Bgen b.d. J. Reitsma en Lkol b.d. F.A. Ebbelaar

DenK
Tekst: Bgen b.d. J. Reitsma en
Secretaris DenK, Lkol b.d. F.A. Ebbelaar
De werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht (DenK)
voor een professionele mening over de krijgsmacht en het meedenken over vrede en veiligheid1
Update DenK-activiteiten
Draagvlak
Verkrijging van draagvlak voor Defensie
in de Nederlandse maatschappij is al bijna
twee jaar het Center of Gravity van DenK.
Dat blijft voorlopig ook zo. Vanuit een viertal gezichtspunten: Dreigingbewustzijn,
Handel en Krijgsmacht, Structureel Nationaal Veiligheidspartner en Defensiegeld
goed besteed, geven wij hier inhoud aan.
Ook in de periode april - mei heeft DenK
gewerkt aan de verdieping van verschillende boodschappen vanuit deze gezichtspunten. In korte notities werden conceptstandpunten uitgewerkt en aan het NOVen GOV|MHB bestuur voorgesteld. Voor
de communicatie en het uitdragen van
deze standpunten door onze voorzitters
zette DenK deze standpunten om in korte
en krachtige verhalen, ondersteund door
voorbeelden en cijfers. Onze voorzitters
hebben in de voorbije maanden goed op
de actualiteit kunnen reageren door gebruik te maken van deze notities voor het
bepalen en verspreiden van verenigingsstandpunten.
Oekraïne
Onze DenK - voorzitter, genm b.d. Harm
de Jonge, slaagde er op 11 april in om een
opiniestuk geplaatst te krijgen in Trouw.
Naar aanleiding van de annexatie van de
Krim werd onder de titel ‘Laat anderen de
kastanjes maar uit het vuur halen’ gewezen op de verwaarlozing van de Nederlandse en andere Europese krijgsmachten.
Met een uitgave voor Defensie van net
iets meer dan een procent van het Bruto
Binnenlands Product (BBP) kan geen veel-
40 | Carré 4 | 2014
zijdige krijgsmacht met de benodigde
slagkracht en het gewenst voortzettingsvermogen in stand worden gehouden.
Deze geringe financiële inzet leidt in Amerika tot vraagtekens bij de bereidwilligheid
om Europa altijd maar weer bij te staan.
Poetin laat er zich in ieder geval niet door
afschrikken. Sterker nog, hij wil best wat
machtsvacuüm opvullen.
Uit de reacties van vele collega’s, waaronder ook veel officieren van het Korps Mariniers, blijkt dat wij een breed gedragen
mening verkondigen.
Minister Timmermans steekt
zijn nek uit
Eerder werd op 2 april door DenK - lid, en
afdelingsvoorzitter van West-Brabant/Zeeland, lkol Marcel Duvekot, in het Reformatorisch Dagblad gereageerd op uitspraken
van minister Timmermans. Op het pleidooi
van president Obama aan Europa om meer
verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen defensie en de oproep van de Christen
Unie om het defensiebudget te verhogen,
antwoordde Timmermans in maart in de
Kamer: ‘Ik vind het pleidooi voor meer
geld voor Defensie pas geloofwaardig op
het moment dat je eerst de nog bestaande
verspilling door de versnipperde Europese
samenwerking aanpakt’. Namens de NOV
en de gezamenlijke officierenverenigingen
sprak Duvekot in zijn artikel de instemming
uit over het impliciet door Timmermans
verwoordde voornemen om werk te gaan
maken van de al vijftien jaar falende voornemens van regeringsleiders om deze
samenwerking tot stand te brengen. Timmermans heeft als minister van Buitenlandse Zaken daartoe de ideale positie in
de Europese politieke arena. De officiersvereniging wijst er op dat al lange tijd een
tweetal zaken nauwere samenwerking lijkt
te blokkeren. Het zijn de nationale parlementen die niets willen weten van het
opgeven van de nationale soevereiniteit
over hun strijdkrachten en het zijn de belangen van de nationale wapenindustrieën
die kennelijk nationaal beschermd moeten
worden. Dat Timmermans nu praktische
mogelijkheden ziet om deze politieke blok-
kades te slechten, is goed nieuws. Gezien
het feit dat geen enkele voorganger van
Timmermans deze vraagstukken met enig
succes prominent op de Europese agenda
heeft weten te plaatsen, houdt de officierenvereniging forse twijfels of het dit keer
dan wel gaat lukken. Het zijn de politici
die de mate van Europese integratie van
nationale krijgsmachten bepalen, niet de
militaire professionals. Wij wensen de minister veel wijsheid. In het huidige politiek
klimaat met ’meer Europa’ als oplossing
te komen, getuigt wel van lef... Het afhouden van gesprekken over de absoluut
noodzakelijke verhoging van het defensiebudget -waarvan implementatie wellicht
pas na de huidige kabinetsperiode plaatsvindt, in de verwachting van betere samenwerking op Europees defensieterrein,
met de grote kans dat wij over twee jaar
niet veel verder zijn-, acht de GOV|MHB
onverantwoord. Tegen die tijd kunnen we
zonder die maatregelen de krijgsmacht van
het infuus halen en haar slechts bijstaan in
haar laatste bestaansmomenten.
Naar aanleiding van dit artikel stelde CDA
Kamerlid Knops aan de Minister van Defensie de schriftelijke vraag: ‘Deelt u de
opvatting van de officierenverenigingen
dat de logica van de Minister van Buitenlandse Zaken leidt tot een sterfhuisconstructie voor de krijgsmacht?2’ Namens
de Minister van Defensie kwam hierop
het korte empathische antwoord: ‘Ik lees
in het artikel niet dat de redenering zou
leiden tot een sterfhuisconstructie’. Wij beschouwen de ambtenaren op het Plein ook
als collega’s. Je zou als collega defensieambtenaar, ‘Kamervragen beantwoorder’,
toch een keer voor je eigen departement
willen opkomen? Als kamerlid zou ik mij
met dit soort antwoorden niet echt serieus
genomen voelen.
Timmermans op herhaling
Naar aanleiding van de herhaling van
deze uitspraken van onze Minister van
Buitenlandse Zaken, op 5 mei 2014, Bevrijdingsdag, in Nieuwsuur ‘dat er meer
Defensie nodig is in Europa‘, maar dat het
moest beginnen met ‘het tegen gaan van
de gigantische verspilling op het gebied
van defensie’, leverde voorzitter - DenK,
namens de GOV|MHB, en dus ook namens
de NOV, bij de NRC en Trouw nogmaals
een oproep richting Timmermans aan om
de handschoen op te pakken en werk te
maken van een breed gedragen gezamenlijk (Europees) veiligheids- en defensie
Beleid. Helaas vonden beide kranten dat
de Nederlander de laatste tijd al iets teveel
over vrede en veiligheid hadden kunnen
lezen. In dit opiniestuk gingen wij ook nog
in op het cijfergebruik van Timmermans ter
onderbouwing van zijn uitspraak. Hij stelde
dat alle EU-landen samen meer uitgeven
aan defensie dan de VS. De cijfers uit de
Military Balance
2013 van het gezaghebbende International Institute for Strategic Studies uit Londen geven echter een totaal ander beeld.
Per inwoner werd in 2012 in Europa ruim
$ 500 uitgegeven voor defensie tegenover
een bedrag van ruim $ 2000 per hoofd in
Amerika. Voor Nederland is het verschil
nog onthutsender: ongeveer $ 300 per
inwoner werd besteed aan defensie. Dit is
Free Rider gedrag ten voeten uit. Deze cijfers moeten Timmermans toch doen inzien
dat in Europa en in Nederland de bestedingen voor een fatsoenlijke defensiemacht
onmiddellijk fors omhoog moeten. Zijn
eerdere uitspraak werkt nogal verwarrend.
Uit de cijferreeksen over 2013 van de
NAVO blijkt dat Amerika goed is voor
75% van al het geld dat NAVO landen
aan hun defensie besteden. Het is volstrekt
begrijpelijk dat de Amerikanen vinden
dat Europa meer moet doen om de eigen
broek op te houden. Minister Hennis onderschreef dit op 8 mei, zich aansluitend bij
president Obama die eerder stelde in zijn
wake-up call dat Europa te zwaar leunt op
de VS. Amerika richt de aandacht meer en
meer op Azië en stelt terecht dat Europa
in staat moet zijn om de problemen in en
rondom het eigen continent zelf op te lossen. Het is beschamend te constateren dat
Europa niet in staat bleek om de oorlog in
voormalig Joegoslavië te beëindigen en dat
de Europese inzet boven Libië alleen kon
slagen met steun van de Amerikanen. Nu
zich een hachelijke situatie voordoet in de
Oekraïne blijkt dat de soft power van de
EU, onvoldoende gesteund door inzetbare
hard power, geen enkele indruk maakt op
de machtspoliticus Poetin.
Minister Timmermans heeft wèl een punt
waar het de doelmatigheid betreft van de
besteding van defensiebudgetten in Europa. Voor elke Euro besteed aan defensie
krijgt Europa minder hard power over
tafel! Een belangrijke oorzaak is dat alle
Europese landen ieder voor zich aan defensieplanning, die afgeleid is van een
evenzeer nationaal georiënteerd buitenlandbeleid, doen. Het gezamenlijk veilig-
heids- en defensiebeleid is tot op heden
een papieren tijger die nauwelijks tot enig
resultaat heeft geleid. Navrant voorbeeld
is de Headline Goal uit 1999, die moest
leiden tot een snelle interventiemacht van
60.000 militairen. Die is er nooit gekomen.
Voor elke missie die de EU onderneemt,
worden eenheden geronseld bij landen die
de betrokken missie van belang achten en
er aan mee willen doen. Nogal vrijblijvend
dus en weinig waar voor je defensiegeld.
Een ander gevolg van die versnipperde
aanpak is een ongewenste verscheidenheid
aan materieel. In Europa zijn veel onderscheiden types van eenzelfde wapensysteem in gebruik, vergeleken met de situatie
in de VS. In Europa zijn vier types tank in
gebruik (VS: een type), 16 verschillende
soorten gepantserde personeelsvoertuigen
(VS: drie types), 11 verschillende fregatten die gebouwd zijn op 21 marinewerven
(VS: een type fregat gebouwd op drie verschillende werven). Dat is voor Europa niet
alleen duur, maar operationeel ook niet
doeltreffend. Het rationaliseren van die Europese defensie-industrieën botst natuurlijk
met nationale belangen van werkgelegenheid. De gezamenlijkheid is hier nog ver te
zoeken en door de voortdurende nationale
bezuinigingen op de defensiebegrotingen,
die noch in NATO -, noch in Europees
verband, worden gecoördineerd, blijft er
onvoldoende geld beschikbaar voor een
geloofwaardige Europese defensie, laat
staan voor de ondersteunende capaciteiten
zoals strategisch luchttransport, tankervliegtuigen, cyberverdediging, satellietinformatie en nog 11 andere terreinen waar
in Europa een schreeuwend tekort aan is.
Minister Timmermans zal een tweesporen
beleid moeten aanhouden. Allereerst
dient hij zijn voorbehoud voor een ruimer
budget voor Defensie in Nederland te laten varen. Als we moeten wachten op de
merkbare resultaten van een betere Europese samenwerking, is de Nederlandse
strijdmacht zo ver weggezakt dat nauwere
samenwerking niet meer mogelijk is. Als je
niks meer te bieden hebt, vind je ook geen
partners om mee samen te werken.
Tegelijk echter zou Timmermans moeten
41
bereiken dat aan het gezamenlijk veiligheids- en defensiebeleid serieus invulling
wordt gegeven, zodat de diverse militaire
capaciteiten kunnen worden gerationaliseerd met minder verschillende types
wapensystemen en daardoor een veel efficiëntere Europese logistiek. Dat vormt een
uitdaging van formaat, hopelijk is dat aan
Timmermans wel toevertrouwd. Zijn voorgangers kregen dit niet voor elkaar.
En pas als dat bereikt is, kan er veel gewonnen worden en krijgt de belastingbetaler in Europa veel meer (defensie)waar
voor zijn geld. Deze klus ligt vooral op het
terrein van de Minister van Buitenlandse
zaken, bijgestaan door zijn collega’s van
Defensie en Economische zaken. Dus minister Timmermans, niet wijzen naar Defensie, maar eerst oppakken wat echt op
uw beleidsterrein ligt! Wij kijken uit naar
de resultaten van uw inspanningen.
Op de plank
Er zullen zich in de komende periode zeker nog gelegenheden voordoen om deze
boodschap aan het adres van minister Tim-
mermans te adresseren. Zo ook onze ideeen over de communicatie van de missie
in Mali, waarvoor binnen de Nederlandse
samenleving meer steun moet worden
opgewekt. Daarover wellicht meer in een
volgende Carré.
Eindnoten
1 uit Artikel 4 van de NOV - statuten
2 http://www.refdag.nl/mobile/opinie/streven_
naar_nauwere_europese_militaire_samenwerking_
lovenswaardig_1_817151
Contactdag voor KMar veteranen en oud KMar personeel
‘Koninklijke Marechaussee: al 200 jaar als het erop aankomt’. Dit motto zal
veteranen en oud KMar personeel van het Wapen aanspreken. Eén van de
jubileumactiviteiten dit jaar is de speciale contactdag Koninklijke Marechaussee (CD KMar) die in opdracht van Commandant Koninklijke Marechaussee
(CKMar) wordt georganiseerd. De CD KMar vindt plaats op vrijdag 3 oktober
2014 op de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn.
De dag bestaat uit twee delen: in de ochtend staat het programma in het teken
van de vertrouwde Veteranendag KMar
met kranslegging en nasimaaltijd en vanaf
14.00 uur op dezelfde locatie de reünie
voor alle oud KMar medewerkers.
KMar veteranen
De ochtend valt samen met al weer de 15e
Veteranendag KMar. De postactieve veteranen ontvangen de aanmeldstrook op de
adresdrager van het veteranenblad Checkpoint dat eind juli verschijnt. De veteranen
in actieve dienst kunnen het aanmeldingsformulier opvragen op het e-mailadres [email protected]. Het daarna
toegestuurde programma dient als toegangsbewijs voor de kazerne met op het
square de grote samenkomsttent. Het programma ziet er als volgt uit: 09.30-10.45
uur ontvangst, 10.45 uur de opening,
11.15 uur herdenkingsplechtigheid voor
gevallen en overleden veteranen bij het
monument voor de hoofdingang, 12.3013.30 uur nasimaaltijd. Vegetarisch of
zoutarm? Dit graag bij binnenkomst bij
de ontvangstbalie aangeven. Tussentijds
krijgen de veteranen ruimschoots de mogelijkheid om de veteranenbanden aan te
halen en te verstevigen. Er is weer veel te
beleven en te zien, dit alles gegoten in een
feestelijk jasje van het jubileum.
nen gebruik te maken van de parkeermogelijkheid van de Apenheul tegenover de
Burgemeester Roosmale Nepveulaan 29
te Apeldoorn. Gedurende de gehele dag
worden pendelbussen ingezet naar en van
de kazerne van deze parkeerplaats. De
organisatie zet eveneens bussen in van en
naar het station NS, ook voor de veteranen. Bij de ontvangstbalie ontvangen alle
deelnemers - ochtend en middagprogramma - drie consumptiebonnen per individu.
Aan het eind ontvangt een ieder een herinneringspresentje aan 200 jaar KMar op
vertoon van ‘tegoedbon’ die deelnemers
eveneens ontvangen bij de ontvangstbalie.
Militairen en burgers in werkelijke dienst
van de KMar ontvangen hetzelfde presentje enkele weken later op de Wapendag.
Het wordt vast weer een schitterende dag.
Oud KMar personeel
Om 14.00 uur vangt de reünie aan voor
allen die ooit bij de KMar hebben gewerkt
als militair - dus ook de dienstplichtigen en
het beroepspersoneel dat een bepaalde tijd
heeft gediend - of als burger. Het aantal
belangstellenden is gelimiteerd, dus hier
is van kracht: wie het eerst komt die het
eerst maalt. Belangstellenden kunnen het
aanmeldingsformulier digitaal opvragen op
e-mailadres [email protected].
Na aanmelding ontvangen deelnemers het
programma digitaal om toegang tot de kazerne te verkrijgen. Let wel: het programma is genummerd en gekoppeld aan de
NAW-gegevens van de deelnemer. Einde
van de reünie is om 17.30 gepland.
Parkeren
Burgemeester van Apeldoorn (l) en KMar-ambassadeur
der Veteranen defileren bij de krans
42 | Carré 4 | 2014
De bezoekers van het ochtendprogramma
kunnen parkeren nabij de hoofdingang
van de kazerne. De middagreünisten die-
Kranslegging door oorlogs- en vredesmissie-veteraan
KMar