John F Kennedyschool

John F Kennedyschool
John Fitzgerald Kennedy werd op 29 mei 1917 in
Brookline (Mass., V.S.) geboren en werd op 22
november 1963 in Dallas (Texas, V.S.) door een
sluipschutter vermoord.
Hij werd in 1960 de democratische kandidaat voor
het presidentschap en werd de eerste roomskatholieke president van de Verenigde Staten.
Toen de sluipschutter op 22 november 1963
president Kennedy bij een bezoek aan Dallas
vermoordde was de schok van deze gebeurtenis in
de gehele wereld zeer groot. Kennedy was, zo
bleek bij zijn tragische dood, voor miljoenen het
symbool geworden van de hoop op vrede en een
nieuw begin.
RKBS John F Kennedy
Directeur: mevr. M.J.F. Westgeest
Leeuweriklaan 21
7203 JD ZUTPHEN
Telefoon: 0575 516817
E-mail: [email protected]
Website: www.jfk.nl
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
INLEIDING
4
1. DE SCHOOL
5
1.1
1.2
1.3
1.4
DE RICHTING
DE IDENTITEIT
SITUERING VAN DE SCHOOL
SCHOOLGROOTTE
5
5
5
5
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
6
2.1 VISIE
6
2.2 MISSIE: “WE BRENGEN TALENT TOT BLOEI”
6
2.3 UITGANGSPUNTEN VAN ONS PEDAGOGISCH
HANDELEN
7
2.4 HET LEEFKLIMAAT
8
2.5 GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
8
3. SCHOOLORGANISATIE
9
3.1 LEREN/ONTWIKKELEN IN DE ONDERBOUW
9
3.2 LEREN/ONTWIKKELEN IN DE MIDDEN- EN
BOVENBOUW.
9
4. DE ZORG VOOR KINDEREN
14
4.1 DE AANNAME NIEUWE LEERLINGEN
14
4.2 HET VOLGEN VAN DE ONTWIKKELING VAN DE
KINDEREN IN DE SCHOOL
14
4.3 SPECIALE ZORG
15
4.4 NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
17
5. HET PERSONEEL
18
5.1 DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM
5.2 VERVANGING BIJ ZIEKTE
5.3 SCHOLING
5.4 OPLEIDINGSSCHOOL
18
18
18
18
6 DE OUDERS
19
6.1 INFORMATIE AAN OUDERS
19
6.2 OUDERRAAD EN OUDERBIJDRAGE
19
6.3 DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
20
6.4 GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
20
6.5 WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS 20
3
6.6 OVERBLIJVEN
6.7 DE KLACHTENREGELING
7
DE
ONTWIKKELING
ONDERWIJS
21
21
VAN
HET
22
7.1 ACTIVITEITEN TER VERBETERING VAN HET
ONDERWIJS IN DE SCHOOL
22
7.2 SAMENWERKING MET ANDERE SCHOLEN EN 22
INSTELLINGEN
22
7.3 INSPECTIE
22
7.4 JEUGDGEZONDHEIDSZORG
22
8 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
23
9 REGELING SCHOOLTIJDEN EN VAKANTIES 24
9.1 SCHOOLTIJDEN
9.2 LEERPLICHT, VERLOF EN VERZUIM
9.3 VAKANTIETIJDEN
24
24
25
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Inleiding
Voor u ligt de schoolgids van basisschool ‘John F
Kennedy’.
In deze gids geven wij een beeld van de school en
haar ontwikkeling. Daarbij willen wij u als huidige
en toekomstige ouders inzicht geven in onze
doelen, werkwijzen en activiteiten. Dit is van groot
belang voor u als primaire opvoeders van uw
kind(eren).
Onderwijs is immers een integraal onderdeel van
de totale opvoeding en moet dan ook als zodanig
zoveel mogelijk aansluiten bij de opvoedingsdoelen
van ouders. Wij hopen dat deze gids hieraan een
bijdrage levert en dat de inhoud ervan een goed
beeld van onze school geeft.
In het eerste gedeelte vindt u informatie over de
richting, uitgangspunten, doelen en het onderwijs
zoals dat op onze school wordt gegeven (hoofdstuk
1 t/m 3).
In hoofdstuk 4 leest u hoe wij de zorg voor de aan
ons
toevertrouwde
kinderen
hebben
georganiseerd.
In de hoofdstukken 5 en 6 krijgt u informatie over
het personeel en over de samenwerking met de
medezeggenschapsraad en de ouderraad.
In hoofdstuk 7 beschrijven wij de ontwikkeling van
het onderwijs op onze school.
In hoofdstuk 8 worden de resultaten van ons
gegeven onderwijs beschreven en in hoofdstuk 9
staan de schooltijden van de school.
Hoofdstuk 10 geeft u allerlei wetenswaardigheden
over de school. Een gedeelte van de informatie, en
vooral de informatie die betrekking heeft op het
komende schooljaar, wordt ook vermeld in de
schoolkalender. Deze wordt jaarlijks aan alle
ouders uitgereikt.
4
Wij wensen u niet alleen veel leesplezier met deze
gids, maar verzoeken u ook naar de directie, de
leerkrachten of de medezeggenschapsraad te
reageren naar zaken die u mist of die bij u vragen
oproepen. Wij hopen dat deze gids een stimulans
zal zijn voor een optimale communicatie tussen
ouders en school.
Namens het team:
Miriam Westgeest
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
1. DE SCHOOL
1.1 De richting
1.3 De identiteit
Basisschool ‘John F Kennedy’ behoort tot het
bijzonder onderwijs. Dat wil zeggen dat de school
zelf inhoud mag geven aan het onderwijs, zelf
daarvoor de vorm mag kiezen en een eigen
bevoegd gezag kent in de vorm van een stichting of
vereniging. Een rijksinspecteur houdt toezicht op
de naleving van de Wet op het Basisonderwijs.
Onze school valt onder het bestuur van de
Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland
(SKBG) Onderwijs.
De Kennedyschool is een katholieke basisschool.
Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren om te
gaan met en vorm te geven aan vragen naar zin en
betekenis (levensvragen).
In de lessen godsdienst/levensbeschouwing gaan
de kinderen met de leerkracht hierover in dialoog
met elkaar. In de bovenbouw krijgen zij vanuit
diverse geestelijke stromingen mogelijkheden
aangereikt. In dagopeningen en vieringen nodigen
we kinderen uit om in gebed, zang, dans of
drama, uiting te geven aan wat hen beweegt.
Leerkrachten geven daaraan gestalte in het
omgaan met de kinderen, de ouders en elkaar.
Op onze school wordt aandacht besteed aan het
specifieke van het katholieke geloof. We werken
met catecheseprojecten, houden samen vieringen
en werken samen met de parochie rondom de
Eerste Communie en het Vormsel.
Haar adres is:
SKBG Onderwijs
Postbus 194
7390 AD Twello
T. 0571 261109
F. 0571 262711
College van Bestuur
Dhr. P. Appel
Raad van Toezicht
Dhr. W. Weijers (voorzitter)
Mw. E. Kopmels
Mw. I. van Dorp
Dhr. G. Akse
Dhr. H. van der Noordt.
1.2 Situering van de school
De R.K. Basisschool John F. Kennedy werd in 1965
gesticht en verhuisde in 1966 vanuit de binnenstad
naar een nieuw gebouw aan de Valckstraat aan de
rand van de stad.
Enige jaren later werd er een kleuterschool - het
voormalige Kwetternest - aan toegevoegd. Met
ingang van 1 augustus 1996 is de school, in het
kader van de herhuisvesting basisscholen in
Zutphen, verhuisd naar het gebouw van de
voormalige Julianaschool (1984) aan de
Leeuweriklaan.
Sinds januari 2014 is de Kennedyschool gevestigd
in een geheel vernieuwde school met 13 leslokalen
en allerlei extra werkplekken voor kinderen.
5
De school stelt zich open voor kinderen van alle
gezindten.
1.4 Schoolgrootte
De Kennedyschool telt de laatste jaren iets minder
dan driehonderd leerlingen, afkomstig van
gezinnen met een grote diversiteit aan
levensbeschouwelijke achtergrond. Deze kinderen
zijn ondergebracht in 10 groepen.
De groepen worden begeleid door ongeveer
twintig groepsleerkrachten. Daarnaast beschikt de
school over een onderwijsassistent, een
administratieve kracht en een conciërge.
Het geheel staat onder leiding van de directeur
(mevr. M. Westgeest)
De school maakt deel uit van de Stichting van
Katholiek Basisonderwijs Gelderland (SKBG) en in
die zin maakt zij gebruik van de voorzieningen van
dat verband.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1 Visie
2.2 Missie: “We brengen talent tot bloei”
Elk mens is een individu en maakt deel uit van een
groep. Er is wederzijdse afhankelijkheid.
Dit houdt in dat een kind sociale vaardigheden
ontwikkelt. Ons onderwijs leert kinderen om
kritisch om te gaan met ervaringen, gegevens en
begrippen en zo uit te groeien tot zelfstandige,
vrije mensen met een positief gevoel van
eigenwaarde.
Wij bieden de kinderen een kansrijke en
stimulerende omgeving.
Met het onderwijs op school willen we ons niet
alleen richten op de ontwikkeling van het verstand
(het hoofd), maar ook die van het lichaam (de
zintuigen) en die van de wil, de emoties en de
waarden (het hart).
We achten het noodzakelijk in ons onderwijs recht
te doen aan de ontwikkeling van het individuele
kind.
Vanuit de visie en de identiteit brengt de John F.
Kennedy conform de missie van SKBG talent tot
bloei. Daarbij worden de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
Onderwijs bij ons op school wil daarom een kunst
van het evenwicht zijn. Vandaar het motto:
John F. Kennedyschool
voor evenwichtig onderwijs.
Een ontspannen en optimistische levenshouding
staat centraal binnen onze school.
Belangrijke kernwaarden van school zijn:
Betrokkenheid:
Aandacht voor elkaar en voor een prettige gezellige
sfeer in de klas en in de school.
Bekwaamheid:
Leerkrachten zijn professionals en in staat om
ieder kind te begeleiden in zijn persoonlijke
leerontwikkeling.
Bezieling:
Vol motivatie een uitdaging aangaan.
Vertrouwen:
Vertrouwen als basisvoorwaarde voor persoonlijke
ontwikkeling, vertrouwen in jezelf en in elkaar.
Ontwikkeling:
Openstaan voor vernieuwingen en vooruitgang.
Visie op schoolklimaat: sociaal veilige / fysiek
veilige leer- en werkomgeving (3 x R)
Essentiële voorwaarden voor een effectieve en
efficiënte leeromgeving is gelegen in rust, reinheid
en
regelmaat,
waarin
genegenheid
en
geborgenheid in de relatie ligt besloten.
6
De vorm waarin de John F. Kennedyschool het
onderwijs de komende jaren gaat aanbieden, zal
zich fundamenteel richten op de leerstijlen
rekening houdend met mentale, emotionele en
fysieke aanleg van het kind en waarbij tevens
sprake is van evenwicht tussen de cognitieve,
creatieve, sociaal-emotionele en motorische
gebieden.
De
John
F.
Kennedyschool
wil
meer
tegemoetkomen aan de basisbehoeften van
kinderen die zich concentreren rond de begrippen
relatie, competentie en autonomie.
Vervolgens wil de John F. Kennedyschool een
school zijn waarin de behoefte van kinderen om te
werken in een omgeving van rust, structuur en
veiligheid tot haar recht komt.
De omarming van deze onderwijsvisie heeft
verstrekkende gevolgen voor de manier waarop
leerkrachten, onderwijs- en klassenassistenten met
leerlingen en ouders omgaan, voor de indeling van
lokalen en de huisvesting in het algemeen, voor de
investeringen de komende jaren in lesmateriaal,
etc.
Aan al deze omstandigheden wordt de komende
jaren extra aandacht besteed.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
2.3
Uitgangspunten
handelen
van
ons
pedagogisch
Om tegemoet te komen aan de eigen leer – en
communicatiestijl van ieder kind werken wij op de
Kennedyschoolschool met de uitgangspunten van
Human Dynamics.
Human Dynamics:
Aan iedere persoonlijkheid drie basisprincipes ten
grondslag: het mentale principe (denken –
objectiviteit), het emotionele principe (relatie –
voelen) en het fysieke principe ( realiseren – doen).
Alle principes zijn in elk mens vertegenwoordigd.
Echter bij ieder mens neemt één van deze
principes een centrale plek in. Dit noemen we
‘gecentreerdheid’. Deze gecentreerdheid bepaalt
hoe mensen van nature informatie verwerken,
problemen oplossen, taken uitvoeren, leren, met
andere omgaan en communiceren.
Persoonlijkheidsdynamieken
De gecentreerdheid (je eerste principe) bepaalt
hoe mensen van nature informatie verwerken,
problemen oplossen, leren etc. Naast dit centrale
principe is het tweede principe belangrijk. Het
tweede principe bepaalt wat voor soort informatie
men meestal verwerkt. De koppeling van de
centrering (eerste principe: het hoe) en de focus
(tweede principe: het wat) geeft vorm aan je
persoonlijkheidsdynamiek.
Het derde principe is vaak wel aanwezig, maar
minder sterk ontwikkeld. Dit is tevens de richting
waar iemand zich kan ontwikkelen.
Human Dynamics biedt ons een neutrale, maar
zeer wezenlijke basis voor het kijken naar
kinderen.
Sommige leerlingen leren pas iets wanneer zij een
goede relatie met de docent hebben en ze in een
goede sfeer, liefst ook samen met anderen,
kunnen werken. Deze kinderen leven in een wereld
van gevoelens. Zij zien de gevoelens van zichzelf en
van anderen heel goed. Ze kunnen goed
organiseren en verbanden leggen. Zij zijn positief
en zelfbewust. Bij deze kinderen staat het
emotionele principe voorop.
Ook is er een groep die bij voorkeur leert door te
doen, te weten hoe iets werkt of in elkaar steekt,
wat de onderlinge samenhang is en wat het
praktisch nut hiervan is.
Deze kinderen hebben vaak een goed gevoel voor
kwaliteit, functie en geheel. Deze kinderen leren
vanuit het fysieke principe.
Anderen leren pas echt wanneer duidelijk is
waarom zij iets moeten leren en wanneer zij dit in
rust en stilte mogen doen, bij voorkeur eerst
alleen. Deze kinderen willen graag overzicht, rust
7
en structuur. Zij zijn helder en duidelijk en kunnen
doelen op een langere termijn stellen. Dit zijn de
kinderen die leren vanuit het mentale principe.
Met Human Duynamics sluiten we aan op adaptief
onderwijs. Onderwijs dat gericht is op de
basisbehoefte van kinderen: relatie, autonomie, en
competentie.
Relatie: het gevoel hebben welkom te zijn,
je geaccepteerd voelen, erbij horen.
Competentie: het gevoel hebben dat je de
taken die je krijgt, aankunt en dat je er
steeds meer bijleert en dus steeds meer
aankunt.
Autonomie: weten dat je voor een deel je
leergedrag zelf kunt sturen.
De leerkracht stemt in de groep zijn of haar gedrag
af op de basisbehoeften van leerlingen om zo
onderwijs te kunnen geven waarin leerlingen
gemotiveerd aan het werk gaan en waarvan alle
leerlingen kunnen profiteren.
Voor kinderen met een Emotionele centrering
betekent dit dat de verbinding tussen hem/haar en
de ander heel belangrijk is. Kinderen met een
emotionele centrering maken persoonlijk contact
en dragen bij aan een gezonde interactie en
communicatie binnen de groep. (= Relatie)
Voor kinderen met een Fysieke centrering
betekent dit dat het gericht kijken en opnemen
voor er gestart kan worden heel belangrijk is.
Wanneer kinderen met een fysieke centrering
voldoende tijd krijgen zijn zij in staat om goed
doordacht werk af te leveren (= Competentie)
Kinderen met een Mentale centrering werken vaak
vanuit een individualistische houding, het verhoudt
zich tot jou alleen. Wanneer het mentale principe
goed ontwikkeld is geeft dit kinderen de
mogelijkheid onafhankelijk te zijn en eigen keuzes
te maken = Autonomie.
Door in ons onderwijsaanbod aandacht te geven
aan de 3 principes ontwikkelen we in kinderen
relatie, competentie en autonomie.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
2.4 Het leefklimaat
Wij willen een plek zijn, waar kinderen graag zijn
en zich veilig voelen. De omgang met de kinderen
is dan ook open, maar altijd vanuit een
opvoedingsperspectief. Als een kind zich veilig
voelt, kan het al zijn energie richten op zijn eigen
ontwikkeling,
zowel
intellectueel,
sociaalemotioneel als creatief.
De school ontwikkelt verschillende activiteiten die
samen dit open klimaat bepalen.
Rust is hierbij voor ons een pedagogisch
kernbegrip. Alleen in een rustige, veilige omgeving
kan geconcentreerd gewerkt worden. De school
vindt het van groot belang dat alle kinderen zich
veilig en geborgen voelen op school. Kinderen die
meer behoefte aan zorg en bescherming hebben,
wordt dat ook geboden.
2.5 Gezamenlijke verantwoordelijkheid
In overleg met ouders, oudergeledingen zoals de
MR en de OR, willen we de ontwikkeling van ieder
individueel kind zo vloeiend mogelijk laten
verlopen.
In alle groepen wordt gewerkt met de methode
“Kanjertraining”. Deze methode plaatst de
sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in
een brede context. De voornaamste doelen van
het lesprogramma zijn:
 Bevorderen van sociaal gedrag:
De zorg en respect voor een ander. Inleven in
gevoelens
van
anderen,
tolerantie,
samenwerken en weten hoe conflicten op te
lossen zijn, zijn belangrijke leerdoelen.
Evenals samenwerken aan een goede sfeer,
oog krijgen voor gevolgen van bepaald gedrag
en het bestrijden van pesten.
 Bevorderen van moreel besef (waarden
en normen):
Moreel besef is gericht op het kiezen voor het
goede. We willen, o.a. met deze methode, dat
kinderen proberen zorgzaam te zijn,
vriendelijk, verdraagzaam, beleefd en trouw.
Dat kinderen in staat zijn hun moreel besef
verder te ontwikkelen.
 Bevorderen van een gezonde emotionele
ontwikkeling:
Wij vinden emoties belangrijk. Kinderen leren
de verschillende emoties van zichzelf en van
anderen te herkennen en te begrijpen.
Het belangrijkste doel is dat een kind positief over
zichzelf en een ander leert denken.
Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van
sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect
8
merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het
volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen
concentreren op school en betere leerresultaten
behalen. De Kanjertraining geeft kinderen
handvatten in sociale situaties en daardoor komt
tijd en energie vrij. Binnen de Kanjertraining
worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen
van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun
klasgenoten en van de leerkrachten.
Tijdens de Kanjertraining staan vijf afspraken
centraal:
we vertrouwen elkaar;
we helpen elkaar;
niemand speelt de baas;
niemand lacht uit;
niemand doet zielig.
Alle teamleden hebben hiervoor een speciale
training gevolgd.
Mocht het aan de orde zijn dan wordt er vooraf,
voor alle ouders een ouderavond gehouden.
Tijdens die avond wordt het volgende verteld:
Wat het doel van ons en de methode is.
Wat ouders van de school mogen en
kunnen verwachten.
Wat binnen de competentie en
verantwoordelijkheid van de school en de
ouders valt.
Wat van kinderen mag worden verwacht
als we letten op de sociale omgang met
elkaar.
Op welke wijze ouders en school het best
kunnen samenwerken in de aanpak van
gedrags- en/of leerproblemen (ook hier
vorderen we samen)
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
3. SCHOOLORGANISATIE
3.1 Leren/ontwikkelen in de onderbouw
In de onderbouw staat vooral het spel centraal.
Het is de wijze waarop de kleuter zich ontwikkelt
en leert. Kenmerkend voor deze periode is de
ontwikkeling van de zintuigen, de grove en fijne
motoriek, het waarnemen als aanvang van het
denken, de taalontwikkeling en de sterke
imitatiedrang.
Op een ongedwongen, maar wel gestructureerde
wijze wordt de ontwikkeling van het spel
gestimuleerd. Er is gekozen om te werken vanuit
projecten die aansluiten bij de belevingswereld van
het kind zoals bijv.: herfst, hier woon ik, sprookjes,
lente e.d.
Er
wordt
gewerkt
vanuit
de
zes
ontwikkelingsgebieden die nauw met elkaar
verbonden zijn:
1. De sociale ontwikkeling. Dat wil zeggen dat de
kinderen zich op de juiste wijze weten aan te
passen in de groep en bereid zijn andere kinderen
te helpen waar dit nodig is.
2. De zintuiglijke ontwikkeling. Het zo goed
mogelijk ontwikkelen van alle zintuigen (gehoor,
waarnemen enz.).
3. De motorische ontwikkeling. De grove motoriek
en de fijne motoriek en de ontwikkeling van de
grove naar de fijne motoriek. Dit is belangrijk om
te leren schrijven.
4. De taalontwikkeling. Er wordt gebruik gemaakt
van de methode ‘Schatkist’. De kinderen worden
gestimuleerd tot het spontaan reageren en
vertellen. Er wordt interactief voorgelezen en er
zijn woordenschat- en vergrotingsoefeningen.
5. De verstandelijke ontwikkeling. Dit gebeurt
d.m.v. allerlei ontwikkelingsmaterialen. Centraal
uitgangspunt vormen de leerlijnen van het taal- en
rekenonderwijs. Er wordt niet vanuit methodes
gewerkt, maar een methode wordt vaak als
bronnenboek gebruikt. Zo gebruiken we bij
rekenen de methode Wereld in Getallen, net als in
de groepen 3 tot en met 8.
6. De expressieve ontwikkeling: muziek, dans en
drama. Het kind moet zich op zijn eigen wijze
kunnen ontplooien en zijn emotionele spanningen
kunnen uiten. Hij/zij moet ervaringen kunnen
opdoen met verschillende materialen en
technieken, zodat zijn inzicht groter wordt.
9
3.2
Leren/ontwikkelen in de midden- en
bovenbouw.
Rekenen:
Voor rekenen gebruiken wij de methode Wereld in
Getallen.
Opbouw:
Eerst wordt instructie gegeven voor oriëntatie en
begripsvorming. Dan oefenen de kinderen
zelfstandig. Uiteindelijk gaan zij het onderwerp
automatiseren. Elke les is op dezelfde
manier opgebouwd: de eerste helft van de les
is voor instructie en de tweede helft werken
de kinderen zelfstandig.
Differentiatie:
Niet alle kinderen rekenen even makkelijk en vlot.
De wereld in getallen houdt daar rekening mee.
Eerst krijgen alle kinderen centrale instructie.
De rekenzwakke kinderen krijgen verlengde
instructie. Daarna oefent ieder kind zelfstandig in
de weektaak met oefeningen op zijn eigen niveau:
minimum, basis of plus. Ieder kind kan gemakkelijk
doorwerken van het ene naar het volgende niveau.
Multimediaal:
Het gebruiksvriendelijke computerprogramma
biedt de kinderen oefeningen, experimenten en
spellen.
Weektaak:
In de weektaak zijn de opgaven voor zelfstandig
werken ondergebracht. Ieder kind zorgt zelf voor
de afronding van de eigen weektaak door er
dagelijks aan te werken. In de weektaak komt
alleen reeds behandelde en bekende stof aan de
orde. Zo leren de kinderen om zelf problemen op
te lossen en hun werk te plannen. De
oefensoftware is een vast onderdeel van de
weektaak. Vanuit de weektaak wordt duidelijk
verwezen
naar
de
bijbehorende
computeroefeningen die het kind moet maken.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Lezen in groep 3:
In groep 3 wordt met het aanvankelijk lezen
gestart met behulp van de methode ‘Veilig leren
lezen’. Deze methode heeft de volgende
uitgangspunten:
Didactiek:
Veilig leren lezen is een structuurmethode. Met
zorgvuldig gekozen woorden wordt leerlingen de
alfabetische structuur van ons spellingsysteem
bijgebracht. Door deze ‘structureerwoorden’ te
zien, te horen en uit te spreken, leren kinderen
klanken en letters verbinden en deze vaardigheid
ten
slotte
te
automatiseren.
Leesontwikkeling:
Met Veilig leren lezen kunt u leerlingen al snel
nieuwe woorden laten lezen met de letters die ze
hebben geleerd. Verder is er veel aandacht voor
het automatiseren van de letterkennis en het
stimuleren van vloeiend lezen.
Differentiatie:
Veilig leren lezen biedt concrete mogelijkheden en
materialen om in te spelen op verschillen tussen
leerlingen. Zo is er een “maangroep” voor kinderen
die starten met het leesonderwijs en een
“zongroep” voor kinderen die al vlot kunnen lezen.
Met de bijbehorende differentiatiematerialen
wordt vervolgens gezorgd voor de juiste aanpak
voor elke leerling.
Multimediaal:
Veilig leren lezen is een multimediale methode.
Naast kleurrijke leesboekjes, werkboekjes en
andere materialen, biedt de methode ook digitale
toepassingen. Met het computerprogramma Veilig
leren lezen oefenen de leerlingen technisch lezen,
spellen en begrijpend lezen.
Vanaf groep 4 werken we voor Technisch lezen
met de methode Estafette.
Begrijpend lezen in de hogere groepen:
Vanaf groep 4 werken wij met de methode
Nieuwsbegrip (XL). Deze methode is opgezet als
een motiverende en leerzame website voor
leerlingen. Hier kunnen ze oefenen met
verschillende tekstsoorten, woordenschat en
maken ze functionele schrijfoefeningen. Met het
aanbod op de leerlingensite, in combinatie met de
huidige website, werken wij met Nieuwsbegrip aan
alle kerndoelen van begrijpend lezen.
Daarnaast vinden er nog andere vormen van lezen
plaats. Het gaat hierbij niet alleen om technisch
10
lezen, maar ook om begrijpend en studerend lezen
en leesvormen als voordragend lezen, en duolezen. Onze schoolbibliotheek bevat veel boeken
uit de kinderwereldliteratuur.
Taalonderwijs:
Vanaf groep 4 wordt de methode Taaljournaal
gebruikt. De methode bestaat uit drie
deelleergangen: Taaljournaal Taal, Taaljournaal
Spelling en Taaljournaal Woordenschat. in de
methode zijn Ideeën van meervoudige intelligentie
en constructief, zelf-ontdekkend leren uitgewerkt.
Dit biedt ons handvatten bij het omgaan met
verschillende
leerstijlen
van
kinderen.
De leergang Taal bevat leerstof voor de domeinen
spreken en luisteren, schrijven, taalbeschouwing
en woordenschat. In de leergang Spelling komen
zowel de onveranderlijke woorden als de
werkwoordspelling aan de orde. De leergang
Woordenschat is facultatief en bedoeld voor
taalzwakke en meertalige leerlingen.
Vanaf het huidige schooljaar wordt de
Spellingmethode Staal ingevoerd vanaf groep 4.
Schrijven:
Vanaf groep 3 wordt gewerkt met Pennenstreken.
Uitgangspunten:
Sluit nauw aan bij Veilig leren lezen:
In groep 3 is Pennenstreken gekoppeld aan de
leesmethode Veilig leren lezen. De kinderen
schrijven de letters die ze in de leesles hebben
leren lezen. Op deze manier ontwikkelen uw
leerlingen het technisch schrijven als een
functionele vaardigheid. Ze brengen wat ze geleerd
hebben meteen in de praktijk.
Doorgaande lijn:
Pennenstreken heeft een doorgaande lijn van
groep 1 tot en met 8. In groep 1 en 2 staat een
In groep 3 en 4 werken de leerlingen aan het
aanvankelijk schrijven. Hier staat het aanleren van
de schrijfletters in kleine en hoofdletters centraal.
In groep 5 en 6 wordt het schrijven verder
geautomatiseerd, waarbij vanaf groep 6 ook het
schrijven op tempo aan bod komt.
Motoriek:
Schrijven is vooral een motorische vaardigheid.
Daarom geeft Pennenstreken niet alleen
schrijfoefeningen,
maar
ook
motorische
activiteiten. Die zijn vooral gericht op het
bevorderen van de arm-, hand- en vingermotoriek.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Aardrijkskunde:
Onze aardrijkskundelessen geven we vanuit de
methode: Geobas. De methode wordt gebruikt in
de groepen 5 t/m 8.
Met deze methode leren de kinderen goed om zich
heen te kijken en te begrijpen waarom de wereld
eruit ziet zoals ze eruitziet. Dat gebeurt aan de
hand van vier basisactiviteiten:
- waarnemen;
- verklaren;
- herkennen;
- waarderen.
Geschiedenis:
Onze geschiedenismethode heet: ‘Bij de tijd’.
De doelen zijn gericht op:
Kennis te verkrijgen van en inzicht te verwerven
in opeenvolgende stadia van de ontwikkeling van
de menselijke samenleving en de Nederlandse
samenleving in het bijzonder.
De leerlingen te oriënteren op maatschappelijke
verschijnselen vanuit historisch perspectief.
Steeds vergelijkingen te maken met het heden in
onze eigen omgeving en met het heden elders
op de wereld.
De methode wordt gebruikt in de groepen 5 t/m 8.
Natuur en Techniek:
Onze Natuur en technieklessen geven we vanuit de
methode Wijzer door natuur en techniek.
Deze methode gaat uit van de directe omgeving
van kinderen. Héél dichtbij is er héél veel te
ontdekken. Planten en dieren, natuurwetten,
gebouwen en apparaten vol techniek. En nog
dichterbij: je eigen lichaam. Wijzer door natuur en
techniek laat leerlingen zelf experimenteren en
observeren.
Verkeer:
Bij het onderdeel verkeer gaan we in de groepen 1
t/m 8 uit van de methode: ‘Wijzer door het
verkeer’ . Deze bereidt de kinderen voor op veilig
gedrag in het verkeer. Ieder jaar wordt er een
project rondom verkeer georganiseerd.
Engels:
In groep 7 en 8 krijgen de kinderen Engelse les. We
hebben daar de methode: ‘Hello World’ voor. Het
accent van de methode ligt met name op de
spreekvaardigheid. De leerstof wordt aangeboden
aan de combinatiegroep 7/8.
De schriftelijke verwerking van de aangeboden
leerstof is gedifferentieerd naar de groepen.
11
Expressievakken:
Expressie-activiteiten maken geïntegreerd deel uit
van andere activiteiten op school. Hierbij gaat het
om de volgende disciplines: muziek, beeldende
vorming, drama en kunst & cultuur.
Zo kent de school een cultureel programma:
in
drie
periodes
(bestaande
uit
drie
vrijdagmiddagen) volgen de kinderen uit de
groepen 5-8 een thema, dat hen wordt
aangeboden door leerkrachten, ouders en/of
kunstenaars.
De kinderen komen tijdens deze middagen in
aanraking met dansvormen, schilderkunst,
beeldhouwen, fotografie, textiele
vaardigheden, etc. Elke periode wordt afgesloten
met
een
tentoonstelling
voor
alle
belangstellenden.
Catechese:
In de hele school werken we met de
catecheseprojecten van ‘Trefwoord’. De methode
gaat uit van een bepaald thema en is kindgericht.
Verspreid over het jaar komen 4 thema’s aan de
orde. Vast staan de projecten Kerst en Pasen. De
beide projecten worden tijdens een viering voor de
gehele school afgesloten.
Daarnaast zijn er twee projecten met een sociaal
emotioneel vormend karakter. Deze projecten
worden afgewisseld met wereldlijke en Bijbelse
verhalen. De
projecten hebben tot doel dat kinderen komen tot
een levenshouding, geïnspireerd door Jezus, van
respect voor elkaar en van besef van
verantwoordelijkheid voor de medemens en
milieu.
Gymnastiek:
De kleuters hebben gymnastiek in het speellokaal
van de school. Om optimaal gebruik te kunnen
maken van de gymtijd is het praktisch als de
gymtasjes op school blijven hangen.
Deze gymtasjes worden door de school verstrekt.
De gymkleding voor de kleuter bestaat uit een
broekje en een paar gymschoenen (bij voorkeur
met klittenband!) Het broekje en de schoenen
dienen door de ouders te worden gemerkt en in
elke vakantie te worden gewassen.
De groepen 3 tot en met 8 hebben twee keer per
week gymnastiek in de gymzaal bij de Jan Ligthart.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Huiswerk
Tot en met groep 5 wordt weinig huiswerk
gegeven. Er kan bijvoorbeeld aan de kinderen in
groep 5 gevraagd worden om bijvoorbeeld thuis de
tafels te leren of een Natuur en Techniektoets voor
te bereiden.
In groep 6,7 en 8 wordt er structureel huiswerk
meegegeven. Dit is als extra oefenstof en als
voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
Centraal staat niet het resultaat, maar hoe
kinderen tot het resultaat gekomen zijn. Het gaat
met name om de ‘gewenning’ van het maken van
het wekelijkse huiswerk. Hoe om te gaan met
problemen die je tegenkomt en op welke wijze en
bij wie je om advies kunt vragen. Van u als ouder
verwachten wij dat u, daar waar nodig, uw kind
ondersteunt.
Ook kunnen proefwerken voor geschiedenis,
aardrijkskunde en biologie thuis geleerd worden.
Als de kinderen in de groepen 5 t/m 8
boekbesprekingen en spreekbeurten gaan houden,
zal het kind er thuis aan werken. Vooral de eerste
paar keren zal uw kind daar hulp bij kunnen
gebruiken.
Speciale
sporten
spelactiviteiten
en
buitenschoolse activiteiten:
De Herfstloop: op de laatste vrijdag vóór de
herfstvakantie lopen alle kinderen een rondje door
het bos. De kleuters vaak met ouders. Er zijn
prijzen voor de snelsten per groep. Voor de snelste
kinderen van de school is de JOOPVREMAN-trofee.
Slagbalwedstrijden: in de voorlaatste schoolweek
speelt groep 8 tegen hun ouders. In de laatste
schoolweek speelt groep 8 tegen groep 7.
Overlevingstocht: In de laatste schoolweek gaan de
groepen 5 tot en met 8 op overlevingstocht.
Sportdag: groep 5, 6, 7 en 8 hebben in de laatste
schoolweek een sportdag. Zij spelen in heterogene
groepen competitie gedurende de schooldag.
Levend Stratego: in de laatste schoolweek spelen
de groepen 5 tot en met 8 Levend Stratego.
Interscolaire wedstrijden: de kinderen van de
Kennedyschool nemen vaak deel aan de volgende
wedstrijden: korfbal, voetbal, schaken, dammen en
de Gemeentelijke sportdag.
Elke groep gaat aan het einde van het schooljaar
op schoolreis. Daarnaast vinden er ook nog
excursies plaats gedurende het jaar.
Verschillende activiteiten, zoals de viering van
Koningsdag, de Derde wereldweek en de laatste
12
schooldag worden samen met de Ouderraad
georganiseerd.
Vieringen
Het samen vieren staat op de John F.
Kennedyschool centraal, omdat we ons met elkaar
en door elkaar ontwikkelen in onderlinge
verbondenheid.
Gedurende het schooljaar worden er een aantal
vieringen georganiseerd.
Pasen
De Paasviering wordt gehouden op
Witte Donderdag voor het paasfeest vindt de
afsluiting van de ‘Goede Week’ plaats. De kinderen
hebben op school een gezamenlijke brunch.
Kerst
In de week voor de Kerstvakantie vieren we
gezamenlijk, kinderen, ouders en school, het
Kerstfeest. De gezamenlijke viering wordt
gehouden op de woensdagavond. Samen met alle
kinderen, ouders en het team wordt het altijd een
sfeervol samenzijn.
De avond wordt georganiseerd door het team. De
opzet kan jaarlijks verschillen.
Op donderdag vieren de kleuters samen kesrt met
hun leerkracht. Zij zijn vrijdag vrij.
Op de laatste vrijdag is er een kerstviering voor de
kinderen van de groepen 3 tot en met 8.
De kinderen hebben die dag les van 8.30 uur tot
12.00 uur.
Afscheid van groep 8
De voorlaatste vrijdag van het schooljaar vieren we
het afscheid van groep 8 met een musical en een
feestelijke avond voor ouders, kinderen en broers
en zussen.
Laatste schooldag
Jaarlijks, op de laatste schooldag, wordt er voor de
kinderen van de groepen 1 t/m 8 een
spelletjesochtend georganiseerd.
Wanneer het 12:00 uur is, luiden we samen met
alle kinderen, ouders en leerkrachten het
schooljaar uit. Hierbij worden vele handen geschud
en ons schoollied gezongen.
Verjaardagen
Wanneer kinderen jarig zijn vieren ze dit in de
groep. Wij hebben graag dat er ‘gezond’
getrakteerd wordt en leerkrachten hebben graag
dezelfde traktatie als de kinderen.
De leerkrachten vieren hun verjaardag aan het
eind van het schooljaar in hun groep.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
13
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
4. De zorg voor kinderen
4.1 De aanname nieuwe leerlingen
Het kennismakingsgesprek:
Zodra ouders bij het zoeken naar een geschikte
basisschool voor hun kind belangstelling hebben
voor de Kennedyschool wordt hen informatie over
de school gestuurd met de uitnodiging voor een
eerste informatief gesprek met de directeur.
Dit gesprek eindigt altijd met een korte rondleiding
door de school ‘in bedrijf’.
Wordt na dit gesprek de belangstelling omgezet in
een
aanmelding
dan
wordt
een
aanmeldingsformulier ingevuld.
Het wennen op school:
Zes weken voordat het kind de vier jaar wordt
neemt de groepsleerkracht van de startgroep
contact op om een afspraak te maken op welke
dagen het kind enkele dagdelen komt kijken en zo
alvast een beetje aan de school, de groep en de juf
kan wennen.
Het intakegesprek:
Als het kind vier tot zes weken op school zit, vindt
er een intakegesprek plaats. Hiervoor komt de
leerkracht op huisbezoek.
Nieuwe leerlingen voor de andere groepen kunnen
natuurlijk ook geplaatst worden.
Vaak blijkt dat een hele dag school met name in de
eerste weken, veel energie vraagt van een
vierjarige. In overleg met de groepsleerkracht kan
dan worden besloten het kind een enkele middag
te laten rusten.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de
kinderen in de school
Dagelijks wordt het werk van de kinderen bekeken
en beoordeeld. In de onderbouw gebeurt dit
vooral door middel van observaties en in de
midden- en bovenbouw meer door middel van
beoordelingen van het gemaakte werk.
Groep 1-2
Driemaal per jaar maken de leerkrachten in de
groepen 1 en 2 een verslag naar aanleiding van
observaties. Deze observaties betreffen het
kringgedrag, het werkgedrag, het speelgedrag, de
sociaal-emotionele ontwikkeling, de motorische
ontwikkeling en de centrering volgens Human
Dynamics. Tijdens de 10-minutengesprekken
vormen deze verslagen de leidraad.
14
Naast deze observaties, worden de landelijk
genormeerde Cito-toetsen afgenomen: Taal voor
kleuters en Rekenen voor kleuters.
In groep 2 wordt aandacht besteed aan
voorbereidend schrijven, wordt er gewerkt met
voorlopers van de rekenmethode en is er
zodoende aandacht voor getalbegrip en kennis van
cijfers.
Bij dit alles proberen we ook hier weer de
ontwikkeling van het kind te volgen. Uitgangspunt
is om een soepele overgang naar de derde groep te
bewerkstelligen.
Groep 3 tot en met 8:
Vanaf groep 3 zijn er de methode gebonden
toetsen. De toetsen geven ons een goed beeld van
het presteren van uw kind, maar zeker zo
belangrijk zijn de observaties die wij dagelijks
uitvoeren; hoe is uw kind tot dit resultaat
genomen, hoe voelt uw kind zich etc. Bij ‘Veilig
leren lezen’ bijvoorbeeld wordt per kern van de
methode de groei en ontwikkeling van uw kind
bekeken.
Cito LOVS
Tweemaal per jaar maken de leerlingen de toetsen
van het leerlingvolgsysteem CITO voor sommige
leerstofonderdelen (b.v. rekenen,
spelling, drie minutentoets, technisch en
begrijpend lezen en rekenen en taal voor
kleuters ).
De Cito kent een vijfpuntschaal: I tot en met V,
waarbij de elke score staat voor 20% van de
Nederlandse leerlingen. D.w.z. dat een kind dat
een 1 score haalt voor een toets hoort bij de 20%
hoogst scorende leerlingen en dat een kind met
een III score behoort tot de gemiddelde
Nederlandse leerlingen
Voor kinderen die een IV of een V score hebben
behaald op een citotoets, wordt door de leerkracht
in overleg met de intern begeleider een
handelingsplan opgesteld. Dit plan wordt met de
ouders besproken.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Entreetoets
In de groepen 6 en 7 wordt aan het einde van het
schooljaar de Entreetoets (Cito) afgenomen. Met
de Entreetoets kan de leerkracht nagaan hoe uw
kind ervoor staat op het gebied van Taal, RekenenWiskunde en Studievaardigheden. Waar is uw kind
goed in en bij welke onderdelen is extra
ondersteuning nodig? De leerkracht kan op basis
van de uitslag zo nodig een gericht plan maken om
kennis bij te spijkeren. Bovendien zijn de uitslagen
van de Entreetoets een goed uitgangspunt voor uw
oudergesprek op school.
Cito Eindtoets
Voor het onderzoek naar de eindvorderingen
maakt de school gebruik van het landelijk CITOonderzoek (februari) voor de leerlingen uit groep 8.
De specifieke functie van de Eindtoets is het geven
van onafhankelijke informatie voor de keuze van
het best passende brugklastype voortgezet
onderwijs. De Eindtoets is een school- of
leervorderingentoets: de toets meet wat een kind
in vergelijking met andere kinderen in acht jaar
basisonderwijs geleerd heeft. En leervorderingen
zeggen iets over de kansen op succes in de
verschillende typen van het voortgezet onderwijs.
Dyslexieprotocol
Voor de groepen 1 tot en met 8 hanteert de school
het protocol “leesproblemen en dyslexie”. Met
behulp van dit protocol wordt de ontwikkeling van
lezen en spellen gevolgd en geëvalueerd. Van
kinderen met lees- en spellingsproblemen worden
in het leerlingdossier bijgehouden welke extra hulp
het kind aangeboden krijgt en met welk resultaat.
Hiertoe worden handelingsplannen opgesteld.
Deze plannen en de gegevens uit het Cito LVS
vormen samen het leesdossier. Met dit leesdossier
kunnen ouders, met ondersteuning van de school
een extern bureau inschakelen voor speciale
begeleiding.
Verslaglegging
De gegevens die we op bovengenoemde manieren
verzamelen, worden verwerkt in de rapporten die
we in de groepen 3 t/m 8, twee keer per jaar
uitreiken. De gegevens worden ook digitaal
bewaard in een persoonlijk leerlingdossier.
Leerlingen bespreken
In
iedere
bouwvergadering
is
‘Leerlingenbespreking’ een vast agendapunt.
Leerkrachten kunnen hier aangeven of zij
problemen ondervinden met een leerling, een
groep of de leerstof. Ook de intern begeleider
heeft hier de mogelijkheid om over toetsuitslagen
15
te overleggen. Samen wordt besloten welke zorg er
wordt geboden.
Drie maal per jaar hebben wij groepsbesprekingen.
Alle kinderen worden dan besproken. Dit
gebeurt bij:
- aanvang van het schooljaar;
- na de Citotoetsen in januari/februari;
- aan het einde van het schooljaar.
Toch zijn er in elke Uitgangspunt hierbij is dat een
‘zorgkind' niet alleen de zorg is voor de betrokken
groepsleerkracht - al of niet te samen met de
Interne Begeleider -, maar door het gehele team
als zodanig wordt beschouwd.
Informatie aan ouders
U, als ouder, vertrouwt uw kind aan onze school
toe. Dit betekent dat u moet weten wat er op
school allemaal gebeurt.
Wij houden u hiervan regelmatig op de hoogte.
Andersom horen wij ook graag van u, als er
bepaalde zaken in de thuissituatie spelen. Wij
kunnen hier dan op school rekening mee houden.
Op deze manier ontstaat er een wisselwerking
tussen ouders en school ten gunste van uw kind.
Zie verder bij 6.1 Informatie aan ouders.
4.3 De zorgprocedure op school
Wanneer een leerkracht of ouder zich zorgen
maakt over de ontwikkeling van een leerling wordt
er eerst in een oudergesprek gekeken naar de
problemen en mogelijke oplossingen.
Wanneer de leerkracht en ouder samen tot de
conclusie komen dat er meer nodig is, kan de
leerling in de Interne HGPD besproken worden.
Door middel van een gesprek met ouders,
leerkracht en Intern Begeleider wordt er gezocht
naar kansen; ‘wat kan een kind wel, in plaats van
wat kan een kind niet'.
Het model waar de school mee werkt, heet
‘HGPD', handelingsgerichte procesdiagnostiek. De
leerkracht beschrijft het probleem in het zgn.
HGPD formulier en kijkt daarbij naar positieve en
negatieve aspecten.
Uitgaande van de positieve ontwikkelingskracht
van kinderen, wil de school adequate zorg bieden
aan kinderen met afstemmingsproblemen en/of
leerproblemen.
Het doel van deze gesprekken is; ‘morgen verder
kunnen in de klas'.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Het Ondersteuningsteam op school
In het kader van de wet op Passend Onderwijs
heeft elke basisschool een
schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Hierin
staat beschreven welke ondersteuning de school
zijn leerlingen kan bieden.
Soms hebben school en ouders zelf niet voldoende
mogelijkheden om de situatie van het kind te
verbeteren. De school kan dan het
ondersteuningsteam inschakelen. Dit
ondersteuningsteam bestaat uit een aan de school
toegewezen onderwijscoach, de wijkcoach, de
intern begeleider en de groepsleerkracht. Zo nodig
kan er hulp ingeroepen worden van de
orthopedagoog van het Samenwerkingsverband.
Deze deskundigen kunnen met hun specifieke
kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling
van het kind en op wat er nodig is aan hulp of
ondersteuning.
Een Ondersteuningsteamoverleg vindt alleen
plaats met toestemming van de ouders en ouders
worden altijd uitgenodigd.
Samen wordt er gekeken naar wat het beste is
voor de leerling in deze situatie.
In enkele gevallen wordt er besloten om een
observatie of onderzoek uit te laten voeren door
een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen, wanneer
de ouder hiervoor schriftelijk toestemming heeft
gegeven.
De resultaten van dit onderzoek worden altijd met
de ouders, de groepsleerkracht, de orthopedagoog
en de intern begeleider besproken.
Passend Onderwijs
Om de veranderingen van en naar Passend
Onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven,
hanteren wij de volgende procedure.
Op onze school wordt bij aanmelding van
1
leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
gekeken of de school in staat is deze behoeften van
het kind, in de groep, te kunnen beantwoorden.
Wij stellen ons dan de volgende vraag:
Welke hulpvraag stelt het kind en wat betekent dat
voor:
Het pedagogisch klimaat.
Het didactisch klimaat.
De leerlingenzorg.
De professionalisering.
De ondersteuning.
De contacten met ouders.
De materiële ondersteuning.
Centraal in die beantwoording staat het belang van
het kind en de mogelijkheden van de school om
het ontwikkelingsproces van het kind te
ondersteunen. De school zal bij die beantwoording
gebruik maken van de ondersteuning van
bijvoorbeeld een school aangesloten bij een
Regionaal Expertise Centrum en/of van de
mogelijkheden die het samenwerkingsverband
WSNS biedt. Bij het besluit (uiteindelijk zal het
bevoegd gezag van onze school dit besluit
nemen) tot toelating of weigering zal er altijd
sprake zijn van een teambesluit. We gaan er
immers van uit dat, bij toelating, de leerling de
gehele basisschoolperiode op onze school zal
verblijven.



16
1
of een leerling met een positieve beschikking van
een commissie voor de indicatiestelling (ook wel
een leerling met een ‘rugzak’ genoemd);
of voor een leerling met een positieve beschikking
van het ZAT (Zorg Advies Team) van het
samenwerkingsverband WSNS;
of voor een leerling die wordt teruggeplaatst van
een speciale school;
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
4.4 Naar het voortgezet onderwijs
Op de informatie avond in september wordt aan
de ouders van groep 8 de eerste informatie
verstrekt over het vervolgonderwijs.
Deze avond heeft een algemeen karakter.
Besproken worden de verschillende types
vervolgonderwijs, de verschillende scholen, de
CITO eindtoets, en de stem van de leerkracht. Wij
kiezen er zeer nadrukkelijk voor om geen voorkeur
voor een bepaalde school/onderwijsvorm uit te
spreken.
Tijdens het eerste contactmoment in november zal
de leerkracht van groep 8 een voorlopig
schooladvies geven.
In het advies en tijdens het gesprek zijn belangrijke
bespreekonderwerpen:
studieplezier;
werkhouding;
leerprestaties;
zelfstandigheid;
inzicht.
In april maken de kinderen de landelijke CITO
eindtoets. In januari houden de scholen voor het
voortgezet onderwijs hun ‘open dagen’, gezellig
maar vooral informatief. U krijgt daar van de
school de uitnodigingen voor. In een
vervolggesprek tussen leerkracht, ouders en kind,
wordt de definitieve keuze gezamenlijk bepaald.
Op deze keuze zijn drie zaken van invloed:
• de wens van de ouders en het kind;
• het advies van de leerkracht (school);
• de uitslag van de CITO eindtoets.
De schoolkeuze is al bepaald voordat de uitslag van
de CITO eindtoets bekend is. De basisschool meldt
daarop de leerlingen aan bij de gekozen
vervolgschool.
Eventuele wensen en bijzonderheden worden dan
ook doorgegeven, schriftelijk of tijdens een
gesprek.
Bij het verlaten van de school wordt er voor de
vervolgschool een Onderwijskundig rapport
opgesteld. Dit onderwijskundig eindrapport geeft
een beoordeling van de leerresultaten aan voor
Nederlandse taal, rekenen en de zaakvakken, en
geeft een waardeoordeel over een aantal
leerattitudes (concentratie, inzet, leergierigheid,
maken van huiswerk, e.d.). Het bevat ook het
advies voor het vervolgonderwijs.
Een kopie van de Cito-Eindvorderingentoets is
hieraan toegevoegd.
17
In de jaren na vertrek worden wij op de hoogte
gehouden van de vorderingen van onze oudleerlingen. Meestal komen de oud-leerlingen ook
zelf nog even terug om hun rapport te laten zien.
Wat erg door ons op prijs wordt gesteld.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
5. HET PERSONEEL
5.1 De samenstelling van het team
In onze school werken twintig leerkrachten.
Daarnaast werken er ieder jaar stagiaires.
Sommigen daarvan heten Leraar In Opleiding (LIOer). De meeste leerkrachten werken parttime. En
dragen samen met een collega de zorg voor een
groep.
De onderwijsassistent biedt onderwijskundige
ondersteuning aan verschillende leerkrachten.
Daarnaast coördineert de intern begeleider, Dodo
Mankor, de leerlingenzorg.
De school beschikt over een conciërge. Zij zorgt
voor netheid in en rond de school en heeft allerlei
ondersteunende taken bij het beheer van de
school. Zij controleert ’s ochtends de
absentielijsten en deelt de schoolmelk uit.
De directeur, Miriam Westgeest, heeft de
dagelijkse leiding over de school.
5.2 Vervanging bij ziekte
Onze school is aangesloten bij het PON
(Personeelscluster
Oost
Nederland).
Bij
afwezigheid van leerkrachten, maakt de school
gebruik van deze invallerspool. Wanneer
vervanging door het PON niet mogelijk is, trachten
wij zoveel mogelijk het intern op te lossen.
5.3 Scholing
Aangezien wij een school in ontwikkeling willen
zijn, maar ook inzichten en eisen doorlopend
veranderen, is het van groot belang dat
leerkrachten zich op gezette tijden bijscholen.
Met de beschikbare beperkte middelen gebeurt dit
op een planmatige manier, overeenkomstig de
doelen van de school. Jaarlijks neemt het team, in
zijn geheel, meerdere keren deel aan een
studie(mid)dag. De kinderen zijn die dag of dat
dagdeel vrij. De betreffende dagen vindt u in de
kalender.
5.4 Opleidingsschool
Aan leraren in wording wordt tijdens hun opleiding
gevraagd stage te lopen op basisscholen in de
diverse groepen.
Onze school ontvangt gedurende het schooljaar
zo’n vijf studenten die een mentor toegewezen
krijgen. De lessen die deze stagiaires geven vallen
ten alle tijden onder de verantwoordelijkheid van
de betrokken groepsleerkracht.
18
LIO/Stagiaires
Elk jaar weer zien leerlingen en ouders nieuwe
gezichten in de school, die in één of meerdere
groepen actief zijn. Vaak betreft het een student
die bezig is met een opleiding tot
onderwijsassistent of de PABO, de pedagogische
academie voor het basisonderwijs.
Uitgaand van het estafettesysteem bieden we als
school maar al te graag plaats aan jonge,
enthousiaste mensen die ooit het onderwijsstokje
van ons kunnen overnemen. Ook het ervaren van
nieuwe
didactische
werkvormen
wordt
gestimuleerd door de inbreng van nieuw bloed,
gevoed ook door wat hun opleiding hen meegeeft.
Zonder meer een WIN-WIN-situatie voor zowel
team als student.
Om de begeleiding van de studenten zo optimaal
mogelijk te laten verlopen, heeft ons team een zgn.
mentorcursus gevolgd en die afgesloten met het
behalen van het mentorcertificaat.
Verder in de toekomst kijkend wordt het van
steeds groter belang om als onderwijsstichting
de beste talenten onder die studenten voor je
scholen te winnen; dit gebeurt o.a. door groepjes
studenten gezamenlijk te laten werken aan
opdrachten, die naast vergroten van de eigen
ontwikkeling van elke student ook veel kan
opleveren aan nieuwe kennis/vaardigheden van elk
schoolteam en bovenschools voor onze stichting.
Het coördineren van alles wat met stage te maken
heeft, is binnen ons team de taak van de zgn.
opleider-in-de-school ( OIDS-er), die enerzijds
ondersteuning biedt aan de mentor/leerkracht, de
individuele student en een groepje studenten dat
werkt aan een opdracht en anderzijds contact
houdt met directie, bovenschools management en
docenten van de opleidingsinstituten.
Deze OIDS-er, in ons team is dat Annemiek Bakker,
is op haar beurt weer bezig zich te bekwamen in
het begeleiden van mentoren en studenten en
hoopt in de toekomst een voortrekkersrol te
kunnen gaan vervullen op het gebied van
ontwikkelen
van
nieuw
beleid
op
school/teamniveau en evt. zelfs stichtingsniveau.
Zij houdt zich bezig met de studentbegeleiding op
de Kennedyschool, namens PABO-Saxion in
Deventer.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
6 DE OUDERS
Alhoewel de leerkrachten altijd verantwoordelijk
zijn voor het onderwijs in de groepen, vinden wij
een grote mate van betrokkenheid van u als ouder
hierbij belangrijk. In een klimaat waarin het kind
voelt dat u zich bij de schoolse zaken betrokken
weet, zal een kind het best kunnen gedijen.
Het tonen van interesse, het bezoeken van
ouderavonden, de vieringen etc., dat alles zijn
mogelijkheden om de betrokkenheid te tonen.
Deze betrokkenheid kan dus blijken uit
belangstelling tonen in het wel en wee van het
kind en de groep, maar ook in het daadwerkelijk
helpen bij uiteenlopende activiteiten.
19
Het Jefka-nieuws
Het Jefka-nieuws is een digitale nieuwsbrief die
eenmaal per maand verschijnt. Hierin vindt u
nieuws over allerlei lopende zaken.
In het Jefka-nieuws staan ook berichten van de
ouderraad.
Aan het begin van het schooljaar kunt u zich
opgeven voor verschillende activiteiten zoals:
Het begeleiden van groepjes kinderen bij
spelletjesmiddagen in de onderbouw.
Het helpen bij vieringen en feesten.
Het vervoer van kinderen van en naar
excursies.
Het begeleiden van de kinderen bij die
excursies.
Het trainen en begeleiden van kinderen
bij sportactiviteiten.
Iedere groep heeft een klassenouder. Een
klassenouder is een ouder, van één van de
leerlingen van de groep, die de leerkracht
ondersteunt bij het organiseren van diverse
activiteiten die in de loop van het jaar
plaatsvinden.
Informatie aan gescheiden ouders
Er zijn kinderen waarvan de ouders niet bij elkaar
leven. Wij vinden het belangrijk om beide ouders
goed te informeren over de ontwikkeling van hun
kind(eren). Voorwaarde is natuurlijk dat beide
ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar
maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt
dan de volgende informatie verstrekt: de
schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de
ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud
aan het kind meegegeven. Als één van de ouders
dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met
de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor
een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd
voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere
gevallen kan hiervan worden afgeweken. Het
originele rapport wordt altijd aan het kind
verstrekt en het kind krijgt één kopie mee. Alle
overige informatie wordt aan het kind in enkelvoud
meegegeven. Op verzoek wordt de overige
informatie ook aan de ouder verstrekt waar het
kind op dat moment niet woont. Een verzoek om
gegevens over het kind aan derden te verstrekken
wordt aan beide ouders gedaan.
6.1 Informatie aan ouders
6.2 Ouderraad en ouderbijdrage
Informatieavonden
Aan het begin van het schooljaar zijn er
Koffieavonden. Tijdens deze avond ontvangt u
informatie over de groep van uw kind. Ook krijgt u
de mogelijkheid om te kijken in de methoden en
alle andere materialen en vragen te stellen.
Drie keer per jaar zijn de 10-minutenavonden.
Deze avonden zijn in november, maart en juni.
Tijdens deze avonden kunt u met de leerkracht
spreken over de leervorderingen en de sociaalemotionele ontwikkeling van uw kind. Ook kunt u
de schriften van uw kind inkijken.
Wanneer u of de leerkracht van uw kind behoefte
heeft aan een langer gesprek dan kunt u of de
leerkracht een gesprek inplannen dat 20 minuten
duurt.
Voor groep 8: zie 4.4 op bladzijde 15.
Ouderraad
De Ouderraad is een vaste groep ouders die zich
inzet voor allerlei activiteiten binnen de school. Zij
komen vier maal per jaar voor overleg bij elkaar.
Dit in aanwezigheid van een leerkracht van de
school, die als contactpersoon fungeert. De O.R
kent een officiële samenstelling d.w.z. met een
voorzitter, secretaris, penningmeester en 6 tot 10
leden.
De raad bestaat uit acht tot twaalf leden, die
gekozen zijn volgens een reglement.
Zij ondersteunt het team bij allerlei klussen en
organisaties van bv. sinterklaas, het kerstfeest en
de Derde Wereld Week. Eenmaal per jaar
organiseert de ouderraad een ouderavond, met
een actueel pedagogisch onderwerp.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Ouderbijdrage
De ouderraad vraagt ieder jaar een vrijwillige
bijdrage van alle ouders. Van deze bijdrage worden
allerlei festiviteiten zoals Sinterklaas, Kerstviering,
maar ook het schoolreisje en uw kopje koffie
tijdens de ouderavonden, betaald.
Deze bijdrage wordt, het liefst, via een machtiging
aan de OR geïnd. Dit bedrag kan ook in termijnen
voldaan worden. Komt uw kind tussentijds op
school of gaat u verhuizen, dan wordt de
ouderbijdrage aangepast of gerestitueerd.
De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks
vermeld in de schoolkalender.
6.3 De medezeggenschapsraad
Middels de Wet Medezeggenschap onderwijs 1992
is geregeld dat er aan iedere school een
medezeggenschapsraad verbonden moet zijn. Ons
bestuur
heeft
daarom
een
medezeggenschapsreglement
voor
het
basisonderwijs opgesteld. Zowel vanuit de ouderals de leerkrachtengeleding, zijn er middels de
richtlijnen uit dit reglement vier leden gekozen. De
M.R. denkt mee, praat mee, adviseert en beslist
over het goed functioneren van de school in al haar
doelstellingen. Hierbij ontmoet de M.R. als haar
gesprekspartners het bestuur van de Stichting
Katholiek Basisonderwijs Gelderland, de directie
van de school en de medezeggenschapsraden van
de overige aan de SKBG verbonden scholen.
Ook uw inbreng met op- en/of aanmerkingen t.a.v.
het functioneren van de school stelt de M.R.
nadrukkelijk op prijs. U kunt ons hier altijd over
aanspreken.
6.4 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
De taak van de G.M.R.
De GMR geeft gevraagd en ongevraagd advies of
instemming betreffende zaken, die met de
overkoepelende Stichting van alle scholen en dus
meestal met alle scholen te maken hebben. Zij is
dus gesprekspartner van het bestuur en de
algemene directie van S.K.B.G.
De leden van de G.M.R.
Namens iedere school hebben 2 personen zitting in
de GMR. In de praktijk betekent dit één
leerkracht en één ouder. Deze personen hoeven
niet in de mr te zitten, maar dienen dan wel
te zorgen voor een zorgvuldig overleg met de mr.
20
6.5 Wet bescherming persoonsgegevens
Op de Kennedyschool worden de volgende
persoonsgegevens verwerkt:
Met betrekking tot de kinderen:
• Naam, geboortedatum en -plaats, adres,
telefoonnummer en het BSN-nummer.
• Gegevens die nodig zijn met het oog op het
welzijn en de gezondheid van leerlingen, zodat een
optimale begeleiding nodig is.
• Naam huisarts en tandarts.
• Overdrachtsgegevens van eventuele school van
herkomst, in het kader van de leerplichtwet.
• Observatieverslagen van lessituaties.
• Resultaten van methodegebonden toetsen en
LVS-toetsen.
• In voorkomende gevallen resultaten van
pedagogisch-,
didactisch
of
psychologisch
onderzoek, voor zover nodig voor verdere
begeleiding.
Met betrekking tot ouders, verzorgers of andere
wettelijke vertegenwoordigers:
• Naam, geboorteplaats, opleiding en beroep.
• Bereikbaarheid tijdens de schooluren.
Toegang tot de gegevens:
Gegevens betreffende naam, adres en telefoon zijn
via groepslijsten beschikbaar voor leerkrachten,
directie, OR en MR, ten behoeve van
de uitoefening van hun functie. Gegevens over u
en uw kind, verkregen via het inschrijfformulier,
worden bewaard in een afgesloten archiefkast.
Hetzelfde geldt voor uitslagen van bijv.
psychologisch onderzoek.
Het leerlingvolgsysteem is slechts toegankelijk voor
functionarissen die uit hoofde van hun functie
gegevens moeten verwerken. Hetzelfde geldt voor
de geautomatiseerde leerlingenadministratie.
Overdracht van gegevens van leerlingen aan
derden geschiedt slechts na toestemming van u als
ouder, dan wel in navolging van wettelijke
verplichtingen.
Bewaartermijn.
De leerlingengegevens (en de daaraan gekoppelde
gegevens van hun ouders) blijven bewaard tot
twee jaar na het verlaten van de school,
behoudens langere wettelijke bewaarplicht. Ten
behoeve van schoolactiviteiten wordt een archief
van groepslijsten bijgehouden.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid voor een uitvoering van
bovenstaande afspraken berust bij de directeur
van de school.
Recht op inzage
Ouders hebben ten alle tijden recht op inzage van
de opgeslagen gegevens.
Toestemming
Wij verzoeken ouders om middels het
inschrijfformulier toestemming te verlenen voor
het verwerken van de gegevens van hun
kind(eren).
6.6 Overblijven
Kinderen kunnen tussen de middag overblijven.
Deze wordt aangestuurd door een leerkracht en
een overblijfcoördinator.
De leerkrachten blijven het eerste kwartier van de
overblijftijd in hun lokaal, samen met de
overblijfkracht.
Het overblijven kost:
€ 175,- per kind voor een heel jaar
€25,- voor een “knipkaart” voor 20 keer
overblijven.
6.7 De klachtenregeling
Per 1 augustus 1998 heeft het schoolbestuur een
algemene klachtenregeling opgesteld.
Ouders/voogd/verzorger van een (ex-)leerling, een
personeelslid, een directielid, een lid van het
bevoegd gezag en/of vrijwilligers
die werkzaamheden verrichten voor de school
kunnen gebruik maken van de klachtenregeling.
De
door
het
bestuur
aangestelde
vertrouwenspersoon gaat eerst na of door
bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.
Heeft de klager
bijvoorbeeld geprobeerd om het probleem met de
aangeklaagde, de contactpersoon van de school of
met de directeur op te lossen?
De klachtenregeling is alleen van toepassing als
men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan.
Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang
van zaken in de school, zullen in onderling overleg
tussen de betrokkenen op een juiste wijze worden
afgehandeld. Indien dit, gelet op de aard van de
klacht, niet mogelijk is, of indien de
afhandeling niet naar tevredenheid heeft
plaatsgevonden, of wanneer men geen gehoor
vindt bij het bestuur, dan kan men een beroep
doen op de klachtenregeling. De klachtenregeling
en de
procedure liggen ter inzage in de school.
21
Een klacht kan schriftelijk ingediend worden bij het
bevoegd gezag en bij de klachtencommissie.
Op school is een contactpersoon. Voor het
indienen van de klacht kan men het best in
contact treden met deze contactpersoon. Dit is
voor onze school: Mevr. G. van Dijk - Kelderman.
Beide genoemde personen zijn ook eerste
aanspreekpunt bij klachten over ongewenste
intimiteiten e.d. Zowel voor leerlingen, ouders,
alsook voor de leerkrachten.
Vertrouwenspersoon namens de stichting is:
De heer Jan Stokvisch
Email: [email protected]
Het adres van de klachtencommissie is:
De klachtencommissie voor het
Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Katholiek
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
7 DE ONTWIKKELING
ONDERWIJS
VAN
HET
7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs
in de school
De Kennedyschool is een school die voortdurend in
ontwikkeling is. Voor de komende jaren is een
beleidsplan vastgesteld, het wettelijk verplichte
schoolplan (2011-2015). Centraal hierin staan het
zorgbeleid, de differentiatie in de groepen in het
kader van het adaptief onderwijs en de
ontwikkeling van Human Dynamics. Hiernaast
wordt er doorlopend gewerkt aan het verbeteren
van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt door het
kiezen van goed materiaal, goede moderne
methoden en methodieken, doorlopend kritisch
naar het eigen product te kijken, door werkwijzen
aan te passen, door cursussen te volgen en nieuwe
inzichten binnen de school te halen, door veel
overleg tussen de groepsleerkrachten etc.
7.2 Samenwerking met andere scholen en
instellingen
SKBG
De school ressorteert onder de Stichting Katholiek
Basisonderwijs Gelderland. Deze stichting beheert
16 scholen. Er is een intensieve samenwerking
tussen de verschillende scholen.
WSNS-Zutphen
De school neemt actief deel aan het project Weer
Samen Naar School (WSNS). Dit is een regionaal
samenwerkingsverband van basisscholen en
scholen voor het speciaal onderwijs. Dit verband
draagt de deskundigheid van het passend
onderwijs uit naar de basisscholen. Zo hoeven
minder leerlingen naar het speciaal onderwijs te
worden verwezen.
De nascholing van de intern begeleider en de
leerkrachten, contacten met orthopedagogen van
de IJsselgroep en de analyses van de resultaten van
de toetsen, stellen ons in de gelegenheid het
onderwijs te verbeteren.
In dit Samenwerkingsverband WSNS Regio Zutphen
zijn er diverse contacten met de basisscholen uit
de gehele omgeving op allerlei niveaus. Deze
samenwerking concentreert zich rond het
gemeenschappelijke Zorg Advies Team (ZAT). De
directeur
en
de
intern
begeleider
vertegenwoordigen de school binnen het SWV.
Vanuit de IJsselgroep is er één orthopedagoog die
de leerlingen van de Kennedyschool begeleidt.
Door de Opleider in de School, Annemiek Bakker
worden enkele stagiaires begeleid. Hierdoor is er
22
intensief contact ontstaan met de Pabo Saxion
Hogeschool in Deventer.
Met de omringende scholen voor het voortgezet
onderwijs is er schriftelijk, soms ook mondeling
contact bij de aanmelding. In het jaar daarna is er
een gesprek met een vertegenwoordiger van de
school over de voortgang van de aangemelde
leerlingen.
7.3 Inspectie
De inspecteur voor het basisonderwijs is voor onze
school:
Inspectie van het onderwijs
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over onderwijs: 0800-8051
Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie,
seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek
geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 09001113111
7.4 Jeugdgezondheidszorg
Voor elke basisschool is een team werkzaam van
de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD
Regio Stedendriehoek. Dit team bestaat uit een:
 Logopediste: Renske de Vries-Achterkamp
 Jeugdverpleegkundige: Mirjam van der
Vegt .
 Jeugdarts: Roelof van Valderen.
De bekendste taak vanuit de GGD voor
schoolgaande kinderen zijn de preventieve
onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren die
de groei en ontwikkeling van een kind kunnen
verstoren, in een vroeg stadium worden
opgespoord. Gedurende de schoolperiode wordt
een kind meerdere keren onderzocht.
Voor ieder onderzoek ontvangt u vooraf een
uitnodiging. Bij alle onderzoeken en de vaccinatie
van de 9-jarigen wordt uw aanwezigheid verwacht.
Dit geldt niet voor de logopedische
screening. Na elk onderzoek wordt u geïnformeerd
over de bevindingen.
De GGD werkt samen met de huisarts, de
specialist in het ziekenhuis en met Bureau
Jeugdzorg, maatschappelijk werk, buurtwerk,
psychologe, pedagogen en anderen.
Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in
overleg met ouder(s)/verzorgers(s).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met de GGD Gelre-IJssel op telf.nr.: 088-4433000
of een kijkje nemen op hun site:
www.ggdgelre-ijssel.nl
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Advisering en verwijzing
Naar aanleiding van het onderzoek kan de
JGZ-medewerker afhankelijk van de bevindingen:
· Gericht advies en/of begeleiding geven aan
kinderen
en
ouders.
Bijvoorbeeld
bij
gedragsproblemen met kinderen op school of
thuis, gezondheidsvragen, problemen in de spraaken taalontwikkeling.
· Een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen
voor een follow up.
Daarnaast kan voor uitgebreider onderzoek of
behandeling verwezen worden naar een andere
hulpverleningsinstelling.
Onderzoek op verzoek
Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door
hun ouders, leerkrachten of intern begeleider
aangemeld worden voor nader onderzoek door
jeugdarts, verpleegkundige of logopedist.
Ondersteuning van leerkrachten
GGD medewerkers kunnen leerkrachten
ondersteunen en adviseren bij het opzetten en
uitvoeren van activiteiten, gericht op bevordering
van gezond gedrag en sociale redzaamheid in het
basisonderwijs. Ook adviseren zij over het gebruik
van
leskisten,
lespakketten
en
andere
voorlichtingsmaterialen
uit
het
documentatiecentrum van de GGD.
Hoofdluisbeleid van de school
Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem.
Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen
kan deze besmetting gemakkelijk van het ene naar
het andere kind overgebracht worden. De school is
ongewild zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel
school als ouders een stuk
verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de
bestrijding
van
hoofdluis.
Het
is
de
verantwoordelijkheid van de school om een aantal
voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de
verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt
beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van u als
ouders om uw kind(eren) te controleren op
hoofdluis en zo nodig uw kind(eren) te
behandelen.
Om het hoofdluisprobleem onder controle te
houden kiezen wij voor een systematische aanpak.
Zo zijn er op de Kennedyschool voor elke groep 2
hoofdluisouders. Op een aantal vaste tijdstippen, 5
à 6 maal per jaar, worden alle leerlingen op school
gecontroleerd op hoofdluis. Deze controles
worden gehouden in de week na elke vakantie.
Deze ouders worden extra ingeschakeld in
periodes dat de hoofdluis weer actiever is.
23
Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd
wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld
worden, maar zal de coördinator Hoofdluis, in dit
geval de intern begeleider, namens de werkgroep
telefonisch contact opnemen met de ouders van
het kind. Ook worden er brieven uitgedeeld in de
groep waar de hoofdluis geconstateerd is.
Op de kalender ziet u wanneer de controles zijn,
tevens wordt u middels een berichtje in de
nieuwsberichten op de hoogte gebracht.
Ook hebben alle kinderen een luizencape.
Deze hangt aan hun kapstok. Hierin moeten zij
dagelijks hun jas, das, muts etc. doen. De school
heeft deze capes aangeschaft en de kinderen
maken er gebruik van tegen een vergoeding van
€10,-.
8 DE RESULTATEN
ONDERWIJS
VAN
HET
Jaarlijks neemt de school deel aan de CITO
eindtoets. Het resultaat van de afgelopen 5 jaren
van deze toets was:
2008
2009
2010
2011
2012
2013
538,3
536,5
536,6
539,9
538,5
539,9
De uitstroom van de leerlingen na groep 8 komt
veelal overeen met het behaalde resultaat. De
meeste leerlingen gaan na het basisonderwijs naar
een school voor Voortgezet Onderwijs in
Zutphen/Warnsveld.
Voor alle leerlingen die de school verlaten, wordt
door ons een onderwijskundig rapport opgesteld.
Nadien gaat het naar de school voor het
Voortgezet Onderwijs.
In sommige gevallen wordt een rapport ook nog
mondeling toegelicht. Dit gebeurt, wanneer er
specifieke omstandigheden/problemen zijn, die
beter mondeling toe te lichten zijn.
Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.
Het voortgezet Onderwijs geeft jaarlijks de
tussentijdse rapport/examenresultaten door.
Dit geeft ons zicht op hoe het met onze oudleerling gaat en ook of wij het juiste advies hebben
gegeven.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
9 REGELING
VAKANTIES
SCHOOLTIJDEN
EN
9.1 Schooltijden
Dag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Groep
1A
1B t/m 8
1 t/m 8
1 t/m 8
1 t/m 8
1 t/m 4
5 t/m 8
Ochtend
08:30-12:00
08:30-12:00
08:30-12:00
08:30-12:15
08:30-12:00
08:30-12:00
08:30-12:00
Middag
13:00-15:00
13:00-15:00
Vrij
13:00-15:00
Vrij
13:00-15:00
Naar School
De kleuters van de groepen 1 en 2 kunnen vanaf
een kwartier voor schoolaanvang gebracht
worden. (Dus tussen 08.15 - 08.30 uur en tussen
12.45 uur - 13.00 uur)
Voor de overige leerlingen gat de bel vijf minuten
voor het begin van de school. Het toezicht op het
schoolplein begint telkens een kwartier voor het
begin. (08.15 uur en 12.45 uur).
Aan het eind van de ochtend en ook aan het eind
van de middag gaan de kleuters vijf minuten
eerder uit dan de overige groepen, om te grote
drukte bij de hekken te voorkomen.
9.2 Leerplicht, verlof en verzuim
Kinderen van 5 tot 16 jaar zijn leerplichtig. Zij
moeten naar school. Zo kunnen zij zich
voorbereiden op de maatschappij en de
arbeidsmarkt. Jongeren die na hun 16e nog geen
startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18e
onderwijs volgen. Een startkwalificatie is een
diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 of hoger).
De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4
jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de
Leerplichtwet, maar voor hen gelden wel de regels
die de school voert over aanwezigheid en het
volgen van het onderwijs.
Verlof bij bijzondere gebeurtenissen is mogelijk
bij de volgende gebeurtenissen:
het voldoen aan wettelijke verplichtingen,
voor zover dit niet buiten de lesuren kan
geschieden.
huwelijk van bloed- of aanverwanten (1
dag)
verhuizing (1 dag)
ernstige ziekte van ouders of bloed- of
aanverwanten
overlijden van bloed- of aanverwanten
bij viering van 25-, 40- en 50-jarig
dienstverband van (groot)ouders (1 dag)
24
bij viering van 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60jarige huwelijksjubileum van
(groot)ouders(1 dag)
voor andere naar het oordeel van de
directeur belangrijke redenen, maar géén
vakantieverlof.
Ouders en leerlingen moeten voldoen aan de
voorwaarden bij geoorloofd schoolverzuim. Bij
ziekte moet de directeur dit op tijd horen. Heeft de
leerling
een
verplichting
vanuit
zijn
geloofsovertuiging? Ook dan moeten de leerling en
ouders de directeur van te voren informeren.
Afwezig zijn door een huwelijk of begrafenis mag
alleen als de directeur vooraf toestemming heeft
gegeven.
Vraag niet meer verlof aan dan echt noodzakelijk.
Het is niet in het belang van het kind om school te
moeten missen!
Mag ik mijn kind buiten de schoolvakanties mee
op vakantie nemen?
U mag uw kind niet mee op vakantie nemen buiten
de schoolvakanties. Doet u dit wel, dan overtreedt
u de Leerplichtwet. U kunt wel bij de schooldirectie
een verzoek indienen voor verlof buiten de
schoolvakanties.
Voorwaarden verlof voor vakantie buiten
schoolvakantie
Wilt u een verzoek voor verlof buiten de
schoolvakanties doen? Dan moet uw verzoek ten
minste aan de volgende voorwaarden voldoen:
Het gaat om een gezinsvakantie.
De vakantie kan niet plaatsvinden in de
vastgestelde schoolvakanties door het
beroep van u of uw partner.
Het verlof valt niet in de eerste 2 weken
na de zomervakantie.
Aanvragen verlof voor vakantie buiten
schoolvakantie
Dien de verlofaanvraag zo vroeg mogelijk in bij de
directeur van de school. Dit doet u minimaal 8
weken van tevoren. Elke aanvraag voor vakantie
buiten de schoolvakanties wordt individueel
beoordeeld. De directeur kan u om een
werkgeversverklaring of een eigen verklaring
zelfstandige vragen. Soms vraagt de directeur de
leerplichtambtenaar om advies.
U kunt uw kind maximaal 1 keer per jaar buiten de
schoolvakanties meenemen op vakantie.
Aanvraag voor verlof dient altijd schriftelijk te
gebeuren. Het formulier kunt u bij de directie
verkrijgen of downloaden via de site: www.jfk.nl,
klik op formulieren in het menu.
Schoolgids 2014-2015
R.K. Basisschool J.F. Kennedy
Zutphen
Verlofaanvraag van meer dan 10 schooldagen
Verlof buiten de schoolvakanties mag nooit langer
dan 10 schooldagen duren. Dient u toch een
verlofaanvraag in voor meer dan 10 dagen? Dan
stuurt de directeur van de school de aanvraag door
naar de leerplichtambtenaar. De ambtenaar laat
over het algemeen het advies van de schoolleiding
meewegen in zijn besluit. Meestal is ook een
verklaring van een arts of sociale instantie nodig.
Daaruit moet blijken dat het verlof nodig is.
Bezwaar maken tegen beslissing vakantie leerling
Bent u het niet eens met een beslissing over de
vrijstelling? Dan kunt u schriftelijk bezwaar maken
bij degene die de beslissing heeft genomen.
Informatie over Leerplicht
Wilt u meer informatie over de leerplicht en
schoolverlof?
Of
denkt
u
dat
de
leerplichtambtenaar u bij een specifiek probleem
kan helpen?
Schroom dan niet contact op te nemen met een
leerplichtambtenaar van de gemeente Zutphen.
Telefoon: (0575) 58 70 00. Mailen kan ook:
[email protected] t.a.v. team Leerplicht.
http://www.leerplicht.net/webpages/nieuws.html
9.3 Vakantietijden
Bij aanvang van het schooljaar worden de
vakanties in de schoolkalender bekend gemaakt.
Het vervroegen of verlengen van schoolvakanties
valt niet onder de bovengenoemde ‘gewichtige
redenen’. Wij verwachten dat u het bezoek aan
een arts of tandarts zoveel mogelijk buiten
schooltijden afspreekt. Lukt dit niet, dan dient dit
(bij voorkeur tussen 08:00 uur en 08:30 uur) aan de
school gemeld te worden.
Bij ziekte graag doorgeven, wanneer het een
zogenaamde kinderziekte betreft, zodat dit zo
nodig aan andere leerkrachten en ouders gemeld
kan worden.
25