Rapport Hordeloop Naar De Verkiezingen

HORDELOOP
NAAR DE
VERKIEZINGEN
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming
Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
16 juli 2014
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
1
INDEX
Taken en samenstelling van de commissie 3
Werkwijze van de commissie 4
De feitelijke gang van zaken rond de kandidaatstelling 5
Knelpunten:
- Ad 1. Samenstelling, taken en werkwijze van de SAC 9
- Ad 2. De verkiezing van de lijsttrekker 11
- Ad 3. Het uitlekken van het ontwerpstemadvies 12
- Ad 4. De inhoud van het stemadvies en de interne communicatie hierover 13
Conclusies en aanbevelingen
- Conclusies 15
- Aanbevelingen 17
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
2
TAKEN EN SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIE
Op 18 december 2013 heeft de algemene afdelingsvergadering D66 Rotterdam (AAV) op voorstel van
het afdelingsbestuur een commissie ingesteld “ter evaluatie van het gehele interne verkiezingsproces
voor de gemeenteraadsverkiezingen en de gebiedscommissieverkiezingen van 19 maart 2014”
(hierna: de commissie). Aanleiding hiervoor vormde het feit dat “in de aanloop naar de
gemeenteraadsverkiezingen 2014 de voor een aanzienlijk deel van de leden onbegrijpelijke positie
van sommige kandidaten in het stemadvies, het voortijdig uitlekken van dat advies en de wijze
waarop individuele kandidaten in de media zijn becommentarieerd tot commotie en emotie hebben
geleid. Belangrijk daarbij was het gevoel van een gebrek aan transparantie.”1
Doel van het instellen van de commissie was “niet alleen om inzicht te krijgen in het doorlopen
proces, maar vooral ook om lessen te trekken voor de toekomst”. De evaluatie zou daarom, volgens
het afdelingsbestuur, “behalve een beschrijving van het doorlopen proces ook en nadrukkelijk
aanbevelingen tot aanpassingen in de betreffende processen en reglementen moeten bevatten.
Daarbij dient dan het gehele proces, dus ook dat van de interne verkiezingen van de
gebiedscommissies bekeken te worden.”2
De commissie bestaat uit vijf personen, allen lid van D66, afdeling Rotterdam of van de JD
Rotterdam. Drie commissieleden werden tijdens de AAV van 18 december door de leden verkozen,
te weten:
- Han Entzinger (voorzitter),
- Mea van Ravesteyn-Kramer,
- Mark van Hillo
De commissie kreeg de opdracht zichzelf aan te vullen met nog twee andere leden, waarbij de keus is
gevallen op:
- Parisa Veldman,
- Sander van Beurden
Voor alle vijf leden geldt dat zij op generlei wijze betrokken zijn geweest bij het proces van
kandidaatstelling, noch als kandidaat, noch als bestuurder noch als lid van enige commissie, op
gemeentelijk noch op deelgemeentelijk niveau. Parisa Veldman heeft op verzoek van de commissie
de rol van secretaris vervuld.
Op voorstel van het bestuur heeft de AAV bepaald dat de commissie haar verslag en haar advies zou
uitbrengen op een door haarzelf te bepalen moment na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart
2014. Toen de commissie het moment van voltooiing van haar werkzaamheden naderde, is in overleg
met het bestuur hiervoor de AAV van 16 juli 2014 gekozen.
1
Zie notitie ‘Voorstel tot instelling evaluatiecommissie verkiezingsproces GR2014 ven het afdelingsbestuur D66 Rotterdam,
zoals besproken in de AAV van 18 december 2013.
2
Idem
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
3
WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE
De commissie heeft in totaal drie maal plenair vergaderd. Zij heeft kennis genomen van alle in haar
ogen relevante documenten, zoals het Afdelingsreglement van D66 Rotterdam, notulen van
afdelings- en bestuursvergaderingen, de instellingsbesluiten van Stemadviescommissie (SAC),
Afdelingsverkiezingscommissie (AVC) en andere relevante besluiten met betrekking tot de deelname
van D66 aan de Rotterdamse verkiezingen, het profiel voor lijsttrekker en raadsleden, alsmede van
diverse publicaties in de media m.b.t. het stemadvies. Daarnaast hebben telkens twee of drie van
haar leden in wisselende samenstelling gesprekken gevoerd met D66’ers die een belangrijke rol
hebben gespeeld in het proces van kandidaatstelling. Deze gesprekken vonden plaats aan de hand
van een tevoren opgestelde lijst met onderwerpen en vragen, welke alle waren ontleend aan de
opdracht van de commissie. Gesproken is met de volgende veertien personen (in alfabetische
volgorde):
-
Salima Belhaj, voorzitter oude en nieuwe fractie, lijsttrekker en lid SAC
Nils Berndsen, gemeenteraadslid in de nieuwe fractie
Janine Costa, lid AVC
Arthur Denneman, lid AVC
Arjan van Gils, voorzitter SAC
Aletta Hekker, lid SAC
Jan Willem Kanters, secretaris afdelingsbestuur D66 Rotterdam
Stéphanie Kessen, secretaris SAC
Margreet Luth, voorzitter AVC
Suzanne Rojer, kandidaat-gemeenteraadslid
Robin de Roon, gemeenteraadslid in de nieuwe fractie
Jan Schonk, gemeenteraadslid in de oude fractie
Job Swens, voorzitter afdelingsbestuur D66 Rotterdam, tevens lid SAC
Jos Verveen, gemeenteraadslid in de oude en de nieuwe fractie
Met alle genoemden is op individuele basis gesproken, behalve met de drie leden van de AVC, die
gezamenlijk voor een gesprek zijn ontvangen. De gesprekken hebben tussen één en tweeënhalf uur
geduurd. In een aantal gevallen heeft na het gesprek nog per e-mail of telefonisch nader contact
plaatsgevonden om op bepaalde punten verheldering te geven, dan wel te verkrijgen. Alle
gesprekspartners is de mogelijkheid geboden van voorinzage in de gedeelten uit dit rapport waarin
de feitelijke gang van zaken rond de kandidaatstelling is gereconstrueerd. Daarbij is hun verzocht
eventuele feitelijke onjuistheden in het conceptrapport aan te geven en een voorstel te doen voor
correctie. Hiervan is in totaal door zeven van de veertien geïnterviewden gebruik gemaakt en dit
heeft geleid tot diverse aanpassingen in de concepttekst. De nadere analyse van de knelpunten, de
conclusies en de aanbevelingen zijn niet tevoren aan de gesprekspartners voorgelegd. De thans
voorliggende tekst komt overigens in haar geheel voor verantwoordelijkheid van de commissie.
De commissie heeft als opdracht meegekregen niet alleen het proces van kandidaatstelling voor de
gemeenteraadsverkiezingen te onderzoeken, maar ook dat voor de Rotterdamse gebiedscommissies.
Inderdaad heeft de commissie tijdens haar werkzaamheden een aantal signalen opgevangen waaruit
viel op te maken dat de kandidaatstelling bij tenminste enkele gebiedscommissies niet, of althans
niet geheel volgens de daarvoor binnen D66 afgesproken procedures is verlopen. Al spoedig werd
echter duidelijk dat een serieus onderzoek hiernaar een enorme hoeveelheid extra werk zou
betekenen. Daarom is in overleg met het afdelingsbestuur afgezien van dit onderdeel van het
oorspronkelijke plan. Wel verwacht de commissie dat haar aanbevelingen voor verbetering van de
procedure van kandidaatstelling ook voor de gebiedscommissies bruikbaar zullen zijn.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
4
Een tweede overweging waarom de commissie de gang van zaken rond de kandidaatstelling voor de
gebiedscommissies niet nader heeft onderzocht, is dat het hier de eerste maal betrof dat de
gebiedscommissies werden verkozen. Sommige van de opgetreden problemen zijn daarom wellicht
te herleiden tot ‘kinderziektes’. Bovendien valt thans nog met geen zinnig woord te zeggen of de
gebiedscommissies bij de volgende verkiezingen weer op dezelfde wijze zullen worden verkozen.
DE FEITELIJKE GANG VAN ZAKEN ROND DE
KANDIDAATSTELLING
De commissie heeft als een van haar opdrachten meegekregen het proces van de totstandkoming
van de kandidatenlijst van D66 voor de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 te
reconstrueren. De eerste stappen voor dit proces zijn gezet op de AAV van 7 februari 2013. Op
voorstel van het afdelingsbestuur heeft de AAV daar een groot aantal procedurebesluiten genomen.3
Zo is onder meer besloten via interne verkiezingen eerst de lijsttrekker te kiezen en vervolgens de
overige kandidaten voor de gemeenteraad. Ook is toen besloten een Afdelingsverkiezingscommissie
(AVC) in te stellen met als taak toezicht te houden op het verloop van de kandidaatstelling en de
interne verkiezingen, alsmede een Stemadviescommissie (SAC) met als taak een advies op te stellen
over de volgorde van de kandidaten op de lijst. Dit zijn in feite de formele stappen die binnen D66
gebruikelijk zijn in de aanloop naar elke verkiezing.
In de AAV van 28 maart 2013 hebben de leden vervolgens het profiel vastgesteld waaraan een
raadslid dient te voldoen. Ook het profiel van de lijsttrekker werd toen vastgesteld, waarbij in
aanvulling op de voor een gewoon raadslid gewenste competenties nog speciale nadruk werd gelegd
op ervaring met de Rotterdamse gemeentepolitiek, een vermogen tot inspireren, een voor D66
herkenbare stijl en inhoud, een heldere en verbindende stijl van communiceren en het zich
onderscheiden van andere lijsttrekkers. Er werd van uitgegaan dat de lijsttrekker voorzitter zou
worden van de nieuwe fractie. Daarom dient de betrokkene ook over leidinggevende competenties
te beschikken, terwijl hij of zij daarnaast nog zou moeten voldoen aan een viertal andere vereisten,
te weten: het leiding kunnen geven vanuit vertrouwen, het onderling kunnen verbinden van mensen,
kunnen onderhandelen en kunnen coachen.4
In de AAV van 7 februari zijn als leden van de AVC gekozen: Margreet Luth (voorzitter), Janine Costa
en Arthur Denneman. In de AAV van 28 maart is op voordracht van het afdelingsbestuur Arjan van
Gils als voorzitter van de SAC gekozen. Hij was de enige kandidaat. Daarnaast is besloten dat Job
Swens, afdelingsvoorzitter D66 Rotterdam, q.q. deel zou uitmaken van de SAC. Hetzelfde zou gelden
voor de lijsttrekker zodra bekend zou zijn wie dit zou worden. Tenslotte heeft deze AAV besloten dat
de SAC zelf een vierde lid zou aanzoeken. De keuze is hierbij gevallen op Aletta Hekker, D66wethouder in de gemeente Bergen NH en - onder meer - oud-directeur van het Landelijk Bureau van
D66. De SAC heeft voorts Stéphanie Kessen, lid van het afdelingsbestuur, bereid gevonden haar
secretarieel te ondersteunen en de verslaglegging van de met kandidaten te voeren gesprekken voor
haar rekening te nemen. In een aantal gevallen heeft zij ook actief deelgenomen aan de gesprekken
met kandidaten, met name omdat het nogal eens onmogelijk bleek ten minste twee commissieleden
hierbij aanwezig te laten zijn. Dit gebeurde telkens met toestemming van de betrokken kandidaat.
3
4
Zie Instellingsbesluit gemeenteraadsverkiezingen 2014, zoals aangenomen op de AAV D66 Rotterdam d.d. 7 februari 2013.
Zie ‘Profiel raadslid’, zoals vastgesteld in de AAV D66 Rotterdam d.d. 28 maart 2013.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
5
Op 17 juli 2013 sloot de termijn voor kandidaatstelling van de lijsttrekker. In de maanden die daaraan
vooraf gingen was lange tijd onduidelijk of de zittende fractievoorzitter, Salima Belhaj, zich als
lijsttrekker zou kandideren. Wel hadden twee andere Rotterdamse D66’ers in beperkte kring te
kennen gegeven mogelijk in een lijsttrekkerschap geïnteresseerd te zijn. Het betrof Nils Berndsen en
Robin de Roon, bestuurder, respectievelijk oud-bestuurder in een van de deelgemeenten. Pas kort
voor 17 juli heeft Salima Belhaj – volgens eigen zeggen na lang wikken en wegen - het besluit
genomen zich te kandideren. Nils Berndsen en Robin de Roon hebben toen besloten zich niet
kandidaat te stellen. Hierbij speelde een rol dat Salima Belhaj volgens beiden had bewezen een
uitstekend boegbeeld van de Rotterdamse D66-fractie te kunnen zijn. Mede daarom gaf Nils
Berndsen er toch de voorkeur aan zich te kandideren voor het raadslidmaatschap, terwijl Robin de
Roon om persoonlijke redenen het lijsttrekkerschap uiteindelijk niet ambieerde.
Op 17 juli werd duidelijk dat alleen Salima Belhaj zich als kandidaat-lijsttrekker had gemeld. Omdat er
slechts één kandidaat was, die bovendien ook de zittende fractievoorzitter was, is de SAC er niet toe
overgegaan haar kandidatuur te toetsen aan het eerder opgestelde profiel; evenmin heeft de SAC
een gesprek met haar gevoerd. Haar kandidatuur is vervolgens zonder nadere aanbeveling van SAC
of afdelingsbestuur aan de leden voorgelegd en in de gebruikelijke schriftelijke (d.w.z. digitale)
stemronde die daarop volgde, is Salima Belhaj tot lijsttrekker gekozen. Vanaf 20 september 2013, de
datum waarop de uitslag van de stemronde onder de leden bekend werd, maakte zij q.q. ook deel uit
van de SAC.
Intussen was de kandidaatstelling voor de overige kandidaat-raadsleden geopend. Deze sloot op 1
oktober 2013. Er bleken zich 43 Rotterdamse leden kandidaat te hebben gesteld, van wie 26 voor
een verkiesbare plaats en 17 voor een onverkiesbare. In de daarop volgende weken heeft de SAC
gesprekken gevoerd met alle kandidaten voor een verkiesbare plaats en met enkele kandidaten voor
een niet-verkiesbare (onder meer met een van de zittende wethouders). In principe waren bij elk
gesprek twee leden van de SAC aanwezig, in telkens wisselende samenstelling, vooral afhankelijk van
ieders beschikbaarheid. Met een aantal verkiesbare kandidaten zijn twee gesprekken gevoerd, en in
enkele gevallen is in aanvulling op een gesprek ook nog telefonisch met een kandidaat contact
geweest. De aanvullende gesprekken hebben, volgens de SAC, vooral plaatsgevonden om scherper in
beeld te krijgen of deze kandidaten voldeden aan het gewenste profiel.
Volgens de leden van de SAC zijn alle kandidaten in beginsel getoetst aan het door de
ledenvergadering goedgekeurde profiel. Uit onze gesprekken is echter gebleken dat deze toetsing
niet in alle interviews op een en dezelfde systematische wijze heeft plaatsgevonden. Wel is volgens
de SAC nadrukkelijk gekeken naar het vermogen tot onderling samenwerken en naar de
complementariteit van competenties. De nieuwe fractie zou immers harmonieus moeten
samenwerken en over zo breed mogelijke relevante kennis moeten kunnen beschikken.
De SAC had conform artikel 16 lid 3 van het afdelingsreglement de opdracht “een voorkeursvolgorde
voor de kandidatenlijst” aan te geven. Daarbij gold, althans bij de verkiesbare kandidaten: hoe lager
het plaatsnummer des te geschikter de betrokkene voor het raadslidmaatschap werd geacht. De
opdracht tot het opstellen van een voorkeursvolgorde van individuele kandidaten vloeit voort uit een
discussie hierover binnen de AAV, die heeft geleid tot een aanpassing van het Afdelingsreglement in
de vergadering van 28 maart 2013. Voordien bood dit reglement ook de mogelijkheid met clusters
van kandidaten te werken, gegroepeerd naar de mate van geschiktheid voor het raadslidmaatschap.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
6
De SAC heeft de laatste gesprekken met kandidaten gevoerd op zaterdag 26 oktober 2013 en heeft
op zondag 27 oktober de wat haar betreft definitieve lijst vastgesteld. Job Swens, voorzitter van het
afdelingsbestuur en zelf ook lid van de SAC, heeft diezelfde avond nog alle kandidaten die zich voor
een verkiesbare plaats beschikbaar hadden gesteld telefonisch op de hoogte gebracht van hun
plaatsnummer. De kandidaten werd alleen hun eigen plaatsnummer meegedeeld, niet dat van
andere kandidaten.
Toen alle verkiesbare kandidaten geïnformeerd waren, heeft Job Swens Margreet Luth, de voorzitter
van de AVC, gebeld met het verzoek alle kandidaten per e-mail te informeren over de
bezwaarprocedure. Volgens het Afdelingsreglement kan elke kandidaat binnen drie dagen bezwaar
maken tegen zijn of haar plaatsnummer, waarna de Geschillencommissie dan uiterlijk vier dagen
later uitspraak doet. Ook heeft elke kandidaat desgewenst vier dagen de tijd om een later openbaar
te maken persoonlijke reactie aan het stemadvies toe te voegen. Tenslotte is het dan nog mogelijk
zich terug te trekken als kandidaat. Als dit binnen uiterlijk zeven dagen gebeurt, zou buiten de kleine
kring van SAC en AVC niemand weten dat de betrokkene zich kandidaat had gesteld en welk
plaatsnummer in het stemadvies hem of haar aanvankelijk was toebedeeld.
Nadat Margreet Luth van Job Swens had vernomen dat alle verkiesbare kandidaten van hun
plaatsnummer op de hoogte waren gesteld, heeft zij vervolgens alle kandidaten - zowel de
verkiesbare als de onverkiesbare - geïnformeerd over de bezwaarprocedure. Al spoedig kreeg zij van
enkele onverkiesbare kandidaten te horen dat deze hun eigen plaatsnummer nog niet hadden
vernomen. Hierop heeft zij op maandag 28 oktober de integrale lijst - die zij eerder per e-mail van
Job Swens had ontvangen - naar alle onverkiesbare kandidaten gemaild, ten onrechte
veronderstellend dat alle verkiesbare kandidaten die lijst al bezaten. In deze mail heeft zij
nadrukkelijk gewezen op het vertrouwelijk karakter van de lijst.
Meteen daarna heeft Margreet Luth Job Swens laten weten dat nu ook de onverkiesbare kandidaten
de lijst bezaten. Job Swens besefte onmiddellijk dat dit niet de bedoeling was, waarna zij afspraken
dat Margreet Luth met spoed alle onverkiesbare kandidaten zou bellen om hen er nadrukkelijk - en
nogmaals - op te wijzen dat de lijst hun ten onrechte was toegestuurd en dat deze vooralsnog als
strikt vertrouwelijk diende te worden behandeld. Dit verzoek heeft helaas niet het beoogde effect
gehad, want intussen was de lijst al gaan circuleren, ook via de sociale media. Daarmee was zij de
facto openbaar geworden. Pogingen van de commissie om de precieze wijze te achterhalen waarop
de lijst in de openbaarheid is gekomen, hebben niets opgeleverd. De aantallen betrokkenen zijn
daarvoor te groot. Het feit is wel dat op vrijdag 1 november diverse (dag)bladen, waaronder met
name het AD, berichtten over het stemadvies, terwijl dit op dat moment uitdrukkelijk nog nietdefinitief en strikt vertrouwelijk was.
In de berichtgeving over het uitgelekte stemadvies werden direct twee saillante punten opgemerkt.
Het eerste was dat twee van de zittende raadsleden op zeer lage plaatsen in het stemadvies waren
geplaatst: Jan Schonk op plaats 15 en Jos Verveen op plaats 19. Het tweede was dat de plaatsen 2 en
3, onmiddellijk achter de lijsttrekker, waren toegewezen aan Nils Berndsen en Robin de Roon. Beiden
hadden in eerste instantie belangstelling getoond voor het lijsttrekkerschap, maar besloten
uiteindelijk, zoals al opgemerkt, zich daarvoor niet te kandideren.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
7
Over deze - ondanks alles toch nog altijd voorlopige – lijst ontstond al spoedig commotie, niet alleen
in de media, maar ook binnen de Rotterdamse afdeling van D66. Daarbij ging het er niet zo zeer om
hoe de lijst voortijdig had kunnen uitlekken, maar vooral om de vraag waarom twee zittende
raadsleden, die beiden kennelijk geïnteresseerd waren in verlenging van hun raadslidmaatschap, zo
laag waren geplaatst. En waaraan dankten de beide (potentiële, maar uiteindelijk afgehaakte)
kandidaat-lijsttrekkers van weleer hun zeer hoge plaatsing op de lijst?
Daarnaast is er het belangrijke aspect dat het voortijdig bekend worden van de lage plaatsing van Jan
Schonk en Jos Verveen in het advies van de SAC hen niet in de gelegenheid stelde om in rust een
afweging te maken over hun kandidatuur. Hun lage plaatsing in het advies zou immers alom worden
gezien als een uiting van een gebrek aan vertrouwen in hen.
Het vervolg op deze gebeurtenissen is intussen algemeen bekend: Jan Schonk heeft zich kort na het
uitlekken van de lijst teruggetrokken als kandidaat voor een tweede periode als raadslid. Jos Verveen
is onder de leden van D66 Rotterdam een persoonlijke campagne begonnen om via de interne
verkiezingen alsnog hoger op de lijst te komen. Deze - volledig reglementaire - actie is bijzonder
succesvol geweest, want hij steeg na de interne stemronde van plaats 19 naar plaats 3 op de lijst
waarmee D66 uiteindelijk de raadsverkiezingen van 19 maart 2014 is ingegaan.5 Omdat de partij toen
zes zetels in de wacht sleepte, heeft Jos Verveen zijn raadslidmaatschap kunnen voortzetten.
5
Doordat drie hoger geplaatste kandidaten zich hadden teruggetrokken voordat de definitieve lijst openbaar werd
gemaakt, was Jos Verveen in feite al van plaats 19 naar plaats 16 gestegen. De leden hebben hem in de daarop volgende
stemronde verder laten stijgen naar plaats 3.Voorts steeg Robin de Roon na deze stemronde onder de leden van plaats 3
naar plaats 2, terwijl Nils Berndsen zakte van plaats 2 naar plaats 4.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
8
KNELPUNTEN
In het voorgaande heeft de commissie getracht de gang van zaken rond de kandidaatstelling zo
feitelijk mogelijk weer te geven. In de hele procedure hebben zich verscheidene knelpunten
voorgedaan die nadere evaluatie behoeven. De commissie identificeert met name de volgende vier
knelpunten:
1.
2.
3.
4.
Samenstelling, taken en werkwijze van de Stemadviescommissie (SAC);
De verkiezing van de lijsttrekker;
Het uitlekken van het ontwerpstemadvies;
De inhoud van het ontwerpstemadvies en de interne communicatie hierover.
Ad. 1. SAMENSTELLING, TAKEN EN WERKWIJZE VAN DE SAC
Over de samenstelling van de SAC heeft de AAV van 28 maart 2013 besloten. Het bestuur had één
kandidaat-voorzitter voorgesteld, te weten Arjan van Gils. Daarnaast werd, eveneens op voorstel van
het bestuur, besloten de afdelingsvoorzitter en de (toen nog niet bekende) lijsttrekker qualitate qua
tot de SAC te laten toetreden. Tenslotte kreeg de SAC de opdracht op eigen initiatief een vierde lid te
zoeken.
De commissie heeft de wijze waarop de SAC is samengesteld aan een nadere beschouwing
onderworpen. Conform artikel 16 lid 1 sub b. van het Afdelingsreglement maakt de
bestuursvoorzitter deel uit van de SAC. Dit is echter niet overal binnen D66 gebruikelijk. Voordeel van
deelname van de voorzitter van het afdelingsbestuur aan de SAC is dat deze de afdeling goed kent en
eraan kan bijdragen dat talentvolle kandidaten die al langer in het vizier zijn hoog op de lijst worden
geplaatst. Hierdoor kan de beoordeling van kandidaten minder exclusief afhankelijk worden van één
of twee interviews met de SAC. Nadeel van deze werkwijze is echter dat hierdoor onduidelijk kan zijn
waar de verantwoordelijkheden van de SAC ophouden en die van het afdelingsbestuur beginnen.
Ook deelname van de lijsttrekker aan de SAC kent voors en tegens. Omdat de lijsttrekker later als
voorzitter leiding zal moeten geven aan de fractie is niet onlogisch dat hij of zij reeds in het stadium
van prioritering van kandidaten een rol speelt. Daartegenover staat echter het risico dat de
lijsttrekker in een kwetsbare positie kan belanden, bijv. door het verwijt dat te veel op persoonlijke
voorkeuren en te weinig op het belang van een veelzijdig samengestelde fractie is gelet. Men kan
zich daarom afvragen of de lijsttrekker in plaats van volwaardig, stemhebbend lid niet beter
adviserend lid van de SAC kan zijn, een variant waarvoor in sommige afdelingen van D66 wordt
gekozen.
Wat de voorzitter van de SAC betreft, is met Arjan van Gils een bestuurlijk zwaargewicht uit D66kring aangetrokken met veel ervaring in scouting en opleiding van talent ten behoeve van de partij.
Als oud-gemeentesecretaris van Rotterdam en huidig gemeentesecretaris van Amsterdam is hij van
alle ins en outs van het functioneren van een grootstedelijk gemeentelijk apparaat op de hoogte,
zowel ambtelijk als bestuurlijk. Toch hebben enkele van onze gesprekspartners aan dit laatste ook
een bezwaarlijke kant ervaren. Arjan van Gils heeft de vertrekkende gemeenteraad gedurende het
grootste deel van zijn zittingsperiode van zeer nabij zien functioneren. Hierbij heeft hij wellicht van
sommige D66-raadsleden een beeld opgebouwd dat vooral wordt gekleurd door zijn eigen
waarneming. Zonder ook maar iets te willen afdoen aan de kwaliteiten van Arjan van Gils ware het
wellicht beter geweest een voorzitter te kiezen die op iets meer afstand van het Rotterdamse
gemeentelijk apparaat had gestaan, al was het maar om zo de schijn van bevooroordeeldheid te
vermijden.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
9
Aan de afdelingsvergadering van 28 maart is, naast de beide personen die q.q. waren voorgedragen
voor de SAC (afdelingsvoorzitter en lijsttrekker, zodra deze laatste bekend zou zijn) alleen de naam
van Arjan van Gils als kandidaat-voorzitter voorgelegd. Er waren op dat moment geen andere
kandidaten. Naar de commissie heeft begrepen, is het afdelingsbestuur pas op een laat tijdstip gaan
nadenken over de samenstelling van de SAC. De AAV heeft toen besloten dat de SAC via coöptatie
zelf een vierde lid zou aanzoeken. Op aanraden van Arjan van Gils is vervolgens Aletta Hekker
benaderd, wethouder te Bergen NH (inmiddels te Delft), en oud-directeur van het Landelijk Bureau
van D66. Zij heeft veel relevante kennis en ervaring, ook als lid van stemadviescommissies, en bracht
het voordeel mee van een grotere afstand tot de afdeling Rotterdam. Als nadeel kan worden gezien
dat zij niet door de afdelingsvergadering is verkozen, al is dat uiteraard niet haarzelf maar de AAV
kwalijk te nemen.
De werkwijze die de SAC na haar instelling heeft gevolgd komt grosso modo overeen met wat binnen
D66 gebruikelijk is. Wel heeft de SAC een week langer voor haar werkzaamheden nodig gehad dan in
de planning was voorzien. De oorzaak van deze vertraging lijkt vooral te hebben gelegen in het feit
dat de SAC-leden zeer druk bezette mensen zijn en soms moeite hadden tijd vrij te maken voor de
noodzakelijke gesprekken. Hierdoor is het voorgekomen dat kandidaten over wie de meningen
binnen de SAC na het eerste gesprek sterk uiteenliepen ook in het tweede gesprek niet de SACvoorzitter ontmoetten. Volgens onze commissie zou dit wel wenselijk zijn geweest. Soms moest ook
een van de twee SAC-leden die zich voor een bepaald gesprek beschikbaar hadden gesteld, op het
laatste moment afhaken.
Door de tijdsdruk waaronder de SAC op het laatst kwam te staan, is wellicht ook onvoldoende
nagedacht over de stappen die zouden volgen op bekendmaking van het stemadvies. De voorzitter
van de SAC is overigens van mening dat dit niet de verantwoordelijkheid van de SAC is, maar van het
afdelingsbestuur. Met het opstellen van het conceptstemadvies heeft de SAC haar werkzaamheden
als beëindigd beschouwd. Hier lijkt sprake te zijn geweest van een onduidelijkheid. Omdat de SAC is
ingesteld door de AAV brengt zij formeel haar advies uit aan de leden van de afdeling. De taak van de
SAC houdt dus pas op op het moment dat het advies openbaar wordt, d.w.z. aan de leden wordt
bekendgemaakt, en niet op het moment dat aan de kandidaten vertrouwelijk wordt meegedeeld – al
dan niet via het afdelingsbestuur – welke plaats de SAC hun heeft toebedacht. Na dit laatstgenoemde
moment hebben de kandidaten immers nog de mogelijkheid hun kandidatuur in te trekken. Als
gevolg hiervan kan het definitieve stemadvies van de SAC aan de leden afwijken van het concept.
Opgemerkt zij voorts dat de SAC zich niet met de kandidaatstelling van de lijsttrekker heeft bemoeid,
terwijl dat wel binnen haar mandaat lag (zie hierover verder onder ad 2.). Bij het interviewen van de
26 kandidaten voor een verkiesbare plaats heeft de SAC zich naar eigen zeggen in beginsel laten
leiden door het profiel voor raadsleden waaraan de AAV eerder haar goedkeuring had gehecht. De
commissie heeft de indruk gekregen dat dit inderdaad zo is verlopen, althans in de meeste gevallen.
De commissie heeft uitvoerig gesproken met vijf van de 26 verkiesbare kandidaten en over het
verloop van hun gesprekken met de SAC heeft zij sterk uiteenlopende feedback ontvangen. Nils
Berndsen en Robin de Roon beoordeelden hun gesprekken met de SAC als positief. Uit onze
gesprekken met SAC-leden begrepen wij dat het feit dat zij geen ervaring hadden als
gemeenteraadslid voor de SAC niet zo zwaar heeft meegewogen; zij hadden immers wel ervaring als
deelraadslid en bestuurder van een deelgemeente. Dit laatste gold ook voor Suzanne Rojer, die zich
eveneens als kandidaat-raadslid had gemeld, maar tot verrassing van haarzelf en vele andere leden
door de SAC op plaats 16 van de conceptlijst was gezet. De overweging van de SAC blijkt hierbij te
zijn geweest dat men in haar vooral een bestuurder zag en geen volksvertegenwoordiger.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
10
Het zijn echter in het bijzonder de gesprekken van de SAC met Jan Schonk en Jos Verveen geweest –
met beiden heeft de SAC twee maal gesproken – die moeizaam verliepen. Naar het oordeel van
zowel Jan Schonk als Jos Verveen werd onvoldoende stilgestaan bij hetgeen zij in hun raadsperiode
hadden bereikt en bij de waardering die zij hiervoor hadden ontvangen, met name extern (andere
partijen, lokale media). Beiden hadden het gevoel dat hun gesprekken met de SAC het karakter
hadden van een ‘sollicitatiegesprek voor een baan die je nog niet hebt’, terwijl zij eerder een soort
‘evaluatie- c.q. functioneringsgesprek’ hadden verwacht, waarna ze min of meer op de oude voet
verder zouden kunnen gaan. Beiden hadden de indruk dat de SAC zich vooral opstelde als een groep
personeelsfunctionarissen en te weinig blijk gaf van politiek gevoel. Gezien de professionele
achtergrond van alle SAC-leden is deze indruk van Jan Schonk en Jos Verveen misschien wel te
plaatsen. Jan Schonk en Jos Verveen hadden beiden ook de indruk dat hun ervaring als raadslid
eerder tegen hen werd gebruikt dan als voordeel werd gezien, maar hiertegenover staat toch dat alle
leden van de SAC ons - in wisselende bewoordingen - hebben duidelijk gemaakt dat er, naast
waardering, ook flink wat kritiek bestond op het optreden van Jan Schonk en Jos Verveen in de
afgelopen raadsperiode. Met name zouden zij in veel gevallen te eigengereid zijn geweest en het zou
daarom nogal eens moeite hebben gekost voldoende fractiediscipline te bewerkstelligen.
Op grond van de bovenstaande argumenten heeft de SAC na uitvoerige interne discussie besloten
Jan Schonk en Jos Verveen op de plaatsen 15, respectievelijk 19 van het stemadvies te zetten. De SAC
wilde hiermee een duidelijk signaal afgeven aan de beide kandidaten. Zij hield er rekening mee dat
beide heren zich omwille van hun lage plaatsing als kandidaat zouden terugtrekken voordat de lijst
naar buiten zou worden gebracht. Deze verwachting is doorkruist door het voortijdig bekend worden
van het stemadvies. Echter, ook als dat laatste niet was gebeurd en Jan Schonk en Jos Verveen zich
‘in stilte’ zouden hebben teruggetrokken, zouden ongetwijfeld velen - zowel binnen als buiten de
Rotterdamse afdeling - zich hebben afgevraagd waarom twee zulke prominent aanwezige raadsleden
uit de afgelopen periode zich niet voor een nieuwe termijn kandidaat hadden gesteld. Overigens kan
men zich wel afvragen waarom de SAC een zo ingrijpend besluit om twee zittende raadsleden met
een opmerkelijk track record in de raad zo laag te plaatsen, heeft genomen zonder bijvoorbeeld op
discrete wijze externe referenties in te winnen of nader over hun kwaliteiten te overleggen met
derden.
Ad. 2. DE VERKIEZING VAN DE LIJSTTREKKER
Eerder is al aangegeven dat lange tijd onduidelijk was of Salima Belhaj opnieuw beschikbaar zou zijn
als lijsttrekker. Zij heeft de commissie meegedeeld dat achter deze onduidelijkheid geen bewuste
strategie stak, maar dat zij werkelijk lang heeft nagedacht of zij een lijsttrekkerschap en daarmee een
continuering van haar fractievoorzitterschap wel ambieerde. Daarbij speelde haar mogelijk
lidmaatschap van de Tweede Kamer ook een rol. Uiteindelijk heeft zij besloten zich te kandideren.
Intussen was in vrij brede kring bekend dat Nils Berndsen en Robin de Roon ook belangstelling
hadden getoond voor het fractievoorzitterschap. Toen eenmaal duidelijk was dat Salima Belhaj zich
wederom kandidaat zouden stellen, besloten beiden van kandidaatstelling als lijsttrekker af te zien.
Daardoor was er uiteindelijk maar één kandidaat-lijsttrekker, namelijk Salima Belhaj. Nils Berndsen
en Robin de Roon stelden zich beiden kandidaat voor het raadslidmaatschap en in het advies van de
SAC stonden zij op de plaatsen 2 en 3, meteen na die van de (toen reeds als zodanig verkozen)
lijsttrekker.
Deze gang van zaken heeft bij sommigen (ook in de media) de indruk gewekt dat tussen de drie
genoemden bepaalde afspraken zouden zijn gemaakt. Uiteraard heeft de commissie aan alle drie de
vraag voorgelegd of dit het geval was. Alle drie hebben hierop ontkennend geantwoord. Ook is de
commissie geconfronteerd met berichten dat ten tijde van de kandidaatstelling van de Rotterdamse
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
11
lijsttrekker vanuit de landelijke partijtop erop zou zijn aangedrongen een onderlinge strijd te
vermijden. Het is de commissie gebleken dat rond die periode over het lijsttrekkerschap enkele
contacten hierover hebben plaatsgevonden met de partijtop. De commissie acht het niet onlogisch
dat de partijleiding geïnformeerd wenst te zijn over de situatie binnen de partijafdeling in de tweede
stad van het land, maar zij wijst een actieve bemoeienis met de kandidaatstelling af. Zij beschikt
echter niet over concrete informatie waaruit zou blijken dat ‘Den Haag’ aanwijzingen zou hebben
gegeven dat bepaalde kandidaten zich beschikbaar zouden moeten stellen voor het lijsttrekkerschap
dan wel het raadslidmaatschap.
Dit alles neemt niet weg dat de commissie het jammer vindt dat zich slechts één kandidaat had
aangemeld voor het lijsttrekkerschap. Een democratie functioneert het best als er iets te kiezen valt,
en dat was in deze verkiezingsronde niet het geval. Salima Belhaj is weliswaar met ruime
meerderheid door de leden als lijsttrekker aangewezen, maar haar mandaat zou nog meer glans
hebben verkregen als zij eerst aan het profiel zou zijn getoetst en vervolgens ook nog meer stemmen
had verkregen dan andere kandidaten.
De SAC heeft uitdrukkelijk als taak een stemadvies voor de kandidatenlijst op te stellen, maar omdat
Salima Belhaj uiteindelijk de enige kandidaat voor het lijsttrekkerschap was, achtte de SAC het in dit
geval niet opportuun een stemadvies voor de leden op te stellen. Hoewel in het Afdelingsreglement
(art. 16 lid 1 sub b.) wel expliciet sprake van “het stemadvies voor de lijsttrekker”, heeft de SAC er
niettemin voor gekozen de kwaliteiten van Salima Belhaj niet te toetsen aan het profiel. Zij heeft zelfs
geen gesprek met haar gevoerd. Onze commissie oordeelt dat het zorgvuldiger was geweest als de
lijsttrekker wel was getoetst aan het profiel. Ook wanneer slechts één kandidaat voor een functie
beschikbaar is, kan een toetsing zinvol zijn alvorens een stemadvies wordt opgesteld. Niet alleen
wordt de procedure hierdoor transparanter, maar ook kan de kandidaat na verkiezing rekenen op
een breder draagvlak. In het gesprek met de kandidaat-lijsttrekker had dan ook aan de orde moeten
komen hoe zij zich de ideale fractie voorstelde, zowel qua noodzakelijke competenties als qua
personele bezetting - en wie van de zittende fractieleden in beginsel zouden kunnen meegaan naar
de nieuwe fractie.
Het valt Salima Belhaj niet kwalijk te nemen dat zich geen andere kandidaat voor het
lijsttrekkerschap heeft gemeld. Wel had naar de mening van onze commissie het afdelingsbestuur
zich hier proactiever kunnen opstellen. Het had reeds in een vroeg stadium bij een aantal talentvolle
Rotterdamse D66’ers (inclusief zittende raadsleden) hun bereidheid kunnen polsen zich te
kandideren als lijsttrekker en hen daartoe kunnen stimuleren.
Ad. 3. HET UITLEKKEN VAN HET ONTWERP-STEMADVIES
Het uitlekken van het stemadvies van de SAC is het gevolg van een misverstand tussen
afdelingsbestuur en AVC. In art. 16 lid 1 sub e. van het Afdelingsreglement van D66 Rotterdam staat:
“Het stemadvies wordt eerst aan alle kandidaten voorgelegd, waarna alle kandidaten gedurende vier
dagen het recht hebben een persoonlijke reactie toe te voegen…….”. Onder “het stemadvies”, zo
blijkt uit de context van deze bepaling, zou het integrale advies moeten worden verstaan. Dit wil
zeggen dat alle kandidaten de complete lijst zouden moeten ontvangen en niet alleen hun eigen
plaatsnummer. De ratio hierachter is dat sommige kandidaten hun eigen plaatsing zouden willen
vergelijken met die van andere alvorens te besluiten al dan niet bezwaar te maken of zich al dan niet
terug te trekken. Geleidelijk is echter hier en daar binnen de partij de gewoonte ontstaan dat na
vaststelling van het stemadvies door SAC en bestuur de kandidaten alleen hun eigen plaatsnummer
vernemen. Dit is vooral bedoeld om te voorkomen dat het integrale stemadvies uitlekt.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
12
Dat dit punt mogelijk tot misverstanden zou kunnen leiden is tijdig door de meest berokkenen
opgemerkt. Onze commissie heeft inzage gekregen in een e-mailwisseling van 9 oktober 2013 tussen
Margreet Luth, voorzitter van de AVC, en Stéphanie Kessen, secretaris van de SAC. Op die datum
vroeg Margreet Luth met zoveel woorden of de kandidaten na vaststelling van het (voorlopige)
stemadvies alleen hun eigen plaatsnummer dan wel de hele lijst zouden ontvangen. Stéphanie
Kessen antwoordde hierop dat de kandidaten in de week van 21 oktober een telefonische
terugkoppeling over hun eigen plek zouden krijgen, en dat de gehele lijst vanaf 29 oktober voor
iedereen beschikbaar zou zijn.
De SAC bleek evenwel een week langer nodig te hebben dan in de planning was voorzien. Het
stemadvies was daardoor pas op 28 oktober gereed. Op diezelfde dag heeft afdelingsvoorzitter Job
Swens alle verkiesbare kandidaten telefonisch ingelicht over hun plaatsnummer en vervolgens heeft
hij Margreet Luth verzocht de niet-verkiesbare kandidaten per e-mail over hun plaatsing te
berichten. Zoals al eerder opgemerkt, heeft Margreet Luth hun toen het integrale stemadvies
toegezonden, conform de eerdere afspraak dat dit advies vanaf 29 oktober voor iedereen
beschikbaar zou zijn. De commissie stelt vast dat in de contacten tussen SAC-secretaris, AVCvoorzitter en bestuursvoorzitter kennelijk enkele zaken zijn misgelopen, juist op een cruciaal
moment. Klaarblijkelijk is men in de haast, die mede het gevolg zal zijn geweest van het uitlopen van
de werkzaamheden van de SAC, te weinig zorgvuldig geweest in de onderlinge communicatie. Daarbij
komt ook nog dat de van toepassing zijnde regels, met name het reeds genoemde art. 16, lid 1 sub e.
van het Afdelingsreglement, ruimte laat voor verschillende interpretaties.
Voorts is er tenminste één kandidaat geweest die de vertrouwelijkheid heeft geschonden en de ten
onrechte toegezonden lijst openbaar heeft gemaakt. Dit kan bewust zijn gebeurd, maar ook
onbedoeld, omdat niet iedereen zich altijd voldoende realiseert dat het plaatsen van een bericht op
Facebook, Twitter of een van de andere sociale media ook neerkomt op openbaarmaking. Het is voor
de commissie ondoenlijk na te gaan wat hier precies is voorgevallen. Via de sociale media kunnen
berichten zo razendsnel worden verspreid dat een reconstructie van het gebeurde uitgebreid
speurwerk zou vereisen. Dat lijkt niet zinvol, vooral omdat de schade die door deze gang van zaken is
aangericht niet meer valt te herstellen. Deze schade houdt met name in dat twee kandidaten, Jan
Schonk en Jos Verveen, in hun reputatie zijn aangetast. Zij hadden, gegeven hun lage plaatsing op de
lijst, nu niet meer de mogelijkheid zich in stilte terug te trekken als kandidaat voor de nieuwe raad.
Zo werd algemeen bekend dat de SAC onvoldoende vertrouwen in hen had – en dat is pijnlijk, zeker
voor twee mensen die zelf het gevoel hadden gedurende vier jaar raadslidmaatschap het beste van
hun capaciteiten te hebben gegeven. Hetzelfde geldt in menig opzicht voor Suzanne Rojer. De voor
haar teleurstellend lage plaatsing op de conceptlijst zou onopgemerkt zijn gebleven als zij in de
gelegenheid was geweest zich in stilte als kandidaat terug te trekken.
Ad. 4. DE INHOUD VAN HET STEMADVIES EN DE INTERNE COMMUNICATIE HIEROVER
Onder de voorgaande punten is al uitvoerig aan de orde geweest dat het conceptadvies van de SAC
enkele ‘verrassingen’ bevatte. De commissie is zich ervan bewust dat het vaker zal voorkomen dat
kandidaten voor een verkiesbare functie in een stemadvies hoger of lager worden geplaatst dan zij
zelf verwachtten. Alleen een SAC kan het gehele veld van kandidaten overzien en dient er bijv. ook
rekening mee te houden dat een toekomstige fractie voldoende gevarieerd is qua competenties,
kennis, ervaring, leeftijd, geslacht, etnische achtergrond, etc.. Dit vraagt om afwegingen die
individuele kandidaten niet kunnen maken, omdat zij niet het volledige speelveld kunnen overzien.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
13
Toch verklaart dit niet waarom met name twee zittende raadsleden die zich opnieuw kandidaat
hadden gesteld, Jan Schonk en Jos Verveen, door de SAC op plaatsen zijn gezet waarvan met
zekerheid kon worden aangenomen dat die niet verkiesbaar zijn. Hun plaatsing kwam voor beide
betrokkenen als een donderslag bij heldere hemel. Uit de gesprekken die de commissie heeft
gevoerd met de leden van de SAC is naar voren gekomen dat de verhoudingen binnen de oude
fractie niet optimaal waren. Zowel Jan Schonk als Jos Verveen werden gezien als eigengereid en de
fractievoorzitter had moeite hen in het gareel te houden, ook al waren de persoonlijke verhoudingen
zeker niet ronduit slecht te noemen. De SAC vond dat de nieuwe fractie een harmonieuzer geheel
zou moeten gaan vormen dan de oude en omdat de voorzitter van die nieuwe fractie al een gegeven
was, heeft de SAC bij de samenstelling van de top van de lijst – naast vele andere factoren - ook
meegewogen dat de kandidaten met een laag plaatsnummer zowel met elkaar als met de
fractievoorzitter goed door één deur zouden moeten kunnen.
De commissie heeft niet tot taak na te gaan wat schortte aan het functioneren van de oude fractie,
maar zij heeft wel vastgesteld dat binnen de oude fractie juist over de soms gespannen onderlinge
verhoudingen te weinig is gecommuniceerd. Ook het afdelingsbestuur heeft dit te zeer op zijn beloop
gelaten. Zo hebben de raadsleden bijvoorbeeld nooit functioneringsgesprekken gevoerd, noch met
de fractievoorzitter noch met de afdelingsvoorzitter. Was dit wel het geval geweest, dan hadden
bepaalde zaken wellicht kunnen worden bijgestuurd en waren sommige zaken anders gelopen.
Toen het conceptstemadvies eenmaal was vastgesteld werden Jan Schonk en Jos Verveen met één
summier telefoontje ingelicht over hun plaatsing en daarbij werden de redenen van die voor hen
onverwacht lage plaatsing niet nader toegelicht. Overigens hebben de commissie meer klachten
bereikt over een tekortschietende terugkoppeling vanuit de SAC naar de kandidaten. Naar het
oordeel van de commissie had zeker met Jan Schonk en Jos Verveen zorgvuldiger moeten worden
omgegaan, door de SAC, maar ook door het afdelingsbestuur. Daarbij komt nog dat SAC en bestuur
zich naar het oordeel van de commissie onvoldoende hebben gerealiseerd dat de plaatsing van Jan
Schonk en Jos Verveen op duidelijk onverkiesbare plaatsen - ook als het stemadvies niet was
uitgelekt, en ook als ze zich in dat geval zouden hebben teruggetrokken als kandidaat –
hoogstwaarschijnlijk toch bekend zou zijn geworden. Daarmee zou dan toch ook duidelijk zijn
geworden dat de verhoudingen in de oude fractie niet optimaal waren.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
14
CONCLUSIES & AANBEVELINGEN
CONCLUSIES
Op grond van haar onderzoek en de gevoerde gesprekken komt de commissie tot de conclusie dat
een aantal zaken rond de kandidaatstelling bij de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart jl.
inderdaad op onderdelen niet goed is verlopen. De commissie heeft zeker niet de behoefte bepaalde
personen als ‘schuldigen’ aan te wijzen en zij zal dat ook niet doen. Evenmin heeft de commissie het
als haar taak gezien de keuzes voor personen ter discussie te stellen die de SAC en - niet te vergeten de leden van de afdeling Rotterdam hebben gemaakt. Zaken die mislopen zijn veelal het gevolg van
een ongelukkige samenloop van omstandigheden, en dat lijkt ook hier het geval, zeker ten dele. Alle
personen die de commissie heeft gesproken, hebben zich naar beste kunnen en tot het uiterste
ingespannen voor de partij, veelal geheel belangeloos. Het aloude spreekwoord ‘waar gehakt wordt,
vallen spaanders’ gaat ook hier op. Wel is het zo dat naarmate D66 in het politieke krachtenspel een
belangrijker factor wordt, de partij steeds meer onder een vergrootglas komt te liggen. Degenen die
zich voor de partij inspannen, dienen zich hiervan goed bewust te zijn. Hopelijk kan de partij, en
zeker de Rotterdamse afdeling, lering trekken uit de volgende conclusies van de commissie met
betrekking tot het verloop van de kandidaatstelling:
-
Het afdelingsbestuur heeft zich op een aantal cruciale momenten te weinig proactief
getoond, onder meer bij het samenstellen van de stemadviescommissie en de
kandidaatstelling voor het lijsttrekkerschap.
-
Het profiel voor raadsleden, zoals door de AAV op voorstel van het afdelingsbestuur
vastgesteld, legt verhoudingsgewijs veel nadruk op persoonlijke eigenschappen als
sensitiviteit, stressbestendigheid, het vermogen tot samenwerken en communiceren en het
onderhouden van netwerken. Daarnaast had nadrukkelijker ook moeten worden gelet op het
belang van ervaring met het raadswerk en van relevante inhoudelijke kennis.
-
De spanningen die in de oude raadsfractie bestonden, hadden in een eerder stadium aan de
orde moeten worden gesteld, zowel binnen de fractie als in de contacten tussen fractie en
afdelingsbestuur.
-
De samenstelling van de SAC is niet geheel gelukkig geweest. Het ware beter geweest als
degene die tot voor kort de hoogste gemeentelijke ambtenaar was geen deel had uitgemaakt
van deze commissie. Het ware beter geweest als alle leden van de SAC – zeker degenen die
niet q.q. daarvan deel uitmaken – rechtstreeks door de AAV waren gekozen. Het ware ook
beter geweest als de lijsttrekker geen volwaardig, maar adviserend lid van de SAC was
geweest. Dit geldt temeer omdat de lijsttrekker tevens zittend fractievoorzitter was en
sprake was van spanningen in de fractie. Bovendien was de commissie te klein, gegeven de
beperkte beschikbaarheid van sommige van haar leden. Te veel gesprekken zijn daarom
(mede) gevoerd door de toegevoegd secretaris, die zelf geen lid was van de SAC.
-
Binnen SAC en afdelingsbestuur lijkt men onvoldoende te hebben geanticipeerd op de
publicitaire gevolgen van bepaalde keuzes. Hierbij valt vooral te denken aan de lage plaatsing
van twee van de zittende raadsleden die zich opnieuw hadden gekandideerd. Daarnaast
lijken ook de publicitaire gevolgen onderschat van de toewijzing van plaats 2 en 3 op de
conceptlijst aan de twee kandidaten die eerder belangstelling hadden getoond voor het
lijsttrekkerschap.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
15
-
Het uitlekken van het nog niet definitieve stemadvies is bijzonder ongelukkig geweest, vooral
voor de twee zittende raadsleden met een hoog plaatsingsnummer. De commissie is echter
van oordeel dat dit lekken nauwelijks aandacht zou hebben gekregen als deze twee wel op
verkiesbare plaatsen waren beland. Kortom, niet het uitlekken van de (voorlopige) lijst, maar
de samenstelling ervan heeft voor commotie gezorgd binnen zowel als buiten de afdeling.
-
De communicatie tussen het bestuur en de verschillende ingestelde commissies, alsmede
tussen die commissies onderling is onder de maat geweest. Communicatie en terugkoppeling
dienen nadrukkelijk onderdeel te zijn van de opdrachtverstrekking aan commissies.
-
De communicatie met kandidaat-raadsleden is eveneens verre van optimaal geweest.
Hieraan dient, primair door het afdelingsbestuur, meer prioriteit te worden gegeven en ook
meer tijd en zorg te worden besteed.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
16
AANBEVELINGEN
Tot slot geeft de commissie nog een aantal aanbevelingen, die eigenlijk logisch voortvloeien uit het
voorgaande:
1. Het afdelingsbestuur dient een krachtige regierol te spelen in het hele proces van
kandidaatstelling voor verkiezingen. Daarnaast dient het functioneren van de raadsfractie
goed te worden gemonitord en geëvalueerd. Daarvoor is bij het bestuur een zekere mate van
politieke sensitiviteit vereist, zonder dat hiermee de eigen politieke verantwoordelijkheid van
de fractie wordt aangetast. Het bestuur moet wel tijdig ingrijpen als zaken scheef dreigen te
lopen. Naarmate fractie en afdelingsbestuur beter met elkaar communiceren, zullen zij beter
van elkaars activiteiten en prioriteiten op de hoogte zijn.
2. Belangrijke andere taken van het afdelingsbestuur dienen te zijn: het bevorderen van de
sociale cohesie binnen de afdeling, het aanleggen en onderhouden van een kweekvijver voor
politiek talent en het tijdig zorgen voor de instelling van commissies, inclusief een goed
doordacht voorstel van de voor verkiezing voor te dragen leden hiervan. Het belang van deze
taken moet niet worden onderschat en bij de voordracht van bestuursleden dient zorgvuldig
te worden nagegaan of zij hiervoor voldoende zijn toegerust.
3. Het afdelingsbestuur dient de in de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen te
volgen procedures tijdig en grondig tegen het licht te houden, mede op basis van de
bevindingen van deze evaluatiecommissie.
4. In het profiel van (kandidaat-)raadsleden dient het beschikken over relevante kennis en
ervaring – met name ook als raadslid - een prominentere plaats te hebben dan bij de
afgelopen raadsverkiezingen het geval was.
5. Het afdelingsbestuur en de door dit bestuur in het leven geroepen commissies (SAC, AVC)
dienen zorgvuldig om te gaan met de kandidaat-raadsleden en hun belangen. Te vaak komt
het voor dat iemand op een laat moment en met nauwelijks enige motivatie verneemt dat hij
of zij niet in aanmerking komt voor een bepaalde functie (raadslid, wethouder etc.).
6. Rol en positie van de lijsttrekker in de SAC dienen goed te worden overwogen. Naar het
oordeel van de commissie kan de lijsttrekker beter adviseur dan volwaardig lid van de SAC
zijn. Zo behoeft hij of zij zich minder nadrukkelijk te committeren aan de keuze van de
kandidaten.
7. Het is van groot belang tevoren goed na te denken over de effecten die bepaalde besluiten
m.b.t. personen kunnen oproepen in de media. Door de ‘personalisering’ van het nieuws,
maar ook door de opkomst van de sociale media, waarmee snel en ongecontroleerd een
groot publiek kan worden bereikt, is dit punt aanzienlijk urgenter geworden dan het al was.
Hordeloop naar de Verkiezingen
Rapport van de Commissie Evaluatie Totstandkoming Kandidatenlijst Gemeenteraadsverkiezingen 2014
17