Verduurzamen: gaat het om de inhoud of de verpakking?

gastcolumn
Verduurzamen: gaat het om
de inhoud of de verpakking?
De fabrikant of importeur is verantwoordelijk voor de verpakking van zijn product. Hij wordt geacht voortdurend te
werken aan de verduurzaming ervan. Afgelopen zomer
werd de VVVF daar dringend aan herinnerd.
Volstrekt nieuw voor ons was de boodschap dat de VVVF
voor de verpakking van verf en inkt een verduurzamingsplan moest opstellen en wel vóór 1 oktober van dit jaar.
Nog in het voorjaar hadden we van de verantwoordelijke
organisatie KIDV gehoord dat we niet onder de prioritaire
branches vielen en dus geen verduurzamingsplan hoefden op te stellen. Tot we deze zomer een ander verhaal
hoorden. We zullen dus een plan moeten opstellen maar
1 oktober is geen haalbare kaart meer. Daarvoor is duidelijkheid nodig van de kant van KIDV, is de inzet van expertise nodig, contacten met leveranciers van verpakkingen,
communicatie met de leden en besluitvorming. Dat is
verf&inkt 32 - 2014
gewoonweg niet te realiseren in een paar weken voor zo’n
serieus onderwerp als verduurzaming.
Dat de communicatie van de kant van het KIDV knullig is
verlopen, is geen onderwerp voor deze column, hoewel zij
dat wel had kunnen zijn. Nee, ik wil het met u hebben over
de vraag wat belangrijker is: het verduurzamen van de inhoud of van de verpakking.
De relevantie van die vraag kan ik het beste illustreren
met een verhaal uit het verleden. Het speelt zich af in de
jaren negentig.
De toenmalig plaatsvervangend directeur-generaal voor
Milieubeheer ontmoet tijdens een bijeenkomst onze
toenmalige voorzitter en spreekt hem aan op de grote
hoeveelheid verfrestanten die als afval door consumenten bij de gemeentelijke afvaldepots worden gebracht.
Dat wordt wel een groot probleem, aldus de topambtenaar van VROM. Wat kan de verfindustrie daar aan doen?
De VVVF neemt de uitdaging aan en heeft binnen een paar
maanden een afspraak met alle partijen: de fabrikanten,
de inzamelaars van gevaarlijk afval, buitenlandse importeurs en de overheid. Juridisch en financieel was alles rond. De kringloop hadden we vrijwillig gesloten. We
zouden met ons systeem van inzameling van verfresten,
de Kringloop Gesloten, de gemeentelijke depots afhelpen
van de plas verfrestanten. Dan hadden we op termijn ook
een ‘makkelijke’ stroom restafval kunnen verwerken tot
grondstof voor verf. Een goede beweging richting circular
economy. We hadden zelfs toestemming van het ministerie van Economische Zaken, dat de afspraken niet zag als
een kartel (de NMA bestond nog niet).
Maar de inspanning bleek voor niets. Hetzelfde ministerie dat ons aanspoorde om de kringloop van verf rond te
maken, bracht ons een halt toe. Het was niet langer de
kringloop van verf, de inhoud, die belangrijk was maar die
van de (lege) verpakking. Opeens, een paar weken van de
start, zaten we met een mooi doch onbelangrijk geworden
systeem waarvan we dachten dat het een goede bijdrage
zou zijn aan het milieu en zaten we, voor ons gevoel, opgescheept met een verplichting voor de verpakking waarvan we ons afvroegen wat, in ons geval, de bijdrage voor
het milieu zou zijn. Enig overleg met de overheid over het
afwegen van het milieubelang tussen inhoud en verpakking was onmogelijk. Bij gebrek aan belangstelling aan
de kant van de overheid heeft de VVVF de ‘Kringloop Gesloten’ ter ziele gedragen. Het briefpapier gebruik ik nog
steeds als kladpapier.
Anno 2014 dreigt weer hetzelfde te gebeuren. Opnieuw
dreigt het verduurzamen van de inhoud het af te leggen
tegen het verduurzamen van de verpakking. Immers als
we kijken naar verf of drukinkt inclusief de verpakking,
dan zou je een prioriteitenlijstje kunnen aanleggen van
maatregelen die de branche zou moeten nemen om de
producten te verduurzamen. De basis daarvoor, zo vinden
wij, is een Life Cycle Analysis (LCA).
De VVVF vindt het verduurzamen van het product van
groot belang. De grootste bijdrage die verffabrikanten kunnen leveren aan het milieu, is de beschermende
functie van verf te verbeteren. Elke verffabrikant is daar
voortdurend mee bezig. Maar omdat de beschermende
functie van verf pas na applicatie intreedt, is het nodig
het onderwerp ‘levensduurverlenging van materialen’ in
de keten aan de orde te stellen. Daartoe heeft de VVVF het
initiatief genomen in de onderhoudsketen, samen met de
branchevereniging van de timmerindustrie (NBVT) en die
van de onderhoudsbedrijven (OnderhoudNL). Ook werkt
de VVVF al enige jaren aan de omschakeling naar biobased grondstoffen. We hebben de ambitie geformuleerd
om tegen 2030 het marktaandeel van biobased verf te laten groeien tot 50 procent van de Nederlandse verfafzet.
Andere initiatieven van de VVVF die tot verduurzaming
leiden, zijn het project recyclen van verfrestanten, de
door de wet gedicteerde overschakeling op verftechnologie met minder organische oplosmiddelen, het vervangen
van zeer gevaarlijke grondstoffen in de receptuur van verf
in het kader van Coatings Care, het bevorderen van het
veilig werken met gevaarlijke stoffen en het initiatief om
met ketenpartners afspraken te maken voor het bevorderen van duurzaamheid. Zo zijn we met OnderhoudNL een
intentieverklaring aangegaan over duurzaam onderhoud
en met de FOCWA over duurzaam autoschadeherstel.
Kijkend naar de verpakking sec, dan is daar natuurlijk wat
milieuwinst te boeken. De vraag is echter of die winst in
verhouding staat tot de inspanning die het kost om die
winst binnen te halen. Immers, de mogelijkheid om de
verpakkingsmaterialen te kiezen of te verminderen zijn
er niet of nauwelijks. Daarbij komt dat verpakkingen voor
verf of drukinkt in veel gevallen UN-gekeurd moeten zijn
vanwege de zware veiligheidseisen waaraan zij moeten
voldoen.
In dat licht bezien is het wat ons betreft opnieuw de vraag:
wat is belangrijker, het verduurzamen van de verpakking
of die van de inhoud? Wat zijn de verduurzamingsprioriteiten voor onze branche? •
Martin Terpstra
Directeur VVVF
25