programma Memento Musicale

zo. 14 sept. 2014 : 14.00 u. -- Cantina Vocaal -- De Wittenstraat 43 Amsterdam
MEMENTO MUSICALE
Programma
opgedragen aan:
Ben Touw, Frans Beck, Joos Beun, Rob Lucassen
 TREES SPRUIJT, PAUL LASÈS (QM)
J.G. Rheinberger (1839-1901) uit: Sonate voor orgel nr.11 in d kl.t., op.148
- dl 2: Cantilene (Adagio)
 FRITS HORSTEN, LIEUWE BROUWERS (QM)
W.A. Mozart (1756-1791)
uit: Sonate à quatre mains in F gr.t., KV 497
- dl 1: Adagio – Allegro di molto
 NICOLAAS ELSTHOUT (pianosolo)
J.S. Bach (1685-1750) uit: Klavecimbelconcert nr. 5 in f kl. t. BWV 1056
- dl 2: Largo
 WENDELIEN SCHÖNFELD (dwarsfluit), ELLY VAN KERKHOFF (piano)
F. Poulenc (1899-1963) uit: Sonate voor dwarsfluit en piano, FP 164
- dl 1: Allegretto malincolico
 ELLY VAN KERKHOFF (pianosolo)
M. Ravel (1875-1937)
uit: “Le tombeau de Couperin”, MM 68
- dl 3: Forlane
 MICHIEL MENSCHAAR, HETTY BARTH (QM)
J. Garścia (1920-2004)
- Kotek i myszka (Kat en muis)
- Kołysanka (Wiegenlied)
- Taniec zbójnicki (Dans van de rovers)
 TREES SPRUIJT, PAUL LASÈS (QM)
J.S. Bach (1685-1750)
Pastorale in F, BWV 590
J. Haydn (1732-1809)
uit: Symfonie nr.90 in C gr.t., Hob.I:90
- dl 2: Andante
PAUZE
 NICOLAAS ELSTHOUT, TREES SPRUIJT (QM)
E. Grieg (1843-1907)
uit: Peer Gynt-suite nr.1, op.46
- dl 2: “Aases Tod”
Fr. Schubert (1797-1828)
Deutsche Tänze, D. 783 (op. 33)
 FRITS HORSTEN, LIEUWE BROUWERS (QM)
Fr. Schubert (1797-1828)
Mars no.5 in es kl.t., D.819 (op.40)
A. Dvořák (1841-1904)
Slavische Dans, op.72 nr.5
 ELLY VAN KERKHOFF, PAUL LASÈS (QM)
F. Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
uit: Symfonie nr.4 in A gr.t. (de “Italiaanse” symfonie), op. 90
- dl 3: Con moto moderato
 NICOLAAS ELSTHOUT, TREES SPRUIJT (QM)
G. Gershwin (1898-1937)
The Man I Love
C. Porter (1891-1964)
In the Still of the Night
Johann Sebastian Bach (1685-1750).
"Het is mogelijk, dat niet alle musici in God geloven,
maar in Bach geloven ze allemaal", schreef de
Argentijns-Duitse componist Mauricio Kagel in 1980.
Joseph Haydn (1732-1809)
werd geboren in Rohrau op 31 maart 1732. Hij
stamde uit een tamelijk arme Oostenrijkse familie.
Zijn vader Matthias was wagenmaker. Joseph had
een vrij moeilijke jeugd. Toen hij vijf jaar was, nam
zijn oom Mathias Franck, hem mee naar het stadje
Hainburg, waar hij naar school ging en muziekles
kreeg. Op achtjarige leeftijd werd hij sopraan in het
knapenkoor van de Stephansdom in Wenen.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)
-- officieel:
Joannes Chrysostomus Wolfgangus Theophilus Mozart.
Franz Schubert (1797-1828)
werd geboren in Himmelpfortgrund, een buitenwijk
van Wenen, tegenwoordig Wien-Alsergrund, als zoon
van een onderwijzer, die het met de zorg voor
negentien kinderen uit twee huwelijken niet breed
had. Toen Franzerl acht jaar was, begon zijn vader
hem vioollessen te geven en zond hij hem voor
zanglessen naar Michael Holzer, organist en
koordirigent.
Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
kreeg op zesjarige leeftijd pianoles van zijn moeder
en op zevenjarige leeftijd van Marie Bigot in Parijs. In
1817, na in Berlijn te zijn teruggekeerd, kreeg hij les
in compositie van Carl Friedrich Zelter, wiens vriend
Goethe hij in 1821 in Weimar bezocht. Daarvóór, in
1818, op negenjarige leeftijd, trad hij op in een
openbaar kamerconcert en voordat hij dertien was
had hij al verschillende composities op zijn naam,
waaronder het pianokwartet opus 1.
Josef Gabriel Rheinberger (1839-1901)
was een uit Liechtenstein afkomstige Beierse
muziektheoreticus, muziekpedagoog en componist.
Hij volgde zijn muziekopleiding in München, waar hij
onder andere onderwijs volgde bij Franz Lachner.
Gedurende de jaren vijftig van de negentiende eeuw
verdiende hij in die stad zijn levensonderhoud door
het orgelspel. Rheinberger schreef meer dan
tweehonderd werken voor koor, orkest en solisten.
Tot zijn bekendere oeuvre horen zijn composities voor
orgel.
Antonín Dvořák (1841-1904).
Op 6-jarige leeftijd ging hij op school in Nelahozeves
en kreeg hij van zijn leraar de eerste vioollessen. In
1853 vertrok hij naar Zlonice om Duits te leren, want
deze taal was in Bohemen, dat toen deel van
Oostenrijk was, belangrijk. Bij Antonín Liehmann, de
dirigent van het kerkkoor in Zlonice, kreeg hij pianoen orgelles. Hij speelde in het kleine orkest van zijn
leraar mee en begon met componeren.
Edvard Grieg (1843-1907).
Op 6-jarige leeftijd krijgt Grieg les van zijn moeder in
piano en theorie. Zij was een strenge lerares, maar
Grieg was haar daarvoor later dankbaar. Op
tienjarige leeftijd leert hij voor het eerst volksmuziek
kennen, wat grote invloed zal hebben op zijn latere
leven.
Maurice Ravel (1875-1937)
werd geboren in Ciboure aan de kust in FransBaskenland nabij de Spaanse grens en was van
moederszijde van Baskische afkomst. Zijn vader was
een ingenieur uit Franstalig Zwitserland. Nog in
Ravels geboortejaar verhuisde het gezin naar Parijs,
waar in 1878 zijn broer Édouard werd geboren. Ravel
kreeg op zevenjarige leeftijd zijn eerste pianolessen
en werd in 1889 toegelaten aan het Parijse conservatorium.
Cole Porter (1891-1964)
werd geboren in het stadje Peru (Indiana, USA). Hij
speelde al vanaf jonge leeftijd piano en studeerde
later aan de Universiteit van Yale. Na zijn studie ging
hij naar Parijs om daar muziek te studeren. Zijn
liedjes en musicals brachten hem al snel succes.
George Gershwin (1898-1937)
werd geboren als zoon van Russisch-joodse
immigranten. Gershwin begon zijn loopbaan rond
1916 als liedjescomponist in wat men in de Verenigde
Staten Tin Pan Alley noemt. Dit hield in dat een
liedjescomponist zijn muziek speelde in een winkel
waar bladmuziek verkocht werd, met het doel de
verkoop van zijn bladmuziek te vergroten. Bij veel
van zijn werk schreef zijn broer Ira de teksten.
Francis Poulenc (1899-1963)
werd geboren als telg uit een industriële familie, die
een van de naamgevers was van het farmaceutische
bedrijf Rhône-Poulenc. Reeds op jonge leeftijd kreeg
hij pianoles van zijn moeder, die een begaafd pianiste
was. Toen hij 15 à 16 jaar oud was, kreeg hij
pianolessen van Ricardo Viñes, een vriend van Claude
Debussy en Maurice Ravel.
Janina Garścia (1920-2004)
studeerde piano, compositie en orkestdirectie in
Krakau. In 1951 werd zij in die stad benoemd aan de
Poolse Staatsmuziekschool. Garścia componeerde
vooral ten behoeve van het muziekonderwijs.