VBC-Newsletter-jan13 - BearingPoint Caribbean

Tel.: 461-1210
Fax: 461-5422
Newsletter
[email protected]
www.vbc.an
VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER JANUARI 2013
1.EDITORIAL
2.ECONOMIE
 Begroting Curaçao 2013
 Aanpassing OB wetgeving (gedifferentieerde tarieven)
3.RAPPORTEN
 Resultaten Zorgrekeningen 2008 t/m 2011
4.(Nieuwe)Wetgeving
5.ECONOMISCHE INDICATOREN
1.EDITORIAL
De begroting Curaçao 2013 is door een meerderheid van de Staten goedgekeurd. Op
papier is er sprake van evenwicht echter in de praktijk zal moeten blijken of de
aangekondigde maatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd en gerealiseerd gaan worden.
Een van de obstakels is dat de begroting opgesteld is door twee kabinetten en thans
gedeeltelijk aangepast door de huidige regering die de uitvoering ter hand moet nemen.
Door deze constructie, die het gevolg is van een samenloop van omstandigheden, wordt
het lastig om het kabinet Hodge verantwoordelijk te stellen voor de hele begroting. De
Minister President heeft dan ook aangekondigd dat spoedig een suppletoire begroting zal
worden ingediend.
Om de begroting sluitend te krijgen moeten er een groot aantal (impopulaire) maatregelen
worden genomen. Deze bestaan onder meer uit het verhogen van de premies, loon- en
leeftijdgrenzen sociale verzekeringen, hogere en gedifferentieerde tarieven
omzetbelasting, verhogen van de grondbelasting, verminderen overheidsuitgaven in de
vorm van het verlagen van de personeelslasten, subsidies, goederen en diensten.
Daarnaast zal ook fors ingeteerd worden op reserves van de sociale verzekeringsfondsen.
Verkrijgen van evenwicht op de begroting is noodzakelijk om de in juli 2012 opgelegde
“Aanwijzing” ongedaan te krijgen, waardoor de weg vrijkomt die het kabinet voor ogen
heeft te weten aangaan van leningen (vergroten van de staatsschuld) om investeringen te
financieren.
Op grond van opgedane (praktijk) ervaringen bestaat er bij velen twijfels of al deze
voorgestelde maatregelen daadwerkelijk en tijdig geïmplementeerd gaan worden. Ook de
strategie van het (apriori) aangaan van leningen roept vragen op. De eerste tegenslag
1
heeft zich ondertussen aangediend. Het kabinet heeft tegenwerking ontvangen van de
overheids vakbonden die weigeren om onder de basis ziektekostenverzekering
ondergebracht te worden. De private sector heeft hiertegen scherp gereageerd omdat
hierdoor het solidariteitsbeginsel onderuit wordt gehaald en een tweedeling van de
maatschappij dreigt. Ook worden de (protest)geluiden tegen invoering van
gedifferentieerde en hogere OB tarieven met handhaving van de cumulatie steeds luider.
Met name de sectoren toerisme, groothandel en buurt mini-markets en toko’s worden
hard aangepakt.
De vraag is of het een goede ontwikkeling is indien het draagvlak om maatregelen te
nemen steeds meer geërodeerd wordt. Leidt dit niet tot toename van de onzekerheid en
aantasting van het vertrouwen? Het zijn vooral deze twee begrippen die op dit moment
van groot belang zijn voor de Curaçaose economie. Hoe groter de zekerheid en het
vertrouwen des te sneller de financieel en sociaaleconomische vraagstukken opgelost
zullen worden.
Het kabinet Hodge wordt dan ook geadviseerd om alles in het werk te stellen om
voornoemd afbraak proces tot stand te brengen en het draagvlak voor te nemen
maatregelen te vergroten.
Een goed doordacht evenwichtig, consistent en concreet economisch groeiplan zal zeker
hieraan bijdragen. Hopelijk wordt dit een voornaam onderdeel van de suppletoire
begroting die, zoals door de Regering is aangekondigd, op zeer korte termijn zal worden
ingediend. Vol verwachting wordt hiernaar uitgekeken.
2.ECONOMIE

Begroting Curaçao 2013
Op 7 janauri 2013 hebben de Staten een aanvang gemaakt met het behandelen van de
ontwerp begroting Curaçao 2013 en op 19 junari is de begroting goedgekeurd door een
meerderheid van het parlement.
Formeel is de begroting 2013 in evenwicht (vide tabel 1) conform gemaakte afspraken
(schuldsaneringsproces).
In tabel vorm ziet het overzicht van de begroting 2013 er beknopt als volgt uit:
2
Tabel 1Begroting Curaçao 2013 mln
ANG
2013
2012
Gewone Dienst
Baten
1618
1723
Lasten
1618
1679
Saldo
0
44
Kapitaal Dienst
Baten
Lasten
Saldo
Begrotingssaldo
270
270
0
20
64
-44
0
0
In de praktijk blijkt echter dat sedert 2010 sprake is van tekorten op de
begrotingen (vide tabel 2). Dit is een van de hoofdredenen waarom in juli 2012 de
Rijks Minister Raad (RMR) overgegaan is tot het geven van een Aanwijzing.
Tabel 2 Overzicht begrotingssaldo Curacao bij ongewijzigd beleid
2010
2011
2012
2013
2014
Gewone Dienst
-12
-111
-100
Kapitaal Dienst
-17
0
0
2015
-90
-30
Saldo
-106
-156
-29
-111
-100
-120
Bron: Minister van Financiën, gepresenteerd op bijeenkomst Nationale Dialoog nov 2012
De tekorten van de jaren 2010 en 2011 zijn gedeeltelijk gefinancierd met de meevaller
van de BRK. Conform de aanwijzing dient in 2012 nog ANG 98 miljoen gecompenseerd
te worden.
Echter in 2012 is er wederom sprake van een tekort op de begroting en wordt niet
voldaan aan een van de eisen van de Aanwijzing. Onder meer om deze reden heeft het
CFT negatief geadviseerd over de begroting 2012.
Voor de begroting 2013 die bij ongewijzigd beleid ook een tekort te zien geeft komt de
CFT wederom niet verder dan een negatief advies. Het betreft hier de concept ontwerp
begroting augustus 2013.
Indien de ontwikkelingen bij de SVB als onderdeel van de publieke sector er bij
betrokken wordt dan levert dit het volgend beeld op:
3
Tabel 3 Overzicht begrotingssaldo publieke sector bij ongewijzigd beleid
2010
2011
2012
2013
2014
2015
OVERHEID
Gewone Dienst
-12
-111
-100
-90
Kapitaal Dienst
Saldo
-106
-156
-17
0
0
-30
-29
-111
-100
-120
-210
-270
-310
-90
-120
-120
SVB
167
ZV
61
AOV
106
-120
-150
-180
OVERIG
Pm
pm
pm
Pm
-321
-370
-470
TOTAAL
Bron: Minister van Financiën
196
Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de regering besloten om een aantal
substantiële wijzigingen door te voeren om onder meer te kunnen voldoen aan de eisen
welke geformuleerd zijn in de in juli 2012 door de RMR verstrekte Aanwijzing.
Uit de begroting 2013 ( Nota van Financiën) blijkt dat de regering kiest voor een aanpak
welke gebaseerd is op twee hoofduitgangspunten:
 Verhogen van de Staatsschuld in de vorm van aangaan van leningen;
 Interen op reserves ( in het bijzonder fondsen sociale verzekeringssector):
Deze strategie kan even wel alleen worden verwezenlijkt indien voldaan wordt aan de
voornaamste eis van de Aanwijzing te weten realiseren van evenwicht op de begroting.
Pas dan wordt het mogelijk om leningen aan te gaan.
Het aangaan van leningen is volgens de Regering noodzakelijk om economische groei te
stimuleren.
Om evenwicht op de begroting te realiseren dienen volgens de Regering een groot aantal
maatregelen te worden genomen. Het betreft zowel inkomstenverhogende als uitgaven
verlagende maatregelen.
Deze maatregelen worden in een drietal categorieën ingedeeld:
-
Maatregelen zonder negatieve economische consequenties:
Inkomstenverhogende maatregelen met negatieve economische consequenties;
Uitgaven verlagende maatregelen met negatieve economische gevolgen;
4
In onderstaand tabel wordt een gedetailleerd (cijfermatig) overzicht verstrekt van de
voorgestelde maatregelen.
Implementatie hiervan zal volgens de Regering resulteren in evenwicht en zelfs
overschotten op de begrotingen van de komende jaren. Tevens zal sprake zijn van een
structureel gezond sociale zekerheidsstelsel en duurzame economische groei.
Bron: CFT, ongevraagd advies ontwerpbegroting 2013
Redactioneel commentaar:
De visie van de Regering om economische groei te stimuleren teneinde de negatieve
economische effecten van de afgekondigde maatregelen te mitigeren wordt door de VBC
onderschreven. Duurzame economische groei is noodzakelijk. Dat hiertoe leningen
5
aangegaan moeten worden zou kunnen. De vraag is wanneer dit middel toegepast moet
worden. Dient dit het begin uitgangspunt te zijn of zou pas hierop een beroep gedaan
moeten worden nadat alle andere opties zijn uitgeput met andere woorden als een soort
van “lender of last resort” ?
De historie wijst uit dat een ongebreidelde aanpak gericht op het laten oplopen van de
staatsschuld door telkens leningen aan te gaan tot grote problemen heeft geleid. Dankzij
de genereuze opstelling van Nederland is Curaçao financieel uit de brand geholpen. Is het
niet de bedoeling om lering te trekken uit deze ervaring of gaat deze aanpak worden
herhaald met dien verstande dat het onwaarschijnlijk is dat Nederland wederom
financieel zal bijspringen
Andere vragen die rijzen zijn of de vele voorgestelde maatregelen überhaupt haalbaar zijn
en indien dit het geval is ook binnen de gestelde periode. Hoe realistisch zijn de begrote
bedragen? Is het wijs om één schommelfonds sociale verzekeringen op te zetten en in te
teren op de reserves zonder dat sprake is van significante herstructurering van het huidige
AOV en ZV stelsel?
Terecht wordt geconstateerd dat duurzame economische groei nodig is om de problemen
structureel op te lossen. Hoe gaat dit worden gerealiseerd? Welke zijn de groei sectoren
en de concrete maatregelen om het investeringsklimaat te verbeteren? Draagt invoering
van een gedifferentieerd OB stelsel hieraan bij?
Een andere indringende vraag is wat de waarde is van het opstellen van een begroting die
op schrift in evenwicht is, doch in de praktijk blijkt dat dit niet het geval is. In
voorgaande jaren heeft deze ontwikkeling zich ook gemanifesteerd.

Aanpassingen OB wetgeving
In de begroting 2013 van Curaçao is in het kader van het onderdeel verhoging inkomsten
overheid ter vermindering van de overheidstekorten het voorstel opgenomen om de
Omzetbelasting (OB) aan te passen. Vooralsnog is het niet duidelijke wanneer de
wijzigingen van de OB wetgeving zullen worden doorgevoerd. De Staten dienen zich nog
hierover uit te spreken.
Voornaamste voorgestelde aanpassingen:
 Luxe en/of ongezonde goederen en diensten belasten met een hoger tarief. Het
huidig tarief van 6% wordt verhoogd naar 9% inclusief cumulatie. Voor een
compleet overzicht van deze lijst vide bijlage;
 Vrijstelling (0% tarief) voor eerste levensbehoeften eieren, rijst, aardappelen,
graan, meel, babyvoeding, fruit en groenten met uitzondering van fruit en
groenten in conserven of ingevroren. Vide bijlage overige vrijstellingen.
 Prijsaanduiding inclusief OB;
 Inbedden logeerbelasting in OB;
 Economische zones worden uitgezonderd van OB;
 Aanpassing vereisten voor facturen en kassabonnen;
 Herijking vrijstellingen waardoor verplegen van personen in niet commerciële
instellingen en sociaal, culturele, charitatieve, sportieve en godsdienstige
activiteiten worden vrijgesteld;
 Inbedden aanschrijvingen en toezeggingen in de Landsverordening;
6
 Corrigeren weeffouten en onjuistheden in de Landsverordening;
 Invoering administratieve sanctie waaronder tijdelijke sluiting van zaken;
Budgettaire gevolgen:
Indien de voorgestelde aanpassingen worden doorgevoerd wordt een meeropbrengst van
ANG 17,8 miljoen op jaarbasis verwacht.
Motivering van de Regering om over te gaan op tarief differentiatie OB:
De verhoging van het OB tarief van 5% naar 6% per 1 januari 2012 leverde niet de
gewenste opbrengsten op mede vanwege de tegenvallende economische ontwikkeling. De
financiële positie van het Land is echter verslechterd reden waarom een verhoging van de
belastingopbrengsten noodzakelijk is. Een gedifferentieerde verhoging van de OB van
6% naar 9% is hierbij een alternatief om dit tekort te dekken.
Redactioneel Commentaar:
- De motivering van de Regering om over te gaan tot verhoging van de OB is niet
erg overtuigend. Het is aannemelijk dat de verhoging van de OB per 1 januari
2012 ( lastenverzwaring van de burgers en ondernemers) mede ertoe geleid heeft
dat de economische groei is verminderd waardoor de verwachte OB opbrengsten
niet zijn gehaald. De reactie om het OB tarief dan maar verder op te trekken roept
de nodige vragen op. Immers de kans is groot dat verdere lastenverzwaringen tot
dalende economische groei zullen leiden en daarmee tot minder
belastingopbrengsten. Wat dan? Wederom verhogen van het OB tarief naar 12,
15, 20% of hoger???
Is verlaging van de overheidsuitgaven niet een beter en logischer alternatief?
- Handhaven van de cumulatie betekent aanvaarden en het erger maken van
schending van de neutraliteit op het gebied van concurrentieverhoudingen. De
functie van onder andere (groot) importeurs komt hierdoor in het geding omdat
het aantrekkelijk wordt om rechtstreeks te gaan importeren. Dit impliceert
moeilijke tijden voor toko’s, minimarkten etc. en daarmee de consument die
vanwege de cumulatie met substantiële prijsstijgingen geconfronteerd gaan
worden.
- Het gevaar voor inflatie is niet ondenkbeeldig. Nu al bedraagt deze meer dan
3.2%. Een prijs-loon spiraal dreigt.
- De overheid is niet bepaald een betrouwbare partner. Al decennia wordt
voorgesteld om het OB tarief op te trekken naar 7% met afschaffing van
cumulatie en een 0 tarief voor goederen en diensten van eerste levensbehoefte om
tegemoet te komen aan lagere inkomensgroepen. Steevast werd het dogma dat dit
niet kan vanwege het doorbreken van de eenvoud van het OB stelsel gehanteerd.
Nu blijkt dit argument opeens niet meer te gelden want de overheid heeft geld
nodig. Super opportunistisch doch ook zeer onbetrouwbaar. Een dergelijke
onevenwichtige opstelling van de overheid draagt niet bij tot het vergroten van het
vertrouwen.
- Invoering van het gedifferentieerd OB tarief stelsel zal naar verwachting
additioneel ANG 17,8 miljoen opbrengen. Weegt dit op tegen de grote
administratieve en ingewikkelde controle technische werkzaamheden die bij dit
7
-
-
-
-
-
stelsel nodig zijn? Zijn er geen effectievere maatregelen denkbaar o.a. het in het
verleden geopperd voorstel de vrijstelling deelname casino’s te schrappen?
De definitie van luxe goederen roept vragen op. Is b.v. groente uit blik en
diepvries luxe? Voor verse groente geldt wel het nul tarief.
Is het terecht om computers te beschouwen als luxe producten terwijl
tegelijkertijd gestreefd wordt om het opleidingsniveau en de arbeidsproductiviteit
te verbeteren?
Het gemak waarop de deskundigen van de sector fiscale concluderen dat het niet
mogelijk is om milieuvriendelijk en relatief goedkope auto’s uit te sluiten van 9%
is alles behalve overtuigend.
Het toerisme als een van de weinig groeiende economische sectoren wordt hard
aangepakt ( restaurants, parfum, toeristische trips, sieraden etc.). Is dit de
bedoeling?
De door MEO gehanteerde stelling dat het thans gekozen pakket luxe goederen
een zeer lage prijselasticiteit hebben roept grote vragen op. Waarop wordt deze
stelling gebaseerd?
De wereldwijde ervaring wijst uit dat hoe hoger de belastingtarieven zijn des te
aantrekkelijker het wordt om tot omzeiling en ontduiking over te gaan. Waarom
zou dit niet voor Curaçao gelden of zijn wij anders dan de rest van de wereld?
Niet aan de indruk kan worden ontkomen dat invoering tarief differentiatie OB niets
anders is dan volgen van de weg van de minste weerstand om de overheidsinkomsten
te verhogen. Dit valt te betreuren omdat op deze wijze de hoofdoorzaak van de
overheidstekorten niet wordt aangepakt. Het zijn namelijk de overheidsuitgaven die
aangepast moeten worden en niet vice versa.
Een van de gevolgen van deze keuze is dat de concurrentiepositie in het algemeen
wordt verslechterd en in het bijzonder die van de sectoren toerisme, groothandel,
toko’s en minimarkten. Sectoren waar de werkgelegenheid relatief groot is.
Bijlage
Voorgestelde lijst van goederen en diensten waarvan het OB tarief van 6% naar 9%
verhoogd zal worden.
Goederen:
1. Motorrijtuigen, met uitzondering van:
a. motorrijtuigen die voor openbaar of besloten personenvervoer over de weg worden
gebruikt;
b. motorrijtuigen als zodanig herkenbaar en bestemd voor politie-, brandweer- of
ziekenvervoer;
2. jachten en andere plezier- en sportvaartuigen;
3. voedingsmiddelen, bereid en geschikt voor onmiddellijk gebruik;
4. frisdranken, met uitzondering van vruchtendranken;
5. alcoholhoudende dranken;
6. tabaksproducten;
7. cosmetica en make-up;
8. bijouterieën, juwelen en sieraden;
9. parfums, reuk- en toiletwaters;
8
10. digitale gegevensdragers waarop films, games en soortgelijke gegevens zijn
opgeslagen;
11. computers en randapparatuur;
12. mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen;
13. wapens en munitie;
14. vuurwerk;
15. kerstbomen.
Diensten:
1. de verhuur van motorrijtuigen, jachten en andere plezier- en sportvaartuigen;
2. uitstapjes voor ontspanning en vermaak, waarbij het gebruik van motorrijtuigen of
vaartuigen een essentieel onderdeel vormt;
3. scubadiving;
4. het verlenen van toegang tot:
a. bioscopen;
b. beurzen, exposities en tentoonstellingen;
c. gelegenheden waar peepshows en andere optredens die primair zijn gericht op
erotisch vermaak worden vertoond;
d. primair en permanent voor vermaak en recreatie ingerichte voorzieningen;
5. de verhuur van films en games;
6. het verstrekken van voedingsmiddelen, frisdranken en alcoholhoudende dranken,
voor gebruik ter plaatse in het kader van het hotel-, café-, restaurant- of aanverwant
bedrijf;
7. deelname aan loterijen, scratchloten, nummerloten, almede de inleg op nummers en
bingo.
Lijst vrijstellingen OB ( 0 tarief):
a. de levering van water, elektriciteit, gas, stoom en perslucht door utiliteitsbedrijven,
alsmede de levering van verpakt water;
b. de levering van brood, eieren, rijst, aardappelen, graan, meel, babyvoeding, fruit en
groenten, met uitzondering van fruit en groenten in conserven of ingevroren;
c. de langdurige verhuur van onroerende zaken, welke zijn ingericht, bestemd en door
de huurder worden gebruikt voor permanente bewoning;
d. openbaar personenvervoer over de weg, alsmede schoolbusdiensten;
e. de diensten die door ziekenhuizen, laboratoria voor medisch onderzoek, artsen,
tandartsen, tandtechnici, verpleeg- en verloskundigen, fysio- en oefentherapeuten,
chiropractors, logopedisten, diëtisten en podotherapeuten als zodanig worden
verricht;
f. de levering van medische kunst- en hulpmiddelen. Onder medische kunst- en
hulpmiddelen worden verstaan orthopedische artikelen en toestellen – daaronder
begrepen medisch-chirurgische gordels en banden alsmede krukken – kunstgebitten,
kunsttanden, kunstogen,kunstledematen en dergelijke artikelen, hoorapparaten voor
hardhorigen, breukspalken en andere artikelen en apparaten voor de behandeling van
breuken in het beendergestel;
9
g. de levering van geneesmiddelen voor mensen, voor zover deze geneesmiddelen op
recept van een arts in de zin van de Landsverordening regelende de uitoefening van
de geneeskunde14 worden verstrekt;
h. het verzorgen en het verplegen van in een niet-commerciële inrichting opgenomen
personen, alsmede het verstrekken van spijzen en dranken, geneesmiddelen en
verbandmiddelen aan die personen;
i. de levering van goederen en het verrichten van diensten door organisaties van
sociale, culturele, charitatieve, sportieve of godsdienstige aard, mits de organisatie
geen winststreven heeft en er geen sprake is van ernstige verstoring van
concurrentieverhoudingen;
j. levensverzekeringen, ziektekostenverzekeringen en herverzekeringen door
verzekeringsmaatschappijen, alsmede de diensten door 14 P.B. 1958, no. 174
tussenpersonen bij verzekeringen. Onder levensverzekering wordt verstaan een
verzekering die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel heeft een of meerdere
termijnen van uitkering te verzorgen, en welke afhankelijk is van het leven van de
verzekerde, daaronder niet begrepen uitvaartverzekeringen, ongeacht de wijze van
uitkering;
k. de verzorging van niet-commercieel onderwijs, alsmede congressen die voor ten
minste 90 percent worden bijgewoond door niet-ingezetenen;
l. de verzorging van postzendingen, die de houder van de concessie ingevolge het
bepaalde bij en krachtens artikel 2, tweede lid, van de Postlandsverordening 199815
verplicht is te vervoeren;
m. internationale vervoersdiensten door middel van luchtvaartuigen of schepen.
Onder schepen worden verstaan alle vaartuigen, gebruikt of geschikt om te worden
gebruikt als middel van vervoer te water, met uitzondering van pleziervaartuigen;
n. de levering van brandstoffen, smeermiddelen en andere vloeistoffen, bestemd voor
de voortstuwing, smering en ander technisch gebruik aan boord van schepen als
bedoeld in onderdeel m of luchtvaartuigen, die als openbaar vervoermiddel worden
gebruikt voor het internationale personen- of goederenvervoer, alsmede diensten ten
behoeve van de in dit onderdeel bedoelde schepen en luchtvaartuigen. Deze
vrijstelling is ook van toepassing op oorlogsschepen en –luchtvaartuigen;
o. diensten die in een zee- of luchthavengebied worden verricht met betrekking tot het
heffingsgebied binnenkomende en uitgaande goederen;
p. de levering van goederen aan afnemers die niet in het heffingsgebied wonen of
gevestigd zijn en welke goederen in het kader van die levering worden uitgevoerd;
q. de levering van brandstoffen aan utiliteitsbedrijven voor de opwekking van
energie;
r. de levering van goederen, alsmede de werkzaamheden ten behoeve van het
onderhoud van een utiliteitsbedrijf dat zich hoofdzakelijk richt op de levering van
water, elektriciteit, gas, stoom en perslucht aan een olieraffinaderij;
s. de levering van goederen en het verrichten van diensten aan olieraffinaderijen, voor
zover deze leveringen en diensten plaatsvinden voor de exploitatie van deze
raffinaderijen;
t. de levering van goederen en het verrichten van diensten rechtstreeks voor projecten,
voor zover die projecten in het kader van onderlinge hulp voor rekening van
10
Nederland of Aruba komen of in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van
internationale organisaties komen;
u. de levering van goederen en het verrichten van diensten aan beroepsconsuls en
andere beroepsvertegenwoordigers van vreemde mogendheden, de hun toegevoegde
ambtenaren en de bij hen inwonende gezinsleden en in dienst zijnde personen, allen
mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen het heffingsgebied geen ondernemer
zijn en onder voorwaarde van wederkerigheid;
v. de levering van goederen en het verrichten van diensten onder vigeur van
vrijdomsbepalingen opgenomen in de briefwisseling houdende een verdrag inzake de
vestiging van steunpunten voor Amerikaanse strijdkrachten op de Nederlandse
Antillen en Aruba in verband met drugsbestrijdingsactiviteiten16;
w. de volgende leveringen en diensten:
i. de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deviezen,
bankbiljetten en munten, welke in enig land de hoedanigheid van wettig betaalmiddel
bezitten, met uitzondering van bankbiljetten en munten, welke gewoonlijk niet als
wettig betaalmiddel worden gebruikt of welke een verzamelwaarde hebben;
ii. de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen doch uitgezonderd bewaring en
beheer, inzake effecten en andere waardepapieren, met uitzondering van documenten
welke goederen vertegenwoordigen;
x. de diensten bestaande uit het gelegenheid geven tot deelname aan casinospelen;
y. de levering van onroerende zaken die aan overdrachtsbelasting zijn onderworpen;
z. de verhuur van hotelkamers en appartementen, alsmede het gebruik van een
onroerende zaak in het kader van timeshare, voor zover over de opbrengst daarvan
logeergastenbelasting verschuldigd is op grond van een wettelijke regeling.
2. Vrijgesteld van belasting zijn bovendien de volgende leveringen:
a. de levering van lokaal geproduceerde goederen aan een ondernemer, welke
goederen door deze ondernemer als handelsgoed worden gebruikt. De vrijstelling
geldt alleen voor goederen die door de leverancier zelf zijn verwerkt, bewerkt of
geassembleerd tot een nieuw handelsgoed;
b. de levering van bij ministeriële regeling met algemene werking aan te wijzen
goederen, waarvoor bij invoer een vrijstelling van invoerrechten geldt.
3.RAPPORTEN

Resultaten Zorgrekeningen 2008 t/m 2011
Het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC) heeft in december 2012 de resultaten
bekend gemaakt van het Project Zorgrekeningen Curaçao 2008 t/m 2011. Het betreft een
onderzoek naar de uitgaven van zorg ( gezondheidszorg en welzijnszorg).
Hieronder de voornaamste cijfermatige resultaten van dit onderzoek:
11
Bron: Volksgezondheid Instituut Curaçao
Enkele in het oog springende resultaten:
- De totale zorguitgaven van Curaçao bedroegen in 2011 ruim ANG 900 miljoen.
Hiervan was ANG 750 mln uitgaven gezondheidszorg en ANG 150 mln
welzijnszorg.
Uitgedrukt in percentage van het Bruto Binnenland Product (BBP) was dit 13,8%
voor gezondheidszorg en 2,8% voor welzijnszorg.
- De gemiddelde jaarlijkse stijging van zorguitgaven in de periode 2008 t/m 2011
was 5%.
- De top 4 uitgaven in de gezondheidszorg in 2011 waren ziekenhuizen (24%),
geneesmiddelen (19%), wijkverpleging en thuiszorg (10%) en specialisten (9%).
- Van de zorguitgaven in 2011 werd 60% gefinancierd door de overheid, 26%
premie ontvangsten publiekrechtelijke organen, 11% private verzekeringen en 3%
overige bronnen.
- De gezondheidszorguitgaven als percentage van het BBP liggen op Curaçao in
2010 92% hoger dan de Caribische landen, 100% hoger dan de Latijns
Amerikaanse landen en 41% hoger dan de OECD landen.
12
-
-
-
De uitgaven per capita op Curaçao liggen 238% hoger dan de Caribische landen,
358% hoger dan de Latijns Amerikaanse landen en 16% lager dan de OECD
landen
Uit een vergelijking tussen 64 landen blijkt dat de gezondheidszorg uitgaven als
percentage van het BBP op Curaçao (13,8%) op de USA ( 17,9%) na de hoogste
van deze landen is.
Van de 14 Caribische en 19 Latijns Amerikaanse landen waarmee Curaçao is
vergeleken heeft in 2010 13 landen (40%) gezondheidszorguitgaven per capita die
meer dan 55% tot 90% lager liggen dan Curaçao met tegelijkertijd een zelfde of
hogere gemiddelde levensverwachting dan Curaçao.
4.(Nieuwe)Wetgeving
Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten
aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over
dient uit te brengen (periode december 2012 t/m januari 2013).
In de betreffende verslagperiode zijn er heeft de regering de volgende stukken wetgeving
aan de SER aangeboden ter advisering:
 Ontwerp landsverordening tot aanpassing van de Omzetbelasting
(gedifferentieerde tarieven) , het formele belastingrecht en aanverwante
belastingverordeningen.
5.ECONOMIC INDICATORS
Foreign Exchange Position (x mln) : Dec 2012 : NAƒ 2,138
Dec 2011 : NAƒ2,250
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
Dec 2012
Dec 2011
Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment
Curaçao
Total population
Employed population
Unemployed population
Labor Force
Unemployment rate
:
2011
150,563
62,042
6,721
68,763
9.8%
13
:121,6
:118.6
: 2,5%
: 3,2%
2009
146,426
59,453
6,325
65,778
9.6%
2009
5072
3826
1510
3211
4526
GDP Curaçao (x mln)
Private consumption ( x mln)
Private investments (x mln)
Export of goods & services (x mln)
Imports of goods & services (x mln)
2008
5080
3713
1641
3382
4564
2007
4666
3327
1410
2875
3789
2006
4390
2918
1282
2789
3423
Stay over tourism no of visitors
: Jan-Nov 2012 year to date :379.834
Jan-Nov 2011 year to date: 352.190
Change : 8%
Cruise tourism no. of passengers
: Jan-Nov 2012 year to date : 361.066
Jan-Nov 2011 year to date : 314.491
Change: 15%
Stay over nights
Jan-Nov 2012 year to date: 3,275,238
Jan-Oct 2012 year to date: 2,905,683
Change: 13%
Occupancy rate Hotels
Nov
Average YTD
Shipping
Freight
Tanker
Cruise
Others
2012
65,40 %
72,28%
: Jan - Oct 2012
913
984
165
246
Jan-Sept 2012
Cargo movements, metric tons
Unloaded
Loaded
Total companies Commercial Register
Local
International
Total
496.222
169,651
2011
80,31%
76,24%
Jan - Oct 2011
909
746
184
335
Jan-Sept 2011
481,230
168,461
Dec 2012
Dec 2011
22,852
15,202
38,054
22,546
15,916
38.462
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics,
Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO,
CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
14