Vragen (Jo Vandeurzen) 1. De Vlaamse regering voorziet 43.000 extra sociale woningen tegen 2023. Gezien de stijging van het aantal kandidaat-huurders zal dit echter nooit voldoende zijn. Deze investering zal het aandeel sociale woningen niet laten stijgen. Bent u bereid inspanningen te leveren om dat aandeel substantieel op te trekken, zodat meer dan 6% van de Vlaamse gezinnen sociaal kunnen huren? Zo ja, hoe zou u dat concreet doen (op het vlak van financiering, regelgeving,…)? CD&V blijft achter de genoemde doelstelling staan, als minimale ondergrens. Concreet houdt die doelstelling in dat er 43.440 sociale huurwoningen bijkomen tegen het jaar 2023 en 21.170 sociale koopwoningen tegen het jaar 2021. CD&V blijft ook achter het bindend sociaal objectief staan dat dient te garanderen dat er in elke stad en gemeente een goed sociaal woonaanbod is. Men moet er rekening mee houden dat er voor het behalen van die doelstellingen heel wat financiële middelen worden voorzien. Het budget voor de realisatie van sociale huurwoningen is van 420 miljoen euro in 2009 gestegen naar 700,8 miljoen euro in 2014. Dat zijn zeer betekenisvolle inspanningen, zeker rekening houdend met de voorbije crisisjaren. CD&V zal erover waken dat die financiële inspanningen worden verder gezet. Projecten via publiek-private samenwerking zijn – als ze verstandig worden aangepakt – een mogelijkheid om via synergie-effecten kosten uit te sparen en dus nog meer te doen met dezelfde middelen. Ook combinaties van sociale woonprojecten op de verdiepingen met gemeenschapsvoorzieningen op het gelijkvloers is een vorm van zuinig ruimtegebruik dat kosten bespaart. 2. Zelfs met verruiming van de huursubsidie en met invoering van de huurpremie voor wachtenden op een sociale woning, ontvangt momenteel nog steeds slechts 2,773% van alle private huurders een huursubsidie. Momenteel houdt liefst 31,6 % van de private huurders (goed voor 148.346 huishoudens) na betaling van de huur te weinig over om menswaardig te kunnen leven (cijfer Groot Woononderzoek 2013 door Steunpunt Wonen). Bent u bereid op korte termijn een huursubsidie toe te kennen aan 100.000 huurders en het budget voor huursubsidies substantieel op te trekken, zodat op het einde van de legislatuur alle huurders die volgens de minimumbudgetmethode te weinig overhouden na betaling van hun huur geholpen worden? Zo ja, hoe zou u dat concreet doen (op het vlak van financiering, regelgeving,…)? Eerste prioriteit zijn structurele oplossingen en dat betekent het bouwen van meer sociale huurwoningen. Een huursubsidie kan toegekend worden aan mensen die verhuizen van een woning die niet aan de kwaliteitseisen voldoet naar een conforme woning. En er wordt een huurpremie uitgekeerd aan diegenen die vier jaar op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning. Binnen de budgettaire mogelijkheden zullen en moeten we steeds blijven zoeken naar wegen om de huurprijzen voor bepaalde doelgroepen betaalbaar te houden. We zien zeker mogelijkheden in een uitbreiding van de werking van sociale verhuurkantoren (SVK) over heel Vlaanderen. Door hun professionalisme kunnen ze lagere huurprijzen op de private huurmarkt bekomen. De nog resterende blinde vlekken zonder SVK’s moeten worden ingevuld. Ook moeten samenwerkingsakkoorden tussen woonmaatschappijen en de SVK’s de brug maken tussen publiek sociaal woonaanbod en privaat aanbod zodat nog meer mensen aan een betaalbare woning geholpen worden. 3. Vanaf 1 juni 2014 wordt Vlaanderen bevoegd voor de woonbonus. Daar zal de Vlaamse overheid bij ongewijzigd beleid 1,7 miljard aan moeten spenderen (cijfers Vlaamse Woonraad). Het huidige budget voor het Vlaamse woonbeleid bedraagt ongeveer 650 miljoen euro. Bent u bereid meer evenwicht te creëren tussen het budget voorzien voor pure eigendomsverwerving en het budget dat huurders ten goede komt, en zo ja, in welke mate en op welke manier? We hebben altijd gezegd dat een eigen woning onze eerste keuze is voor woonzekerheid en blijven op die lijn staan. We houden dus het systeem van de woonbonus, maar willen deze selectiever maken door de klemtoon te leggen op verwerving en renovatie van bestaande woningen. We verminderen dus de steun voor zuivere nieuwbouw. Met die accentverschuiving remmen we de groei van de overheidsuitgaven voor de woonbonus en de scheeftrekking daar af. Verder zullen we na de overheveling van het ganse woonbeleid naar Vlaanderen zoeken naar wegen om de private huurmarkt aan te zwengelen zodat er ook op die markt een groter aanbod komt. Verhuurders of hun erfgenamen moeten gemotiveerd worden om te blijven verhuren én om hun huurwoningen op kwaliteit te brengen. Meer aanbod zal ook de druk verlichten op de lagere huursegmenten van de markt.
© Copyright 2024 ExpyDoc