het eindgemiddelde wordt afgerond op nul decimalen (een heel cijfer) Rekenen VAR tweede helft opleiding 12,5% 3 VAR Spreken 3F 12,5% 3 VAR schriftelijk examen Schrijfvaardigheid 3F 12,5% 3 VAR Taalverzorging 3F schriftelijk examen Taalverzorging 3F 12,5% 3 VAR 3F luistervaardigheid 3F COE Luistervaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3F Leesvaardigheid 3F COE Leesvaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3 VAR Rekenen 3F COE COE Rekenen 3F 100,0% 3F gesprekken voeren 3F mondeling examen Gesprekken voeren 3F Nederlands 3F spreken 3F mondeling examen Nederlands 3F schrijfvaardigheid 3F 3F Nederlands Nederlands Nederlands Nederlandse Taal en Rekenen 2 3F Nederlands Nederlands generiek Engels B1 Luisteren 100,0% 100,0% schriftelijk examen 20,0% 39 Engels Engels Engels Engels Engels B1 Lezen schriftelijk examen 20,0% 3 VAR A2 Gesprekken voeren mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Spreken mondeling examen 20,0% 3 VAR A2 Schrijven schriftelijk examen 20,0% 3 VAR 3 VAR 3 VAR Engels 100,0% Van de gemiddelde eindcijfers Nederlands en Engels mag er 1 gelijk aan 5 zijn. Het andere gemiddelde cijfer moet 6 of hoger zijn. Het portfolio moet beoordeeld zijn met 'voldaan' voordat het portfoliogesprek plaatsvindt. loopbaan burgerschap LB 1/MBO4 Loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling 100,0% LB 2/MBO4 Politiek-juridische dimensie 100,0% kwalificerend portfolio LB 3/MBO4 Economische dimensie 100,0% Voldaan 3 VAR Burgerschap kwalificerend portfolio LB 4/MBO4 Sociaal-maatschappelijke dimensie 100,0% Voldaan 3 VAR Burgerschap kwalificerend portfolio LB 5/MBO4 Vitaal burgerschap dimensie 100,0% 3 VAR Loopbaan Loopbaan kwalificerend portfolio 1.1 Burgerschap kwalificerend portfolio 1.2 Burgerschap 1.3 1.4 Voldaan Voldaan Voldaan De onderdelen 'Nederlandse Taal en Rekenen ‘en 'generiek Engels dienen een score te bevatten met een minimum van 1,0. 40 Cluster talen Domein/ vaardigheid Kerntaak 1 Nederlands Engels 2 3 x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Lezen 3F schriftelijk examen Luisteren 3F schriftelijk examen Gesprekken voeren 3F mondeling examen Spreken 3F mondeling examen Schrijven/taalverzorging 3F schriftelijk examen Beroepsrekenen x x x x x x x x x x x x x x x x 14.JU.PA.EP.KT 2, 4 14.JU.PA.EP.KT 1, 2, 3, 4 14.JU.E.B1.LE.01 Luisteren B1 14.JU.E.B1.LU.01 Gesprekken voeren B1 14.JU.E.B1.GE.01 x Schrijven/taalverzorging B1 x 14.JU.PA.EP.KT 1, 2, 3, 4 14.JU.PA.EP.KT 1, 2, 3, 4 14.JU.PA.EP.KT 1, 2, 3, 4 Lezen B1 Spreken B1 x Examencode Examennaam Weging KT 1 Weging KT 2 Weging KT 3 Weging KT 4 25% 20% 25% 25% 20% 25% 20% Examenmoment Lj Examenmoment OP 20% 3 VAR 25% 20% 3 VAR 25% 20% 3 VAR 20% 3 VAR 20% 3 VAR 4 x x Exameninstrument Lezen 3F Luisteren 3F Gesprekken voeren 3F Spreken 3F Schrijven/taalverzorging 3F x 14.JU.E.B1.SC.01 Getallen 3F project Verhoudingen 3F project Meten en meetkunde 3F project Verbanden 3F project x 20% 25% 20% 25% 25% 25% 3 VAR 25% 25% 3 VAR 25% 25% 3 VAR x x x 3 VAR 25% 3 VAR 25% 3 VAR 25% 3 VAR 25% 3 VAR x 25% x 25% x Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen per taal wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen van rekenen wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. De hierboven genoemde onderdelen kunnen aparte toetsen zijn of onderdeel uitmaken van een examenproject. Onderdelen Nederlands tellen mee bij de weging voor zowel kerntaak 1, 2, 3 en 4. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus vier keer mee). Onderdelen Engels tellen mee bij de weging voor zowel kerntaak 1 en 4. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus twee keer mee). Beroepsrekenen wordt beoordeeld binnen de examenprojecten. 41 Examenplan juridisch medewerker - Zakelijke dienstverlening Kwalificatiedossier Uitstroomdifferentiatie Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening Opleidingsvariant Regulier Leerweg BOL niveau 4 Cohort 2014 Verwacht diploma 2017 Werkproces Kerntaak 1 Kerntaak 2 Niveau Vakgebied/ cluster/ domein crebonummer 22159 crebonummer 94891 Exameninstrument Examencode 1.1, 1.3 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.ZD.EP.KT1 alle Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J1 1.1 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J14 1.1 Schriftelijk examen 1.1 Examennaam ≥ 5,5 of voldoende weging clusters Examenmoment Lj Examenmoment OP 3 VAR Verricht frontoffice werkzaamheden ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Personen-, familie-, en erfrecht ≥ 5,5 1 VAR 14.JU.ZD.KT1.J15 Privaatrecht: vermogensrecht ≥ 5,5 2 VAR Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J5 Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.1 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J9 Bestuurs-, en bestuursprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.1 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J17 Straf-, en strafprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 1.1 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J6 Bedrijfsrecht ≥ 5,5 3 VAR 1.1 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT1.J11 Burgerlijk procesrecht ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 Examenproject of praktijkexamen 14.JU.ZD.EP.KT2 alle Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J1 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J14 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J15 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J5 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J9 Behandelt aanvragen/opdrachten ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Personen-, familie-, en erfrecht ≥ 5,5 1 VAR Privaatrecht: vermogensrecht ≥ 5,5 2 VAR Arbeidsrecht ≥ 5,5 2 VAR Bestuurs-, en bestuursprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 42 2.2 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J17 Straf-, en strafprocesrecht ≥ 5,5 2 VAR 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J6 Bedrijfsrecht ≥ 5,5 3 VAR 2.2, 2.3 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT2.J11 Burgerlijk procesrecht ≥ 5,5 2 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR ≥ 5,5 3 VAR 3 VAR Engels: zie clusterblad 4.1, 4.2 14.JU.ZD.EP.KT4 Schriftelijk examen 14.JU.ZD.KT4.J1 Verricht marketingactiviteiten ≥ 5,5 Basiskennis recht ≥ 5,5 1 VAR Nederlands: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Rekenen: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR Engels: zie clusterblad ≥ 5,5 3 VAR alle Kerntaak 4 Examenproject of praktijkexamen Het eindcijfer per kerntaak wordt bepaald door het ongewogen gemiddelde te nemen van de examens uitgezonderd de bpv beoordeling. Examencijfer en/of onderliggende resultaten worden afgekapt op 1 decimaal. Het eindgemiddelde wordt afgerond op nul decimalen (een heel cijfer) Rekenen Nederlands Nederlands Nederlandse Taal en Rekenen Nederlands Nederlands 2 VAR tweede helft opleiding 12,5% 3 VAR Spreken 3F 12,5% 3 VAR schriftelijk examen Schrijfvaardigheid 3F 12,5% 3 VAR Taalverzorging 3F schriftelijk examen Taalverzorging 3F 12,5% 3 VAR 3F luistervaardigheid 3F COE Luistervaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3F Leesvaardigheid 3F COE Leesvaardigheid 3F 25,0% 2 VAR tweede helft opleiding 3F Rekenen 3F COE COE Rekenen 3F 100,0% 3F gesprekken voeren 3F mondeling examen Gesprekken voeren 3F 3F spreken 3F mondeling examen 3F schrijfvaardigheid 3F 3F 100,0% Nederlands Nederlands Nederlands Engels generiek Engels Engels Engels 100,0% B1 Luisteren schriftelijk examen 20,0% 3 VAR B1 Lezen schriftelijk examen 20,0% 3 VAR A2 Gesprekken voeren mondeling examen 20,0% 3 VAR 43 Engels A2 Spreken mondeling examen 20,0% 3 VAR Engels A2 Schrijven schriftelijk examen 20,0% 3 VAR 3 VAR 3 VAR 3 VAR 3 VAR 3 VAR Engels 100,0% Van de gemiddelde eindcijfers Nederlands en Engels mag er 1 gelijk aan 5 zijn. Het andere gemiddelde cijfer moet 6 of hoger zijn. Het portfolio moet beoordeeld zijn met 'voldaan' voordat het portfoliogesprek plaatsvindt. Loopbaan loopbaan burgerschap Loopbaan kwalificerend portfolio 1.1 Burgerschap kwalificerend portfolio 1.2 Burgerschap kwalificerend portfolio 1.3 Burgerschap kwalificerend portfolio 1.4 Burgerschap kwalificerend portfolio LB 1/MBO4 Loopbaanoriëntatie en loopbaanontwikkeling 100,0% LB 2/MBO4 Politiek-juridische dimensie 100,0% LB 3/MBO4 Economische dimensie 100,0% LB 4/MBO4 Sociaal-maatschappelijke dimensie 100,0% LB 5/MBO4 Vitaal burgerschap dimensie 100,0% Voldaan Voldaan Voldaan Voldaan Voldaan De onderdelen 'Nederlandse Taal en Rekenen ‘en 'generiek Engels dienen een score te bevatten met een minimum van 1,0. 44 Cluster talen Domein/ vaardigheid Kerntaak 1 Weging KT 1 Weging KT 2 Weging KT 4 Examenmoment Lj Examenmoment OP 20% 20% 20% 3 VAR 20% 20% 20% 3 VAR 20% 20% 20% 3 VAR 20% 20% 20% 3 VAR 20% 20% 20% 3 VAR 25% 50% x 3 VAR 4 schriftelijk examen Lezen B1 schriftelijk examen 14.JU.E.B1.LE.01 x Luisteren B1 schriftelijk examen 14.JU.E.B1.LU.01 25% x x 3 VAR x Gesprekken voeren B1 mondeling examen 14.JU.E.B1.GE.01 25% x x 3 VAR x x x x x 25% 50% x 3 VAR 25% 25% 25% 3 VAR 25% 25% 25% 3 VAR 25% 25% 25% 3 VAR 25% 25% 25% 3 VAR x x x x x x x x x x x x x Lezen 3F schriftelijk examen Luisteren 3F schriftelijk examen Gesprekken voeren 3F mondeling examen Spreken 3F mondeling examen Spreken B1 Beroepsrekenen Examennaam Schrijven/taalverzorging 3F x x x Engels Examencode 14.JU.ZD.EP.KT 4 14.JU.ZD.EP.KT 4 14.JU.ZD.EP.KT 4 14.JU.ZD.EP.KT 4 14.JU.ZD.EP.KT 4 x Nederlands 2 Exameninstrument x x x x x x x x x x x x x x x Schrijven/taalverzorging B1 schriftelijk examen Getallen 3F project Verhoudingen 3F project Meten en meetkunde 3F project Verbanden 3F project 1, 2, Lezen 3F 1, 2, Luisteren 3F 1, 2, Gesprekken voeren 3F 1, 2, 1, 2, x Spreken 3F Schrijven/taalverzorging 3F x 14.JU.E.B1.SC.01 Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen per taal wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. Het cijfer voor de afzonderlijke onderdelen van rekenen wordt met 1 decimaal weergegeven. Dit cijfer wordt verkregen door middel van afkappen op 1 decimaal. De hierboven genoemde onderdelen kunnen aparte toetsen zijn of onderdeel uitmaken van een examenproject. Onderdeel Nederlands telt mee bij de weging voor zowel kerntaak 1, 2 en 4. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus drie keer mee). Onderdeel Engels telt mee bij de weging voor zowel kerntaak 1 en 2. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus twee keer mee). Beroepsrekenen wordt beoordeeld binnen de examenprojecten van kerntaak 1, 2 en 4. Het gaat om dezelfde toets die in één keer wordt afgenomen (telt dus drie keer mee). 45 Bijlage 4 Bestelformulier Onderwijsbenodigdheden via het Albeda College Door middel van dit ( ondertekende) formulier bestelt de student de onderwijsbenodigdheden, die de student wordt geacht aan te schaffen om de opleiding succesvol te kunnen volgen, die uitsluitend via het Albeda College kunnen worden aangeschaft. Branche: Secretarieel en Administratie Opleiding en crebo-nummer: Juridisch, 22161 Locatie: Weena Leerjaar: 2014 - 2015 Aanvullende informatie: Klas 1 Contactpersoon: A.E. Sanders Ik ……………………………………………..………………………...….…., wonende te …………………………………………………………………….…, geboren op ………………………………………………….……….……, studentnummer: …………………………………………………………………. hierna te noemen “ de student”, bestel hierbij de hieronder aangekruiste schoolbenodigdheden die mij vervolgens door het Albeda College zullen worden geleverd. Onderwijsbenodigdheden Kosten Licentie Stichting Praktijk Leren Licentie Nederlands Licentie FFleren Rekenen Reader Rekenen Licentie LB 50,-19,50 39,50 10,00 39,50 Totaal 158,50 Aanschaffen* Graag aankruisen indien de student deze bestelt. Betaling onderwijsbenodigdheden De student ontvangt in september een factuur met daarop het totaalbedrag van de genoemde kosten die verbonden zijn aan de aanschaf van de aangekruiste onderwijsbenodigdheden. Door ondertekening van dit bestelformulier verklaart de student dit bedrag binnen de op de factuur gestelde betalingstermijn te voldoen. In geval van minderjarigheid van de student ondertekent zijn/haar ouder/ wettelijke vertegenwoordiger deze overeenkomst ook. (datum ……………………………..) en ondertekend door: Naam student …………………………………………………………… (Handtekening) Naam ouder/wettelijk vertegenwoordiger (In geval van minderjarigheid) …………………………………………………………… (Handtekening) Bijlage 5 Protocol Centrale examinering: De examenkandidaten moeten op tijd geïnformeerd worden, minimaal 2 weken voor afname. De examenkandidaat wordt gedurende zijn/haar opleiding 3 momenten aangeboden waarop het extern examen Rekenen en Nederlands kan/mag worden afgenomen. Indien een examenkandidaat onwel (kaders zijn duidelijk omschreven) wordt, dan bepaald de surveillant na een gesprek met de kandidaat of hij/zij het examen kan voortzetten. De surveillant meldt dit direct (mondeling en) schriftelijk aan de examencommissie. De examenkandidaat die aangeeft het examen niet te kunnen voortzetten verspeelt een kans voor deelname aan het extern examen, tenzij de examencommissie dit examen ongeldig verklaart. De examenkandidaat heeft tot 30 minuten na aanvangstijd van het examen, aangegeven in het logboek, toegang tot het examen. De examenkandidaat heeft geen recht op verlenging van de examentijd. De examenkandidaat mag pas na 30 minuten, na aanvangstijd van het examen aangegeven in het logboek, het examen beëindigen en de examenruimte verlaten. Tijdens de afname van het examen mag de kandidaat de examenruimte niet verlaten. Voor een bezoek aan het toilet wordt de kandidaat vergezeld. De kandidaat mag onder geen beding alleen naar het toilet. Bij fraude meldt de surveillant dit mondeling, schriftelijk en op proces-verbaal aan de examencommissie. De examencommissie vermeldt dit in het logboek van de COE. De examenkandidaat krijgt in principe maar een kladblaadje. Is dit kladblaadje vol dan levert de kandidaat deze in en krijgt een nieuw kladblaadje. Let op de examenkandidaat mag maar een kladblaadje in zijn/haar bezit hebben. De aanvraagformulieren en de dyslexieverklaring voor een aangepast examen Nederlands en/of Rekenen moeten samen met de ingevulde formulieren aan het begin van het school/cursus jaar worden ingeleverd. De formulieren zijn op de site van de COE te vinden. De examenkandidaat met een dyslexieverklaring, die dit op tijd en op de juiste manier heeft aangevraagd, krijgt een aangepaste versie van het examen aangeboden met mechanische verklanking en/of verlengde tijd. Met de mechanische verklanking moet eerder tijdens de les zijn geoefend. Tijdens het instellingsexamen dient overeenkomstig te zijn gehandeld. De surveillant moet geschoold zijn/worden en zijn rol/taak is duidelijk en helder beschreven. De richtlijn is 1 surveillant voor 10 examenkandidaten en 2 surveillanten per klas. De onderwijsleider controleert op de dag dat het extern examen wordt afgenomen regelmatig zijn mail i.v.m. wijzigingen en informeert de surveillant. 47 De examenkandidaat wordt de mogelijkheid geboden om het extern examen Rekenen en/of Nederlands op een hoger niveau dan het vereiste opleidingsniveau te maken, mits het instellingsexamen Rekenen en/of Nederlands ook op hetzelfde hoger niveau wordt gemaakt. Deelname aan het extern examen op een hoger niveau moet van te voren zijn aangevraagd. Bijlage 6 Herkansingsregel kwalificerende examens / herexamens en reparaties De opleiding stelt per cohort een examenplan en bijbehorende examenplanning op voor de kwalificerende examens. Elk kwalificerend examen wordt twee maal per 52 weken aangeboden. Op advies van het opleidingsteam kan een deelnemer eerder dan in de examenplanning van zijn cohort aan een kwalificerend examen (van een hoger cohort) deelnemen Als het eerste kwalificerende examen onvoldoende beoordeeld is, heeft een deelnemer de mogelijk binnen 52 weken na vaststelling van dat resultaat een herexamen te doen. De deelnemer die een onvoldoende resultaat behaald voor het herexamen kan dit repareren gedurende de vastgestelde examenmomenten (van een lager cohort), wat studievertraging kan opleveren. De deelnemer die een onvoldoende resultaat behaald voor het herexamen in het laatste jaar van de opleiding kan dit repareren op de vastgestelde examenmomenten in het betreffende jaar. Bijlage 7 Schoolvakanties en vrije dagen 25 september 20 t/m 24 oktober 18 november 3 april 6 april 27 april 4 t/m 8 mei 14 en 15 mei 25 mei 20 juli t/m 28 augustus Studiedag Herfstvakantie Studiedag Goede vrijdag Tweede Paasdag Koningsdag Meivakantie Hemelvaart Tweede Pinksterdag Zomervakantie 48 Bijlage 8 Indeling Onderwijs Periode (OP) OP1 - 1 september 2014 OP2 – 17 november 2014 OP3 – 9 februari 2015 OP4 – 28 april 2015 t/m t/m t/m t/m 14 november 2014 6 februari 2015 24 april 2015 17 juli Bijlage 9 Teamregels Roken Je mag op geen enkele plek binnen de school roken; in de pauzes/tussenuren kan je gebruik maken van de rookruimte van de kantine. Eten Er wordt niet gegeten (dus ook geen kauwgom) of gedronken tijdens de lessen, behalve wanneer een docent je daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. In de computerlokalen is eten of drinken nooit toegestaan. Pauzes Gedurende de pauzes of tussenuren ga je naar de kantine of naar buiten; je blijft niet in de gangen hangen. Verstoring van de les In de klas gedraag je je naar behoren. Indien je het normale verloop van de les naar het oordeel van de docent verstoord kan je uit de les verwijderd worden. In dat geval meld je je bij je studieloopbaanbegeleider/mentor/mentor. Deze zal in overleg met de betrokken docent de sanctie bepalen. Het gebruik van een mobiele telefoon/oordopjes is alleen toegestaan in de kantine, de trappenhuizen en de centrale hal. Als je je telefoon in de klas aan hebt staan, valt dit onder verstoring van de les. In de lokalen geldt: jassen uit en petten af. Wellicht ten overvloede: je hebt altijd je boeken bij je. Zonder de juiste boeken wordt je niet toegelaten in de les. Racistisch en seksistisch taalgebruik Het gebruiken van racistische en/of seksistische taal kan leiden tot schorsing en eventueel verwijdering van school. Het team juridisch 49
© Copyright 2025 ExpyDoc