Ministerie van VWS Directie Curatieve Zorg Tav. Mw A.D.

NVVS Secretariaat - Status Plus
Postbus 94
1520 AB Wormerveer
Tel.: 075-6476374
Fax: 075-6476371
Mail: [email protected]
Web: www.nvvs.info
Ministerie van VWS
Directie Curatieve Zorg
Tav. Mw A.D. Mosterdijk,
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag
Wormerveer, 15 maart 2014
Beste mw. A. Mosterdijk,
Zoals in het overleg van 6 februari j.l. met u en mw. L. Leewis overeen is gekomen, hebben we
vragen vanuit de vereniging geïnventariseerd en opgesteld (zie bijgevoegd document).
Mochten er onduidelijkheden zijn, dan is daar natuurlijk de bereidheid e.e.a. toe te lichten.
Met vriendelijke groet,
Aart Beekman,
Voorzitter NVVS
NVVS Secretariaat - Status Plus
Postbus 94
1520 AB Wormerveer
Tel.: 075-6476374
Fax: 075-6476371
Mail: [email protected]
Web: www.nvvs.info
Bijlage
Vragen van de NVVS met betrekking tot de interpretatie van het ‘Advies Geneeskundige
Geestelijke Gezondheidszorg, deel 2’ van het CVZ
Seksuele disfuncties
Huisartsen hebben bij de hulpverlening aan patiënten met seksuele disfuncties een belangrijke rol. Zij kunnen
die stoornissen signaleren, daarbij eenvoudige diagnostiek toepassen (op somatisch én psychosociaal
gebied), informatie & advies geven en, indien nodig, op medicamenteuze wijze behandelen. Als deze
stoornissen daarmee niet zijn verholpen, zullen zij de betrokken patiënten verwijzen:



Bij seksuele disfuncties die samenhangen met (andere) somatische stoornissen zullen zij verwijzen
naar (een seksuoloog NVVS in) een ziekenhuis.
Bij seksuele disfuncties die samenhangen met (andere) psychische stoornissen zullen zij verwijzen
naar (een seksuoloog NVVS in) de GGZ.
Bij seksuele disfuncties die niet samenhangen met (andere) somatische of psychische stoornissen
zullen zij verwijzen naar (een seksuoloog NVVS in) de eerste lijn / de Basis GGZ.
In het ‘Advies Geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg, deel 2’ stelt het CVZ echter voor om in principe
alleen in de huisartsenzorg en de medisch specialistische zorg de behandeling van seksuele disfuncties te
vergoeden. Alleen bij seksuele disfuncties samenhangend met seksueel misbruik en bij seksuele disfuncties
samenhangend met (andere) psychische stoornissen of psychofarmacagebruik zou de behandeling van
seksuele disfuncties ook in de G-GGZ moeten worden vergoed. In het laatste geval zou de behandeling dan
wel moeten worden gezien als onderdeel van de behandeling van de (primaire) psychische stoornis.
Vragen
1.1 Betekent dit dat de huisarts patiënten met seksuele disfuncties die niet samenhangen met (andere)
somatische of psychische stoornissen, en die zij zelf niet kunnen helpen, moeten verwijzen naar de
gynaecoloog en uroloog in een ziekenhuis en niet naar (een seksuoloog NVVS in) de Basis GGZ?
1.2 Zo ja: Is het niet gek om patiënten met seksuele disfuncties zonder somatische comorbiditeit te
verwijzen naar de gynaecoloog of uroloog? Deze medisch specialisten zijn voor de behandeling van
dit soort patiënten naar ons idee niet alleen veel te duur, maar zijn daar ook niet specifiek voor
opgeleid. Daarnaast hebben zij helemaal geen tijd voor dit soort behandelingen.
NVVS Secretariaat - Status Plus
Postbus 94
1520 AB Wormerveer
Tel.: 075-6476374
Fax: 075-6476371
Mail: [email protected]
Web: www.nvvs.info
2.1 Betekent dit dat de huisarts patiënten met seksuele disfuncties die niet samenhangen met (andere)
somatische of psychische stoornissen, en die zij zelf niet kunnen helpen, moeten verwijzen naar een
polikliniek seksuologie in een ziekenhuis en niet naar (een seksuoloog NVVS in) de Basis GGZ?
2.2 Zo ja: Is het wel nodig om patiënten met seksuele disfuncties zonder somatische comorbiditeit te
verwijzen naar een polikliniek seksuologie in een ziekenhuis? Zorgt dat, gezien de belangrijke inbreng
van medisch specialisten in deze poliklieken, niet voor een onnodige medicalisering en maakt dat de
geboden hulp niet onnodig duur?
2.3 Indien dit desondanks nodig wordt geacht: Wat gaat VWS doen om het mogelijk te maken dat deze
patiëntengroep ook daadwerkelijk bij poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen wordt geholpen?
Ter toelichting: in de afgelopen jaren is een deel van de poliklinieken seksuologie gesloten en is bij
andere poliklinieken flink bezuinigd op het personeel. Daarbij zijn met name de seksuologen en
psychologen / psychotherapeuten die volgens het CVZ borg zouden staan voor een integrale
benadering getroffen. Het CVZ noemt dit een “ongewenst effect” en roept de partijen dan ook op om
“maatregelen te treffen voor bekostiging van integrale zorg bij de (overige) seksuele stoornissen in de
algemene ziekenhuizen”. Door de zorgverzekeraars wordt aan deze oproep echter geen gehoor
gegeven.
3.1 Het CVZ stelt dat bij de behandeling in de GGZ van seksuele disfuncties samenhangend met (andere)
psychische stoornissen die behandeling moet worden gezien als onderdeel van de behandeling van
de (primaire) psychische stoornis. Met andere woorden: die andere psychische stoornis dient de
hoofddiagnose te zijn. Maar hoe te handelen bij de behandeling in de GGZ van seksuele disfuncties
samenhangend met psychofarmacagebruik? De DSM-IV kent een categorie ‘Seksuele disfunctie door
een middel’. Kan die wel de hoofddiagnose zijn en de andere seksuele disfuncties niet? Of dient de
andere psychische stoornis waarvoor het middel is voorgeschreven ook in dit geval de hoofddiagnose
te zijn, ook al is die andere psychische stoornis inmiddels misschien ‘in remissie’?
3.2 Wat de seksuele disfuncties samenhangend met seksueel misbruik betreft: ook de behandeling
daarvan moet volgens het CVZ in de GGZ worden vergoed. Maar wat dient in zo’n geval de
hoofddiagnose te zijn? Seksueel misbruik wordt in de DSM-IV weergegeven met behulp van een Vcode. V-codes kunnen echter geen hoofddiagnose zijn. Dient in dat geval toch de seksuele disfunctie
als hoofddiagnose te worden opgegeven? (Van PTSS zal niet altijd sprake zijn.)
NVVS Secretariaat - Status Plus
Postbus 94
1520 AB Wormerveer
Tel.: 075-6476374
Fax: 075-6476371
Mail: [email protected]
Web: www.nvvs.info
Andere seksuele en genderidentiteitsstoornissen
In het ‘Advies Geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg, deel 2’ stelt het CVZ voor om de behandeling
van parafilieën en hyperseksualiteit te vergoeden in de huisartsenzorg en de G-GGZ, en de behandeling van
genderidentiteitsstoornissen in de huisartsenzorg, de medisch specialistische zorg en de G-GGZ. De ‘egodystone seksuele oriëntatie’ - in de DSM-IV aangeduid als ‘Aanhoudend en duidelijk lijden onder de eigen
seksuele gerichtheid‘ en, net als hyperseksualiteit, geclassificeerd als ‘Seksuele stoornis NAO’ - wordt door
het CVZ echter niet expliciet genoemd. Toch is dat een belangrijke seksuele stoornis: er zijn nog altijd
patiënten die worstelen met hun (hetero-, homo- of bi-) seksuele oriëntatie en daarbij professionele hulp
behoeven.
Vragen
4. Wij gaan er vanuit dat, net als bij de andere seksuele–identiteitsstoornissen
(genderidentiteitsstoornissen, parafilieën), bij de behandeling van patiënten met een ego-dystone
seksuele oriëntatie die ego-dystone seksuele oriëntatie de hoofddiagnose kan zijn. Is dat terecht? Of
wordt de behandeling van patiënten met een ego-dystone seksuele oriëntatie in de GGZ alleen
vergoed als die samenhangt met een andere psychische stoornis of met seksueel misbruik?