Ondersteuningsplan OUL versie 15 oktober 2014

Samen behalen we het beste resultaat!
schoolondersteuningsplan
2014 – 2018
Datum: 15 oktober 2014
Status : aanpassing counseling
Door: L. Swaans
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Inhoud
Vooraf
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
2.1
2.2
2.3
2.3.1
2.3.2
2.3.3
2.3.4
2.4
2.4.1
2.4.2
2.4.3
Hoofdstuk 3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Hoofdstuk 4
4.1
4.2
Hoofdstuk 5
5.1
5.2
Hoofdstuk 6
6.1
6.2
6.3
Hoofdstuk 7
7.1
7.2
Hoofdstuk 8
8.1
8.2
8.3
8.4
Hoofdstuk 9
Inleiding
Organisatie Onderwijs en Zorg
Algemene gegevens
Regio
Ondersteuningsorganisatie
Ondersteuningsstructuur
Aandachtsgebieden
Uitgangspunten
Ondersteuningsfasen
Ondersteuningsoverleg
Functie en Ondersteuning Intern Ondersteuningsteam (IOT)
Functie en samenstelling Ondersteuningsteam (OT)
Functie en samenstelling Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT)
Ondersteuningsstructuur
De algemene visie van de school: waar we voor gaan
Doelen en verwachter resultaten
Onderwijsondersteuningsprofiel in de school
Beschrijving basisondersteuning
Beschrijving extra ondersteuning met Plus
Beschrijving ondersteuning, wanneer de grenzen van de school worden
overschreden
Waar sterk in en waar nog ontwikkeling nodig als het om ondersteuning gaat
Leerlingenstromen
Overzicht leerlingenstromen
Conclusie
Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen
Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen
Overdrachtsprocedure
beleid ouders/verzorgers
Informatieverstrekking
Doorverwijzingafspraken
Bezwaar/klachtenprocedure
Financiële middelen
Speerpunten
Bekostiging door SWV
Kwaliteitszorg
Kwaliteitsnorm
Resultaat
Audit
Jeugdzorg
Geschillenregeling
4
5
8
8
12
13
13
20
21
23
23
23
23
25
30
30
31
34
37
38
38
38
40
40
40
41
41
41
43
43
43
43
45
46
46
47
47
47
47
47
48
Pagina 2
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlagen (blz. 50 tm 95)
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3
Bijlage 4
Bijlage 5
Bijlage 6
Bijlage 7
Bijlage 8
Bijlage 9
Bijlage 10
Bijlage 11
Bijlage 12
Bijlage 13
Bijlage 14
Bijlage 15
Bijlage 16
Bijlage 17
Bijlage 18
Bijlage 19
Bijlage 20
Verantwoordelijkheid Samenwerkingsverband en Schoolbestuur, uit Toezichtskader
Inspectie
Overzicht scholen SWV VO en SWV PO, situatie per 1 augustus 2014
Ondersteuningskaart d’Oultremontcollege
Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT
Functies van intern zorgteam, zorg en adviesteam en de Adviescommissie
Toelaatbaarheid (ACT)
Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT + overige ondersteuning
Aanmeldformulier OT
Handleiding OT-bespreking
Aantal uren met betrekking tot ondersteuning 2013-2014 d’Oultremontcollege
Brief aan ouders m.b.t. passend onderwijs
Instroom klas 1 en percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012
Toelatingsbeleid voor de OMO Scholengroep de Langstraat
In- en Doorstroomcijfers (afgelopen 3 jaar)
Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio (inclusief VSO)
Aantal besprekingsgevallen in ZAT per leerjaar naar aard van de problematiek en
gegeven advies en wel of geen resultaat
Aantal aanmeldingen bij ACT/Rebound en aantal toegelaten en afgewezen leerlingen
Format Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Formulier ‘warme overdracht’ PO-VO
Verslag resultaten nulmeting aangaande basisondersteuning het
d’Oultremontcollege, mei 2014
Lijst met afkortingen
Pagina 3
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Vooraf
Als Samenwerkingsverband 30.09 hebben we besloten dat er een format gepresenteerd zal worden
dat gebruikt wordt door alle scholen. Dit format kan gelinkt worden aan het ondersteuningsplan van
het SWV en biedt het voordeel dat we allen dezelfde taal en gegevens aanleveren aan het SWV.
In dit Schoolondersteuningsplan legt de school vast welk ondersteuningsaanbod ze heeft in basis en
extra zorg en legt de school vast hoe de expertise is gegarandeerd of behouden blijft ten behoeve
van het aanbod.
Op basis van dit ondersteuningsplan wordt de vraag naar ondersteuning, financiën en personeel
geformuleerd richting de eigen school en SWV. Scholen hebben een inspanningsverplichting om uit
eigen middelen in de lumpsum professionalisering en/of scholing van personeel te realiseren. Het
SWV heeft met alle schoolbesturen de verplichting om een dekkend ondersteuningsaanbod te
realiseren en te financieren.
Scholen bepalen zelf met inachtneming van de wettelijke voorschriften wat in het
ondersteuningsplan komt.
Het format wordt door alle scholen gebruikt wordt en sluit aan op het Ondersteuningsplan SWV
30.09.
Een ondersteuningsplan SWV maak je niet op een achternamiddag. Er moeten veel zaken in staan die
richtinggevend zijn voor de scholen en hun besturen. We geven een aantal voorbeelden:
 Welk niveau van basisondersteuning bieden de scholen? Het gaat hier om de definiëring van
wat alle scholen in het samenwerkingsverband moeten bieden aan preventieve
ondersteuning aan leerlingen met dyslexie, dyscalculie, een meer of minder dan gemiddelde
intelligentie, een (meervoudig) lichamelijke handicap, hyperactiviteit en
aandachtsproblemen, of met beginnende gedragsproblemen.
 Hoe realiseren ze (in onderlinge samenwerking met elkaar) een dekkend aanbod voor alle
leerlingen in hun regio?
 Hoe verdelen en besteden ze het geld voor de extra ondersteuning. Het gaat hier onder
andere om geld dat aan schoolbesturen verstrekt wordt als zij in hun school (scholen) extra
ondersteuning bieden die uitstijgt boven de basisondersteuning.
 Hoe wijzen ze ondersteuning toe aan leerlingen in het gewone onderwijs (externe
begeleiders in de school)?
 Hoe gaat de verwijzing naar het speciaal onderwijs verlopen?
 Hoe informeren ze ouders over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is
ingericht.
Kortom: vanuit deze voorbeelden ontstaan de kernhoofdstukken van het ondersteuningsplan van de
school in kwestie.
Met vriendelijke groet,
L. van Duijn
voorzitter en coördinator
Pagina 4
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Met ingang van 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking. Een van de onderdelen
van deze wet is dat scholen binnen een groep van scholen samen verantwoordelijk zijn voor de
opvang van zorgleerlingen, de zogenaamde zorgplicht.
Alle scholen beschrijven in het schoolondersteuningsplan hun eigen manier van ondersteuning.
Samen met de scholen voor voortgezet onderwijs in het Samenwerkingsverband 30.09 is
afgesproken dat er een gezamenlijke format komt voor de beschrijving van het eigen
schoolondersteuningsplan. Dit format is gebaseerd op de inhoud van het ondersteuningsplan van het
bovenvermelde Samenwerkingsverband.
Iedere school beschrijft binnen haar ondersteuningsplan de eigen doelstellingen, werkzaamheden en
ambities. Voordat we in de volgende hoofdstukken inhoud gaan geven aan de invulling van het
ondersteuningsplan is het noodzaak te beschrijven wat de aanleiding is van deze gezamenlijke
aanpak.
Aanleiding: passend onderwijs en zorgplicht
Kinderen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat kan in het speciaal onderwijs of met
extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 2014 komt er een nieuw stelsel voor passend
onderwijs. Dit verplicht alle scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben.
Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Zorgplicht betekent dat scholen ervoor
moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit, of zich bij hun school aanmeldt een
passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband krijgt. Het schoolbestuur moet eerst
kijken wat de school zelf kan doen. Als de school zegt dat de leerling het beste naar een andere
school kan gaan, moet de school zelf zorgen dat daar ook een goede plek is. Nu moeten ouders nog
vaak zelf naar een nieuwe school zoeken wanneer er geen goede school is voor een leerling. Met de
invoering van de zorgplicht heeft de school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het wel belangrijk dat
de school overlegt met de ouders over wat een goede passende school voor hun kind is. Ook moet
de school echt goed kijken naar wat een leerling nodig heeft en eerst proberen dit zelf voor elkaar te
krijgen. Leerlingen moeten qua kennisniveau wel passen binnen het aanbod van de gewenste school.
De school heeft hierbij een trajectplicht en niet per definitie een plaatsingsplicht.
Passend onderwijs is uiteraard niet denkbaar zonder ouders. Zij zijn immers eerstverantwoordelijk
voor de opvoeding en het welzijn van hun kinderen. Zij hebben veel kennis over de situatie van hun
kinderen en hebben daarom een cruciale rol als het gaat om het zoeken naar een passend onderwijsen zorgaanbod voor hun kind. Betrokkenen bij de juiste schoolkeuze dienen rekening te houden met
elkaars belangen.
Samenwerkingsverbanden in de regio
De huidige organisatie van passend onderwijs is complex. Ook is niet altijd duidelijk waar geld voor
extra ondersteuning naartoe gaat. Daarom gaan scholen in de regio samenwerken om leerlingen een
passende plek in het onderwijs te bieden.
Overal in het land zijn Samenwerkingsverbanden ingericht. Zo ook in ons gebied. Het gebied waar het
d’Oultremontcollege bij hoort is het gebied van de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand,
Waalwijk en Woudrichem.
Pagina 5
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bij de start van passend onderwijs in augustus 2014 is er ook één Samenwerkingsverbanden Primair
Onderwijs (fusie ‘Over Maas en Duin’ en ‘Scala Heusden’) in onze regio . Ze behartigen de belangen
omtrent passend onderwijs voor ongeveer 60 basisscholen en speciale basisscholen in de genoemde
vier gemeenten.
Onze school hoort bij het SWV-VO 30.09, samen met het dr. Mollercollege, de Walewyc, het Willem
van Oranjecollege, de Overlaat en MET Praktijkonderwijs, allen in Waalwijk. Verder het
Prinsentuincollege in Andel, het Willem van Oranjecollege in Wijk en Aalburg en het van
Haestrechtcollege in Kaatsheuvel. Ons SWV heeft binnen de omschreven regio geen school voor
speciaal voortgezet onderwijs, maar er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de VSOvoorzieningen in Tilburg en ’s-Hertogenbosch.
Met ingang van 1 augustus 2014 is de heer Gerard van der Wende benoemd als directeur SWV 30.09.
Hij is tevens met ingang van deze datum ook directeur van het SWV PO 30.10
Ons SWV ontvangt vanaf 2014 ook de financiële middelen voor de zorgleerlingen. Van daaruit
worden de geldstromen verdeeld over de deelnemende scholen.
Wie zitten er in het samenwerkingsverband VO
Het bestuur van het SWV wordt gevormd door de bestuurders van de genoemde VO-scholen. Onze
algemeen-directeur Jan van Pelt is daarbij onze vertegenwoordiger.
Daarnaast heeft iedere VO-school ’n directielid afgevaardigd die ‘zorg’ in de portefeuille heeft.
Namens onze school neemt Leo Swaans deel aan dit zogenaamde Schoolondersteuningsoverleg
(SOO).
Christien van Heijst en Leonie van den Munkhof zijn onze vertegenwoordigers in het netwerk van
zorgcoördinatoren: Zorgcoördinatorenoverleg (ZOO).
Deze drie geledingen (bestuur, coördinatoren en zorgcoördinatoren) bereiden de invoering van
Passend Onderwijs voor en zorgen voor gemeenschappelijke afspraken tussen de 9 VO-scholen.
In Bijlage 1 is het hoofdstuk uit het Toezichtskader Inspectie bijgevoegd met betrekking tot de
verantwoordelijkheid van school, schoolbestuur en samenwerkingsverband.
Alle zorgleerlingen een plek in de regio
Niet elke reguliere school hoeft alle kinderen op te vangen. Kan een school geen passend onderwijs
geven, dan wordt binnen het samenwerkingsverband een andere school gezocht die dit wel biedt.
Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs
kan bieden.
Binnen het Samenwerkingsverband hebben alle scholen een aantal afspraken gemaakt welke
‘orthobeelden’ in het basiszorgprofiel van iedere school horen te zitten. Deze worden later in dit
ondersteuningsplan besproken.
Ondersteuningsplan samenwerkende scholen
De samenwerkende scholen leggen de afspraken minstens eens in de 4 jaar vast in een
ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Hierin staat onder meer hoe de scholen:




het passend onderwijs in hun regio inrichten;
het geld voor extra ondersteuning besteden;
leerlingen naar het speciaal onderwijs verwijzen;
de rol van de ouders beschrijven.
Pagina 6
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Het ondersteuningsplan is een zogenaamd ‘groeimodel’. Vanuit de gezamenlijke format beschrijven
we per school het inhoudelijke doel, namelijk goede basisondersteuning voor alle ingeschreven
leerlingen en op bepaalde terreinen extra zorg als ambitie ten aanzien van zorgleerlingen.
Alle deelnemende scholen binnen het Samenwerkingsverband hebben in het basisprofiel beschreven
welke orthobeelden normaliter behoren tot de basisondersteuning van de school. Met orthobeelden
bedoelen we de beschrijving van die leerlingen die een specifieke hulpvraag hebben.
Daarnaast hebben wij als d’Oultremontcollege aangegeven waar onze grens ligt als het gaat om
ondersteuning aan leerlingen. Voor onze school zijn dat leerlingen die behoren tot de categorieën
blind, Downsyndroom, ODD en leerlingen met een verstandelijke handicap. In de pluscategorie
proberen we, afhankelijk van de zwaarte, de bij ons aangemelde leerlingen zo optimaal mogelijk te
begeleiden. Daar waar extra ondersteuning nodig is, zal hulp worden gevraagd binnen het
Samenwerkingsverband.
Later in dit Ondersteuningsplan gaan we meer in op de beschrijving van deze orthobeelden.
Samen met de andere VO-scholen binnen ons Samenwerkingsverband 30.09 is dit
ondersteuningsplan een onderdeel van het dekkend aanbod, waartoe we bij wet verplicht zijn.
De functie van het plan, namelijk het in kaart brengen van de basisondersteuning, extra
ondersteuning en bovenschoolse opvangmogelijkheden, wordt met de beschrijving hiervan
gerealiseerd.
De rol van de gemeente is binnen passend onderwijs duidelijk omschreven. De gemeente Heusden
regelt voor ons de leerplicht en het Schoolmaatschappelijk Werk (SMV Juvans).
Relatie ondersteuningsplan SWV
Dit schoolondersteuningsplan kan niet los worden gezien van het ondersteuningsplan van het
Samenwerkingsverband 30.09. In het schoolondersteuningsplan wordt met enige regelmaat
verwezen naar het plan van het SWV. De inspectie geeft aan dat er een directe verbinding moet zijn
tussen beide ondersteuningsplannen. We voldoen hiermee aan een van de inspectie-indicatoren.
Vaststelling schoolondersteuningsplan
Binnen de gezamenlijke format beschrijven de verantwoordelijke directieleden (met ‘zorg’ in hun
portefeuille) het ondersteuningsplan van de school. Binnen het d’Oultremontcollege wordt dit eerst
besproken met de beide zorgcoördinatoren. Vervolgens stelt de directie het ondersteuningsplan vast
en biedt het ter instemming aan aan de medezeggenschapsraad.
Binnen het Samenwerkingsverband zijn tijdafspraken gemaakt, zodat alle scholen gelijktijdig de
ondersteuningsplannen gerealiseerd hebben.
Evaluatie en bijstelling van dit Ondersteuningsplan zal geschieden binnen de eigen school en binnen
het samenwerkingsverband. Daarnaast is het een intern en extern verantwoordingsdocument en een
communicatiemiddel.
In dit plan worden veel afkortingen gehanteerd. Als laatste bijlage (bijlage 19) is een lijst met
afkortingen opgenomen.
Leo Swaans
directielid ‘Zorg’
d’Oultremontcollege
Pagina 7
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 2 Organisatie Onderwijs en Zorg
2.1
Algemene gegevens
Het d’Oultremontcollege is een scholengemeenschap waar 1277 leerlingen (mei 2014) onderwijs
genieten op een van de volgende niveaus: vmbo basisberoepsgerichte leerweg, vmbo
kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo gemengd-theoretische leerweg, havo (inclusief havotechnasium) en vwo (gymnasium, technasium en atheneum).
Vanaf het derde trimester klas 1 bieden wij voor de excellente havo en vwo-leerlingen ook Versterkt
Engels aan. Deze leerlingen worden voorbereid op de Cambridge Certificaten in klas 3 en 5.
De school kiest als brede scholengemeenschap voor kleinschaligheid binnen het grote geheel.
Het grote geheel maakt het mogelijk dat leerlingen zonder problemen kunnen doorstromen naar
andere schooltypes en zo het diploma halen dat bij hen past. De kleinschaligheid in
onderwijsafdelingen voorkomt dat leerlingen verloren lopen en zorgt voor een flexibele organisatie.
Opbouw van de school:
Onze school kent geen leerwegondersteunend onderwijs. Hiervoor kunnen de leerlingen naar onze
collega-scholen van SG de Overlaat in Waalwijk, het Prinsentuin College in Andel en het Willem van
Oranje College in Wijk en Aalburg.
De algehele leiding van het d’Oultremontcollege ligt in handen van de directeur mevrouw Janette
Riedstra.
Deze wordt bijgestaan door vier adjunct-directeuren:
 mevrouw Alice van Laarhoven, vmbo klas 1 tm 4
 de heer Leo Swaans, klas 1 en 2 havo/vwo
 mevrouw Claudia Bolluijt, klas 3, 4 en 5 havo
 de heer Maurice van Helderen, klas 3, 4, 5 en 6 vwo
Zij richten zich met name op het onderwijs en het personeel binnen hun afdeling en geven leiding
aan de teams.
De heer Marijn van Gulik is directeur Beheer & Organisatie.
De directe zorg voor de leerlingen is in handen van de leerling-coördinatoren.
Pagina 8
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Organisatiestructuur d’Oultremontcollege
directeur
directeur beheer &
organisatie
adjunct-directeur
vmbo
leerlingcoordinator
adjunct-directeur
havo/vwo
onderbouw
adjunct-directeur
adjunct-directeur
havo 3-4-5
vwo 3-4-5-6
leerlingcoordinator
leerlingcoordinator
onderbouw
klas 1 h/v
+ bovenbouw
+ klas 2 h/v
mentoren
mentoren
mentoren
mentoren
+ docenten
+ docenten
+ docenten
+ docenten
leerlingcoordinator
NB: met ingang van 1 augustus 2014 wordt een andere organisatiestructuur ingevoerd. De
bovenstaande structuur wordt bij invoering hiervan vervangen.
Pagina 9
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerlingenaantal d’Oultremontcollege per woonplaats (bron Magister: datum 1-5-2014)
WOONPLAATS
ANDEL
CROMVOIRT
DRUNEN
EETHEN
ELSHOUT
GENDEREN
HAARSTEEG
HEDIKHUIZEN
HEESBEEN
HELVOIRT
HERPT
HEUSDEN
NIEUWKUIJK
OUDHEUSDEN
S-HERTOGENBOSCH
SPRANG-CAPELLE
VEEN
VLIJMEN
VUGHT
WAALWIJK
WIJK EN AALBURG
WOUDRICHEM
AANTAL
1
1
526
1
55
20
97
2
1
1
24
19
48
48
8
2
3
283
1
59
76
1
%
0,1%
0,1%
41,1%
0,1%
4,3%
1,5%
7,5%
0,2%
0,1%
0,1%
1,9%
1,5%
3,8%
3,8%
0,6%
0,2%
0,2%
22,1%
0,1%
4,6%
6,0%
0,1%
1277
600
500
400
300
200
100
0
Pagina 10
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerlingenaantal d’Oultremontcollege per gemeente (bron Magister: teldatum 1-5-2014)
GEMEENTE
AALBURG
HAAREN
HEUSDEN
S-HERTOGENBOSCH
VUGHT
WAALWIJK
WOUDRICHEM
AANTAL
99
1
1104
8
2
61
2
%
7,7%
0,1%
86,4%
0.6%
0,2%
4,8%
0,2%
1277
1200
1000
800
600
400
200
0
Pagina 11
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.2
Regio
Het d’Oultremontcollege staat in regio De Langstraat en behoort tot SWV-VO 30.09 (zie afbeelding
hierna). Onze leerlingen wonen voornamelijk in deze regio (zie afbeelding hierna).
Van de 1277 leerlingen volgen er 9 VAVO-onderwijs.
Pagina 12
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
SWV-VO 30.09: Gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand, Waalwijk, Woudrichem.
NB: Het SWV-PO bevat de scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon
op Zand en Waalwijk.
In Bijlage 2 worden alle samenwerkende scholen voor PO en VO genoemd.
2.3
Ondersteuningsorganisatie
Het d’Oultremontcollege kent een ondersteuningsstructuur waarbij de school is onderverdeeld in
twee afdelingen, vmbo enerzijds en havo/vwo anderzijds. De beide zorgcoördinatoren Leonie van
den Munkhof (vmbo) en Christien van Heijst (havo/vwo) hebben naast de dagelijkse zorgcoördinatie
ook overlappende taken zoals bijvoorbeeld dyslexie, rugzakleerlingen en dergelijke.
De begeleiding van de leerlingen is er op gericht dat elke leerling naar zijn mogelijkheden optimaal
kan presteren en zich als persoon kan ontwikkelen. In die ontwikkeling staan de gecontroleerde en
begeleide zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de leerling centraal.
2.3.1
Ondersteuningsstructuur
De ondersteuning bevat het geheel van preventieve en licht curatieve interventies, die binnen de
ondersteuningsstructuur van onze school planmatig en volgens overeengekomen kwaliteitsniveau,
eventueel in samenwerking met ketenpartners, wordt uitgevoerd. Om de ondersteuning inzichtelijk
te maken, presenteren we allereerst een schema waarin de acties met betrekking tot ondersteuning
worden aangegeven.
Bij het bieden van de juiste ondersteuning aan de leerling worden de volgende fasen doorlopen:
1. Signaleren
2. Diagnosticeren
3. Begeleiden
4. Evalueren
Pagina 13
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoe te handelen na signalering?
In het volgende schema worden de acties per niveau beschreven nadat er signalering heeft
plaatsgevonden:
NR
0
1
2
3
4
SCHOOLINTERN
5
6
7
8
9
10
11
12
SCHOOL
EXTERN
13
14
15
16
17
18
19
Hoe te handelen?/Checklist Ondersteuning
OMSCHRIJVING
Ondersteuningsniveau 1 – Signalering in de klas
Docent(docent kan ook als docenten gelezen worden) lost het zelf op.
Docent overlegt met collega docent en lost het op.
Docent overlegt met de mentor. Mentor neemt actie en lost het op.
Mentor legt contact met ouder(s)/verzorger(s)/leerling (deze stap wordt niet gezet als
er sprake is van een problematiek die rechtstreeks herleidbaar is tot de ouders – dan
volgt altijd contact met de zorg coördinator – of als de vraagstelling docent-gerelateerd
is.
Mentor en docent lossen het op. Leerling is gekend in de oplossing.
Bij blijvend probleem wordt in overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling (zie de
eerdere opmerking over wanneer ouders wel/niet betrokken worden) opgeschaald naar
ondersteuningsniveau 2.
Ondersteuningsniveau 2
Mentor brengt de leerling in IOT aan de hand van bespreekformulier – er wordt een
oplossing gevonden (melding ouders).
De mentor betrekt de zorgcoördinator – er wordt een oplossing gevonden.
Er vindt een triadegesprek plaats tussen ouder(s)/verzorger(s)/leerling- mentor-zorgcoördinator (formeel karakter).
In overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling wordt er opgeschaald naar niveau 3.
Ondersteuningsniveau 3
ZC’er zoekt in eigen netwerk naar oplossing en vindt deze.
ZC’er schakelt het OT in en meldt dit bij ouder(s)/verzorger(s)/leerling en bij externe
zorgpartners.
Er wordt een oplossing gevonden – melding ouder(s)/verzorger(s).
Er wordt een casusverantwoordelijke aangewezen
Deze vindt een oplossing en meldt dat bij ZC’er en ouder(s)/verzorger(s)/leerling.
OT (casusverantwoordelijke) doet melding bij ACT.
Ondersteuningsniveau 4
In overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling komt ACT met een advies m.b.t. een
arrangement binnen of buiten de school.
ACT meldt advies aan school en aan directeur SWV.
Directeur bekrachtigd advies en oplossing. Advies wordt uitgevoerd.
JA
NEE
Ondersteuningsniveau 1 tot en met 3 is dus schoolintern, inclusief de zorgpartners.
Ondersteuningsniveau 4 is schoolextern, inclusief zorgpartners
Het schema begint bij de signalering in de klas en gaat over zittende leerlingen. Nadat er een
leer-, gedrags- of ander probleem gesignaleerd is, wordt er oplossend gehandeld. Wordt er
geconstateerd dat er geen oplossing is (dus Nee in de checklist) dan wordt er opgeschaald en gaat de
docent in overleg met een collega-docent.
Het schema is op twee manieren te gebruiken: als leidraad voor opschaling, maar kan ook gebruikt
worden als checklist, d.w.z. wat is waar gebeurd en met welk resultaat. Zo kan er per leerling
nagegaan worden waar in de opschaling wel of geen of onvoldoende interventie is gepleegd. Zo is de
checklist een toets voor de mate waarin we tijdig en adequaat hebben ingegrepen. De checklist is op
die manier te gebruiken als een reflectie op eigen handelen en op het functionerende
ondersteuningssysteem.
Pagina 14
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
In de ondersteuning op schoolniveau onderscheiden we basisondersteuning, extra ondersteuning en
bovenschoolse ondersteuning:
 Ondersteuningsniveau 1 De basisondersteuning in de klas (1 t/m 6)
De basisondersteuning is het fundament van het continuüm van ondersteuning en betreft het
werken in de klas, in de les. De taak van de docenten is hier cruciaal. De docenten zijn op
pedagogisch en didactisch gebied in staat om te gaan met diversiteit op groepsniveau. Daarnaast
is vroeg signalering en het inspelen als ook het aanpassen hierop een belangrijke kerntaak van de
leraren.
De vroeg signalering leidt tot een oplossing die door de docent wordt uitgevoerd, zoals ook nu al
het geval is.
De mentor is de spil in de organisatie van de basisondersteuning.
De docenten worden bij bovengenoemde taken ondersteund door mentor en het IOT (intern
ondersteuningsteam) onder leiding van de zorgcoördinator.

Ondersteuningsniveau 2 De extra ondersteuning in de klas (7 t/m 10)
De vroeg signalering leidt tot de constatering dat de leerling met een gedrags-, leer-, motorisch,
sociaal-emotioneel probleem te maken heeft en dat extra ondersteuning nodig is. Bij een
herkenbaar orthobeeld als oorzaak van het probleem wordt er gehandeld volgens afspraak.
Scholen hebben in hun ondersteuningsplan protocollen opgenomen hoe men in het algemeen
omgaat met geconstateerde problemen (Op iedere school zijn zogenaamde handelingswijzers
beschikbaar hoe om te gaan bij de diverse problemen. Deze handelingswijzers zijn opgenomen in
het d’Oulboek van de school).
We merken op dat het omgaan met leerlingen met verschillende orthobeelden door veel
docenten nog geleerd moet worden. Dit is een belangrijk ontwikkelpunt, waar het d;
Oultremontcollege continue zorg voor heeft in de begeleiding naar docenten.
De extra ondersteuning betreft het geheel van preventieve en licht curatieve interventies, dat
het niveau van de klas of de groep te boven gaat. We voeren deze ondersteuning uit. Mogelijke
activiteiten op het niveau van de extraondersteuning zijn: individuele begeleiding, steunlessen
(SL), remedial teaching (RT), Faalangstreductietraining (FAR), Nederlands als tweede taal (NT2),
edukinesiologie e.d.
Ook het schoolmaatschappelijk werk (SMW), inzet opvoedingsdeskundigen (OD) en de
ambulante begeleiding (AB) wordt geplaatst in de extra ondersteuning. Inzet van extra
ondersteuning vindt plaats na bespreking/overleg in het IOT. Hier spelen de zorgcoördinator, de
leerling-coördinator en de mentor hun rol. Bij de daadwerkelijke ondersteuning in de klas is er de
mogelijkheid van inzet van de onderwijsondersteuner (ambulant begeleider, AB’er). Deze biedt
hulp aan zowel de leerling als aan het lerarenteam. De onderwijsondersteuner maakt deel uit van
het IOT en versterkt zo de expertise van het IOT. Er is melding aan ouders.
De onderwijsondersteuners in de school (die de trainingen, de remedial teaching, en andere
vormen van extraondersteuning geven) informeren en ondersteunen dus de docenten, zodat die
in staat zijn in hun lessen rekening te houden met de behoefte van de leerling en in kunnen
spelen op hetgeen de leerling in de extra ondersteuning nodig heeft.

Ondersteuningsniveau 3 De extra ondersteuning buiten de klas en/of school (11 t/m 16)
Indien de ondersteuningsbehoefte van de jongere buiten de mogelijkheden van de docent of van
de school ligt (hier komt het OT –ondersteuningsteam- in beeld) o.a. als er ook problemen zijn in
het gezin of in de vrije tijd, wordt in overleg met de ouders (en de leerling) contact gelegd met
instellingen voor jeugd en jeugdzorg. Het gaat hierbij om instellingen als: MEE, Juvans, Bureau
Jeugdzorg, CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), GGD, GGZ, leerplicht, politie, instellingen voor
verslavingszorg, e.d. De school kan de expertise van deze instellingen benutten door advies en
Pagina 15
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
consultatie te vragen. Daar waar zowel ondersteuning binnen als buiten de school nodig is, zullen
de school en de instelling voor jeugd en jeugdzorg komen tot één plan van aanpak voor de
leerling. Een deel van dat plan bevat de onderwijsondersteuning en wordt door de school
uitgevoerd. Een ander deel bevat de sociaal-emotionele of andere ondersteuning van de jongere
en wordt uitgevoerd door de instelling voor jeugd en jeugdzorg. Er is dan sprake van Integraal
HandelingsGericht Diagnosticeren.
Inzet extra ondersteuning van buiten vindt plaats via het OT en met inzet van een
frontlijnmedewerker.
Afstemming, coördinatie en regievoering tussen school en instelling vinden plaats in het OT en
tussen de vaste contactpersonen.
Een goede samenwerking met de instellingen voor jeugd en jeugdzorg bevat het gezamenlijk
vastgestelde plan van aanpak, duidelijkheid over de actieverantwoordelijkheid, regelmatige
evaluatie, afstemming en eventueel bijstelling van het plan, en bereikbaarheid middels vaste
contactpersonen (zie ook het hoofdstuk over de functies van OT). Tevens hebben de gemeenten
besloten om een frontlijnmedewerker aan te stellen die als generalist optreedt en overzicht
houdt en regie voert over alle domeinen buiten de school waar het kind en het gezin mee te
maken krijgen. De gemeenten hebben hiervoor een beleidsnotitie geschreven die na
goedkeuring van het College van B&W definitief zal worden.
Overschakeling van basisondersteuning of de extraondersteuning binnen school naar de extra
ondersteuning buiten school kan alleen na bespreking in OT onder verantwoordelijkheid van de
zorgcoördinator. In het OT ontmoeten de vertegenwoordigers van de school en de instellingen
voor jeugd en jeugdzorg elkaar. Daar vindt uitwisseling van informatie plaats, worden besluiten
genomen over de aanpak van de ondersteuning. Daar ook wordt afgesproken wie
casusverantwoordelijk is en wanneer terugkoppeling en evaluatie plaats vindt.

Ondersteuningsniveau 4 De extra ondersteuning op bovenschools niveau(17 t/m 19)
De ondersteuning op het bovenschoolse niveau bevat de ondersteuning, die de mogelijkheden
van de school te boven gaan. Leerlingen, die zware extra ondersteuning nodig hebben, die niet of
onvoldoende geboden kan worden op een reguliere school, zijn aangewezen op
tussenvoorzieningen (Orthopedagogisch Didactisch Centrum) of het VSO. Bij dit niveau is een
zware rol toegekend aan de Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT).
Pagina 16
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ringmodel ondersteuningsniveaus
④
Schoolextern
③
OT
MEE
Juvans
CJG
②
IOT
Zorgcoördinator
Orthopedagoog Verzuimcoördinaat
①
NT2
RT
SMW
OPDC
Overig
Leerling
Ouders
Mentor
Docenten
GGD
FAR
SOVA
VSO
GGZ
AB
Politie
Leerlingcoördinator
Pers. begeleider
Leerplicht
Bureau Jeugdzorg
SWV/ACT
Pagina 17
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
In Bijlage 3 (Ondersteuningskaart d’Oultremontcollege) is de beschikbare ondersteuning uitgewerkt.
Het betreft onder andere de volgende schoolspecialisten
 Zorgcoördinatoren
 Vertrouwenspersoon
 Remedial teacher
 Leerling-coördinatoren
 Mentoren
 Taalondersteuning
 Faalangst- en examenvreesreductietrainer
 Decanen
 Begeleiders rugzakleerlingen
 Rouwverwerking
 Edukinesiologie
De taken van alle functionarissen zijn terug te vinden in de bijlagen. Zie Bijlage 4
Pagina 18
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Schema ondersteuningstraject d’Oultremontcollege
Legenda
Eerstelijns ondersteuning
vakdocent
Tweedelijns ondersteuning
Ondersteuningsvraag
Derdelijns ondersteuning
mentor
IOT
intern
ondersteuningsteam
zorgcoördinator
OT
Ondersteuningsteam
School handelingsverlegen?
doorverwijzen naar
oplosbaar binnen school
interscolair
overleg
interne
ondersteuning
ondersteuning
opgelost of
hanteerbaar
externe
ondersteuning
inclusief
SWV/ACT
Pagina 19
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.3.2
Aandachtsgebieden
De ondersteuningsstructuur richt zich in algemene termen op drie aandachtsgebieden, te weten:
1. Sociaal-emotionele begeleiding (gedrag en welbevinden)/ leren leven
Een leerling dient zich veilig te voelen op school. Er is veel aandacht voor pesten, discriminatie,
vandalisme in de dagelijkse begeleiding van leerlingen . De regels omtrent deze thema’s staan
beschreven in de huisregels en in het leerlingenstatuut. Extra aandacht is hiervoor tijdens
projecten in diverse leerjaren.
Het algemene welbevinden van de leerling wordt ook in de gaten gehouden door vakdocenten
en mentoren. Indien er problemen zijn kan er ook op andere vlakken extra ondersteuning
worden ingezet.
Voorbeelden van extra ondersteuning : Faalangstreductietraining (FAR),
Examenvreesreductietraining. Naast de rapportvergaderingen zijn er ook leerlingbesprekingen
waarin deze leerlingen besproken worden.
2. Studiebegeleiding/ leren leren
In de mentorlessen en vaklessen wordt al in de eerste klas gestart met het aanleren van
studievaardigheden zoals agendagebruik, leren leren, samenvattingen maken, concentreren.
Indien er problemen zijn kan er op diverse vlakken extra ondersteuning worden.
Voorbeelden van extra ondersteuning: Vakondersteuning, huiswerkmogelijkheid na schooltijd,
examentraining, keuzelessen (KWT), NT2 en remedial teaching.
3. Keuzebegeleiding / leren kiezen
Een leerling moet in zijn schoolcarrière heel wat studiekeuzes maken. Het gaat hierbij om keuzes
ten aanzien van het te volgen niveau, het vakkenpakket en de vervolgopleiding. Hier wordt in de
mentorlessen en in individuele gesprekken met de mentor aandacht aan besteed. Extra
ondersteuning wordt veelal verzorgd door de decaan in de vorm van individuele gesprekken.
Voorbeelden van extra ondersteuning: Oriëntatie op studie en beroep, beroepenavond, stages.
De begeleiding is specifiek gericht op:
 Het voorkomen van problemen bij het leren en het leveren van schoolprestaties.
 Het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerling in het leren omgaan met eventuele (leeren/of gedrags-) problematiek.
Dit kan bereikt worden door een combinatie van handelen: accepteren, stimuleren, compenseren,
dispenseren en remediëren.
Pagina 20
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.3.3
Uitgangspunten
In de begeleiding van leerlingen wordt uitgegaan van pedagogisch en didactisch handelen.
De leerling vraagt om een veilige omgeving.
Verwachtingen medewerkers
Pedagogisch
Er wordt van medewerkers gevraagd:
 open te staan voor “het specifieke” van de leerling;
 consequent en betrouwbaar te zijn;
 de leerling bewust te maken van zijn sterke en zwakke kanten;
 de leerling verantwoordelijkheid te geven voor zijn eigen ontwikkeling;
 de sterke kanten van de leerling te stimuleren en de zwakke kanten te compenseren;
 positieve feedback te geven;
 de leerling succeservaringen te laten opdoen, waarmee tegemoet gekomen wordt aan de
ontwikkelingsbehoeften: relatie, competentie en autonomie.
Extra gevraagd wordt bij zorgleerlingen:
 te overleggen met de leerling wat hij nodig heeft;
 te accepteren dat leerlingen met sommige dingen problemen hebben en zich niet aan kunnen
passen; dit is geen onwil maar onkunde.
 de begeleiding af te stemmen met de mentor. Deze overlegt met eventuele andere begeleiders
zoals de coach, ambulant begeleider en de ouders.
Didactisch:
Er wordt van medewerkers gevraagd:
 te zorgen voor een goede voorbereiding en gestructureerde organisatie;
 zicht te krijgen op de door de leerling gebruikte strategie door de leerling te laten vertellen hoe
die iets aangepakt heeft;
 de leerprocessen te structureren;
 taakgerichte feedback te geven.
Extra gevraagd wordt bij zorgleerlingen:
 ondersteunende en compenserende hulpmiddelen te geven (bijv. laptop, RT-kaart, gesproken
proefwerken, daisyspeler, Kurzweil).
Binnen de begeleiding van de docenten staan de criteria van ‘de goede les’ steeds centraal. Middels
kijkwijzers voor de diverse afdelingen wordt geobserveerd in hoeverre de vakdocent deze
kenmerken in de les laat zien. Volgens het Ministerie gelden de volgende kenmerken voor ‘de goede
les’:
 veilig en stimulerend leerklimaat
 efficiënte lesorganisatie
 heldere en gestructureerde instructie
 activeren leerlingen
 aanleren leerstrategie
 afstemmen onderwijs + toetsing op niveau (vmbo bk / vmbo gt / havo / vwo)
 betrokkenheid leerlingen
Pagina 21
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Verwachtingen leerlingen en ouders
 Van de leerling mag verwacht worden dat hij zich extra inzet en zich nooit verschuilt achter zijn
(leer- en/of gedrags-) problematiek.
 De leerling is medeverantwoordelijk voor de begeleiding. Hij maakt samen met de mentor,
vakdocent en/of andere begeleiders afspraken over zijn ondersteuningsbehoeften.
 Ouder(s)/verzorger(s) zijn er voor verantwoordelijk dat hun kind eventuele extra buitenschoolse
hulp krijgt. Vaak is specifieke, structurele hulp noodzakelijk.
 Kosten voor externe hulpverlening zijn voor rekening van ouder(s)/verzorger(s). Op school
bieden we huiswerk maken onder toezicht aan. Tevens is er het project Bovenbouw helpt
Onderbouw, waarbij getalenteerde bovenbouw leerlingen kunnen worden ingezet bij de
begeleiding na schooltijd van onderbouw leerlingen.
 Het d’Oultremontcollege werkt samen met de leerling en hun ouders om het beste voor het kind
te bereiken. Daarom verwachten we van ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen een
ondersteunende, positieve en actieve houding.
Zij nemen contact op met de mentor of interne begeleider wanneer zij problemen ervaren en
hebben een actieve houding bij het oplossen daarvan.
 Van de ouder(s)/verzorger(s) wordt verwacht dat zij hun kind stimuleren zelf verantwoordelijk te
zijn voor hun eigen leren en zo meedenken aan oplossingen.
Pagina 22
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.4
Ondersteuningsoverleg
2.4.1 Functie en samenstelling Intern ondersteuningsteam (IOT)
Voor de schakeling van leerlingen van de eerstelijn naar de tweedelijn is het IOT van belang. Het IOT
is een intern overleg voor het bespreken van leer-, gedrags- en sociaal-emotionele problemen van
leerlingen en komt op initiatief van de zorgcoördinatoren bijeen. Er worden leerlingen besproken
waarover meerdere betrokkenen zich zorgen maken. In dit overleg worden de aangemelde leerlingen
besproken, wordt er gezamenlijk een aanpak vastgesteld en wordt afgesproken wie welke acties
onderneemt. Het gaat hierbij om een georganiseerde bespreking van problemen waarbij in
gezamenlijk overleg, ook met de ouders, hulp en begeleiding ingezet kan worden, aanvullend op het
handelen van de mentor of leerling-coördinator. De zorgcoördinatoren bepalen welke interne
specialisten voor dit overleg worden uitgenodigd.
Het IOT bestaat vrijwel uitsluitend uit medewerkers van de school zelf, vandaar dat wij
het beschouwen als een professioneel overleg, waarin op een prudente en zorgvuldige wijze wordt
omgegaan met informatie.
Ouder(s)/verzorger(s) worden op de hoogte gebracht van de bespreking van hun kind.
De functies van het IOT worden hierna schematisch weergegeven. Zie bijlage 4
Voorzitter:
Leden op afroep:
Zorgcoördinator
Leerling-coördinatoren
Counselor
Remedial teacher
Taalondersteuner
Faalangstreductietrainer
Examenvreesreductietrainer
Mentoren
Persoonlijke begeleiders LGF-leerlingen
Rouwverwerking
De zorgkaart wordt door mentor of leerling-coördinator aangemaakt in Magister, het
schooladministratieprogramma. De betreffende zorgcoördinator neemt de zorgvraag vervolgens in
behandeling.
2.4.2
Functie en samenstelling Ondersteuningsteam (OT)
Het SWV heeft de functies van IOT, OT en ACT vastgesteld waardoor het OT op alle scholen een
vastgestelde procedure volgt. IOT, OT en ACT zijn advies organen in een oplopende reeks van
ondersteuningsadvies. Door het OT eerder in stelling te brengen, kan het OT meer een
ondersteunende rol spelen en vanuit de diverse disciplines kijken welke ondersteuning de leerlingen
nodig hebben. Het OT zorgt ervoor dat alle informatie over de leerling verzameld wordt en kan een
platform zijn waarin de experts elkaar positief bevragen naar de mogelijkheden van de leerling. Het
OT zal om die reden professioneel geschoold en gecoacht worden.
a. Een verdere professionalisering van het OT is cruciaal voor het goed kunnen functioneren van de
interne ondersteuningsstructuur van de school, maar ook voor de werkwijze van de ACT. De
scholen zullen via scholing en ‘training-on-the-job’ het OT veel meer in stelling moeten brengen.
b. Het OT neemt de beslissing zelf om diagnostisch onderzoek uit te laten voeren. Door onderzoek
eerder in het traject in te zetten, kan sneller de juiste behoeftes worden vastgesteld en kan de
Pagina 23
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
school gerichter en eerder zelf de juiste ondersteuning aan de leerling bieden. Het OT bepaalt
zelf de procedure, de kosten van onderzoek worden betaald uit het schoolbudget. Hier kan de
diagnosekracht van de ‘orthopedagogenpool’ een rol spelen.
OT brengt de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de individuele leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben in beeld. Voor een beperkt deel van de leerlingen zal de
onderwijsleeromgeving aangepast dienen te worden. Bij het in beeld brengen hanteert de school/OT
het door het SWV voorgestelde format OndersteuningsPerspectiefPlan (OPP) gebaseerd op
Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte (IVO).
Bij het inzetten van extra ondersteuning aan een leerling, hanteert het OT een IHGD (integraal
handelingsgerichte diagnostiek). De focus ligt op de mogelijkheden en de ondersteuningsbehoefte
van de leerling in plaats van op de tekorten en problemen. De werkwijze is vraag gestuurd en
oplossingsgericht: welke onderwijsleersituatie past het best bij deze leerling en waar kan deze goed
worden aangeboden? Door uit te gaan van de mogelijkheden van de leerlingen, worden medische,
psychologische of psychiatrische kenmerken alsmede de handelingsverlegenheid van de school wel
meegewogen, maar zijn deze niet het vertrekpunt voor de diagnostiek. Ten eerste voorziet IHGD in
een goed omschreven, stapsgewijze diagnostiek waardoor een systematische advisering is
gewaarborgd. IHGD vraagt om een constructieve samenwerking tussen ouders en leerling, school en
hulpverleners. Ten tweede biedt IHGD de school de mogelijkheid de ondersteuningsbehoefte van de
leerling in kaart te brengen en de mogelijke invulling van deze behoefte vorm te geven.
We hebben gezien dat voor leerlingen waarvoor extra onderwijsondersteuning wordt ingezet, er ook
sprake kan zijn van extra jeugdzorgondersteuning.
Het OndersteuningsPerspectiefPlan (OPP) biedt handvaten waarmee de docent het onderwijs kan
afstemmen op de behoefte van de leerling. Nu is de primaire taak van de docent onderwijs geven en
een goed pedagogisch klimaat realiseren. De rol met betrekking tot jeugdzorgondersteuning is voor
hem/haar beperkt, maar wel van wezenlijk belang voor de leerling.
De CJG-partners (Centrum voor Jeugd en Gezin) en de al reeds in het gezin aanwezige hulpverleners
beslissen nu over de aard van de jeugdzorgondersteuning. De inzet van een frontlijnmedewerker zal
de besluitvorming tot ondersteuning en aard van de ondersteuning gaan stroomlijnen. Deze
frontlijnmedewerker doet dit in samenspraak met OT en met de ouders en volgt het principe van één
kind, één plan, waar (zo nodig en mogelijk) de schoolondersteuning deel van uitmaakt. De
integraliteit zit in de afstemming en raakpunten tussen onderwijs en zorgondersteuning. De
gehanteerde methodiek IHGD is hierop gericht.
Het OT komt eens in de zes weken samen.
Ouder(s)/verzorger(s) dienen toestemming te geven voor de bespreking van hun kind.
Met het OT willen we bereiken dat:
 de kwaliteit van besluitvorming over leerlingen met hulpvragen toeneemt.
 door afstemming van de zorg nog beter maatwerk mogelijk is.
 geen leerlingen tussen wal en schip raken.
 er geen onnodige overlap of lacunes zijn in de zorg en er een sluitend netwerk en vangnet is.
 er snelle inzet van passende hulp gewaarborgd is.
 de basiszorgstructuur beter in staat is om alle leerlingen de zorg te geven die ze nodig hebben.
Pagina 24
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ouder(s)/verzorger(s) dienen toestemming te geven voor de bespreking van hun kind.
De functies van het OT worden hierna schematisch weergegeven. Zie bijlage 5
Voorzitter:
Leden:
adjunct-directeur ‘zorg’
Zorgcoördinatoren
Leerling-coördinatoren (op afroep)
Leerplicht Ambtenaar
Jeugdgezondheidszorg GGD (verdwijnt per 1-8-2015)
GGZ
Schoolmaatschappelijk werk
Politie
Bureau Jeugdzorg
Contour De Twern
Bijlage 6: Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT + overige ondersteuning
Bijlage 7 : Aanmeldformulier OT
Bijlage 8: Handleiding OT-bespreking
Bijlage 9: Een totaaloverzicht van de in te zetten uren met betrekking tot ondersteuning op het
d’Oultremontcollege
2.4.3
Functie en samenstelling Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT)
De ACT heeft in ons SWV vier taken:
1. Ten eerste geeft zij de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor leerlingen die naar het VSO
moeten.
2. Ten tweede geeft zij advies aan de scholen en de directeur van het SWV met betrekking tot de
toelaatbaarheid van een leerling die (tijdelijk) naar een tussenvoorziening moet.
3. Ten derde geeft zij advies aan scholen (op aanvraag van de scholen) bij de toepassing van een
onderwijsondersteuningsarrangement op betreffende school of andere school (bij detachering).
4. Ten vierde geeft zij advies aan scholen en de directeur van het SWV bij (niet) toelating van
nieuwe leerlingen in klas 1 of hoger wanneer een thuiszitproblematiek dreigt.
In deze paragraaf wordt de rol van het OT en ACT besproken. Binnen de rol van het OT is er de rol
van het IOT die hier zijdelings aan de orde komt.
Er kan sprake zijn van ondersteuningstoewijzing bij binnenkomst van een nieuwe leerling, maar ook
toewijzing aan reeds op school zittende leerlingen die vast dreigen te lopen.
De school waar de leerling wordt aangemeld of staat ingeschreven verzamelt informatie over de
leerling gericht op de ondersteuningsbehoeften van deze leerling. De ondersteuningsbehoeften
worden gerelateerd aan de 5 IVO-velden (Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte):
1. aandacht & tijd
2. materialen
3. ruimtelijke omgeving
4. expertise
5. samenwerking met ketenpartners.
Pagina 25
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Motto hierbij is ‘wat heeft de leerling nodig?’.
Wanneer de school op grond van haar ondersteuningsprofiel niet (meer) kan voldoen aan de
ondersteuningsbehoeften van de leerling gaat de vraag naar het bovenschools niveau: naar de ACT
als adviserend orgaan van het bestuur c.q. de directeur van het SWV. De ACT heeft inzicht in alle
ondersteuningsprofielen van de scholen van het SWV, inclusief de scholen voor VSO en de
bovenschoolse voorzieningen die het SWV heeft ingericht.
Alvorens in te gaan op de taak van ACT, geven we hier schematisch weer de rol en taken van het IOT,
OT en ACT.
Pagina 26
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Functie
Screening en probleemtaxatie
Voorbeeld: de school screent alle leerlingen in leerjaar 1 op dyslexie
met behulp van instrumentarium conform protocol Dyslexie
Hulpvraag formuleren
Voorbeeld: IOT geeft als hulpvraag ‘leerling verzuimt veel, heeft net
name moeite met het op tijd in de les komen bij het eerste lesuur
Hulpvraag (eventueel) herformuleren en vaststellen
Voorbeeld: OT geeft als hulpvraag ‘leerling moet thuis eerst voor
twee broertjes zorgen, voordat hij zelf naar school gaat want
moeder is opgenomen in psychiatrische inrichting en vader werkt.
Twee andere kinderen zitten in respectievelijk groep 2 en groep 5
van de basisschool. Leerling grijpt deze zorg ‘graag’ aan om (delen
van) lessen te missen. Gezien zijn prestaties kan de leerling niets
missen’.
Doelen bepalen met betrekking tot leren (alleen
onderwijsperspectief)
Voorbeeld: de leerling behaalt voor elke toets waarbij
spellingvaardigheid wordt gemeten minimaal een 5.
Doelen bepalen met betrekking leren + sociaal-emotioneel
functioneren (multidisciplinair perspectief)
Voorbeeld: de leerling mag per week nog maar 1x een woede
uitbarsting laten zien. Hij leert opkomende woede bij zichzelf te
signaleren en zichzelf een time out te geven van 5 minuten
(Aanvullend) Diagnostisch onderzoek
Opmerking: de scholen hebben geen eigen psychodiagnostici in
huis; zou via SWV (ACT) kunnen verlopen en vragen advies m.b.t.
expertise aanvullende diagnostiek.
Voorbeeld: OT geeft aan dat leerling persoonlijkheidsonderzoek
nodig heeft omdat een stoornis in het autistisch spectrum wordt
vermoed. Als we dit bevestigd zien kunnen we afspraken maken
hoe we hier als team mee omgaan en welke acties we uitvoeren.
Als het niet bevestigd wordt zullen we moeten heroverwegen
waarom deze leerling zo veel conflicten heeft met leeftijdgenoten
en waarom de leerling aangeeft zich verloren te voelen op school’.
Bieden/activeren ondersteuning leerlingen/docenten/ouders
Voorbeeld: docenten worden door zorgcoördinator uitgedaagd de
leerling een week lang niet uit de les te verwijderen. Teamleider
wordt gevraagd om docenten waarbij leerling nooit uit de les
wordt gestuurd hun aanpak te delen met de docenten die de
leerling regelmatig uit de les verwijderen.
Voorbereiden integrale indicatiestelling
Opmerking: betreft ‘voorsorteren’ onderwijsleersituatie + route
(extra ondersteuning)
Voorbeeld: Leerling is gediagnosticeerd met ADHD en vermoedens
ODD; thuissituatie is in het geheel niet ondersteunend (gescheiden
IOT
x
OT
ACT
x
x
x
x
X
x
x
Pagina 27
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
ouders; moeder psychiatrisch patiënt; geen brusjes); cognitief
vermogen laag gemiddeld, vorderingen blijven achter bij
verwachting. Voorsorteren naar project Op de rails. N.B. ACT geeft
uiteindelijk advies.
Pagina 28
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Functie
Toelichting aan docenten / mentoren / zorgfunctionarissen
Voorbeeld: zorgfunctionaris (kan zowel uit IOT als OT zijn) legt in
team uit wat de consequenties zijn van het thuismilieu waarin de
leerling momenteel verkeert op het functioneren op school;
Voorbeeld: jeugdarts legt uit wat de medische beperkingen van een
leerling betekenen voor het functioneren op school en in de peer
group
Coördinatie en opvolging van de ondersteuning en/of jeugdzorg
Opmerking: IOT voor intern, OT voor extern
Voorbeeld OT : Zorgcoördinator bespreekt met teamleider de
doelen en activiteiten die door alle lesgevers en
onderwijsondersteuners (pedagogische conciërge!) de komende
periode moeten worden uitgevoerd betreffende deze leerling.
Voorbeeld OT: Zorgcoördinator stemt af met
schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar en jeugdarts
over het terugdringen van het verzuim, zoals besproken bij de
hulpvraag en de geformuleerde doelen
Handelingsactivering docenten / mentoren / ondersteuners /
zorgfunctionarissen
Voorbeeld: Zorgcoördinator legt in team uit wat ‘de bijsluiter’ van
de leerling is in termen van ‘doe dit niet’ en ‘doe dit wel’
Deskundigheidsbevordering schoolfunctionarissen
Voorbeeld: schoolmaatschappelijk werker professionaliseert het
team in het herkennen van kindermishandeling
Voorbeeld: (preventief) ambulant begeleider professionaliseert het
team in het omgaan met oppositioneel gedrag
Activerende preventie
Voorbeeld: Na enkele leerlingen in het IOT te hebben besproken die
gepest worden op school wordt een pestproject opgezet
Samenwerking en afstemming in de keten
Voorbeeld: zorgcoördinator zorgt ervoor dat geestelijke
gezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk onderling
afstemmen over aanvullende diagnostiek (liever parallel proces dan
opvolgend)
Evaluatie en monitoring
Voorbeeld: Elk gremium genereert data (liefst minimum variant
afspreken op niveau SWV). Bij voorbeeld: leeftijd, geslacht,
leerjaar, Cito eindscore, IQ, leerachterstanden, diagnoses, presentie
(verzuim), incidenten (gedrag),aantal leerlingen per OT, effecten
van ingezette interventies (% doel bereikt)
Toetsing van gehanteerde verwijsprocedures
Voorbeeld: uitvoering dossier onderzoek naar ‘minimale stoffering’,
zoals IOT heeft hulpvraag en ondersteuningsbehoeften
geformuleerd, school heeft doelen geformuleerd, school heeft
interventies ingezet en geëvalueerd, leerling is in OT besproken en
‘voorsortering’ naar passende leeromgeving.
IOT
x
OT
x
ACT
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 29
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Advies passende onderwijsleeromgeving
Voorbeeld: school en OT hebben voorgesorteerd voor
bovenschoolse voorziening X, ACT toetst inhoudelijk en procedureel
en ziet dat alle stappen zijn gezet; geeft advies.
Directeur geeft op basis van advies ACT formeel
een ‘go’ of ‘no go’.
x
De toepassing van dit schema van screening en probleemtaxatie op de scholen heeft laten zien dat
de diagnosekracht op meerdere scholen nog onvoldoende is. Er zijn scholen die in parttime dienst
een orthopedagoog inzetten, er zijn echter ook scholen die geen orthopedagoog hebben. Het tekort
aan expertise op dit punt moet worden weggewerkt, anders ontstaan er verkeerde hulpvragen en
verkeerd ‘passend onderwijs’. Het SWV zal zich sterk maken om te komen tot een
orthopedagogenpool waarbij alle orthopedagogen onder leiding van een functionaris/de directeur
ingezet kunnen worden op meerdere scholen. Ook zal bezien worden of uitbreiding nodig is en of het
verzoek om twee schoolpsychologen op te leiden in werking kan worden gezet.
Pagina 30
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 3 – Ondersteuningsstructuur
3.1
De algemene visie van de school: waar we voor gaan
Het OMO omschrijft haar missie als volgt:
De belangrijkste taak van OMO en haar scholen is om jonge mensen van 12 tot en met 18 jaar,
ongeacht hun talenten en sociale achtergrond, met goed onderwijs voor te bereiden op
vervolgonderwijs en in het verlengde daarvan op een plaats in de maatschappij.
De visie op onderwijs binnen OMO Scholengroep de Langstraat is gericht op alle leerlingen die zijn
toegelaten en laat zich vatten in de vier deelaspecten:
Het is ons doel om al onze leerlingen op te leiden tot zelfstandige en verantwoordelijke
wereldburgers. Die op hun manier een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving van
vandaag én van de toekomst. Daarom onderscheiden we in ons schoolbeleid vier speerpunten:
1. Onderwijs op maat
We willen kennis en vaardigheden bijbrengen op een passend niveau. Daarbij vinden we
optimale leerprestaties belangrijker dan maximale leerprestaties. Want elke leerling verdient
het onderwijs dat het beste past bij zijn of haar intellectuele capaciteiten én karakter. Ons
onderwijs houdt daarom rekening met onderlinge verschillen tussen leerlingen. We stellen
onszelf daarin steeds drie vragen: wie is deze leerling? Wat kan hij? En, wat wil de leerling?
2. Respectvol samenleven
In het verlengde van de opvoeding van de ouders/verzorgers willen we waarden overdragen.
In de eerste plaats: respectvol omgaan met elkaar en met elkaars mening. Want leidt een
respectvolle samenleving uiteindelijk niet tot een veilige en kansrijke maatschappij?
De school wil hierin het voorbeeld zijn.
3. Zorg om onderwijsdoelen te realiseren
Soms hebben leerlingen zorg nodig om gestelde onderwijsdoelen te realiseren. Uiteraard
biedt de school in die gevallen de benodigde hulp. Voor zorg die geen verband houdt met
het leerproces heeft de school een signaalfunctie. In die gevallen zal verwezen worden naar
andere instanties.
4. Meer dan goed onderwijs
Het vormende aspect van onderwijs zit niet alleen in lessituaties. Activiteiten die buiten het
wettelijk vastgestelde leerplan liggen, verrijken leerlingen op maatschappelijk, cultureel,
sportief en godsdienstig gebied. We werken planmatig en gericht aan de vorming van jonge
mensen tot verantwoordelijke wereldburgers.
Visie op onderwijsondersteuning
De school wil iedere leerling de mogelijkheid bieden om het maximale uit zichzelf te halen door zijn
talenten te benutten en verder te ontwikkelen en door te leren omgaan met zijn beperkingen. Elke
Pagina 31
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
leerling, die belemmeringen ondervindt in zijn ontwikkeling komt in aanmerking voor begeleiding,
oplopend van basisondersteuning tot meer specifieke, op behoefte afgestemde, begeleiding.
Het uiteindelijke doel is om de leerlingen bij het verlaten van de school een diploma mee te geven,
passend bij de gevolgde onderwijsvorm. Mocht dit niet realiseerbaar zijn, dan is een
certificaat/getuigschrift beschikbaar. Dit heeft te maken met het gegeven dat gaandeweg het
leertraject aanpassingen in het onderwijsaanbod worden gedaan. Oorzaak hiervan moet gezocht
worden in school-, docent- of omgevingsfactoren (o.a. rol ouders).
Ondersteuning, geboden aan leerlingen is geïntegreerd en in samenhang opgenomen in het
onderwijsleerproces van de school, zodat er voor leerlingen de mogelijkheid bestaat het maximale
uit zichzelf te halen. De begeleiding is afgestemd op de behoefte van de leerling waar het
uitgangspunt is om recht te doen aan verschillen.
We willen dit bereiken door het aanbieden van een krachtige leeromgeving. Door het inzetten van
het speerpunt ‘de goede les’ (zie schoolplan) zal deze begeleiding (ondersteuning) zoveel mogelijk in
de reguliere lessen en in de begeleiding door de mentor worden geboden. Daar waar nodig levert de
school ondersteuning en begeleiding buiten de reguliere lessen. Zie hiervoor de vorige hoofdstukken.
De school beschikt over een, in het vorige hoofdstuk beschreven, uitgebreid intern
ondersteuningsaanbod. De leerling wordt gekend. Docenten en mentoren zijn op de hoogte van de
kwaliteiten en belemmeringen van de leerling en zijn directe omgeving. Zij zijn meer en meer
bekwaam om maatwerk te leveren in de lessen.
Ouders zijn verantwoordelijk en worden als zodanig gekend en betrokken bij de zorg die aan
leerlingen wordt geboden. Onderwijs en zorg vloeien in elkaar over. Ouders en school gaan als het
ware een partnerschap aan om van beide kanten de ondersteuning te optimaliseren.
Het d’Oultremontcollege kenmerkt zich door een sterke basisstructuur en een veilig schoolklimaat.
Binnen de schoolcultuur is er sprake van een goede afstemming tussen onderwijs en begeleiding
(tweede- en derdelijns ondersteuning), waardoor er sprake is van een vangnet voor kinderen die
extra ondersteuning en aandacht behoeven.
3.2
Doelen/Verwachte resultaten
We splitsen onze doelen en verwachtingen uit in verschillende lagen van begeleiding. Wat hoort bij
elke laag. Vrij vertaald: basis, extra en zware ondersteuning (eventueel in combinatie met externe
instanties.).
Ondersteuningsniveau 1
(basisondersteuning)
Het doel wat het d’Oultremontcollege haar zelf stelt voor de komende jaren is om de ingeslagen weg
op het gebied van ondersteuning aan leerlingen, waar nu sprake van is, te behouden. Vele zaken
verlopen goed en moeten we continueren. Docenten, begeleiders, leden van het
ondersteuningsteam zijn goed op elkaar ingespeeld. In het kader van passend onderwijs is het van
groot belang binnen ons ondersteuningsprofiel onze mogelijkheden en onmogelijkheden duidelijk
aan te geven.
We willen de capaciteit van de eerstelijns ondersteuning vergroten en verbeteren. Dit is de
ondersteuning door mentor en vakdocent.
Pagina 32
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Aandacht voor de leerproblemen, die met name bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een
rol spelen. Tevens dient er aandacht te zijn voor gedragsproblemen, die een juiste werkaanpak
belemmeren, zoals problemen met structureren, ordenen, concentratie en motivatie.
We streven op het d’Oultremontcollege maatwerk na. De ruimte hiervoor vinden we bij zowel in de
mentormomenten als in de reguliere lessen. Binnen de leerlingbespreking worden keuzes gemaakt in
de verdere begeleiding van de leerling buiten de les.
De docent is verantwoordelijk voor het aanbieden, begeleiden en controleren van het aangepaste
programma. In het kader van ‘de goede les’ worden docenten meer en meer gestuurd aandacht te
hebben voor de meer individuele begeleiding van de leerling in de klas.
Op verzoek van de docent/mentor kan het intern ondersteuningsteam de docent zelf ondersteunen
dan wel de leerling hulp bieden. Hulp van het intern ondersteuningsteam aan de leerling buiten de
les is een kortdurend traject.
Deze kortdurende hulp aan de leerling door experts (zie hoofdstuk 2) kan indien nodig en mogelijk
een vervolg krijgen door een aanvullend of aangepast programma.
Ook wordt er van de eerstelijns ondersteuning steeds meer expertise gevraagd op het gebied van
specifieke leerproblemen.
Taak van docenten is het signaleren van problemen, leerlingen met problemen in de les begeleiden
door uitvoeren van het (individuele) handelingsplan, aanpassen van instructie en desgewenst
variatie in werkvorm en lesstof.
Tevens behoort het tot de taak van docenten veel voorkomende leerproblemen zoals dyslexie ,
dyscalculie en (daar waar mogelijk) leerlingen met ASS-kenmerken te signaleren. De docenten zijn
bekend met de kenmerken van veel voorkomende leerproblemen. In het d’Oulboek zijn de
handelingswijzers hiervoor opgenomen.
De docenten voor Nederlands, Engels en Wiskunde moeten bekwaam zijn om naar aanleiding van de
signalering het probleem in beperkte mate verder te onderzoeken om op grond daarvan een
aanpassing te kunnen doen in het programma van de leerling en/of een aanvraag te kunnen doen
voor steunles van een expert. De school hanteert hiervoor de toetsen van het CITO-VAS.
Als basis voor het optimaal begeleiden van leerlingen dient veel aandacht geschonken te worden aan
het pedagogisch didactisch klimaat c.q. een veilige motiverende leeromgeving. Docenten bieden in
hun lessituatie de ruimte en mogelijkheid om leerlingen met sociaal-emotionele - en
gedragsproblemen te helpen. Zij streven eenheid in de begeleiding na en evalueren dat regelmatig in
mentorgesprekken met de leerling coördinator van betrokken leerjaar. De coördinator stuurt in
dezen het evaluatieproces.
Ondersteuningsniveau 2
(extra ondersteuning)
Mentoren en docenten worden in hun begeleiding aan leerlingen, daar waar dit noodzakelijk is,
ondersteund door experts voor wat betreft het herkennen van problemen, aanpassing van het
programma en begeleiding van een leerling. Voor het signaleren en het herkennen van
leerproblemen kunnen de experts zowel een groep docenten als individuele docenten ondersteunen.
Dat kan door collegiale consultatie, begeleiden van de eigen vakgroep, verzorgen van
studiebijeenkomsten, enz. De specialist kan desgewenst leerstof en materialen aanreiken.
De extra hulp zoals taalondersteuning of remedial teaching wordt in de meeste gevallen individueel
gegeven door experts gedurende een beperkte tijd. Docenten kunnen voor een leerling extra
Pagina 33
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
ondersteuning aanvragen. Deze ondersteuning is intensief en gericht op de leerstrategie en de
werkwijze.
Het aantal specialisten dat de school nu in huis heeft is voldoende voor de hulp die nodig is.
Een belangrijke taak van de experts is het ondersteunen van de docenten. In onze organisatie is de
meest voor de hand liggende manier in dezen de collegiale consultatie.
De experts werken professioneel onder leiding van de twee zorgcoördinatoren.
De experts kunnen hun bekwaamheid vergroten door gebruik te maken van de mogelijkheid van
nascholing, waarbij in aanmerking genomen dient te worden dat de geboden scholing relevant is
voor de dan geldende onderwijs- leersituatie, waarbij de expert deel uitmaakt van de
schoolorganisatie.
Niet alleen het profiel van de leerling maar ook het schoolprogramma en de werkwijze in de les zijn
leidraad bij de opstelling van het handelingsplan. Het d’Oultremontcollege is daarbij in organisatie
een reguliere traditionele school. Doordat we geen leerwegondersteuning aanbieden, kunnen we op
dit moment volstaan met de reguliere basisondersteuning, aangevuld met meer op het individu
gerichte begeleiding.
Voor leerlingen met een zeer ernstige en/of gecompliceerde problematiek geeft het
ondersteuningsteam advies aan mentor, vakdocenten en ouders. Zij stelt ook het handelingsplan op.
Het ondersteuningsteam voert samen met de mentor het handelingsplan uit of begeleidt de docent
bij de uitvoering. Dit geldt ook voor hulp op sociaal emotioneel gebied.
Ondersteuningsniveau 3 en 4
(zware ondersteuning)
Bij zeer ernstige en gecompliceerde (leer)problemen wordt bekeken welke hulp de school kan
bieden. De zorgcoördinatoren kunnen, na consultatie bij het zorgteam, besluiten dat een langer
traject van begeleiding door een specialist nodig is.
In het beleid van de school is aangegeven wat de grenzen zijn aan de hulp die leerlingen op het
gebied van leerproblemen kunnen krijgen. De hulpvraag kan de expertise van de school te boven
gaan. Ook kan de hulpvraag een te zwaar beroep doen op de zorgmogelijkheden van de school. Dat
laatste kan het geval zijn als voor leerlingen langdurig individuele hulp nodig is, op meer gebieden
hulp van een expert nodig is, de hulp van de expert intensief moet zijn of hulp van een expert
gedurende zeer lange tijd nodig is.
Indien de hulp, die nodig is, niet, of voor een deel niet door de school geboden kan worden, wordt
door de zorgcoördinator aan ouders geadviseerd over hulp buiten de school, nadat overleg heeft
plaats gevonden met de betrokkenen. Dit gebeurt in de meeste gevallen in het OT
(Ondersteuningsteam), maar is niet strikt noodzakelijk. Soms vraagt een hulpvraag om een meer
pragmatische (snellere) oplossing. Het betreft hier met name problemen op sociaal emotioneel
gebied. We leiden het af van het orthobeeld en kijken naar het gedrag van de leerling.
De school geeft aan hoe de afstemming van schoolse en buitenschoolse ondersteuning wordt
geregeld. Daartoe is overleg geweest met de ouders en met de buitenschoolse hulpverlener.
Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, wordt in overleg met de ambulant begeleider
en/of zorgcoördinator bekeken welk ondersteuningsarrangement we kunnen aanbieden. Tevens
wordt gekeken hoe docenten en mentoren de directe ondersteuning aan de leerling kunnen geven.
Pagina 34
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Daarbij geeft de school haar grenzen van zorg, die zij kan bieden, aan. Ook in geval van een LGF geldt
dat in het geval de school en de ambulante begeleider de hulp niet kunnen bieden, de school aan de
ouders advies uitbrengt over hulp buiten de school. Toetsing geschiedt door de ACT. Nadat de
ondersteuningsbehoefte in beeld is gebracht, wordt gekeken naar de interne en externe kosten.
Afspraken hierover worden gemaakt met het Samenwerkingsverband volgens het principe ‘het geld
volgt de leerling’.
3.3
Onderwijsondersteuningprofiel in de school
Een belangrijk onderdeel voor de invoering van passend onderwijs is de vaststelling van zogenaamde
ondersteuningsprofielen. Dit geldt voor zowel een gezamenlijk ondersteuningsprofiel van het
Samenwerkingsverband, als het profiel van de afzonderlijke scholen. Het blijft de wettelijke
verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband een dekkend ondersteuningsaanbod in de
eigen regio te hebben.
Om schoolprofielen te kunnen vaststellen is eerder gekozen voor de methode ‘Leerling bij de les!’
(AVS).
De simulatietool ‘Leerling bij de les!’ werd hierbij als middel gehanteerd. Middels een bottum-up
ontwikkeling binnen de diverse teams werden met behulp van een achttiental orthobeelden
aspecten van Passend Onderwijs, actuele teameigen visie op leerlingen met specifieke zorgvragen en
randvoorwaarden en ontwikkelingsvragen bediscussieerd.
Hiermee probeerden de scholen een draagvlak te creëren voor Passend Onderwijs en inzicht te
krijgen in de bestaande en gewenste competenties van de teams en de daarbij gewenste
randvoorwaarden.
De 27 orthobeelden zijn vastgesteld volgens de keuze: basis, plus of grens.
Binnen het Samenwerkingsverband zijn de diverse scholen met elkaar vergeleken. Het werd al snel
duidelijk dat 10 van de 27 orthobeelden door alle scholen als basisondersteuningsprofiel (kunde)
opgenomen konden worden.
Het bestuur van het Samenwerkingsverband heeft daarna verzocht nog eenmaal de overige 17
orthobeelden tegen het licht te houden en het definitieve ondersteuningsprofiel van de school vast
te stellen binnen de directie en de medezeggenschapsraad.
Na instemming van de medezeggenschapsraad zijn de schoolprofielen van de scholen van OMO
Scholengroep de Langstraat gezamenlijk aangeboden aan het bestuur van het
Samenwerkingsverband.. Procedureel is alles gelijkmatig verlopen binnen de scholen van SG de
Langstraat en scholen hebben een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van hun interne
mogelijkheden/beperkingen bij de invoering van Passend Onderwijs.
De vier scholen van Scholengroep de Langstraat willen binnen passend onderwijs ‘zorgzame school’
scholen zijn, waarbij via overlegmomenten de grenzen en verwachtingen van de leerlingenzorg daar
waar mogelijk verlegd worden en daar waar nodig bewaakt worden. Iedere school heeft hierin een
eigen verantwoordelijkheid, gebaseerd op het eigen ondersteuningsplan.
Pagina 35
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Na de vaststelling van het onderwijsondersteuningsprofiel is de school weer aan zet. Met de
vaststelling van het schoolprofiel zal de school immers verder gaan met de uitwerking van passend
onderwijs.
Aandachtspunten ten aanzien hiervan zijn de volgende:
 De procedure bij het intakegesprek met de leerling moet duidelijk zijn;
 Ouders/verzorgers en de afleverende school dienen ons bij de aanmelding in kennis e stellen van
eventuele ondersteuning die nodig zou zijn bij het behalen van het diploma;
 De zogenaamde ‘warme overdracht’ is het fundamentele vertrekpunt voor de begeleiding van de
leerling op onze school;
 Er dient rekening gehouden te worden met leerling afhankelijke factoren;
 Het moet bij de docenten duidelijk zijn wat van hen verwacht mag worden bij het plaatsen van
een leerling met een bepaald orthobeeld;
 De scholen van Scholengroep de Langstraat hebben geen licentie voor leerwegondersteuning. Dit
betekent dat er in principe alleen budget is voor leerlingen die een zgn. leerlinggebonden
financiering hebben;
 De school dient proactief te zijn in het professionaliseren van docenten ten aanzien van de
basiszorgstructuur;
 Van iedere docent mag verwacht worden dat deze handelingsbekwaam is ten aanzien van het
werken met leerlingen die in het zogenaamde basiszorgprofiel participeren;
 Indien een leerling met een bepaald orthobeeld geplaatst wordt, dient gekeken te worden naar
de klas en de docenten van deze leerling. Van hieruit dient verder geprofessionaliseerd te
worden;
 De aspecten van de goede les, waaronder het omgaan met verschillen in leeraanbod en gedrag,
zijn onderdeel van de gesprekcyclus.
 Scholing en verdere professionalisering zijn vaste gespreksonderwerpen binnen de
gesprekscyclus;
 Communicatie naar het team bij het plaatsen van deze leerlingen is van essentieel belang.
Ondersteuningsprofiel d’Oultemontcollege
Zorgprofiel d’OULTREMONTCOLLEGE
BASIS
Gedragstoornis
Extra(lichte ondersteuning)
1 ADHD/ADD
GRENS(zware
ondersteuning
11 ODD
Ontwikkelingsstoornis 2 ASS
Leerstoornis
Angststoornis
Tic-stoornis
Lichamelijke
beperking
3
12 NLD*
Dyslexie/Dyscalculie
13 PTSS /dissociatie
14 Schoolfobie
15 OCD (dwangneurose)
16 Automutilatie
4 Gilles de la
Tourette (leerling
afhankelijk)
5 Slechthorend
17 Zeer slecht ziend
6 Epilepsie
19 Hyperventilatie*
7 Astma
20 Slechthorend/spraaktaal
8 Eczeem
18 Blind
Pagina 36
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Overige
9 Lichamelijke
handicap (leerling
afhankelijk)
10 Faalangst
23 Affectieve verwaarlozing
24 Reactieve hechtingsstoornis
25 Hoogbegaafd/sensitief
26 Hoogbegaafd/
gedragsproblemen
27 Onrust/concentratie (niet
ODD)
21 Verstandelijke
handicap
22 Downsyndroom
Ten tijde van het vaststellen en het aanbieden van het schoolprofiel (maart 2014) zijn tevens de
volgende opmerkingen geplaatst.
Opmerkingen t.a.v. de huidige staat en de beperkingen/mogelijkheden
1. ADHD/ADD
2. ASS
3. Dyslexie/Dyscalculie
4. Gilles de la Tourette
5. Slechthorend/auditief
gehandicapt
6. Epilepsie
7. Astma
8. Eczeem
9. Lichamelijke handicap
Basiszorgprofiel: 31 leerlingen ADHD (2.4%) en 20 leerlingen
ADD (1.6%). Deze leerlingen hebben in de meeste gevallen
geen LGF, een enkeling in verband met dubbele diagnose.
Begeleiding bestaat uit mentorgesprekken. Op grond van
artikel 55 examenreglement tijdverlenging bij examens.
Leerlingen hebben een zogenaamde faciliteitenkaart.
Basiszorgprofiel: 22 leerlingen (1,7%). Hiervan hebben 17
leerlingen een LGF. De leerlingen met LGF hebben een vaste
docent als persoonlijk begeleider. Daarnaast biedt de
ambulante begeleider van het REC de nodige zorg. Voor deze
leerlingen zijn we niet handelingsverlegen.
De 5 leerlingen die geen LGF hebben, levert de begeleiding
financiële problemen op. We zijn niet in alle gevallen
handelingsverlegen. Indien nodig wordt externe begeleiding
geadviseerd. De meeste docenten die persoonlijk begeleider
zijn, hebben de cursus gedragsspecialist en/of gedragscoach
(EDUX) gevolgd.
Basiszorgprofiel: 111 leerlingen dyslexie (8.7%) en 6 leerlingen
dyscalculie (0.5%). Eén leerling heeft beide diagnoses. We
bieden rt-faciliteiten in het eerste jaar en/of tweede jaar aan.
Er is een dyslexieprotocol. De leerlingen hebben verlengde tijd.
Basiszorgprofiel: 1 leerling zonder LGF. Rustige leerling met
medicatie. Geen beperkingen.
Basiszorgprofiel: 3 leerlingen. We hebben ook vanuit vorige
jaren ervaring met enkele leerlingen. Geen beperkingen
Basiszorgprofiel: 2 leerlingen met medicatie . Vaste
docentbegeleider + AB’er. Tijdverlenging, niet
handelingsverlegen.
Basiszorgprofiel: 12 leerlingen (0-9%)een aantal leerlingen met
medicatie. Geen beperkingen.
Basiszorgprofiel: Vanuit vorige jaren ervaringen. Niet
handelingsverlegen.
Basiszorgprofiel: een leerling met couliakie (darm), een leerling
met een hartafwijking, een leerling met bloedstollingsafwijking
Pagina 37
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
10. Faalangst
11. ODD
12. NLD
13. PTSS /dissociatie
14. Schoolfobie
15. OCD (dwangneurose)
16. Automutilatie
17. Zeer slecht ziend / oogafwijking
18. Blind
19. Hyperventilatie
20. Slechthorend/spraaktaal
en een leerling met spierdystrofie. Daarnaast nog 2 leerlingen
met een allergie. Uit voorgaande jaren een aantal ervaringen in
diverse gradaties. School zoekt steeds de beste
begeleidingsmogelijkheden. Meestal ook mogelijk in verband
met beschikbaarheid PGB.
Basiszorgprofiel: 5 Leerlingen. veel ervaring. Expertise met
FART (faalangstreductie training) en EVRT
(examenvreesreductie training)
Grens: te grote impact ten aanzien van veiligheid. School is
handelingsverlegen.
Plus: 2 leerlingen. School staat hiervoor open.
Leerlingafhankelijk worden er keuzes gemaakt ten aanzien van
begeleiding en/of externe begeleiding.
Plus: Vaak pas diagnose als leerling al ingeschreven is. In
overleg met ZAT de beste interne c.q. externe begeleiding
bieden. Meestal doorverwijzing naar o.a. Herlaarhof.
Plus: Vaak pas diagnose als leerling al ingeschreven is. In
overleg met OT de beste interne c.q. externe begeleiding
bieden.
Plus: enige ervaring met één leerling. Ondanks dat deze
leerling veel aandacht vraagt, zijn we op dit moment niet
handelingsverlegen..
Plus: redelijke ervaring. Meestal via ZAT doorverwijzing naar
2e-lijns hulp.
Plus: 2 Leerlingen. Leerling afhankelijk naar de beste
begeleidingsoplossing zoeken. Positieve ervaringen.
Grens: in verband met gebouwafhankelijke factoren. We
kunnen geen veilige leeromgeving bieden.
Plus: Veel ervaring, niet handelingsverlegen.
21. Verstandelijke handicap
Plus: Niet handelingsverlegen. In overleg eventuele
aanpassingen realiseren.
Grens: deze leerlingen worden in principe niet aangemeld.
22. Downsyndroom
Grens: deze leerlingen worden in principe niet aangemeld.
23. Affectieve verwaarlozing
Plus: redelijke ervaring en expertise opgedaan.
Leerlingafhankelijk, maar meestal doorverwijzing naar 2e-lijns
hulp.
24. Reactieve hechtingsstoornis
Plus: 1 leerling met deze diagnose. Externe hulpverlening is
opgestart.
25. Hoogbegaafd/sensitief
Plus: leerlingafhankelijk. We hebben nauwelijks ervaring. We
streven hierbij naar kindgerichte begeleiding c.q.
doorverwijzing.
26. Hoogbegaafd/gedragsproblemen Plus: enige ervaring. Niet handelingsverlegen.
27. Onrust/concentratie
Plus: uiteraard veel ervaring. Niet handelingsverlegen.
NLD*: Wat ons betreft hoort NLD bij de categorie ASS en daardoor binnen het basiszorgprofiel.
Hyperventilatie*: Wat ons betreft dient dit geplaatst te worden binnen het basiszorgprofiel.
Pagina 38
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
NB: Het d’Oultremontcollege heeft vijf leerlingen met DCD/dyspractie (Developmental Coordination
Disorder). We missen dit orthobeeld in het overzicht van het Samenwerkingsverband.
3.4
Beschrijving basisondersteuning
Onder basisondersteuning verstaan we de basis- en breedteondersteuning die op elke school binnen
het Samenwerkingsverband beschikbaar is. Uitgangspunt is at deze basisondersteuning toereikend is
voor het behalen van een diploma en dat leerlingen kunnen functioneren zonder da de eigen
veiligheid of die van hun omgeving in het geding komt.
Het Samenwerkingsverband de Langstraat combineert waar mogelijk expertise vanuit verschillende
disciplines, zoals ambulante begeleiding, schoolmaatschappelijk werk en jeugdzorg. Het
Samenwerkingsverband wil op die manier een onnodig beroep op zware ondersteuning voorkomen,
bijdragen aan het tegengaan van vroegtijdige schooluitval en een sterk ontwikkelingsgerichte
leeromgeving voor leerlingen stimuleren.
De handelingswijzers, zoals opgenomen in het d’Oulboek van de school geven weer hoe wij omgaan
met de ondersteuning.
3.5
Beschrijving extra ondersteuning met Extra
Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra
ondersteuning. Dit kan in de vorm van bovenschoolse voorzieningen in het Samenwerkingsverband,
het vso of de geïndiceerde jeugdhulpverlening. Er zijn veel soorten onderwijsarrangementen en
voorzieningen mogelijk, eventueel in combinatie met instellingen voor jeugdzorg en
jeugdhulpverlening.
Onderwijsarrangementen
Extra onderwijsondersteuning lp de reguliere school: scholen geven deze ondersteuning op
verschillende manieren vorm, bijvoorbeeld met kleinere klassen, een vaste groepsleerkracht,
specifieke ondersteuning van specialisten uit de eigen school of uit het speciaal onderwijs of vanuit
hulpverlening. De ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de
school
De handelingswijzers, zoals opgenomen in het d’Oulboek van de school geven weer hoe wij omgaan
met de ondersteuning.
3.6
Beschrijving ondersteuning, wanneer de grenzen van de school worden overschreden
Ook binnen passend onderwijs zijn er grenzen. De grenzen zijn ingegeven door de veiligheid en/of de
inrichting van de school ontoereikend is. Een grens betekent dat een school handelingsverlegen is en
dus de leerling naar elders moet verwijzen. Onze grens, waarbij in aanmerking kan worden genomen
dat elke individu afzonderlijk gescreend kan worden ligt bij de volgende orthobeelden: ODD, blind,
verstandelijk gehandicapt, syndroom van Down. Bovenschools zijn we gezamenlijk verantwoordelijk
als participant in het Samenwerkingsverband. Zie hiervoor ook het Ondersteuningsplan van het SWV.
Pagina 39
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Onze school heeft geen leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) hetgeen betekent dat wij op dat
gebied geen ‘extra ondersteuning’ kunnen en mogen bieden.
3.7
Waar sterk in en waar nog ontwikkeling nodig als het om ondersteuning gaat
Zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven wil het d’ Oultremontcollege een school zijn waar leerlingen
in staat zijn hun diploma te halen, waarbij oog is voor extra (basis)ondersteuning. Omdat wij geen
leerwegondersteuning aanbieden, zijn de mogelijkheden voor leerlingen met leerachterstand
beperkt. Tijdens de warme overdracht met de basisschool zijn we ons ervan bewust dat scholen met
lwoo leerlingen met bewezen leerachterstanden meer gespecialiseerd zijn dan onze school. Dit
betekent niet dat we uitdagingen en geloven in kansen uit de weg gaan. De kracht van goed
onderwijs ligt in ‘de goede les’ door de vakbekwame docent. Het d’Oultremontcollege is zich ervan
bewust dat verdere professionalisering hierin een continue aandacht vraagt van alle betrokkenen.
Ontwikkelpunten
 Het d’Oultremontcollege heeft beter- en hoogbegaafdheid tot speerpunt gemaakt.
Ontwikkelingen op dit gebied zijn thans gaande wat herkenbaar is in de samenwerking met
Athena en de Radbouduniversiteit in Nijmegen. We streven ernaar de banden met Athena
(school voor beter- en hoogbegaafden) in projectvormen te intensiveren.
 De start van Versterkt Engels in 2012-2013 is succesvol verlopen. Vanaf 2013-2014 is het aantal
leerlingen meer dan verdubbeld.
 De school staat voor een periode waarbij serieus wordt bekeken of we de afdeling vmbo basis en
kader in stand kunnen en willen houden. Op dit moment is dit een zeer kleine afdeling. Wanneer
we kiezen voor het afstoten van deze afdeling, zullen contacten met andere vmbo-scholen met
een afdeling basis en kader geïntensiveerd worden.
 Nu het d’Oultremontcollege een goede reputatie heeft opgebouwd voor technasium (eerst voor
vwo, sinds drie jaar ook voor havo) is de vraag reëel om na te gaan of het vak Denken & Doen
een kans van slagen heeft voor de bètagerichte mavoleerling. We starten hiermee in 2014-2015.
Willen we Passend Onderwijs een kans van slagen geven, dan is inzet, scholing en reflectie op het
eigen handelen een boeiende uitdaging voor de toekomst.
Samen met de collega-scholen binnen het Samenwerkingsverband willen we mede richting geven
aan de (kwetsbare) groep leerlingen die aan onze zorg is toevertrouwd.
Voor ouders die informatie van onze school nodig hebben met betrekking tot onze
ondersteuningsmogelijkheden is een informatiebrief op de schoolsite geplaatst. Zie bijlage 10
Pagina 40
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 4 – Leerlingenstromen
4.1
Overzicht leerlingenstromen
Los van de invoering van passend onderwijs is de schoolleiding continu bezig met de
leerlingenstromen. De in-, door- en uitstroomgegevens worden derhalve met enige regelmaat
besproken. De bijlagen 10 tot en met 15 geven een aardig beeld van de leerlingenstromen van het
d’Oultremontcollege.
Met de invoering van passend onderwijs bestaat de mogelijkheid dat leerlingenstromen op enig
moment veranderen. De verwachting is dat deze verandering van geringe omvang zal zijn. Dit heeft
zeker te maken dat het d’Oultremontcollege een brede scholengemeenschap is die leerlingen van
vmbo basis tot en met vwo kan plaatsen. Interne mobiliteit (zowel op- als afstroom) binnen de eigen
school is met enige regelmaat aan de orde en komt de uitstroom naar elders ten goede. Ook het
gegeven dat leerlingen die leerwegondersteuning nodig hebben (LWOO) niet geplaatst kunnen
worden op het d’Oultremontcollege.
Hieronder zijn opgenomen:
a) Instroom klas 1 totalen en in percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012. Zie
Bijlage 11
b) Totaal overzicht aantal leerlingen per leerjaar en orthobeelden per leerjaar in absolute
aantallen en percentages. Zie Bijlage 11
c) Toelatingscriteria leerjaar 1. Zie Bijlage 12 voor de toelatingscriteria van OMO Scholengroep
de Langstraat
d) In- en Doorstroomgegevens (in bijlage opnemen jaaroverzicht van afgelopen 3 jaar)
Zie bijlage 13
e) Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio (inclusief VSO).
Zie bijlage 14
f)
Aantal besprekingsgevallen in OT per leerjaar naar aard van de problematiek en gegeven
advies en wel of geen resultaat.
Zie bijlage 15
g) Aantal aanmeldingen bij Kern PCL/Rebound en aantal toegelaten of afgewezen leerlingen.
Zie bijlage 16
4.2
Conclusie
Pagina 41
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Geconcludeerd kan worden dat het d’Oultremontcollege geen grote aantallen met leerlingen heeft
die buiten de reguliere ondersteuning vallen. We wijken daarmee niet af met vergelijkbare brede
scholengemeenschappen zonder lwoo. Vooralsnog zijn interventies in het huidig beleid niet aan de
orde. De implementatie van Passend Onderwijs vraagt derhalve wel accuratesse voor de toekomst.
Hoofdstuk 5 – Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen
5.1
Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen
De enige doorlopende leer- en ondersteuningslijnen zijn die tussen po en vo. De warme overdracht
na de aanmelding is hier een goed voorbeeld van. Het streven is dat alle nieuwe leerlingen op de
eerste schooldag op de juiste school in de juiste afdeling kunnen starten. Hoewel de procedure
zuiver, tijdrovend en voldoet aan de eisen die aan de warme overdracht gesteld kunnen worden,
blijft het advies van de basisschool een moeilijke taak bij sommige leerlingen. Het rendement
onderbouw voldoet niet voor alle afdelingen aan de gewenste opbrengst. Via de
managementmodule van Magister zijn we meer en meer in staat de basisscholen feedback te geven
van het moment van advisering in groep 8 tot de plaats van de leerling in het derde leerjaar
(rendement onderbouw).
Daar waar sprake is van doorlopende ondersteuningsbehoefte wordt dit uitgewerkt in het
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Dit geldt ook voor de leerlingen die reeds geplaatst zijn en
gedurende hun schoolloopbaan op het d’Oultremontcollege ondersteuning nodig hebben.
Samen met de scholen binnen het Samenwerkingsverband is er een Ontwikkelingsperspectiefplan
ontworpen. Het OPP-format van het Samenwerkingsverband is bijgevoegd als bijlage 17.
5.2
Overdrachtsprocedure
a) PO/VO
Overdrachtprocedure bij extra zorg
De meeste leerlingen met een meer dan gemiddelde ondersteuningsbehoefte vanuit het primair
onderwijs worden aangemeld via het verlengd Aanmeldtraject (VAT).
In samenwerking met WSNS Over Maas en Duin heeft het SWV een VAT opgezet. Het VAT is ingesteld
om ouders/verzorgers en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het VO te begeleiden in
hun schoolkeuze. Leerlingen in het VAT zijn vaak per definitie leerlingen waarvoor extra
ondersteuning of zelfs zware ondersteuning (VSO) nodig is. Het traject voorziet in een eerdere
aanmelding van deze leerlingen op het VO, zodat PO, VO en ouders meer tijd hebben om de
ondersteuningsbehoefte in kaart te brengen en af te stemmen over de gewenste ondersteuning. Het
is om die reden dat voor alle leerlingen in het VAT geldt dat zij een OPP krijgen. Door ze in groep 7 al
op mee te nemen in dit traject, is er de mogelijkheid om te komen tot een goed en tijdig onderzoek
bij aanmelding. hebben richting VSO.
Voor het d’Oultremontcollege is het verlengd Aanmeldtraject een belangrijke start bij de aanmelding
vanuit het PO. De leerlingen met minder zware ondersteuningsbehoefte worden besproken in de
Pagina 42
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
reguliere warme overdracht met het PO. We hanteren hiervoor het formulier ‘warme overdracht’.
Zie bijlage 18.
Op het inschrijfformulier bij de aanmelding geven ouders aan of de leerling extra begeleiding nodig
heeft.
Verlengd Aanmeldtraject (VAT)
In samenwerking met het Samenwerkingsverband PO heeft het DWV een verlengd Aanmeldtraject
opgezet. Dit zogenaamde VAT is bedoeld voor leerlingen die overstappen van het PO naar het VO en
een extra ondersteuningsbehoefte hebben richting VO of VSO. Het traject voorziet in een eerdere
aanmeldingen van deze leerlingen op het VO, zodat PO, VO en ouders meer tijd hebben om de
ondersteuningsbehoefte in kaart te brengen en af te stemmen over de gewenste ondersteuning.
Voor een verdere beschrijving van het Verlengd Aanmeldtraject wordt verwezen naar hoofdstuk 8
van het Ondersteuningsplan SWV 30.09.
b) VO/VSO
De afgelopen drie jaar zijn er geen leerlingen van het d’Oultremontcollege doorverwezen naar het
VSO. Er bestaat dus geen actuele overdrachtsprocedure voor deze leerlingen.
c) VMBO/MBO
De overdracht van vmbo naar mbo is afhankelijk van het ROC. De leerlingen van het
d’Oultremontcollege stromen uit naar diverse ROC’s, waarbij de meeste leerlingen naar het Koning
Willem 1 College in ’s-Hertogenbosch gaan. De schooldecanen hebben hun vaste contactpersonen
en zorgen voor een goede overgang en terugkoppeling.
d) Aansluiting op arbeid
In zeer sporadische gevallen begeleiden we leerlingen naar een arbeidsplaats. Meestal gebeurt dit
dan via de tussenvoorziening OPDC (Rebound). Meer informatie is vermeld in het
ondersteuningsplan samenwerkingsverband 30.09, hoofdstuk 10.3.
Pagina 43
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 6 – Beleid ouders/verzorgers
In het kader van passend onderwijs is de positie van de ouders en de leerlingen heel belangrijk, in de
procedure hebben we ze al een plaats gegeven. Privacy is geregeld in artikel 17a lid 14 WVO. Ten
aanzien van de ondersteuningsbehoeften en het onderwijsarrangement hebben ouders en leerlingen
bepaalde wensen. De checklist biedt de mogelijkheid dat de school daar tijdig aandacht aan
besteedt. Bij het formuleren van het OPP zijn de ouders mede ondertekenaar van het perspectief.
Gedurende het hele proces blijft de school verantwoordelijk voor de communicatie met en de
informatievoorziening richting ouders en leerling. De school verwacht ook van ouders een open
communicatie en heeft een vraag opgenomen over de gevraagde ondersteuningsbehoefte
opgenomen in het aanmeldingsformulier.
6.1
Informatieverstrekking
De informatieverstrekking ten aanzien van de ondersteuningsmogelijkheden naar ouders is geborgd
in de voorlichtingsbrochures en presentaties.
De website van de school heeft een apart hoofdstuk over onze ondersteuningsmogelijkheden en er is
een link op de site aanwezig naar de site van het samenwerkingsverband.
Tot slot zijn de directieleden, de zorgcoördinatoren en de leerling Coördinatoren nauw betrokken bij
de individuele ondersteuningsvragen
Medezeggenschap van de ouders is geregeld en geborgd in de uitvoering van de
Ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR is samengesteld op het niveau van het
Samenwerkingsverband. Voor verdere informatie zie www.swvdelangstraat.nl
6.2
Doorverwijzingsafspraken
Voor de doorverwijzingsafspraken wordt verwezen naar het Ondersteuningsplan van het
Samenwerkingsverband. Op blz. 38, 40 en 41 zijn de doorstroomschema’s ten aanzien van zware
ondersteuning opgenomen.
Ook de afspraken met de Landelijke organisatie van Cluster 1 en Cluster 2 zijn opgenomen in
bovenvermeld ondersteuningsplan. Zie blz. 68 en 69.
De afspraken met betrekking tot het OPDC (Orthopedagogisch en didactisch centrum) staan vermeld
op pagina 68.
6.3
Bezwaar/Klachtenprocedure
De wet op het voortgezet onderwijs verplicht Ons Middelbaar Onderwijs om een klachtenregeling
vast te stellen en een klachtencommissie in te stellen. Volgens de wet kunnen ouders, leerlingen en
personeelsleden klachten indienen over gedragingen en beslissingen van het bestuur of het
personeel. Hieronder behoren ook de klachten als ouders/verzorgers de uitvoering van de zorgplicht
onvoldoende vinden.
Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie. Door de klachtenregeling ontvangen het
bestuur en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van
het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de klachtenregeling van Ons Middelbaar
Onderwijs streven we daarom naar een zorgvuldige behandeling van klachten. Zo wordt niet alleen
het belang van de betrokkenen gediend, maar ook het belang van de school.
Pagina 44
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Het spreekt voor zich dat klachten op een behoorlijke manier worden afgehandeld. Daarbij nemen
we ook ten opzichte van de aangeklaagde een behoorlijke afhandeling in acht. Als een klacht die is
ingediend onterecht blijkt te zijn, zullen het bestuur en de directie van de school zich inspannen om
de betrokkene indien nodig zo goed mogelijk te rehabiliteren.
Het d’Oultremontcollege heeft zoals iedere OMO-school een voorfase klachtbehandeling. Deze
voorfase biedt de mogelijkheid een klacht op school af te handelen. Pas als daar geen oplossing uit
volgt kan de klacht officieel ingediend worden bij de klachtencommissie.
De klachtenregeling is integraal geplaatst op de site van de school.
In hoofdstuk 7.1.4 van het Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband 30.09 is een paragraaf gewijd
aan de geschillencommissie. Zie ook www.swvdelangstraat.nl
Pagina 45
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 7 – Financiële middelen
Toewijzing van middelen (lichte en zware ondersteuning) vindt plaats volgens een drietal principes.
Een bedrag naar de schoolbesturen (schoolbudget).
Het bedrag voor leerlingen die als onderinstroom VSO en als zittende VSO-leerling zijn aan te merken
– dit bedrag zal door DUO van het normatieve ondersteuningsbudget worden afgetrokken
(leerlingbudget).
Een bedrag voor bovenschoolse voorzieningen en projecten (expertisebudget).
Het principe van verantwoordelijkheid diep in de organisatie heeft ons doen besluiten om het geld
met name door te sluizen naar de scholen. De school echter heeft in ons denken een verantwoording
af te leggen van de besteding van de gelden, zodat de leerling daar direct baat bij heeft en de
ondersteuningsorganisatie optimaal functioneert ten behoeve van docenten en leerlingen.
Schoolbudget
Elke school krijgt een deel van de middelen voor lichte en zware ondersteuning. Indien een leerling
boven het quotum VSO wordt verwezen, wordt deze leerling door die school bekostigd gedurende de
verblijfsduur op het VSO (aangezien er sprake is van directe aftrek door DUO voor de deelname aan
het VSO zal dit administratief worden uitgewerkt).
Indien een school een leerling boven het quotum (zie verderop in dit hoofdstuk) naar het VSO
verwijst wordt dit geregistreerd en ontvangt de betreffende school (op T-1 basis) een factuur. De
school geeft aan in welke (‘prijs’)categorie (zie de uitreik van OCW voor de bedragen) een leerling
hoort en voor welke termijn. De monitorfunctie van het SWV (de ACT) verstrekt vervolgens een
verklaring aan de school en in afschrift aan de ouders (WVO artikel 17a lid 15).
In het toekomstige budget voor zware ondersteuning zit ook (per 1-8-2014) het schooldeel van de
huidige Rugzakken en (per 1-8-2015). In dat schooljaar geldt nog wel een herbestedingsverplichting
voor het AB deel) het deel ambulante begeleiding. De verdeelmethodiek naar de scholen impliceert
dat iedere school zelf verantwoordelijk is voor het oplossen van – eventueel aanwezige - formatieve
problematiek in verband met het verplaatsen van de Rugzakmiddelen van de VO-scholen naar het
bestuur van het SWV.
Leerlingbudget
Er zijn 2 groepen leerlingen die niet in het reguliere VO het onderwijs volgen, die de inzet van de ACT
behoeven. Dit zijn:
een specifieke groep kinderen. Dit zijn de kinderen die vanuit het SO doorstromen naar het VSO
vanwege hun zeer specifieke ondersteuningsvraag. Hierbij kan gedacht worden aan meervoudig
gehandicapten met een IQ < 50. Daarnaast moeten de overige leerlingen die vanuit het SO het advies
krijgen naar het VSO te gaan langs de ACT (na aanmelding bij een VO of VSO-school). De ACT zal
vervolgens, in overleg met een VO-school, indien er sprake kan zijn van een arrangement in het VO,
een advies voor regulier VO geven.
VSO-leerlingen die een herindicatie behoeven (in ieder geval in de 1e twee schooljaren na 1-8-2014).
Ook hier is terugplaatsing een nadrukkelijke optie.
Expertisebudget
Het expertisenetwerk/plusvoorziening, Veilige route, Schakelroute, Rebound en MET Pro vormen een
kennisnetwerk waar de scholen gebruik van kunnen maken, evenals de functies Herstart/Op de Rails
en Time Out. Uiteraard zal hier ook de expertise van het VSO een plek krijgen, hierbij moet gedacht
worden aan een pool van (een nog te bepalen deel van) de huidige ambulante begeleiders. Zij
worden – zoals reeds eerder opgemerkt - in het vervolg aangeduid als onderwijsondersteuner.
Pagina 46
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
7.1
Speerpunten
De speerpunten met betrekking tot de ondersteuning voor de komende vier jaar worden per
schooljaar uitgewerkt in het activiteitenplan van de school. Uitgangspunt hierbij is de borging van het
huidige ondersteuningsaanbod, zoals aangegeven in Bijlage 9 van dit ondersteuningsplan.
In de jaarlijkse evaluatie zullen mogelijk aanpassingen uitgewerkt worden.
7.2
Bekostiging door SWV
De gelden vanuit het Ministerie ten behoeve van ondersteuning worden beheerd door het bestuur
van het Samenwerkingsverband. In hoofdstuk 9 van het Ondersteuningsplan van het SWV wordt
uitvoerig ingegaan op de financiële middelen.
Pagina 47
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 8 – Kwaliteitszorg
8.1
Kwaliteitsnorm
De Inspectie van het Onderwijs zal na inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs toezicht
houden op de uitvoering van deze wet. De inspectie ontwikkelde hiervoor het toezichtkader voor het
toezicht op de samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs . Het toezicht op de
samenwerkingsverbanden is integraal toezicht, want het omvat - in samenhang - zowel
kwaliteitstoezicht, nalevingstoezicht als financieel toezicht.
De procedure van vaststelling, goedkeuring en publicatie van het toezichtkader is vastgelegd in
de Wet op het onderwijstoezicht.
Het d’Oultremontcollege streeft ernaar de toetsing van de Inspectie te doorstaan, zowel ten aanzien
van het reguliere onderwijs als de ondersteuning, zoals vastgelegd in de Wet Passend Onderwijs.
Voor de indicatoren wordt verwezen naar de site van de onderwijsinspectie
www.onderwijsinspectie.nl
8.2
Resultaat
Het d’Oultremontcollege zal in het schooljaar 2014-2015 de indicatoren van de Inspectie toetsen op
de dagelijkse praktijk ten aanzien van de geboden ondersteuning. Daar waar aanpassing nodig is, zal
dit worden opgenomen in het jaarlijkse activiteitenplan van de school.
8.3
Audit
Eenmaal per twee jaar voert het SWV een audit uit dat toezicht houdt op de kwaliteitseisen die het
SWV heeft gesteld in relatie tot schoolnormen.
Om een goed inzicht te hebben in de kwaliteit van de basisondersteuning bij de start van passend
onderwijs heeft het SWV een 0-meting laten uitvoeren. In dit onderzoek werd onderzocht welke
deskundigheid, voorzieningen en materialen elke school ter beschikking heeft voor het begeleiden en
ondersteunen van haar leerlingen. In deze 0-meting is inzichtelijk gemaakt welke basisondersteuning
de school biedt aan leerlingen bij hun leer- en ontwikkelingsproces.
Op 4 juni 2014 zijn de resultaten van de 0-meting binnengekomen. In bijlage 19 is de rapportage
voor het d’Oultremontcollege integraal opgenomen.
De directie van het d’Oultremontcollege herkent de resultaten van het onderzoek. De school scoort
alleen zwak bij de toedeling van tijd en middelen aan mentoren. De schoolleiding herkent de
conclusie en is zich bewust van de noodzaak om met name mentoren, als spil in de begeleiding van
de leerling, naar behoren te faciliteren in tijd en middelen. Op dit moment zijn de financiële
middelen hiervoor echter ontoereikend. De directie is zich ervan bewust dat in de toekomst,
wanneer de financiële middelen dit toelaten, tijd en middelen richting mentoraat op het juiste
niveau zullen moeten worden gebracht
8.4
Jeugdzorg
De resultaten van de samenwerking met Jeugdzorg worden in verband met gewijzigde wet- en
regelgeving op dit gebied op een later tijdstip aangeleverd door het bestuur van het
Samenwerkingsverband.
Pagina 48
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 9 – Geschillenregeling
Voor de geschillenregeling is gebruik gemaakt van de tekst zoals beschreven in het
Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Deze tekst is hieronder integraal overgenomen.
Voorafgaand aan eventuele bemiddeling door de landelijke geschillencommissie, zal steeds
zogenaamde mediation door de eigen ACT gevraagd worden. De expertise om boven een eventueel
geschil te staan is immers geborgd in de ACT.
Adres landelijke geschillencommissie
Stichting Onderwijsgeschillen
Postbus 85191
3508 AD Utrecht
Uit Ondersteuningsplan SWV.
Tijdelijk geschillencommissie toelating en verwijdering bij geschil tussen ouders en het bevoegd gezag
(artikel 27c, lid 2).
Scholen zijn aangesloten bij een geschillencommissie en hanteren de daarvoor geldende procedures
bij toelating en verwijdering.
Op grond van de Wet Passend Onderwijs neemt per 1 augustus 2014 het bestuur van het SWV de
beslissingen over de toelaatbaarheid van een leerling tot het SBO of het (V)SO. Tegen die
toelaatbaarheidsverklaring van het SWV kunnen de betrokken ouders en het schoolbestuur bezwaar
indienen. Op grond van de Wet Passend Onderwijs dient het SWV voor de behandeling van die
bezwaren een adviescommissie te hebben. Die adviescommissie brengt aan het bestuur advies uit
over het bezwaar tegen de toelaatbaarheidsverklaring. Na dit advies moet het bestuur een beslissing
nemen op het bezwaar.
De naam van de commissie is: Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring
SBO/(V)SO. Met deze commissie zijn we verzekerd van een onafhankelijke en deskundige
adviescommissie. Daarnaast zijn we aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC)
van Onderwijsgeschillen.
Aansluiting bij de commissie betekent dat we bij Onderwijsgeschillen één onafhankelijk en
professioneel loket hebben, waar de commissies waar het SWV mee te maken kan krijgen, zijn
ondergebracht. Dit betreft de volgende commissies:
 De Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, die bevoegd is voor geschillen tussen bestuur
en OPR.
 De Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden, die bevoegd is voor geschillen
binnen het SWV.
 De Landelijke Geschillencommissie OOGO die bevoegd is voor geschillen tussen het SWV en
de gemeente in het overleg over het OP.
 De Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO, die bevoegd
is in bezwaren tegen de toelaatbaarheidsverklaring van het SWV.
 De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs, die bevoegd is in klachten over beslissingen en
gedragingen van het bestuur, de bestuurder(s) en de medewerker(s) van het SWV.
Voor het kind wordt bij extra ondersteuning een traject gevolgd waarbij binnen zes (uiterlijk tien)
weken door school wordt onderzocht welke extra ondersteuning nodig is en of de betreffende school
Pagina 49
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
dat kan bieden. Zo niet, dan moet de school met ouders op zoek naar een andere reguliere school
met passend onderwijs of wordt het plaatsing op LWOO of Pro.
Uitgangspunten:
a. In het traject van extra ondersteuning en proces van aanmelding en toelating geeft de school
ruimte voor de visie van de ouders en de leerling. Mogelijke wensen ten aanzien van de invulling
van de ondersteuningsbehoefte zullen gemotiveerd in het aanmeldingsdossier opgenomen
worden. Indien mogelijk houdt de ACT bij het formuleren van haar advies rekening met de visie
en de wens van ouders en de leerling. Als het in het belang van de leerling niet mogelijk is om
aan deze wensen te voldoen, dan is het noodzakelijk dat de ACT zorgt voor een goede
verslaglegging en een heldere uiteenzetting van haar motivatie.
b. ACT stuurt haar advies over het arrangement en eventuele opmerkingen (zienswijze) naar de
school (zorgcoördinator) en de school voor VO stuurt het naar de ouders/verzorgers. Ook voor
de verdere uitvoering van het arrangement is de school het communicatiekanaal naar ouders.
c. Het SWV heeft een bezwaarprocedure met betrekking tot toelaatbaarheid, zodat ouders weten
wat zij kunnen doen als ze het niet eens zijn met een beslissing van de school of een advies van
de ACT ten aanzien van toelaatbaarheid.
d. Er is een uitgewerkte procesgang in het kader van de zorgplicht. De scholen overleggen samen
met het VSO ieder jaar eind april over de eventueel nog niet geplaatste leerlingen en om te
kijken wie van hen deze leerlingen wel op zich kan nemen. Pas na deze vergadering worden de
ouders ingelicht, zodat die meteen een goede motivatie en een goed alternatief aangeboden
krijgen. De casemanager die ook verantwoordelijk is voor het VAT kan indien nodig ook een rol
spelen in de gesprekken tussen ouders en de school. Uiteindelijk is de school (in het kader van de
zorgplicht) waar de leerling is aangemeld, verantwoordelijk voor de communicatie met de
ouders.
Het OPP wordt vastgelegd en mede ondertekend (wettelijk verplicht) door ouders/verzorgers en
opgenomen in een format.
Bij een geschil tussen ouders en school van aanmelding, is er een geschillenprocedure waarbij de
ouders hun geschillen kunnen voorleggen aan de geschillencommissie.
Pagina 50
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
BIJLAGEN
Pagina 51
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 1: Verantwoordelijkheid Samenwerkingsverband en
Schoolbestuur, uit Toezichtkader Inspectie
Het samenwerkingsverband heeft de verantwoordelijkheid om binnen de regio tot een
samenhangend geheel aan voorzieningen voor extra ondersteuning te komen en de beschikbare
financiële middelen zodanig te verdelen, dat optimale ondersteuning binnen het bereik van alle
leerlingen komt. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de geboden ondersteuning op zijn
school. Als uit het toezicht op de school blijkt dat de kwaliteit van de extra ondersteuning op de
school niet aan de basiskwaliteit voldoet, spreekt de inspectie daarop in de eerste plaats het
schoolbestuur aan.
Indien de inspectie echter concludeert dat het schoolbestuur de vereiste kwaliteit niet kan leveren
vanwege het beleid van het samenwerkingsverband, spreekt de inspectie ook het
samenwerkingsverband aan.
Andersom kan het zo zijn dat het samenwerkingsverband niet tot een samenhangend geheel aan
ondersteuningsvoorzieningen komt, omdat bepaalde scholen zich niet houden aan gemaakte
afspraken. In dat geval spreekt de inspectie het samenwerkingsverband aan, omdat deze de primaire
verantwoordelijkheid hiervoor heeft. De inspectie kan in aanvulling hierop echter ook het
desbetreffende schoolbestuur aanspreken.
In de praktijk zal er regelmatig samenhang zijn tussen de verantwoordelijkheden van beide partijen;
de mate waarin een schoolbestuur in staat is de zorgplicht in te vullen, wordt deels beïnvloed door
de mate waarin het samenwerkingsverband hiervoor de juiste voorwaarden biedt. Het is goed om
daarbij helder voor ogen te houden dat het de schoolbesturen zijn die het samenwerkingsverband
vormen; zij maken op het niveau van het samenwerkingsverband afspraken over de inrichting van de
voorzieningen voor extra ondersteuning. Interventies door de inspectie vanwege achterblijvende
kwaliteit of op het terrein van de naleving van wet- en regelgeving kunnen daarom gericht zijn op het
samenwerkingsverband, op het schoolbestuur of op beide.
Pagina 52
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 2: Overzicht scholen SWV VO en SWV PO , situatie per 1
augustus 2014”
Gemeente Aalburg
 Den Biekurf (Babyloniënbroek)
 Prins Willem Alexander (Eethen)
 Het Fundament (Genderen)
 De Ark (Meeuwen)
 Oranje Nassau (Veen)
 De Hoeksteen (Wijk en Aalburg)
 J. Henri Dunant (Wijk en Aalburg)
 Willem van Oranjecollege (Wijk en Aalburg)
 Prinsentuincollege (Andel / gem. Woudrichem)
Gemeente Heusden
• Drunen: de Bolster, Olof Palme, de Duinsprong, JongLeren, de Regenboog
• Elshout: Th. J. Rijken
• Oudheusden: de Leilinde, de Dromenvanger
• Heusden: Johannes Paulus
• Nieuwkuijk: ‘t Kompas
• Vlijmen: de Bussel, ‘t Palet, Vijfhoeven, Voetius, de Wilgen
• Haarsteeg: Lambertus
• d’Oultremontcollege / Drunen
Gemeente Loon op Zand
• Kaatsheuvel: den Bussel, de Hil, de Kinderboom, Klimop, Theresia, de Touwladder, de
Vaert
• Loon op Zand: de Blokkendoos, de Lage Weijkens, de Vlinderboom
• De Moer: de Start
• Kaatsheuvel: Van Haestechtcollege
Gemeente Waalwijk
• Sprang-Capelle: de Bron, de Krullevaar, Prins Willem, Alexander, de Rank, Villa
Vlinderhof, De Vrijhoeve
• Waspik: de Brug, Jacinta, de Hooght
• Waalwijk: Baardwijk, Besoyen, Van der Heijden, de Hoef/Hugo, het Zilverlicht, Juliana
van Stolberg, Meerdijk, Pieter Wijten, Pater van der Geld, Teresia
• Willem van Oranjecollege, Dr. Mollercollege, Walewyc-mavo, SG de Overlaat, MET PrO.
Pagina 53
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 3: ONDERSTEUNINGSKAART d’OULTREMONTCOLLEGE
Ondersteuningskaart
d’Oultremontcollege
Voor wie is de
ondersteuning/begeleiding bedoeld?
Hoe kunnen leerlingen deze
ondersteuning krijgen?
Reguliere Ondersteuning
Leren leren
In de brugklas begeleidt de mentor bij
het aanleren van algemene
studievaardigheden:
een goede studiehouding, de juiste
aanpak en planning van het huiswerk.
KWT
In de bovenbouw van het havo en vwo
staat keuzewerktijd (KWT) ingeroosterd.
In die uren vindt vakbegeleiding plaats.
Tijdens de mentorlessen.
Leerlingen kunnen uit eigen beweging
gebruik maken van deze steunlessen.
Tegenvallende studieresultaten kunnen
aanleiding zijn om een leerling daartoe te
verplichten.
Bovenbouw helpt onderbouw:
huiswerkbegeleiding door
bovenbouwleerlingen
Leerlingen uit klas 1, 2 en 3 kunnen een
beroep doen op een talentvolle
bovenbouwleerling voor bijles en
studiecoaching.
Bij het leerlingenloket zijn aanmeldingsformulieren te verkrijgen. Voor deze
begeleiding vragen de
bovenbouwleerlingen een kleine
vergoeding. Tijd en plaats in overleg.
Huiswerk maken op school onder
toezicht
Gedurende het schooljaar krijgen
leerlingen de gelegenheid om hun
huiswerk op school te
maken.
Onder begeleiding van een surveillant
kan in een rustige omgeving gewerkt
worden.
De surveillant houdt toezicht, maar geeft
geen bijles.
Interne Ondersteuning
RT voor de dyslectische leerling
Leerlingen uit klas 1 en 2 die op basis
van een orthopedagogisch rapport een
dyslexieverklaring hebben kunnen 1 uur
per week in groepjes van 4 á 5 RT
krijgen.
Twee RT’ers begeleiden en
ondersteunen groepjes leerlingen van
klas 1 en 2 volgens de aanbevelingen in
het genoemde orthopedagogisch
rapport.
Pagina 54
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Taalondersteuning
Sommige leerlingen lopen vast bij
zaakvakken zoals aardrijkskunde,
geschiedenis of
natuurkunde, omdat hun woordenschat
en tekstbegrip ontoereikend zijn om de
schooltaal
in boeken te kunnen volgen. Zij krijgen
speciale taalondersteuning aangeboden
Voor wie is de
ondersteuning/begeleiding bedoeld?
Faalangstreductietraining(FAR)
Bestemd voor klas 1 en klas 2.
Faalangst kan de studieresultaten en het
zelfvertrouwen van een leerling negatief
beïnvloeden.
Examenvreestraining
Bestemd voor examenklassen.
Faalangst en examenvrees kunnen de
studieresultaten en het zelfvertrouwen
van een leerling negatief beïnvloeden.
Edukinesiologie
Leerlingen met een blokkade, in met
name hun studieaanpak, kunnen in
aanmerking komen voor een
behandeling door een van onze
edukinesiologen.
Persoonlijke begeleiding (op basis
van een ondersteuningsvraag
(voormalig LGF))
Leerlingen met een diagnose in het
autistisch spectrum of met een
lichamelijke handicap kunnen op basis
van een extra ondersteuningsbudget
persoonlijke begeleiding krijgen.
De zorgcoördinator verwijst de leerling
naar de docent taalondersteuning; deze
neemt een test af en bepaalt of
taalondersteuning gewenst is. Deze
docent verzorgt de taalondersteuning.
Hoe kunnen leerlingen deze
ondersteuning krijgen?
Op indicatie van de mentor meldt de
zorgcoördinator de leerling aan. Er volgt
een intake waarin bepaald wordt of FAR
wenselijk is. Speciaal opgeleide
docenten geven deze training.
Door op school een training te volgen,
leert de leerling beter om te gaan met
deze angsten. Speciaal opgeleide
docenten geven deze cursus.
Op indicatie van de mentor of vakdocent
meldt de zorgcoördinator de leerling aan.
In samenspraak met de edukinesioloog
wordt een behandeling gepland.
Speciaal opgeleide docenten verzorgen
deze therapie.
Indien een ondersteuningsbudget is
toegekend kunnen ouders in overleg met
de zorgcoördinator aangeven of
persoonlijke begeleiding gewenst is.
Pagina 55
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Externe Ondersteuning
Schoolmaatschappelijk werk
Bestemd voor leerlingen die individuele
begeleiding nodig hebben bij
psychosociale problemen.
Gesprekkencyclus van 5 gesprekken
Schoolarts en -verpleegkundige GGD
Voor alle gezondheidsgerelateerde
vragen van leerlingen en ouders.
Op afspraak op school.
Leerplicht
Voor alle leerlingen met groot
schoolverzuim.
Politie
Voor leerlingen die besproken worden in
het zorg-adviesteam waar politie als
partner aangesloten is.
Jongerenopbouwwerk de Contour
deTwern
Alle leerlingen.
Elke woensdag van 12.00 uur-13.30 uur.
Na overleg in intern zorgteam en met
ouders wordt de leerling door de
zorgcoördinator doorverwezen naar
SMW.
Na overleg in intern zorgteam en met
ouders wordt de leerling door de
zorgcoördinator doorverwezen naar
schoolarts of school- verpleegkundige.
Na overleg in intern zorgteam wordt de
leerling aangemeld bij leerplicht. Een
eerste contact is een brief en uitnodiging
tot gesprek.
Politie adviseert, voert individuele
gesprekken of groepsgesprekken etc.
De jongerenopbouwwerker is aanwezig
op school om vindplaatsgericht te
ontdekken waar de interesses en
behoeftes van de leerlingen liggen.
Versie december 2013
Bijlage 4: Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT:
Pagina 56
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ondersteuning die wordt verleend door speciaal opgeleide docenten. De ondersteuning vindt op
school plaats.











Zorgcoördinatoren
Vertrouwenspersoon
Remedial teacher
Leerling-coördinatoren
Mentoren
Taalondersteuning
Faalangst- en examenvreesreductietrainer
Decanen
Begeleiders rugzakleerlingen
Rouwverwerking
Edukinesiologie
Zorgcoördinatoren:
- Stelt samen met het met zorg belaste directielid het zorgbeleid op.
- Blijft op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van zorg.
- Zorgt voor de implementatie van ontwikkelingen op het gebied van zorg binnen de school.
- Overlegt met het met zorg belaste directielid de gang van zaken rondom zorg.
- Coördineert de interne, externe en aanvullende zorg die op school wordt geboden:
Overlegt met adjunct sectordirecteuren en hulpverleners over een te volgen traject.
Bespreekt, indien de adjunct sectordirecteur dit aangeeft, de aangeboden zorg met de
leerling en ouders en zorgt voor de uitnodiging voor het eerste gesprek.
Regelt in overleg met de hulpverlener ruimte en tijd waarop de hulp kan plaatsvinden.
Zorgt voor terugkoppeling naar de adjunct sectordirecteur en de mentor.
Belegt vergaderingen van het interne en externe zorgteam, zit deze voor en zorgt voor
verslaglegging en terugkoppeling hiervan naar de adjunct-sectordirecteuren en mentoren.
Zorgt voor verslaglegging van de geboden zorg ten behoeve van het leerlingendossier.
- Heeft een adviserende rol naar ouders en / of leerlingen met betrekking tot aanvullende zorg.
- Is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van leerling gebonden financiering.
- Geeft leiding aan het interne zorgteam.
- Geeft leiding aan het ‘rugzakteam’.
- Coördineert de voorlichting t.a.v zorg naar leerlingen, docenten, ouders, stagiaires en
basisscholen.
- Neemt deel aan het overleg zorgcoördinatoren van het Samenwerkingsverband VO-VSO ‘De
Langstraat’.
- Stelt een begroting op en beheert de financiën van de speciale zorg en de zorg voor
gehandicapte leerlingen..
- Coördineert de Periodieke Gezondheidsonderzoeken (PGO) van de GGD
- Coördineert de aanmelding van leerlingen bij de Rebound voorziening/ Time-out en de terugkeer
in de school.
- Coördineert de aanmelding en ondersteuning onderwijs aan zieke leerlingen.
- Verzorgt het gehele proces rondom leerling gebonden financiering.
- Neemt, bij afwezigheid van het met zorg belaste directielid, deel aan overleg Zorg voor 0-23
jarigen van de gemeente Heusden
- Is signaalgever voor ‘Zorg voor jeugd’.
- Maakt een jaarverslag ‘zorg’.
- Is namens de school contactpersoon voor alle externe en aanvullende zorgverleners.
- Is gerechtigd om namens de school een zorgmelding te doen.
- Onderhoudt contact met IB-ers van de basisscholen met betrekking tot zorgleerlingen.
Pagina 57
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
Adviseert de toelatingscommissie bij aanmelding van een leerling met een mogelijke hulpvraag.
Neemt deel aan de rouwcommissie van de school.
Vertrouwenspersoon:
Leerlingen kunnen bij een vertrouwenspersoon een melding doen van discriminatie,
seksuele intimidatie of racisme voor zover dit op school gebeurt dan wel school gerelateerd is. De
vertrouwenspersoon heeft een ‘loketfunctie’. De werkwijze is wettelijk geregeld en wordt in het
vademecum van de school omschreven.
Remedial Teaching:
remediërende ondersteuning:
- gericht op ondersteuning binnen het remediërende terrein
- wordt gegeven door speciaal opgeleide docenten
- in kleine groepjes leerlingen uit het eerste (eventueel tweede) leerjaar die op grond van een
dyslexieverklaring hiervoor in aanmerking komen
- afgestemd op adviezen uit het orthopedagogisch rapport
- één lesuur per week gedurende het hele schooljaar
-
screening:
geselecteerde leerlingen klas 1 d.m.v. sreeningsdictee en leestoets
-
pretest:
bij leerlingen klas 1 op grond van uitslagen screening
verwijzing naar orthopedagoog op grond van pretest
pretest dyslexie alle leerjaren
-
faciliteitenkaart:
leerlingen met een dyslexieverklaring ontvangen een faciliteitenkaart die geldig is voor alle
vakken.
-
dyslexielokaal:
tijdens proefwerkweken kunnen leerlingen met een dyslexieverklaring of op grond van een
handicap gebruik maken van het dyslexielokaal.
-
Dyslexieprotocol
tijdens alle vaklessen en examenonderdelen geldt het dyslexieprotocol van de school voor alle
leerlingen met een dyslexieverklaring
Leerling-coördinatoren
Taakomschrijving leerling-coördinator d’Oultremontcollege
De leerling-coördinator (docent met taak) is integraal verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding
en zorg van de leerling op zijn afdeling in samenwerking met het (mentoren)team. Hiernaast
coördineert hij/zij de uitvoering van de dagelijkse gang van zaken van het onderwijs op de
afdeling. De leerling-coördinator werkt samen met mentoren, de vakdocenten, het
verzuimcoördinaat, de leden van het interne zorgteam, de administratie, de roostermaker en de
secretaris eindexamen bovenbouw (indien van toepassing). De leerling-coördinator van een afdeling
werkt onder verantwoordelijkheid van de adjunct-sectordirecteur van de afdeling waaraan hij/zij
verbonden is.
Pagina 58
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Werkzaamheden:
1. Coördineert de ontwikkeling en uitvoering van het beleid voor leerlingenbegeleiding en zorg voor
de leerling binnen het (mentoren)team/afdeling door:
- overleg te voeren met de verzuimadministratie over verzuim / verwijdering;
- sancties op te leggen bij spijbelen of verwijdering uit de les (conform schoolafspraken);
- overleg te voeren met mentoren en vakdocenten van het team / afdeling;
- overleg te voeren met de adjunct-sectordirecteur van het team/afdeling;
- overleg te voeren met de leden van het interne zorgteam en in voorkomende gevallen met
leden van het externe zorgteam;
- in overleg met de mentoren het begeleidingsplan van leerlingen in de klassen op te stellen;
- bij problemen met leerlingen te adviseren en eventueel deskundigen te raadplegen;
- het organiseren en uitvoeren van algemene ouderavonden, in samenwerking met de
mentoren;
- het voorbereiden en (technisch) voorzitten van de rapportvergaderingen;
- het bewaken van het tijdig invoeren van de resultaten/cijfers van de leerling in Magister ten
behoeve van de leerlingbesprekingen;
- zorg te dragen voor het beheren en bijhouden van de dossiers (digitaal LVS Magister ) van de
leerlingen, samen met de mentoren.
2. Coördineert de uitvoering van de dagelijkse gang van zaken van het onderwijs in samenwerking
met het (mentoren)team door:
- het organiseren van passende oplossingen voor ad hoc problemen;
- het handelen in de geest van het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de afdeling;
- bemiddeling bij problemen tussen leerlingen onderling of tussen leerlingen en docent(en) en
ouders;
- het indelen van de klassen (ev. in overleg met de mentoren);
- het deelnemen aan teamoverstijgende overlegvormen;
- zorg te dragen voor de introductie (en ev. buitenschoolse activiteiten), in samenwerking met
de mentoren;
- het invoeren van de prognoses in samenwerking met de adjunct-directeuren;
* onderbouw:
- het mede organiseren van en assisteren bij van de proeflessen, de tafeltjesmiddagen en de
kennismakingsmiddag nieuwe brugklassers;
- het mede verzorgen van voorlichtingsavonden voor de basisscholen;
- het mede zorg dragen voor de warme overdracht op de basisscholen en het onderhouden
van contacten met de basisscholen over de leerlingen;
* bovenbouw:
- het mede organiseren van het correct verlopen van de schoolexamens en Centraal
Examen.
Mentoren:
- Heeft de speciale zorg voor leerlingen uit een bepaalde klas of mentorgroep.
- Bevordert dat de leerling zich thuis voelt op school.
- Let op het totale functioneren van de leerling.
- Vangt signalen van leerling of vakdocenten op over het welbevinden van de leerling.
- Biedt eerstelijnszorg aan de leerling op het gebied van studie en sociaal-emotionele
ontwikkeling.
- Overlegt als eerst aanspreekbare persoon met leerlingen en ouders.
Pagina 59
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
Bespreekt de hulpvraag van een leerling met de adjunct sectordirecteur.
Taalondersteuning:
- Gericht op het vergroten van het tekstbegrip en de woordenschat van leerlingen
- wordt gegeven door vaste docent
- in kleine groepjes
- op grond van rapportgegevens en bevindingen van vakdocenten kunnen leerlingen door de
adjunct sectordirecteur worden aangemeld
- gedurende 1 of meerdere periodes kunnen leerlingen deelnemen aan deze vorm van
begeleiding.
Faalangst reductietraining (FAR):
- gericht op het verminderen van faalangst
- wordt gegeven door speciaal opgeleide docenten
- in kleine groepjes klas 1 en 2
- volgens vooraf opgesteld cursusprogramma
- 8 bijeenkomsten + terugkombijeenkomst + ouderavond
Examenvrees reductietraining (E FAR):
- voor leerlingen uit de (pre)examenklassen
- gericht op vermindering van faalangst bij SE’s en CSE
- in kleine groepen
- inhoud van de training afhankelijk van hulpvraag
Decanen
begeleidt groepen en individuele leerlingen tijdens hun schoolloopbaan bij de verschillende
keuzeprocessen;
verschaft informatie aan groepen en individuele leerlingen alsmede hun ouders/verzorgers
en de collega’s;
initieert, adviseert en coördineert de werkzaamheden in het kader van de Oriëntatie op
Studie en Beroep (OSB) en de Loopbaan Oriëntatie en – Begeleiding (LOB);
onderhoudt contacten met instanties/instellingen en personen in het kader van LOB;
verricht administratieve werkzaamheden in het kader van LOB;
draagt zorg voor het op peil houden van de eigen deskundigheid;
Begeleiders rugzakleerlingen
- Begeleidt leerlingen individueel volgens het handelingsplan van de leerling.
- Overlegt met de ambulante begeleider, ouder en zorgcoördinator.
- Zorgt voor begeleidingsverslagen
Rouwverwerking:
- leerlingen krijgen naast gesprekken op school de mogelijkheid voor aanvullende zorg.
- Individuele begeleiding
Edukinesiologie
- Er kan binnen school een beroep worden gedaan op twee gediplomeerde edukinsiologen
- Behandelen op indicatie via de zorgcoördinator leerlingen met een blokkade, met name m.b.t. de
studieaanpak.
Vakdocent:
- Heeft een signalerende functie. Geeft signalen door aan de mentor.
Pagina 60
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Adjunct-sectordirecteur:
- Heeft de speciale zorg voor leerlingen van een bepaalde afdeling.
- Draagt mede met mentoren en vakdocenten bij aan de veilige sfeer binnen de school.
- Bespreekt het functioneren en ontwikkelen van de individuele leerling met de mentor.
- Bespreekt met de mentor de hulpvraag van de leerling.
- Voert gesprekken met leerling en/of ouders verzorgers.
- Meldt een leerling aan voor interne, externe of aanvullende zorg door een zorgkaart bij de
zorgcoördinator in te leveren.
- Zorgt voor informatie over een leerling naar ouders, mentor en vakdocenten.
- Overlegt met de zorgcoördinator over het te volgen hulptraject.
- Zorgt voor verwerking van leerlingengegevens in het leerlingendossier.
- Heeft kennis van wet- en regelgeving
Directielid ‘zorg’:
- Stelt samen met de zorgcoördinator het beleidsplan Zorg op.
- Blijft op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van zorg.
- Zorgt voor de implementatie van ontwikkelingen op het gebied van zorg binnen de school.
- Draagt eindverantwoording over de zorg en zorgfunctionarissen op school.
- Stelt met de directie de formatie ten behoeve van zorg vast.
- Stuurt samen met de zorgcoördinator betrokken docenten, mentoren, adjunct sectordirecteuren
en hulpverleners aan.
- Overlegt met de zorgcoördinator over de gang van zaken rondom zorg.
- Neemt deel aan het overleg van de beleidsgroep 0 tot 23 jarigen van de gemeente Heusden.
- Is signaalgever voor ‘Zorg voor jeugd’.
- Neemt deel aan de rouwcommissie van de school.
- Neemt deel aan het coördinatorenoverleg van het Samenwerkingsverband De Langstraat.
BIJLAGE 5: Functies van intern ondersteuningsteam (IOT),
ondersteuningsteam (OT) en de Adviescommissie Toelaatbaarheid
(ACT)
In oktober en november 2012 zijn twee bijeenkomsten met de coördinatoren besteed aan het
toebedelen van functies tussen OT en ACT. Op dezelfde dagen zijn twee bijeenkomsten met de
zorgcoördinatoren aan het toedelen van functies tussen IOT (toevoeging vanuit de
zorgcoördinatoren), OT en ACT.
De resultaten van deze gesprekken zijn onder gebracht in onderstaande tabel. De meningen van
beide groepen kwamen sterk overeen.
Functie1
IOT
OT
ACT
Pagina 61
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Screening en probleemtaxatie
Voorbeeld: de school screent alle leerlingen in leerjaar 1 op dyslexie met
behulp van instrumentarium conform protocol Dyslexie
Hulpvraag formuleren
Voorbeeld: IOT geeft als hulpvraag ‘leerling verzuimt veel, heeft net name
moeite met het op tijd in de les komen bij het eerste lesuur
Hulpvraag (eventueel) herformuleren en vaststellen
Voorbeeld: OT geeft als hulpvraag ‘leerling moet thuis eerst voor twee
broertjes zorgen, voordat hij zelf naar school gaat want moeder is
opgenomen in psychiatrische inrichting en vader werkt. Twee andere
kinderen zitten in respectievelijk groep 2 en groep 5 van de basisschool.
Leerling grijpt deze zorg ‘graag’ aan om (delen van) lessen te missen.
Gezien zijn prestaties kan de leerling niets missen’.
Doelen bepalen met betrekking tot leren (alleen onderwijsperspectief)
Voorbeeld: de leerling behaalt voor elke toets waarbij spellingvaardigheid
wordt gemeten minimaal een 5.
Doelen bepalen met betrekking leren + sociaal-emotioneel functioneren
(multidisciplinair perspectief)
Voorbeeld: de leerling mag per week nog maar 1x een woede uitbarsting
laten zien. Hij leert opkomende woede bij zichzelf te signaleren en zichzelf
een time out te geven van 5 minuten
(Aanvullend) Diagnostisch onderzoek
Opmerking: de scholen hebben geen eigen psychodiagnostici in huis; zou
via samenwerkingsverband (ACT) kunnen verlopen
Voorbeeld: OT geeft aan dat leerling persoonlijkheidsonderzoek nodig
heeft omdat een stoornis in het autistisch spectrum wordt vermoed. Als we
dit bevestigd zien kunnen we afspraken maken hoe we hier als team mee
omgaan en welke acties we uitvoeren. Als het niet bevestigd wordt zullen
we moeten heroverwegen waarom deze leerling zo veel conflicten heeft
met leeftijdgenoten en waarom de leerling aangeeft zich verloren te
voelen op school’.
Bieden/activeren ondersteuning leerlingen / docenten/ ouders
Voorbeeld: docenten worden door zorgcoördinator uitgedaagd de leerling
een week lang niet uit de les te verwijderen. Teamleider wordt gevraagd
om docenten waarbij leerling nooit uit de les wordt gestuurd hun aanpak
te delen met de docenten die de leerling regelmatig uit de les verwijderen.
Voorbereiden integrale indicatiestelling
Opmerking: betreft ‘voorsorteren’ onderwijsleersituatie + route
(OnderwijsZorgArrangement)
Voorbeeld: Leerling is gediagnosticeerd met ADHD en vermoedens ODD;
thuissituatie is in het geheel niet ondersteunend (gescheiden ouders;
moeder psychiatrisch patiënt;); cognitief vermogen laag gemiddeld,
vorderingen blijven achter bij verwachting. Voorsorteren naar project Op
de rails. N.B. ACT geeft uiteindelijk ‘go or no go’.
Toelichting aan docenten / mentoren / zorgfunctionarissen
Voorbeeld: zorgfunctionaris (kan zowel uit IOT als OT zijn) legt in team uit
wat de consequenties zijn van het thuismilieu waarin de leerling
momenteel verkeert op het functioneren op school;
Voorbeeld: jeugdarts legt uit wat de medische beperkingen van een
leerling betekenen voor het functioneren op school en in de peer group
Coördinatie en opvolging van de ondersteuning en/of jeugdzorg
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 62
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Opmerking: IOT voor intern, OT voor extern
Voorbeeld IOT : Zorgcoördinator bespreekt met teamleider de doelen en
activiteiten die door alle lesgevers en onderwijsondersteuners
(pedagogische conciërge!) de komende periode moeten worden
uitgevoerd betreffende deze leerling.
Voorbeeld OT: Zorgcoördinator stemt af met schoolmaatschappelijk
werker, leerplichtambtenaar en jeugdarts over het terugdringen van het
verzuim, zoals besproken bij de hulpvraag en de geformuleerde doelen
Handelingsactivering docenten / mentoren / ondersteuners /
zorgfunctionarissen
Voorbeeld: Zorgcoördinator legt in team uit wat ‘de bijsluiter’ van de
leerling is in termen van ‘doe dit niet’ en ‘doe dit wel’
Deskundigheidsbevordering schoolfunctionarissen
Voorbeeld: schoolmaatschappelijk werker professionaliseert het team in
het herkennen van kindermishandeling
Voorbeeld: (preventief) ambulant begeleider professionaliseert het team in
het omgaan met oppositioneel gedrag
Activerende preventie
Voorbeeld: Na enkele leerlingen in het IOT te hebben besproken die gepest
worden op school wordt een pestproject opgezet
Samenwerking en afstemming in de keten
Voorbeeld: zorgcoördinator zorgt ervoor dat geestelijke gezondheidszorg
en schoolmaatschappelijk werk onderling afstemmen over aanvullende
diagnostiek (liever parallel proces dan opvolgend)
Evaluatie en monitoring
Voorbeeld: Elk gremium genereert data (liefst minimum variant afspreken
op niveau samenwerkingsverband). Bij voorbeeld: leeftijd, geslacht,
leerjaar, cito eindscore, IQ, leerachterstanden, diagnoses, presentie
(verzuim), incidenten (gedrag),aantal leerlingen per OT, effecten van
ingezette interventies (% doel bereikt)
Toetsing van gehanteerde verwijsprocedures
Voorbeeld: uitvoering dossier onderzoek naar ‘minimale stoffering’, zoals
IOT heeft hulpvraag en ondersteuningsbehoeften geformuleerd, school
heeft doelen geformuleerd, school heeft interventies ingezet en
geëvalueerd, leerling is in OT besproken en ‘voorsortering’ naar passende
leeromgeving.
Formele go or no go besluit passende onderwijsleeromgeving
Voorbeeld: school en OT hebben voorgesorteerd voor bovenschoolse
voorziening X, ACT toetst procedureel en ziet dat alle stappen zijn gezet;
geeft ‘go’ en (zie hieronder)
Toewijzen extra ondersteuningsmiddelen binnen vastgesteld kader
Voorbeeld: ACT koppelt hieraan een van tevoren overeengekomen bedrag
t.b.v. voorziening X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 63
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 6: Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT +
overige ondersteuning:
Schoolmaatschappelijk werk:
- Individuele begeleiding:
- gericht op psychosociale problematiek
- wordt gegeven door school maatschappelijk werk(st)er
- ongeveer 5 gesprekken
Jeugdverpleegkundige / jeugdarts:
spreekuur
- gericht op gezondheidsgerelateerde vragen van leerlingen en ouders
- wordt gegeven door een jeugdverpleegkundige van de GGD
- individueel
- vindt 1 keer per maand plaats
Pagina 64
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
op eigen verzoek van leerlingen
-
onderzoek op verzoek:
Bij regelmatig of langdurig schoolverzuim op grond van ziekte kan een onderzoek op verzoek van
de school aangevraagd worden bij de schoolarts van de GGD
PGO
In het tweede leerjaar vinden de Periodieke gezondheidsonderzoeken van de GGD op school
plaats.
Leerplicht:
- gericht op ongeoorloofd schoolverzuim
- leerplichtconsulent van de gemeente Heusden
- Leerling en ouders / verzorgers worden in geval van ongeoorloofd schoolverzuim opgeroepen
voor een gesprek
- verloopt volgens de opzet van het PAOS-project ( zie bijlage 7)
Politie:
- spreekuur jeugdagent voor:
* Het melden van of vragen over incidenten en / of strafbare feiten.
* Het doen van aangifte (schoolgerelateerde zaken)
* Vragen en informatie aangaande politiegerelateerde zaken
- gericht op naleving van de wet.
- vaste jeugdagent voor de school van de politie gemeente Heusden
- voert afhankelijk van de problematiek gesprekken met individuele leerlingen
of groepjes leerlingen.
Jeugd preventieplan JPP:
- begeleiding voor jongeren die dreigen te ontsporen.
- begeleiding vindt buiten school plaats
- ouders / verzorgers worden bij de begeleiding betrokken
- gericht op leerlingen die op justitiële gronden extra begeleiding nodig hebben
- mogelijke verwijzing via jeugdpolitie of leerplichtambtenaar
Aanvullende zorg
Zorg door professionele hulpverleners die buiten school wordt gegeven. De zorgcoördinator
adviseert ouders en / of leerlingen over mogelijk te volgen trajecten. Indien ouders/ verzorgers naar
het oordeel van de school / zorgteam in gebreke blijven ten aanzien van zorg voor hun kind zijn de
zorgcoördinator en de directeur belast met zorg, bevoegd om een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg
of AMK te doen.
Indien aan deze hulpverlening kosten zijn verbonden dan komen deze voor rekening van de ouders.
Algemeen Meldpunt kindermishandeling:
Indien nodig kan de school een melding doen van kindermishandeling.
Algemeen Maatschappelijk Werk Juvans:
- zorgt voor een school maatschappelijk werk(st)er
- ouders en leerlingen kunnen hierbij rechtstreeks terecht voor hulp
- verzorgen sociale vaardigheidstrainingen aan jongeren
Pagina 65
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bureau Jeugdzorg:
- ouders en leerlingen kunnen op advies van school of schoolmaatschappelijk werk hierbij
rechtstreeks terecht voor hulp
- Zorgmelding
Indien nodig kan de zorgcoördinator namens de school, bij hoge uitzondering, een
zorgmelding doen bij Bureau Jeugdzorg. Een zorgmelding wordt alleen gedaan indien na
bespreking van een zorgleerling in het externe zorgteam daar aanleiding toe is. Een
zorgmelding kan nimmer worden gedaan door een vakdocent, mentor, adjunct
sectordirecteur of interne hulpverlener. De zorgcoördinator doet een zorgmelding alleen met
goedvinden van het met zorg belaste directielid.
Orthopedagoog:
- een orthopedagoog kan onderzoek doen naar leerstoornissen.
Psychologische hulp:
- gericht op psychische problematiek
- psycholoog van GGZ / Herlaarhof / zelfstandig jeugdpsycholoog
- wordt via de schoolmaatschappelijk werker, ouders of huisarts ingeschakeld
Pubers in de knel:
- gericht op sociaal psychiatrische problematiek
- voor jongeren met ernstige psychosociale en/of vermoeden van psychiatrische problematiek, die
ongemotiveerd zijn voor hulpverlening
- sociaal psychiatrisch team van Herlaarhof
- wordt via ouders, huisarts of zorgcoördinator ingeschakeld
Rebound voorziening / Time-out (OPDC):
- Rebound voorziening en Time-out zijn ontstaan door samenwerking van het
Samenwerkingsverband VO-VSO De Langstraat, de gemeente en jongerencentrum Tavenu in
Waalwijk. Het project richt zich op jongeren die moeilijk of niet meer door het reguliere
onderwijs opgevangen kunnen worden. Voor deze jongeren creëert men een nieuwe situatie die
hen in staat stelt concrete ervaringen op te doen. Dit motiveert hen om weer te leren, daarover
na te denken en te communiceren met volwassenen / begeleiders. Jongeren worden vanuit die
nieuwe situatie uitgedaagd om keuzes te maken en toekomstplannen vorm te geven. Deelname
aan de Rebound duurt in principe 10 weken en aan de Time-out 3. Deze hulp is op de eerste
plaats gericht op terugkeer naar de school van herkomst. Met de zorgcoördinator van de school
worden afspraken gemaakt over het bijhouden van de lesstof e.d..
Ondersteuning onderwijs zieke leerlingen:
- Vanuit het SOM bestaat de mogelijkheid om langdurig zieke kinderen ambulant te laten
begeleiden. Het gaat om kinderen waarvan de verwachting is dat zij langere tijd niet kunnen
deelnemen aan de reguliere lessen, hetzij door ziekenhuisopname of thuisverpleging. Leerlingen
kunnen hiervoor worden aangemeld door de zorgcoördinator.
Sociale vaardigheidstraining:
- training die buiten school wordt gegeven door medewerkers van Juvans
Stichting Contour de Twern:
- Het d’Oultremontcollege werkt nauw samen met het plaatselijke jongerenwerk.
- Medewerkers van Contour de twern bezoeken de school als vindplaats voor hulpvragen van
jongeren tijdens pauzes.
- Er wordt gezocht naar mogelijkheden tot een nauwere samenwerking.
Pagina 66
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerling gebonden Financiering
- Voor een leerling kan, als deze leerling voldoet aan de daartoe gestelde criteria, in het kader van
de wet LGF een ‘rugzakje’ worden aangevraagd. Hierdoor kunnen extra begeleiding en
materialen voor een leerling worden ingezet. De zorgcoördinator stelt in overleg met de adjunct
sectordirecteur en de ouders het dossier samen voor de aanvraag ( door de ouders) en stelt na
een positieve beschikking van de Commissie van Indicatiestelling het handelingsplan op.
- Leerlingen worden vanuit de rugzak individueel begeleid door speciaal opgeleide docenten.
- Wanneer leerlingen met een ‘rugzak’ worden aangemeld, doet de zorgcoördinator een
zorgonderzoek en geeft op grond van de bevindingen een aannameadvies aan de
toelatingscommissie.
Kernnetwerk jeugdhulpverlening Heusden
Namens school neemt de zorgcoördinator deel aan het kernnetwerk van de gemeente Heusden voor
alle drie de kernen; Vlijmen, Drunen en Heuden. Het met zorg belaste directie lid neemt deel aan het
overleg van de beleidsgroep 0 tot 23 jarigen van de gemeente Heusden.
Zorg voor jeugd:
Met ingang van schooljaar 2008 2009 is de school signaalgever binnen het digitale
signaleringssysteem Zorg voor jeugd van de gemeente Heusden en de provincie Brabant.
Effectuering van dit meldingssysteem volgt in een later stadium i.v.m. landelijke implementatie.
BIJLAGE 7: Aanmeldformulier Ondersteuningsteam (OT)
Formulier Ondersteuningsteam
Logoschool
Aanmelding
 Op naam, met toestemming ouders/verzorgers
 Leerling is op de hoogte
 Anoniem
Gegevens leerling
Achternaam leerling:
Roepnaam leerling:
Geboortedatum:
Leeftijd:
M/V:
Pagina 67
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Adres:
Postcode en woonplaats:
Telefoon leerling:
Mailadres leerling:
Telefoon thuisadres:
Mailadres thuis:
Burgerservicenummer:
Leerjaar/leerweg/sector/profiel:
Beschikking:
Aangemeld door:
Datum van aanmelding OT:
Naam vader:
Naam moeder:
Gegevens ouder(s)/verzorger(s)
Nationaliteit:
Nationaliteit:
(Indien van toepassing)
Naam verzorger(s):
Nationaliteit:
Wettelijke vertegenwoordiger(s):
Correspondentiegegevens wettelijke vertegenwoordiger:
Gezins- en woonsituatie
Woonsituatie
De leerling woont bij:
 beide ouders
 vader
 moeder
Eventuele bijzondere omstandigheden:
 voogd
 ouders gescheiden
 pleeggezin
 vader overleden
 in een instelling
 moeder overleden
anders, nl…..
 broer/zus overleden
 gezin is onder toezicht gesteld
 anders: nl,
Gezinssamenstelling
Het gezin bestaat uit:
(indien van toepassing)
Nadere informatie
(in dien van toepassing)
Nadere informatie
Pagina 68
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Schoolloopbaan
Basisschool
1
1
2
2
Voortgezet onderwijs
lj niveau lj niveau
3
3
lj
4
niveau
4
lj
Bezochte school/scholen
5
niveau
5
lj
6
niveau
6
lj
7
niveau
7
8
lj
8
niveau
Reden verandering van school
De leerling was eerder opgevangen bij



Rebound
Transferium
Anders nl.
van
van
van
tot
tot
tot
Pagina 69
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Betrokkenheid en toestemming ouders, betrokkenheid leerling
 De ouder(s)/verzorger(s) zijn betrokken bij de bespreking in het OT. Zij hebben
toestemming verleend voor het gebruik van relevante dossiergegevens. De verklaring is
toegevoegd.
 De ouders(s)/verzorger(s) stemmen in met een bespreking in het OT. Zij hebben
toestemming gegeven voor het opvragen van relevante dossiergegevens. De verklaring
is toegevoegd.
 De ouders(s)/verzorger(s) stemmen in met een bespreking in het OT. Zij hebben geen
toestemming gegeven voor het opvragen van relevante gegevens.
 De ouders(s)/verzorger(s) stemmen niet in met een bespreking in het OT. Zij hebben
geen toestemming gegeven voor het opvragen van relevante gegevens.
 Anders: nl,
 Zienswijze van de ouder(s)/verzorger(s)
(niet verplicht in te vullen)
 De leerling is betrokken bij bespreking in het OT.
 De leerling is op de hoogte van de bespreking in het OT.
 De leerling is niet op de hoogte van de bespreking in het OT.
 Zienswijze van de leerling
(niet verplicht in te vullen)
Hulpvraag aan het OT
Concrete vraagstelling aan het OT:
Pagina 70
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Probleembeschrijving
Het probleem/de problemen zijn bekend sinds:
Het probleem/de problemen doen zich voor:
 op school
 thuis
 op straat
Duiden van het probleem/de problemen:
 diagnose nl:
 leerachterstand/-problemen
 zorgwekkend, of ongeoorloofd school verzuim
 overheersend gedrag t.o.v. anderen
 agressief gedrag
 grensoverschrijdend gedrag
 angstig gedrag
 sociaal angstig gedrag
 somber gedrag
 gezinssituatie/-problemen
 in aanraking met politie en/of justitie
 gezondheidsproblemen/ lichamelijke klachten
 relatieproblemen
 problemen in de vrije tijd
 problemen vanwege capaciteiten
 anders nl.
Nadere beschrijving van het probleem/de problemen:
Pagina 71
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Beschrijving van de hulpbehoefte van de leerling
Interventies binnen de school
Overleg, dat naar aanleiding van het probleem/de problemen heeft plaats gevonden:
 met ouders/verzorgers
 tijdens leerlingenoverleg/teamoverleg/mentoroverleg
 in intern zorgteam
 met vertegenwoordiger(s) van een andere school, nl.
 met externe deskundigen, nl.
 anders, nl
Duiden van de interventies binnen de school:
 mentorbegeleiding, t.b.v.
 remediale hulp, t.b.v.
 training, nl.
 counseling, t.b.v.
 schoolmaatschappelijk werk
 speciale opvang, nl
 speciale maatregelen, nl
 inschakelen leerplichtambtenaar
 onderzoek deskundige, nl
 zorgmelding
 melding AMK
 collegiale consultatie van ambulant begeleider
 aanvraag preventieve ambulante begeleiding
 anders, nl
Toelichting en nadere beschrijving bij de interventies binnen de school:
Pagina 72
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Beschrijving van het effect de interventies binnen de school:
Interventies buiten de school
Interventies buiten de school door:
 maatschappelijk werk,nl
 jongerenwerk, nl
 jeugdzorg, nl
 bureau jeugdzorg ,nl
 ggd,nl
 ggz, nl
 particulier bureau, nl
 aanvraag LGF
 anders, nl
Toelichting en nadere beschrijving van de interventies buiten de school:
Beschrijving van het effect van de interventies buiten de school:
Pagina 73
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bespreking
Datum:
Doel:
Conclusie:
Afspraken:
Actieverantwoordelijke:
Terugkoppeling
Datum:
Resultaat:
Advies OT
Datum:
Advies:
Pagina 74
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 8: handleiding OT-bespreking
Handleiding OT bespreking leerlingen
1) Probleembeschrijving inclusief interventies
2) Beschrijving hulpbehoefte leerling
3) Welke deelnemers OT zijn/worden hierbij betrokken?
4) Hulpvraag aan OT
5) Bespreking:
a
doel
b
conclusie
c
afspraken
d
actieverantwoordelijke, regie
Pagina 75
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 9: Aantal uren met betrekking tot ondersteuning 2013-2014
d’Oultremontcollege
\
Pagina 76
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 10: Brief aan ouders m.b.t. passend onderwijs
SWV
30-09
VO De Langstraat
Partners in Passend Onderwijs

zinvol en betekenisvol

omgaan met verschillen

vanuit gedeelde expertise

in inspirerend leren: levensecht en actueel
Stichting SWV VO De Langstraat, postbus 259, 5140 AG Waalwijk, Rek.nr. 155.809.237
Coördinator:
De heer L. van Duijn
Postadres:
De Gaard 4
5146 AW Waalwijk
Telefoon:
0416-333069
Mail: [email protected]
www.swvdelangstraat.nl
Aan ouders, verzorgers van toekomstige leerlingen
Betreft: aanmelding leerling en onderzoek naar mogelijke plaatsing in verband met extra
ondersteuning of verwijzing.
Geachte ouders/verzorgers,
Donderdag 6 februari 2014 kopte dagblad Trouw “Scholen weten niet wat ze aan moeten
met zorgkind”. Deze brief geeft u informatie over hoe onze school binnen het
Samenwerkingsverband VO De Langstraat 30-09 u wil en kan informeren bij extra
ondersteuning of verwijzing.
In de aanloop naar de centrale aanmelding voortgezet onderwijs, willen we als
voortgezet onderwijs u informeren over ons ondersteuningsaanbod. Als VO-scholen
hebben we daar gezamenlijke afspraken over gemaakt zodat u en uw kind weten welke
school bij extra ondersteuning in aanmerking komt.
1.
Basis- en extra ondersteuning
Onze school heeft voor de schoolsoorten (VMBO, HAVO, VWO –aan te passen-) de
volgende basis- en extra ondersteuning:
Basisondersteuning
Invullen
ADHD/ADD
ASS
Dyslexie/Dyscalculie
Extra ondersteuning
Invullen
NLD (leerling afhankelijk)
PTSS/dissociatie
Schoolfobie
Gilles de la Tourette
(leerling afhankelijk)
Slechthorend
Epilepsie
Astma
Eczeem
Lichamelijke handicap
(leerling afhankelijk)
Faalangst
OCD (dwangneurose)
Grens
Invullen
ODD
Blind
Verstandelijke
handicap
Downsyndroom
LWOO
Nee
Automutilatie
Zeer slecht ziend
Hyperventilatie
Slechthorend/spraaktaal
Affectieve verwaarlozing
Reactieve hechtingsstoornis
Hoogbegaafd/sensitief
Hoogbegaafd/gedragsproblemen
Onrust/concentratie (niet ODD)
Pagina 77
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ook is aangegeven of we leerwegondersteunend onderwijs bieden (LWOO) en wat
voor ons niet mogelijk is (grens), d.w.z. daarin moeten wij met u op zoek naar een
andere VO-school of VSO-school.
Gezamenlijk hebben we als scholen een dekkend aanbod van zorg.
We maken in de aanloop van passend onderwijs nog gebruik van indicaties of
orthobeelden, maar zullen steeds meer inzoomen op gedrag en leermogelijkheden
van het kind.
2.
Aanmelding en mogelijk onderzoek en ontwikkelingsperspectief
Bij aanmelding van uw kind ontvangen wij van de basisschool informatie
(onderwijskundig rapport) en ontvangen wij van u informatie (specifieke problemen
etc.). De informatie zal onderzocht worden om te bepalen of uw kind met
basisondersteuning of met extra ondersteuning op onze school een diploma kan
halen. Is het behalen van een diploma met extra ondersteuning toch onmogelijk, dan
is toelating niet aan de orde en moeten we met u op zoek naar een andere school
wel die extra ondersteuning biedt of VSO.
3.
Het Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Voor het onderzoek en de inschatting van de kans op een diploma, gebruiken wij een
format OPP (ontwikkelingsperspectief). Op basis daarvan wordt bepaald of met extra
ondersteuning ontwikkeling mogelijk is c.q. het behalen van een diploma.
Het OPP staat op de site www.swvdelangstraat.nl. Het onderzoek kan leiden tot
globaal drie besluiten:
a. toelating en basisondersteuning is voldoende om diploma te behalen;
b. toelating en extra ondersteuning is voldoende om diploma te behalen;
c. geen toelating, want het behalen van een diploma is niet mogelijk. Een andere VO
school met extra ondersteuning of VSO wordt gezocht.
Bij punt c schakelen wij als school de Advies Commissie Toewijzing (ACT) in. U wordt
daar door ons als school over geïnformeerd, bij extra onderzoek of tests wordt u
namelijk om toestemming gevraagd. Onze school kan ook bij twijfel de ACT om
advies vragen, ook dan wordt u geïnformeerd en om toestemming gevraagd. De ACT
geeft ook de toelaatbaarheidsverklaring af voor het VSO.
Wanneer we extra gegevens nodig hebben of onderzoek nodig is, dan geldt daarvoor
een termijn van zes weken eventueel te verlengen met vier weken.
4.
Tot slot “Eind goed, al goed” (of niet…)
Wanneer u als ouder/verzorger het niet eens bent met de wel of niet toelating of
verwijzing, dan nodigen wij u uit voor een gesprek. Levert ook dat geen
overeenstemming op, dan kunt u naar de landelijke geschillencommissie:
Stichting Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht.
Wilt u meer inzicht in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband of over
andere voor u relevante onderwerpen, dan verwijzen wij u naar de site
www.swvdelangstraat.nl.
Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voldoende duidelijk geïnformeerd hebben.
Met vriendelijke groet,
Namens de directie van het d’Oultremontcollege
Leo Swaans
Adjunct-directeur havo/vwo onderbouw
Pagina 78
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 11: Instroom klas 1 in totalen en percentages uitgesplitst
naar orthobeeld vanaf 2011-2012
Pagina 79
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 12: Toelatingsbeleid voor de OMO scholengroep De
Langstraat
De toelating van leerlingen tot de eerste klas van de scholen binnen OMO
Scholengroep De Langstraat, is als volgt geregeld. Er worden drie criteria gehanteerd:
1. Het advies van het basisonderwijs, gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem;
2. De Cito-score;
3. Gegevens over bijzondere omstandigheden.
Ad1.
Het advies van het basisonderwijs is bepalend. De gegevens vanuit het (Cito-)
leerlingvolgsysteem vormen de basis voor dit advies. Het advies wordt uitgedrukt door
aan te geven of een leerling geschikt is voor een van de volgende schoolsoorten: vwo,
havo, vmbo-gt, vmbo-k, vmbo-b, PrO (praktijkonderwijs). De basisscholen is nadrukkelijk gevraagd
een éénduidig advies te geven en geen zogenaamd dubbeladvies. In het Digitaal Overdrachts Dossier
(DOD) kunnen basisscholen aanvullingen geven op dit eenduidig advies. Mocht er alsnog een
dubbeladvies komen, dan wordt de leerling op het laagste niveau ingeschreven. Wij nemen dan
contact op met de basisschool omdat ze maar één schooladvies kunnen geven.
Ad2.
De Cito-score is een aanvullend gegeven. De behaalde score correspondeert meestal met
het advies van de basisschool. Daarbij wordt onderstaande tabel gehanteerd.
advies
Vwo (incl. gym en tech)
Havo (incl. havo-tech)
Vmbo-gt
Vmbo-kb
Vmbo-bb
Cito-score
vanaf 544
vanaf 540
vanaf 530
vanaf 525
vanaf 515
Correspondeert de score niet met het advies, dan wordt dit mede besproken wanneer wij alle
basisscholen bezoeken in het kader van de zogenaamde ‘warme overdracht’. In deze warme
overdracht wordt iedere leerling met de groepsleerkracht van groep 8 doorgesproken. Vooraf
hebben wij al kennis genomen van het (digitale) dossier.
Is het gesprek met het basisonderwijs overtuigend, dan wordt het advies gevolgd. Is het gesprek
onbevredigend dan wordt eventueel een 3e gegeven (onafhankelijke test) gevraagd. Als dit 3e
gegeven het advies van de basisschool, of de mening van de ouders, ondersteunt, dan wordt dit
advies gevolgd. Zoniet, dan volgt toelating tot het onderwijs dat door Cito-score en 3e gegeven wordt
ondersteund. In alle andere gevallen beslist de toelatingscommissie.
Mocht een leerlingen in aanmerking komen voor LWOO (leerwegondersteuning) dan mogen we deze
leerlingen niet aannemen. Zelfs als we het vermoeden hebben dat een leerling een achterstand
heeft, mogen we deze leerling pas aannemen als uit een test blijkt dat deze leerling niet in
aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs.
NB: ter info: Leerwegondersteunend onderwijs: LWOO. Wanneer leerlingen op twee van de vier
leergebieden (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, inzichtelijk rekenen) een leerachterstand
hebben van 1,5 jaar krijgt deze leerling toegang tot lwoo-onderwijs. Deze leerachterstand kun je
aflezen aan de zogenaamde DLE’s (didactische leeftijd equivalent). Deze is dan lager dan 45. Vaak
wordt dit getoetst middels het Drempelonderzoek. In ons samenwerkingsverband hebben alleen SG
Pagina 80
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
de Overlaat in Waalwijk, AOC Prinsentuincollege in Andel en het Willem van Oranjecollege in Wijk en
Aalburg een afdeling voor lwoo. Deze scholen ontvangen een hoger bedrag per leerling.
Ad3.
Op grond van bijzondere omstandigheden kan een leerling worden afgewezen.
Het gaat hierbij om:
a) gedragstoornissen die de deskundigheid van de school te boven gaat;
b) gedrag waardoor de veiligheid van andere leerlingen in gevaar komt.
In verband met de invoering van Passend Onderwijs dienen we open te staan voor alle
aanmeldingen. De schoolleiding beslist over eventuele toelating. Doe hierover geen enkele
toezegging.
Na de ‘warme overdracht’ op de basisscholen spreekt de toelatingscommissie van onze school zich
uit over plaatsbaarheid en juiste klas 1.
Om de gelijke behandeling van alle leerlingen te waarborgen, vindt er, voordat een
definitieve beslissing wordt genomen, overleg plaats tussen de toelatingscommissies van
alle scholen over leerlingen die op grond van criterium a of b worden afgewezen. De
gezamenlijke toelatingscommissies dragen er zorg voor dat leerlingen binnen het SWV,
die op geen enkele school binnen het SWV plaatsbaar zijn, verwezen worden naar
specialistisch onderwijs. Deze verantwoording ligt bij de scholen voor VO.
Pagina 81
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 13: In- en Doorstroomgegevens (afgelopen 3 jaar)
Pagina 82
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 83
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 84
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 14: Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio
(inclusief VSO).
Afstroom andere
scholen (incl. VSO)
Aantal leerlingen
2011 - 2012
2012 - 2013
2013 - 2014
7
10
7
Pagina 85
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 15: Aantal besprekingsgevallen in OT per leerjaar naar aard
van de problematiek en gegeven advies en wel of geen resultaat.
Aantal leerlingen
Aardproblematiek:
Scheidingsproblemen
Mishandeling
Eetstoornissen
Schoolverzuim a.g.v.
persoonlijke
omstandigheden
Thuissituatie
(systeem)
Gedrag
2011 - 2012
vmbo
h/v Tot.
20
7
27
2012 - 2013
vmbo h/v Tot.
10
7
17
2013 - 2014
vmbo
h/v
Tot.
11
8
19
5
1
1
3
1
4
5
1
2
7
4
0
1
1
1
1
1
4
1
2
2
4
1
1
1
1
1
4
4
2
2
5
10
1
11
4
4
8
4
2
6
1
1
-
NB: Vermelde getallen betekenen niet automatisch nieuwe besprekingsgevallen. De problematiek is
regelmatig over meerdere schooljaren verspreid.
Resultaat op basis
van
schoolvoortgang:
geen
gedeeltelijk
wel
2011 - 2012
vmbo
3
2
15
h/v
3
1
3
2012 - 2013
Tot.
6
3
18
vmbo
3
2
5
h/v
2
5
2013 - 2014
Tot.
3
4
10
vmbo
2
2
7
h/v
Tot.
2
2
15
8
NB: Totaal 63 resultaten, waarvan 18% geen resultaat, 14% gedeeltelijk resultaat, 68% wel resultaat
Bijlage 16: Aantal aanmeldingen bij Kern PCL/Rebound en aantal
toegelaten of afgewezen leerlingen.
Aanmeldingen
Kern PCL/Rebound
Toegelaten
Afgewezen
2011 - 2012
vmbo
1
h/v
-
2012 - 2013
Tot.
1
vmbo
1
1
h/v
-
2013 - 2014
Tot.
1
1
vmbo
2
-
h/v
-
Tot.
2
NB: in drie schooljaren 5 aanmeldingen, waarvan 100% vmbo-leerlingen.
Pagina 86
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
80% toegelaten, 20% afgewezen.
Bijlage 17: Format Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Algemene gegevens
Naam leerling m/v
Wettelijk vertegenwoordiger
Adres, Postcode en Woonplaats
Telefoonnummer
Geboortedatum
School
Klas
Nationaliteit
Socio-culturele achtergrond
Schoolloopbaan
Contactpersoon van de school
voor primair onderwijs
Contactpersoon school
voortgezet onderwijs
Opsteller van dit OPP
Basisonderwijs
Voortgezet onderwijs
Naam:
Functie:
Verantwoordelijk voor*:
Telefoonnummer:
E-mail adres:
Naam:
Functie:
Verantwoordelijk voor*:
Telefoonnummer:
E-mail adres:
Naam:
Functie:
* Bijvoorbeeld: overdracht of intake
Toelaatbaar verklaard voor:
Afgegeven op / geldend tot:
Cognitieve gegevens (indien aanwezig)
Datum
Gebruikte
IQ-test
TIQ
VIQ
PIQ
Verwerkingssnelheid
Onderzoeker/instantie
Opmerking: de gegevens mogen niet ouder zijn dan 2 jaar na dagtekening
Pagina 87
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 88
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Vastgestelde gedragsdiagnose (indien aanwezig)
Datum
Omschrijving
Onderzoeker/ instantie
Hulpmiddel /
huidige medicatie
Diagnostisch beeld (ook zonder DSM IV of 5 diagnose)
Opmerkingen: bijvoorbeeld bij ‘hulpmiddelen of medicatie’ aangeven door wie
voorgeschreven en op welke datum; zicht op therapietrouwheid
Bevorderende & belemmerende factoren
Cognitief
Bevorderend
Belemmerend
Leerattitude (taak- en werkhouding, concentratie, zelfstandigheid)
Bevorderend
Belemmerend
Sociaal (functioneren in de klas, interactie vrije situaties)
Bevorderend
Belemmerend
Emotioneel functioneren (zelfvertrouwen, zelfbeeld, motivatie)
Bevorderend
Belemmerend
Medisch / fysiek
Bevorderend
Belemmerend
Onderwijsleersituatie (leeromgeving, leerstofaanbod, instructie)
Bevorderend
Belemmerend
Thuissituatie / buiten school
Bevorderend
Belemmerend
Pagina 89
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Didactische gegevens: Instroomniveau
Onderdeel
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Spellingvaardigheid
Rekenen & Wiskunde
Opmerking
Onderdeel
Taal
Rekenen/Wiskunde
Studievaardigheden
Wereldoriëntatie
Totaalscore
Opmerking
Onderdeel
Taal – Nederlands
Rekenen/Wiskunde
Engels
Studievaardigheden
Vaardigheidsscore (eventueel ook DL/DLE’s) Cito LOVS
Bij voorkeur trendanalyses toevoegen
Basisonderwijs: Cito Eindtoets groep 8
Voortgezet onderwijs: niveau toetsen
(aangeven instrument, bijvoorbeeld Cito VVO)
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Eerder geboden ondersteuning en effecten
Eerder geboden ondersteuning
Effect / rendement
Opmerking: bijvoorbeeld ‘wat werkt voor
deze leerling in deze situatie’.
Opmerking/bespreekpunt: hoe formuleer
je dit? Richt je je op internen of externen?
Opmerking: bijvoorbeeld ‘minimale
gebruiksaanwijzing met maximaal 2
handvatten’.
Opmerking: refereer je aan het
beoordelingskader van de Inspectie?
Voortgezet onderwijsniveau (te behalen diploma)
De leerling gaat onderwijs volgen op
het volgende niveau gericht op
verwacht en nagestreefd diploma:
Opmerkingen:
praktijkonderwijs (zie dan IOP PrO)
MBO-basisberoepsgericht
VMBO-kaderberoepsgericht
VMBO-gemengd/theoretisch (MAVO)
HAVO
VWO
anders, namelijk…..
leerling komt in aanmerking voor LWOO
Pagina 90
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Uitstroomniveau
Arbeid
MBO niveau 1
MBO niveau 2
MBO niveau 3
MBO niveau 4
HBO
WO
Opmerkingen:
Doelen lange termijn
Doelen korte termijn (tot 1 schooljaar)
Doel
Specifiek
Meet- of observeerbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
Inspirerend
1.
2.
3.
Onderwijsbehoeften (Indicatie Vanuit Onderwijsbehoeften)
Aandacht/tijd
Onderwijsmateriaal
Ruimtelijke omgeving
Expertise
Samenwerking andere organisaties
Pagina 91
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Onderwijsbehoeften (HGW)
Deze leerling heeft instructie nodig die
Deze leerling heeft feedback nodig die
Deze leerling heeft materialen nodig die
Deze leerling heeft leeractiviteiten nodig die
Deze leerling heeft docenten nodig die
Deze leerling heeft klasgenoten nodig die
Deze leerling heeft ouders/verzorgers nodig
die
Deze leerling heeft…………
Handtekeningen
Leerling
Wettelijk vertegenwoordiger
van de leerling
School
Datum
Opsteller OPP
Naam:
Functie:
Verantwoordelijkheid:
Handtekening:
Naam:
Handtekening:
Pagina 92
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 18: Formulier ‘warme overdracht’ po-vo
Formulier
‘warme overdracht’
PO- VO
D’Oultremontcollege vult voorafgaand aan het bezoek de reeds bekende gegevens in die beschreven staan in aanmeldingsformulier en
DOD/OKR.
Naam leerling:
Datum overdracht:
Gesprekspartners:
Basisschool:
Welke aandachtspunten komen uit het onderwijskundig rapport en ‘warme overdracht’?
Capaciteiten (KUNNEN)
Één eenduidig
advies: b – k – gt –
advies/wens* havo - vwo
Advies BAO
Wens ouders




Persoonsontwikkeling (WILLEN)
evt. opm.
bv.
techn/gym
CITO-eindtoets:
Proef CITO:
Entreetoets:
Andere toets:
Scores
LVS
niveau
DL
DLE
l-ll-lll-lV-V
afname
Evt.
datum
opmerking
TL
BL
SP
IR
WS
vermoeden/verklaring
 Dyslexie
 Adhd
 Add
 Autisme
o PDD-NOS
o Asperger
o ODD

Medische kenmerken:

LGF (bv cl. 3 of 4, REC, AB’er):

Aandachtspunten uit het LVS:

Positieve kwaliteiten:

Aandachtspunten uit het LVS / globaal:

Positieve kwaliteiten:

Aandachtspunten uit het LVS:

Aandachtspunten uit het LVS:

Positieve kwaliteiten:

Positieve kwaliteiten:
Schoolprestaties (KENNEN)
Schoolgedrag (DOEN)
Pagina 93
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Aandachtspunten bij persoonlijke kenmerken:
Kenmerken m.b.t. leren
Concentratie
Taakgerichtheid
Zelfvertrouwen
Werktempo
Nauwkeurigheid
Huiswerkattitude
Zelfstandigheid
toelichting
Medische gegevens
Gehoor
Gezicht
Spraak
Motoriek
Kenmerken m.b.t. persoonlijkheid
Relatie met docenten
Relatie met klasgenoten
Samenwerken
Welbevinden
Zelfbeeld
Gedrag
Pestgedrag
Gepest
Aandachtspunten voor zorgcoördinator:

RT (intern of extern) gewenst t.a.v.:

Overige opmerkingen (bv. hobby’s, thuissituatie, e.d.):
Eventuele afspraken met basisschool:
Eventuele afspraken met ouders:
Reeds afgenomen test (bv AOB / WISC) / Advies / Resultaat:
Nog af te nemen test: afspraken / initiatief / termijn / soort test:
Voorlopig advies: Plaatsing in klas:
VMBO BKgt
VMBO GThavo
HAVO / VWO (incl. O&O)
VWO (incl. Latijn/O&O)
Overige opmerkingen:
Pagina 94
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 19
Verslag resultaten nulmeting aangaande basisondersteuning het
d’Oultremontcollege, mei 2014
In juni 2014 is de rapportage van de nulmeting aangaande basisondersteuning op het
d’Oultremontcollege verschenen.
De resultaten zijn beschikbaar en op te vragen bij de directie van de school.
Pagina 95
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 20: Lijst met afkortingen
AB’er
ACT
ADD
ADHD
ASS
AVS
CITO
CJG
CvI
DCD
DOD
DUO
EVRT
FART
GGD
GGZ
(G)MR
HAVO
HBO
HGW
IDU
IHGD
IOP
IOT
IQ
IVO
KWT
LGF
LKC
LVS
LWOO
MBO
NLD
NT2
OCD
ODD
OKR
OMO
OOGO
OP
OP
OPDC
OPP
OPR
OT
PCL
PDD-NOS
PO
PO
Ambulant Begeleider
AdviesCommissie Toelaatbaarheid
Attention Deficit Disorder
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Autisme Spectrum Stoornissen
Algemene Vereniging van Schoolleides
Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling
Centrum voor Jeugd en Gezin
Centrum voor Indicatiestelling
Developmental Coorination Disorder (dyspractie)
Digitaal OverdrachtsDossier
Dienst Uitvoering Onderwijs
Examenvreesreductietraining
Faalangstreductietraining
Geneeskundige Gezondheids Dienst
Geestelijke Gezondheids Zorg
(Gemeenschappelijke)MedezeggenschapsRaad
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
Hoger Beroepsonderwijs
Handelingsgericht Werken
In-, Door- en Uitstroomgegevens
Integrale HandelingsGerichte Diagnostiek
Individueel OntwikkelingsPlan
Intern OndersteuningsTeam
Intelligentie Quotiënt
Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte
Keuzewerktijd
LeerlingGebonden Financiering
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Leerlingvolgsysteem
LeerWegOndersteunend Onderwijs
Middelbaar BeroepsOnderwijs
Non-verbal Learning Disabilities
Nederlands als Tweede Taal
Obsessive-compulsive Disorder
Oppositional Defiant Disorder en Conduct Disorder
OnderwijsKundig Rapport
Ons Middelbaar Onderwijs
Op Overeenstemming Gericht Overleg
OndersteuningsPlan
OndersteuningsProfiel
OrthoPedagogisch Didactisch Centrum (Tussenvoorziening)
OntwikkelingsPersPectief
OndersteuningsPlanRaad
OndersteuningsTeam
Permanente Commissie Leerlingenzorg
Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified
Passend Onderwijs
Primair Onderwijs
Pagina 96
d’Oultremontcollege Drunen
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
PrO
PSO
POVO
PTSS
REC
RT
SBaO
SMW
SOO
SOP
SOVA
SWV
TLV
VAT
VAVO
VMBO
VO
VSO
VWO
WO
WPO
WVO
ZAT
ZC
ZEK
ZOO
Praktijkonderwijs
Primair Speciaal Onderwijs
Overlegplatform Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs
Post Traumatisch Stress Syndroom
Regionaal Expertise Centrum
Remedial Teaching
Speciaal BasisOnderwijs
School Maatschappelijk Werk
SchoolOndersteuningsOverleg
SchoolOndersteuningsProfiel
Sociale Vaardigheids Training
Samenwerkingsverband
Toelaatbaarheidsverklaring
Verlengd AanmeldingsTraject
Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
Voortgezet Speciaal Onderwijs
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
Wetenschappelijk Onderwijs
Wet Passend Onderwijs
Wet op Voortgezet Onderwijs
Zorg Advies Team
Zorgcoördinator
Zelf Evaluatie Kader
Zorgcoördinatorenoverleg
blz. 54: bijlage 3: uit de Ondersteuningskaart d'Oultremontcollege zal het gedeelte
met betrekking tot counseling verwijderd worden.
blz. 57: bijlage 4: uit de Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT zal de
taakomschrijving van de counselor verwijderd worden.
Pagina 97