OT 2005-11 opmaak - Genootschap Onze Taal

DE KUNST VAN HET AANMODDEREN
Het nieuwe Groene Boekje
Wim Daniëls
Het was al bekend dat we voortaan paardenbloem moeten schrijven, maar
sinds twee weken weten we precies waar we allemaal nog meer aan zullen moeten wennen. Hoe ingrijpend zijn al die wijzigingen bij elkaar? En
zijn ze een verbetering? Spellingdeskundige Wim Daniëls nam het nieuwe
Groene Boekje door, en werd er niet echt vrolijk van.
H
eeft Nederland een nieuwe spelling?
Of is er alleen een nieuw Groen Boekje met een geactualiseerde woordenlijst op basis van de spellingregels uit
? De Nederlandse Taalunie – namens de regeringen van Nederland, Vlaanderen en
Suriname belast met onder meer het regelen van de
spelling – meldde de afgelopen maanden nu eens dat
er eigenlijk niks ging veranderen, en dan weer dat er
juist veel veranderingen aan zaten te komen.
De Nederlandse Taalunie is als instituut deels een
uitvloeisel van een geplande spellingwijziging uit
. De tegenstanders van die wijziging lieten destijds zó nadrukkelijk van zich horen dat de betrokken
bewindslieden de plannen op de lange baan schoven.
Een Vlaams-Nederlands overheidsinstituut op het gebied van taal en letteren dat men tóch al van plan was
op te richten, moest alles nog maar eens goed bekijken en de hele spellingkwestie vervolgens echt goed
gaan regelen, zo werd gesteld. Dat instituut kwam er
uiteindelijk in : de Nederlandse Taalunie. Dat in
die naam meteen al een spelfout werd gemaakt, beloofde niet veel goeds. Er hoorde een koppelteken in
te staan. Het was immers geen Nederlandse unie,
maar een unie ten behoeve van de Nederlandse taal.
In het nieuwe Groene Boekje dat vorige maand verscheen, heeft de Nederlandse Taalunie haar foutieve
spelling gelegaliseerd door de correcte spelling van
verwante vormen als Tweede-Kamervoorzitter en RodeKruispost aan te passen aan de foutieve Taalunieschrijfwijze. Voortaan is het dus: Tweede Kamervoorzitter en Rode Kruispost.
loog) riepen her en der zo veel weerstand op dat ze
snel van tafel geveegd werden door het Comité van
Ministers, de officiële baas van de Taalunie.
Meteen werd een nieuwe commissie in het leven
geroepen, die de miraculeuze opdracht kreeg voor bepaalde kwesties nieuwe spellingregels te bedenken
zonder dat er veel woordbeelden zouden veranderen.
Dat leverde in een nieuw Groen Boekje op, met
daarin onder andere de doldrieste tussen-n-regeling,
bestaande uit een hoofdregel, twee subhoofdregels
(waarvan er eentje op het allerlaatste moment bedacht was omdat de hoofdregel niet waterdicht bleek
te zijn) en vijf uitzonderingsregels. Die uitzonderingsregels moesten er dus voor zorgen dat de veranderingen als gevolg van de hoofdregel beperkt zouden blijven. Behalve verwarrende spellingregels bevatte het
Groene Boekje uit een zeldzaam krakkemikkige
woordenlijst, die honderden fouten bevatte (afzijken,
kenningsmakingsgesprek, enz.). Verantwoordelijk voor
die lijst was het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) uit Leiden.
Paardebloem-regel
Nu, tien jaar later, is er een nieuw Groen Boekje verschenen. Het Comité van Ministers had dat overigens
in al aangekondigd. “Elke tien jaar verschijnt er
voortaan een nieuw Groen Boekje, met een geactualiseerde woordenlijst.” Maar, zo zei staatssecretaris
Nuis er in bij: “Aan de spellingregels wordt in
niet getornd.” Daarom zegt de Taalunie nu ook
dat er eigenlijk niets verandert (in de regels). Maar
ja, ze willen het nieuwe Groene Boekje wel weer
graag goed verkopen, dus zeggen ze soms ook dat er
juist veel verandert (in de woordenlijst).
Volgens de Taalunie is er in de bestaande regels
slechts één wijziging doorgevoerd: een van de uitzonderingsregels bij de tussen-n is geschrapt: de paardebloem-regel. Maar dat mag geen naam hebben, aldus
de Taalunie. Nou ja zeg. Als die wijziging dan toch
niks voorstelt, dan hadden de andere uitzonderingsregels ook wel afgeschaft kunnen worden, plus de
subhoofdregels en de hoofdregel, want ze hebben
allemaal één ding gemeen: ze deugen niet. Vlaams
onderzoek heeft ook aangetoond dat vrijwel niemand
ermee overweg kan.
Krakkemikkig
Het duurde tot voordat de Taalunie via de spellingcommissie-Geerts met haar eerste veranderingsvoorstellen kwam. Die voorstellen (klakson, gineko-
[298]
O N Z E
T A A L
2 0 0 5 — 1 1
Veel veranderingen
Behalve dat de paardebloem-regel is geschrapt, zijn
er minimaal vier andere spellingregels veranderd en
Renkema en Permentier
De spellingregels zoals die nu in de leidraad van het
nieuwe Groene Boekje staan, zijn gebaseerd op een
zogenoemde technische handleiding, gemaakt door
de spellingcommissie van de Taalunie, met naast
voorzitter Maarten van den Toorn onder anderen
ook Piet van Sterkenburg, Jeannine Beeken en Dirk
Geeraerts. Omdat die technische handleiding voor
de gewone taalgebruiker onleesbaar is, heeft de
Taalunie iemand aangezocht die er een toegankelijke leidraad van zou kunnen maken. In gebeurde dat ook. Toen viel de keuze op Jan Renkema, de
auteur van het veelverkochte taaladviesboek de
Schrijfwijzer. Dat Renkema nu gepasseerd is, heeft te
maken met allerlei verstoorde verhoudingen en met
de kritiek die er de voorbije tien jaar op Renkema’s
leidraad is gekomen, vooral op de vaagheid van de
formuleringen.
De keuze is dit keer op Ludo Permentier gevallen,
een journalist van de Vlaamse krant De Standaard.
In was Permentier nog iemand die de ontwikkelingen rondom de spelling zeer kritisch volgde.
Hij schreef er ook enkele artikelen over voor De
Standaard, die soms zeer onthullend waren (zo kon
hij destijds uit de mond van een Vlaamse minister
uit het Comité van Ministers optekenen dat die erg
teleurgesteld was over de nieuwe spelling). Intussen
is de kritische houding bij Permentier misschien niet
verdwenen, maar zit hij op een plaats van waaraf
het leveren van kritiek lastig is. Zeker ook omdat het
dit keer deels om zelfkritiek zou moeten gaan.
Illustratie: Matthijs Sluiter
Als journalist van De Standaard heeft Permentier
te maken met lezers die over het algemeen hoogopgeleid zijn. Ten behoeve van dat soort lezers lijkt hij
nu ook de leidraad te hebben geschreven. Of liever
gezegd: hij heeft zich voor zijn leidraadwerk niet los
kunnen maken van de doelgroep die hij bij De Standaard moet bedienen. Hij gebruikt met een grote
vanzelfsprekendheid woorden als uitheems, gelegenheidsontlening, adjectieven, gerelateerde en context.
Hij heeft zelfs een verklarende lijst met vaktermen
op moeten nemen om een en ander toe te lichten.
Ook in zijn formuleringen negeert hij die gemiddelde
taalgebruiker. Een voorbeeld:
Als een zelfstandig naamwoord dat een persoon
aanduidt een vrouwelijke nevenvorm heeft die alleen verschilt van de mannelijke door een achtervoegsel -e, dan gaan we voor de regels voor de tussenklank / (n)/ uit van de mannelijke vorm. We
schrijven de tussenletters -en.
e
heel veel spellingregels hebben een totaal andere
formulering gekregen, waardoor er alles bij elkaar
juist heel veel veranderd is. Dat blijkt ook wel uit de
woordenlijst van het Groene Boekje, waarin in elk
geval duizend woorden een andere spelling hebben
gekregen in vergelijking met het Groene Boekje uit
. Voor een deel gaat het om verbeteringen van
nooit toegegeven fouten uit het vorige boekje, maar
ook om nieuwe spellingen als gevolg van nieuwe
regels. En verder zitten er woorden bij die zomaar
veranderd lijken te zijn, zoals paddestoel. Tien jaar
lang heeft de Taalunie volgehouden dat paddestoel
echt onder een uitzonderingsregel viel (en dat was
niet de paardebloem-regel) en nu opeens valt paddestoel onder de hoofdregel voor de tussen-n, en is het
paddenstoel geworden.
De vier spellingregels die zijn veranderd, hebben
onder andere te maken met het hoofdlettergebruik.
In het Groene Boekje van staat expliciet dat
historische tijdperken een hoofdletter krijgen. In het
nieuwe Groene Boekje staat dat namen van historische tijdperken een kleine letter krijgen. Is dat een
regelverandering of een regelverandering?
En in de spelling van kregen aanduidingen
van vorstelijke personen, staatshoofden en kabinetsleden een hoofdletter als “de staatsrechtelijke functie” bedoeld was. In het nieuwe Groene Boekje staat
dat vorstelijke personen, hoogwaardigheidsbekleders en kabinetsleden een hoofdletter krijgen in aansprekingen en in de aanhef van brieven en dat ze in
alle andere gevallen een kleine letter krijgen. Op
grond van de regel uit schreef ik: “De Koningin
bracht een bezoek aan kasteel Croy.” Met de nieuwe
regel moet ik de koningin in dezelfde zin een kleine
letter geven.
Als we een woord als studentenkamer schrijven,
gaan we dus niet uit van de meervoudsvorm
studentes, die alleen geldt voor het enkelvoud
studente. We nemen de mannelijke vorm, die als
sekseneutraal wordt beschouwd, en schrijven studentenkamer, zelfs al wonen er alleen studentes, en
studentenzwangerschap, ook al kan het alleen gaan
om een studente. Hetzelfde geldt voor agentenopleiding, waar we de meervoudsvorm agentes
buiten beschouwing laten.
Snapt u het? “De mannelijke vorm, die als sekseneutraal wordt beschouwd”. En hoe moet je nu de zinsnede “ook al kan het alleen gaan om een studente”
begrijpen? Gáát het ook echt om één studente? Of
kan het zowel om meer studenten als om één studente gaan?
En neem de volgende formulering:
Een woordgroep is een serie woorden die bij elkaar
gehouden worden door een grammaticaal verband,
zoals in een zin.
O N Z E
T A A L
2 0 0 5 — 1 1
[299]
En ook:
Als de onbepaalde wijs van een samengesteld
werkwoord in één woord wordt geschreven, schrijven we ook de vervoegde vormen in één woord,
tenzij er een ander woord tussen de delen komt,
of als de volgorde gewisseld is.
Je moet op z’n minst Sjakie heten om hiervan chocola
te kunnen maken. Ik betwijfel dan ook of de tekst van
de leidraad is voorgelegd aan grote groepen proeflezers.
Zoek het maar uit
Opvallend is verder dat in de leidraad nogal eens
staat: “Bij twijfel geeft de Woordenlijst uitsluitsel.”
Begreep Permentier hier de regels zelf niet meer of
had hij te maken met tegenstrijdigheden in de regelgeving, iets waarover hij zich tien jaar geleden nog
opwond, en die hij nu af lijkt te doen met een zinnetje dat je ook zou kunnen lezen als: ‘Zoek het zelf
maar uit’? Maar het zou ook zo kunnen zijn dat
Permentier tijdens het schrijven van de leidraad niet
precies wist hoe de woordenlijst eruit zou komen te
zien. Het INL, dat na de wanprestatie van toch
weer opnieuw de woordenlijst heeft mogen leveren,
was net als in ook deze keer heel erg laat met
het afleveren van de lijst. Misschien moet ik daarom
ook niet zeggen dat Permentier tegen de lezers zegt
‘Zoek het zelf maar uit’, maar dat het INL dat tegen
Permentier heeft gezegd.
Soms heeft Permentier de technische handleiding
trouwens ook op geheel eigen wijze geïnterpreteerd.
In die handleiding staat dat “etnofaulismen en bijnamen” met een kleine letter geschreven moeten worden. Etnofaulismen zijn scheldwoorden voor mensen
uit een ander land of van een ander ras. Permentier
heeft etnofaulismen en bijnamen in de leidraad samengevat met het woord spotnamen (mof, spanjool).
Maar daarmee dekt hij de lading natuurlijk niet. Bijnamen zijn niet noodzakelijkerwijs spotnamen. En
scheldwoorden en spotnamen gelden al helemaal niet
als synoniemen.
Nu is het wel zo dat de hele tekst van de leidraad
niet alleen op het conto van Permentier te schrijven
is. Ook de leden van de spellingcommissie van de
Taalunie hebben ernaar gekeken, vervolgens ook de
adviseurs van de Taaltelefoon in Brussel, daarna nog
een vijftal externe taalkundigen, vervolgens weer de
de spellingcommissie en ten slotte de taaladviseurs
Donderdag 13 oktober kregen onderwijsminister Maria
van der Hoeven en
haar Surinaamse
van Onze Taal, die echter alleen nog maar op de punten en komma’s mochten letten. Maar eigenlijk maakt
die waslijst aan meelezers het er alleen nog maar
pijnlijker op dat de leidraad diverse ontoegankelijke
formuleringen bevat.
Dwaasheden
Sommige formuleringen in de leidraad zijn ook ronduit dwaas. “Uitheemse samengestelde aardrijkskundige namen die met een spatie geschreven worden, krijgen geen koppelteken”, staat er. Tja, leerlingen die
een krijgen, krijgen geen . En een bank die zwart
is, is niet wit. Maar waarom zouden we dat als taalgebruikers meegedeeld moeten krijgen?
De taak van Permentier is natuurlijk geen gemakkelijke geweest. Hij moest formuleringen bedenken
voor spellingkwesties die allesbehalve goed geregeld
zijn. Een van die kwesties is dat er in geval van klinkerbotsing, aldus de technische handleiding en de
leidraad, een trema komt bij een woord waarin het
uitheemse voorvoegsel niet los gezien kan worden
van het grondwoord waardoor het als ‘ongeleed’
geldt, met als gevolg: coördinatie, co-ouderschap en
coauteur, en reünie, re-integreren en reactie.
En vaak had Permentier ten behoeve van de leidraad niet eens een regel voorhanden om verschillen
in gelijksoortige woorden te verklaren: zo-even krijgt
een streepje maar zoiets niet. Waarom? Daarom.
De tussen-n
De regeling voor de tussen-n is er met het nieuwe
Groene Boekje alleen nog maar ingewikkelder op geworden. De paardebloem-regel is dus geschrapt, waardoor je zou denken dat je nu een hoofdregel hebt,
plus twee subhoofdregels en vier uitzonderingsregels.
Maar nee:
- er is nu een hoofdregel;
- er zijn drie categorieën waarbij we de hoofdregel
niet toepassen;
- er zijn drie uitzonderingscategorieën op de hoofdregel;
- en er wordt nog gewag gemaakt van afleidingen,
die nooit een tussen-n krijgen, “behalve in sommige gevallen voor de achtervoegsels -achtig, -schap
en -dom” (vedettedom naast sterrendom).
Als je de pagina’s over de tussen-n doorneemt (voor
zoiets onnozels als de tussen-n zijn inmiddels inderdaad enkele pagina’s uitleg nodig), kom je erachter
dat behalve de paardebloem-regel ook nog minstens
één andere regel verdwenen is, namelijk de regel
dat er geen tussen-n komt als het eerste deel een
lichaamsdeel is en het gehele woord een versteende
samenstelling kan heten (wat dat ook moge zijn). En
ook de uitzonderingsregel dat er geen tussen-n komt
in een samenstelling waarvan een van de delen niet
meer herkenbaar is in zijn oorspronkelijke betekenis
(schattebout, klerelijer) bestaat eigenlijk niet meer.
Die twee weggemoffelde regels lijken nu samengenomen te zijn in een nieuwe regel:
ambtsgenoot Edwin
In sommige samenstellingen kunnen we de samenstellende delen nauwelijks of niet herkennen. We
noemen ze versteende samenstellingen. Andere
woorden zijn slechts in schijn samenstellingen. Op
deze woorden passen we de hoofdregel niet toe.
Wolf het eerste
exemplaar van het
nieuwe Groene
Boekje uitgereikt.
Foto: Onze Taal
[300]
O N Z E
T A A L
2 0 0 5 — 1 1
In de leidraad worden vervolgens voorbeelden gegeven als: apekool (maar wel: apenhok), duimelot (maar
wel: duimendik), pierewaaien (maar wel: pierenland),
enz. In feite heb je nu op geen enkele wijze meer houvast aan een regel. Je moet gewoon alle woorden kennen die men blijkbaar bedoelt. Mooie leidraad is dat.
Engelse woorden die in het Nederlands voorkomen,
staat de regel dat sommige combinaties als een
woordgroep behandeld worden en dat we die daarom
los moeten schrijven: collector’s item, writer’s block.
Nee, na de gemiste kans in moet de spelling
anno gekwalificeerd worden als een hardnekkige volharding in het negeren van de wensen van de
Specifiek volk
gewone taalgebruiker. Die wilde bijvoorbeeld graag
Bij de hoofdletterregels staat dat de naam voor een
bevolkingsgroep of een lid daarvan met een hoofdlet- af van de onmogelijke regels van de tussen-n. Vrijwel
iedereen vindt dat die regels samen een gedrocht vorter moet “als hij is afgeleid van een aardrijkskundige
men, ook de mensen die destijds bij het opstellen
naam of als het om een specifiek volk gaat”. Een toeervan betrokken zijn geweest. Er had verder ook wel
gevoegde zin is dan nog: “Een overkoepelende term
wat mogen gebeuren met lastige dubbelspellingen als
voor etnische groepen schrijven we met een kleine
lokaal en locatie, akkoord en accorderen, disco en diskletter.”
Maar ja, wat is een specifiek volk en wat een over- jockey. Maar nee, het is allemaal niet gebeurd. Het
nieuwe Groene Boekje is wel veel uitvoeriger in de
koepelende term? De benaming Eskimo heeft in het
nieuwe Groene Boekje een hoofdletter gekregen. Maar regelgeving dan het boekje uit , maar echt helpen
dat is toch niet de naam voor een specifiek volk? Het- doet het niet. En dat is een treurige zaak voor iets
wat de afgelopen tijd al miljoenen heeft gekost en de
zelfde geldt voor Papoea’s.
komende tijd nog miljoenen gáát kosten.
In het hoofdstuk ‘Los, aaneen of met een koppelteken?’ staat dat het koppelteken gebruikt wordt “na
een linkerdeel dat eindigt op een apostrof met s”. Er
Van Wim Daniëls verschenen in september en oktober twee boeworden dan twee voorbeelden gegeven: mama’s-kindken over de nieuwe spelling: Wolters’ spellingboekje voor scholieren
je en McDonald’s-maaltijd. Maar in het hoofdstuk over
(Wolters-Noordhoff) en Spellingcarrousel (Het Spectrum).
WAT VALT OP IN HET NIEUWE GROENE BOEKJE?
Taaladviesdienst Onze Taal
N
a verschijning van het nieuwe Groene
Boekje heeft de Taaladviesdienst zich
op de veranderde woordenlijst gestort.
Welke woorden zijn erbij gekomen? Heel
veel van na 1995 (toen de vorige editie verscheen), maar toch ook wat opmerkelijke
oudjes, zoals no-nonsense en ouwe-jongens-krentenbrood. Veel bekende woorden
blijken te ontbreken, zoals big brother,
msn’en en linedancing. Opvallend zijn ook
de tussen-n’en die veranderd zijn buiten
de inmiddels fameuze paardebloem-regel
om. Een eerste overzicht.
Paralympics
Poldernederlands
schwarzwalderkirsch
supervetcool
survivallen
tai chi
taliban
TGV
tv’loos
ups en downs
vet cool
weblog
would-beschrijver
nieuw
afwezig
anchorwoman
battingwicket
blog
bv (‘besloten vennootschap’)
Champions League
elandtest
Elvislookalike
googelen
Indian summer
jihad
jip-en-janneketaal
martialartsfilm
mastino napoletano
matrixscherm
nikab
no-nonsense
normen-en-waardendebat
ouwe-jongens-krentenbrood
adv (wel: atv)
Alpen
big brother
bonbonnerie
debaten
droedel
event
frontoffice (wel: backoffice)
gender
goedheiligman
je van het
karameliseren
Laatlatijn
linedancing
matrixbord
mp3, mp3’tje, mp3-speler
ms (‘multiple sclerose’)
msn’en
must-have
Negerhollands
not done
onderhanden
outro
portioneren
raten
releasen
shockeren
tae bo
tiepmiep
tiewrap
top honderd
vogelgriep
wannabe
wannahave
zo meteen
gildewezen
juttepeer
koekeboterham
koekebrood
kribbebijten
kribbebijter
savooiekool
spadesteek
wiegetouw
nu mét tussen-n
bullenbijter
bullenpees
giraffennek
hartenlap
naar hartenlust
middenklassenauto
middenklassengezin
paddenstoel
pierenbad
wiggenbeen
nu zónder tussen-n
gildebroeder
ideeëloos
O N Z E
T A A L
Op www.onzetaal.nl/advies vindt u al
veel andere wijzigingen, maar vooral die
in de regels (bijvoorbeeld de veranderde
tussen-n’en door het verdwijnen van de
paardebloem-regel). Wij zijn van plan
om net als bij het vorige Groene Boekje
ook bij het nieuwe een uitgebreide
inventarisatie van alles wat op woordniveau opmerkelijk is op onze website
te plaatsen.
Hebt u ook een nieuw Groen Boekje
gekocht of kijkt u veel op www.woordenlijst.org? En vallen u daar bepaalde zaken
op? De Taaladviesdienst hoort graag van
u welke woorden door ons en in de pers
tot nu toe nog niet zijn genoemd, maar
die volgens u meer aandacht verdienen.
Dat kan het best via e-mail:
[email protected]. Leuke nieuwe
woorden, nog ontbrekende termen of
merkwaardige gevallen worden verzameld en komen uiteindelijk op onze
website te staan.
2 0 0 5 — 1 1
[301]