Reactie Min VWS - Vragen naar aanleiding van het Advies

Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
>
Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging
voor Seksuologie
De heer A. Beekman, voorzitter
p
,
1520 AB WORMERVEER
Directie Curatieve Zorg
Bezoekadres:
Rijnstraat 50
Postbus 20350
2500 Ei Den Haag
www.rijksoverheid.nI
Inlichtingen bij
T 070 340 79 11
F 070 340 78 34
Kenmerk
368788- 12060 2-CZ
Datum
Betreft
0 !
Vragen naar aanleiding van het Advies GGZ deel 2’
Correspondentie uitsluitend
richten aan hetretouradres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief.
Geachte heer Beekman,
Naar aanleiding van het overleg van 6 februari 2014 heeft u mij op 15 maart 2014
een brief gestuurd met vragen over de nadere interpretatie van het ‘Advies
Geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg, deel 2’ van het College voor
Zorgverzekeringen (inmiddels Zorginstituut Nederland). Mede met inbreng van het
Zorginstituut zelf zal ik ingaan op de gestelde vragen. De beantwoording van uw
vragen namen meer tijd in beslag dan oorspronkelijk voorzien, waarvoor mijn
excuses.
Voorafgaand merk ik op dat een deel van de door u gestelde vragen is geschoeid
op de helaas verkeerde veronderstelling dat de behandeling van seksuele
disfuncties altijd onder dekking van de zorgverzekering valt. Echter, niet alle zorg
die in Nederland geleverd wordt, valt onder dekking van de Zorgverzekeringswet.
Psychologen kunnen bijvoorbeeld uitstekende zorg verlenen aan mensen met
relatieproblematiek, omdat dergelijke problematiek stress met zich mee kan
brengen. De verleende zorg valt echter niet onder de basisverzekering.
Hetzelfde geldt voor seksuologische problematiek of vragen rond de seksuele
identiteit. Hier kunnen seksuologen hulp bieden, maar deze hulp valt niet altijd
onder de basisverzekering. De zorg die seksuologen bieden kan vallen onder de
zorg zoals huisartsen, medisch specialisten en klinisch psychologen bieden, maar
is niet altijd te verzekeren zorg.
Voor wat betreft de situatie bij verwijzing door de huisarts merk ik op:
•
bij seksuele disfuncties die samenhangen met andere somatische stoornissen
zal de huisarts doorverwijzen naar een medisch specialist;
•
als de disfunctie samenhangt met andere psychische stoornissen zal hij voor
de psychische stoornis doorverwijzen naar de geneeskundige GGZ
(generalistische basis GGZ of gespecialiseerde GGZ);
•
als er sprake is van seksuele disfuncties die niet samenhangen met een
somatische of psychische stoornis, kan de huisarts wel verwijzen naar een
andere zorgaanbieder, maar komen de kosten van die behandeling voor
eigen rekening van de patiënt.
Pagina 1 van 4
Dat brengt mij bij de beantwoording van uw concrete vragen.
Directie Curatieve zorg
Kenmerk
Uw vragen over Seksuele disfuncties
1.1 Betekent dit dat de huisarts patiënten met seksuele disfuncties die niet
samenhangen met (andere) somatische of psychische stoornissen, en die zij zelf
niet kunnen helpen, moeten verwijzen naar de gynaecoloog en uroloog in een
ziekenhuis en niet naar (een seksuoloog NVVS in) de Basis GGZ?
368788-120602-CZ
De behandeling van seksuele disfuncties zonder psychische of lichamelijke
comorbiditeit is onderdeel van de huisartsenzorg, inclusief POH-GGZ. De huisarts
kan niet doorverwijzen naar de medisch specialist en ook niet naar de
Geneeskundige GGZ. Dit past bij het onderscheid tussen klacht en stoornis. Indien
dat nodig wordt geacht kan de huisarts of POH-GGZ een seksuoloog consulteren.
Vergoeding van de gemaakte kosten geschiedt via onderlinge dienstverlening, zie
daarvoor tevens de beleidsregel Huisartsenzorg.
1
De huisarts kan in bovenstaand geval wel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een
seksuoloog die de behandeling kan declareren als Overig Product (OVP)
. Het
2
betreft dan geen verzekerde zorg volgens de basisverzekering en de kosten
komen dus voor eigen rekening, tenzij sprake is van dekking vanuit een
aanvullende verzekering.
2.1 Betekent dit dat de huisarts patiënten met seksuele disfuncties die niet sa
menhangen met (andere) somatische of psychische stoornissen, en die zij zelf niet
kunnen helpen, moeten verwijzen naar een polikliniek seksuologie in een zieken
huis en niet naar (een seksuoloog NVVS in) de Basis GGZ?
De huisarts kan in dit geval niet verwijzen naar een polikliniek seksuologie of de
generalistische basis GGZ. Zowel de polikliniek seksuologie als de generalistische
basis GGZ vallen onder de noemer medisch specialistische geneeskundige zorg.
Zie verder het antwoord bij 1.1.
2.3 Indien dit desondanks nodig wordt geacht: Wat gaat VWS doen om het moge
lijk te maken dat deze patiënten groep ook daadwerkelijk bij poliklinieken seksuo
logie in de ziekenhuizen wordt geholpen? Ter toelichting: in de afgelopen jaren is
een deel van de poliklinieken seksuologie gesloten en is bij andere poliklinieken
flink bezuinigd op het personeel. Daarbij zijn met name de seksuologen en psy
chologen / psychotherapeuten die volgens het CVZ borg zouden staan voor een
integrale benadering getroffen. Het CVZ noemt dit een “ongewenst effect” en
roept de partijen dan ook op om “maatregelen te treffen voor bekostiging van
integrale zorg bij de (overige) seksuele stoornissen in de algemene ziekenhuizen’
Door de zorg verzekeraars wordt aan deze oproep echter geen gehoor gegeven
De huisarts kan alleen doorverwijzen naar de medisch specialist (of een polikliniek
seksuologie) indien de huisarts in zijn diagnostiek (een vermoeden op) somatische
oorzaken vaststelt. Bij de polikliniek seksuologie kan integrale diagnostiek
plaatsvinden en eventuele integrale behandeling. Seksuologen kunnen, mits zij
bevoegd en bekwaam zijn, ook in de somatische tweedelijn worden betrokken bij
de behandeling door de hoofdbehandelaar. Ik vertrouw er op dat seksuologen
afspraken kunnen maken met collega zorgverleners over wanneer zij hen kunnen
inzetten.
1
2
htt://www.nza.nh/1377O6/144O27/9O5859/BR-CU-7O9O BeIeidsreel huisartsenzorg.idf
htt://www.nza.nh/1377O6/19133O/8S1 142/BR-CU-5101 Generalistische basis GGZ.df
Pagina 2 van 4
3.1 Het CVZ stelt dat bij de behandeling in de GGZ van seksuele disfuncties samenhangend met (andere) psychische stoornissen die behandeling moet worden
gezien als onderdeel van de behandeling van de (primaire) psychische stoornis.
Met andere woorden: die andere psychische stoornis dient de hoofddiagnose te
zijn. Maar hoe te handelen bij de behandeling in de GGZ van seksuele disfuncties
samenhangend met psychofarmacagebruik? De DSM-IV kent een categorie ‘Sek
suele disfunctie door een middel’. Kan die wel de hoofddiagnose zijn en de andere
seksuele disfuncties niet? Of dient de andere psychische stoornis waarvoor het
middel is voorgeschreven ook in dit geval de hoofddiagnose te zijn, ook al is die
andere psychische stoornis inmiddels misschien ‘in remissie?
Directie Curatieve Zorg
Kenmerk
368788-120602C7
Behandeling van seksuele disfuncties die samenhangen met gebruik van
psychofarmaca voor een primaire stoornis is onderdeel van de behandeling van de
primaire stoornis. De classificatie seksuele disfuncties door een middel kan geen
hoofddiagnose zijn. Zie ook het GGZ rapport deel 2, pagina 53.
3.2 Wat de seksuele disfuncties samenhangend met seksueel misbruik betreft:
ook de behandeling daarvan moet volgens het CVZ in de GGZ worden vergoed.
Maar wat dient in zo’n geval de hoofddiagnose te zijn? Seksueel misbruik wordt in
de DSM-IV weergegeven met behulp van een V-code. V-codes kunnen echter geen
hoofddiagnose zijn. Dient in dat geval toch de seksuele disfunctie als hoofddiagno
se te worden opgegeven? (Van PTSS zal niet altijd sprake zijn.)
Voor kinderen tot 18 jaar die slachtoffer zijn van seksueel of huiselijk geweld kan
de benodigde zorg gedeclareerd worden, de NZa heeft daartoe een mogelijkheid
gecreëerd in de regelgeving: “In sommige gevallen worden problemen ervaren bij de
declaratie van zorg voor de behandeling van stoornissen bij kinderen die samenhangen met
kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Om deze problemen op te lossen mag bij
kinderen tot 18 jaar de DSM-diagnose PTSS worden geregistreerd (acuut, chronisch of
verlaat begin), indien aan de ICD-1O omschrijving van PTSS wordt voldaan. Het is hierbij
dus niet noodzakelijk om te voldoen aan de PTSS criteria van de DSM-IV-TR.”
3
Er hoeft dus niet conform DSM-IV-TR feitelijk sprake te zijn van PTSS.
Als bij volwassenen sprake is van seksuele disfuncties die samenhangen met
seksueel misbruik tijdens de kinderjaren, valt de zorg onder de huisartsenzorg
(inclusief POH-GGZ), indien aan de orde verwijzing naar de medisch specialist. Zie
verder het antwoord bij 1.1.
Uw vragen over Andere seksuele en genderidentiteitsstoornissen
4. Wij gaan er vanuit dat, net als bij de andere seksuele—identiteitsstoornissen
(genderidentiteitsstoornissen, parafilieën), bij de behandeling van patiënten met
een ego-dystone seksuele oriëntatie die ego-dystone seksuele oriëntatie de hoofddia gnose kan zijn. Is dat terecht? Of wordt de behandeling van patiënten met een
ego-dystone seksuele oriëntatie in de GGZ alleen vergoed als die samenhangt met
een andere psychische stoornis of met seksueel misbruik?
Behandeling van patiënten die worstelen met hun seksuele oriëntatie is geen
verzekerde geneeskundige GGZ. Alleen als sprake is van aanhoudend en ernstig
lijden onder de eigen seksuele gerichtheid, kan er sprake zijn van seksuele
stoornis NAO. De stoornis moet ook beperkingen geven in het sociaal en
maatschappelijk functioneren. Deze stoornis valt dan onder het basispakket
(geneeskundige GGZ).
http://www.nza.nh/141224/193327/NR-CU-538 Regeling gespecialiseerde GGZ.pdf
Pagina 3 van 4
Ik vertrouw erop uw vragen hiermee afdoende beantwoord te hebben.
Directie Curatieve Zorg
Kenmerk
Hoogachtend,
de waarnemend dire
368788- 120602-CZ
Curatieve Zorg,
7-
Pagina 4 van 4