Inhoud INLEIDING3 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN5 Oprichting5 Bestuur5 Directie5 Opdracht Mytylschool Roosendaal 6 Inspectie van het onderwijs 6 Website: www.mytylschoolroosendaal.nl 7 Medezeggenschapsraad8 HOOFDSTUK 2 REC/LGF/INDICATIESTELLING10 Informatie inwinnen 11 Plussen en minnen op een rij zetten 11 Uiteindelijke keuze 11 Indicatiestelling 12 HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 13 Schoolplan13 Organisatie van het onderwijsaanbod 13 De leerweg Zeer Jeugdigen 15 De leerweg SO 16 18 De leerweg ZML VSO - afdeling 20 Leerwegoverstijgend onderwijs 22 HOOFDSTUK 4 AMBULANTE BEGELEIDING 25 Inleiding25 Soorten ambulante begeleiding 25 Activiteiten van de ambulante begeleiding 26 Begeleiding bij het schrijfonderwijs 26 Begeleiding bij het bewegingsonderwijs 27 Begeleiding op sociaal-emotioneel gebied 27 Begeleiding kleine motoriek en ADL 28 Ondersteuning bij aanvraag voorzieningen en regelingen 28 Coördinatie van de hulp 28 HOOFDSTUK 5 LEERLINGZORG29 Onze collectieve missie en visie van onderwijs en revalidatie 29 Het OOR-traject 29 Het LBP-traject 30 Zorg binnen de groep 33 Werken met Leerroutes 37 Leerroutes38 Altijd in dezelfde leerroute? 39 Leerstof aanbod binnen de SO-afdeling 39 Uitstroom uit het SO 39 40 Leerstof aanbod binnen VSO-afdeling Uitstroom uit het VSO 40 Dossierbeheer 40 Verwijdering40 Schoolgids 2013-2014 1 HOOFDSTUK 6 REVALIDATIE OP DE MYTYLSCHOOL 42 LBP-traject42 Meelopen met de revalidatie 42 Kinderscreening43 Kinderonderzoek43 Forced use groep 43 Adviezen rondom spasme behandeling 43 Schoentechnisch spreekuur (STS) 43 Informatie44 HOOFDSTUK 7 PERSONEEL45 HOOFDSTUK 8 OUDERS47 Oudervereniging Mytylschool Roosendaal 47 Recht op informatie na echtscheiding 49 Informatieverstrekking door derden 49 HOOFDSTUK 9 FINANCIËLE ZAKEN 50 Vrijwillige schoolbijdrage 50 Tegemoetkoming studiekosten 50 Wajong51 Persoonsgebondenbudget – Zorg in natura 51 HOOFDSTUK 10 ARTS EN GEZONDHEID 52 52 Hygiënische verzorging Verkoudheid52 Hoofdluis52 Medicijnen52 Verpleegkundige zorg 53 2 Schoolgids 2013-2014 HOOFDSTUK 11 SAMENWERKING54 Onderwijs en Zorg 54 NSWAC54 S&L zorg 57 SDW59 Opleiding / stage 60 HOOFDSTUK 12 PRAKTISCHE INFORMATIE 61 Klachtenreglement61 Gedragsregels61 Schooltijden61 Lesuitval 62 Vakantierooster schooljaar 2012 – 2013 62 Schoolverzuim62 Verlof62 Vervoersregeling64 Het overblijven 65 Sponsoring65 Verzekeringen66 HOOFDSTUK 13 OVERZICHT VAN AFKORTINGEN, LINKS EN ADRESSEN 67 Afkortingen67 Links67 Adressen67 INLEIDING Deze gids is bedoeld om ouders, leerlingen en overige belangstellenden te informeren. Waar ‘hij’ staat bedoelen wij ook ‘zij’. Waar ‘ouders’ staat wordt ook bedoeld ‘verzorgers’ of ‘wettelijk vertegenwoordigers’. U vindt in deze schoolgids onze visie op onderwijs, informatie over de leerwegen, de leerlingenzorg, de samenwerking met revalidatie en wonen. De Mytylschool Roosendaal biedt onderwijs en kinderrevalidatie aan leerlingen van 4 tot en met 20 jaar. De leerlingen zijn verdeeld in twee afdelingen te weten: de afdeling Speciaal Onderwijs (SO) en de afdeling Voorgezet Speciaal Onderwijs (VSO). Daarnaast bieden wij ondersteuning aan het reguliere onderwijs o.a. door middel van ambulante begeleiding. Het schooljaar 2013-2014 zal in het teken staan van de invoering van de wet Passend Onderwijs. Dit betekent dat wij onderdeel gaan uitmaken van minstens 4 samenwerkingsverbanden; twee voor primair onderwijs en twee voor voortgezet onderwijs in de regio West-Brabant. De samenwerkingsverbanden gaan de toelating voor de Mytylschool bepalen. Het is dan ook na augustus 2014 niet meer vanzelfsprekend dat een leerling wordt toegelaten. Het samenwerkingsverband beslist hierover. Voor de zittende leerlingen komt een overgangsregeling van twee jaar. Hoe zaken daadwerkelijk gaan lopen hoort u komend schooljaar. Ook op de website: www.steunpuntpassendonderwijs.nl kunt u als ouders informatie vinden. Natuurlijk zal er in ieder samenwerkingsverband gestreefd worden naar een passend onderwijsaanbod voor iedere leerling. Noemenswaardig is ook dat vanaf 1 augustus 2013 de school volledig erkend wordt met een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs. De VSO wetgeving is van toepassing. Meer dan tot nu toe gebruikelijk zullen programma’s worden gericht op de toekomst van de leerling. Op de ouderavond zal deze ontwikkeling worden uitgelegd. In het najaar zal onze gymzaal worden gerenoveerd. Ook willen we dit jaar proberen het buitenterrein van de school aantrekkelijker te maken voor de verschillende doelgroepen binnen de school. U zult hier dit jaar meer van horen en zien. Wij streven ernaar uw kind in een uitdagende leeromgeving voor te bereiden op zijn toekomst. Mocht u na het lezen van deze schoolgids nog nadere informatie willen hebben, neem dan gerust contact met ons op. In komend schooljaar hopen we op een fijne samenwerking met u en uw zoon of dochter. Gerard Kusters Bestuurder, directeur Mytylschool Schoolgids 2013-2014 3 4 Schoolgids 2013-2014 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Oprichting In 1958 richtten in West-Brabant ouders van gehandicaptekinderen een afdeling op van de BOSK (de vereniging voor motorisch gehandicapte kinderen en hun ouders). Zij wilden een onderwijsmogelijkheid creëren voor hun kinderen in hun eigen regio. De toestemming voor de oprichting van de Mytylschool in Roosendaal werd verleend in 1962. Op 1 juni 1962 startte de school onder de naam St. Ignatius in de Laan van Brabant. Omdat het aantal leerlingen groeide, werd dit gebouw al snel te klein. De eerste steen voor een nieuw gebouw werd gelegd op 13 juni 1975 aan de Gezellelaan 13 in Roosendaal. Bestuur De school heeft een eigen bestuur, het is een zogenaamde éénpitter. De afgelopen jaren zijn er voor het onderwijs verschillende codes van goed bestuur vastgelegd. Ze zijn door ‘het veld’ opgesteld, de besturenorganisaties, de vakbonden en de schoolleiders-organisaties. In al deze codes kan men dezelfde beginselen terugvinden. Het gaat om duidelijke toedeling van rollen, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, om het afleggen van verantwoording, niet alleen aan de overheid (verticaal), maar ook aan de maatschappelijk omgeving van de organisatie (horizontaal). Het gaat om transparantie van het besturingsproces en deugdelijke bedrijfsvoering. Een belangrijk beginsel is de scheiding van besturen en toezien. Dit beginsel maakt duidelijk dat het besturen niet kan zonder dat er binnen de organisatie is geregeld dat er toezicht wordt gehouden op het bestuur. Vanaf 1 augustus 2009 is het Governancemodel van Raad van Toezicht en College van Bestuur van kracht. De Raad van Toezicht van de Mytylschool kent de volgende leden: De heer M.A.J.M. Nelen, voorzitter De heer J.J.G.M. Biskop, vice voorzitter De heer P.C.A.M. Etman De heer C.G.A. Mattheussens Mevrouw S. van den Nieuwenhof De heer H. Wouters Het College van Bestuur wordt gevormd door: De heer G.J.J. Kusters Het correspondentieadres is: Schoolbestuur R.K. Mytylschool, p/a Gezellelaan 13, 4707 CC Roosendaal Directie De directie bestaat uit: De heer G.J.J. Kusters directeur Mevrouw I. Nelen adj. directeur Schoolgids 2013-2014 5 Opdracht Mytylschool Roosendaal De Mytylschool Roosendaal is een onderwijsinstelling voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar met motorische beperkingen, een lichamelijke of meervoudige handicap, of een chronische ziekte. Vanwege deze beperkingen, handicap of ziekte zijn de leerlingen onvoldoende in staat deel te nemen aan het regulier onderwijs. We nemen speciale begeleidingsmaatregelen om de leerlingen optimaal te laten profiteren van het onderwijsaanbod binnen het regulier dan wel het (voortgezet) speciaal onderwijs. Op een geïntegreerde wijze bieden wij onze leerlingenonderwijs, revalidatie en zorg. Wij streven ernaar onze leerlingen de kennis en vaardigheden te laten ontwikkelen die ze nodig hebben om nu en in de toekomst zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Leerlingen (en hun ouders/verzorgers) staan binnen onze onderwijsinstelling centraal. We gaan uit van de individuele mogelijkheden van ieder kind. Wij bieden de leerlingen een ontwikkelingsstimulerende omgeving. Hierdoor kunnen zij zich op cognitief, motorisch, sociaal-emotioneel en praktisch gebied optimaal ontwikkelen. Het handelingsplan dat we – in overleg met ouders, revalidatie en zorg – voor iedere leerling opstellen, geeft richting aan de individuele ontwikkeling van de leerlingen. We stellen onze expertise en ondersteuning ook beschikbaar aan derden. Via ambulante begeleiding begeleiden wij leerlingen buiten onze school. We gaan daarbij actief samenwerkingsrelaties aan. 6 Schoolgids 2013-2014 De Mytylschool heeft een R.K. identiteit; het handelen binnen de school wordt bepaald door de christelijke identiteit. Binnen het onderwijs en de begeleiding is dit herkenbaar. We anticiperen op relevante (maatschappelijke) ontwikkelingen en vertalen die in ons onderwijskundig beleid en professioneel handelen. De samenhang tussen onderwijs, zorg en revalidatie krijgt voortdurend aandacht, we hebben oog voor de meerwaarde die de samenhang oplevert. Wij benutten onze middelen efficiënt. Onze organisatie en inzet van personeel is gericht op het bereiken van onze doelstellingen met en voor de leerlingen. De schoolcultuur kenmerkt zich door openheid, flexibiliteit, creativiteit, planmatigheid, afstemming, reflectie op eigenhandelen en het nemen van verantwoordelijkheid. Ons werk vraagt om betrokkenheid en voortdurende aandacht voor het vergroten van vaardigheden en kennis. Voor medewerkers van onze school spreekt het ontwikkelen van relevante competenties vanzelf. De organisatie ondersteunt hen daarin. Zij kunnen rekenen op een stimulerende, innovatieve werkomgeving en een transparante organisatie. Het voedingsgebied van de Mytylschool Roosendaal: in het westen tot Reimerswaal en Tholen in het noorden tot Klundert in het oosten tot Etten-Leur in het zuiden tot in België • • • • Inspectie van het onderwijs De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Dit gebeurt o.a. door onderzoek op de scholen. De mytylschool Roosendaal valt onder de Inspectie van het Onderwijs afdeling Breda. Voor informatie kunt u gebruik maken de in Hoofdstuk 13 vermelde website. Voor vragen over onderwijs kunt u ook bellen met het gratis nummer 0800-8051. Website: www.mytylschoolroosendaal.nl De website heeft als doel een brede groep belangstellendente voorzien van informatie over de school. De verschillendeonderwijsgroepen hebben de mogelijkheid ook zelf groepspagina’s aan te maken. Schoolgids 2013-2014 7 Medezeggenschapsraad Medezeggenschap op school in de vorm van een medezeggenschapsraad (MR) bestaat al sinds 1982. Op 1 januari 2008 is er een nieuwe Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) van kracht geworden. Een belangrijk gevolg daarvan is dat de schoolbesturen steeds meer beslissingen zelf kunnen nemen. Het bevoegd gezag (bestuur) en de directie bepalen het beleid, maar het is de taak van de MR te adviseren over en in te stemmen met dat beleid. En daarmee zijn meteen de twee rechten van de MR aangehaald, te weten het adviesrecht en het instemmingsrecht. Wie zitten er in onze MR en wat kunnen zij bereiken? De MR van onze school bestaat uit acht leden: vier ouders worden door en uit de ouders/verzorgers gekozen en vier personeelsleden door en uit het personeel. In de MR wordt gesproken over alles wat met de school te maken heeft. Zolang het maar van algemene en niet van persoonlijke aard is. Het doel is te komen tot openheid binnen de school. Alle belangrijke besluiten moeten aan de MR worden voorgelegd. Bovendien kan de MR gevraagd of ongevraagd advies geven. Op een ongevraagd advies moet de directeur/ bestuurder binnen drie maanden gemotiveerd reageren. Wanneer de antwoorden van de directeur/bestuurder niet bevredigend zijn, kan de MR in het uiterste geval bij de geschillencommissie aankloppen. Met de bevoegdheden die de MR heeft, kan zij zich uiteindelijk daadwerkelijk inzetten voor het belang van de kinderen, ouders en het personeel. Als ouders meer willen weten over de mogelijkheden en de bevoegdheden en rechten van de MR kunnen zij op school een informatiefolder aanvragen waarin dit alles uitgebreid staat beschreven. 8 Schoolgids 2013-2014 De MR is dit jaar als volgt samengesteld: de oudergeleding: Mevr. L. de Hond, moeder van Rick mevr. S. van Klinken, moeder van Daniël vacature vacature de personeelsgeleding: dhr. P. van der Horst, secretaris mevr. I. Klaassen mevr. M.L.Roksnoer, voorzitter mevr. A.P.I. de Vries Schoolgids 2012-2013 9 HOOFDSTUK 2 REC/LGF/INDICATIESTELLING De regeling Leerling-gebonden Financiering (LGF) is op 1 augustus 2003 in werking getreden en vervalt per 1 augustus 2014. Deze regeling verbetert de mogelijkheden voor integratie van leerlingen met een ernstige beperking in het basis- en het voortgezetonderwijs. De ouders krijgen een grotere vrijheid een school voor hun kind te kiezen. Zij kunnen een school kiezen die speciaal is toegerust voor het onderwijs aan leerlingen met een beperking. Maar zij kunnen ook kiezen voor een reguliere school, waarbij een aantal extra uren voor de speciale begeleiding gefinancierd wordt uit het leerling-gebonden budget. 10 Schoolgids 2013-2014 De beslissing over het recht op een plaats in het speciaal onderwijs of op het leerling-gebonden budget ligt in handen van de Commissies voor de Indicatiestelling. Dezecommissies zijn onafhankelijk van de speciale scholen, maarwel gekoppeld aan Regionale Expertisecentra (REC’s). In de Wet op de Expertisecentra (WEC) is beschreven hoe de toekenning van de extra onderwijszorg in REC’s is geregeld. Een REC is een samenwerkingsverband van scholen voor speciaal onderwijs, die zorgen voor de kwaliteit en de spreiding van het speciale onderwijs. In deze REC’s wordt de kennis en deskundigheid van de speciale scholen in de regio gebundeld. De REC’s zijn onderverdeeld naar onderwijscluster: cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps; cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps; cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap (LG: lichamelijk gehandicapt, LZ: langdurig Ziek; MG: meervoudig gehandicapt); cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen. De REC’s verzorgen speciaal onderwijs in de regio en bieden ambulante begeleiding aan reguliere scholen waar kinderen met een handicap les krijgen. De Mytylschool Roosendaal valt onder het REC West-Brabant In dit REC zitten de volgende scholen: de Mytylschool te Roosendaal LG + LZ + MG de Kameleon te Roosendaal ZMLK + MG St. Liduina te Breda ZMLK + MG de Schalm te Breda LG + MG de Openluchtschool te Breda LZ Informatie inwinnen Om een weloverwogen keuze te kunnen maken tussen de verschillende soorten onderwijs is het van belang dat ouders over voldoende informatie beschikken. Daarom raden wij ouders allereerst aan informatie in te winnen over verschillende scholen. Ouders kunnen van een aantal scholen schriftelijke informatie opvragen, zoals schoolgidsen en brochures en boeken over het onderwerp. Verder zijn andere ouders van kinderen met een handicap vaak een bron van informatie. Plussen en minnen op een rij zetten Op een gegeven moment hebben ouders genoeg informatie verzameld en weten ze wel zo ongeveer wat de voor- en nadelen van beide onderwijsmogelijkheden zijn. Maar hoe maken ouders nu voor zichzelf een goede afweging van de plussen en minnen? Hieronder staat een aantal factoren die ouders bij hun afweging mee kunnen laten spelen. • De (handicapspecifieke) mogelijkheden en beperkin• • • • • • genvan het kind. Ouders kennen hun kind zelf het beste en weten wat het wel en niet aankan. Reistijd en afstand. Scholen voor speciaal onderwijs zijn vaak verder weg dan reguliere scholen. Kan het kind die langere reistijd aan? De relatie met (niet-)gehandicapte leeftijdgenootjes. Hoe belangrijk vinden de ouders het dat hun kind ook met niet-gehandicapte leeftijdsgenootjes leert omgaan? Onderwijs afgestemd op de handicap van de leerling. In hoeverre hechten de ouders daar waarde aan? Therapieën onder schooltijd: zijn die mogelijk? De mogelijkheden in het voortgezet onderwijs. Wat is er mogelijk na het basisonderwijs? Invloed op het gezin. Vinden ouders het prettig dat al hun kinderen, gehandicapt of niet, naar dezelfde school gaan of juist niet? Uiteindelijke keuze Op basis van alle verzamelde informatie en de afweging van plussen en minnen die daarop volgt, kunnen ouders een uiteindelijke keuze maken. Zie ook de in Hoofdstuk 13 genoemde websites. Schoolgids 2013-2014 11 Indicatiestelling Op de mytylschool zitten leerlingen met een indicatie LG,een indicatie LZ of een indicatie MG. Om in aanmerking te komen voor één van deze indicaties moet de leerling voldoen aan specifieke criteria. De Commissie voor Indicatiestelling beoordeelt of een leerling hieraan voldoet. 12 Schoolgids 2013-2014 De indicatieprocedure verloopt als volgt. 1. Ouders nemen contact op met de school en krijgen een trajectbegeleider toegewezen. 2. De trajectbegeleider maakt met de ouders een afspraak voor een intakegesprek. 3. De aanmeldingsformulieren worden door de ouders en de verwijzende instellingen ingevuld. 4. Relevante gegevens die bij andere instellingen bekend zijn worden, met toestemming van de ouders, opgevraagd. 5. Eventueel wordt aanvullend onderzoek verricht. 6. Het dossier wordt verstuurd naar de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). 7. De CvI stelt vast of de leerling voldoet aan de vastgestelde criteria, neemt een indicatiebesluit en stelt de beschikking op. 8. Ouders worden op de hoogte gebracht van het besluit van de CvI. 9. Bij een positieve beschikking maken de ouders de keusvoor plaatsing op de Mytylschool of voor plaatsingbinnen regulier onderwijs met ambulante begeleiding. Als ouders voor dit laatste kiezen komt hun kind in aanmerking voor een leerling-gebonden budget (een ‘rugzakje’). Wanneer ouders kiezen voor plaatsing op de Mytylschool wordt er door de trajectbegeleider in overleg met de ouders afgesproken wanneer hun kind geplaatst wordt. 10.De geldigheidstermijn van de LG en LZ beschikking is 3 jaar en van de MG-beschikking 4 jaar. Als de leerling na het verstrijken van deze termijnen nog steeds in aanmerking komt voor onderwijs op de Mytylschool of voor een Leerling Gebonden Financiering dan moet weer een indicatietraject worden gestart. Bij deze (her)indicatie wordt hetzelfde traject doorlopen als bij de indicatie. HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Schoolplan In het schoolplan moet het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de wijze waarop de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt aan de orde komen. Het schoolplan ‘dwingt’ scholen om na te denken over eigen beleidskeuzes, zodat de kwaliteit van het onderwijs ook in de toekomst kan worden gewaarborgd. Het schoolplan is ook een instrument voor het toezicht door de onderwijsinspectie. In het schoolplan zullen naast het bestaande beleid van het schoolbestuur ook de voornemens op de verschillende beleidsterreinen en hun onderlinge samenhang naar voren kunnen komen. Het schoolplan wordt hiermee een soort ‘basisdocument’ dat ook voor de MR een belangrijke bron van informatie kan zijn. In dit basisdocument vormen de taken van de school het uitgangspunt voor het formuleren van huidig beleid en het maken van beleidskeuzes. Anders dan de schoolgids is het schoolplan een vierjaarlijks plan en wordt het niet aan ouders of leerlingen verstrekt. Het ligt uiteraard wel ter inzage. De belangrijkste taken van de Mytylschool zijn: het geven van onderwijs, opvoeding en pedagogische begeleiding aan leerlingen met een lichamelijke, meervoudige handicap of chronische ziekte, al dan niet in combinatie met andere functionele beperkingen; gelegenheid bieden aan leerlingen om zich via arbeidsoriëntatie te bekwamen in diverse werkzaamheden, waardoor zij op termijn kunnen deelnemen aan een (begeleid) arbeidsproces; • • • het verzorgen van ambulante begeleiding van leerlingen in het (speciale) basis- en voortgezet onderwijs; • het realiseren van een flexibele onderwijsinrichting; • het zeker stellen en vergroten van de kwaliteit van het onderwijs zoals dat door de school gegeven wordt. Het aanbod van de Mytylschool kenmerkt zich door: ºº het ontwikkelen van de mogelijkheden van ieder kind het zo goed mogelijk leren omgaan met de bestaande beperkingen; ºº het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling; ºº het ontwikkelen van de sociaal-emotionele vaardigheden; ºº het uitbreiden van de praktische vaardigheden; ºº het bevorderen van de zelfredzaamheid; ºº het werken in kleine groepen op een eigen niveau en naar eigen mogelijkheden; ºº het interdisciplinair samenwerken waarbij onderwijs en revalidatie gezamenlijke doelstellingen nastreven; ºº het geven van therapieën onder schooltijd; ºº het werken volgens een handelingsplan. Organisatie van het onderwijsaanbod In de organisatie van het onderwijsaanbod willen wij optimaal tegemoet komen aan de specifieke kindkenmerken en de daarbij behorende hulpvragen. Centraal staat het aanbieden van passend onderwijs aan onze leerlingen in een leeromgeving die hem/haar uitdaagt. Binnen de Mytylschool hebben wij twee onderwijsafdelingen, te weten de SO-afdeling en de VSO-afdeling. Schoolgids 2013-2014 13 Het onderwijs in deze afdelingen is verdeeld in: SO- afdeling : de leerweg ZJ; leerlingen met indicatie LG, MG, LZ de leerweg SO; leerlingen met indicatie LG, LZ de leerweg ZML; leerlingen met indicatie MG • • • VSO- afdeling : de leerweg ZML; leerlingen met indicatie MG de leerweg arbeidgericht; leerlingen met indicatie LG, MG • • Dit schooljaar starten wij met 13 basisgroepen. Binnen iedere groep omvat het programma de onderwijsgebieden zoals de wet deze beschrijft voor het Speciaal Onderwijs (kerndoelen SO), Voortgezet Speciaal Onderwijs (kerndoelen VSO) en/of het ZML-onderwijs (kerndoelen ZML). 14 Schoolgids 2013-2014 De leerweg Zeer Jeugdigen In de leerweg ZJ bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot maximaal 8 jaar, functionerend op basisschoolniveau, moeilijk lerend niveau of zeer moeilijk lerend niveau. Doel Zicht krijgen op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en het aanleren van peuter/kleutervaardigheden nodig voor het volgen van onderwijs passend bij het ontwikkelingsperspectief van de desbetreffende leerling. Instroom De instroom geschiedt vanuit thuis, peuterspeelzaal, peuter+groep, reguliere basisschool, speciale basisschool, MKD of OPD/KDC. Alle leerlingen hebben een LG/LZ/MG-beschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. Het onderwijsaanbod Het programma omvat de volgende onderwijsgebieden: zintuiglijke en motorische ontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit praktische redzaamheid spelontwikkeling omgaan met media en technologische hulpmiddelen Nederlandse taal rekenen bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld kunstzinnige oriëntatie: ºº beeldende vorming ºº muziek en bewegen ºº dramatische vorming • • • • • • • • • • • • Uitstroom / doorstroom Uitgangspunten Binnen het onderwijs in deze groepen worden steeds thema’s gekozen die aansluiten bij de interesse en de ervaringswereld van de kleuters. Bij de onderwijsactiviteiten hanteren wij de kerndoelen SO en de kerndoelen ZML. Al spelend leren de kinderen en doen zij hun ervaringen op. Aspecten van de brede ontwikkeling (zoals samen spelen en werken; communiceren, initiatieven nemen en plannen maken) worden verbonden aan kennis en vaardigheden. De diverse activiteiten zijn met elkaar verbonden en hebben een onderlinge samenhang. Mogelijkheden zijn plaatsing op KDC/OPD, de leerweg SO of de leerweg ZML van de Mytylschool, een andere vorm van speciaal onderwijs, of plaatsing in het reguliere (speciaal) basisonderwijs. Ook wordt het vergroten van de zelfstandigheid voortdurend gestimuleerd, zowel op het gebied van het werken in de lessen als op het gebied van praktische redzaamheid, zoals aankleden, toiletgang, eten en drinken. Schoolgids 2013-2014 15 De leerweg SO Binnen de leerweg SO bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 6/8 tot maximaal 14 jaar, functionerend op basisschool- en moeilijk lerend niveau. Doel Leerlingen maken die vaardigheden eigen, waardoor het volgen van algemeen vormend vervolgonderwijs, een beroepsopleiding of voortgezet (speciaal) onderwijs mogelijk wordt. Instroom Instroom geschiedt vanuit de leerweg ZJ, het (speciaal) basisonderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs. Alle leerlingen hebben een LG- of LZ-beschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. 16 Schoolgids 2013-2014 Uitgangspunten Binnen de leerweg SO staan de onderwijskundige principes centraal. Kinderen die vanuit de ZJ-stroom in deze stroom worden geplaatst, moeten toe zijn aan het programma van tenminste aanloop groep 3 van het basisonderwijs. Het pedagogisch klimaat is zodanig dat een leerling uitgedaagd en gestimuleerd wordt tot zelfstandig functioneren en het dragen van eigen verantwoordelijkheid (zelfbepaling). Daarbij wordt rekening gehouden met de motorische capaciteiten en de leeftijd. In de leerweg SO wordt een passend onderwijsaanbod aangeboden; dit betekent concreet dat kinderen functionerend op regulier basis en moeilijk lerend niveau een onderwijsaanbod krijgen zoals dat geformuleerd is onder de kerndoelen voor het SO. Het onderwijsaanbod Binnen het programma van de leerweg SO komen de volgende onderwijsgebieden aan bod: sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen praktische redzaamheid Nederlandse taal rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: ºº oriëntatie op ruimte (aardrijkskunde) ºº oriëntatie op tijd (geschiedenis) ºº oriëntatie op mens en samenleving ºº oriëntatie op natuur en techniek kunstzinnige oriëntatie: ºº tekenen en handvaardigheid ºº muziek ºº spel en beweging • • • • • • • • • Binnen het onderwijs in de leerweg SO bestaat het grootstegedeelte van de dag uit werken aan rekenen, taal en lezen. Bij deze vakken wordt gedifferentieerd instructie gegeven of worden kinderen in kleine groepjes op niveau ingedeeld. Bij een complexe reken- of leesproblematiek kan ervoorgekozen worden het vak in de leerweg ZML te laten volgen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de zaakvakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde, SOVA training, biologie en verkeer. Uitstroom / doorstroom Uitstroom vindt plaats op maximaal 14-jarige leeftijd naar het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs. Indien mogelijk stromen deze leerlingen tussentijds door naar een andere vorm van speciaal basisonderwijs of het reguliere basisonderwijs (al dan niet met ambulante begeleiding). Op 12/13-jarige leeftijd brengt de Commissie van Begeleiding (CvB) een individueel advies uit met betrekking tot de verdere schoolloopbaan. Schoolgids 2013-2014 17 De leerweg ZML Binnen de leerweg ZML bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 6/8 tot maximaal 14 jaar, functionerend op zeer moeilijk lerend niveau. Bij alle lessen wordt daarom de vraag gesteld: ‘Welkevaardighedenheeftdezeleerlingnodigomzozelfstandig mogelijk te kunnen functioneren als jong volwassenen een begeleide woon-werkomgeving of dagbesteding?’. Kennis en vaardigheden zijn direct verbonden met elkaar. Doel Het onderwijsaanbod Leerlingen die vaardigheden eigen maken, waardoor het volgen van algemeen vormend vervolgonderwijs mogelijk wordt. Het programma van de leerweg ZML omvat de volgende onderwijsgebieden: zintuiglijke en motorische ontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen praktische redzaamheid ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit taal en communicatie rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: ºº oriëntatie op ruimte ºº oriëntatie op tijd ºº oriëntatie op mens en samenleving ºº oriëntatie op natuur en techniek kunstzinnige oriëntatie: ºº tekenen en handvaardigheid ºº muziek ºº dramatische vorming Instroom Instroom geschiedt vanuit de leerweg ZJ, de leerweg SO, het reguliere (speciaal) onderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs. Alle leerlingen hebben een MGbeschikking (indicatie) vallend onder cluster 3. Uitgangspunten Binnen de leerweg ZML staan de onderwijskundige en pedagogische principes centraal. Het pedagogisch klimaat is zodanig dat een leerling uitgedaagd en gestimuleerd wordt tot zelfstandig functioneren en het dragen van eigen verantwoordelijkheid (zelfbepaling). Daarbij wordt rekening gehouden met de motorische capaciteiten en de leeftijd. Leerlingen, die functioneren op een zeer moeilijk lerend niveau bieden wij een onderwijsaanbod zoals dat geformuleerd is binnen de kerndoelen ZML. Het onderwijsaanbod aan leerlingen functionerend op zeer moeilijk lerend niveau dient te voldoen aan 2 voorwaarden,namelijk betekenisvolle leerinhouden en functionaliteit. 18 Schoolgids 2013-2014 • • • • • • • • • • • Binnen de gehele leerweg ZML is er veel aandacht voor het leren van sociale vaardigheden, de emotionele ontwikkeling en het vergroten van de zelfstandigheid op alle gebieden. Binnen de ZML+ groep sluit het onderwijs aan bij de belevingswereld van de kinderen. Het onderwijsaanbod is afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en is zo ingericht dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Afhankelijk van de ontwikkelingsmogelijkheden leren de kinderen rekenen, taal en (picto)lezen. Deze vakken nemen de ochtenden in beslag. In de middag wordt in groepsverband aandacht besteed aan sociale vaardigheidstraining, oriëntatie op mens en wereld, bewegingsonderwijs en kunstzinnige oriëntatie. Uitstroom / doorstroom Uitstroom vindt plaats op maximaal 14-jarige leeftijd naarhet Voortgezet (Speciaal) Onderwijs of naar de interne VSO afdeling. Op 12/13-jarige leeftijd brengt de Commissie van Begeleiding (CvB) een individueel advies uit met betrekking tot de verdere schoolloopbaan. Schoolgids 2013-2014 19 VSO - afdeling In het VSO bieden wij onderwijs aan leerlingen in de leeftijdvan 12+ tot maximaal 20 jaar functionerend op moeilijk lerend / zeer moeilijk lerend niveau. Doel van het VSO Het doel is gericht op het functioneren binnen een passende werksetting. De leerling wordt voorbereid op het leven en werken binnen een, in meer of mindere mate, beschermende omgeving. Instroom Instroom geschiedt vanuit zowel de hoogste groepen uit de leerweg SO als uit de leerweg ZML. Daarnaast is ook instroom vanuit regulier (speciaal) onderwijs mogelijk. Uitgangspunten Binnen het VSO vormen de volgende uitgangspunten de basis: nabootsing van praktische, alledaagse situaties, in een omgeving die de ontwikkeling stimuleert; het creëren van een onderwijssituatie, waarin ºº leren-leren en de sociale vaardigheden bovenaan staan. ºº praktisch werken een belangrijke plaats inneemt; ºº samenwerken belangrijk is; ºº er aandacht is voor de instandhouding van aangeleerde cognitieve vaardigheden; ºº er aandacht is voor de ontwikkeling van een reëel zelfbeeld; ºº leerlingen, ouders/verzorgers, revalidatie en school samen nadenken over de toekomst, de mogelijkheden en onmogelijkheden van de leerling, en samen daarover beslissingen nemen. afstemming van het programma op de beleving van de maatschappelijke werkelijkheid in en buiten de school. • • • In het VSO gaan de onderwijs- en ontwikkelingsprogramma’s gewoon verder, maar iedere leeftijdsfase vraagt een eigen benadering en aanpak, daar ligt in eerste instantie de belangrijkste verandering. Binnen de VSO-afdeling zijn er activiteiten waarmee het VSO een eigen karakter krijgt. Deze activiteiten zijn verweven in het onderwijs en bieden de leerlingen de gelegenheid om praktijkervaring op te doen, ook wordt er een beroep gedaan op hun verantwoordelijkheid. Hierbij staat groei op sociaalemotioneel gebied en het verkrijgen van een goede werkhouding centraal. In het VSO werkt men systematisch verder aan alle aspecten van zelfstandigheid. Er wordt gericht gewerkt aan uitstroom 20 Schoolgids 2013-2014 naar een geschikte werkplek. De leerlingen doen dit door datgene wat zij tot nu toegeleerd hebben zoveel mogelijk praktisch toe te passen. De leerlingen leren zelf initiatieven te nemen. Ze leren eigen verantwoordelijkheden aan te gaan. Ook leren ze bewuster met de eigen toekomst om te gaan en zich erop voor te bereiden. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het onderhoudenvan reeds aangeleerde cognitieve vaardigheden. Het onderwijsaanbod Binnen het VSO wordt het volgende vakkenpakket aangeboden: sociaal-emotionele ontwikkeling leren leren omgaan met media en technologische hulpmiddelen taal en communicatie rekenen en wiskunde bewegingsonderwijs oriëntatie op mens en wereld: ºº oriëntatie op ruimte ºº oriëntatie op tijd ºº oriëntatie op mens en samenleving ºº oriëntatie op natuur en techniek ºº oriëntatie op arbeid arbeidstoeleiding kunstzinnige oriëntatie: ºº tekenen en handvaardigheid ºº muziek ºº dramatische vorming • • • • • • • Voor alle groepen binnen de VSO geldt dat er tussen de onderbouw en de bovenbouw een verschuiving plaats vindt van de cognitieve vakken naar de praktische uitvoering van het geleerde. Concreet betekent dit dat de leerlingen steeds minder uren theorie volgen en steeds meer gaan werken. Dit gebeurt in de vorm van verschillende stagemogelijkheden: 1. interne stage (taken). De leerlingen passen vaardigheden die ze beheersen onder begeleiding toe binnen de school. 2. leren op locatie 3. externe stage Bij de lessen wordt daarom de vraag gesteld: ‘Welke vaardigheden heeft de leerling nodig om na de schooltijd zo zelfstandig mogelijk te functioneren in een (begeleide) woonwerkomgeving, dagbesteding en in hun vrije tijd?’ Het antwoord op deze vraag vormt de basis voor het onderwijsaanbod. Uitstroom Uitstroom vindt uiterlijk plaats voor de 20-jarige leeftijd naareen activiteitencentrum, een dagverblijf voor ouderen, werkprojecten, het werkvoorzieningschap of het vrije bedrijf. • • Schoolgids 2013-2014 21 Leerwegoverstijgend onderwijs Bewegingsonderwijs Alle kinderen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs en vaak is de leerkracht of de onderwijsassistent bij de lessen aanwezig. De inhoud van de lessen is afhankelijk van de groep waarin een kind zit. Bij de jongste kinderen ligt het accent op het opdoen van bewegingservaring. In de groepen daarna wordt er steeds gestructureerd gewerkt aan de (persoonlijke) ontwikkeling van: de diverse bewegingsvormen: lopen, balanceren, springen, rollen, klimmen/klauteren en zwaaien/ schommelen, werpen en vangen; spelvormen: tikspelen, doelspelen zoals hockey of voetbal, stoeispelen/judo en slagbalvormen; bewegen op muziek. • • • Naast al deze klassikale lessen hebben we, mits nodig, op school nog een aantal groepen met een speciaal programma dat is gericht op de verbetering van de rolstoelvaardigheid, conditie en ruimtelijke oriëntatie. T.a.v. gymkleding hanteren we de volgende afspraken: alle kinderen nemen gymkleding (T-shirt, indien mogelijk ook een sportbroek) mee naar de gymlessen; geen schoenen met zwarte zolen, tenzij het kind speciale (orthopedische) schoenen heeft; geen horloges, kettingen, ringen, oorbellen, enz. aanhouden tijdens de les. • • • In de hogere groepen zal het accent steeds meer op de spelontwikkeling komen te liggen. Belangrijk hierbij is ook het omgaan met spelregels, en met winnen en verliezen. Zwemmen De kinderen zullen in een groepje zelfstandig spelsituatiesmoeten creëren. Sociale aspecten zijn dus erg belangrijk bij bewegingsonderwijs. Aan de start van het schooljaar wordt de zwemplanning gemaakt. Hierbij wordt gekeken naar vervoer (plaatsen in de bus), de ruimte in kleedkamers bij het zwembad en het aantal beschikbare personeelsleden. Hieruit ontstaan de plaatsen voor het inplannen van de leerlingen. Bij alle ontwikkelingen houden we steeds rekening met de individuele mogelijkheden van de kinderen. De vakleerkracht bewegingsonderwijs kan, indien gewenst, ouders adviseren met betrekking tot een sportclub. 22 De groepen uit de VSO-afdeling hebben één gymles per week. Daarnaast is er een ‘vrijetijdsproject’. De leerlingen komen daarbij in aanraking met verschillende sportmogelijkheden buiten de school, met als doel dat ze sport als vorm van vrijetijdsbesteding kiezen. De jongeren gaan dan bv. naar de sportschool, de hockeyvereniging of naar het zwembad. Schoolgids 2013-2014 Leerlingen van de SO-afdeling hebben zwemles. Zodra de leerling een A-diploma heeft, stopt het zwemonderwijs. De leerlingen worden ingedeeld op kalenderleeftijd van oudste naar jongste. Is de lijst vol, dan komen de overige leerlingen op de wachtlijst te staan. Als er in de planningeen plaats vrij komt, dan is de eerst volgende leerling op de wachtlijst aan de beurt. Dit vindt altijd plaats in overleg met de ouders. De leerlingen kunnen les krijgen van de vakleerkracht, een fysiotherapeut, een zwemdocent van het zwembad of een leerkracht van de Mytylschool. Het uiteindelijke doel van het zwemmen is dat de kinderen watervreesvrij zijn en zich kunnen redden met een zwemslag die is afgestemd op hun mogelijkheden; de kinderen zich prettig voelen in het water en plezier beleven aan het bewegen in het water. • We streven ernaar de kinderen, indien mogelijk, een erkend diploma te laten halen. Dit kan een regulier vaardigheidsdiploma zijn (van spetter- tot A-diploma), of een schooldiploma met betrekking tot deelaspecten. Wanneer een kind het A-diploma gehaald heeft, is het zeer aan te raden om zelf voor het B-diploma en eventueel ook voor het C-diploma door te gaan bij reguliere zwemlessen. Een kind is pas echt veilig in het water indien het C-diploma heeft gehaald. De leerlingen van de VSO-afdeling gaan een aantal keren per jaar zwemmen in het kader van het vrijetijdsproject. • Schoolgids 2013-2014 23 24 Schoolgids 2013-2014 HOOFDSTUK 4 AMBULANTE BEGELEIDING Inleiding Soorten ambulante begeleiding Ambulante begeleiding vanuit de Mytylschool is gericht op een zo optimaal mogelijke integratie van kinderen met motorische en/of lichamelijke problemen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Er zijn drie soorten ambulante begeleiding: De Rugzak Ambulante Begeleiding (RAB). Bij deze vorm van ambulante begeleiding komt de leerling in aanmerking voor de leerling-gebonden financiering (ook wel ‘rugzak’ genoemd). De rugzak wordt toegekend door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Om in aanmerking te komen voor de rugzak moet de leerling voldoen aan vastomlijnde criteria. De omvang van de rugzak wordt per schooljaar vastgesteld. Voor iedere leerling die een rugzak heeft en die ambulant wordt begeleid wordt een begeleidingsplan opgesteld. Daarnaast ondersteunt de ambulant begeleider de reguliere school en ouders bij het opstellen en uitvoeren van het wettelijke verplichte handelingsplan. De Terugplaatsings Ambulante Begeleiding (TAB). Deze vorm van ambulante begeleiding is gericht op leerlingen die vanuit de Mytylschool in het regulier onderwijs worden geplaatst en die geen recht (meer) hebben op een rugzak. Hun problematiek is niet meer van dien aard dat zij in aanmerking komen voor een indicatie. Deze leerlingen kunnen één jaar worden begeleid. De Preventieve Ambulante Begeleiding (PAB) Deze vorm van ambulante begeleiding is bedoeld voor leerlingen met motorische en/of lichamelijke problemen die niet voldoen aan de criteria voor de leerling- gebonden financiering. Via ambulante begeleiding wordt voorkomen dat de beperkingen van deze leerlingen zo ernstig worden dat een rugzak moetworden aangevraagd. Het uiteindelijke doel van de ambulante begeleiding is de belemmeringen die deze leerlingen ervaren, weg te nemen of te verminderen en/of de leerling op een adequate wijze om te leren gaan met zijn beperkingen en eigen mogelijkheden. Ambulant begeleiders richten zich in de begeleiding vooral op leerkrachten en docenten. Door middel van observaties, onderzoek, begeleidingsgesprekken, cursussen en studiedagen wordt geprobeerd - via de leerkrachten en docenten voor de leerling een optimaal onderwijsaanbod uit te stippelen en uit te voeren. Om hun taak goed te kunnen uitvoeren zijn de ambulant begeleiders regelmatig aanwezig op de scholen. • • • Schoolgids 2013-2014 25 Activiteiten van de ambulante begeleiding Ambulant begeleiders van de Mytylschool hebben deskundigheid en expertise op een aantal terreinen. Bij de begeleiding worden de volgende gebieden onderscheiden: begeleiding bij het schrijfonderwijs begeleiding bij het bewegingsonderwijs begeleiding op sociaal-emotioneel gebied begeleiding kleine motoriek en ADL ondersteuning bij aanvraag voorzieningen en regelingen cursussen en scholing coördinatie van de hulp • • • • • • • Begeleiding bij het schrijfonderwijs Vaak worden leerlingen aangemeld met schrijfproblemen. Leerlingen hebben een onleesbaar handschrift, schrijven te snel of juist te langzaam. De ambulante begeleider informeert, adviseert en ondersteunt de school bij het opstellen van een individueel handelingsplan. Het uitvoeren van grondig onderzoek naar de aard van de schrijfproblemen of schrijfmoeilijkheden is vaak noodzakelijk om goede adviezen te kunnen geven. N.a.v. het onderzoek geeft de ambulant begeleider suggesties voor de inhoud en organisatie van het handelen. Vervolgens wordt er gecoacht bij de uitvoering van het handelingsplan. 26 Schoolgids 2013-2014 Door middel van gesprekken, het geven van voorbeeld lessen, teamlezingen en workshops informeert en adviseert de ambulant begeleider de school over: schrijfonderwijs in het algemeen specifieke maatregelen op het gebied van schrijven schrijfmethoden, materialen voor leerlingvolgsystemen, enz. alternatieven voor het schrijven (bijvoorbeeld een notebook) de aanvraag van voorzieningen en aangepast meubilair • • • • • Begeleiding bij het bewegingsonderwijs Begeleiding op sociaal-emotioneel gebied Leerlingen met motorische beperkingen hebben vaak moeite deel te nemen aan activiteiten waarbij bewegen belangrijk is. Deze participatieproblemen komen o.a. voor tijdens delessen bewegingsonderwijs, de zwemlessen, sportdagen en het buitenspelen (de grote motoriek). Deze problemen kunnen het gevolg zijn van een achterstand in de motorische ontwikkeling, of van blijvende belemmeringen op motorisch gebied als gevolg van een handicap (de leerling zit bijvoorbeeld in een rolstoel). Leerlingen met motorische beperkingen of lichamelijkeproblemen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van sociaal-emotionele problemen, zoals acceptatieproblemen, pestproblemen, gering zelfvertrouwen,faalangst, negatief zelfbeeld en bewegingsangst. Iedere leerling wordt, hoe dan ook, geconfronteerd met verwerking hiervan. Dat vraagt om specifieke aandacht en begeleiding. De ambulant begeleider adviseert en ondersteunt de school bij het opstellen van een individueel handelingsplan. Naar aanleiding van onderzoek en gerichte observaties geeft de ambulant begeleider suggesties voor de inhoud en de organisatie van het handelen, gericht op optimale deelname aan alle mogelijke bewegingsactiviteiten. Vaak wordt deze ondersteuning gekoppeld aan motorische remedial teaching. Door middel van begeleidingsgesprekken, het geven van voorbeeldlessen, teamlezingen en/of workshops informeerten adviseert de ambulante begeleider de school over: bewegingsonderwijs in het algemeen specifieke maatregelen (en materialen) om leerlingen met een motorische achterstand of beperking optimaal te kunnen laten deelnemen aan de gym- en zwemlessen en het buitenspelen aanschaf en invoering van een geschikte methode voor het vak bewegingsonderwijs gebruik van een leerlingvolgsysteem om de motorische ontwikkeling goed te kunnen volgen gebruik van specifieke screeningslijsten om een beter beeld te krijgen van leerlingen met motorische problemen • • De ambulante begeleider informeert, adviseert en ondersteunt de school bij het opstellen van een individueel handelingsplan, gericht op de sociaal-emotionele problematiek. Naar aanleiding van onderzoek en gerichte observaties geeft de ambulant begeleider suggesties voor de inhoud en de organisatie van het handelen. Vervolgens wordt er ondersteund bij de uitvoering van het handelingsplan (o.a. instructie, interactie en klassenmanagement). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van Video Interactie Begeleiding (V.I.B.). Door middel van begeleidingsgesprekken en zichtmaterialen informeert en adviseert de ambulante begeleider de school over literatuur en methodes op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. • • • Schoolgids 2013-2014 27 Begeleiding kleine motoriek en ADL Het uitvoeren van kleinmotorische handelingen verloopt bij veel leerlingen met motorische beperkingen moeizaam. Ditkomt tot uiting bij Activiteiten in het Dagelijks Leven (ADL) zoals het zich omkleden voor en na de gymles en het eten op school. Maar ook tijdens activiteiten waarbij de leerlingen de handen moet gebruiken om goed aan het onderwijs te kunnen deelnemen zoals tijdens lessen expressieve vorming (knippen, vouwen, plakken), technisch lezen (letterdoos), rekenen (hanteren liniaal, tekenen). De ambulant begeleider adviseert en ondersteunt de school bij het opstellen van een individueel handelingsplan op hetgebied van ADL en de kleine motoriek. Door middel van onderzoek, waarbij vaak ook de ergotherapeut wordt betrokken, wordt nagegaan welke kleinmotorische vaardigheden nog niet in voldoende mate worden beheerst en welke vaardigheden in aanmerkingkomen voor extra aandacht. Bij de uitvoering van het handelingsplan wordt vaak de motoriekkist ingezet. Ondersteuning bij aanvraag voorzieningen en regelingen Leerlingen met motorische beperkingen komen vaak in aanmerking voor bepaalde voorzieningen of specifieke regelingen. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan meubilair, schrijfvoorzieningen (notebook), vervoer, examenaanpassingen. De ambulant begeleiders zijn behoorlijk thuis in het “woud” van deze regelingen. 28 Schoolgids 2013-2014 Zij informeren ouders en school en bieden ondersteuning bij de aanvraag. Coördinatie van de hulp Iedere school voor regulier onderwijs heeft tegenwoordig een intern begeleider of zorgcoördinator. Een belangrijke taak van deze functionarissen is de interne zorg en begeleiding op school te coördineren. De ambulant begeleider is vooral de coördinator van de externe zorg en begeleiding. Als een leerling bekend is bij verschillende instanties neemt de ambulant begeleider hiermee contact op en onderhoudt dit contact, verzamelt informatie en geeft relevante informatie door aan de school en/of de ouders. Maar ook omgekeerd zal de ambulant begeleider vanuit de school of de ouders informatie doorgeven aan de verschillende instanties of hulpverleners. De ambulant begeleider bezoekt in de meeste gevallen de revalidatiebesprekingen van de revalidatieteams en bespreekt daar hoe het met de leerling op school gaat. Daarnaast heeft de ambulant begeleider veel contact met fysiotherapeuten bij wie de leerling onder behandeling is. HOOFDSTUK 5 LEERLINGZORG Onze collectieve missie en visie van onderwijs en revalidatie Het gedachtegoed ‘één Kind, één Plan’ vormt ons uitgangspunt. Onderwijs en revalidatie komen samen tot één plan voor de leerling. Dit uitgangspunt is ingegeven om de hulpvraag van kind en ouders te plaatsen in het licht van de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind en de noodzaak om te komen tot een zo hoog mogelijke graad van zelfstandigheid. In de praktijk betekent dit dat we de begeleiding / behandeling van kinderen op het gebied van onderwijs en revalidatie zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. Voor ouders betekent dit dat onderwijs en kinderrevalidatie vanaf het begin nauw met elkaar verbonden zijn. Hierbij neemt, zoals in het uitgangspunt naar voren komt, de hulpvraag van het kind een centrale plaats in. Een evenwichtig samenspel tussen het onderwijs personeel, het revalidatie personeel en de ouder is voor de kinderen en jongvolwassenen van de Mytylschool Roosendaal essentieel. De leerling-zorgstructuur omvat een tweetal onderdelen: 1. OOR-traject 2. LBP traject, Klassenteam Het OOR-traject Voor iedere (mogelijk) nieuwe leerling wordt het traject Ontwikkelperspectief Onderwijs Revalidatie (OOR) opgestart. Dit traject bestaat uit twee delen, t.w. ‘van oriëntatie tot plaatsing’ en ‘van plaatsing t/m OOR’. D eel 1 ‘V an oriëntatie tot plaatsing ’ : • Ouders hebben met de orthopedagoog van de school • • • • een oriënterend gesprek. Dit gesprek heeft als doel het verschaffen van informatie over organisatie van het onderwijs – leerling-zorg - revalidatie – indicatiestelling en het geven van een indruk van de school door middel van een rondleiding. Indien daarna besloten wordt tot plaatsing, wordt een indicatie aangevraagd bij de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) indien een kind nog geen indicatie heeft. Hiertoe zal informatie worden opgevraagd bij instellingen waar het kind bekend is; uiteraard met toestemming van ouders. Indien een kind niet bekend is bij de revalidatiearts, zal het kind opgeroepen worden door de revalidatiearts ter kennismaking. Vervolgens volgt een intake gesprek met de orthopedagoog met als doel het verkrijgen van verdere informatie over nieuwe leerling en het maken van praktische afspraken voor de eerste periode. Hierna stelt de orthopedagoog een beginsituatie van de betreffende leerling op, waarin de belangrijkste gegevens van het kind worden opgenomen en waarin de afspraken voor de eerste periode staan vermeld. De beginsituatie Schoolgids 2013-2014 29 wordt besproken met de leerkracht, de onderwijsassistent en met ouders. D eel 2 ‘V an plaatsing t / m OOR’. • De eerste 12 weken worden als observatieperiode • • • • • gebruikt, zowel binnen de klas als binnen de revalidatie. Het doel hiervan is het in kaart brengen van de Na de eerste week zullen ouders uitgenodigd worden voor een gesprek met de leerkracht, maatschappelijk werker en orthopedagoog om de eerste indruk te bespreken en eventueel praktische zaken nader af te stemmen. In de 6e week zullen ouders uitgenodigd worden voor een meeloopdag. Hierbij krijgen de ouders de mogelijkheid om mee te kijken in de klas, bij de fysiotherapie, de ergotherapie en de logopedie en kunnen daar ook hun hulpvragen stellen. In de eerste 8 weken zal de maatschappelijk werker een afspraak maken voor een huisbezoek. Als er vragen zijn aan de orthopedagoog, kan de orthopedagoog evt. aanvullend onderzoek doen in de eerste 8 weken. Aan het einde van de observatieperiode zal het concept OOR opgesteld worden. De orthopedagoog doet dit voor het onderwijs en de revalidatiearts voor de revalidatie. Dit concept OOR wordt besproken binnen de CVB, waarna ineen gesprek met ouders , revalidatiearts en orthopedagoog het OOR vastgesteld zal worden. In de CVB hebben zitting: directeur adjunct-directeur orthopedagogen revalidatiearts maatschappelijk werk jeugdarts 30 Schoolgids 2013-2014 Zodra er voor de leerling een OOR is opgesteld, wordt er gekeken of de te behalen doelen en de onderwijsbehoefte van een leerling voldoende aansluit bij het groepsplan. In het groepsplan staat het volgende omschreven: de algemeen geldende begeleidingsafspraken voor de groep, de doelen voor het komend jaar en op welke wijze en met welke middelen / materialen er aan de gestelde doelen gewerkt wordt. Indien het groepsplan onvoldoende aansluit bij de behoefte van een individuele leerling, wordt er een handelplan opgesteld door de leerkracht. Hierin worden probleemstelling, analyse, doelstellingen, plan van aanpak en evaluatie opgenomen. Dit gebeurt in samenwerking met de orthopedagoog. Daarnaast is het mogelijk dat er onderwijs ondersteuning aangevraagd wordt om extra aandacht te geven aan een gesteld doel. Drie maal per jaar vindt er een groepsbespreking plaats met de leerkracht, orthopedagoog en leidinggevende en wordt het groepsplan besproken. Tijdens deze gesprekken wordt bekeken of de (overige) doelen reëel zijn voor de komende periode en/of de vastgestelde doelen behaald zijn. Het LBP-traject Het doel van het Leer Behandel Plan-traject (LBP)is het opstellen van ontwikkeldoelen, zowel op het gebied van onderwijs als revalidatie. Het LBP-traject is een 6 weken durend traject, wat kan plaatsvinden in de periode van schoolweek 5 tot en met 35. Het is een traject dat eenmaal per schooljaar doorlopen wordt. Het LBP-traject bestaat uit verschillende fases. 1. In week 1 is er een meeloopdag voor ouders. Deze bestaat uit meekijken in de klas, bij fysiotherapie, ergotherapie en logopedie, een gesprek met maatschappelijk werk, een gesprek met de onderwijsassistent en een spreekuur bij de revalidatiearts. Ouders hebben tijdens deze contacten de mogelijkheid hulpvragen te formuleren. 2. In week 2 en 3 wordt er een schriftelijke evaluatie vanuit onderwijs en revalidatie ingevuld. Deze schriftelijke evaluatie, die volgens een vast format ingevuld dient te worden, wordt ingevuld door de leerkracht en orthopedagoog (vanuit onderwijs), alle betrokken therapeuten, maatschappelijk werk en de revalidatiearts (vanuit revali- datie) en is aan het einde van week 3 gereed. De leerkracht gebruikt daarbij de evaluatie van de vorderingen van de leerling op de CED-leerlijn, die voortgekomen is uit de meest recente evaluatie van het groepsplan. Dit verslag wordt dan vervolgens op gestuurd naar ouders in week 4. 3. In week 5 vindt de LBP-bespreking plaats. Bij de bespreking zijn de volgende personen aanwezig: ouders, leerkracht, orthopedagoog, revalidatiearts en een afgevaardigde vanuit revalidatie. Het doel van deze bespreking is het vaststellen van het LBP van de leerling voor de komende periode, waarin de onderwijs- en reva- Schoolgids 2013-2014 31 lidatiedoelstellingen alsmede het ontwikkelperspectief worden opgenomen. Binnen een week na de bespreking ontvangen ouders een schriftelijke terugkoppeling van het LBP en de gemaakte afspraken voor de komende periode, waarbij gevraagd wordt om accordering door ouders door middel van een handtekening. Na accordering van ouders, worden alle betrokkenen op de hoogte gesteld, zodat de afspraken en acties kunnen worden uitgevoerd en de uitwerking van het multidisciplinair plan van aanpak verder kan worden opgepakt door de betreffend persoon die daarvoor verantwoordelijk is gesteld. Tenslotte volgt de terugkoppeling naar de CVB door orthopedagoog en revalidatiearts (t.b.v. procesbewaking). Tussentijds kan het zo zijn dat het ontwikkelingsperspectief en de gemaakte afspraken in het LBP bijgesteld moet worden, omdat bepaalde omstandigheden invloed hebben op het ontwikkelen van de leerling. Als dat zo is, kan er via de orthopedagoog of de revalidatiearts een extra LBPbespreking aangevraagd worden. De orthopedagoog of de revalidatiearts zal deze vraag dan eerst in de CVB bespreken, waar vervolgens al dan niet besloten wordt tot organiseren van een extra LBP-bespreking. Klassenteam Het doel van het klassenteam is het per leerling checken van de voortgang en het bekijken in hoeverre de afspraken die zijn gemaakt in het LBP, nog steeds volgens plan verlopen (actueel zijn) en/of er eventuele knelpunten zijn Zodra het LBP is vastgesteld, zal de voortgang van de ontwikkeling en de gemaakte afspraken namelijk geëvalueerd worden in een ‘klassenteam’-bijeenkomst tot aan een volgend LBP-traject. Bij een ‘klassenteam’ zijn altijd alle bij de groep betrokken medewerkers aanwezig. Met uitzondering van de revalidatiearts, de orthopedagoog en de maatschappelijk werker. De orthopedagoog en maatschappelijk werker zijn op afroep aanwezig. Het klassenteam vindt drie maal per jaar plaats. Na het tweede klassenteam, dat na de vaststelling van het LBP plaatsvindt, volgt er een ouderavond waarin de voortgang m.b.t. het LBP van de leerling besproken wordt. Hierbij zal de leerkracht en een betrokkene van revalidatie aanwezig zijn. Dit oudergesprek na een klassenteam zal ongeveer een half jaar na of voor het LBP gepland worden. Dit is afhankelijk van het moment waarop de leerling het LBP-traject heeft. Overigens dient het klassenteam ook als basis voor het opstellen van een kindrapport. Er wordt nl. drie keer per jaar een kindrapport opgesteld, te weten met Kerstmis, met Pasen en aan het einde van het schooljaar. 32 Schoolgids 2013-2014 Zorg binnen de groep Voor het formuleren van de doelen voor het komend jaar wordt gebruik gemaakt van een leerlijn. Per leerweg zijn alle onderwijsgebieden met bijbehorende doelstellingen (de leerlijn) in een leerlingvolgsysteem ondergebracht. De leerkracht is verantwoordelijk voor het inschalen van zijn/ haar leerlingen in de leerlijn. Twee maal per jaar vindt er een evaluatie plaats met de leerkracht, orthopedagoog en leidinggevende en wordt de groep besproken. Tijdens deze gesprekken wordt bekeken of de vastgestelde doelen behaald zijn en of de overige doelen reëel zijn voor de komende periode. Alle doelen zijn bijeen gebracht in het groepsplan. In het groepsplan staat het volgende omschreven: de algemeen geldende begeleidingsafspraken voor de groep, de doelen voor het komend jaar en op welke wijze en met welke middelen/materialen er aan de gestelde doelen gewerkt wordt. Zodra er voor de leerling een ontwikkelperspectief is opgesteld wordt er gekeken of dit voldoende aansluit bij het groepsplan. Indien het groepsplan onvoldoende aansluit bij de behoefte van een individuele leerling wordt dit binnen het LBP meegenomen. Hierin worden probleemstelling, analyse, doelstellingen, plan van aanpak en evaluatie opgenomen. Dit gebeurt in samenwerking met de orthopedagoog. Daarnaast is het mogelijk dat er onderwijsondersteuning aangevraagd wordt om extra aandacht te geven aan een in het groeps- of handelplan gesteld doel. Zo krijgen de leerkracht en/of de onderwijsassistent meer bagage en inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van het kind. Hierdoor kunnen zij gerichte ondersteuning Schoolgids 2013-2014 33 34 Schoolgids 2013-2014 Schoolgids 2013-2014 35 geven om de ontwikkeling van het kind met betrekking tot schoolse activiteiten te bevorderen. Onderwijsondersteuning kan o.a. verleend worden door: ergotherapie op de onderwijsgebieden schrijven, tekenen en handvaardigheid, fijn motorische vaardigheden, omgaan met hulpmiddelen/ aanpassingen/ voorzieningen, praktische redzaamheid en mobiliteit; de vakleerkracht bewegingsonderwijs op het gebied van ruimtelijke oriëntatie, conditietraining; logopedie op het gebied van ondersteuning in het leesproces, auditieve training, mondelinge taalvaardigheid, non-verbale communicatie, sociale vaardigheidstraining; fysiotherapie op het gebied van beleving van de handicap, zwemonderwijs, grof motorische vaardigheden; ambulante begeleiding op het gebied van School Video Interactie begeleiding • • • • • Ook is het mogelijk dat er tussentijds besloten wordt om tot een incidenteel leerling-overleg over te gaan, indien er een probleem gesignaleerd wordt. Als besloten wordt om tot een incidenteel leerling-overleg over te gaan, begint het traject met het in kaart brengen van het probleem door betrokkenen (in de intakefase). Met de intakefase wordt de procedure van handelingsgerichte diagnostiek gestart. Het uiteindelijke doel is het komen tot een plan van aanpak. Het groepsplan met eventueel individuele handelplan wordt door de leerkracht met de ouders besproken op de individuele ouderavond in december/januari. In juni wordt de evaluatie van het groepsplan en eventueel het handelplan besproken op de individuele ouderavond. Daarnaast hanteren wij voor de kinderen drie keer per jaar een cijferrapport, waarin met name de inzet tot uitdrukking komt. 36 Schoolgids 2013-2014 Binnen het VSO heeft de leerling-zorg een extra component: het Persoonlijk Transitie Plan. Het Persoonlijk Transitie Plan zal in de loop van dit schooljaar een plaats krijgen binnen het LBP van de VSO-afdeling. Onderstaande procedure zal dan ook in de loop van het schooljaar aangepast gaan worden. In het schooljaar waarin de leerling de leeftijd van 16 jaar bereikt wordt er een PTP procedure in gang gezet. Deze procedure levert per leerling een interdisciplinaire visie op over het uitstroomniveau op het gebied van wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Deze visie wordt omgezet in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak dient als leidraad bij het bepalen van het handelplan voor de desbetreffende leerling. De ouders ontvangen bij aanvang van de PTP-procedure een informatiebrief. Ook in deze procedure staat weer de handelingsgerichte diagnostiek en het handelingsgericht werken centraal. Binnen de procedure speelt de leerling zelf ook een prominente rol. De leerlingen wordt expliciet gevraagd te kijken naar hun eigen mogelijkheden en beperkingen, wensen en behoeften. Ze doen ervaring op met het verwoorden van gevoelens en gedachten naar hun ouders en begeleiders toe. In de intakefase wordt zoveel mogelijk informatie verzameld. Hierbij is een interdisciplinair team betrokken bestaande uit: leerling ouders logopedist fysiotherapeut ergotherapeut orthopedagoog maatschappelijk werker leerkracht onderwijsassistent • • • • • • • • • Deze informatie betreft gegevens over het huidige niveau van functioneren; (onderzoeks-)vragen; wensen en verwachtingen naar het onderwijs en revalidatie toe. Nadat er een gezamenlijke visie is bepaald over het uitstroomniveau op het gebied van wonen, werken en vrijetijdsbesteding stelt de leerkracht uit alle informatie het plan van aanpak op. In het plan komen de hoofddoelstellingen te staan aangevuld met de vragen door wie, hoe en wanneer eraan gewerkt gaat worden. Op het gebied van werken komen externe stagemogelijkheden ook in dit plan van aanpak naar voren. Dit plan dient als leidraad bij de verdere invulling van revalidatie en onderwijs (inclusief externe stage). Werken met leerroutes Alle (V)SO scholen in Nederland worden door de overheid verplicht om te werken met leerroutes en leerlijnen die leiden tot een uitstroomprofiel. Leerlijnen Met ingang van 2009 werken wij met leerlijnen. Een leerlijn geeft voor een specifiek leergebied aan hoe kinderen van een bepaald beginniveau tot een einddoel komen. Aan de hand van leerlijnen en tussendoelen kunnen leerkrachten de ontwikkeling van hun leerlingen volgen en hebben zij een leidraad om de einddoelen te behalen. Binnen de Mytylschool Roosendaal wordt gewerkt met verschillende leerlijnen. De leerlijnen zijn gekoppeld aan een leerlingvolgsysteem, waardoor de vorderingen op de leerlijnen per leerling voor iedereen inzichtelijk is. De leerlijnen vormen een krachtig instrument om de aanwezige kwaliteit zichtbaar te maken. Wij werken met de volgende leerlijnen: LG-leerlijn, verdeeld in 8 niveaus ZML leerlijn, verdeeld in 16 niveaus De leerlijnen zijn ook een onderdeel van de leerroute waarin een leerling geplaatst is. De leerroute bepaald het eindniveau binnen een bepaalde leerlijn. • • Schoolgids 2013-2014 37 Elke leerlijn heeft verschillende kerndoelen. Die kerndoelen zijn einddoelen en van belang voor het einde van de schoolloopbaan. Elk kerndoel is opgebouwd uit subdoelen. Dat zijn doelen waar elke groep aan werkt. Deze subdoelen zijn uitgewerkt in verschillende niveaus. Binnen elk niveau zijn kleine lesdoelen per dag of per week beschreven. Voor een leerling die bijvoorbeeld rekent op niveau 3 zal naast het geïndividualiseerde groepsplan een overzicht zijn waarop alle lesdoelen uit die niveaugroep beschreven staan. Mocht een kind één of enkele van die ‘kleine’ doelen al beheersen, wordt het in ieder geval onderhouden en wordt er aandacht besteed aan alle andere ‘kleine’ doelen. Per leerlijn kan het niveau van het kind verschillen. Ouders krijgen een plan van de leerdoelen waar voorlopig aan gewerkt wordt. Deze doelen zijn vastgesteld naar aanleiding van de beginsituatie, maar een kind dat zich sneller dan het plan ontwikkelt, krijgt uiteraard de doelen van het volgende niveau aangeboden. Leerlijnen zijn als het ware ‘een methode’ om gestructureerd lesstof aan te bieden. Meer informatie over leerlijnen vindt u bij: www.ced-groep.nl. Voor het formuleren van de doelen voor het komend jaar wordt gebruik gemaakt van een leerlijn. Per leerweg zijn alle onderwijsgebieden met bijbehorende doelstellingen (de leerlijn) in een leerlingvolgsysteem ondergebracht. De leerkracht is verantwoordelijk voor het inschalen van zijn/haar leerlingen in een niveau in de leerlijn. Leerroutes Binnen de Mytylschool Roosendaal zijn vijf leerroutes vastgesteld: Leerroute VO, Leerroute LG Arbeidgericht, leerroute ZML arbeidgericht, leerroute ZML praktisch en leerroute ZML Activiteit. 38 Schoolgids 2013-2014 De verdeling zegt iets over het IQ van een leerling, maar zeker ook over de sociale vaardigheid en de zelfredzaamheid. Binnen de leerroutes zien we bij leerlingen ook veel individuele verschillen waar we op inspelen. Aan de leerroute kun je zien op welk niveau leerlingen uitstromen. L eerroute activiteit De leerling in deze leerroute heeft een IQ van 45 of lager en stroomt uit (uitstroomroute aan het einde van het VSO) op het niveau van een groep 2 leerling in het regulier onderwijs. Deze leerling zit met lezen onder AVI-1 niveau en maakt simpele sommen. De uitstroomroute voor deze leerling zal zijn, werken in een weinig eisend of creatief dagcentrum. Deze leerroute is gekoppeld aan de leerlijn ZML en heeft als uitstroomniveau 4 ZML-leerlijn. L eerroute praktisch De leerling in deze leerroute heeft een IQ tussen de 45 en 55 en stroomt uit op het niveau van een groep 4 leerling in het regulier onderwijs. Deze leerling behaalt met lezen niveau AVI- 4-5 en rekent tot en met 20. De uitstroomroute voor deze leerling zal, afhankelijk van zijn handicap, werken in een eisend dagcentrum of begeleid werken zijn. Deze leerlingen kunnen werken binnen een sociale werkplaats of in de vrije sector in een regulier bedrijf omdat ze praktisch en/of sociaal sterk zijn. Deze leerroute is gekoppeld aan de leerlijn ZML en heeft als uitstroomniveau 11 ZML-leerlijn. L eerroute arbeidsgericht De leerling heeft een IQ van 55-70 stroomt uit op het niveau van minimaal een groep 5 leerling in het regulier onderwijs. Deze leerling behaalt met lezen niveau AVI-6 en rekent met getallen tot 100. De uitstroomroute voor deze leerling zal, afhankelijk van de handicap, werken binnen de sociale werkplaats of werken in de vrije sector binnen een regulier bedrijf zijn. Deze leerroute is gekoppeld aan de leerlijn Arbeidsgericht en heeft als uitstroomniveau 4. L eerroute lg arbeidsgericht De leerling heeft een IQ van 60-80 stroomt uit op het niveau van minimaal een groep 5 leerling in het regulier onderwijs. Deze leerling behaalt met lezen niveau AVI-6 en rekent met getallen tot 100. De uitstroomroute voor deze leerling zal, afhankelijk van de handicap, werken binnen de sociale werkplaats of werken in de vrije sector binnen een regulier bedrijf zijn. Deze leerroute is gekoppeld aan de leerlijn LG en heeft als uitstroomniveau 5. Daaraan aansluitend volgt de leerlijn Arbeidgericht met uitstroomniveau 4. L eerroute VO De leerling heeft een IQ 80 of hoger stroomt uit op het niveau van minimaal een groep 7 leerling in het regulier onderwijs. Deze leerling behaalt met lezen het niveau AVI 12 en rekent tot 1000, maakt breuken, vermenigvuldigingen en deelsommen. Deze leerroute is onderverdeeld in uitstroom HAVO/VWO, VMBO-T, VMBO-BB/KB. Deze leerroute is gekoppeld aan de leerlijn LG en heeft als minimaal uitstroomniveau 6, dit is afhankelijk van de uitstroomrichting. Altijd in dezelfde leerroute? Binnen de Mytylschool Roosendaal wordt een leerling ingedeeld bij de bij hem/haar passende leerroute. Ieder jaar wordt tweemaal geëvalueerd of de leerling nog op zijn/haar plaats zit binnen die route. Indien nodig kan een leerling naar een hogere of lagere leerroute worden overgeplaatst, dit gaat altijd in overleg met de orthopedagoog. Leerstof aanbod binnen de SO-afdeling Op jongere leeftijd wordt er meer tijd besteedt aan spel. Tijdens dit spel worden doelstellingen vanuit de leerlijn aangeboden. Naarmate de leeftijd vordert, wordt de tijdverdeling anders. De tijd waarin de cognitieve vakken aangeboden worden, wordt dan groter. Onder cognitieve vakken verstaan we rekenen, taal, lezen wereld oriëntatie e.d. Uitstroom uit het SO Naar aanleiding van het jaarlijks advies – al dan niet op basis van het schoolkeuze onderzoek – is het mogelijk dat leerlingen uitstromen naar het (speciale) basisonderwijs of het voortgezet onderwijs, met of zonder ambulante begeleiding. Ook overplaatsing naar een andere vorm van dagbesteding is tussentijds mogelijk. In navolging van artikel 43 van de Wet op de Expertisecentra wordt over iedere leerling die de school verlaat een onderwijs kundig rapport samengesteld. Dit rapport dient opgesteld te worden in overleg met het onderwijzend personeel en de Commissie van Begeleiding. Als leerlingen 13/14 jaar oud zijn, is het mogelijk dat deze leerlingen doorstromen naar het VSO. Door de CVB wordt op basis van het schoolkeuze onderzoek een advies uitgebracht naar ouders. Bij schoolverlating worden aan de toekomstige school gezonden: een onderwijskundig verslag het eindverslag van de fysiotherapeut het eindverslag van de logopedist het eindverslag van de ergotherapeut • • • • Schoolgids 2013-2014 39 Leerstof aanbod binnen VSO-afdeling Binnen het VSO zal arbeidsvoorbereiding en arbeidstoeleiding een belangrijker rol gaan spelen. Het onderwijsaanbod zal zich meer gaan richten op ‘werken’, de transitie. De leerlingen van onze VSO afdeling zijn ingedeeld in de leerroute arbeidgericht, praktisch of activiteit. Deze leerroutes vallen allemaal onder het uitstroomprofiel dagbesteding. In de onderbouw van het VSO zal er nog meer tijd besteed worden aan de cognitieve vakken, naar mate een leerling langer in het VSO zit zal deze tijd verminderen en het aanbod meer gericht worden op het lopen van stage en voorbereiding op werk. Concreet ziet dit richten op werken binnen de Mytylschool Roosendaal er nu en/of in de toekomst als volgt uit: VSO 13-16 jarigen: Interne stages/werkplaatsen (interne) op gebied van groen, schoonmaak, administratie, horeca. De leerling krijgt stage opdrachten die binnen de school uitgevoerd worden. Werkzaamheden zoals koffie en thee zetten, plastic en papier verzamelen, afwassen, behoort tot de mogelijke stage activiteiten van de leerling die interne stage doet. • VSO 16-20 jarigen: • ‘leren op locatie’ op het gebied van bovengenoemde • 40 terreinen. Groepjes leerlingen leren op een locatie buiten de school. Dit noemen we Leren Op Locatie (LOL). Hier ervaren ze welk soort werk ze aanspreekt en leren ze omgaan met taak- en werkhouding. externe stages met doelgerichter werken op het gebied van bovengenoemde terreinen. Deze stage vindt plaats bij een organisatie/bedrijf buiten de school. Op zeer veel verschillende plaatsen lopen leerlingen van de eindgroep buiten de school stage. Van dagbestedingcentrum tot sociale werkvoorziening, tot bouwmarkt. Schoolgids 2013-2014 Uitstroom uit het VSO De leerlingen stromen uit met een helder beeld van hun toekomst op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. Ze zijn maximaal voorbereid op hun werksetting. In de praktijk stromen de leerlingen door naar de werkplek, deze keuze is gemaakt op basis van voorafgaande stage ervaringen . Dossierbeheer Het dossier waarin alle gegevens van de leerling worden opgeslagen, wordt bewaard in het kantoor van de administratief medewerker en is uitsluitend via de directie ter inzage verkrijgbaar. Dit geldt voor zowel de direct betrokkenen op school als voor de ouders/verzorgers en de inspecteur van het onderwijs. Stagiaires en studenten hebben geen inzage in het dossier en dienen hun informatie van de desbetreffende leerkracht te krijgen. Het gehele dossier wordt vijf jaar bewaard na het tijdstip waarop de leerling de school verlaten heeft. Hierna wordt het dossier vernietigd. Het dossier wordt alleen gebruikt t.b.v. het verblijf van de leerling op school. Informatie aan externe instanties wordt alleen gegeven wanneer de ouders/ verzorgers hiervoor schriftelijk hun toestemming verlenen. Verwijdering De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Indien het bevoegd gezag een leerling verwijdert, deelt het de reden daarvan schriftelijk aan de ouders mee. Over de verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken leraar en de ouders van de leerling. Binnen 30 dagen na de dagtekening van de mededeling kunnen de ouders schriftelijk om herziening van het besluit verzoeken. Het bevoegd gezag neemt zo spoedig mogelijk na overleg met de inspecteur en eventueel met andere deskundigen een beslissing over het herzieningsverzoek. De ouders worden in de gelegenheid gesteld opnieuw te worden gehoord. Schoolgids 2013-2014 41 HOOFDSTUK 6 REVALIDATIE OP DE MYTYLSCHOOL Revalidatie en de mytylschool zijn niet los van elkaar te zien. Er wordt gestreefd naar een optimale samenwerking van revalidatie en onderwijs. Op de mytylschool is een revalidatieteam aanwezig vanuit het Lievensberg ziekenhuis, Bergen op Zoom. Dit berust op een jarenlange samenwerking. En waar bestaat het revalidatieteam dan uit? En wat doet het revalidatieteam dan zoal? We zouden bijna willen zeggen, teveel om op te noemen. Voor ieder kind gaan we voor een gezamenlijk plan met onderwijs: Een kind Een Plan (EKEP). Het revalidatieteam bestaat uit de volgende disciplines metallemaal hun eigen taken: revalidatiearts: (medisch)coördinator van het revalidatieteam en eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het revalidatieplan, stelt de revalidatie-indicatie vast, stelt het behandelplan (mede) op en stelt het behandelplan vast, vraagt medische informatie op en verstrekt die aan derden. fysiotherapie: heeft aandacht voor motorisch functioneren, conditie- en kracht, gangbeeldanalyse, sport, schoolzwemmen. ergotherapie: is vooral bezig met fijne motoriek, handfunctie, voorzieningen, cognitieve- en spelontwikkeling, prikkelverwerkingsproblematiek logopedie: let op spraak en taalontwikkeling, mondmotoriek maatschappelijk werk: verzorgt het contact met en de begeleiding van ouders en leerlingen, begeleidt bij indicatiestelling, geeft antwoord op gedrags- en • • • • • 42 Schoolgids 2013-2014 • • • opvoedingsvragen, vragen over dagbesteding, wonen en vrijetijdsbesteding. Orthopedagoog: begeleidt kind en ouders t.a.v. gedrag / opvoeding, adviseert het behandelteam bij orthopedagogische vragen, cognitie en sociaal-emotionele vragen orthopedisch instrumentmaker: zorgt o.a. voor het aanmeten en maken van hulpmiddelen. orthopedisch schoenmaker: zorgt voor het aanmeten en maken van (aanpassingen aan) schoenen en inlegzooltjes. Maar al met al is revalidatie teamwork en is revalidatie op de mytylschool teamwork met school. Er is nauw en regelmatig contact met het onderwijzend- en onderwijsondersteunend personeel, met de orthopedagogen en de directie om de zorg rondom het kind zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Verder zijn aandachtspunten en nieuwe ontwikkelingen vanuit de revalidatie in samenwerking met school: LBP-traject In deze besprekingen wordt het behandelplan voor leerlingen die revalidatie ontvangen voor de komende periode multidisciplinair vastgesteld (zie hiervoor ook hoofdstuk 5 Leerling-zorg). Meelopen met de revalidatie Ouders kunnen meelopen met de therapieën. Dit zal gekoppeld worden aan de LBP bespreking. (Zie hoofdstuk 5 Leerling-zorg). Kinderscreening Om verschillende redenen kan er besloten worden tot het doen van een kinderscreening. Bijvoorbeeld als het kind al langere tijd geen of minder therapie heeft en het team alles weer goed in kaart wil brengen. Dit gebeurt dan door het kind te observeren en te bespreken door alle disciplines binnen het revalidatieteam. Deze kinderscreening duurt 1,5 uur met direct daaraan aansluitend een nabespreking door het team, leerkracht en een terugkoppeling aan het kind /de jongere en de ouders. Verder zullen de bevindingen meegenomen worden in het OOR traject, de LBP bespreking of het PTP om afstemming te krijgen met het onderwijs. Kinderonderzoek Een tweede manier van kijken naar het kind, is het kinderonderzoek. Hier gaat het om een gestructureerde observatie van vijf weken. Welke disciplines worden betrokken, wordt tevoren bepaald door de revalidatiearts. Binnen deze vijf weken wordt het kind een keer per week door de gewenste disciplines gezien om de onderzoeken uit te voeren. De bevindingen uit dit kinderonderzoek worden meegenomen in het OOR , resp. LBP traject. Forced use groep In samenwerking met het Lievensberg ziekenhuis starten er Forced use groepen verdeeld over het jaar. Forced-use staat in dit geval voor het “gedwongen gebruiken van de aangedane arm of hand”. Deze groep, bestaat uit kinderen met een cerebrale parese, die aan één kant een beperkt niveau van functioneren hebben. Aan de hand van een thema worden de kinderen uitgelokt en gestimuleerd om hun aangedane arm of hand wel in te schakelen. Hierbij stellen ze ieder hun eigen doelen met als overkoepelend doel de aangedane arm of hand te betrekken bij alle tweehandige activiteiten. Ouders worden betrokken bij het stellen van de doelen en ook bij het uitvoeren van in de thuissituatie Adviezen rondom spasme behandeling Dit is een gebied waar veel veranderingen spelen en de techniek van beoordelen en behandeling snel verandert. Het revalidatieteam probeert de ontwikkelingen zo goed mogelijk te volgen. Er worden bijvoorbeeld video-opnames gemaakt om het gangbeeld en het lopen op een gestructureerde manier te bekijken en van daaruit te adviseren over eventuele vervolgbehandeling of geschikte loopvoorzieningen voor uw kind. Schoentechnisch spreekuur (STS) Wekelijks zijn op de mytylschool medewerkers aanwezig van het Centrum voor voetklachten en van de Orthopedische instrumentmakerij (OIM). Tijdens het schoentechnisch spreekuur waarbij ouders, revalidatiearts, schoenmaker en instrumentmaker aanwezig zijn, wordt er gezamenlijk besproken en besloten welke voorziening of aanpassing er moet komen voor de leerling. Belangrijk is dat ouders hier altijd bij aanwezig zijn. Door een grotere betrokkenheid van ouders is het mogelijk om te komen tot een betere afstem- Schoolgids 2013-2014 43 ming en een gezamenlijkeverantwoordelijkheid bij de keuzes die gemaakt worden. Dit alles zal zorgen voor een betere efficiëntie en een toename van de kwaliteit. In het bovenstaande is geprobeerd om een beeld te schetsen wat revalidatie binnen de mytylschool allemaal inhoudt en in kan houden. Zoals aan het begin gesteld werd: teveel om op te noemen. Het is de bedoeling om samen met ouders het onderwijs- en revalidatieplan zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Toch kunnen er vragen blijven. Als er vragen zijn, worden ouders verzocht contact op te nemen met een van de leden van het revalidatieteam. Iedereen zal de vragen graag beantwoorden. 44 Schoolgids 2013-2014 Informatie Voor meer informatie over de revalidatie zie de website van de mytylschool: www.mytylschoolroosendaal.nl. HOOFDSTUK 7 PERSONEEL Directie Onderwijsassistenten Orthopedagogen Gerard Kusters, directeur Ine Nelen, adj. directeur Jessica Duvivier Angelique van den Broek Anneke Catry Carla van der Eijken Lincy Gort Mien Govaarts Franca de Groen Michael Hoorman Ivon Jansen Inge Klaassen Nathalie Lambregts Nyree de Letter Marion Mol Els van Nijnatten Erna Siemerink LauwraStenders Katja Tempelaars Ans van der Wegen MeyaWithagen Corry Wouters Mariël van de Wouw Rachel Delrue NoudFrielink Jan Huigen Marleen van Oosterhout Els Tramper Ondersteuning Bestuur en Raad van Toezicht Administratie Bea Bielok Sissy van Rijsbergen Leerkrachten Annette Aitink Janine Bakker Gerryanne van den Berg Conny Broere Helmi de Bruijn Marianne Groeneveld Peter Houtriet Mariëlla Ittmann Els Kerstens Marco van Loon Marianne Meeuwis Rob Musters Kees Poldermans Marijke Remeeus Linda Schoenmaker Inge de Vries Carla de Waal Ammelieke Wardenier Ambulant begeleiders Liesbeth Dietvorst Peter van der Horst Leon Legierse Ruud Mertens Jeanne Oomen Marie-Louise Roksnoer Ben Schapendonk Johan van de Watering Coördinator ambulante begeleiding Jan Huigen Vakleerkracht bewegingsonderwijs Monique Karel Bram Zeegers Annette van Bruinessen Schoolgids 2013-2014 45 Jeugdarts Interieurverzorgsters Ergotherapeuten Simone Voets Conciërge/chauffeur Dimphy Kempf Jolanda van Steenpaal Hedy Verveer Kees Wiericx Revalidatie Manager Technisch vakman Justine Boonman Maatschappelijk werkers Harrie van Dijk Revalidatiearts Chauffeurs Frank Elsten Jan Jansen Henny Kloet Frank Oomen Heidi Oostdijk Cas Poeleyne Ton Stander Marian Willems Ben de Wolf Ruud Keijser Behandelcoördinator Revalidatie 46 Marlia de Beer Ineke Brouwers Gerty van Dam Cor van Est Rian Lanooij Tiny van Steenpaal Yvette Vaane Cor Verschuuren Schoolgids 2013-2014 Lonneke van Bijnen Rika van Rijn Stafbureau Monica van der Linden Rika van Rijn Secretariaat Revalidatiearts Logopedisten Annemarie Bierbooms Nancy van Drongelen Kathelijne Lambregts Daphne van Dijk Busbegeleiders Lieke Blom Renato Corrias Jolanda Gommeren Maaike Hoevenaar Margreet van Maastricht Fysiotherapeuten Muriël van Agtmaal Desirée Schuurbiers Annelies Souverijn Jacqueline de Weerdt Hester Post HOOFDSTUK 8 OUDERS Onderwijs en opvoeding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom is de school van mening dat ouders en leerkrachten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Het is belangrijk dat er tussen school en thuis zoveel mogelijk overeenkomsten zijn in de benadering van het kind. Wij zullen daarom alles in het werk stellen onze doelstellingen en werkwijze met de ouders te delen om deze vanuit een gezamenlijk plan te realiseren. Binnen de school wordt de betrokkenheid van de ouders zeer op prijs gesteld. De mogelijkheid bestaat om in overleg met de leerkracht of therapeut in de klas of bij de behandeling aanwezig te zijn. Wij raden ouders ook aan, indien het mogelijk is, broertjes en/of zusjes een dag op school te laten meedraaien. Daarnaast kennen wij nog de verschillende vormen van informatieverstrekking aan ouders. Alle ouders worden uitgenodigd voor de algemene ouderavond. Deze avond heeft als doel om ouders te informeren over algemene schoolzaken en nieuwe ontwikkelingen binnen het mytylonderwijs of meer specifiek binnen de Mytylschool Roosendaal. Op individueel leerling-niveau kennen wij dan nog de LBPbespreking, eenmaal per schooljaar en een bespreking na een klassenteam. Ouders worden in de gelegenheid gesteld zich te laten informeren over de schoolprestaties van hun zoon of dochter. Daarnaast kunnen ouders ook op diverse gebieden een actieve rol spelen : in de medezeggenschapsraad in de oudervereniging als zwemouder • • • Oudervereniging Mytylschool Roosendaal De oudervereniging is opgericht 24 mei 2004. De vereniging stelt zich - gelet op de primaire verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen - ten doel de samenwerking tussen de ouders, de leiding en het personeel met betrekking tot onderwijs en vorming van de leerlingen binnen de school en in verband met school te bevorderen. Op verzoek ontvangen de ouders een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement van de oudervereniging. Hiervoor kan men contact opnemen met de secretaris van de oudervereniging. Alle ouders/verzorgers van kinderen die zijn ingeschreven bij de Mytylschool kunnen lid worden van de oudervereniging. De vereniging kent een algemeen en een dagelijks Bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste elf leden. Het dagelijks bestuur bestaat uit tenminste drie leden. Op dit moment bestaat het bestuur van de vereniging uit zeven ouders en één personeelslid. Ouders kunnen zich kandidaat stellen voor het algemeen bestuur van de oudervereniging. Tijdens de algemene ledenvergadering wordt het algemeen bestuur vastgesteld/gekozen. Regelmatig komt het Algemeen Bestuur met de vertegenwoordiger van de school bijeen en bekijkt bij welke activiteiten zij een helpende hand kan bieden, bv. Kerstmis, sportdag, schoolreis en laatste schooldag. De contributie wordt gebruikt voor ondersteuning van deze activiteiten. De vereniging zorgt voor een attentie namens alle ouders voor de kinderen die opgenomen worden in een ziekenhuis Schoolgids 2013-2014 47 of langere tijd ziek thuis zijn en schoolverlaters krijgen een klein aandenken dat aansluit bij hun interesse. De hoogte van de contributie wordt jaarlijks door de jaarvergadering vastgesteld. De geldmiddelen van de vereniging kunnen verder bestaan uit: schenkingen en andere baten; erfstellingen. • • 48 Schoolgids 2013-2014 Om als vereniging op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen binnen het onderwijs is de oudervereniging aangesloten bij de BOSK. Dit is de vereniging voor motorisch gehandicapten en hun ouders. De BOSK organiseert cursussen en maakt het mogelijk met andere ouderverenigingen van Mytyl- en Tyltylscholen in Nederland contacten te leggen om informatie en ideeën uit te wisselen. Om deze informatie aan de ouders door te geven en om de ontmoeting tussen ouders/verzorgers onderling te stimuleren, organiseert de oudervereniging thema-avonden en koffieochtenden. Ouders kunnen ook lid worden van verenigingen die zich meer richten op specifieke stoornissen. Zie voor handige adressen Hoofdstuk 13. Recht op informatie na echtscheiding Na echtscheiding behouden in principe beide ouders gezamenlijk het gezag over hun kinderen. De ouder bij wie het kind woont, de zogenaamde verzorgende ouder, krijgt o.a. vanuit school de nodige informatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voortgang op school van het kind, informatie over ouderavonden, rapporten e.d. Een niet verzorgende ouder heeft ook recht op informatie over het kind. Zelfs als deze ouder het ouderlijk gezag niet heeft en ook als deze ouder geen omgangsregeling heeft. Alleen de rechter kan in een specifiek geval bepalen of de school mag afwijken van zijn informatieplicht. informeren naar de schoolprestaties van het kind. Er bestaan uitzonderingen op de plicht informatie te verstrekken. Er hoeft geen informatie gegeven te worden indien: de informatie ook niet aan de verzorgende ouder gegeven hoeft te worden, bijvoorbeeld in verband met het beroepsgeheim van een arts; het geven van informatie in strijd is met de belangen van het kind. • • Indien de derde weigert de informatie te verstrekken, kan de niet verzorgende ouder de rechter verzoeken om te bepalen dat de informatie alsnog wordt gegeven. Scholen beschikken over een klachtenregeling. De weigering om informatie te verstrekken kan bij de klachtencommissie van de school worden aangekaart. De klachtenregeling is te vinden op de website van de Mytylschool: www.mytylschoolroosendaal.nl. Informatieverstrekking door derden Bepaalde mensen beschikken door hun beroep over belangrijke informatie over het kind. U kunt hierbij denken aan de leerkracht, de hulpverlener of de arts. Deze derden zijn verplicht informatie te verschaffen aan beide ouders, dus zowel aan de verzorgende als aan de niet verzorgende ouder. Deze derden hoeven dit niet uit eigen beweging te doen, de niet verzorgende ouder moet er zelf om vragen. Verder moet het een concrete vraag betreffen en het moet gaan om belangrijke feiten en omstandigheden. De informatie moet bovendien betrekking hebben op de persoon van het kind of diens verzorging of opvoeding. De niet verzorgende ouder kan bijvoorbeeld bij de schoolleiding Schoolgids 2013-2014 49 HOOFDSTUK 9 FINANCIËLE ZAKEN Vrijwillige schoolbijdrage Naast het geven van onderwijs maakt de school zich sterk voor verdieping van het onderwijs door het aanbieden van verschillende activiteiten die ten doel hebben de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van uw kind te bevorderen. Deze activiteiten worden in het algemeen niet door de overheid vergoed. Scholen mogen ouders vragen hieraan mee te betalen. Deze bijdrage is vrijwillig, dat wil zeggen dat ouders ervoor kunnen kiezen wel of niet voor een bepaalde activiteit te betalen. Dit impliceert dat uw kind niet kan meedoen met die activiteit, waarvoor niet is betaald. Is dat het geval dan zal er een alternatieve onderwijsactiviteit worden aangeboden, waarvan de ouders tijdig op de hoogte zullen worden gebracht. Het bedrag van de schoolbijdrage wordt jaarlijks door het bevoegd gezag vastgesteld. Het ouderdeel van de MR moet met de hoogte van het bedrag instemmen. De bedragen die voor de verschillende activiteiten in het schooljaar 2013-2014 moeten worden betaald zijn als volgt: V oor SO- afdeling Het overblijven, drinken overdag etc.. . . . . . . € 40,00 Festiviteiten (sint, kerst, carnaval e.d.). . . . . . . € 10,00 Sport-, cultuur-, en creatieve activiteiten. . . . € 10,00 Totaal:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . € 60,00 50 Schoolgids 2013-2014 V oor VSO- afdeling Het overblijven, drinken overdag etc.. . . . . . . € 40,00 Festiviteiten (sint, kerst, carnaval e.d.). . . . . . . € 10,00 Sport-, cultuur-, en creatieve activiteiten. . . . € 10,00 Kookactiviteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . € 20,00 Vrijetijds project . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . € 40,00 Totaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . € 120,00 Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders ook schriftelijk de informatie over de hoogte en de besteding van deze schoolbijdrage. In deze brief wordt de besteding van de schoolbijdrage gespecificeerd en de wijze van betaling aangegeven. U kunt in deze brief ook aangeven aan welke activiteit uw kind niet meedoet. Voor verdere informatie betreffende de vrijwillige Ouderbijdrage verwijzen wij u naar: www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/basisonderwijs/ of de infolijn Rijksoverheid tel.: 0800-8051 (gratis). Tegemoetkoming studiekosten Leerlingen vanaf 18 jaar komen in aanmerking voor Tegemoetkoming Studiekosten VO 18+ (voorheen studiefinanciering). Alle leerlingen die 18 jaar of ouder zijn hebben recht op een basistoelage. Ook kan er (afhankelijk van het inkomen van de ouders) een tegemoetkoming in het les- of cursusgeld aangevraagd worden. Meer informatie over studiefinanciering en Tegemoetkoming Studiekosten kunt u krijgen bij de Informatie Beheer Groep, www.informatiebeheergroep.nl. Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Gehandicapte jongeren en studerenden die tijdens hun studie arbeidsongeschikt worden, hebben vaak niet of nauwelijks aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Om hen toch van een uitkering op minimumniveau te voorzien is er de Wajong. Wajong maakt deel uit van een pakket aan wetten en regelgeving dat tot doel heeft mensen die ziek of arbeidsongeschikt zijn (weer) aan het werk te helpen. Iemand kan als studerende alleen voor een Wajonguitkering in aanmerking komen als hij/zij het jaar voorafgaand aan het begin van de arbeidsongeschiktheid ten minste 6 maanden studerende was, of gemiddeld minstens 213 klokuren lessen en stages volgde. Ook dient hij/zij ten minste voor 25% arbeidsongeschikt te zijn. na het bereiken van de zeventienjarige leeftijd contact op te nemen met de uitvoeringsinstelling (UWV, www.uwv.nl) Persoonsgebondenbudget – Zorg in natura Ouders die gebruik maken van bijvoorbeeld naschoolse opvang, logeermogelijkheden, ambulante begeleiding of in aanmerking willen komen voor verpleging, verzorging, of begeleiding in de thuissituatie kunnen in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura. Het PGB houdt in dat ouders een budget krijgen waarmee zij hulp kunnen inkopen waar zij willen. De zorg in natura houdt in dat ouders deze hulp in moeten kopen bij een AWBZ-erkende instelling. Om voor een PGB of zorg in natura in aanmerking te komen moet iemand wel geïndiceerd zijn. Dit betekent dat de indicatiecommissie (CIZ) vaststelt of men aan de voorwaarden voldoet. Het zorgkantoor beslist uiteindelijk over de indicatie en stelt de hoogte van het budget vast. Het is momenteel nog onduidelijk welke functies vanuit de AWBZ overgeheveld worden naar de WMO (gemeente) of ziektekostenverzekering. De wachttijd voor een Wajonguitkering bedraagt 52 weken. Hij moet aangevraagd worden binnen 9 maanden nadat de jongere zeventien is geworden. Momenteel zijn er veel veranderingen in wet- en regelgeving rondom de Wajonguitkering. Dit kan betekenen dat in de loop van het schooljaar wijzigingen optreden bij de toekenning en de hoogte van de Wajonguitkering. Het is verstandig om binnen 13 weken Schoolgids 2013-2014 51 HOOFDSTUK 10 ARTS EN GEZONDHEID Hygiënische verzorging Hoofdluis Afhankelijk van de lichamelijke handicap is het soms nodig dat leerlingen regelmatig verschoond of verzorgd worden. Het is van belang dat ouders voor hun kind indien nodig voor voldoende verschoning en extra kleding zorgen. Voor wat betreft de zelfredzaamheid bij het toiletgebruik kunnen ouders altijd informeren hoe we te werk gaan en welke hulpmiddelen we daarbij gebruiken. Conform de wetgeving zullen de verpleegkundige handelingen worden uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van verpleegkundigen. Verpleegkundige handelingen zullen alleen met schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers plaatsvinden. Op iedere school wordt van tijd tot tijd geconstateerd dat er leerlingen met hoofdluis zijn. Hoofdluis is geen schande, maar het is wel belangrijk er iets aan te doen om verdere verspreiding tegen te gaan. Zo worden alle leerlingen voor en na een vakantie door onze onderwijsassistentes gecontroleerd op hoofdluis. Wanneer er hoofdluis geconstateerd wordt zal er direct met de desbetreffende ouder contact opgenomen worden met de vraag hun kind daarvoor te behandelen. Mocht dit op korte termijn niet het gewenste resultaat hebben dan worden alle ouders geïnformeerd en worden er maatregelen binnen de school genomen. Verkoudheid Het gebeurt wel eens dat een leerling verkouden naar school komt. Soms wordt dan gevraagd om de leerling in de pauze niet buiten te laten spelen of niet mee te laten doen met het schoolzwemmen. In verreweg de meeste gevallen hoeft verkoudheid geen reden te zijn een leerling een uitzonderingspositie in te laten nemen. Natuurlijk letten we erop dat er geen onnodige risico’s gelopen worden (goed aangekleed bij het buiten spelen, snel afdrogen na het zwemmen en dergelijke). 52 Schoolgids 2013-2014 Daarnaast verwachten wij van ouders dat zij de school een seintje geven als ze zelf merken dat hun kind hoofdluis heeft. Een informatiestencil over dit onderwerp is verkrijgbaar bij de administratie van de school. Medicijnen Als de leerling medicijnen en/of zelfzorgmiddelen moet gebruiken, verzoeken we de ouders deze aan hun kind of aan de busbegeleider mee te geven. De medicijnen moeten altijd vergezeld gaan van een toestemmingsformulier, ook al lijkt het een nog zo onschuldig middel. Zonder formulier worden geen medicijnen/zelfzorgmiddelen verstrekt. De coördinator verpleegkundige protocollen zal de gegevens verwerken en de desbetreffende onderwijsassistent op de hoogte brengen. Ouders zijn zelf verantwoordelijk om eventuele veranderingen in het medicijngebruik door te geven. De gegevens over de medicatie worden in het dossier van het kind verwerkt. Alle medicijnen liggen in een afgesloten medicijnkast op school. Verpleegkundige zorg De verpleegkundige handelingen m.b.t. het katheteriseren worden dit jaar door de onderwijsassistenten uitgevoerd. Dit gebeurt na toestemming ouders en de revalidatiearts. Voor ieder kind wordt een protocol gemaakt, dat zorgvuldig met de ouders wordt besproken. De uitvoering wordt regelmatig geëvalueerd door de betrokkenen, maar ook door een extern opleidingsinstituut voor verpleegkundige handelingen. Voor de overige verpleegkundige handelingen worden afzonderlijke afspraken gemaakt. De contactpersoon voor medicijngebruik en verpleegkundige zorg is Mariel van de Wouw, coördinator medische zorg. Schoolgids 2013-2014 53 HOOFDSTUK 11 SAMENWERKING Om het aanbod aan leerling en ouders optimaal te maken is samenwerking noodzakelijk. Wij kennen samenwerking op de volgende gebieden: verpleegkundige zorg, muziek- en speltherapie, naschoolse opvang, logeermogelijkheden, onderwijszorgarrangementen, vervolgopvang en stage. Onderwijs en Zorg Steeds vaker wordt de school geconfronteerd met een toenemende zorgvraag van leerlingen. De school kan, met de door het ministerie van OCW ter beschikking gestelde formatie, steeds vaker geen antwoord meer geven op alle zorgvragen die leerlingen stellen. Gedacht moet hierbij worden aan: persoonlijke verzorging verpleegkundige hulp ondersteunende begeleiding. • • • Dit heeft tot gevolg dat de school de totale zorg ten behoeve van individuele leerlingen niet kan garanderen, waardoor er sprake is van handelingsverlegenheid. Daardoor ontstaat er in de ogen van de school een onverantwoorde en dus ongewenste situatie. De ministeries van OCW en VWS hebben dit probleem onderkend. Sinds augustus 2004 is daarom de ‘Richtlijn afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs’ van kracht. Door middel van deze richtlijn kunnen ouders/verzorgers ten behoeve van hun schoolgaande kind extra zorg aanvragen om tijdens de schooluren in te zetten. 54 Schoolgids 2013-2014 Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met het maatschappelijk werk. NSWAC Nederlandse Stichting voor Woon- en Activiteitencentra voor Kinderen, Jongeren en Volwassenen met een Lichamelijke Beperking, meervoudige beperking of mensen met een Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) NSWAC ’t Kroeven NSWAC ’t Kroeven is een woonvoorziening voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of meervoudige beperking in de leeftijd variërend van 4 tot 20 jaar en is één van de locaties van NSWAC Zuidwest. NSWAC Zuidwest heeft verschillende locaties zoals activiteitencentra voor volwassenen (NSWAC de Sleutel te Bergen op Zoom en NSWAC Wouw te Wouw) en woonvormen voor volwassenen (NSWAC Woonvorm Bergen op Zoom te Bergen op Zoom, NSWAC Enclaveberg en NSWAC Zwanehof, beiden in Roosendaal). Verder wordt ambulante hulpverlening geboden binnen regio Zuidwest. Een groot aantal kinderen van de Mytylschool Roosendaal maakt gebruik van een of meerdere zorgproducten van NSWAC ’t Kroeven. Naast voltijdplaatsing van kinderen/ jongeren biedt NSWAC ’t Kroeven de volgende zorgproducten: Deeltijdplaatsing Kortdurende (crisis)opvang Met de ouders en hun kind worden bij een deeltijdplaatsing vaste afspraken gemaakt over de dagen dat het kind in ’t Kroeven zal verblijven. Dit kan bijvoorbeeld drie of vier dagen per week zijn, of bijvoorbeeld twee weken per maand. Samen met de ouders wordt een handelingsplan opgesteld m.b.t. verzorging en begeleiding van het kind in relatie tot de hulpvraag. Kortdurende opvang is maximaal drie maanden mogelijk voor crisisplaatsing of bij problemen in de thuissituatie. Van deze mogelijkheid kan ook gebruik worden gemaakt na een operatie van het kind. Deskundige medewerkers bieden de nazorg in de huiselijke sfeer van NSWAC ‘t Kroeven, waarbij het kind gewoon naar school kan gaan. Peutergroep+ Logeren Ter ontlasting en ondersteuning van de gezinssituatie is het mogelijk het kind te laten logeren in ‘t Kroeven. Logés maken gebruik van een eigen woon/leefgroep. Er zijn meerdere logeerkamers. De begeleiders zijn vooraf uitgebreid geïnformeerd door de ouders over verzorging, begeleiding en specifieke aandachtspunten. Naschoolse opvang / vakantiedagopvang De naschoolse opvang van NSWAC ’t Kroeven richt zich op kinderen die overdag deelnemen aan een dagbesteding in de vorm van onderwijs. Daarnaast is er tijdens de vakantieperiodes de mogelijkheid voor dagopvang. De redenen waarom kinderen deelnemen aan naschoolse opvang of vakantiedagopvang kunnen divers zijn. Hierbij valt te denken aan: sociale contacten, gezinsontlasting, vrijetijdsbesteding, zelfredzaamheid of het ontwikkelen van sociale vaardigheden in groepsverband. De kinderen worden opgevangen in een gezellige ruimte samen met de logés. Peutergroep+ is speciaal bestemd voor kinderen in de leeftijd van 1 t/m 4 jaar met een primair motorische stoornis, al of niet in combinatie met achterstanden op andere deelgebieden. Dagopvang is gecombineerd met revalidatiebehandelingen, zoals fysiotherapie, logopedie en ergotherapie in samenwerking met ziekenhuis Lievensberg. NSWAC Ambulante Hulpverlening aan kinderen en jongeren Deze vorm van ondersteuning geldt voor: Kortdurende opvang thuis Ondersteuning tijdens verblijf op peuterspeelzaal of kinderdagverblijf Ondersteuning en activering van en bij ontspanningsactiviteiten en vrijetijdsbesteding. Ondersteuning aan de ouders bij vragen over opvoeding, ontwikkeling en gedrag Onderhouden van contacten met school, ziekenhuis of andere instanties • • • • • Kind en ouders krijgen, binnen het gezin of tijdens dagbesteding, praktische en opvoedkundige ondersteuning bij vragen die samenhangen met de beperkingen van het kind. De hulpverlening vindt op afspraak plaats in het gezin thuis of op locatie. De ondersteuning aan het kind is aangepast Schoolgids 2013-2014 55 aan zijn beperking, leeftijd en ontwikkeling. De individuele zorgvraag en mogelijkheden van de cliënt zijn uitgangspunt voor de begeleiding. De begeleiding wordt zoveel mogelijk geboden door een vaste begeleider. De begeleiders beschikken over gerichte kennis en leggen contacten met belangrijke instanties en worden ondersteund door een gedragskundige. Stagemogelijkheden bij NSWAC de Sleutel en NSWAC Wouw Bij NSWAC zijn er diverse vormen van dagactiviteiten. Tijdens een stage door leerlingen van de school is het mogelijk om aan allerlei verschillende activiteiten deel te nemen om op deze manier persoonlijk te ervaren waar je interesses en mogelijkheden liggen. Voor de leerlingen uit de vormingsgroep is dit een goede gelegenheid om een beter inzicht te krijgen in de vervolgstap na school. Activiteiten die aangeboden worden zijn: sport, drama en muziek, creatief (o.a. glas, tekenen, schilderen), houtbewerken, lijstenmakerij, administratief, computercursus, drukkerij, catering, kookactiviteiten, bloemschikken, keramiek, kaarsenmakerij en meubels opknappen. Daarnaast zijn er “buitenprojecten”, dat wil zeggen dat je in een groep, buiten de muren van het activiteitencentrum gaat werken. Denk hierbij aan inpakwerk, tuin- en onderhoudswerkzaamheden. Begeleid werken is een project waar je individueel aan het werk gaat binnen een bedrijf of organisatie met jobcoaching vanuit het activiteitencentrum. 56 Schoolgids 2013-2014 Zorgarrangement Afhankelijk van de hulpvraag bestaat de mogelijkheid met ouders een zorgarrangement samen te stellen. Bijvoorbeeld ouders maken gebruik van ambulante begeleiding en laten, ter ontlasting van de thuissituatie, hun kind regelmatig logeren. Hoe, wat, wanneer… Voor een oriëntatiebezoek en indicatieaanvraag kunnen ouders/ verzorgers contact opnemen met het cliëntservicepunt van NSWAC, tel 076-522511. Ook kunt u zich voor een indicatiestelling wenden tot het CIZ (centrum indicatiestelling zorg) te Bergen op Zoom, tel. 088-7891460. Hierbij kunt u zich laten ondersteunen door bijvoorbeeld een zorgconsulent van MEE of maatschappelijk werkende of het cliëntservicepunt van NSWAC. Er is een goede samenwerking tussen de school en NSWAC ’t Kroeven. Deze samenwerking richt zich op afstemming van de zorggebieden van de kinderen. Daarnaast is er directieoverleg over lopende zaken. Voor informatie kunt u altijd contact opnemen met AnneMarie van Ginderen, clusterhoofd NSWAC wonen zuidwest. Voor contactgegevens zie Hoofdstuk 13. Om in aanmerking te komen voor Ambulante Hulpverlening dient u in het bezit te zijn van een geldige CIZ indicatie. De zorg kan via Zorg in natura, Persoonsgebonden budget of Particulier (geen CIZ indicatie nodig) geboden worden. De wensen van de cliënt zijn bepalend voor de inhoud van de activiteiten en de vorm van de begeleiding. Per cliënt zal in overleg een passend rooster worden gemaakt. Bent u geïnteresseerd in Dagbesteding of Ambulante Hulpverlening, dan kunt u zich melden bij het cliëntservicepunt van NSWAC of Carla Tullenaar, clusterhoofd NSWAC dagbesteding. S&L zorg S&L zorg biedt professionele dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking met een uiteenlopende zorgvraag. Deze diensten zijn gericht op ondersteuning en begeleiding van de cliënt waarbij de kwaliteit van het bestaan onze leidraad vormt. De cliënten wonen in kleine groepen verspreid over het westelijk deel van West-Brabant. De woningen zijn onderdeel van kleinschalige projecten of van een van de zorgcentra, Sterrebos in Roosendaal of Lambertijnenhof in Bergen op Zoom. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden voor: 24-uurs begeleiding en zorg in combinatie met huisvesting 24-uurs begeleiding en zorg in het eigen huis of bij ouders thuis Deeltijdzorg zoals gespecialiseerde thuiszorg, (buitenschoolse) opvang, vakantie- en logeeropvang en praktische pedagogische gezinsbegeleiding Dagbesteding: verschillende soorten dagbesteding in variërende groepsgrootte is mogelijk. Te denken valt hierbij aan activiteiten met een arbeidsmatig karakter of gericht op ontwikkeling of beleving. • • • • S&L zorg heeft ruim 750 medewerkers in dienst. De medewerkers zijn deskundig, energiek en doortastend en voelen zich betrokken bij de cliënten. S&L zorg heeft oog voor haar cliënten en medewerkers. Niet voor niets luidt onze slogan: ‘Waar het om mensen draait’. Alle diensten kunnen afgenomen worden met een persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura (ZIN) financiering. Hiervoor is wel een geldige indicatie nodig, afgegeven door het Centrum Indicatie Zorg (CIZ). Heeft u een zorgvraag, neemt u dan contact op met het Cliëntserviceteam. Schoolgids 2013-2014 57 58 Schoolgids 2013-2014 Het Cliëntserviceteam van S&L zorg geeft voorlichting aan en informeert (potentiële) cliënten over de zorgmogelijkheden van S&L zorg. Tevens adviseert, ondersteunt en begeleidt het Cliëntserviceteam cliënten in het traject naar wonen en/of dagbesteding en/of deeltijdzorg. Voor contactgegevens zie hoofdstuk 13. SDW SDW (Stichting Dag- en Woonvoorzieningen) is een WestBrabantse zorginstelling die, verspreid over de hele regio, tal van voorzieningen voor kinderen, volwassenen en gezinnen beheert en realiseert. Het zorgaanbod van SDW richt zich o.a. op kinderen met een ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking en/of een (ernstige) meervoudige beperking. Maar ook gezinnen (met een verstandelijk beperkt kind) kunnen gebruik maken van verschillende ambulante zorgproducten zoals Praktische Thuiszorg, Praktische Pedagogische Gezindsbegeleiding (PPG), gastgezinnen e.d. Het zorgaanbod heeft zich de laatste jaren breed ontwikkeld en er zijn allerlei zorgproducten bijgekomen, met name omdat steeds meer ouders SDW weten te vinden en hun zorgvragen kunnen stellen. Om gebruik te kunnen maken van een of meerdere zorgproducten heeft de cliënt een AWBZ-indicatie nodig, Daarmee heeft hij toegang tot AWBZ-gefinancierde zorg. Ook kan de cliënt op basis van een Persoonsgebonden budget (PGB) gebruik maken van een zorgproduct. Op het gebied van kinderen en gezinnen kent SDW de volgende zorgproducten: Dagbesteding voor kinderen: ernstige verstandelijke beperking en/of een meervoudige beperking (mcg). Dit dagcentrum werkt nauw samen met de mytylschool en regelmatig wordt kinderen van De Pompon een proefplaatsing op de Mytylschool aangeboden. In Roosendaal biedt OPD Willemijntje dagbesteding aan kinderen met een zorgvraag op het gebied van ontwikkelingsstimulering. Ook zijn er speciale groepen voor kinderen met een autismespectrumstoornis. Kinderen met een schoolvoorbereidende vraag kunnen terecht op de Klaverweide in Roosendaal, waar SDW jaarlijks twee groepen voorbereidt op een vorm van onderwijs. In Bergen op Zoom is ook de observatiegroep De Petteflet gehuisvest, waar kinderen met een specifieke problematiek geobserveerd worden waarna er een gedegen advies wordt gegeven over de onderwijsmogelijkheden van het kind. De kinderen verblijven hier tijdelijk (vier tot zes maanden). Ambulante Dienstverlening: Er zijn verschillende vormen van ambulante dienstverlening waar kinderen (en ouders) gebruik van kunnen maken. Zoals al eerder gezegd verleent SDW in de hele regio Praktische Thuiszorg. Verschillende vormen van thuisondersteuning kunnen, in overleg en op vraag van de ouders, gerealiseerd worden zoals persoonlijke verzorging, activiteiten, oppasfunctie e.d. Maar ook kunnen ouders intensievere vormen van thuisondersteuning zoals PPG van SDW krijgen. Daarnaast is SDW bezig om het project Gastgezinnen uit te breiden. Hiermee kunnen kinderen een korte periode gebruik maken van een (vast) gastgezin. SDW kent verschillende orthopedagogische dagcentra (OPD) in de regio. In Bergen op Zoom biedt OPD De Pompon gespecialiseerde dagbesteding voor kinderen met een Schoolgids 2013-2014 59 Kortverblijfopvang: In Roosendaal beheert SDW verschillende logeerhuizen, waarvan één speciaal ingericht is voor de kortdurende opvang van kinderen met een (ernstige) meervoudige beperking (Logeerhuis Westrand). Daarnaast biedt SDW verschillende vormen van vakantiedagopvang (in Roosendaal en in Bergen op Zoom), naschoolse opvang en zaterdagopvang (voorlopig alleen in Roosendaal). SDW beheert overigens ook nog vier woonvoorzieningen voor kinderen, verspreid over de regio. Mocht u meer informatie willen hebben over het zorgaanbod voor kinderen, de indicatiestelling etc., dan kunt u contact opnemen met SDW Zorgbureau. Voor contactgegevens zie Hoofdstuk 13. Opleiding / stage De Mytylschool stelt mensen die een bepaalde beroepsopleiding volgen in de gelegenheid in de school praktijkervaring op te doen. Dit betreft opleidingen als : • Pedagogische academie voor het basisonderwijs Avans Hogeschool te Breda; • Pedagogische academie voor het basisonderwijs Hogeschool Zeeland te Vlissingen; • Middelbare opleidingen Sociaal Pedagogisch Werk: • • • • • ROC Kellebeek college te Roosendaal en ROC Midden -Brabant te Tilburg; Centraal instituut opleidingen sportleiders: ROC Zeeland te Goes en ROC Sport en Beweging te Tilburg; Opleiding sportleraar: Fontys Sporthogeschool; Opleiding voor logopedisten en ergotherapie; Middelbare Beroepsopleiding Informatie en Communicatie Technologie: Zoomvliet college te Roosendaal; Radboud Universiteit Nijmegen, opleiding orthopedagogen. Per jaar bepaalt de directie, in overleg met de coördinatoren stagebegeleiding, hoeveel stagiaires geplaatst kunnen worden. Tussen de school en de stagiaire wordt een stagecontract opgesteld waarin werkafspraken worden vastgelegd. 60 Schoolgids 2013-2014 HOOFDSTUK 12 PRAKTISCHE INFORMATIE Klachtenreglement Ouders hebben het wettelijke recht op een serieuze benadering en behandeling van hun klachten. Klachten kunnen betrekking hebben op verschillende situaties op school. Voor de klachtenprocedure onderscheiden we twee soorten klachten: klachten met betrekking tot onderwijs klachten met betrekking tot seksuele intimidatie • • De externe vertrouwenspersoon van de Mytylschool is Mevr. A. de Koning - Meeus, tel. 06 10585367. De Mytylschool is aangesloten bij de Landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (LKC KO). Klachten over seksuele intimidatie of seksueel misbruik kunnen ook worden gemeld bij de vertrouwensinspecteur. Deze is te bereiken via telefoonnummer 0900-1113111. Gedragsregels De uitgebreide klachtenregeling vindt u op onze website. Samengevat: Allereerst bespreekt de klager de klacht met de aangeklaagde. Indien de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost bespreekt de klager de klacht met de directie om te zoeken naar een oplossing. Indien dit niets oplevert, benadert de klager één van de contactpersonen die beziet of de procedure tot dan toe correct is verlopen. Hij/zij verwijst indien nodig en gewenst naar de externe vertrouwenspersoon, die kan bemiddelen. Als de bemiddelingspoging mislukt kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie waarbij de school is aangesloten. Het is ook mogelijk dat de klager direct zijn/ haar klacht indient bij de klachtencommissie. De klachtencommissie geeft een advies. Op onze school willen wij een klimaat scheppen dat zich kenmerkt door acceptatie, respect en vertrouwen. Alleen in een veilig schoolklimaat zal door iedereen die bij de school betrokken is, optimale leer- en werkprestaties geleverd kunnen worden. Om dat te optimaliseren zijn gedragsregels opgesteld. Deze zijn op te vragen bij de administratie van de school. Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 09:00 uur – 15:30 uur 09:00 uur – 15:30 uur 09:00 uur – 12:30 uur 09:00 uur – 15:30 uur 09:00 uur – 15:30 uur De interne contactpersonen bij wie u terecht kunt met uw probleem of klacht zijn dhr. K. Poldermans en mevr. M. Roksnoer. Schoolgids 2013-2014 61 Het totaal aan onderwijstijd bedraagt 1000 uur per jaar, hiervan zijn 40 uur godsdienstonderwijs/levensbeschouwelijke vorming. Het personeel is vanaf 8:45 uur aanwezig. Voor kort telefonisch overleg kunnen ouders tijdens de pauzes (10:30 uur – 10:45 uur en 12:15 uur – 13:15 uur), of voor en na schooltijd bellen: Onderwijs: 0165-558200, revalidatie: 0165-556527 Lesuitval Bij afwezigheid van de leerkracht wordt voor een vervangende leerkracht gezorgd. Indien er geen invalkracht beschikbaar is, zal de onderwijsassistent ondersteund door overig personeel de leerkracht vervangen. Vakantierooster schooljaar 2013 – 2014 Zomervakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie 2e Paasdag Meivakantie Hemelvaart Tweede pinksterdag Zomervakantie Studiedag Schoolkamp SO Schoolkamp VSO 62 1 juli tot en met 9 augustus 2013 14 oktober tot en met 18 oktober 2013 23 december 2013 tot en met 3 januari 2014 3 maart tot en met 7 maart 2014 21 april 2014 28 april tot en met 9 mei 2014 29 mei tot en met 30 mei 2014 9 juni 2014 14 juli tot en met 22 augustus 2014 nog nader te bepalen woensdag In de eerste week van juni In de eerste week van juni Schoolgids 2013-2014 Schoolverzuim Bij ziekte of andere redenen van verzuim verzoeken wij de ouders dit te melden aan de administratie van de school én aan het vervoersbedrijf, de busbegeleidster of de chauffeur (zie bijlage). Kan niet eerder gebeld worden dan op de dag van verzuim, dan vragen we de ouders de chauffeur of de busbegeleider te bellen voor 7:30 uur. Besmettelijke ziekten van het kind of andere gezinsleden moeten bij de administratie of de leerkracht worden gemeld. Als er een verhoogd risico bestaat voor andere kinderen kunnen we de betrokken ouders informeren. Verlof Het uitgangspunt is dat elk kind 5 dagen in de week naar school moet. Toch benoemt de wet een aantal omstandigheden dat legitimeert dat een leerling afwezig is. Deze omstandigheden zijn: • de school gesloten is of het onderwijs is opgeschort. • betreden van het gebouw verboden is. • een leerling geschorst is. • een leerling onder schooltijd moet voldoen aan verplichtingen vanwege godsdienst of levensovertuiging. • een leerling door het beroep van een van beide ouders slechts op vakantie kan buiten de schoolvakantieperiode. • er andere zogenoemde ‘gewichtige omstandigheden’ zijn. • een leerling ziek is. In deze gevallen kan de school, zo nodig in overleg met de leerplichtconsulent, vrijstelling verlenen. Godsdienst of levensovertuiging Ouders kunnen bij de school een verzoek indienen voor vrijstelling als hun kind tijdens schooluren plichten moeten vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Zij moeten dit verzoek minstens twee dagen voor het tijdstip van verhindering indienen. Als richtlijn voor de duur van het verlof geldt één dag per feest. Vakantiemogelijkheden ouders Vakantieverlof is geen recht. Als een van beide ouders echter een beroep of een bedrijf heeft waardoor vakantie tijdens de gewone schoolvakantieperiode onmogelijk is, kunnen ouders bij de schooldirectie vakantieverlof aanvragen. Zij moeten darvoor gebruik maken van een speciaal formulier: ‘Verzoek om vrijstelling schoolbezoek’. Dit formulier is bij de administratie van de school op te vragen. Voor vakantieverlof gelden de volgende regels. De ouders moeten het verzoek richten aan de schooldirectie en bij voorkeur acht weken van tevoren indienen. De ouders moeten bij hun aanvraag een werkgeversverklaring overleggen waaruit blijkt dat vakantie alleen buiten de schoolvakanties mogelijk is. De directeur van de school beslist over het al dan niet toekennen van het verlof. De directeur mag een leerling slechts éénmaal per jaar vakantieverlof verlenen. Het vakantieverlof mag niet langer duren dan 10 schooldagen. Het vakantieverlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar. • • • • • • NB:Redenenzoalsverkeersdrukte,geenboekingsmogelijkheden of goedkopere tarieven komen niet in aanmerking voor extra dagen vakantieverlof. Als de ouders het niet eens zijn met de beslissing van de school kunnen zij een bezwaar- en beroepsprocedure starten. Gewichtige omstandigheden Extra verlof bij gewichtige omstandigheden valt uiteen in twee categorieën: 10 schooldagen per jaar of minder, en meer dan 10 schooldagen. Het belangrijkste verschil is dat in het eerste geval de directeur van de school beslist over het al dan niet toekennen van het verlof, en in het laatste geval de leerplichtconsulent. De volgende omstandigheden komen in aanmerking voor extra verlof van 10 dagen of minder: Verhuizing: maximaal 1 dag. Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats: maximaal 1 dag. Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad buiten de woonplaats: maximaal 2 dagen. 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1 dag. 25-, 40-, 50-jarig ambtsjubileum van ouders en grootouders: maximaal 1 dag. Ernstige ziekte van ouders of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad: periode in overleg met de directie. Overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad: maximaal 4 dagen. Overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen. Overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal 1 dag. Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen. • • • • • • • • • • Schoolgids 2013-2014 63 In voorkomende gevallen dient hierbij een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker te worden ingeleverd waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is. Procedure meer dan 10 schooldagen Bij dit soort verlof gaat het vaak om gevallen waarin sprake is van een medische of sociale situatie (overige gewichtige omstandigheden). De procedure luidt als volgt: 1. De ouders richten het verzoek aan de schooldirectie door middel van het aanvraagformulier ‘vakantie en verlof’. 2. Bij een medische of sociale indicatie dient hierbij een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker te worden ingeleverd, waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is. 3. De directie legt het verzoek voor aan de leerplichtconsulent van de gemeente waar de leerling woont. 4. De leerplichtconsulent hoort de directie over het verzoek. 5. De leerplichtconsulent neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan schooldirectie en ouders. Als de ouders het niet eens zijn met de beslissing treedt de procedure ‘rechtsbescherming Awb’ in werking. Vervoersregeling Taxi Goverde uit Zevenbergen verzorgt al sinds 1996 het scholierenvervoer in opdracht van de Mytylschool. De bussen worden veelal bestuurd en begeleid door medewerkers uit het werkgebied en zijn vast in het ‘Mytylteam’ opgenomen. Hierdoor is een vertrouwensband ontstaan die een wezenlijk onderdeel van de dagelijkse zorg omvat. In 2011 hebben de deelnemende gemeenten besloten dit vervoer opnieuw aan te besteden. Alle betrokken partijen 64 Schoolgids 2013-2014 waren blij verrast dat Goverde als winnaar uit de bus kwam en dus ons vervoer de komende 5 jaar weer mag uitvoeren. De leveringsvoorwaarden zijn nog verder aangescherpt, alles in het belang van veiligheid en comfort voor onze kinderen, waarbij ook milieu en werkgelegenheid een belangrijk item zijn. Taxi Goverde voldoet hier ruimschoots aan,waardoor we vanaf het schooljaar 2012 – 2013 de bekende bussen weer zien verschijnen. Hoewel de routes vanuit de Mytylschool worden geregisseerd kunt u zich voor vragen of opmerkingen altijd melden bij Ivo de Groot van Taxi Goverde ([email protected]). Aan het begin van het schooljaar worden de busroutes vastgelegd. In de loop van het jaar kunnen deze nog veranderen doordat er leerlingen bijkomen of van school gaan. In dat geval worden de betrokken ouders/verzorgers door de school of chauffeur vooraf geïnformeerd. Tot onze spijt is het niet altijd mogelijk om de wensen van de ouders/verzorgers m.b.t. de ophaaltijd te realiseren. Wij streven altijd naar de kortste reistijd. Om het vervoer zo vlot mogelijk te laten verlopen gelden de volgende afspraken. Er mogen geen losse materialen in de bussen vervoerd worden. Het in en uit laten stappen dient het liefst zo snel, maar veilig mogelijk te gebeuren. Kinderen worden alleen bij wijze van uitzondering op een ander adres opgehaald of afgezet, na overleg met Harrie van Dijk en de buschauffeur. Als een chauffeur bevestigingsmateriaal op de rolstoel laat zitten, dient dat de volgende dag mee terug te worden gegeven naar de school. • • • • Het overblijven Tussen de middag pauzeren de leerlingen van 12:15 tot 13:15 uur. Incidenteel kan er een therapietijd onder vallen. De school zorgt voor melk en thee, maar de leerlingen mogen ook zelf iets te drinken meenemen. De onderwijsassistenten begeleiden de leerlingen. Na het eten wordt er, als het weer het toelaat, buiten in onze aangepaste speeltuin gespeeld. De pleinwacht houdt toezicht en stimuleert het samenspel. Bij slecht weer blijven de leerlingen binnen. Sponsoring • In geval van ziekmelding verzoeken wij ouders dit door te geven aan de chauffeur op het 06-nummer van de bus of via het taxibedrijf. Ook wanneer de leerling weer naar school kan gaan, dienen ouders contact op te nemen met de chauffeur, via het 06-nummer van de bus of het taxibedrijf. Bij vragen over vervoer kunnen ouders contact opnemen met dhr. H. van Dijk, tel.: 0165-558200 of 06 16111268. Vervoer van de leerlingen uit de gemeenten Tholen, Moerdijk en Halderberge valt onder de verantwoordelijkheid van genoemde gemeenten. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen. Hiervoor verlangt de sponsor een tegenprestatie, waarmee de leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Schenkingen vallen daar dus niet onder. Uitgangspunt binnen het sponsorbeleid zijn : sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; sponsoring mag niet de onderwijsinhoud of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. • • • Schoolgids 2013-2014 65 Elk afzonderlijk geval van sponsoring zal zowel binnen het bevoegd gezag als binnen de MR aan de orde komen. Zaken aangaande sponsoring, schenkingen en reclame zijn vastgelegd in een landelijk sponsorconvenant. Dit sponsorconvenant met de praktijkrichtlijn voor onze school ligt ter inzage op school. Verzekeringen De school heeft een: Algemene aansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering dekt schade aan derden, zowel letselschade als schade aan materiële zaken. Personeel en leerlingen zijn gedekt. Voor kinderen geldt echter een secundaire dekking. Dit wil zeggen dat ouders te allen tijde verantwoordelijk zijn voor het handelen van hun kinderen, 66 Schoolgids 2013-2014 ook op school. Hierdoor zal bij schade, aangebracht door leerlingen, altijd eerst de aansprakelijkheidsverzekering van ouders worden aangesproken. Om aanspraak te maken op de aansprakelijkheidsverzekering moet er altijd sprake zijn van verwijtbaar handelen. Schoolongevallenverzekering: Dit is een letselschadeverzekering, bijvoorbeeld wanneer een leerling valt en er dientengevolge geneeskundige kosten moeten worden gemaakt. Deze kosten worden dan vergoed door de schoolongevallenverzekering. Dit geldt ook tijdens schoolreisjes, kamp en overige activiteiten. Deze verzekering geldt voor zowel leerlingen als personeel. Let wel, wij zijn niet verzekerd voor eigendommen van leerlingen of personeel, die kapot gaan, zoek raken of gestolen worden binnen de school. HOOFDSTUK 13 OVERZICHT VAN AFKORTINGEN, LINKS EN ADRESSEN Afkortingen Links AB AWBZ BOSK CIZ CVB CVI ICT KDC K-RAP LG LGF LZ MCG MG MKD MLK NSWAC OPD PGB REC SBO SDW VMT VO Wajong WEC ZJ ZMLK www.onderwijsinspectie.nl gehandicaptkind.pagina.nl gehandicapten.pagina.nl www.bosk.nl www.cerebraal.nl www.epilepsiefonds.nl www.autisme-nva.nl www.stofwisselingsziekten.nl www.vsn.nl www.leefwijzer.nl www.nswac.nl www.recwestbrabant.nl www.mytylschoolroosendaal.nl www.oudersenrugzak.nl www.ib-groep.nl www.slzorg.nl www.uwv.nl www.pgb.cvz.nl www.ciz.nl Ambulante begeleiding Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Bond Ouders van Spastische Kinderen Commissie Indicatie Zorg Commissie van Begeleiding Commissie voor Indicatiestelling Informatie en Communicatie Technologie Kinder Dag Centrum Kinder Revalidatie Activiteiten Profiel Lichamelijk gehandicapt Leerlinggebonden financiering Langdurig zieken Meervoudig Complex Gehandicapt Meervoudig gehandicapt Medisch Kinder Dagverblijf Moeilijk Lerende Kinderen Nederlandse Stichting voor Woon- en Activiteitencentra voor gehandicapten. Orthopedisch dagcentrum Persoonsgebonden Budget Regionaal Expertise Centrum Speciaal Basis Onderwijs Stichting Dag- en Woonvoorziening Vereniging Mytyl- Tyltylscholen Voortgezet Onderwijs Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jong gehandicapten Wet op de Expertise Centra Zeer Jeugdigen Zeer Moeilijk Lerende Kinderen Adressen BOSK:Verenigingvoormotorischgehandicaptenenhunouders. Postbus 3359 3502 GJ Utrecht Tel.:030-245 90 90 Schoolgids 2013-2014 67 Cerebraal: Vereniging voor mensen met niet aangeboren hersenletsel en direct betrokkenen Postbus 8579 3503 RN Utrecht Tel: 030- 296 44 69 EVN: Epilepsie Vereniging Nederland Postbus 8105 6710 AC Ede Tel.: 031- 867 27 72 Inspectie van het Onderwijs Nijverheidssingel 317 4811ZW Breda Tel: 076 5244477 Landelijke klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag 070-3925508 NSWAC Het Kroeven Gezellelaan 11 4707 CC Roosendaal Tel.: 0165-562960 NVA: Nederlandse Vereniging voor Autisme Prof. Bronkhorstlaan 10 3723 MB Bilthoven Tel.: 030- 229 98 00 SDW Postbus 33 4700 AA Roosendaal Tel: 088 2593010 68 Schoolgids 2013-2014 S&L zorg Bovendonk 29 4707ZH Roosendaal Tel: 088 7777444 Het Cliëntserviceteam is bereikbaar via telefoonnummer 088-7777428 of 429 E-mail: [email protected] Taxibedrijf Goverde Industrieweg 10/A 4762AE Zevenbergen Tel: 0168 330050 Thuiszorg West-Brabant Belder 2/4 4704RK Roosendaal Tel: 0165 564058 VKS: Vereniging voor Kinderen met Stofwisselingsziekten Coetsstraat 9 8012 VB Zwolle Tel: 038- 420 17 64 VSN: Vereniging Spierziekten Nederland Lt. gen. van Heutszlaan 6 3743 JN Baarn Tel: 035- 548 04 80 Secretariaat MR Mytylschool Gezellelaan 13 4707 CC Roosendaal 0165-558200 E-mail: [email protected] Secretariaat Oudervereniging Mytylschool [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc