Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) • • • Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Volkomen concurrentie vwo 5 herhaling module 3 markt 1 Kenmerken van marktvormen: 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 p GTK Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) (Hoeveelheidsaanpasser) MK 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Monopolie: 1 aanbieder Homogeen product DNB, NS 10 afzet (prijszetter) 12 10 8 Oligopolie: 5-10 aanbieders Homogeen (elektriciteit) Heterogeen product (auto’s) Duopolie: 2 aanbieders Homogeen (elektriciteit) Heterogeen product (auto’s) (prijszetter) (prijszetter) p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 afzet 6 7 8 9 10 Monopolistische concurrentie: Veel aanbieders Heterogeen product (winkels) (prijszetter) Homogeen product = hetzelfde Je reageert op prijsveranderingen Heterogeen product = vergelijkbare producten havo 4 domein D 2 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 p GTK MK 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afzet * 1000 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 p GTK MK 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totale winst maximaal MO = MK (want MW = 0; geen toename TW) Lees q af Lees p = GO af Lees GTK af TO = GO*q TK = GTK*q TW = TO – TK 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 Afzet * 1000 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 GTK MK 0 1 2 3 4 5 6 p GTK MK 0 p 7 8 9 Volkomen concurrentie P = constant dus p = GO = MO MO = MK bij q = 3000 P=7 GTK = 4 TO = 7* 3000 = 21.000 TK = 4 *3000 = 12.000 TW = 9.000 euro 1 2 3 4 18 16 14 12 10 geld 8 6 4 2 0 10 6 7 8 9 10 Afzet * 1000 p GTK MK 0 Afzet * 1000 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afzet * 1000 havo 4 domein D 3 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totale winst maximaal MO = MK (want MW = 0; geen toename TW) Lees q af Lees p = GO af Lees GTK af TO = GO*q TK = GTK*q TW = TO – TK Monopolie MO = MK bij q = 3 mln P=9 GTK = 3 TO = 9* 3mln = 27 mln TK = 3* 3 mln = 9 mln TW = 18 mln euro Afzet * mln 12 12 10 10 8 8 p geld 6 MO 4 2 3 4 5 6 7 8 9 MK 0 0 1 GTK 2 MK 0 MO 4 GTK 2 p geld 6 0 10 Afzet * mln 1 2 3 4 6 7 8 9 10 Afzet * mln 12 12 5 10 10 8 8 p geld 6 4 2 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 MO GTK MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afzet * mln Afzet * mln havo 4 domein D 4 Voor het eerst uit de verliezen; kostendekkend; breakeven afzet GO = GTK Lees q af q = 100 (BEA) Lees p = GO af GO = GTK = 11 TO = GO*q TO = TK = 11 * 100 = 1.100 euro 14 12 10 geld 8 Qv 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 afzet * 100 12 Betalingsbereidheid groter dan de prijs: Consumentensurplus 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 Driehoekje (12 – 9)*3 mln * 0,5 = 4,5 mln euro MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afzet * mln havo 4 domein D 5 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 Monopolie Wat als de prijs 10 euro is? De afzet is 2 mln MO > MK Meer afzet Meer winst!! MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Afzet * mln Monopolie Wat als de prijs 8 is? bij q = 4 mln MO < MK Minder afzetten, hogere prijs Meer winst!!! Monopolie MO = MK bij q = 3 mln P=9 GTK = 3 TO = 9* 3mln = 27 mln TK = 3* 3 mln = 9 mln TW = 18 mln euro havo 4 domein D 6 16 14 12 10 geld 8 Qv 6 Qa 4 Consumentensurplus 0,5 * (14 – 6) * 4 = 16 euro 2 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 hoeveelheid Producentensurplus 0,5 *(6 – 2)* 4 = 8 euro 16 14 12 10 geld 8 Qv 6 Qa 4 2 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 hoeveelheid havo 4 domein D 7 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 afzet Producentensurplus bij totale winst maximaal 12 4 * 4 = 16 euro 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Consumentensurplus bij totale winst maximaal 0,5* 4 * 4 = 8 euro 10 afzet 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 afzet 6 7 8 9 10 havo 4 domein D 8 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Prijsdiscriminatie Verschillende prijs aan verschillende klanten berekenen Voorwaarden: Prijszetter (monopolist) Klanten kunnen niet op elkaars markt Kunnen het product niet doorverkopen Doel: totale winst vergroten Leidt tot afromen consumentensurplus door producent (Alle prijzen tot aan MK (=GTK)-curve.) 10 afzet 12 10 8 p geld 6 MO 4 GTK 2 MK 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 afzet havo 4 domein D 9 Markt met overheidsingrijpen g e l d i n e u r o 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Voordeel producent: minimumprijs Bij p = 5 aanbod q = 8 en vraag q = 5 Qv Qa P minimum 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Aanbodoverschot 3 producten. (Geld)waarde 3* 5 = 15euro (overheid zal dit opkopen) 12 afzet 16 Voordeel consument: maximumprijs 14 Bij p = 4 12 10 max prijs geld 8 6 Vraagoverschot 3 producten. Qv 4 aanbod q = 2 en vraag q = 5. Qa 2 Er ontstaat zwarte markt zonder overheidsinvloed waar de vragers hun producten kunnen kopen. 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 hoeveelheid Er ontstaat welvaartsverlies havo 4 domein D 10 Waarom grijpt de overheid in?? Onvoldoende efficiënt Meer concurrentie, meer op prijs letten; efficiënter (lagere prijs, zelfde kwaliteit) werken 16 14 12 10 geld 8 garantieprijs 6 Qv 4 Qa 2 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 hoeveelheid 9 10 Gevolgen voor andere dan de producenten komen niet in de prijs tot uiting Externe effecten (marktfalen) Milieuvervuiling, Arbeidsomstandigheden Maar ook: armoede (marktuitkomsten zijn onrechtvaardig) Ingrijpen door: Minimum – maximumprijs Accijns Wetten Octrooi of patent Toezichthouders havo 4 domein D 11 • • • • • • Consumentensurplus (= kopers surplus) Betalingsbereidheid groter dan de prijs 0,5*6*3 = 9 euro Producentensurplus (=verkopers surplus) Prijs is hoger dan de marginale kosten van het bedrijf) 0,5*6*3 = 9 euro • • • • Totale winst maximaal: MO = MK Q=3 GW = GO - GTK = 14 – 8 = 6 TW= 6*3 = 18 euro havo 4 domein D 12 Vraagcurven / prijsafzetcurven 22 • • 20 18 Volkomen inelastisch verticale curve Volkomen elastisch horizontale curve 16 14 geld 12 GO 10 GO' 8 • • GO'' 6 • • 4 2 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Oligopolie Beperkt aantal aanbieders (5-10 ) Homogeen of heterogeen Duopolie is bijzondere vorm met 2 aanbieders afzet Hoe meer substituten hoe elastischer klanten reageren. • GO = oligopolie GO’ = monopolie GO’’ = monopolistische concurrentie • • havo 4 domein D Monopolistische concurrentie Veel aanbieders heterogeen 13 Oligopolie 20 18 16 14 Qv1 12 Qv2 geld 10 MO1 8 MO2 6 MK GTK 4 2 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 afzet • • • • • • • Stel p = 12 Als deze aanbieder de prijs verhoogt, verliest hij snel afzet. Zijn klanten gaan naar de andere bedrijven Als hij de prijs verlaagt, dan gaan de concurrenten mee en zal de afzet minder snel toenemen dan hij had mogen verwachten. Bijzonder: MO = MK altijd bij q = 8. Als op kosten bespaard wordt, dan zal de prijs hetzelfde en de afzet het zelfde blijven (tussen MO = 8 en MO = 4) Geknikte vraagcurve havo 4 domein D 14
© Copyright 2024 ExpyDoc