John F Kennedyschool John Fitzgerald Kennedy werd op 29 mei 1917 in Brookline (Mass., V.S.) geboren en werd op 22 november 1963 in Dallas (Texas, V.S.) door een sluipschutter vermoord. Hij werd in 1960 de democratische kandidaat voor het presidentschap en werd de eerste roomskatholieke president van de Verenigde Staten. Toen de sluipschutter op 22 november 1963 president Kennedy bij een bezoek aan Dallas vermoordde was de schok van deze gebeurtenis in de gehele wereld zeer groot. Kennedy was, zo bleek bij zijn tragische dood, voor miljoenen het symbool geworden van de hoop op vrede en een nieuw begin. RKBS John F Kennedy Directeur: mevr. M.J.F. Westgeest Leeuweriklaan 21 7203 JD ZUTPHEN Telefoon: 0575 516817 E-mail: [email protected] Website: www.jfk.nl Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen INLEIDING 4 1. DE SCHOOL 5 1.1 1.2 1.3 1.4 DE RICHTING DE IDENTITEIT SITUERING VAN DE SCHOOL SCHOOLGROOTTE 5 5 5 5 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 6 2.1 VISIE 6 2.2 MISSIE: “WE BRENGEN TALENT TOT BLOEI” 6 2.3 UITGANGSPUNTEN VAN ONS PEDAGOGISCH HANDELEN 7 2.4 HET LEEFKLIMAAT 8 2.5 GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID 8 3. SCHOOLORGANISATIE 9 3.1 LEREN/ONTWIKKELEN IN DE ONDERBOUW 9 3.2 LEREN/ONTWIKKELEN IN DE MIDDEN- EN BOVENBOUW. 9 4. DE ZORG VOOR KINDEREN 14 4.1 DE AANNAME NIEUWE LEERLINGEN 14 4.2 HET VOLGEN VAN DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN IN DE SCHOOL 14 4.3 SPECIALE ZORG 15 4.4 NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS 17 5. HET PERSONEEL 18 5.1 DE SAMENSTELLING VAN HET TEAM 5.2 VERVANGING BIJ ZIEKTE 5.3 SCHOLING 5.4 OPLEIDINGSSCHOOL 18 18 18 18 6 DE OUDERS 19 6.1 INFORMATIE AAN OUDERS 19 6.2 OUDERRAAD EN OUDERBIJDRAGE 19 6.3 DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD 20 6.4 GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD 20 6.5 WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS 20 3 6.6 OVERBLIJVEN 6.7 DE KLACHTENREGELING 7 DE ONTWIKKELING ONDERWIJS 21 21 VAN HET 22 7.1 ACTIVITEITEN TER VERBETERING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 22 7.2 SAMENWERKING MET ANDERE SCHOLEN EN 22 INSTELLINGEN 22 7.3 INSPECTIE 22 7.4 JEUGDGEZONDHEIDSZORG 22 8 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 23 9 REGELING SCHOOLTIJDEN EN VAKANTIES 24 9.1 SCHOOLTIJDEN 9.2 LEERPLICHT, VERLOF EN VERZUIM 9.3 VAKANTIETIJDEN 24 24 25 Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Inleiding Voor u ligt de schoolgids van basisschool ‘John F Kennedy’. In deze gids geven wij een beeld van de school en haar ontwikkeling. Daarbij willen wij u als huidige en toekomstige ouders inzicht geven in onze doelen, werkwijzen en activiteiten. Dit is van groot belang voor u als primaire opvoeders van uw kind(eren). Onderwijs is immers een integraal onderdeel van de totale opvoeding en moet dan ook als zodanig zoveel mogelijk aansluiten bij de opvoedingsdoelen van ouders. Wij hopen dat deze gids hieraan een bijdrage levert en dat de inhoud ervan een goed beeld van onze school geeft. In het eerste gedeelte vindt u informatie over de richting, uitgangspunten, doelen en het onderwijs zoals dat op onze school wordt gegeven (hoofdstuk 1 t/m 3). In hoofdstuk 4 leest u hoe wij de zorg voor de aan ons toevertrouwde kinderen hebben georganiseerd. In de hoofdstukken 5 en 6 krijgt u informatie over het personeel en over de samenwerking met de medezeggenschapsraad en de ouderraad. In hoofdstuk 7 beschrijven wij de ontwikkeling van het onderwijs op onze school. In hoofdstuk 8 worden de resultaten van ons gegeven onderwijs beschreven en in hoofdstuk 9 staan de schooltijden van de school. Hoofdstuk 10 geeft u allerlei wetenswaardigheden over de school. Een gedeelte van de informatie, en vooral de informatie die betrekking heeft op het komende schooljaar, wordt ook vermeld in de schoolkalender. Deze wordt jaarlijks aan alle ouders uitgereikt. 4 Wij wensen u niet alleen veel leesplezier met deze gids, maar verzoeken u ook naar de directie, de leerkrachten of de medezeggenschapsraad te reageren naar zaken die u mist of die bij u vragen oproepen. Wij hopen dat deze gids een stimulans zal zijn voor een optimale communicatie tussen ouders en school. Namens het team: Miriam Westgeest Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 1. DE SCHOOL 1.1 De richting 1.3 De identiteit Basisschool ‘John F Kennedy’ behoort tot het bijzonder onderwijs. Dat wil zeggen dat de school zelf inhoud mag geven aan het onderwijs, zelf daarvoor de vorm mag kiezen en een eigen bevoegd gezag kent in de vorm van een stichting of vereniging. Een rijksinspecteur houdt toezicht op de naleving van de Wet op het Basisonderwijs. Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland (SKBG) Onderwijs. De Kennedyschool is een katholieke basisschool. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren om te gaan met en vorm te geven aan vragen naar zin en betekenis (levensvragen). In de lessen godsdienst/levensbeschouwing gaan de kinderen met de leerkracht hierover in dialoog met elkaar. In de bovenbouw krijgen zij vanuit diverse geestelijke stromingen mogelijkheden aangereikt. In dagopeningen en vieringen nodigen we kinderen uit om in gebed, zang, dans of drama, uiting te geven aan wat hen beweegt. Leerkrachten geven daaraan gestalte in het omgaan met de kinderen, de ouders en elkaar. Op onze school wordt aandacht besteed aan het specifieke van het katholieke geloof. We werken met catecheseprojecten, houden samen vieringen en werken samen met de parochie rondom de Eerste Communie en het Vormsel. Haar adres is: SKBG Onderwijs Postbus 194 7390 AD Twello T. 0571 261109 F. 0571 262711 College van Bestuur Dhr. P. Appel Raad van Toezicht Dhr. W. Weijers (voorzitter) Mw. E. Kopmels Mw. I. van Dorp Dhr. G. Akse Dhr. H. van der Noordt. 1.2 Situering van de school De R.K. Basisschool John F. Kennedy werd in 1965 gesticht en verhuisde in 1966 vanuit de binnenstad naar een nieuw gebouw aan de Valckstraat aan de rand van de stad. Enige jaren later werd er een kleuterschool - het voormalige Kwetternest - aan toegevoegd. Met ingang van 1 augustus 1996 is de school, in het kader van de herhuisvesting basisscholen in Zutphen, verhuisd naar het gebouw van de voormalige Julianaschool (1984) aan de Leeuweriklaan. Sinds januari 2014 is de Kennedyschool gevestigd in een geheel vernieuwde school met 13 leslokalen en allerlei extra werkplekken voor kinderen. 5 De school stelt zich open voor kinderen van alle gezindten. 1.4 Schoolgrootte De Kennedyschool telt de laatste jaren iets minder dan driehonderd leerlingen, afkomstig van gezinnen met een grote diversiteit aan levensbeschouwelijke achtergrond. Deze kinderen zijn ondergebracht in 10 groepen. De groepen worden begeleid door ongeveer twintig groepsleerkrachten. Daarnaast beschikt de school over een onderwijsassistent, een administratieve kracht en een conciërge. Het geheel staat onder leiding van de directeur (mevr. M. Westgeest) De school maakt deel uit van de Stichting van Katholiek Basisonderwijs Gelderland (SKBG) en in die zin maakt zij gebruik van de voorzieningen van dat verband. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Visie 2.2 Missie: “We brengen talent tot bloei” Elk mens is een individu en maakt deel uit van een groep. Er is wederzijdse afhankelijkheid. Dit houdt in dat een kind sociale vaardigheden ontwikkelt. Ons onderwijs leert kinderen om kritisch om te gaan met ervaringen, gegevens en begrippen en zo uit te groeien tot zelfstandige, vrije mensen met een positief gevoel van eigenwaarde. Wij bieden de kinderen een kansrijke en stimulerende omgeving. Met het onderwijs op school willen we ons niet alleen richten op de ontwikkeling van het verstand (het hoofd), maar ook die van het lichaam (de zintuigen) en die van de wil, de emoties en de waarden (het hart). We achten het noodzakelijk in ons onderwijs recht te doen aan de ontwikkeling van het individuele kind. Vanuit de visie en de identiteit brengt de John F. Kennedy conform de missie van SKBG talent tot bloei. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Onderwijs bij ons op school wil daarom een kunst van het evenwicht zijn. Vandaar het motto: John F. Kennedyschool voor evenwichtig onderwijs. Een ontspannen en optimistische levenshouding staat centraal binnen onze school. Belangrijke kernwaarden van school zijn: Betrokkenheid: Aandacht voor elkaar en voor een prettige gezellige sfeer in de klas en in de school. Bekwaamheid: Leerkrachten zijn professionals en in staat om ieder kind te begeleiden in zijn persoonlijke leerontwikkeling. Bezieling: Vol motivatie een uitdaging aangaan. Vertrouwen: Vertrouwen als basisvoorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling, vertrouwen in jezelf en in elkaar. Ontwikkeling: Openstaan voor vernieuwingen en vooruitgang. Visie op schoolklimaat: sociaal veilige / fysiek veilige leer- en werkomgeving (3 x R) Essentiële voorwaarden voor een effectieve en efficiënte leeromgeving is gelegen in rust, reinheid en regelmaat, waarin genegenheid en geborgenheid in de relatie ligt besloten. 6 De vorm waarin de John F. Kennedyschool het onderwijs de komende jaren gaat aanbieden, zal zich fundamenteel richten op de leerstijlen rekening houdend met mentale, emotionele en fysieke aanleg van het kind en waarbij tevens sprake is van evenwicht tussen de cognitieve, creatieve, sociaal-emotionele en motorische gebieden. De John F. Kennedyschool wil meer tegemoetkomen aan de basisbehoeften van kinderen die zich concentreren rond de begrippen relatie, competentie en autonomie. Vervolgens wil de John F. Kennedyschool een school zijn waarin de behoefte van kinderen om te werken in een omgeving van rust, structuur en veiligheid tot haar recht komt. De omarming van deze onderwijsvisie heeft verstrekkende gevolgen voor de manier waarop leerkrachten, onderwijs- en klassenassistenten met leerlingen en ouders omgaan, voor de indeling van lokalen en de huisvesting in het algemeen, voor de investeringen de komende jaren in lesmateriaal, etc. Aan al deze omstandigheden wordt de komende jaren extra aandacht besteed. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 2.3 Uitgangspunten handelen van ons pedagogisch Om tegemoet te komen aan de eigen leer – en communicatiestijl van ieder kind werken wij op de Kennedyschoolschool met de uitgangspunten van Human Dynamics. Human Dynamics: Aan iedere persoonlijkheid drie basisprincipes ten grondslag: het mentale principe (denken – objectiviteit), het emotionele principe (relatie – voelen) en het fysieke principe ( realiseren – doen). Alle principes zijn in elk mens vertegenwoordigd. Echter bij ieder mens neemt één van deze principes een centrale plek in. Dit noemen we ‘gecentreerdheid’. Deze gecentreerdheid bepaalt hoe mensen van nature informatie verwerken, problemen oplossen, taken uitvoeren, leren, met andere omgaan en communiceren. Persoonlijkheidsdynamieken De gecentreerdheid (je eerste principe) bepaalt hoe mensen van nature informatie verwerken, problemen oplossen, leren etc. Naast dit centrale principe is het tweede principe belangrijk. Het tweede principe bepaalt wat voor soort informatie men meestal verwerkt. De koppeling van de centrering (eerste principe: het hoe) en de focus (tweede principe: het wat) geeft vorm aan je persoonlijkheidsdynamiek. Het derde principe is vaak wel aanwezig, maar minder sterk ontwikkeld. Dit is tevens de richting waar iemand zich kan ontwikkelen. Human Dynamics biedt ons een neutrale, maar zeer wezenlijke basis voor het kijken naar kinderen. Sommige leerlingen leren pas iets wanneer zij een goede relatie met de docent hebben en ze in een goede sfeer, liefst ook samen met anderen, kunnen werken. Deze kinderen leven in een wereld van gevoelens. Zij zien de gevoelens van zichzelf en van anderen heel goed. Ze kunnen goed organiseren en verbanden leggen. Zij zijn positief en zelfbewust. Bij deze kinderen staat het emotionele principe voorop. Ook is er een groep die bij voorkeur leert door te doen, te weten hoe iets werkt of in elkaar steekt, wat de onderlinge samenhang is en wat het praktisch nut hiervan is. Deze kinderen hebben vaak een goed gevoel voor kwaliteit, functie en geheel. Deze kinderen leren vanuit het fysieke principe. Anderen leren pas echt wanneer duidelijk is waarom zij iets moeten leren en wanneer zij dit in rust en stilte mogen doen, bij voorkeur eerst alleen. Deze kinderen willen graag overzicht, rust 7 en structuur. Zij zijn helder en duidelijk en kunnen doelen op een langere termijn stellen. Dit zijn de kinderen die leren vanuit het mentale principe. Met Human Duynamics sluiten we aan op adaptief onderwijs. Onderwijs dat gericht is op de basisbehoefte van kinderen: relatie, autonomie, en competentie. Relatie: het gevoel hebben welkom te zijn, je geaccepteerd voelen, erbij horen. Competentie: het gevoel hebben dat je de taken die je krijgt, aankunt en dat je er steeds meer bijleert en dus steeds meer aankunt. Autonomie: weten dat je voor een deel je leergedrag zelf kunt sturen. De leerkracht stemt in de groep zijn of haar gedrag af op de basisbehoeften van leerlingen om zo onderwijs te kunnen geven waarin leerlingen gemotiveerd aan het werk gaan en waarvan alle leerlingen kunnen profiteren. Voor kinderen met een Emotionele centrering betekent dit dat de verbinding tussen hem/haar en de ander heel belangrijk is. Kinderen met een emotionele centrering maken persoonlijk contact en dragen bij aan een gezonde interactie en communicatie binnen de groep. (= Relatie) Voor kinderen met een Fysieke centrering betekent dit dat het gericht kijken en opnemen voor er gestart kan worden heel belangrijk is. Wanneer kinderen met een fysieke centrering voldoende tijd krijgen zijn zij in staat om goed doordacht werk af te leveren (= Competentie) Kinderen met een Mentale centrering werken vaak vanuit een individualistische houding, het verhoudt zich tot jou alleen. Wanneer het mentale principe goed ontwikkeld is geeft dit kinderen de mogelijkheid onafhankelijk te zijn en eigen keuzes te maken = Autonomie. Door in ons onderwijsaanbod aandacht te geven aan de 3 principes ontwikkelen we in kinderen relatie, competentie en autonomie. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 2.4 Het leefklimaat Wij willen een plek zijn, waar kinderen graag zijn en zich veilig voelen. De omgang met de kinderen is dan ook open, maar altijd vanuit een opvoedingsperspectief. Als een kind zich veilig voelt, kan het al zijn energie richten op zijn eigen ontwikkeling, zowel intellectueel, sociaalemotioneel als creatief. De school ontwikkelt verschillende activiteiten die samen dit open klimaat bepalen. Rust is hierbij voor ons een pedagogisch kernbegrip. Alleen in een rustige, veilige omgeving kan geconcentreerd gewerkt worden. De school vindt het van groot belang dat alle kinderen zich veilig en geborgen voelen op school. Kinderen die meer behoefte aan zorg en bescherming hebben, wordt dat ook geboden. 2.5 Gezamenlijke verantwoordelijkheid In overleg met ouders, oudergeledingen zoals de MR en de OR, willen we de ontwikkeling van ieder individueel kind zo vloeiend mogelijk laten verlopen. In alle groepen wordt gewerkt met de methode “Kanjertraining”. Deze methode plaatst de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in een brede context. De voornaamste doelen van het lesprogramma zijn: Bevorderen van sociaal gedrag: De zorg en respect voor een ander. Inleven in gevoelens van anderen, tolerantie, samenwerken en weten hoe conflicten op te lossen zijn, zijn belangrijke leerdoelen. Evenals samenwerken aan een goede sfeer, oog krijgen voor gevolgen van bepaald gedrag en het bestrijden van pesten. Bevorderen van moreel besef (waarden en normen): Moreel besef is gericht op het kiezen voor het goede. We willen, o.a. met deze methode, dat kinderen proberen zorgzaam te zijn, vriendelijk, verdraagzaam, beleefd en trouw. Dat kinderen in staat zijn hun moreel besef verder te ontwikkelen. Bevorderen van een gezonde emotionele ontwikkeling: Wij vinden emoties belangrijk. Kinderen leren de verschillende emoties van zichzelf en van anderen te herkennen en te begrijpen. Het belangrijkste doel is dat een kind positief over zichzelf en een ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect 8 merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties en daardoor komt tijd en energie vrij. Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en van de leerkrachten. Tijdens de Kanjertraining staan vijf afspraken centraal: we vertrouwen elkaar; we helpen elkaar; niemand speelt de baas; niemand lacht uit; niemand doet zielig. Alle teamleden hebben hiervoor een speciale training gevolgd. Mocht het aan de orde zijn dan wordt er vooraf, voor alle ouders een ouderavond gehouden. Tijdens die avond wordt het volgende verteld: Wat het doel van ons en de methode is. Wat ouders van de school mogen en kunnen verwachten. Wat binnen de competentie en verantwoordelijkheid van de school en de ouders valt. Wat van kinderen mag worden verwacht als we letten op de sociale omgang met elkaar. Op welke wijze ouders en school het best kunnen samenwerken in de aanpak van gedrags- en/of leerproblemen (ook hier vorderen we samen) Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 3. SCHOOLORGANISATIE 3.1 Leren/ontwikkelen in de onderbouw In de onderbouw staat vooral het spel centraal. Het is de wijze waarop de kleuter zich ontwikkelt en leert. Kenmerkend voor deze periode is de ontwikkeling van de zintuigen, de grove en fijne motoriek, het waarnemen als aanvang van het denken, de taalontwikkeling en de sterke imitatiedrang. Op een ongedwongen, maar wel gestructureerde wijze wordt de ontwikkeling van het spel gestimuleerd. Er is gekozen om te werken vanuit projecten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind zoals bijv.: herfst, hier woon ik, sprookjes, lente e.d. Er wordt gewerkt vanuit de zes ontwikkelingsgebieden die nauw met elkaar verbonden zijn: 1. De sociale ontwikkeling. Dat wil zeggen dat de kinderen zich op de juiste wijze weten aan te passen in de groep en bereid zijn andere kinderen te helpen waar dit nodig is. 2. De zintuiglijke ontwikkeling. Het zo goed mogelijk ontwikkelen van alle zintuigen (gehoor, waarnemen enz.). 3. De motorische ontwikkeling. De grove motoriek en de fijne motoriek en de ontwikkeling van de grove naar de fijne motoriek. Dit is belangrijk om te leren schrijven. 4. De taalontwikkeling. Er wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Schatkist’. De kinderen worden gestimuleerd tot het spontaan reageren en vertellen. Er wordt interactief voorgelezen en er zijn woordenschat- en vergrotingsoefeningen. 5. De verstandelijke ontwikkeling. Dit gebeurt d.m.v. allerlei ontwikkelingsmaterialen. Centraal uitgangspunt vormen de leerlijnen van het taal- en rekenonderwijs. Er wordt niet vanuit methodes gewerkt, maar een methode wordt vaak als bronnenboek gebruikt. Zo gebruiken we bij rekenen de methode Wereld in Getallen, net als in de groepen 3 tot en met 8. 6. De expressieve ontwikkeling: muziek, dans en drama. Het kind moet zich op zijn eigen wijze kunnen ontplooien en zijn emotionele spanningen kunnen uiten. Hij/zij moet ervaringen kunnen opdoen met verschillende materialen en technieken, zodat zijn inzicht groter wordt. 9 3.2 Leren/ontwikkelen in de midden- en bovenbouw. Rekenen: Voor rekenen gebruiken wij de methode Wereld in Getallen. Opbouw: Eerst wordt instructie gegeven voor oriëntatie en begripsvorming. Dan oefenen de kinderen zelfstandig. Uiteindelijk gaan zij het onderwerp automatiseren. Elke les is op dezelfde manier opgebouwd: de eerste helft van de les is voor instructie en de tweede helft werken de kinderen zelfstandig. Differentiatie: Niet alle kinderen rekenen even makkelijk en vlot. De wereld in getallen houdt daar rekening mee. Eerst krijgen alle kinderen centrale instructie. De rekenzwakke kinderen krijgen verlengde instructie. Daarna oefent ieder kind zelfstandig in de weektaak met oefeningen op zijn eigen niveau: minimum, basis of plus. Ieder kind kan gemakkelijk doorwerken van het ene naar het volgende niveau. Multimediaal: Het gebruiksvriendelijke computerprogramma biedt de kinderen oefeningen, experimenten en spellen. Weektaak: In de weektaak zijn de opgaven voor zelfstandig werken ondergebracht. Ieder kind zorgt zelf voor de afronding van de eigen weektaak door er dagelijks aan te werken. In de weektaak komt alleen reeds behandelde en bekende stof aan de orde. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. De oefensoftware is een vast onderdeel van de weektaak. Vanuit de weektaak wordt duidelijk verwezen naar de bijbehorende computeroefeningen die het kind moet maken. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Lezen in groep 3: In groep 3 wordt met het aanvankelijk lezen gestart met behulp van de methode ‘Veilig leren lezen’. Deze methode heeft de volgende uitgangspunten: Didactiek: Veilig leren lezen is een structuurmethode. Met zorgvuldig gekozen woorden wordt leerlingen de alfabetische structuur van ons spellingsysteem bijgebracht. Door deze ‘structureerwoorden’ te zien, te horen en uit te spreken, leren kinderen klanken en letters verbinden en deze vaardigheid ten slotte te automatiseren. Leesontwikkeling: Met Veilig leren lezen kunt u leerlingen al snel nieuwe woorden laten lezen met de letters die ze hebben geleerd. Verder is er veel aandacht voor het automatiseren van de letterkennis en het stimuleren van vloeiend lezen. Differentiatie: Veilig leren lezen biedt concrete mogelijkheden en materialen om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Zo is er een “maangroep” voor kinderen die starten met het leesonderwijs en een “zongroep” voor kinderen die al vlot kunnen lezen. Met de bijbehorende differentiatiematerialen wordt vervolgens gezorgd voor de juiste aanpak voor elke leerling. Multimediaal: Veilig leren lezen is een multimediale methode. Naast kleurrijke leesboekjes, werkboekjes en andere materialen, biedt de methode ook digitale toepassingen. Met het computerprogramma Veilig leren lezen oefenen de leerlingen technisch lezen, spellen en begrijpend lezen. Vanaf groep 4 werken we voor Technisch lezen met de methode Estafette. Begrijpend lezen in de hogere groepen: Vanaf groep 4 werken wij met de methode Nieuwsbegrip (XL). Deze methode is opgezet als een motiverende en leerzame website voor leerlingen. Hier kunnen ze oefenen met verschillende tekstsoorten, woordenschat en maken ze functionele schrijfoefeningen. Met het aanbod op de leerlingensite, in combinatie met de huidige website, werken wij met Nieuwsbegrip aan alle kerndoelen van begrijpend lezen. Daarnaast vinden er nog andere vormen van lezen plaats. Het gaat hierbij niet alleen om technisch 10 lezen, maar ook om begrijpend en studerend lezen en leesvormen als voordragend lezen, en duolezen. Onze schoolbibliotheek bevat veel boeken uit de kinderwereldliteratuur. Taalonderwijs: Vanaf groep 4 wordt de methode Taaljournaal gebruikt. De methode bestaat uit drie deelleergangen: Taaljournaal Taal, Taaljournaal Spelling en Taaljournaal Woordenschat. in de methode zijn Ideeën van meervoudige intelligentie en constructief, zelf-ontdekkend leren uitgewerkt. Dit biedt ons handvatten bij het omgaan met verschillende leerstijlen van kinderen. De leergang Taal bevat leerstof voor de domeinen spreken en luisteren, schrijven, taalbeschouwing en woordenschat. In de leergang Spelling komen zowel de onveranderlijke woorden als de werkwoordspelling aan de orde. De leergang Woordenschat is facultatief en bedoeld voor taalzwakke en meertalige leerlingen. Vanaf het huidige schooljaar wordt de Spellingmethode Staal ingevoerd vanaf groep 4. Schrijven: Vanaf groep 3 wordt gewerkt met Pennenstreken. Uitgangspunten: Sluit nauw aan bij Veilig leren lezen: In groep 3 is Pennenstreken gekoppeld aan de leesmethode Veilig leren lezen. De kinderen schrijven de letters die ze in de leesles hebben leren lezen. Op deze manier ontwikkelen uw leerlingen het technisch schrijven als een functionele vaardigheid. Ze brengen wat ze geleerd hebben meteen in de praktijk. Doorgaande lijn: Pennenstreken heeft een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8. In groep 1 en 2 staat een In groep 3 en 4 werken de leerlingen aan het aanvankelijk schrijven. Hier staat het aanleren van de schrijfletters in kleine en hoofdletters centraal. In groep 5 en 6 wordt het schrijven verder geautomatiseerd, waarbij vanaf groep 6 ook het schrijven op tempo aan bod komt. Motoriek: Schrijven is vooral een motorische vaardigheid. Daarom geeft Pennenstreken niet alleen schrijfoefeningen, maar ook motorische activiteiten. Die zijn vooral gericht op het bevorderen van de arm-, hand- en vingermotoriek. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Aardrijkskunde: Onze aardrijkskundelessen geven we vanuit de methode: Geobas. De methode wordt gebruikt in de groepen 5 t/m 8. Met deze methode leren de kinderen goed om zich heen te kijken en te begrijpen waarom de wereld eruit ziet zoals ze eruitziet. Dat gebeurt aan de hand van vier basisactiviteiten: - waarnemen; - verklaren; - herkennen; - waarderen. Geschiedenis: Onze geschiedenismethode heet: ‘Bij de tijd’. De doelen zijn gericht op: Kennis te verkrijgen van en inzicht te verwerven in opeenvolgende stadia van de ontwikkeling van de menselijke samenleving en de Nederlandse samenleving in het bijzonder. De leerlingen te oriënteren op maatschappelijke verschijnselen vanuit historisch perspectief. Steeds vergelijkingen te maken met het heden in onze eigen omgeving en met het heden elders op de wereld. De methode wordt gebruikt in de groepen 5 t/m 8. Natuur en Techniek: Onze Natuur en technieklessen geven we vanuit de methode Wijzer door natuur en techniek. Deze methode gaat uit van de directe omgeving van kinderen. Héél dichtbij is er héél veel te ontdekken. Planten en dieren, natuurwetten, gebouwen en apparaten vol techniek. En nog dichterbij: je eigen lichaam. Wijzer door natuur en techniek laat leerlingen zelf experimenteren en observeren. Verkeer: Bij het onderdeel verkeer gaan we in de groepen 1 t/m 8 uit van de methode: ‘Wijzer door het verkeer’ . Deze bereidt de kinderen voor op veilig gedrag in het verkeer. Ieder jaar wordt er een project rondom verkeer georganiseerd. Engels: In groep 7 en 8 krijgen de kinderen Engelse les. We hebben daar de methode: ‘Hello World’ voor. Het accent van de methode ligt met name op de spreekvaardigheid. De leerstof wordt aangeboden aan de combinatiegroep 7/8. De schriftelijke verwerking van de aangeboden leerstof is gedifferentieerd naar de groepen. 11 Expressievakken: Expressie-activiteiten maken geïntegreerd deel uit van andere activiteiten op school. Hierbij gaat het om de volgende disciplines: muziek, beeldende vorming, drama en kunst & cultuur. Zo kent de school een cultureel programma: in drie periodes (bestaande uit drie vrijdagmiddagen) volgen de kinderen uit de groepen 5-8 een thema, dat hen wordt aangeboden door leerkrachten, ouders en/of kunstenaars. De kinderen komen tijdens deze middagen in aanraking met dansvormen, schilderkunst, beeldhouwen, fotografie, textiele vaardigheden, etc. Elke periode wordt afgesloten met een tentoonstelling voor alle belangstellenden. Catechese: In de hele school werken we met de catecheseprojecten van ‘Trefwoord’. De methode gaat uit van een bepaald thema en is kindgericht. Verspreid over het jaar komen 4 thema’s aan de orde. Vast staan de projecten Kerst en Pasen. De beide projecten worden tijdens een viering voor de gehele school afgesloten. Daarnaast zijn er twee projecten met een sociaal emotioneel vormend karakter. Deze projecten worden afgewisseld met wereldlijke en Bijbelse verhalen. De projecten hebben tot doel dat kinderen komen tot een levenshouding, geïnspireerd door Jezus, van respect voor elkaar en van besef van verantwoordelijkheid voor de medemens en milieu. Gymnastiek: De kleuters hebben gymnastiek in het speellokaal van de school. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de gymtijd is het praktisch als de gymtasjes op school blijven hangen. Deze gymtasjes worden door de school verstrekt. De gymkleding voor de kleuter bestaat uit een broekje en een paar gymschoenen (bij voorkeur met klittenband!) Het broekje en de schoenen dienen door de ouders te worden gemerkt en in elke vakantie te worden gewassen. De groepen 3 tot en met 8 hebben twee keer per week gymnastiek in de gymzaal bij de Jan Ligthart. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Huiswerk Tot en met groep 5 wordt weinig huiswerk gegeven. Er kan bijvoorbeeld aan de kinderen in groep 5 gevraagd worden om bijvoorbeeld thuis de tafels te leren of een Natuur en Techniektoets voor te bereiden. In groep 6,7 en 8 wordt er structureel huiswerk meegegeven. Dit is als extra oefenstof en als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Centraal staat niet het resultaat, maar hoe kinderen tot het resultaat gekomen zijn. Het gaat met name om de ‘gewenning’ van het maken van het wekelijkse huiswerk. Hoe om te gaan met problemen die je tegenkomt en op welke wijze en bij wie je om advies kunt vragen. Van u als ouder verwachten wij dat u, daar waar nodig, uw kind ondersteunt. Ook kunnen proefwerken voor geschiedenis, aardrijkskunde en biologie thuis geleerd worden. Als de kinderen in de groepen 5 t/m 8 boekbesprekingen en spreekbeurten gaan houden, zal het kind er thuis aan werken. Vooral de eerste paar keren zal uw kind daar hulp bij kunnen gebruiken. Speciale sporten spelactiviteiten en buitenschoolse activiteiten: De Herfstloop: op de laatste vrijdag vóór de herfstvakantie lopen alle kinderen een rondje door het bos. De kleuters vaak met ouders. Er zijn prijzen voor de snelsten per groep. Voor de snelste kinderen van de school is de JOOPVREMAN-trofee. Slagbalwedstrijden: in de voorlaatste schoolweek speelt groep 8 tegen hun ouders. In de laatste schoolweek speelt groep 8 tegen groep 7. Overlevingstocht: In de laatste schoolweek gaan de groepen 5 tot en met 8 op overlevingstocht. Sportdag: groep 5, 6, 7 en 8 hebben in de laatste schoolweek een sportdag. Zij spelen in heterogene groepen competitie gedurende de schooldag. Levend Stratego: in de laatste schoolweek spelen de groepen 5 tot en met 8 Levend Stratego. Interscolaire wedstrijden: de kinderen van de Kennedyschool nemen vaak deel aan de volgende wedstrijden: korfbal, voetbal, schaken, dammen en de Gemeentelijke sportdag. Elke groep gaat aan het einde van het schooljaar op schoolreis. Daarnaast vinden er ook nog excursies plaats gedurende het jaar. Verschillende activiteiten, zoals de viering van Koningsdag, de Derde wereldweek en de laatste 12 schooldag worden samen met de Ouderraad georganiseerd. Vieringen Het samen vieren staat op de John F. Kennedyschool centraal, omdat we ons met elkaar en door elkaar ontwikkelen in onderlinge verbondenheid. Gedurende het schooljaar worden er een aantal vieringen georganiseerd. Pasen De Paasviering wordt gehouden op Witte Donderdag voor het paasfeest vindt de afsluiting van de ‘Goede Week’ plaats. De kinderen hebben op school een gezamenlijke brunch. Kerst In de week voor de Kerstvakantie vieren we gezamenlijk, kinderen, ouders en school, het Kerstfeest. De gezamenlijke viering wordt gehouden op de woensdagavond. Samen met alle kinderen, ouders en het team wordt het altijd een sfeervol samenzijn. De avond wordt georganiseerd door het team. De opzet kan jaarlijks verschillen. Op donderdag vieren de kleuters samen kesrt met hun leerkracht. Zij zijn vrijdag vrij. Op de laatste vrijdag is er een kerstviering voor de kinderen van de groepen 3 tot en met 8. De kinderen hebben die dag les van 8.30 uur tot 12.00 uur. Afscheid van groep 8 De voorlaatste vrijdag van het schooljaar vieren we het afscheid van groep 8 met een musical en een feestelijke avond voor ouders, kinderen en broers en zussen. Laatste schooldag Jaarlijks, op de laatste schooldag, wordt er voor de kinderen van de groepen 1 t/m 8 een spelletjesochtend georganiseerd. Wanneer het 12:00 uur is, luiden we samen met alle kinderen, ouders en leerkrachten het schooljaar uit. Hierbij worden vele handen geschud en ons schoollied gezongen. Verjaardagen Wanneer kinderen jarig zijn vieren ze dit in de groep. Wij hebben graag dat er ‘gezond’ getrakteerd wordt en leerkrachten hebben graag dezelfde traktatie als de kinderen. De leerkrachten vieren hun verjaardag aan het eind van het schooljaar in hun groep. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 13 Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 4. De zorg voor kinderen 4.1 De aanname nieuwe leerlingen Het kennismakingsgesprek: Zodra ouders bij het zoeken naar een geschikte basisschool voor hun kind belangstelling hebben voor de Kennedyschool wordt hen informatie over de school gestuurd met de uitnodiging voor een eerste informatief gesprek met de directeur. Dit gesprek eindigt altijd met een korte rondleiding door de school ‘in bedrijf’. Wordt na dit gesprek de belangstelling omgezet in een aanmelding dan wordt een aanmeldingsformulier ingevuld. Het wennen op school: Zes weken voordat het kind de vier jaar wordt neemt de groepsleerkracht van de startgroep contact op om een afspraak te maken op welke dagen het kind enkele dagdelen komt kijken en zo alvast een beetje aan de school, de groep en de juf kan wennen. Het intakegesprek: Als het kind vier tot zes weken op school zit, vindt er een intakegesprek plaats. Hiervoor komt de leerkracht op huisbezoek. Nieuwe leerlingen voor de andere groepen kunnen natuurlijk ook geplaatst worden. Vaak blijkt dat een hele dag school met name in de eerste weken, veel energie vraagt van een vierjarige. In overleg met de groepsleerkracht kan dan worden besloten het kind een enkele middag te laten rusten. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Dagelijks wordt het werk van de kinderen bekeken en beoordeeld. In de onderbouw gebeurt dit vooral door middel van observaties en in de midden- en bovenbouw meer door middel van beoordelingen van het gemaakte werk. Groep 1-2 Driemaal per jaar maken de leerkrachten in de groepen 1 en 2 een verslag naar aanleiding van observaties. Deze observaties betreffen het kringgedrag, het werkgedrag, het speelgedrag, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motorische ontwikkeling en de centrering volgens Human Dynamics. Tijdens de 10-minutengesprekken vormen deze verslagen de leidraad. 14 Naast deze observaties, worden de landelijk genormeerde Cito-toetsen afgenomen: Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters. In groep 2 wordt aandacht besteed aan voorbereidend schrijven, wordt er gewerkt met voorlopers van de rekenmethode en is er zodoende aandacht voor getalbegrip en kennis van cijfers. Bij dit alles proberen we ook hier weer de ontwikkeling van het kind te volgen. Uitgangspunt is om een soepele overgang naar de derde groep te bewerkstelligen. Groep 3 tot en met 8: Vanaf groep 3 zijn er de methode gebonden toetsen. De toetsen geven ons een goed beeld van het presteren van uw kind, maar zeker zo belangrijk zijn de observaties die wij dagelijks uitvoeren; hoe is uw kind tot dit resultaat genomen, hoe voelt uw kind zich etc. Bij ‘Veilig leren lezen’ bijvoorbeeld wordt per kern van de methode de groei en ontwikkeling van uw kind bekeken. Cito LOVS Tweemaal per jaar maken de leerlingen de toetsen van het leerlingvolgsysteem CITO voor sommige leerstofonderdelen (b.v. rekenen, spelling, drie minutentoets, technisch en begrijpend lezen en rekenen en taal voor kleuters ). De Cito kent een vijfpuntschaal: I tot en met V, waarbij de elke score staat voor 20% van de Nederlandse leerlingen. D.w.z. dat een kind dat een 1 score haalt voor een toets hoort bij de 20% hoogst scorende leerlingen en dat een kind met een III score behoort tot de gemiddelde Nederlandse leerlingen Voor kinderen die een IV of een V score hebben behaald op een citotoets, wordt door de leerkracht in overleg met de intern begeleider een handelingsplan opgesteld. Dit plan wordt met de ouders besproken. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Entreetoets In de groepen 6 en 7 wordt aan het einde van het schooljaar de Entreetoets (Cito) afgenomen. Met de Entreetoets kan de leerkracht nagaan hoe uw kind ervoor staat op het gebied van Taal, RekenenWiskunde en Studievaardigheden. Waar is uw kind goed in en bij welke onderdelen is extra ondersteuning nodig? De leerkracht kan op basis van de uitslag zo nodig een gericht plan maken om kennis bij te spijkeren. Bovendien zijn de uitslagen van de Entreetoets een goed uitgangspunt voor uw oudergesprek op school. Cito Eindtoets Voor het onderzoek naar de eindvorderingen maakt de school gebruik van het landelijk CITOonderzoek (februari) voor de leerlingen uit groep 8. De specifieke functie van de Eindtoets is het geven van onafhankelijke informatie voor de keuze van het best passende brugklastype voortgezet onderwijs. De Eindtoets is een school- of leervorderingentoets: de toets meet wat een kind in vergelijking met andere kinderen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. En leervorderingen zeggen iets over de kansen op succes in de verschillende typen van het voortgezet onderwijs. Dyslexieprotocol Voor de groepen 1 tot en met 8 hanteert de school het protocol “leesproblemen en dyslexie”. Met behulp van dit protocol wordt de ontwikkeling van lezen en spellen gevolgd en geëvalueerd. Van kinderen met lees- en spellingsproblemen worden in het leerlingdossier bijgehouden welke extra hulp het kind aangeboden krijgt en met welk resultaat. Hiertoe worden handelingsplannen opgesteld. Deze plannen en de gegevens uit het Cito LVS vormen samen het leesdossier. Met dit leesdossier kunnen ouders, met ondersteuning van de school een extern bureau inschakelen voor speciale begeleiding. Verslaglegging De gegevens die we op bovengenoemde manieren verzamelen, worden verwerkt in de rapporten die we in de groepen 3 t/m 8, twee keer per jaar uitreiken. De gegevens worden ook digitaal bewaard in een persoonlijk leerlingdossier. Leerlingen bespreken In iedere bouwvergadering is ‘Leerlingenbespreking’ een vast agendapunt. Leerkrachten kunnen hier aangeven of zij problemen ondervinden met een leerling, een groep of de leerstof. Ook de intern begeleider heeft hier de mogelijkheid om over toetsuitslagen 15 te overleggen. Samen wordt besloten welke zorg er wordt geboden. Drie maal per jaar hebben wij groepsbesprekingen. Alle kinderen worden dan besproken. Dit gebeurt bij: - aanvang van het schooljaar; - na de Citotoetsen in januari/februari; - aan het einde van het schooljaar. Toch zijn er in elke Uitgangspunt hierbij is dat een ‘zorgkind' niet alleen de zorg is voor de betrokken groepsleerkracht - al of niet te samen met de Interne Begeleider -, maar door het gehele team als zodanig wordt beschouwd. Informatie aan ouders U, als ouder, vertrouwt uw kind aan onze school toe. Dit betekent dat u moet weten wat er op school allemaal gebeurt. Wij houden u hiervan regelmatig op de hoogte. Andersom horen wij ook graag van u, als er bepaalde zaken in de thuissituatie spelen. Wij kunnen hier dan op school rekening mee houden. Op deze manier ontstaat er een wisselwerking tussen ouders en school ten gunste van uw kind. Zie verder bij 6.1 Informatie aan ouders. 4.3 De zorgprocedure op school Wanneer een leerkracht of ouder zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een leerling wordt er eerst in een oudergesprek gekeken naar de problemen en mogelijke oplossingen. Wanneer de leerkracht en ouder samen tot de conclusie komen dat er meer nodig is, kan de leerling in de Interne HGPD besproken worden. Door middel van een gesprek met ouders, leerkracht en Intern Begeleider wordt er gezocht naar kansen; ‘wat kan een kind wel, in plaats van wat kan een kind niet'. Het model waar de school mee werkt, heet ‘HGPD', handelingsgerichte procesdiagnostiek. De leerkracht beschrijft het probleem in het zgn. HGPD formulier en kijkt daarbij naar positieve en negatieve aspecten. Uitgaande van de positieve ontwikkelingskracht van kinderen, wil de school adequate zorg bieden aan kinderen met afstemmingsproblemen en/of leerproblemen. Het doel van deze gesprekken is; ‘morgen verder kunnen in de klas'. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Het Ondersteuningsteam op school In het kader van de wet op Passend Onderwijs heeft elke basisschool een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Hierin staat beschreven welke ondersteuning de school zijn leerlingen kan bieden. Soms hebben school en ouders zelf niet voldoende mogelijkheden om de situatie van het kind te verbeteren. De school kan dan het ondersteuningsteam inschakelen. Dit ondersteuningsteam bestaat uit een aan de school toegewezen onderwijscoach, de wijkcoach, de intern begeleider en de groepsleerkracht. Zo nodig kan er hulp ingeroepen worden van de orthopedagoog van het Samenwerkingsverband. Deze deskundigen kunnen met hun specifieke kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling van het kind en op wat er nodig is aan hulp of ondersteuning. Een Ondersteuningsteamoverleg vindt alleen plaats met toestemming van de ouders en ouders worden altijd uitgenodigd. Samen wordt er gekeken naar wat het beste is voor de leerling in deze situatie. In enkele gevallen wordt er besloten om een observatie of onderzoek uit te laten voeren door een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen, wanneer de ouder hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. De resultaten van dit onderzoek worden altijd met de ouders, de groepsleerkracht, de orthopedagoog en de intern begeleider besproken. Passend Onderwijs Om de veranderingen van en naar Passend Onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven, hanteren wij de volgende procedure. Op onze school wordt bij aanmelding van 1 leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften gekeken of de school in staat is deze behoeften van het kind, in de groep, te kunnen beantwoorden. Wij stellen ons dan de volgende vraag: Welke hulpvraag stelt het kind en wat betekent dat voor: Het pedagogisch klimaat. Het didactisch klimaat. De leerlingenzorg. De professionalisering. De ondersteuning. De contacten met ouders. De materiële ondersteuning. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum en/of van de mogelijkheden die het samenwerkingsverband WSNS biedt. Bij het besluit (uiteindelijk zal het bevoegd gezag van onze school dit besluit nemen) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat, bij toelating, de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school zal verblijven. 16 1 of een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling (ook wel een leerling met een ‘rugzak’ genoemd); of voor een leerling met een positieve beschikking van het ZAT (Zorg Advies Team) van het samenwerkingsverband WSNS; of voor een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school; Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 4.4 Naar het voortgezet onderwijs Op de informatie avond in september wordt aan de ouders van groep 8 de eerste informatie verstrekt over het vervolgonderwijs. Deze avond heeft een algemeen karakter. Besproken worden de verschillende types vervolgonderwijs, de verschillende scholen, de CITO eindtoets, en de stem van de leerkracht. Wij kiezen er zeer nadrukkelijk voor om geen voorkeur voor een bepaalde school/onderwijsvorm uit te spreken. Tijdens het eerste contactmoment in november zal de leerkracht van groep 8 een voorlopig schooladvies geven. In het advies en tijdens het gesprek zijn belangrijke bespreekonderwerpen: studieplezier; werkhouding; leerprestaties; zelfstandigheid; inzicht. In april maken de kinderen de landelijke CITO eindtoets. In januari houden de scholen voor het voortgezet onderwijs hun ‘open dagen’, gezellig maar vooral informatief. U krijgt daar van de school de uitnodigingen voor. In een vervolggesprek tussen leerkracht, ouders en kind, wordt de definitieve keuze gezamenlijk bepaald. Op deze keuze zijn drie zaken van invloed: • de wens van de ouders en het kind; • het advies van de leerkracht (school); • de uitslag van de CITO eindtoets. De schoolkeuze is al bepaald voordat de uitslag van de CITO eindtoets bekend is. De basisschool meldt daarop de leerlingen aan bij de gekozen vervolgschool. Eventuele wensen en bijzonderheden worden dan ook doorgegeven, schriftelijk of tijdens een gesprek. Bij het verlaten van de school wordt er voor de vervolgschool een Onderwijskundig rapport opgesteld. Dit onderwijskundig eindrapport geeft een beoordeling van de leerresultaten aan voor Nederlandse taal, rekenen en de zaakvakken, en geeft een waardeoordeel over een aantal leerattitudes (concentratie, inzet, leergierigheid, maken van huiswerk, e.d.). Het bevat ook het advies voor het vervolgonderwijs. Een kopie van de Cito-Eindvorderingentoets is hieraan toegevoegd. 17 In de jaren na vertrek worden wij op de hoogte gehouden van de vorderingen van onze oudleerlingen. Meestal komen de oud-leerlingen ook zelf nog even terug om hun rapport te laten zien. Wat erg door ons op prijs wordt gesteld. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 5. HET PERSONEEL 5.1 De samenstelling van het team In onze school werken twintig leerkrachten. Daarnaast werken er ieder jaar stagiaires. Sommigen daarvan heten Leraar In Opleiding (LIOer). De meeste leerkrachten werken parttime. En dragen samen met een collega de zorg voor een groep. De onderwijsassistent biedt onderwijskundige ondersteuning aan verschillende leerkrachten. Daarnaast coördineert de intern begeleider, Dodo Mankor, de leerlingenzorg. De school beschikt over een conciërge. Zij zorgt voor netheid in en rond de school en heeft allerlei ondersteunende taken bij het beheer van de school. Zij controleert ’s ochtends de absentielijsten en deelt de schoolmelk uit. De directeur, Miriam Westgeest, heeft de dagelijkse leiding over de school. 5.2 Vervanging bij ziekte Onze school is aangesloten bij het PON (Personeelscluster Oost Nederland). Bij afwezigheid van leerkrachten, maakt de school gebruik van deze invallerspool. Wanneer vervanging door het PON niet mogelijk is, trachten wij zoveel mogelijk het intern op te lossen. 5.3 Scholing Aangezien wij een school in ontwikkeling willen zijn, maar ook inzichten en eisen doorlopend veranderen, is het van groot belang dat leerkrachten zich op gezette tijden bijscholen. Met de beschikbare beperkte middelen gebeurt dit op een planmatige manier, overeenkomstig de doelen van de school. Jaarlijks neemt het team, in zijn geheel, meerdere keren deel aan een studie(mid)dag. De kinderen zijn die dag of dat dagdeel vrij. De betreffende dagen vindt u in de kalender. 5.4 Opleidingsschool Aan leraren in wording wordt tijdens hun opleiding gevraagd stage te lopen op basisscholen in de diverse groepen. Onze school ontvangt gedurende het schooljaar zo’n vijf studenten die een mentor toegewezen krijgen. De lessen die deze stagiaires geven vallen ten alle tijden onder de verantwoordelijkheid van de betrokken groepsleerkracht. 18 LIO/Stagiaires Elk jaar weer zien leerlingen en ouders nieuwe gezichten in de school, die in één of meerdere groepen actief zijn. Vaak betreft het een student die bezig is met een opleiding tot onderwijsassistent of de PABO, de pedagogische academie voor het basisonderwijs. Uitgaand van het estafettesysteem bieden we als school maar al te graag plaats aan jonge, enthousiaste mensen die ooit het onderwijsstokje van ons kunnen overnemen. Ook het ervaren van nieuwe didactische werkvormen wordt gestimuleerd door de inbreng van nieuw bloed, gevoed ook door wat hun opleiding hen meegeeft. Zonder meer een WIN-WIN-situatie voor zowel team als student. Om de begeleiding van de studenten zo optimaal mogelijk te laten verlopen, heeft ons team een zgn. mentorcursus gevolgd en die afgesloten met het behalen van het mentorcertificaat. Verder in de toekomst kijkend wordt het van steeds groter belang om als onderwijsstichting de beste talenten onder die studenten voor je scholen te winnen; dit gebeurt o.a. door groepjes studenten gezamenlijk te laten werken aan opdrachten, die naast vergroten van de eigen ontwikkeling van elke student ook veel kan opleveren aan nieuwe kennis/vaardigheden van elk schoolteam en bovenschools voor onze stichting. Het coördineren van alles wat met stage te maken heeft, is binnen ons team de taak van de zgn. opleider-in-de-school ( OIDS-er), die enerzijds ondersteuning biedt aan de mentor/leerkracht, de individuele student en een groepje studenten dat werkt aan een opdracht en anderzijds contact houdt met directie, bovenschools management en docenten van de opleidingsinstituten. Deze OIDS-er, in ons team is dat Annemiek Bakker, is op haar beurt weer bezig zich te bekwamen in het begeleiden van mentoren en studenten en hoopt in de toekomst een voortrekkersrol te kunnen gaan vervullen op het gebied van ontwikkelen van nieuw beleid op school/teamniveau en evt. zelfs stichtingsniveau. Zij houdt zich bezig met de studentbegeleiding op de Kennedyschool, namens PABO-Saxion in Deventer. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 6 DE OUDERS Alhoewel de leerkrachten altijd verantwoordelijk zijn voor het onderwijs in de groepen, vinden wij een grote mate van betrokkenheid van u als ouder hierbij belangrijk. In een klimaat waarin het kind voelt dat u zich bij de schoolse zaken betrokken weet, zal een kind het best kunnen gedijen. Het tonen van interesse, het bezoeken van ouderavonden, de vieringen etc., dat alles zijn mogelijkheden om de betrokkenheid te tonen. Deze betrokkenheid kan dus blijken uit belangstelling tonen in het wel en wee van het kind en de groep, maar ook in het daadwerkelijk helpen bij uiteenlopende activiteiten. 19 Het Jefka-nieuws Het Jefka-nieuws is een digitale nieuwsbrief die eenmaal per maand verschijnt. Hierin vindt u nieuws over allerlei lopende zaken. In het Jefka-nieuws staan ook berichten van de ouderraad. Aan het begin van het schooljaar kunt u zich opgeven voor verschillende activiteiten zoals: Het begeleiden van groepjes kinderen bij spelletjesmiddagen in de onderbouw. Het helpen bij vieringen en feesten. Het vervoer van kinderen van en naar excursies. Het begeleiden van de kinderen bij die excursies. Het trainen en begeleiden van kinderen bij sportactiviteiten. Iedere groep heeft een klassenouder. Een klassenouder is een ouder, van één van de leerlingen van de groep, die de leerkracht ondersteunt bij het organiseren van diverse activiteiten die in de loop van het jaar plaatsvinden. Informatie aan gescheiden ouders Er zijn kinderen waarvan de ouders niet bij elkaar leven. Wij vinden het belangrijk om beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind(eren). Voorwaarde is natuurlijk dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Het originele rapport wordt altijd aan het kind verstrekt en het kind krijgt één kopie mee. Alle overige informatie wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind aan derden te verstrekken wordt aan beide ouders gedaan. 6.1 Informatie aan ouders 6.2 Ouderraad en ouderbijdrage Informatieavonden Aan het begin van het schooljaar zijn er Koffieavonden. Tijdens deze avond ontvangt u informatie over de groep van uw kind. Ook krijgt u de mogelijkheid om te kijken in de methoden en alle andere materialen en vragen te stellen. Drie keer per jaar zijn de 10-minutenavonden. Deze avonden zijn in november, maart en juni. Tijdens deze avonden kunt u met de leerkracht spreken over de leervorderingen en de sociaalemotionele ontwikkeling van uw kind. Ook kunt u de schriften van uw kind inkijken. Wanneer u of de leerkracht van uw kind behoefte heeft aan een langer gesprek dan kunt u of de leerkracht een gesprek inplannen dat 20 minuten duurt. Voor groep 8: zie 4.4 op bladzijde 15. Ouderraad De Ouderraad is een vaste groep ouders die zich inzet voor allerlei activiteiten binnen de school. Zij komen vier maal per jaar voor overleg bij elkaar. Dit in aanwezigheid van een leerkracht van de school, die als contactpersoon fungeert. De O.R kent een officiële samenstelling d.w.z. met een voorzitter, secretaris, penningmeester en 6 tot 10 leden. De raad bestaat uit acht tot twaalf leden, die gekozen zijn volgens een reglement. Zij ondersteunt het team bij allerlei klussen en organisaties van bv. sinterklaas, het kerstfeest en de Derde Wereld Week. Eenmaal per jaar organiseert de ouderraad een ouderavond, met een actueel pedagogisch onderwerp. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Ouderbijdrage De ouderraad vraagt ieder jaar een vrijwillige bijdrage van alle ouders. Van deze bijdrage worden allerlei festiviteiten zoals Sinterklaas, Kerstviering, maar ook het schoolreisje en uw kopje koffie tijdens de ouderavonden, betaald. Deze bijdrage wordt, het liefst, via een machtiging aan de OR geïnd. Dit bedrag kan ook in termijnen voldaan worden. Komt uw kind tussentijds op school of gaat u verhuizen, dan wordt de ouderbijdrage aangepast of gerestitueerd. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks vermeld in de schoolkalender. 6.3 De medezeggenschapsraad Middels de Wet Medezeggenschap onderwijs 1992 is geregeld dat er aan iedere school een medezeggenschapsraad verbonden moet zijn. Ons bestuur heeft daarom een medezeggenschapsreglement voor het basisonderwijs opgesteld. Zowel vanuit de ouderals de leerkrachtengeleding, zijn er middels de richtlijnen uit dit reglement vier leden gekozen. De M.R. denkt mee, praat mee, adviseert en beslist over het goed functioneren van de school in al haar doelstellingen. Hierbij ontmoet de M.R. als haar gesprekspartners het bestuur van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland, de directie van de school en de medezeggenschapsraden van de overige aan de SKBG verbonden scholen. Ook uw inbreng met op- en/of aanmerkingen t.a.v. het functioneren van de school stelt de M.R. nadrukkelijk op prijs. U kunt ons hier altijd over aanspreken. 6.4 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De taak van de G.M.R. De GMR geeft gevraagd en ongevraagd advies of instemming betreffende zaken, die met de overkoepelende Stichting van alle scholen en dus meestal met alle scholen te maken hebben. Zij is dus gesprekspartner van het bestuur en de algemene directie van S.K.B.G. De leden van de G.M.R. Namens iedere school hebben 2 personen zitting in de GMR. In de praktijk betekent dit één leerkracht en één ouder. Deze personen hoeven niet in de mr te zitten, maar dienen dan wel te zorgen voor een zorgvuldig overleg met de mr. 20 6.5 Wet bescherming persoonsgegevens Op de Kennedyschool worden de volgende persoonsgegevens verwerkt: Met betrekking tot de kinderen: • Naam, geboortedatum en -plaats, adres, telefoonnummer en het BSN-nummer. • Gegevens die nodig zijn met het oog op het welzijn en de gezondheid van leerlingen, zodat een optimale begeleiding nodig is. • Naam huisarts en tandarts. • Overdrachtsgegevens van eventuele school van herkomst, in het kader van de leerplichtwet. • Observatieverslagen van lessituaties. • Resultaten van methodegebonden toetsen en LVS-toetsen. • In voorkomende gevallen resultaten van pedagogisch-, didactisch of psychologisch onderzoek, voor zover nodig voor verdere begeleiding. Met betrekking tot ouders, verzorgers of andere wettelijke vertegenwoordigers: • Naam, geboorteplaats, opleiding en beroep. • Bereikbaarheid tijdens de schooluren. Toegang tot de gegevens: Gegevens betreffende naam, adres en telefoon zijn via groepslijsten beschikbaar voor leerkrachten, directie, OR en MR, ten behoeve van de uitoefening van hun functie. Gegevens over u en uw kind, verkregen via het inschrijfformulier, worden bewaard in een afgesloten archiefkast. Hetzelfde geldt voor uitslagen van bijv. psychologisch onderzoek. Het leerlingvolgsysteem is slechts toegankelijk voor functionarissen die uit hoofde van hun functie gegevens moeten verwerken. Hetzelfde geldt voor de geautomatiseerde leerlingenadministratie. Overdracht van gegevens van leerlingen aan derden geschiedt slechts na toestemming van u als ouder, dan wel in navolging van wettelijke verplichtingen. Bewaartermijn. De leerlingengegevens (en de daaraan gekoppelde gegevens van hun ouders) blijven bewaard tot twee jaar na het verlaten van de school, behoudens langere wettelijke bewaarplicht. Ten behoeve van schoolactiviteiten wordt een archief van groepslijsten bijgehouden. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor een uitvoering van bovenstaande afspraken berust bij de directeur van de school. Recht op inzage Ouders hebben ten alle tijden recht op inzage van de opgeslagen gegevens. Toestemming Wij verzoeken ouders om middels het inschrijfformulier toestemming te verlenen voor het verwerken van de gegevens van hun kind(eren). 6.6 Overblijven Kinderen kunnen tussen de middag overblijven. Deze wordt aangestuurd door een leerkracht en een overblijfcoördinator. De leerkrachten blijven het eerste kwartier van de overblijftijd in hun lokaal, samen met de overblijfkracht. Het overblijven kost: € 175,- per kind voor een heel jaar €25,- voor een “knipkaart” voor 20 keer overblijven. 6.7 De klachtenregeling Per 1 augustus 1998 heeft het schoolbestuur een algemene klachtenregeling opgesteld. Ouders/voogd/verzorger van een (ex-)leerling, een personeelslid, een directielid, een lid van het bevoegd gezag en/of vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school kunnen gebruik maken van de klachtenregeling. De door het bestuur aangestelde vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Heeft de klager bijvoorbeeld geprobeerd om het probleem met de aangeklaagde, de contactpersoon van de school of met de directeur op te lossen? De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school, zullen in onderling overleg tussen de betrokkenen op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dit, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, of wanneer men geen gehoor vindt bij het bestuur, dan kan men een beroep doen op de klachtenregeling. De klachtenregeling en de procedure liggen ter inzage in de school. 21 Een klacht kan schriftelijk ingediend worden bij het bevoegd gezag en bij de klachtencommissie. Op school is een contactpersoon. Voor het indienen van de klacht kan men het best in contact treden met deze contactpersoon. Dit is voor onze school: Mevr. G. van Dijk - Kelderman. Beide genoemde personen zijn ook eerste aanspreekpunt bij klachten over ongewenste intimiteiten e.d. Zowel voor leerlingen, ouders, alsook voor de leerkrachten. Vertrouwenspersoon namens de stichting is: De heer Jan Stokvisch Email: [email protected] Het adres van de klachtencommissie is: De klachtencommissie voor het Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Katholiek Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 7 DE ONTWIKKELING ONDERWIJS VAN HET 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school De Kennedyschool is een school die voortdurend in ontwikkeling is. Voor de komende jaren is een beleidsplan vastgesteld, het wettelijk verplichte schoolplan (2011-2015). Centraal hierin staan het zorgbeleid, de differentiatie in de groepen in het kader van het adaptief onderwijs en de ontwikkeling van Human Dynamics. Hiernaast wordt er doorlopend gewerkt aan het verbeteren van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt door het kiezen van goed materiaal, goede moderne methoden en methodieken, doorlopend kritisch naar het eigen product te kijken, door werkwijzen aan te passen, door cursussen te volgen en nieuwe inzichten binnen de school te halen, door veel overleg tussen de groepsleerkrachten etc. 7.2 Samenwerking met andere scholen en instellingen SKBG De school ressorteert onder de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland. Deze stichting beheert 16 scholen. Er is een intensieve samenwerking tussen de verschillende scholen. WSNS-Zutphen De school neemt actief deel aan het project Weer Samen Naar School (WSNS). Dit is een regionaal samenwerkingsverband van basisscholen en scholen voor het speciaal onderwijs. Dit verband draagt de deskundigheid van het passend onderwijs uit naar de basisscholen. Zo hoeven minder leerlingen naar het speciaal onderwijs te worden verwezen. De nascholing van de intern begeleider en de leerkrachten, contacten met orthopedagogen van de IJsselgroep en de analyses van de resultaten van de toetsen, stellen ons in de gelegenheid het onderwijs te verbeteren. In dit Samenwerkingsverband WSNS Regio Zutphen zijn er diverse contacten met de basisscholen uit de gehele omgeving op allerlei niveaus. Deze samenwerking concentreert zich rond het gemeenschappelijke Zorg Advies Team (ZAT). De directeur en de intern begeleider vertegenwoordigen de school binnen het SWV. Vanuit de IJsselgroep is er één orthopedagoog die de leerlingen van de Kennedyschool begeleidt. Door de Opleider in de School, Annemiek Bakker worden enkele stagiaires begeleid. Hierdoor is er 22 intensief contact ontstaan met de Pabo Saxion Hogeschool in Deventer. Met de omringende scholen voor het voortgezet onderwijs is er schriftelijk, soms ook mondeling contact bij de aanmelding. In het jaar daarna is er een gesprek met een vertegenwoordiger van de school over de voortgang van de aangemelde leerlingen. 7.3 Inspectie De inspecteur voor het basisonderwijs is voor onze school: Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 09001113111 7.4 Jeugdgezondheidszorg Voor elke basisschool is een team werkzaam van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Stedendriehoek. Dit team bestaat uit een: Logopediste: Renske de Vries-Achterkamp Jeugdverpleegkundige: Mirjam van der Vegt . Jeugdarts: Roelof van Valderen. De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande kinderen zijn de preventieve onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren die de groei en ontwikkeling van een kind kunnen verstoren, in een vroeg stadium worden opgespoord. Gedurende de schoolperiode wordt een kind meerdere keren onderzocht. Voor ieder onderzoek ontvangt u vooraf een uitnodiging. Bij alle onderzoeken en de vaccinatie van de 9-jarigen wordt uw aanwezigheid verwacht. Dit geldt niet voor de logopedische screening. Na elk onderzoek wordt u geïnformeerd over de bevindingen. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in het ziekenhuis en met Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werk, buurtwerk, psychologe, pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met ouder(s)/verzorgers(s). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de GGD Gelre-IJssel op telf.nr.: 088-4433000 of een kijkje nemen op hun site: www.ggdgelre-ijssel.nl Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Advisering en verwijzing Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ-medewerker afhankelijk van de bevindingen: · Gericht advies en/of begeleiding geven aan kinderen en ouders. Bijvoorbeeld bij gedragsproblemen met kinderen op school of thuis, gezondheidsvragen, problemen in de spraaken taalontwikkeling. · Een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een follow up. Daarnaast kan voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwezen worden naar een andere hulpverleningsinstelling. Onderzoek op verzoek Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door hun ouders, leerkrachten of intern begeleider aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts, verpleegkundige of logopedist. Ondersteuning van leerkrachten GGD medewerkers kunnen leerkrachten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten, gericht op bevordering van gezond gedrag en sociale redzaamheid in het basisonderwijs. Ook adviseren zij over het gebruik van leskisten, lespakketten en andere voorlichtingsmaterialen uit het documentatiecentrum van de GGD. Hoofdluisbeleid van de school Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van het ene naar het andere kind overgebracht worden. De school is ongewild zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school om een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van u als ouders om uw kind(eren) te controleren op hoofdluis en zo nodig uw kind(eren) te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden kiezen wij voor een systematische aanpak. Zo zijn er op de Kennedyschool voor elke groep 2 hoofdluisouders. Op een aantal vaste tijdstippen, 5 à 6 maal per jaar, worden alle leerlingen op school gecontroleerd op hoofdluis. Deze controles worden gehouden in de week na elke vakantie. Deze ouders worden extra ingeschakeld in periodes dat de hoofdluis weer actiever is. 23 Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de coördinator Hoofdluis, in dit geval de intern begeleider, namens de werkgroep telefonisch contact opnemen met de ouders van het kind. Ook worden er brieven uitgedeeld in de groep waar de hoofdluis geconstateerd is. Op de kalender ziet u wanneer de controles zijn, tevens wordt u middels een berichtje in de nieuwsberichten op de hoogte gebracht. Ook hebben alle kinderen een luizencape. Deze hangt aan hun kapstok. Hierin moeten zij dagelijks hun jas, das, muts etc. doen. De school heeft deze capes aangeschaft en de kinderen maken er gebruik van tegen een vergoeding van €10,-. 8 DE RESULTATEN ONDERWIJS VAN HET Jaarlijks neemt de school deel aan de CITO eindtoets. Het resultaat van de afgelopen 5 jaren van deze toets was: 2008 2009 2010 2011 2012 2013 538,3 536,5 536,6 539,9 538,5 539,9 De uitstroom van de leerlingen na groep 8 komt veelal overeen met het behaalde resultaat. De meeste leerlingen gaan na het basisonderwijs naar een school voor Voortgezet Onderwijs in Zutphen/Warnsveld. Voor alle leerlingen die de school verlaten, wordt door ons een onderwijskundig rapport opgesteld. Nadien gaat het naar de school voor het Voortgezet Onderwijs. In sommige gevallen wordt een rapport ook nog mondeling toegelicht. Dit gebeurt, wanneer er specifieke omstandigheden/problemen zijn, die beter mondeling toe te lichten zijn. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Het voortgezet Onderwijs geeft jaarlijks de tussentijdse rapport/examenresultaten door. Dit geeft ons zicht op hoe het met onze oudleerling gaat en ook of wij het juiste advies hebben gegeven. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen 9 REGELING VAKANTIES SCHOOLTIJDEN EN 9.1 Schooltijden Dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Groep 1A 1B t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 4 5 t/m 8 Ochtend 08:30-12:00 08:30-12:00 08:30-12:00 08:30-12:15 08:30-12:00 08:30-12:00 08:30-12:00 Middag 13:00-15:00 13:00-15:00 Vrij 13:00-15:00 Vrij 13:00-15:00 Naar School De kleuters van de groepen 1 en 2 kunnen vanaf een kwartier voor schoolaanvang gebracht worden. (Dus tussen 08.15 - 08.30 uur en tussen 12.45 uur - 13.00 uur) Voor de overige leerlingen gat de bel vijf minuten voor het begin van de school. Het toezicht op het schoolplein begint telkens een kwartier voor het begin. (08.15 uur en 12.45 uur). Aan het eind van de ochtend en ook aan het eind van de middag gaan de kleuters vijf minuten eerder uit dan de overige groepen, om te grote drukte bij de hekken te voorkomen. 9.2 Leerplicht, verlof en verzuim Kinderen van 5 tot 16 jaar zijn leerplichtig. Zij moeten naar school. Zo kunnen zij zich voorbereiden op de maatschappij en de arbeidsmarkt. Jongeren die na hun 16e nog geen startkwalificatie hebben, moeten tot hun 18e onderwijs volgen. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 of hoger). De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de Leerplichtwet, maar voor hen gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het volgen van het onderwijs. Verlof bij bijzondere gebeurtenissen is mogelijk bij de volgende gebeurtenissen: het voldoen aan wettelijke verplichtingen, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden. huwelijk van bloed- of aanverwanten (1 dag) verhuizing (1 dag) ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten overlijden van bloed- of aanverwanten bij viering van 25-, 40- en 50-jarig dienstverband van (groot)ouders (1 dag) 24 bij viering van 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60jarige huwelijksjubileum van (groot)ouders(1 dag) voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar géén vakantieverlof. Ouders en leerlingen moeten voldoen aan de voorwaarden bij geoorloofd schoolverzuim. Bij ziekte moet de directeur dit op tijd horen. Heeft de leerling een verplichting vanuit zijn geloofsovertuiging? Ook dan moeten de leerling en ouders de directeur van te voren informeren. Afwezig zijn door een huwelijk of begrafenis mag alleen als de directeur vooraf toestemming heeft gegeven. Vraag niet meer verlof aan dan echt noodzakelijk. Het is niet in het belang van het kind om school te moeten missen! Mag ik mijn kind buiten de schoolvakanties mee op vakantie nemen? U mag uw kind niet mee op vakantie nemen buiten de schoolvakanties. Doet u dit wel, dan overtreedt u de Leerplichtwet. U kunt wel bij de schooldirectie een verzoek indienen voor verlof buiten de schoolvakanties. Voorwaarden verlof voor vakantie buiten schoolvakantie Wilt u een verzoek voor verlof buiten de schoolvakanties doen? Dan moet uw verzoek ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen: Het gaat om een gezinsvakantie. De vakantie kan niet plaatsvinden in de vastgestelde schoolvakanties door het beroep van u of uw partner. Het verlof valt niet in de eerste 2 weken na de zomervakantie. Aanvragen verlof voor vakantie buiten schoolvakantie Dien de verlofaanvraag zo vroeg mogelijk in bij de directeur van de school. Dit doet u minimaal 8 weken van tevoren. Elke aanvraag voor vakantie buiten de schoolvakanties wordt individueel beoordeeld. De directeur kan u om een werkgeversverklaring of een eigen verklaring zelfstandige vragen. Soms vraagt de directeur de leerplichtambtenaar om advies. U kunt uw kind maximaal 1 keer per jaar buiten de schoolvakanties meenemen op vakantie. Aanvraag voor verlof dient altijd schriftelijk te gebeuren. Het formulier kunt u bij de directie verkrijgen of downloaden via de site: www.jfk.nl, klik op formulieren in het menu. Schoolgids 2014-2015 R.K. Basisschool J.F. Kennedy Zutphen Verlofaanvraag van meer dan 10 schooldagen Verlof buiten de schoolvakanties mag nooit langer dan 10 schooldagen duren. Dient u toch een verlofaanvraag in voor meer dan 10 dagen? Dan stuurt de directeur van de school de aanvraag door naar de leerplichtambtenaar. De ambtenaar laat over het algemeen het advies van de schoolleiding meewegen in zijn besluit. Meestal is ook een verklaring van een arts of sociale instantie nodig. Daaruit moet blijken dat het verlof nodig is. Bezwaar maken tegen beslissing vakantie leerling Bent u het niet eens met een beslissing over de vrijstelling? Dan kunt u schriftelijk bezwaar maken bij degene die de beslissing heeft genomen. Informatie over Leerplicht Wilt u meer informatie over de leerplicht en schoolverlof? Of denkt u dat de leerplichtambtenaar u bij een specifiek probleem kan helpen? Schroom dan niet contact op te nemen met een leerplichtambtenaar van de gemeente Zutphen. Telefoon: (0575) 58 70 00. Mailen kan ook: [email protected] t.a.v. team Leerplicht. http://www.leerplicht.net/webpages/nieuws.html 9.3 Vakantietijden Bij aanvang van het schooljaar worden de vakanties in de schoolkalender bekend gemaakt. Het vervroegen of verlengen van schoolvakanties valt niet onder de bovengenoemde ‘gewichtige redenen’. Wij verwachten dat u het bezoek aan een arts of tandarts zoveel mogelijk buiten schooltijden afspreekt. Lukt dit niet, dan dient dit (bij voorkeur tussen 08:00 uur en 08:30 uur) aan de school gemeld te worden. Bij ziekte graag doorgeven, wanneer het een zogenaamde kinderziekte betreft, zodat dit zo nodig aan andere leerkrachten en ouders gemeld kan worden. 25
© Copyright 2024 ExpyDoc