2014 BD Gezinsdagboek.indd

BIJLAGEN
Gezinsdagboek
Dankdagmap 2014
Genoeg
te
delen
Genoeg
te
delen
Johannes 6:1-15
Johannes 6:1-15
1
Gezinsfolder
Hoe werkt deze gezinsfolder?
Doe-opdracht
Beschrijving voor de ouders van een kleine doe-opdracht om met elkaar
als gezin te doen. De plek van de beschrijving in de folder (bovenaan of
onderaan) geeft aan of de opdracht geschikt is om als introductie te doen
of juist als afsluiting. Het doen van dit soort opdrachtjes is niet alleen leuk,
maar ook erg functioneel. Kinderen onthouden de boodschap beter als
deze gecombineerd wordt met een stukje ‘ervaring’ en ‘doen’.
Advies: lees voordat de week begint alle opdrachtjes alvast door in verband met de (kleine) voorbereiding die het vraagt.
Bijbellezen
Het te lezen bijbelgedeelte met een korte uitleg voor de kinderen.
Tip: zorg dat de kinderen die kunnen lezen een eigen bijbeltje voor zich
hebben, zodat ze zelf kunnen meelezen (evt. hardop ieder een vers).
Ook is het met name voor jonge kinderen leuk om platen bij het verhaal te
zien. Zoek een kinderbijbel/bijbelboekje op met zulke platen en wijs aan of
vraag wat je ziet.
Gespreksvragen
Gespreksvragen om met elkaar door te spreken over het bijbelgedeelte en
de boodschap.
Probeer het gesprekje met de kinderen zo te leiden dat alle kinderen mee
kunnen doen, breng de vragen op het niveau van de kinderen. Voor jonge
kinderen: korte, eenduidige vragen (wie/wat/waar). Bij oudere kinderen
kun je daarop doorvragen, bijvoorbeeld ‘waarom vind je …’ of ‘hoe denk je
…’
Bidden en danken
Gebedspunten. Tip: laat de kinderen ook zelf hardop bidden.
Zingen
Suggesties om te zingen. De nummers verwijzen naar de bundel Op
Toonhoogte van Boekencentrum/HGJB. De themaliederen staan in dit
boekje afgedrukt. Zingen helpt kinderen enorm om de inhoud van het verhaal te verwerken. Daarnaast brengt zingen vreugde: door te zingen kun
je God de lof en dank brengen. Het is belangrijk om de vreugde van het
samen zingen ook in je gezin een plek te geven.
Tip: laat de kinderen zelf meespelen op hun instrumenten, laat hen gebaren maken (evt. zelf te verzinnen) bij de liederen en zing het lied indien
mogelijk in canon.
Maandag
Brood uit de hemel
Bijbellezen
Leesvraag: Hoe zorgt de Heere voor Zijn volk in de woestijn?
Lees samen Exodus 16:2-4 en 13-18.
Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje.
Mopper jij wel eens? Misschien als je je kamer moet opruimen? Of als je
boodschappen moet halen? Of als je het eten niet lekker vindt? Ben je blij
en dankbaar als je moppert?
Natuurlijk niet. Als je moppert, ben je boos.
Het volk Israël is uit Egypte vertrokken en ze zijn op weg naar het beloofde land. Eerst gaat de reis heel voorspoedig. God zorgt dat er steeds
water is om te drinken. Maar als de Israëlieten in de woestijn komen, raakt
het meegebrachte eten op. De mensen beginnen te mopperen en te klagen. Boos lopen ze naar Mozes en Aäron. Maar dan gaat de Heere God
spreken en laat Hij zien Wie Hij is: een God Die zorgt. Hij zorgt zelfs voor
mopperaars en klagers. God belooft dat er die avond vlees zal zijn en de
volgende dagen zal er brood uit de hemel komen. Maar Hij stelt de mensen ook op de proef: er zal steeds voor één dag brood uit de hemel zijn.
Als de Israëlieten de volgende morgen wakker worden, liggen er overal
witte korreltjes.
‘Wat is dat?’ vragen ze. Het is manna, het brood uit de hemel, dat de Heere hun beloofd heeft. Ze kunnen het koken, maar ook bakken. Het is zoet
en het smaakt heerlijk. Ze mogen er zoveel van verzamelen als ze die dag
op kunnen eten. Want als het warmer wordt, dan smelt het manna weg.
De Israëlieten mogen het manna niet bewaren. Het bederft heel snel.
3
Wat geweldig dat de Heere zo elke dag voor Zijn volk zorgt! God is nog
steeds Dezelfde.
Hij zorgt ook elke dag voor jou en voor mij!
Gespreksvragen
 (kom terug op de leesvraag)
 Hoe zorgt God nu voor ons?
 Wanneer mopper jij wel eens over het eten? Wat zou God daarvan vinden?
 Vind je het moeilijk om te vertrouwen dat er morgen ook weer genoeg te
eten zal zijn? Waarom wel of waarom niet?
Doe-opdracht
Net als de Israëlieten hebben wij de neiging om voorraden op te bouwen.
Omdat het handig is (dan hoef je niet elke dag naar de winkel), maar ook
omdat je er zeker van wilt zijn dat je altijd genoeg hebt. Door middel van
deze opdracht ontdek je hoe groot jullie voorraad is en bekijk je wat je kunt
missen. Daarvan delen jullie uit aan anderen.
Dit heb je nodig: producten uit de voorraadkast, tas of doosje, spullen om
de tas of het doosje te versieren, een kaartje.
Zo ga je te werk: open de voorraadkast(en) en bekijk welke producten
jullie op voorraad hebben. Welke producten kunnen jullie missen? Maak
er een mooi pakketje van om weg te geven aan iemand die het goed kan
gebruiken. Dit kan een gezin zijn wat je kent, maar ook de dakloze bij de
supermarkt of die oude meneer die altijd alleen in het park zit.
Hierover kun je napraten: een aantal Israëlieten raapten extra manna om
er zeker van te zijn dat ze de volgende dag ook genoeg voedsel zouden
hebben. Maar ze mochten geen voorraad aanleggen. Ze moesten er elke
dag op vertrouwen dat er ook de volgende dag genoeg zou zijn.
Ook wij hebben onze voorraden opgebouwd. Dat is handig, want dan hoef
je niet elke dag naar de supermarkt. Toch is het goed om elke dag weer te
bedenken dat je dit voedsel van God ontvangt en dat je er elke dag op vertrouwt dat Hij voor je zorgt! Want er is genoeg, zelfs genoeg om te delen!
Bidden en danken
 Vraag of God elke dag opnieuw voor jou wil zorgen.
 Bid voor degene aan wie je het voedselpakketje hebt gegeven.
 Dank God voor wat Hij jou geeft en noem verschillende dingen op.
Zingen
 Psalm 105: 22
 OTH 281
Zij werden daag’lijks begenadigd
Mijn Vader, dank U wel dat U steeds bij mij bent.
4
Themalied Genoeg te delen
Johannes 6:1-15
(onderbouw)
Ik zie veel mensen staan.
Ze luisteren al uren,
het zal niet lang meer duren,
de zon zal ondergaan.
de zon zal ondergaan.
Een jongen heeft wat vis
bij Jezus aangeboden.
En ook vijf kleine broden,
wat veel te weinig is.
wat veel te weinig is.
Maar Jezus breekt het brood.
En in het gras gezeten,
krijgt elk genoeg te eten.
Wat is het wonder groot!
Wat is het wonder groot!
Wat ook een wonder is?
Na ’t eten door zovelen
blijft er genoeg te delen:
twaalf manden brood en vis.
twaalf manden brood en vis.
Melodie: Het water steeg wel hoog (OTH 363)
Tekst: Roel Bartels
Melodielijn
5
Zoek de 10 verschillen!
Spel
Met dit spel ontdek je wat
er ‘ontbreekt’ op de tafel.
Mis je het ook écht!?
Dit heb je nodig:
een gedekte tafel
Zo ga je te werk:
een van de gezinsleden
gaat naar de gang. De
anderen halen een pro-
duct van de tafel weg,
bijvoorbeeld het brood of
de pindakaas of een bord.
Degene die op de gang
is geweest, komt terug
en mag kijken wat er ontbreekt.
Kan hij/zij het raden? Mis
je dit product ook écht?
6
Kun je zonder dit product
de maaltijd eten? Je kunt
dit spelletje zo vaak herhalen als je wilt.
Hier kun je over doorpraten: welke dingen van de
tafel kun je niet missen?
Welke dingen kun je wel
missen?
Teksten zoeken
Welke bijbeltekst past er bij de plaatjes?
Trek een lijntje van het plaatje naar de juiste bijbeltekst.
Johannes 6:5,
Markus 6:33-34
Johannes 6:7-9
Johannes 6:9
Johannes 6:11
Johannes 6:11,
Markus 6:41
Johannes 6:11
Johannes 6:13,
Markus 6:43)
Themalied Genoeg te delen
(bovenbouw)
Johannes 6:1-15
Heel veel mannen en veel vrouwen
lopen achter Jezus aan,
en ze hopen en vertrouwen
dat een wonder wordt gedaan.
Op een heuvel bij het water
van het meer Tiberias
wordt het ongemerkt steeds later,
als men luistert in het gras.
Hij blijft steeds maar aan het breken:
brokken brood en stukken vis.
En dat wonder is het teken,
dat Hij écht de Christus is!
Hij gaf eten aan zovelen,
ook wij hebben overvloed.
God geeft ons genoeg te delen.
Dank U wel! Wat bent U goed!
Jezus vraagt voor hen om eten,
want de avond nadert al.
Maar Hij heeft toen al geweten
hoe Hij hier nu helpen zal.
Kijk, een jongen komt naar voren
met wat vis en met wat brood.
Jezus dankt al van tevoren
Jez
en
n dan wordt het wonder groot.
Melodie Welk een Vriend is onze Jezus (OTH 165)
Of: Lichtstad met uw paarlen poorten
Tekst Roel Bartels
8
Dinsdag
Genoeg te delen!
Bijbellezen
Leesvraag: Hoeveel eten is er aanwezig?
Lees samen Johannes 6:1-13.
Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje.
De discipelen zijn er door Jezus op uit gestuurd om over Hem te vertellen
en om in Zijn Naam wonderen te doen. Ze zijn er vol van! Als ze daarna
bij Hem terugkomen, willen ze er graag over vertellen. Jezus wil op een
rustige plaats met hen praten, waar niet zoveel mensen om hen heen zijn.
En daarom vraagt Hij om in een vissersboot naar een stille plek te varen.
Maar de mensen willen graag nog meer van Jezus zien en horen! Ze laten Hem niet met rust. Ze zien dat het bootje dichtbij de kust blijft en lopen
mee in dezelfde richting. Een tijdje later gaat Jezus weer aan land. Daar
staan al duizenden mensen op Hem te wachten. Zou de Heere Jezus hen
wegsturen? Nee, dat doet Hij niet, want Hij heeft medelijden met hen. Hij
neemt de tijd en vertelt hen over Zijn Koninkrijk, waar geen ziekte is. Hij
laat daar ook alvast iets van zien door zieken te genezen. Zo is Jezus tot
de avond bezig.
De discipelen zien het steeds later worden. Ze worden ongerust en zeggen tegen Jezus dat Hij de mensen weg moet sturen zodat ze in de omliggende dorpen brood kunnen kopen en nog thuis kunnen komen voor
het donker wordt. Maar Jezus zegt: ‘Geven jullie ze dan iets te eten.’ Ze
hadden toch grote verhalen verteld over de wonderen die ze gedaan hadden?
Eén discipel antwoordt: ‘Maar zoveel geld hebben we niet!’ En een andere
zegt: ‘Hier is een jongetje met vijf broden en twee vissen, maar dat helpt
9
ook niet, want hier zijn wel duizenden mensen.’ Dan antwoordt Jezus:
‘Laat de mensen in groepen in het gras gaan zitten.’
Jezus dankt voor het voedsel en brokkelt het brood en de vis aan stukken.
Hij geeft ze aan de discipelen en die delen het weer uit aan de mensen.
Iedereen krijgt zoveel hij lust en wat er overblijft wordt verzameld om te
bewaren, want je mag nooit zomaar eten weggooien. Zo zorgt de Heere
Jezus dat iedereen méér dan genoeg krijgt en dat er zelfs nog over blijft
om aan anderen te delen.
Gespreksvragen
 (kom terug op de leesvraag)
 Hoeveel mensen moeten daarvan eten?
 Wat doet de Heere Jezus met het eten wat er is?
 Wat is de bedoeling van bidden en danken bij het eten?
 Aan welke dingen uit deze geschiedenis kun je merken dat Jezus veel
van mensen houdt?
 Hoe kun jij aan anderen uitdelen van wat je hebt?
Doe-opdracht
Van weinig maakte Jezus veel, om uit te kunnen delen aan iedereen die
aanwezig was. Met deze opdracht maken jullie van een klein beetje maïs,
een heleboel popcorn. Je deelt het uit aan anderen.
Dit heb je nodig: stevige pan, olie, droge maïs, suiker of zout
Zo ga je te werk: laat de kinderen raden hoeveel popcorn je kunt maken
van het kleine beetje maïs. Verwarm de pan en doe er een klein laagje
olie in. Voeg de maïs toe. Deksel erop en... poppen maar! Voeg de suiker
of het zout toe. Deel de popcorn met elkaar en deel ook uit aan kinderen
in de buurt.
Bidden en danken
 Bid voor mensen die honger moeten lijden.
 Dank de Heere dat wij méér dan genoeg hebben en dat God mogelijkheden geeft om met anderen te delen.
Zingen
 Psalm 146: 5 ’t Is de Heer, die ’t recht der armen
 OTH 375
Aan de oever van het meer
10
Woensdag
Het echte Brood
uit de hemel
Bijbellezen
Leesvraag: Hoe noemt de Heere Jezus Zichzelf in dit bijbelgedeelte?
Lees samen Johannes 6:24-35.
Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje.
Vroeger kregen de mensen die in de gevangenis zaten het hoognodige te
eten: ze kregen water en brood. Ik denk dat jij ook elke dag wel brood eet
en misschien wel twee keer per dag. Brood heb je nodig om in leven te
blijven!
Na de broodmaaltijd waarover we gisteren hebben gelezen, zijn de mensen naar huis gegaan. Maar de volgende morgen zoeken ze Jezus weer
op. Ze willen Hem tot koning maken, dan kan Hij voor altijd voor brood
zorgen. Dat is gemakkelijk!
Jezus zegt tegen de mensen: ‘Jullie zoeken Mij omdat Ik jullie te eten heb
gegeven. Maar Ik ben het levende Brood uit de hemel en iedereen die
daarvan eet, zal voor altijd leven.
Jullie voorouders kregen manna uit de hemel, maar zij zijn allemaal gestorven. Ik ben het Brood dat leven geeft. Alle mensen die in Mij geloven,
alle mensen die in de Bijbel lezen, alle mensen die tot Mij bidden, die zullen het eeuwige leven van Mij ontvangen.’
Wat bedoelt Jezus nu? Levend brood? Wat is dat?
De Heere Jezus wil daarmee zeggen dat Hij Zichzelf geeft. Jezus zal
sterven aan het kruis. Hij zal de straf dragen die zondige mensen hebben
11
verdiend. En daardoor kan Hij aan de mensen die in Hem geloven eeuwig leven geven in Zijn hemels Koninkrijk. Want Hij heeft beloofd: er komt
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Net zoals het brood bij het Heilig
Avondmaal gebroken en uitgedeeld wordt aan mensen, zo wordt ook Zijn
leven uitgedeeld aan de mensen. Jezus is het echte Brood uit de hemel.
Brood hebben we elke dag nodig. Zo hebben we ook de Heere Jezus elke
dag nodig! Niemand hoeft van honger om te komen. Jezus heeft Zijn leven vol liefde geofferd, voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus wil graag
alle gelovige mensen voor altijd gelukkig maken. Wat is de liefde van onze
Heiland toch groot! Ook voor jou!
Gespreksvragen
 (kom terug op de leesvraag)
 Wat betekent dat?
 Jaren geleden werd door de zending actie gevoerd met het motto:
Brood voor het hart! Wat zou daarmee bedoeld zijn?
 Heb jij ook de mogelijkheid om van het Levende Brood te delen? Hoe
kun je dat doen?
Doe-opdracht
Het bijbelgedeelte van gisteren ging over brood en vis wat werd vermenigvuldigd en uitgedeeld. Vandaag heb je gelezen over Jezus die Zichzelf het
Levende Brood noemt, het Brood dat leven geeft. Jullie maken visjes en
broodjes met een mooie (bijbel)tekst om uit te kunnen delen aan anderen.
Dit heb je nodig: velletjes rubber/foam in verschillende kleuren, scharen,
tie-wrap/lint, watervaste pen.
Zo ga je te werk: knip een eenvoudige visvorm en broodvorm uit, maak er
een klein gaatje in, bundel er twee of drie met een tie-wrap/lint, schrijf er
een mooie (bijbel)tekst op. Bijvoorbeeld: ‘God zorgt voor jou’, ‘God houdt
van jou’, ‘Alzo lief had God de wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’, ‘Jezus is het Brood dat leven geeft’.
Deel de broodjes en visjes uit aan iemand die God nog niet kent. Bijvoorbeeld een kindje uit je klas of een buurjongetje of buurmeisje. Je kunt dan
vertellen dat je hem of haar dit geeft omdat je het erg fijn vindt als zij ook
horen over Gods liefde.
Bidden en danken
 Bid of Jezus ook voor ons Brood uit de hemel wil zijn.
 Dank voor de liefde van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zingen
 Psalm 100: 1 en 4
 OTH 393
Juich aarde, juicht alom de Heer
Dank U voor de wond’ren die gebeuren
12