NK Feminisme In Vogelvlucht

Bakfietsfeminist of Bart Smit-folder-feminist
Het NK Feminisme-debat, dat door Atria op 13 april 2014 in samenwerking met De Balie in
Amsterdam was georganiseerd, legde vooral de diversiteit tussen de zes verschillende debaters
bloot. Een discussie over het feminisme van nu, met roze poppen, onvrije vrouwen en wit elitair
paternalisme.
De Grote Zaal in De Balie biedt plaats aan ruim honderd mensen. Op deze zondagavond zit de
zaal nagenoeg vol. Op het eerste gezicht bestaat het publiek – wel of geen feminist - uit jonge en
oudere, voornamelijk witte, geëngageerde vrouwen. En voor wie goed kijkt, merkt ook de
aanwezigheid op van een handjevol mannen en andere meedenkers. Voorin zitten zes
opponenten tegenover elkaar, ieder gesteund door hun achterban die zich op stoelen achter hen
heeft verschanst. Na een voorwoord van zowel Atria-directeur Renée Römkens als de
oprichtster van Mama Cash, Marjan Sax, gaan de zes op basis van drie stellingen met elkaar in
discussie. Annabel Nanninga versus Elma Drayer, Shirin Musa versus Quity Mohebbi en Naema
Tahir versus Machteld Zee. The game is on.
Seksistische folders
“Om de psychologische oorlogsvoering op gang te brengen, heb ik voor jullie een stukje roze
meisjesspeelgoed (pony) meegenomen,” zegt Annabel. Ze is redacteur bij GeenStijl.nl en betoogt
dat “het feminisme af is”. Hierbij reageert ze op de eerste stelling die luidt: ‘De term feminisme is
definitief kapotgemaakt door trutten met speelgoedfolders en sletvreesadepten’. Volgens
Annabel is het woord feminisme gekaapt “door types die met hun okselhaar op Facebook
verschijnen,” waardoor zaken als gelijke beloning niet meer onder dezelfde noemer kunnen
worden geschaard. Degene die tegenover haar staat is columnist Elma Drayer. Ze schreef het
boek ‘Verwende prinsesjes’ en noemt zichzelf een “feminist van klassieke snit”. “Mijn jeugd was
doordrenkt met roze-blauwe-indoctrinatie. So what?,” zegt ze. Daarin is ze het eens met haar
tegenstandster, die het geëmmer over seksistische speelgoedfoldertjes als “onzinnig” typeert.
Annabel: “En een beetje zelfverzekerde vrouw raakt toch niet in de war van een roze pop?”
“Is er dan niemand die vindt dat dit soort folders problematisch zijn?” roept programmamaker
Sarah Sluimer naar het publiek, die samen met NRC-columnist Marian Donner het debat
modereert. Een tiental handen gaan omhoog. Een witte blonde vrouw grijpt de microfoon. “Dit
soort folders komen ook in gezinnen terecht waar helemaal nooit over feminisme wordt
nagedacht,” merkt ze op. “Ik ken de families waarin een jongetje wordt uitgelachen zodra hij een
pop pakt.” Met deze uitspraak is Elma het niet eens. Ze verwerpt de mogelijkheid van het
speelgoedboek als zogenaamd ‘opvoedkundig gegeven’. “Als jongens écht met poppen willen
spelen, doen ze dat heus wel.” Daarmee haalt ze de grieven van het publiek op haar hals. “Als je
hiermee beweert dat opvoeding niks uitmaakt, weet ik niet van welke planeet je komt,” bijt een
jongere witte dame haar vanuit de zaal toe.
Inclusief feminisme
Tijd voor stelling twee. Deze frase behelst dat ‘we een nieuw rolmodel voor de werkende vrouw
nodig hebben’. Quity is politicoloog en opgegroeid in Iran met twee werkende ouders. Zo’n
dertig jaar geleden vluchtte ze naar Nederland. “Niemand heeft mij ooit gevraagd hoe ik mij als
alleenstaande moeder en ex-vluchteling wist te redden zonder sociaal vangnet,” zegt ze. ‘De
vrouw’ bestaat volgens haar niet. In haar beknopt manifest pleit ze daarom voor een inclusief
feminisme, voor vrouwen die in verschillende fases van hun leven verkeren. Iets waar Shirin,
oprichtster van Femmes For Freedom, zich ook in kan vinden. En rolmodellen? Die zijn er volgens
haar al genoeg, maar alleen voor de ‘bakfietsvrouw’. “Bakfietsvrouwen zijn vrije vrouwen, met
vrije moeders en voor wie studeren een uitgemaakte zaak is,” leest Shirin op. “Maar waar zijn de
rolmodellen voor de drempelvrouw, onvrije vrouwen die uit onvrije culturen komen?” Om hun
uitkering te behouden, maken zij vrijwillig buurthuizen schoon. “En dat leidt zeker niet tot
scholing of betaalde arbeid.” Daarbij vraagt ze zich af waarom de overheid geen kleine bedragen
in deze vrouwen investeert door middel van microkredieten, dan zich uitsluitend te richten op
de economische zelfstandigheid van de bakfietsvrouw. Zij kiest er namelijk zelf voor om
parttime te werken of thuis te blijven voor de kinderen.
Meer rolmodellen dus voor drempelvrouwen. Maar wie of wat zijn rolmodellen eigenlijk? Wat
Quity betreft gaat het eerder om de menselijke waarde van een persoon – niet per se een vrouw.
Naema is jurist en heeft meerdere non-fictie boeken op haar naam staan. Zij vindt dat vrouwen
met een voorbeeldfunctie niet heilig verklaard moeten worden. “Als er meer
hoofddoekdragende vrouwen zichtbaar worden, kunnen zij toch een voorbeeld zijn voor jonge
gesluierde vrouwen”? zegt gespreksleider Marian. “Mijn huisarts draagt een hoofddoek en haar
zie ik regelmatig,” reageert Quity. “Maar zij zit niet bij Pauw & Witteman aan tafel als
deskundige.” Shirin barst in lachen uit. “Waarom Pauw & Witteman?” vraagt ze. “Ik zou zeggen:
schuif aan bij Eva Jinek.”
Emanciperende Moslima’s
Een meisje achterin de zaal – met hoofddoek – staat op. “Het is de bijstandscultuur die vrouwen
niet de vrijheid geeft voor zichzelf te beginnen,” klinkt het door de microfoon. Een schot in de
roos; het publiek applaudisseert. Dan is het de beurt aan de laatste stelling: ‘De witte feminist is
de nieuwe paternalistische onderdrukker’. “Feministen zijn nog niet eens begonnen met het
onderdrukken van Moslima’s. Ze proberen eerder andermans vrijheden ten behoeve van zichzelf
te begrenzen,” zegt Machteld. Zij doet onderzoek naar de islam en vrouwenrechten en publiceert
daar regelmatig stukken over in de media. “Toch blijft de Moslima in de ogen van de westerse
vrouw onderdrukt,” zegt Naema. “Of ze nou een hoofddoek draagt, tot haar dertigste thuis wilt
blijft wonen of maagd wilt blijven voor het huwelijk.” Moslima’s emanciperen volgens haar niet
op een manier waarop witte vrouwen dat doen en dat zorgt voor onbegrip. “Juist door hun
hoofddoek op te houden, kunnen ze soms de meeste vrijheden verwerven,” zegt ze. “Ze kunnen
langer van huis wegblijven, een baan aannemen en de sociale controle in hun naaste omgeving is
minder.”
“Onzin,” vindt Annabel. “Als je een hoofddoek nodig hebt om vrij te zijn, ben je toch juist niet
vrij?” Uit de zaal klinken tegengeluiden. “Wat?” zegt ze. “Als witte vrouw mag je dus kennelijk
niks van Moslima’s vinden”? Shirin neemt het woord over. “Ik kan mijn hoofddoek ook zo weer
afleggen, maar het helpt mij om onvrije vrouwen te bereiken in mijn werk.” Annabel knikt. Het
gesluierde meisje is inmiddels weer opgestaan vanuit het publiek. “Dan is er dus nog steeds geen
plaats voor gekleurd feminisme,” concludeert ze. “Wanneer gaan we dat veranderen?”.
Door Valeska Hovener
Valeska Hovener (1981) is freelance journalist en oprichtster van tekstbureau In Vogelvlucht.
(www.invogelvlucht.com)