Gemeente Almelo College van Burgemeester en Wethouders

Gemeente Almelo
College van Burgemeester en Wethouders
Postbus 5100
7600 GC ALMELO
Almelo, 11 juni 2014
Betreft: Schriftelijke vragen mantelzorg voor thuiswonende ouderen
Geacht College,
Steeds meer kinderen en ouder wordende ouders gaan samenwonen. Dit is in lijn met het
regeringsbeleid waarin ouderen langer thuis moeten blijven wonen. Bij het realiseren van
deze woonoplossing lopen ouders en kinderen bij gemeenten met regelmaat tegen
problemen aan. Dat komt omdat veel gemeenten nog onvoldoende beleid hebben voor
inwonende ouders. Dit blijkt uit een enquête van Netwerk Notarissen, die gehouden is onder
50 gemeenten.
Het CDA vraagt al jaren aandacht voor de positie van mantelzorgers. De problematiek van
de inwonende ouders leidt bij mantelzorgers tot extra kopzorgen. Het CDA wil dat in Almelo
de regels zo worden aangepast dat het eenvoudiger wordt om zorg voor ouders te kunnen
organiseren.
Beleid
Uit de enquête van Netwerk Notarissen blijkt dat gemeenten nog niet voldoende zijn
voorbereid op het fenomeen inwonende ouders. 40% van de gemeenten heeft (nog) geen
beleid voor inwonende ouders geformuleerd. Hierdoor zijn ouders en kinderen aangewezen
op bestaand beleid dat het samenwonen er niet eenvoudiger op maakt.
Daarnaast ontbreekt er communicatie vanuit de overheid naar de burger. Slechts twee van
de 50 ondervraagde gemeenten communiceren actief over dit onderwerp met haar inwoners.
Bovendien ontbreekt het bij bijna alle gemeenten aan een vaste contactpersoon voor burgers
met vragen over het samen wonen van ouders en kinderen. Slechts vijf gemeenten hebben
een vaste contactpersoon voor dit onderwerp.
Praktische vragen
Bij ouders en kinderen die gaan samenwonen is er veelal behoefte aan zelfstandigheid. Dit
uit zich in de wens voor een extra huisnummer zodat de kinderen en ouders hun eigen post
krijgen. Als de ouders en kinderen over willen gaan tot splitsing van de woning moet er een
vergunning worden aangevraagd. Er is dan veelal geen uitzonderingspositie of speciaal
beleid voor ouders en kinderen die bij elkaar willen gaan wonen. Ook als in de tuin of op het
erf van de kinderen een onderkomen voor de ouders wordt gebouwd, loopt de burger tegen
veel regels aan. Er is voor de ouders en kinderen die in het kader van de mantelzorg samen
willen wonen nu nog geen uitzonderingspositie.
Per 1 oktober wordt het bouwen in de tuin of op het erf van een mantelzorgwoning
vergunningvrij. Deze nieuwe regeling is nog best ingewikkeld en er moet al sprake zijn van
mantelzorg. De praktijk laat regelmatig zien dat ouders en kinderen al samen gaan wonen
als de ouders nog geen zorg nodig hebben. Veel situaties, zoals het wonen in het zelfde huis
door ouders en kinderen blijven ongeregeld.
Het CDA heeft daarom de volgende vragen voor het College:
1. Heeft Almelo beleid voor inwonende ouders die vanwege ouderdom bij hun kinderen
inwonen dan wel andersom (kinderen die vanwege de ouderdom van de ouders
inwonen)? Zo niet, bent u dan met ons van mening dat er “mantelzorgvriendelijk” beleid
opgesteld moet worden?
2. Doet de gemeente Almelo actief aan voorlichting over dit onderwerp? Zo niet, bent u
bereid om informatiemateriaal te ontwikkelen en om deze informatie analoog en digitaal
beschikbaar te stellen?
3. Wij zien in de praktijk dat bij een woning waar twee gescheiden wooneenheden worden
gemaakt bij ouders en kinderen behoefte is aan een eigen huisnummer i.v.m. post en
zelfstandigheid. Is het mogelijk om dit in Almelo zodanig te organiseren dat er een
duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen woningsplitsing en zorgverlening?
4. Als de ouders/kinderen over willen gaan tot splitsing van de woning, dan moet er peen
vergunning worden aangevraagd. Is er beleid op het verlenen van een vergunning voor
ouders-kinderen bewoning?
5. Als in de tuin/erf een onderkomen voor de ouders wordt gebouwd, wordt hiervoor dan
een omgevingsvergunning verleend? Is er beleid voor het verlenen van een vergunning
voor bewoning door ouders?
Wij zien uw reactie op onze vragen met belangstelling tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Eugène van Mierlo
Raadslid