Subsidieregeling Jong en Oud, Sectorplan Primair Onderwijs

Subsidieregeling Jong en Oud, Sectorplan Primair Onderwijs
A.
Begripsbepalingen
Aanstelling:
Arbeidscontract:
Benoeming:
Dienstverband:
Langdurig werkloze jonge
leerkracht:
Loonkosten:
Oudere leerkracht:
Reguliere betaalde betrekking:
RVU-heffing:
Subsidiekaart cofinanciering
sectorplannen:
Stuurgroep Sectorplan:
Werknemer:
Werkgever:
B.
Dienstverband van de werknemer in het openbaar onderwijs.
Een akte van aanstelling dan wel akte van benoeming.
Dienstverband van de werknemer in het bijzonder onderwijs.
Bijzonder onderwijs: de arbeidsovereenkomst van de werknemer met de
werkgever.
Openbaar onderwijs: de aanstelling van de werknemer bij de werkgever.
Een persoon die op de datum van indiensttreding bij de werkgever jonger is dan 27
jaar en die geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad in de voorafgaande zes
maanden.
Het vast overeengekomen brutoloon vermeerderd met een opslag van 32% voor
de met het loon samenhangende kosten voor de werkgever.
Een persoon, ouder dan 55 jaar, doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd,
bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
Een betaalde betrekking voor de duur van meer dan een maand op grond van een
arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst voor gemiddeld minstens
20 uur per week.
Heffing op grond van artikel 32ba van de Wet op de loonbelasting 1964 bij vrijwillig
vervroegde uittreding van een oudere werknemer.
Het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgesteld
overzicht van bestaande subsidies en voorzieningen (zie
www.agentschapszw.nl/subsidies/cofinanciering-sectorplannen/regelgeving).
De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers namens werkgevers- en
werknemersorganisaties uit het bestuur van het Arbeidsmarktplatform PO,
respectievelijk vertegenwoordigers uit de werkgevers- en werknemersgeleding van
het bestuur van het Vervangingsfonds/Participatiefonds.
Bijzonder onderwijs: een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met de
werkgever.
Openbaar onderwijs: de ambtenaar waarop krachtens besluit van de werkgever de
CAO PO als rechtspositieregeling van toepassing is verklaard.
De rechtspersoon die het bevoegd gezag vormt over één of meer instellingen.
Het bestuursorgaan dat het bevoegd gezag vormt over één of meer instellingen.
Het samenwerkingsverband, zoals bedoeld in artikel 1 van de WPO en WEC.
Opties subsidieregeling Jong en Oud
De subsidieregeling Jong en Oud kent twee opties:
Optie 1: Cofinanciering in dienst nemen langdurig werkloze jonge leerkracht.
Optie 2: Cofinanciering RVU-heffing vervroegde uittreding oudere leerkracht.
Het is niet mogelijk om voor de zelfde werknemer gebruik te maken van optie 1 en optie 2.
C.
Cofinanciering in dienst nemen langdurig werkloze jonge leerkracht (optie 1)
C1. Voorwaarden
1. De werkgever is met de langdurig werkloze jonge leerkracht een arbeidscontract aangegaan.
2. De langdurig werkeloze jonge leerkracht is aangesteld of benoemd in de functie van leerkracht.
3. Op dit arbeidscontract is de CAO PO van toepassing.
4. De ingangsdatum van dit arbeidscontract moet liggen in de periode 1 april 2014 tot 1 januari 2016.
1/4
Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs
5. De werkgever maakt geen gebruik van andere overheidssubsidies, zoals opgenomen in de subsidiekaart cofinanciering
sectorplannen, ter dekking van (een deel van) de loonkosten van de werknemer.
6. De langdurig werkeloze jonge leerkracht wordt (additioneel) aangenomen. Dit betekent dat:
a. De indiensttreding leidt tot een netto toename van het aantal werknemers bij de werkgever in vergelijking tot het
gemiddelde van het aantal werknemers in de voorgaande twaalf maanden.
b. In afwijking van lid 5a, de vacature of vacatures niet zijn ontstaan door afvloeiingen, maar door uitdiensttreding of
ontslag op initiatief van de werknemer, handicap, ouderdomspensionering, vermindering van werktijd op initiatief van
de werknemer of gewettigd ontslag om dringende redenen.
Samengevat: De vacature die de langdurig werkeloze jonge leerkracht invult, moet het personeelsbestand doen toenemen
of door natuurlijk verloop zijn ontstaan.
7. De langdurig werkeloze jonge leerkracht heeft direct voorafgaand aan indiensttreding gedurende zes maanden geen
reguliere betaalde betrekking gehad.
C2. Omvang en hoogte van de subsidie
1. De subsidiabele kosten bedragen maximaal 20% van de loonkosten van de werknemer gedurende de eerste twaalf
maanden na indiensttreding.
2. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, dus: 20% van de loonkosten.
D.
Cofinanciering RVU-heffing vervroegde uittreding oudere leerkracht (optie 2)
D1. Voorwaarden
Met betrekking tot de nieuw in dienst getreden langdurig werkloze jonge leerkracht:
1. De werkgever is met de langdurig werkloze jonge leerkracht) een arbeidscontract aangegaan voor minimaal 28 uur per
week (werktijdfactor 0,7596) en voor de duur van minimaal 12 maanden.
2. De langdurig werkeloze jonge leerkracht is aangesteld of benoemd in de functie van leerkracht.
3. Op dit arbeidscontract is de CAO PO van toepassing.
4. De ingangsdatum van dit arbeidscontract moet liggen in de periode 1 april 2014 tot 1 april 2015.
5. De werkgever maakt geen gebruik van andere overheidssubsidies, zoals opgenomen in de subsidiekaart cofinanciering
sectorplannen, ter dekking van (een deel van de) loonkosten van de werknemer.
6. De langdurig werkeloze jonge leerkracht heeft direct voorafgaand aan indiensttreding gedurende zes maanden geen
reguliere betaalde betrekking gehad.
Met betrekking tot de vrijwillig vervroegd uitgetreden oudere leerkracht:
7. De vrijwillig vervroegd uitgetreden oudere leerkracht moet binnen een maand na de dag van de indiensttreding van de
langdurig werkloze jonge leerkracht en zijn (gedeeltelijke) uitdiensttreding zijn (deeltijd)pensioen vroegtijdig laten ingaan.
8. Voor de vrijwillig vervroegd uitgetreden oudere leerkracht wordt geen WW aangevraagd.
D2. Omvang en hoogte van de subsidie
1. De subsidiabele kosten bedragen de hoogte van de RVU-heffing die aan de werkgever is opgelegd bij de beëindiging
van de dienstverband van de vrijwillig vervroegd uitgetreden oudere leerkracht, tot een maximum van de loonkosten van
de in dienst genomen jonge leerkracht gedurende de eerste 12 maanden na indiensttreding.
2. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten. Dus 50% van de belastingnaheffing op de RVU-uitbetaling.
E.
Subsidieverlening
E1. Wie kan aanvragen?
1. Cofinanciering kan worden aangevraagd door werkgevers in de sector primair onderwijs.
E2. Aanvraag
1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet de werkgever een aanvraag indienen bij het Arbeidsmarktplatform
Primair Onderwijs.
2. De werkgever dient via de website een volledig en ondertekend aanvraagformulier met bijlagen in bij het
Arbeidsmarktplatform PO, voorzien van de gegevens van de langdurig werkloze jonge leerkracht (optie 1) of van de
langdurig werkloze jonge leerkracht en de vrijwillig vervroegd uitredende oudere leerkracht (optie 2). Deze website is te
benaderen via: www.arbeidsmarktplatformpo.nl/jongenoud/.
2/4
Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs
3. Naast het ondertekende aanvraagformulier levert u de volgende bescheiden aan:
Cofinanciering in dienst nemen langdurig werkloze jonge leerkracht (optie 1):
a. Verklaring werkgever optie 1
Een ondertekende schriftelijke verklaring van de werkgever, waarin deze verklaart dat:
- op het arbeidscontract de CAO Primair Onderwijs van toepassing is.
- de langdurig werkloze jonge leerkracht in de zes maanden voor indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking
heeft gehad.
- sprake is van natuurlijk verloop danwel van een netto toename van het personeelsbestand.
- geen sprake is van dubbelfinanciering (van loonkosten).
Deze verklaring wordt medeondertekend door de voorzitter van de medezeggenschapraad.
b. Verklaring werknemer optie 1
Een schriftelijke verklaring van de (langdurig werkloze) jonge leerkracht dat deze:
- akkoord gaat met de vastlegging van gegevens;
- in de 6 maanden voor indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad.
c. Kopie ID-bewijs van de nieuwe werknemer (langdurig werkloze jonge leerkracht).
d. Kopie arbeidscontract van de nieuwe werknemer.
e. Berekening verwachte loonkostensubsidie.
Cofinanciering RVU-heffing vervroegde uittreding oudere leerkracht (optie 2):
a. Verklaring werkgever optie 2
Een ondertekende schriftelijke verklaring van de werkgever, waarin deze verklaart dat:
- op het arbeidscontract de CAO Primair Onderwijs van toepassing is.
- de duur van het arbeidscontract minimaal 12 maanden bedraagt met een betrekkingsomvang van minimaal 28 uur.
- de langdurig werkloze jonge leerkracht in de zes maanden voor indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking
heeft gehad.
- de vrijwillig vervroegd uitgetreden oudere leerkracht binnen een maand na de dag van indiensttreding van de
(langdurig werkloze) jonge leerkracht en van zijn (gedeeltelijke) uitdiensttreding zijn (deeltijd)pensioen vroegtijdig
laat ingaan en door deze oudere leerkracht geen WW wordt aangevraagd.
- geen sprake is van dubbelfinanciering (van loonkosten).
b. Verklaring werknemer optie 2
Een schriftelijke verklaring van de (langdurig werkloze) jonge leerkracht dat deze:
- akkoord gaat met de vastlegging van gegevens.
- in de 6 maanden voor indiensttreding geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad.
c. Verklaring vrijwillig vervroegd uittredende oudere leerkracht
Een schriftelijke verklaring dat de vrijwillig vervroegd uittredende oudere leerkracht akkoord gaat met de
vastlegging van gegevens.
d. Kopie ID-bewijs van de nieuwe werknemer.
e. Kopie arbeidscontract van de nieuwe werknemer.
f. Berekening verwachte subsidie.
g. Kopie ID-bewijs van de vervroegd uittredende oudere leerkracht.
h. Kopie bevestiging pensioenfonds ingangsdatum pensioen vervroegd uittredende oudere leerkracht.
i. Kopie loonstrook van de vervroegd uittredende oudere leerkracht waarop de RVU-toekenning staat.
j. Kopie aangifte loonheffing waarop RVU-heffing vermeld staat.
4. De schriftelijke aanvraag, inclusief alle vereiste bescheiden, dient binnen 1 maand na de ingangsdatum van het
arbeidscontract, doch uiterlijk op 1 januari 2016 voor optie 1 te zijn ontvangen en voor optie 2 uiterlijk op 1 april 2015.
Later ontvangen aanvragen worden niet in behandeling genomen.
5. Aan de uitvoering van deze regeling is een maximumbudget verbonden. Dit wordt bepaald door het maximum bedrag dat
op grond van de beschikking van het ministerie van SZW tegemoet kan worden gezien. Zodra het maximum budget is
bereikt, worden nieuwe aanvragen niet meer in behandeling genomen.
6. De werkgever ontvangt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 15 werkdagen na indiening van de aanvraag van het
Arbeidsmarktplatform PO een schriftelijke bevestiging indien de aanvraag compleet is ontvangen en aan alle gestelde
voorwaarden is voldaan. Indien de aanvraag niet compleet is ontvangen wordt deze niet in behandeling genomen. De
aanvrager krijgt de aanvraag retour, waarbij aangegeven wordt welke documenten ontbreken.
3/4
Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs
F.
Subsidievaststelling en uitbetaling
F1. Declaratie
De werkgever moet, zowel bij optie 1 als optie 2, de subsidie zelf declareren. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
1. De werkgever declareert na afloop van de subsidiabele periode, maar uiterlijk 1 april 2016, de loonkostensubsidie.
2. De werkgever dient de subsidie bij het Arbeidsmarktplatform PO te declareren met gebruikmaking van het daarvoor
beschikbare declaratieformulier. Dit formulier is te vinden op de website. Deze is te benaderen via
http://www.arbeidsmarktplatformpo.nl/jongenoud/.
3. De werkgever dient te overleggen:
a. Kopie(en) van de loonstro(o)k(en) over de betreffende periode.
b. De (definitieve) berekening van de (loonkosten)subsidie.
4. Als sprake is van verbreking van het dienstverband met de nieuwe werknemer dient bij het Arbeidsmarktplatform PO te
worden gemeld per welke datum het arbeidscontract is beëindigd.
5. Declaraties worden uitsluitend in behandeling genomen indien de werkgever een schriftelijke bevestiging van de
aanvraag heeft ontvangen (zie E2.6)
F2. Vaststelling en uitbetaling
1. Indien aan de voorwaarden is voldaan, wordt de subsidie betaalbaar gesteld. De werkgever ontvangt van het
Arbeidsmarktplatform PO een specificatie van de betaalbaar gestelde subsidie. Zes weken na betaalbaarstelling wordt
deze geacht te zijn geaccepteerd door de werkgever.
2. In verband met het einde van de looptijd van de regeling dient de declaratie uiterlijk 1 april 2016 te zijn ontvangen door
het Arbeidsmarktplatform PO. Later ontvangen declaraties worden niet in behandeling genomen.
3. Iedere werkgever is verplicht inzage te verlenen in alle documenten en alle noodzakelijke inlichtingen te verstrekken die
nodig zijn voor de uitvoering van deze regeling.
F3. Beëindiging, vermindering en terugvordering
1. Het recht op subsidie eindigt met onmiddellijke ingang wanneer de werkgever niet langer voldoet aan de voorwaarden en
verplichtingen die voortvloeien uit deze regeling.
2. Het Arbeidsmarktplatform PO kan een reeds uitbetaalde subsidie terugvorderen wanneer blijkt dat een subsidie ten
onrechte is uitbetaald.
3. De subsidie wordt uitbetaald onder voorbehoud van definitieve vaststelling door de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van de volledige subsidieverantwoording van het sectorplan.
4. Bij geconstateerde fraude en/of oneigenlijk gebruik van middelen wordt alle subsidie teruggevorderd, vermeerderd met
een opslag voor gederfde rente en geleden schade.
5. Van een besluit conform 1 t/m 4 wordt schriftelijk mededeling gedaan.
F4. Bezwaar
1. Een werkgever kan bezwaar maken tegen een besluit zoals bedoeld in E2.6, F2.1 en F3.
2. De termijn voor het indienen van een bezwaar bedraagt zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na
dagtekening van de specificatie, respectievelijk de schriftelijke mededeling. Een na afloop van deze termijn ingediend
bezwaar is niet-ontvankelijk en wordt derhalve niet in behandeling genomen.
3. Het bezwaar dient per gewone post of per e-mail ([email protected]) te worden ingediend bij het
Arbeidsmarktplatform PO en dit wordt voorgelegd aan de Stuurgroep Sectorplan PO.
4. Bij het bezwaarschrift dient een kopie te worden gevoegd van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.
5. De stuurgroep Sectorplan PO doet uitspraak op het bezwaar.
6. De werkgever die bezwaar maakt, heeft geen recht op vergoeding van kosten samenhangend met het bezwaar.
G. Slotbepalingen
1. De Stuurgroep Sectorplan PO is bevoegd nadere voorschriften vast te stellen die nodig zijn voor een verantwoorde
uitvoering van de regeling. Deze voorschriften moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen in de regeling.
2. De Stuurgroep Sectorplan PO is bevoegd om deze regeling te wijzigen.
3. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014.
4/4
Jong en Oud Sectorplan Primair Onderwijs