PG-Schoolreglement - Praedinius Gymnasium

SCHOOLREGLEMENT
voor de leerlingen van het
PRAEDINIUS GYMNASIUM
2013-2014
Versie september 2013
20 januari 2014
Inleiding
Dit schoolreglement bevat de regels waaraan de leerlingen van het
Praedinius gymnasium zich moeten houden. Hun plichten staan
beschreven, maar ook de regels waar zij zich op kunnen beroepen ter
bescherming van hun rechten.
Er staan gedragsregels in en formele regelingen met betrekking tot het
toetsen, de overgangsnormen, absentie en dergelijke.
Dit reglement moet gezien worden als een huishoudelijk reglement waarin
op een aantal onderdelen een uitwerking is gegeven van algemene
rechten en plichten zoals beschreven in het bestaande leerlingstatuut.
1
INHOUDSOPGAVE
1. ABSENTIE
3
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
3
3
3
3
4
4
6
Regeling geoorloofde afwezigheid.
Regeling ongeoorloofde afwezigheid *
Te laat komen *
Verwijdering uit de les
Interne schorsing
Verwijdering van school
Meldcode
2. GEBOUW
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
8
Gedragsregels
Mediatheek
Gebruik Koepel
Gebruik kantines
Gebruik kluisjes
Gebruik fietsenstalling
8
10
10
10
10
10
3. BRAND(ALARM)
11
4. VERANTWOORDELIJKHEID BIJ BUITENSCHOOLSE
ACTIVITEITEN
12
5. TOETSING
14
5.1
Regels voor leerlingen m.b.t. het maken van proefwerken
5.2
Regeling toetsen klas 1, 2 en 3
5.2.1
Vormen van toetsen
5.2.2
Toetsrooster en toetsmomenten
5.2.3
Weging van toetsen
5.2.4
Opgave en teruggave van toetsen
5.2.5
Herkansing
5.2.6
Inhaalproefwerken
5.2.7
Conflicten
5.3
Regeling klas 4, 5 en 6.
5.4
regeling voor dyslectische leerlingen en andere leerlingen met extra tijd
5.5
Rapportage
6. OVERGANGSNORMEN
14
14
14
14
15
15
15
16
16
16
16
17
18
6.1
Overgangsnormen klas 1
6.2
Overgangsnormen klas 2 en 3
6.3
Bovenbouw
6.3.1
Tabel overgangsnormen klas 4
6.3.2
klas 5
6.4
Herexamens
6.5
Taken
6.6
Overige regels
18
18
19
19
20
20
20
21
7. KLACHTENREGELING
22
8. ONGEVALLENVERZEKERING
23
2
1. ABSENTIE
1.1 Regeling geoorloofde afwezigheid
Wanneer een leerling wegens ziekte of een andere reden de school niet
kan bezoeken, moet dit ‘s ochtends vóór 8.30u door de ouders of
verzorgers telefonisch gemeld worden bij de conciërge via het speciale
absentie-telefoonnummer (050-5886400).
Indien een leerling zich in de loop van de dag zo ziek voelt, dat hij het
leerproces niet meer kan volgen, dient deze zich bij de conciërge af te
melden. Als een leerling eenmaal begonnen is aan een toets, moet hij
deze eerst afmaken voor hij zich mag afmelden. In alle gevallen dient bij
terugkomst op school het terugmeldingsformulier, ondertekend door een
ouder of verzorger, ingeleverd te worden bij de conciërge van het gebouw
Turfsingel. Wanneer een leerling niet correct is afgemeld voor een toets,
heeft hij in principe geen recht op een herkansing of inhaalmogelijkheid.
Bezoeken aan tandartsen, oogartsen enz. dienen in principe buiten
schooltijd plaats te vinden. Indien ze toch plaatsvinden onder schooltijd,
dient de leerling dat schriftelijk te melden bij de conciërge.
1.2 Regeling ongeoorloofde afwezigheid*
Wanneer een leerling ongeoorloofd absent is, haalt deze de gemiste tijd
op school buiten de lesuren dubbel in. Voor absentie in toetsweken gelden
aparte regels die in dit schoolreglement (zie hoofdstuk 5 en 6) en in de
PTA’s zijn gepubliceerd.
1.3 Te laat komen*
Een leerling die te laat komt, wordt in de les alleen toegelaten op vertoon
van een briefje van de conciërge.
1.4 Verwijdering uit de les
Wanneer een leerling ondanks herhaald waarschuwen de lesvoortgang
blijft verstoren, kan deze uit de les verwijderd worden. Daarbij gelden de
volgende regels:
• De leerling kan voor korte tijd verwijderd worden om tot rust te
komen;
• De leerling moet zich bij de conciërge melden; deze geeft hem een
formulier waarop hij de reden van de verwijdering moet invullen; de
conciërge zet de leerling indien mogelijk aan het werk;
• De leerling overhandigt zelf het ingevulde formulier aan het eind van
het lesuur aan de betreffende docent;
• De docent levert het formulier in bij de jaarcoördinator die na
overleg een passende straf zoals extra werk in vrije uren, op school
te maken of klussen aan de leerling oplegt;
3
•
Na herhaald ernstig wangedrag kan de toegang tot de lessen voor
bepaalde tijd geweigerd worden. Indien de leerling de gang van
zaken in en buiten de les voortdurend verstoort, kan interne
schorsing het gevolg zijn.
1.5 Interne schorsing
Bij veelvuldig ongeoorloofd absent zijn en bij wangedrag in de les, in en
om de school, tijdens schoolfeesten of excursies kan de rector besluiten
tot een interne schorsing. In dit geval wordt de leerling voor één of meer
dagen de toegang tot de lessen ontzegd en dient hij van 8.00u tot 17.00u
op school in afzondering door te brengen waarbij hij aan schoolzaken
moet werken en mag pauzeren op andere tijden dan de gebruikelijke
pauzetijden.
1.6 Verwijdering van school
De rector kan op eigen initiatief of op initiatief van tweederde van het
aantal leraren van wie de leerling les krijgt, besluiten de leerling die bij
herhaling de voorschriften van de school overtreedt, of zich schuldig
maakt aan ernstig wangedrag, definitief van de school te verwijderen. Bij
ernstig wangedrag valt te denken aan: lichamelijk geweld, diefstal,
drugsgebruik/handel etc.
Deze verwijdering geschiedt conform de regels die daarvoor door het
Bevoegd Gezag zijn vastgesteld.
* Uitwerking 1.2 en 1.3 voor klas 3, 4, 5 en 6
Achtergrond
Met het beleid in zake te laat komen en spijbelen dat wordt gehanteerd,
wordt de lijn die school in overeenstemming gebracht met de verwachting
die de leerplichtambtenaar kenbaar gemaakt heeft. Wat blijft is dat wij
(spijbelcoördinator, jaarcoördinator en mentor) met de leerling en
ouder(s)/verzorger(s) in gesprek willen komen over de achterliggende
redenen en oorzaken van te laat komen of spijbelen. Zelden is dit voor
een leerling een doel op zich. Daartoe zullen ouders zullen eerder en vaker
(schriftelijk) geïnformeerd worden over te laat komen en/of absentie. Dat
daarbij ook een (wettelijke) rol is weggelegd voor de leerplichtambtenaar
spreekt voor zich.
Klas 1 en 2
Te laat zonder goede reden (TL), wordt in klas 1 en 2 bestraft met de
volgende sancties:
• 1e / 2e keer TL: oproep door de jaarcoördinator, gesprekje +
waarschuwing
• 3e /4e keer TL: oproep door de jaarcoördinator, gesprekje +
nablijven
4
• 5e / 6e keer TL: oproep door de jaarcoördinator, gesprekje
(leerplichtambtenaar wordt genoemd) + nablijven
• 7e keer TL: oproep door de jaarcoördinator, gesprekje + nablijven.
Ouders worden geïnformeerd.
• 8e keer TL: Melden bij de leerplichtambtenaar
Klas 3, 4, 5 en 6
Onterechte absentie (SP), wordt bestraft met de volgende sancties:
• 1e keer SP: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur).
• 2e keer SP: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur).
• 3e keer SP: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur); daarnaast ontvangen
de ouders een brief en heeft de leerling zelf een gesprek met de
jaarcoördinator.
• 4e keer SP: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur); daarnaast worden de
ouders uitgenodigd voor een gesprek en de leerling wordt verwacht
op het spreekuur van de leerplichtambtenaar.
• 5e keer SP: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur); daarnaast wordt de
leerling met de ouders uitgenodigd door de leerplichtambtenaar van
de woonplaats en wordt er een traject met Halt gestart en volgen
verdere sancties buiten school.
Te laat zonder goede reden (TL), wordt bestraft met de volgende sancties:
• 1e keer 4xTL: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur).
• 2e keer 4xTL: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur); daarnaast
ontvangen de ouders een brief en heeft de leerling zelf een gesprek
met de jaarcoördinator.
• 3e keer 4xTL: 2 uur terugkomen op de dinsdagmiddag (6e en 7e
uur); daarnaast worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek en
de leerling wordt verwacht op het spreekuur van de
leerplichtambtenaar.
• 4e keer 4xTL: 2 uur terugkomen (6e en 7e uur); daarnaast wordt de
leerling met de ouders uitgenodigd door de leerplichtambtenaar van
de woonplaats en wordt er een traject met Halt gestart en volgen
verdere sancties buiten school.
Te laat
• Te laat wil zeggen te laat bij aanvang van een les (dus niet alleen
het 1e uur).
• Indien een leerlingen aantoonbaar een goede reden heeft (bijv. door
vertraging openbaar vervoer) noteert de conciërge dat in het
leerlingvolgsysteem.
Spijbelen
• Wanneer de leerling niet in de les aanwezig was, wordt hij/zij door
de docent genoteerd als absent. De conciërge verwerkt dit in het
leerlingvolgsysteem.
• In een gesprek met de coördinator of mentor wordt vastgesteld of er
tijdens de absentie sprake was van ‘spijbelen’ of van ‘geoorloofde
5
afwezigheid’ (bijv. een toets voor een ander vak inhalen of
assisteren bij een project).
Wat betreft LO:
• Er geldt een 100% aanwezigheidsplicht, alleen in overleg met de
eigen docent kan van deze regel worden afgeweken. Dus ook bij
blessures of verkoudheden hoort de leerling in de les aanwezig te
zijn. Lukt dit niet, dan mailt/belt of schrijft de leerling de docent;
• Briefjes over blessures en ziektes moeten worden ingeleverd bij de
eigen L.O.docent,
Schoolspreekuur leerplichtambtenaar
Zes tot acht maal per jaar houdt de leerplichtambtenaar een
schoolspreekuur. De leerplichtambtenaar is dan op school aanwezig en
spreekt met de leerlingen die door de school zijn aangemeld. De
jaarcoördinator informeert ouders als een leerling wordt aangemeld voor
het schoolspreekuur. Dit gesprek richt zich zowel op de frequentie van het
te laat komen of spijbelen als op de achterliggende oorzaken. De
leerplichtambtenaar doet hiervan verslag aan school (i.c. de
jaarcoördinator). Indien nodig, wordt ook contact opgenomen met de
ouders.
Melding via het verzuimloket
Wettelijk zijn scholen verplicht om leerlingen die veelvuldig te laat komen
of spijbelen te melden via het verzuimloket van DUO. Deze melding komt
terecht bij de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling
woont. Bij deze melding kan school een korte toelichting geven. Het kan
zo zijn dat de leerling al eerder op het schoolspreekuur is geweest en er al
contacten zijn geweest met de leerplichtambtenaar. Op basis van deze
melding nodigt de leerplichtambtenaar de leerling en ouders uit voor
gesprek. Van dit gesprek wordt verslag gedaan naar ouders en school (i.c.
jaarcoördinator). Als het gaat om een ‘herhalingsgesprek’ kan de
leerplichtambtenaar bijvoorbeeld besluiten dat het nodig is bureau Halt te
betrekken bij de begeleiding van de leerling. Ouders en school worden
hierover geïnformeerd
1.7 Meldcode
Het Praedinius Gymnasium heeft de wettelijke verplichte meldcode
huiselijk geweld en kindermishandeling ingevoerd. Deze meldcode is een
overzichtelijk vijf stappenplan, waarin staat wat de professional het best
kan doen als er vermoedens zijn van huiselijk geweld of
kindermishandeling. De meldcode leidt de professional stap voor stap door
het proces.
6
De vijf stappen van het basismodel meldcode zijn in het kort:
1. Het in kaart brengen van signalen
2. Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk Geweld
3. Gesprek met de leerling
4. Wegen van het geweld of de kindermishandeling: inschatten van risico,
aard, ernst van het geweld
5. Beslissen: hulp organiseren of melden
bij Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk Geweld
7
2. GEBOUW
2.1 Gedragsregels
Uitgangspunt is dat personeel en leerlingen gezamenlijk verantwoordelijk
zijn voor de school en haar omgeving. Daarom zijn de onderstaande
regels van kracht:
• Voor het begin van de eerste les en bij tussenuren of van buiten
komend moeten de leerlingen beneden blijven in de hal of in de
kantine tot de bel voor de volgende les gaat.
• Tijdens pauzes hebben de leerlingen toegang tot de mediatheek om
te studeren; daarnaast mogen zij zich ophouden in de hal, de gang
op de begane grond en de kantine; lokalen en andere gangen zijn
dan niet toegankelijk
• De leerlingen mogen niet eten en drinken in de lokalen. Dat mag
alleen in de kantine en buiten het gebouw. Kauwgom is in het
gebouw niet toegestaan.
• Het is niet toegestaan mobiele telefoons, beeld- en geluidsdragers
in leslokalen, studieruimtes of mediatheek aan te hebben staan
(tenzij toestemming is verleend door de leraar of zij die belast zijn
met het toezicht in studieruimtes of mediatheek). Bij overtreding
van deze regel wordt de leerling uit de les verwijderd. Bij
terugkerend gedrag kunnen andere maatregelen genomen worden. .
De mobiele telefoons en andere beeld- en geluidsdragers mogen
alleen gebruikt worden in de kantine, de plekken waar de kluisjes
staan en buiten de gebouwen (niet bij sporten buiten).
• Alleen met toestemming van de leraar mogen ramen,
zonneschermen, radiatoren en kranen door leerlingen worden
geopend en gesloten. Het gebruik van de afstandsbediening voor de
beamer, digibord en digipen mogen alleen gebruikt worden met
toestemming van de leraar.
• De leerlingen moeten de rommel, die ze eventueel gemaakt hebben
aan het einde van de les opruimen. Het is een goed gebruik dat een
klas vóór een pauze o.l.v. de leraar de rommel in het lokaal opruimt
en dat na elke les de leraar het digibord en de computer uitschakelt
van het lokaal, waar deze heeft lesgegeven. De leraar gaat pas weg
wanneer dit gebeurd is en de leerlingen het lokaal hebben verlaten.
Na afloop van de laatste les van de dag worden de stoelen op de
tafels gezet. Wordt geconstateerd dat een lokaal vervuilt, dan kan
de schoolleiding besluiten dat de leerlingen met de leraar het lokaal
na schooltijd schoonmaken.
• Eens per week wordt elke lokaal vijf minuten voor het einde van het
daartoe bestemde lesuur door groepjes leerlingen bij toerbeurt
onder leiding van de docent schoongemaakt waarbij vooral gelet
wordt op de reiniging van het meubilair en het verwijderen van
rommel (proppen papier e.d).
• De leerlingen mogen het gebouw en de omgeving van de school niet
verontreinigen of slordig en onverschillig behandelen; afval moet in
8
•
•
•
•
•
•
•
•
•
de gebouwen in de prullenmanden worden gedeponeerd en buiten
de gebouwen in de door de gemeente daartoe opgehangen
afvalbakken. Met name het plein voor de schouwburg dient schoon
te blijven en verontreiniging daarvan wordt gestraft. Bezoekers van
de schouwburg dienen ruim de mogelijkheid te krijgen dit gebouw te
betreden en mogen geen storend gedrag van de leerlingen op hun
pad vinden.
Elke klas draagt één of twee week per jaar volgens een aan het
begin van het schooljaar uitgereikt rooster de verantwoordelijkheid
voor het schoonvegen van kantine, hal en plein voor de schouwburg
in beide gebouwen na iedere pauze.
Het is bevorderlijk voor een goede gang van zaken dat de leerlingen
op de trappen rechts houden en zich op de trap en in de gangen
rustig gedragen. Dit laatste geldt ook voor de garderobe, het
schoolterrein bij de fietsenstalling en de fietsenkelder.
De school wil graag een goede verstandhouding met haar buren.
Voor en na schooltijd en tijdens de pauzes mogen de omwonenden
van beide gebouwen geen overlast van de leerlingen ondervinden.
Onder overlast valt te verstaan: lawaai, rommel of brutale
bejegening.
Fietsen en brommers worden in de bewaakte stalling of in de
fietsenrekken op het plein van het gebouw Kruitlaan gestald. Elders
geplaatste vervoermiddelen kunnen door de conciërge tijdelijk in
beslag worden genomen of worden aan de ketting gelegd. Deze
wordt om 16.30 verwijderd.
Leerlingen (en hun ouders) zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor
alle door hen veroorzaakte schade.
De school is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door
diefstal, beschadiging of vernieling van eigendommen.
Voorwerpen die gevonden worden, kunnen bij de conciërges in
bewaring
worden
gegeven.
Niet
teruggehaalde
gevonden
voorwerpen worden aan het eind van het schooljaar verbeurd
verklaard na aankondiging op PGtv.
Roken in of in de directe omgeving van de gebouwen
is niet
toegestaan.
De nooduitgangen mogen alleen gebruikt worden in geval van
nood.
Indien een leerling zich niet aan deze regels houdt, kunnen de volgende
maatregelen getroffen worden:
• Hij moet in zijn vrije tijd gerichte opdrachten uitvoeren.
• Buiten de lesuren mag hij niet meer in het gebouw (of een gedeelte
daarvan) komen.
• Bij herhaaldelijke overtreding van deze regels kan schorsing volgen
en in extreme gevallen verwijdering van de school.
9
2.2 Mediatheek
•
•
•
•
•
•
De openingstijden zijn dagelijks van 08.30 tot 16.30 uur.
Niet uitgeleend worden: naslagwerken, kostbare werken en tijdschriften.
Het is niet toegestaan in de mediatheek te eten, drinken mag alleen
uit een afsluitbaar flesje.
De mediatheek is tevens studieruimte, stilte is dus een
noodzakelijke voorwaarde. Bellen is niet toegestaan en het geluid
van de telefoon staat uit.
Computers dienen alleen gebruikt te worden voor schoolwerk.
Leerlingen kunnen tegen betaling printopdrachten geven aan de
mediathecaris. Leerlingen mogen uitsluitend gebruik maken van de
kopieerapparaten in de hal van het gebouw aan de Turfsingel en in
de mediatheek.
2.3 Gebruik Koepel
De koepel (T28 en T29) is een leslokaal en geen studieruimte. Dit houdt in
dat leerlingen hier niet zonder docent mogen verblijven.
2.4
Gebruik kantines
In de beide kantines moet de rommel in de prullenbak gedeponeerd
worden. Het is niet toegestaan om op tafels en vensterbanken te zitten.
De nooddeuren mogen niet zonder toestemming van de kantinebeheerder
of conciërge geopend worden tenzij er sprake is van brandalarm.
2.5
Gebruik kluisjes
Elke leerling krijgt aan het begin van zijn schoolloopbaan een kluisje
toegewezen. De leerling kan de kluisjes openen met de schoolpas
(barcode).
2.6
Gebruik fietsenstalling
Voor alle leerlingen is de bewaakte fietsenstalling van de school
beschikbaar. De bewaking is in handen van “De Stallingen van stichting
Werkpro Groningen”. Openingstijden zijn van 8.00 tot 16.45. Tijdens deze
uren is er toezicht. Bij diefstal of vermissing van fiets of brommer is
school of de Stallingen niet aansprakelijk. Een lekke band kan geplakt
worden voor €1,50. Als deze in de ochtend wordt aangeboden, is de band
aan het einde van de middag geplakt. Een collectieve bijdrage voor de
fietsenstalling is opgenomen in de september/oktobernota.
De fietsenstalling aan de Kruitlaan is niet bewaakt. Alle leerlingen moeten
fietsen/brommers/scooters plaatsen in de fietsenstalling (zie 2.1
gedragsregels).
10
3. BRAND(ALARM)
In het kader van het bevorderen van de veiligheid op school wordt onder
andere een keer per jaar een brandalarmoefening gehouden. Deze
oefeningen kunnen van tevoren worden aangekondigd. Leerlingen en
docenten krijgen ieder hun eigen instructies over de oefening, zodat deze
naar behoren verloopt.
Hieronder zijn de verschillende instructies voor de leerlingen op een rijtje
gezet.
Wat te doen in geval van brand(alarm).
Bij situatie in de klas met een docent aanwezig:
• Help de docent de ramen te sluiten.
• Verlaat met de docent het lokaal (tas achterlaten!).
• Verlaat het gebouw via de aangegeven vluchtroute.
• Meld je voor de schouwburg bij je docent.
• Wacht op verdere instructies van je docent.
Bij situatie zonder docent in een willekeurige ruimte van het gebouw:
• Sluit de ramen.
• Sluit de deur bij het verlaten van de ruimte (tas achterlaten!).
• Verlaat het gebouw via de aangegeven vluchtroute.
• Meld je bij de piketdienst voor de schouwburg.
• Wacht op verdere instructies van de piketdienst.
11
4. VERANTWOORDELIJKHEID BIJ BUITENSCHOOLSE
ACTIVITEITEN
Vele, maar niet alle buitenschoolse activiteiten vallen onder de
verantwoordelijkheid van de school. Wanneer een activiteit valt onder
verantwoordelijkheid van de school betekent dit, dat de school alles zal
doen om die activiteit naar behoren te laten plaatsvinden. Hierbij doet de
school of doen de vertegenwoordigers van de school wat in redelijkheid
verwacht mag worden. Het spreekt vanzelf dat leerlingen naar mate zij
ouder worden ook zelf steeds meer verantwoordelijkheid kunnen dragen.
Onder verantwoordelijkheid van de school vallen:
• feesten op school, zoals de onderbouwfeesten.
• feesten buiten school, voor zover zij in een besloten gelegenheid
gehouden worden voor leerlingen van de school en van tevoren
aangemelde introducees en de schoolleiding toezicht kan
garanderen. Dit geldt voor de feesten die worden georganiseerd
door de feco.
• door de school georganiseerde excursies en reizen
• klassenactiviteiten op school buiten de reguliere lessen
• klassenavonden thuis, klassenuitjes naar bioscoop, pizzeria etc.,
waarvan het begin en het eind door de aanwezigheid van de mentor
wordt aangegeven. Hierbij geldt wel dat de avonden voor de
brugklassers om 22.30 uur en voor tweede klassers om 23.00 uur
eindigen en er geen alcohol wordt genuttigd.
• Bij klassenavonden thuis dienen de ouders aanwezig te zijn. Ook
hier wordt geen alcohol genuttigd. Kampeerweekeinden, wanneer de
mentor meegaat en deze het programma met de schoolleiding heeft
doorgesproken en de verzekeringen via de school zijn geregeld.
• Schoolverenigingen die activiteiten ontplooien binnen de school.
Indien een leerling zich bij een van deze evenementen duidelijk
misdraagt, loopt hij de kans van deelname aan het eerstvolgende
evenement te worden uitgesloten.
Indien een leerling zich tijdens een excursie misdraagt kan de rector op
advies van de begeleidende docenten besluiten de leerling voortijdig naar
huis te sturen. De ouders worden hiervan direct in kennis gesteld. De
ouders dragen de verantwoordelijkheid voor de terugreis en de kosten
worden op hen verhaald.
N.B.
• Een avond bij ouders thuis, georganiseerd door de ouders, waarbij
de leerlingen bij gastouders blijven slapen en waarbij de mentor als
gast al dan niet de gehele tijd aanwezig is, valt onder
verantwoordelijkheid van de ouders. Hetzelfde geldt voor het
spelersweekend van Aulos.
12
• Het Eloquentia-kamp is een activiteit van leerlingen voor leerlingen,
waar geen volwassenen aan deelnemen; deelname valt onder
verantwoordelijkheid van de ouders.
• Het Gala dat door de zesdeklassers wordt georganiseerd, valt niet
onder de verantwoordelijkheid van de school.
13
5. TOETSING
5.1 Regels voor
proefwerken
•
•
•
•
•
leerlingen
m.b.t.
het
maken
van
proefwerken worden alleen gemaakt op proefwerkpapier van onze
school
er moet met zwarte of blauwe pen geschreven worden
alles moet in orde zijn vóór de aanvang van de les
leerlingen die geen proefwerkblok hebben, worden naar de
mediatheek gestuurd om er een te kopen (de tijd die dit gaat kosten
gaat van de proefwerktijd af).
mobiele telefoons en andere beeld- of geluidsdragers moeten uit
staan en mogen niet op de tafel liggen tijdens toetsen
5.2 Regeling toetsen klas 1, 2 en 3
5.2.1 Vormen van toetsen
De school kent verschillende vormen van toetsing:
(leer)proefwerken, overhoringen (mondeling en schriftelijk),
proefvertalingen, tekstbegriptoetsen, practica, etc.
Een deel van de proefwerken is gecoördineerd, d.w.z. dat alle klassen van
een jaarlaag dezelfde toets maken op hetzelfde moment. De rest van de
toetsen wordt door de docenten zelf afgenomen tijdens de eigen lessen.
Teneinde te komen tot een goede spreiding van met name de
leerproefwerken start vanaf ca. drie weken na het begin van de cursus
een proefwerkrooster waarin alle gecoördineerde proefwerken zijn
opgenomen.
5.2.2 Toetsrooster en toetsmomenten
Het schooljaar is in vier periodes verdeeld. Het rooster van de
gecoördineerde proefwerken wordt aan het begin van het jaar vastgesteld
voor het hele schooljaar en wordt per periode nader ingevuld wat betreft
dagen en uren waarop de toetsen zullen worden afgenomen Deze roosters
worden tijdig aan alle belanghebbenden bekendgemaakt en op de website
gepubliceerd.
In het algemeen gelden de volgende regels:
•
•
Per dag wordt slechts 1 proefwerk gegeven; daarnaast mogen “niet
omvangrijke schriftelijke overhoringen” (kleine so’s) gegeven
worden, maar niet in het lesuur onmiddellijk voorafgaand aan of
onmiddellijk volgend op het uur waarin een proefwerk gegeven
wordt.
Per week mogen 4 proefwerken gegeven worden, waarvan er
maximaal 2 gecoördineerd zijn. Er wordt naar gestreefd dit aantal
voor klas 1 te beperken tot 3.
14
•
Voor “schriftelijke overhoringen over omvangrijke delen stof” (grote
so’s) gelden de bovenstaande regels ook; hetzelfde geldt voor
toetsen die in principe geen voorbereiding vergen, zoals
proefvertalingen, tekst met vragen, luistertoetsen e.d. Het maken
van dergelijke toetsen vergt een aanzienlijke inspanning van de
leerlingen.
5.2.3 Weging van toetsen
De zwaartefactoren voor proefwerken, schriftelijken en schriftelijke overhoringen e.d. zijn per vaksectie afgesproken en worden bij het opgeven
van de toets aan de leerlingen meegedeeld.
5.2.4 Opgave en teruggave van toetsen
Een proefwerk wordt minstens 1 week van tevoren opgegeven. Gebeurt
dit niet met een ingeroosterd gecoördineerd proefwerk, dan moeten de
leerlingen de desbetreffende docent tijdig om uitleg vragen. De stof,
opgegeven voor een proefwerk moet minstens 1 week voor de
proefwerkdatum in zijn geheel behandeld zijn; wanneer over de stof
eerder schriftelijk is gevraagd, moet dit werk voor de proefwerkdatum zijn
teruggegeven en besproken. Teruggave van een proefwerk en het noteren
van de cijfers in Magister geschiedt maximaal 10 schooldagen na afname.
5.2.5 Herkansing
Het kan voorkomen dat een toets aantoonbaar niet vanwege aan
leerlingen te wijten redenen is mislukt. Als in een klas door meer dan 50%
van de leerlingen voor een toets een cijfer lager dan 5,5 is behaald, kan
een herkansing gegeven worden. Dit is echter geen automatisme
•
•
•
•
•
De docent kan zelf het besluit nemen tot een herkansing en deelt dit
aan de directie mee.
Doet de betreffende docent dit niet, dan kan de mentor, of een
groep van tenminste 5 leerlingen bij de directie of jaarcoördinator
van de betreffende jaarlaag een verzoek tot herkansing indienen.
Dit verzoek dient met redenen omkleed te zijn.
De directie of jaarcoördinator van de betreffende jaarlaag neemt, de
betrokken partijen gehoord hebbend, een beslissing. Deze beslissing
is bindend.
Betreft de geboden herkansing een gecoördineerde toets, dan kan
de directie of jaarcoördinator aan leerlingen uit andere klassen met
een cijfer lager dan een 5,5 de mogelijkheid tot herkansing geven.
Uiteraard hoeft een leerling niet van de geboden mogelijkheid
gebruik te maken.
Deze herkansing vindt plaats binnen een redelijke termijn, maar niet
voordat het mislukken van de toets met de klas grondig geëvalueerd
is en mogelijkheid tot reparatie van kennis en vaardigheden
gegeven is.
15
Overigens kan een docent ook zelf en om andere redenen bepalen dat een
herkansing gegeven wordt.
5.2.6 Inhaalproefwerken
Wanneer een leerling door ziekte of een andere gedocumenteerde reden
een proefwerk niet heeft gemaakt c.q. zijn werk niet heeft ingeleverd,
moet deze met de docent een nieuw tijdstip afspreken om de gemiste
toets in te halen. In principe geldt, dat slechts eenmaal een tweede
tijdstip voor proefwerken of het inleveren van werk afgesproken wordt. Bij
niet verschijnen van een leerling op het tweede tijdstip is de leraar
gemachtigd dit als wanprestatie aan te merken en als zodanig in een cijfer
uit te drukken, tenzij van duidelijke overmacht sprake is.
Er is één algemeen inhaaluur per week, te weten vrijdag het 6e lesuur.
Leerlingen die op dit uur een toets moeten inhalen worden na overleg met
de docent op een lijst gezet. Deze lijst hangt vanaf woensdagmiddag op
het prikbord naast de kamer van de coördinatoren van klas 1 en 2.
Leerlingen moeten zelf controleren of ze op de lijst staan.
Voor het inhalen van toetsen in de bovenbouw gelden aparte regelingen.
Deze staan in het PTA.
5.2.7 Conflicten
Bij conflicten over bovenstaande punten arbitreren de volgende beroepsinstanties (in volgorde van de ernst van de situatie): mentor- coördinator directie- bevoegd gezag.
5.3 Regeling klas 4, 5 en 6.
Het schooljaar is voor klas 4, 5 en 6 in vier periodes verdeeld. De toetsen
worden afgenomen in de speciale toetsweek aan het eind van elke
periode.. De regeling voor de cursusjaren wordt bekend gemaakt in de
informatieboekjes (PTA’s)voor de klassen 4, 5 en 6. Hierin staat het
programma van toetsing en afsluiting (PTA) voor elk leerjaar (zie
hoofdstuk 6).
5.4 regeling voor dyslectische leerlingen en andere
leerlingen met extra tijd
Leerlingen hebben recht op extra tijd bij toetsen als er sprake is van één
van de volgende aandoeningen:
• dyslexie
• een stoornis in het autistisch spectrum, ASS (zoals Asperger, PDDnos)
• ADHD (inclusief de voorheen gestelde diagnoses ADD)
• chronische ziektes en lichamelijk beperkingen welke tot een
verlaagd werktempo of een verminderde concentratie kunnen leiden
zoals bijvoorbeeld fijn motorische beperkingen, visuele beperkingen.
16
Dit alles met een verklaring van de diagnose, opgesteld door een ter zake
deskundige.
Daarnaast kan in overleg, tijdelijk, ook bij andere problemen extra tijd bij
toetsen worden toegekend. Bij toetsen tot 60 minuten krijgt de leerling 15
minuten extra tijd, bij toetsen langer dan 60 minuten wordt dat een half
uur. Leerlingen met dyslexie hebben bovendien recht op een vergroot
toetsexemplaar.
Het hier boven beschrevene betreft leerjaar 1 t/m 5; voor klas 6 gelden
aparte regels die te vinden zijn in het examenreglement
5.5 Rapportage
•
De school kent alleen cijferrapporten: een kerstrapport, een
paasrapport en een eindrapport. Omstreeks de herfstvakantie vindt
voor klas 1, 2 en 3 een interne rapportage plaats.
•
Voor klas 4, 5 en 6 worden de resultaten na periode 1, 2 en 3 aan
de ouders of verzorgers meegedeeld. In klas 4 en 5 wordt na de 4e
periode
het
overzicht
van
alle
periodecijfers
en
het
overgangsrapport met de eindcijfers verstrekt.
•
Op het eindrapport komt het gemiddelde cijfer van de gevolgde PG+
onderdelen te staan. Het cijfer op het eindrapport leidt tot maximaal
één tekortpunt en maximaal één compensatiepunt.
•
Als een leerling zowel O&O als PG+ heeft gevolgd telt het cijfer voor
O&O mee voor de overgang en worden de cijfers van PG+-cursussen
extra op het rapport vermeld.
De overgangsrapporten worden op de laatste schooldag tijdens de
jaarlijkse promotie aan de leerlingen van klas 1 t/m 5 uitgereikt.
17
6. OVERGANGSNORMEN
Een overzicht van de op onze school gehanteerde overgangsnormen voor
klas 1,2 en 3 wordt hieronder gegeven. De overgangsnormen voor klas 4
en 5 worden gepubliceerd in het PTA voor die klas. Er kan bij de overgang
worden gewerkt met herexamens en taken. In tegenstelling tot een
herexamen kan een taak niet verplicht worden opgelegd.
6.1 Overgangsnormen klas 1
•
•
•
•
•
•
leerlingen zonder tekortpunten worden automatisch bevorderd
leerlingen met 1 tekortpunt worden automatisch bevorderd
leerlingen met 2 tekortpunten worden automatisch bevorderd (2 x 5
of 1 x 4)
leerlingen met 3 tekortpunten worden op de bespreeklijst geplaatst;
de rapportvergadering kan besluiten tot bevorderen, een herexamen
opleggen of afwijzen
leerlingen met 4 of meer tekortpunten worden afgewezen
leerlingen die klas 1 voor de tweede keer doen en in de
bespreekzone vallen, worden afgewezen
6.2 Overgangsnormen klas 2 en 3
Leerlingen zonder tekortpunten worden automatisch bevorderd. Voor
leerlingen met tekortpunten gelden de regels in onderstaande tabel.
Leerlingen met een constellatie aan tekortpunten die in de tabel niet
voorkomt, zijn afgewezen. Het cijfer 3 is onacceptabel en leidt tot
plaatsing in de bespreekzone bij tenminste 3 compensatiepunten.
5
4
55
555
45
3
Minimum
aantal
compensatie
punten voor
bevordering
0
0
0
4
4
n.v.t.
Compensatie
punten voor
bespreekzone
3
3
3
NB het positieve verschil tussen het rapportcijfer en het cijfer 6 is het
aantal compensatiepunten, het negatieve verschil tussen het rapportcijfer
en het cijfer 6 is het aantal tekortpunten.
18
O&O en PG+
O&O
De leerling krijgt voor de projecten binnen O&O een cijfer (afhankelijk van
de periode) en zal een eindcijfer krijgen.
PG+
Een leerling die PG+ volgt krijgt voor elke periode een cijfer. Dit cijfer zal
resulteren in een eindcijfer waarbij het gemiddelde van de 4 periodecijfers
als eindcijfer wordt genoteerd op het rapport.
Voor O&O en PG+ geldt dat het cijfer op het eindrapport leidt tot
maximaal één tekortpunt en maximaal één compensatiepunt.
Wanneer een leerling uitstroomt in klas 2 of in klas 3 bij O&O en PG+
gaan doen, wordt een combinatiecijfer gegeven op het eindrapport.
6.3 Bovenbouw
CE cijfer en regeling kernvakken klas 4 en 5
a. Een leerling is geslaagd als hij gemiddeld voor al zijn verplichte
vakken 6,0 of hoger staat en voor geen enkel vak een 3 heeft en
niet meer dan twee onvoldoenden heeft op niveau 2x5 of (1x4 en
1x5). LO moet met voldoende of goed beoordeeld zijn.
b. Het gemiddelde van de cijfers op het centraal schriftelijk examen
moet voldoende zijn (5,5). Let wel: het gaat hier niet om de
eindcijfers maar om de afzonderlijke CE-cijfers.
c. Leerlingen mogen voor de drie kernvakken Nederlands, Engels,
rekenen ( m.i.v 2015-2016) en wiskunde maximaal één 5 als
eindcijfer halen.
6.3.1 Tabel overgangsnormen klas 4
Cijfers
5 5 5*
4 5**
3 ***
Minimum
compensatiepunten
Voor bevorderen
3
3
n.v.t.
Minimum
compensatiepunten
Voor bespreekzone
1
1
1
* Ten aanzien van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde geldt
de volgende regel. De leerling mag maar voor één van de kernvakken bij
de overgang een 5 hebben. Wanneer er tweemaal een 5 voor een kernvak
staat, moet de leerling in een van de vakken een herexamen afleggen. Bij
driemaal een 5 is de leerling afgewezen.
** Ten aanzien van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde geldt
de volgende regel. Wanneer de leerling een 4 voor een van de kernvakken
heeft, moet de leerling in dat vak een herexamen afleggen. Wanneer de
leerling een 4 en een 5 voor een kernvak heeft, wordt na bespreking
19
gestemd over herexamen of afwijzen. Bij tweemaal een 4 voor een
kernvak is de leerling afgewezen.
*** Ten aanzien van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde geldt
de volgende regel. Een 3 is niet toegestaan bij een van de kernvakken;
daarmee is de leerling afgewezen.
6.3.2 klas 5
Een leerling is geslaagd als hij gemiddeld voor al zijn verplichte vakken
6,0 of hoger staat en voor geen enkel vak een 3 heeft en niet meer dan
twee onvoldoenden heeft op niveau 2x5 of (1x4 en 1x5). LO moet met
voldoende of goed beoordeeld zijn.
6.4 Herexamens
In sommige gevallen wordt een herexamen opgelegd. Het herexamen:
• wordt afgelegd in een onvoldoende vak;
• omvat een representatief deel van de stof;
• wordt door twee docenten van dezelfde sectie volgens een van
tevoren vastgesteld en aan de leerling meegedeeld model
gecorrigeerd.
• het herexamen dient voor de aanvang van het nieuwe schooljaar op
het daartoe in de herexamenbrief vermelde tijdstip te worden
afgelegd.
• de betrokken docenten stellen vast of het geleverde werk voldoende
is om voor het vak tot het volgende leerjaar te worden toegelaten;
indien dit zo is, wordt op de rapportvergadering formeel tot
bevordering besloten.
• Het cijfer van het herexamen vervangt het rapportcijfer voor het
betreffende vak. Als er dan een bevorderbare lijst staat is de leerling
bevorderd.
• Op het rapport wordt vermeld: “na herexamen bevorderd”.
6.5 Taken
Ten aanzien van taken gelden de volgende regels:
• bij de overgangsrapportvergadering wordt onderscheid gemaakt
tussen vrijwillige taken en adviestaken.
• vrijwillige taken zijn taken waar de leerling om verzocht heeft; de
afhandeling van de vrijwillige taken speelt zich af tussen docent,
leerling en jaarcoördinator. Ouders worden door middel van een email op de hoogte gesteld van het resultaat.
• de adviestaken worden door de overgangsrapportvergadering
opgelegd. De ouders van de leerling worden middels een brief van
de jaarcoördinator op de hoogte gebracht van de opgelegde taak en
ze worden schriftelijk door de jaarcoördinator op de hoogte gebracht
van het oordeel van de docent over de manier waarop de taak is
gemaakt.
20
•
de taken worden door de jaarcoördinator persoonlijk uitgedeeld
(voor de promotie);
de taken worden door de jaarcoördinator aangenomen en aan de
docent gegeven. De docenten kijken de taak na en bespreken zelf
het resultaat met de betreffende leerling.
6.6 Overige regels
Verder gelden de overige regels bij de overgang:
• op grond van de overgangsnormen worden leerlingen op hun
eindrapport bevorderd, afgewezen of op een bespreeklijst gezet.
• de bespreking van leerlingen die in de bespreekzone komen, kan tot
de volgende uitkomsten leiden; afwijzen, bevorderen of een
herexamen.
• voor leerlingen met dezelfde cijfers kan de uitkomst van de
bespreking verschillend zijn.
• indien een leerling 2 of meer tekortpunten heeft voor de klassieke
talen, brengt de vergadering een advies uit over de vraag of het
zinvol is de schoolloopbaan op het gymnasium te vervolgen.
• een leerling die voor de tweede keer in dezelfde klas of in twee
achtereenvolgende jaren doubleert moet zijn schoolcarrière elders
voortzetten.
21
7. Klachtenregeling
Voor het Praedinius Gymnasium geldt de klachtenregeling, zoals die door
het bevoegd gezag (O2G2) is vastgesteld. Voor ouders die een klacht
willen indienen, ligt een exemplaar van het reglement bij O2G2 ter inzage.
22
8. Ongevallenverzekering
Voor leerlingen heeft de school verschillende verzekeringen afgesloten. De
ongevallenverzekering; deze verzekering geldt van een uur voor schooltijd
tot een uur na schooltijd (tenzij de reisduur langer is).
De schoolreisverzekering; deze verzekering geldt tijdens schoolexcursies
en dekt ongevallen, bagage maar ook de kosten van reisonderbreking bij
sterfgevallen van familieleden tot de tweede graad (N.B.: De verzekering
geldt niet voor kosten van materiële schade met uitzondering van bril,
gedragen kleding en meegebracht studiemateriaal).
De aansprakelijkheidsverzekering stagiaires; deze verzekering dekt kosten
veroorzaakt aan de bedrijven waar leerlingen uit de 4e klas het arbeidsproject verrichten.
23