VOORSTEL NIEUW HR PAUL VAN AS

HUISHOUDELIJK REGLEMENT JCI ZOETERMEER
HOOFDSTUK 1
LEDEN, ERELEDEN, BEGUNSTIGERS
Artikel 1.
Toetreding van aspirant-leden
1. Ieder lid van de vereniging heeft het recht aan de commissie ‘Leden’, als bedoeld
in artikel 14 lid 1 van dit reglement, kandidaten voor te dragen die voor het
lidmaatschap van de vereniging in aanmerking komen.
2. De commissie ‘Leden’ ontvangt de kandidaten en schenkt daarbij onder meer
aandacht aan beroep, woonplaats, leeftijd, motivatie en beschikbare tijd. De
commissie adviseert vervolgens het Bestuur over een eventueel lidmaatschap.
3. De selectie van de kandidaten geschiedt met inachtneming van
beleidsuitgangspunten, vastgesteld in de ledenvergadering.
4. Indien de commissie gunstig adviseert, en het Bestuur dit advies opvolgt, brengt
het Bestuur de kandidatuur schriftelijk ter kennis van de leden van de vereniging.
5. De leden der vereniging kunnen binnen een week na de datum van verzending van
de kennisgeving tegen de kandidaatstelling schriftelijk bezwaar bij het Bestuur
indienen.
6. Indien geen bezwaren worden ingediend, dan nodigt het Bestuur de kandidaat uit
zich in de eerstvolgende ledenvergadering gedurende 10 minuten op een ludieke
wijze te presenteren.
7. Na voormelde presentatie wordt het kandidaat aspirant-lid een aspirantlidmaatschap aangeboden van zes maanden.
8. Indien de commissie ‘Leden’ het Bestuur niet gunstig adviseert, en het Bestuur dit
advies volgt, danwel indien bezwaren tegen de kandidaatstelling worden
ingebracht, doet het Bestuur hiervan mededeling aan de leden, c.q. het lid, die de
kandidaat hebben voorgedragen. Deze leden, c.q. het lid kunnen daarop besluiten
de kandidatuur in te trekken. Indien zij de kandidatuur handhaven, doet het
Bestuur van de bezwaren schriftelijk mededeling aan de leden. In de eerstvolgende
ledenvergadering wordt de commissie of de leden die bezwaar hebben doen
blijken, in de gelegenheid gesteld een mondelinge toelichting op de bezwaren te
geven. Het lid of de leden die de kandidaat c.q. de kandidaten hebben
voorgedragen, worden eveneens in de gelegenheid gesteld motieven voor hun
voordracht kenbaar te maken. Indien het voordragende lid c.q. leden niet aanwezig
zijn, dan wordt het voordragende lid telefonisch geraadpleegd over het al dan niet
aanhouden van de kandidatuur. Indien het voordragende lid niet telefonisch
bereikbaar is, wordt de mondelinge toelichting overgeslagen. De ledenvergadering
beslist alsdan met een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte
stemmen over een kandidaatstelling.
9. Indien de ledenvergadering besluit een kandidaatstelling af te wijzen, deelt het
Bestuur dit schriftelijk mede aan het kandidaat aspirant–lid.
Artikel 2.
Toetreding van leden
1. Het aspirant-lidmaatschap eindigt 6 maanden na de datum waarop deze
kennismakingsperiode is aangeboden.
2. Het aspirant-lidmaatschap kan eenmalig verlengd worden met een periode van 6
maanden op verzoek van het aspirant-lid, de commissie ‘Leden’ of het Bestuur.
De ledenvergadering beslist met een meerderheid van tweederde van het aantal
geldig uitgebrachte stemmen over het aanbieden van een verlenging van het
aspirant-lidmaatschap.
3. Indien tot aan de periode van drie weken voor het einde van het (verlengde)
aspirant-lidmaatschap van de kant van de leden der vereniging geen bezwaren
tegen het aanbieden van een lidmaatschap ter kennis zijn gebracht van het
Bestuur, wordt het aspirant – lid op de eerstvolgende ledenvergadering het
lidmaatschap der vereniging aangeboden.
4. Het Bestuur stelt de leden tenminste drie weken voor het aflopen van het
(verlengde) aspirant-lidmaatschap in kennis van het aflopen van het aspirantlidmaatschap en van de mogelijkheid tot het indien van bezwaren.
5. Na aanvaarding door het aspirant-lid van het aanbod lid te worden wordt de
kandidaat door de voorzitter van de vereniging als lid geïnstalleerd en worden de
bescheiden behorende bij het lidmaatschap zoals een kopie van de statuten, een
kopie van het huishoudelijk reglement en de pin overhandigd. De secretaris zorgt
vervolgens voor de aanmelding van het lid bij de vereniging “Federatie van Junior
Kamers Nederland”.
6. In het geval leden der vereniging bezwaar hebben ingediend wordt gehandeld
overeenkomstig het bepaalde in het achtste lid van artikel 1, met dien verstande
dat het Bestuur de bezwaren rechtstreeks schriftelijk ter kennis brengt van alle
leden der vereniging. De ledenvergadering beslist alsdan met een meerderheid van
tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen over het aanbieden van een
lidmaatschap.
Artikel 3.
Leden van andere Junior Kamers
Leden van andere Junior Kamers kunnen het Bestuur verzoeken te worden
toegelaten als lid van de vereniging. Een daartoe strekkend verzoek brengt het
Bestuur ter kennis aan de commissie ‘Leden’. Het gestelde in de voorafgaande
artikelen is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het Bestuur,
indien de bezwaren worden ingediend, hiervan mededeling doet aan de verzoeker.
Deze kan daarop besluiten zijn verzoek in te trekken. Besluit hij zijn verzoek niet
in te trekken, dan beslist de ledenvergadering met tweederde van het aantal geldig
uitgebrachte stemmen over een kandidaatstelling.
Artikel 4.
Verplichtingen van (aspirant)leden
Aspirant-leden betalen in de aspirant-lidmaatschapsperiode voor de eerste zes maanden
een bedrag dat gelijk is aan 75% van de jaarlijkse contributie. Indien het aspirant-lid een
verlenging is aangeboden, wordt 25% van de jaarlijkse contributie in rekening
gebracht. Na de ingang van het lidmaatschap wordt de contributie voor de resterende maanden
van het kalenderjaar in rekening gebracht.
Artikel 5.
Dispensatie van activiteiten, contributie
1. Als een lid verwacht dat hij of zij zich niet voldoende actief kan opstellen, dan kan
het lid zelf bij het Bestuur dispensatie aanvragen.
2. De termijn waarvoor dispensatie wordt verleend is in eerste instantie één jaar, met
de mogelijkheid tot verlenging met maximaal een half jaar.
3. Als een lid door bijzondere omstandigheden niet in staat is aan de financiële
verplichtingen jegens de vereniging te voldoen, dan kan het lid zelf bij het Bestuur
uitstel van betaling aanvragen.
4. Tegen het besluit van het Bestuur over het verlenen van dispensatie en/of uitstel
van betaling is beroep mogelijk bij de ledenvergadering.
Artikel 6.
Begunstigers
De minimumbijdrage voor begunstigers als bedoeld in artikel 9 der statuten
bedraagt 25% van de jaarlijkse contributie, tenzij de ledenvergadering bij de
vaststelling van de begroting anders bepaald heeft.
Artikel 7
Ereleden
1. Ereleden zijn zij, die op grond van hun uitzonderlijke verdiensten voor de
vereniging door een ledenvergadering als bedoeld in artikel 8 van de statuten als
zodanig zijn benoemd. In aanmerking komen zij die:
- minimaal 5 jaar lid (geweest) zijn van de vereniging en;
- tenminste 1 (één) jaar hebben deelgenomen aan het Bestuur en;
- in ten minste 4 (vier) verschillende commissies hebben deelgenomen en;
- ten minste 1 (één) award op zijn/haar naam hebben staan en;
- ten minste 1 (één) CvA en 1 (één) NC hebben bezocht en;
- als lid een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan ten minste 1 (één)
activiteit van de vereniging en;
- tijdens ledenvergaderingen actief betrokken zijn (geweest).
De ledenvergadering als bedoeld in artikel 8 kan voorts ereleden benoemen die
niet voldoen aan bovenstaande criteria, voor zo’n benoeming is unanimiteit
vereist.
2. Het erelidmaatschap is voor het leven, tenzij de vereniging het erelidmaatschap
intrekt, overeenkomstig de wijze waarop zij het toekent, als bepaald in artikel 8
van de statuten.
3. Ereleden zijn vrijgesteld van de contributie.
Artikel 8
Einde van het lidmaatschap
1. Beëindiging van het lidmaatschap op grond van het bereiken van de leeftijd van 40 jaar geschiedt
op de laatste dag van het jaar, waarin men deze leeftijd bereikt.
2. Het Bestuur is bevoegd het lidmaatschap op te zeggen namens de vereniging wanneer een lid heeft
opgehouden aan de vereisten van het lidmaatschap bij de statuten gesteld, te voldoen, wanneer hij
zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de
vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; de opzegging kan
onmiddellijk of tegen een bepaalde datum geschieden.
3. Het Bestuur gaat over tot het opzeggen van het lidmaatschap namens de vereniging op eigen
initiatief of op verzoek van de ledenvergadering. Indien de ledenvergadering het Bestuur verzoekt
het lidmaatschap op te zeggen behoeft dit besluit een gewone meerderheid.
4. Het Bestuur gaat in elk geval over tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging
indien het betrokken lid:
a) gedurende zes maanden geen enkele bijeenkomst van de vereniging heeft bezocht zonder
opgaaf van reden bij het Bestuur;
b) meer dan zes maanden lang de financiële verplichtingen aan de vereniging niet nakomt;
c) het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of schade toebrengt.
HOOFDSTUK 2
VERGADERINGEN
Artikel 9
Algemeen
1. De leden zijn verplicht in geval van verhindering onverwijld daarvan aan de secretaris of een
ander lid van het Bestuur mededeling te doen per e-mail of per telefoon.
2. Over de onderwerpen welke niet op de agenda worden vermeld, kan de ledenvergadering slechts
rechtsgeldige besluiten nemen indien tenminste tweederde van het aantal leden aanwezig is en met
algemene stemmen wordt besloten alsnog een punt aan de agenda toe te voegen, onverminderd het
bepaalde in de statuten en het huishoudelijk reglement met betrekking tot onderwerpen, waarvoor
een bijzondere besluitvorming is vereist.
Artikel 10
Stemmingen
1. Over zaken wordt mondeling gestemd. Over personen wordt mondeling gestemd, tenzij tenminste
twee leden een schriftelijke stemming wensen.
2. Indien schriftelijk wordt gestemd, benoemt de ledenvergadering op voordracht van het Bestuur
een commissie van stemopneming, welke bestaat uit tenminste twee leden. De commissie van
stemopneming houdt toezicht op een correct verloop van de stemmingen, telt de stemmen en
brengt daarvan verslag uit aan de ledenvergadering.
3. Een voorstel, dat niet de vereiste meerderheid behaalt is verworpen. Een voorstel over zaken,
waarover de stemmen staken, is verworpen. Indien de stemmen staken over een voorstel over
personen, beslist terstond het lot, op een wijze door de voorzitter te bepalen.
4. Een stemming is ongeldig, wanneer het aantal uitgebrachte stemmen niet overeenkomt met het
aantal ter vergadering aanwezige stemgerechtigde leden.
5. Van onwaarde zijn:
a. Blanco stembriefjes;
b. Niet ondertekende stembriefjes;
c. Stembriefjes, die de bedoelde personen of zaken niet duidelijk aanwijzen.
Ter berekening van de meerderheid tellen briefjes van onwaarde niet mee.
6. Verkiezing van personen geschiedt door het verkrijgen van de toepasselijke meerderheid van de
geldig uitgebrachte stemmen bij vrije stemming. Wanneer de eerste stemming een zodanige
meerderheid niet oplevert, heeft een tweede vrije stemming plaats. Daarna volgt, zo nodig, een
stemming tussen hen, die het grootste en het op één na grootste aantal stemmen hebben verkregen.
Indien nodig vindt een tussenstemming plaats om de twee kandidaten met het grootste en het één
na grootste aantal stemmen te bepalen.
HOOFDSTUK 3
BESTUUR
Artikel 11
Kandidaatstelling
1. In een ledenvergadering, te houden tussen 1 november en 1 december van enig jaar, verkiest de
ledenvergadering ten behoeve van het daaropvolgende jaar een Bestuur.
2. In de bijeenroeping voor de ledenvergadering voorafgaand aan de ledenvergadering waarin de
verkiezing van het Bestuur plaats vindt worden de namen van de door het Bestuur voorgestelde
kandidaten vermeld.
3. In de bijeenroeping voor de ledenvergadering waarin de verkiezing van het Bestuur plaats vindt
worden de door het Bestuur en de door leden gestelde kandidaten vermeldt.
4. Op voorstel van het Bestuur kan de ledenvergadering besluiten dat een lid van het Bestuur twee
functies bekleedt.
5. Bij een tussentijdse benoeming worden het tweede en derde lid van dit artikel in acht genomen.
Artikel 12
Taken in het bestuur
1. De voorzitter leidt de leden- en Bestuursvergaderingen. Bij zijn ontstentenis wijst het Bestuur uit
zijn midden een plaatsvervanger aan.
2. De secretaris houdt notulen van de leden- en Bestuursvergaderingen bij. Hij brengt jaarlijks in de
eerste ledenvergadering van het verenigingsjaar een verslag uit van de gebeurtenissen van het
afgelopen jaar. Hij voert de correspondentie voor en in naam van de vereniging en zorgt voor
kopie van alle uitgaande stukken. Hij houdt de ledenlijst bij. Aan de penningmeester verstrekt hij
bij aanvang van het verenigingsjaar een ledenlijst en stelt hem gedurende het verenigingsjaar op de
hoogte van de mutaties der leden. Hij beheert het archief. Hij brengt officiële mededelingen en
belangrijke besluiten ter kennis van de leden. Hij convoceert de leden voor de ledenvergadering.
3. De penningmeester voert het financiële beheer van de vereniging. Hij int de contributie en
verantwoordt deze aan de hand van de ledenlijst. Hij betaalt tegen behoorlijke kwijting van de
schulden der vereniging. Hij legt rekening en verantwoording af in de eerste ledenvergadering van
het verenigingsjaar over het door hem gevoerde beheer, waarna hem – na goedkeuring – decharge
wordt verleend. De penningmeester geeft in bedoelde vergadering tevens een overzicht van de
stand van de geldmiddelen. Hij doet geen uitgaven boven de tweehonderdtwintig Euro (€ 220,-)
zonder machtiging van het Bestuur. Voor uitgave boven de vierhonderdtachtig Euro (€ 480,-)
verleent het Bestuur die machtiging niet zonder goedkeuring van de ledenvergadering, tenzij deze
uitgaven in de begroting van de ontvangsten en uitgaven, welke de penningmeester in genoemde
vergadering moet voordragen, genoemd zijn.
4. De werkzaamheden van de overige functionarissen worden door het Bestuur geregeld. Het Bestuur
kan zijn werkzaamheden geheel of gedeeltelijk opdragen aan commissies. Voor zover dit in het
reglement niet anders wordt bepaald, worden deze commissies door het Bestuur benoemd en zijn
aan het Bestuur verantwoording schuldig.
HOOFDSTUK 4
COMMISSIES
Artikel 13
Instelling, taken, financiën
1. Er kunnen commissies en werkgroepen zijn. Het Bestuur beslist over de instelling,
taakomschrijving en ontbinding van commissies en werkgroepen.
2. Commissies en werkgroepen kennen een voorzitter en een vice-voorzitter. Het
Bestuur benoemt deze functionarissen, waarbij waar mogelijk rekening wordt
gehouden met een voordracht van de betreffende commissie en/of werkgroep.
3. Op de begroting kan jaarlijks per commissie en/of werkgroep een budget
toegekend worden.
4. Het Bestuur kan voorts tussentijds gelden toekennen aan commissies en of
werkgroepen. Wordt door zo’n tussentijdse toekenning de begroting overschreden,
dan legt het Bestuur deze begrotingswijziging voor aan de ledenvergadering.
Artikel 14
Vaste commissies
1. Er kan een commissie “Leden” zijn; deze commissie is verantwoordelijk voor de
kandidaatstellende activiteiten voor het lidmaatschap, alsmede al hetgeen het
Bestuur haar opdraagt. De commissieleden zijn tevens belast met de taak
kandidaat-leden op de hoogte te brengen van alle feiten en bijzonderheden ten
aanzien van de vereniging, in het bijzonder de doelstellingen van de
onderscheidende commissies en lopende projecten. Indien geen commissie
‘Leden’ ingesteld is, dan liggen de verantwoordelijkheden van de commissie uit
dit reglement bij het Bestuur.
2. Er kan een commissie “GO” zijn; deze commissie is verantwoordelijk voor
organisatie van activiteiten op het gebied van Groei en Ontwikkeling, alsmede al
hetgeen het Bestuur haar opdraagt.
3. Er kan een commissie “Communicatie” zijn; deze commissie is verantwoordelijk
voor de interne- en externe communicatie van de vereniging, behoudens de
communicatie van het Bestuur op grond van de wet, de statuten, en het
huishoudelijk reglement, alsmede al hetgeen het Bestuur haar opdraagt.
4, Er kan een commissie “Social Events” zijn; deze commissie is verantwoordelijk
voor de organisatie van alle sociale activiteiten van de vereniging, alsmede al
hetgeen het Bestuur haar opdraagt.
5. Er kan een commissie “CSR” zijn; deze commissie is verantwoordelijk voor de
organisatie van activiteiten op het gebied van Corporate Social Responsability van
de vereniging, alsmede al hetgeen het Bestuur haar opdraagt.
6. Er kunnen voorts jaarlijks andere commissies en werkgroepen ingesteld worden.
7. Er is binnen JCI Nederland een gedragscode en een Vertrouwenscommissie welke
gedragscode door het Federatiebestuur van JCI Nederland wordt gehandhaafd en
waaraan ieder lid en elke kamer zich dient te conformeren. De
Vertrouwenscommissie heeft een eigen reglement. Elk lid kan zich tot deze
Vertrouwenscommissie wenden. JCI Zoetermeer e.o. zal eventuele sancties
terzake (waar noodzakelijk) te allen tijde ondersteunen.
Artikel 15
Comité van Aanbeveling en Beschermheer/Beschermvrouwe
1. Het Bestuur kan een Comité van Aanbeveling instellen.
2. De leden van het Comité van Aanbeveling kunnen alle natuurlijke personen zijn die de intentie
hebben actief mee te helpen aan het werven van nieuwe aspirant-leden voor JCI Zoetermeer.
De leden zijn min of meer bekende Zoetermeerders die te goeder naam en faam bekend staan.
3. De verdere invulling van de taakomschrijving van de leden van het Comité van Aanbeveling
stelt het bestuur vast.
4. Er kan voorts een Beschermheer of Beschermvrouwe zijn, bij voorkeur de Burgemeester van
Zoetermeer.
HOOFDSTUK 5
OVERIG
Artikel 16
Slotbepalingen
1. Onder schriftelijke communicatie wordt in dit reglement voorts begrepen communicatie per
e-mail.
1. Dit huishoudelijk reglement kan worden gewijzigd op de wijze als in artikel 24 lid
4 der statuten bepaald.
2. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de ledenvergadering.
Vastgesteld bij besluit der ledenvergadering oktober 1986
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering januari 2002
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering juli 2003
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering augustus 2005
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering januari 2010.
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering april 2011.
Aldus gewijzigd bij besluit der ledenvergadering januari 2014.