boe009_ONopen lo - Co

ondernemen
S TR IP: HER MAN ROOZ EN
C O Ö P E R AT I E S
8
DE COÖPERATIES ZITTEN OP EEN GROTE BULT GELD DIE
EIGENLIJK VAN DE LEDEN IS. MAAR DIE KUNNEN ER NIET BIJ.
TIJD OM WAKKER TE WORDEN? OF IS HET JUIST PRIMA ZO?
€42.000 PER
COÖPERATIE-LID
Vermogen per boer in tien jaar verdubbeld
C
OÖPERATIES hebben miljarden
euro’s aan vermogen op de balans staan, opgebouwd door de
leden. Dit vermogen, oftewel
het vermogen in de dode hand, kunnen
leden niet opeisen en is daardoor vaak
een discussiepunt op ledenvergaderingen. Mede doordat het aantal leden van
coöperaties daalt, groeit de reserve per
lid snel. In de periode 2000-’09 ging het
om een stijging van €15.000 naar gemiddeld €42.000 aan reserves per lid.
In opdracht van Boerderij maakte coöperatiedeskundige Onno van Bekkum
van CO-OP Champions een financieel
overzicht van de reserves van de 28
grootste coöperaties in Nederland, verdeeld over vijf sectoren. Conclusie: de reserves per coöperatie groeiden in de periode van 2000 tot en met 2009 van €2,1
miljard tot €3,6 miljard; een stijging van
75 procent. Het vermogen per lid nam
fors toe, mede doordat het aantal leden
met 14 procent daalde in deze periode.
Een totaaloverzicht van alle coöperaties
in dit onderzoek is te vinden op de laatste twee pagina’s van dit artikel.
Discussie over vermogen zwelt aan
De laatste jaren staat het vermogen in
dode hand – Van Bekkum spreekt in dit
kader consequent over ‘de boerenvuist’ –
regelmatig ter discussie. Blijft bij de margeverdeling binnen de keten niet te veel
bij de coöperaties hangen? Mag de coöperatie wel zo veel oppotten terwijl boeren het zwaar hebben? Moet je niet eens
uitkeren nu er zo veel bedrijfsbeëindigers zijn? Het gaat immers nogal om bedragen: gemiddeld liefst €42.000 per lid,
maar soms zijn die tienduizenden euro’s
hoger (Cono: €78.000; Cosun: €66.000;
Boerenbond Deurne: €53.000).
Is het niet te gemakkelijk voor de coöperatiebesturen om vermogen te beheren
waarop niemand aanspraak kan maken?
Afgelopen weken nog stonden deze vragen centraal, toen bekend werd dat de
friteshandelactiviteiten van coöperatie
Agrico naar Aviko gaan. De ledenraad
van Agrico stemde in met de overdracht.
Door de overstap zijn Agrico-telers het
geld kwijt dat ze in het verleden in de cooperatie hebben ingebracht. Ook bij andere coöperaties neemt de discussie over
vermogensverdeling toe.
Dat het ook anders kan, bewijst ForFarmers met ‘vermogen om te delen’. Daar
wordt sinds 2007 voor tien jaar het vermogen op naam gezet. Sinds november
zijn de vermogenstitels van de coöperatie
FromFarmers verhandelbaar. Voor het individuele lid een aantrekkelijk perspectief, het gaat om een bedrag van enkele
tienduizenden euro’s, dat bovendien flink
groeit. Maar of na deze herstructurering
de onderneming in gezamenlijk boereneigendom blijft, moet nog bewezen worden. De aandelen kunnen namelijk ook in
handen komen van niet-leden. Eind oktober stelden leden van FromFarmers hierover kritische vragen tijdens een informatiebijeenkomst over de ‘beursgang’.
‘Toonbeeld coöperatieve solidariteit’
Over welk vermogen hebben we het eigenlijk? Men spreekt vaak over de reserves in ‘de dode hand’: vermogen van de
coöperatie dat niet door leden individueel opeisbaar is. Als het lid uittreedt,
blijft dat geld in de coöperatie achter.
Van Bekkum: „Zo geef je als generatie
door wat mede door eerdere generaties
is opgebouwd. Het is het toonbeeld van
B O E R DE R I J 9 6 — no. 9 ( 3 0 nov ember 2 0 1 0 )
boe009_ONopen lo 8
11/26/2010 12:18:51 PM
→
Twee derde winst gereserveerd
Is ruim twee derde van de winst reserveren door een coöperatie veel? Kenmerkend voor een coöperatie is dat die een
zo goed mogelijke prijs wil bieden voor
de leden. De bulk van de winst voor het
lid zit in de prijs die hij jaar in jaar uit
ontvangt voor zijn volume en op deze
manier kan blijven ontvangen, aldus Van
Bekkum. De nabetaling en de kortingen
heeft hij dan overigens ook al ontvangen.
Zo ook de rente op zijn leningen.
Vervolgens blijft er, mede door investeringen in niet-ledengerelateerde activiteiten, bijvoorbeeld deelnemingen in
buitenlandse ondernemingen, een relatief klein bedrag (‘winst’) over. Overigens is dit procentueel veel lager dan bij
niet-coöperatieve ondernemingen, blijkt
uit eerder onderzoek van de coöperatiedeskundige. Juist vanwege de coöpera- →
RESERVES ZIJN DE KRACHT VAN COÖPERATIES EN NOODZAKELIJK VOOR
HET VOORTBESTAAN ERVAN, VOLGENS ONNO VAN BEKKUM.
‘Niet laten verleiden om te gaan cashen’
Hij is een groot voorstander
van vermogen in dode hand,
of zoals hij noemt: ‘de kracht
van de boerenvuist’. Coöperatiedeskundige Onno van
Bekkum werkte jarenlang
als onderzoeker op Nyenrode Business Universiteit. Nu
heeft hij een eigen adviesbureau. Volgens hem zijn de
coöperatieve reserves de
grootste zekerheid voor de
leden en bieden ze kracht tegenover partijen die alleen
hun eigen belang nastreven.
Waarom zijn reserves zo
belangrijk? Waarom niet
op naam zetten?
„Leden moeten vrede hebben, nadat zij jaarlijks be-
sluiten over de bestemming
van het resultaat. Gedurende
zijn lidmaatschap profiteert
het lid al van het grootste deel
van de reserveringen van zijn
eigen generatie, en – niet te
vergeten – van de vorige.
Leden die willen afrekenen
bij aankomst en beëindiging
van hun lidmaatschap, maken
hun boerenvuist tot een schrale bedelaarshand. Zoals het
Nederlandse gezinsbedrijf
vooral door oud geld, onder
meer grond, rendeert, zo kan
niet elke generatie de coöperatie ‘kopen’ van de vorige.
Overal in de wereld vallen
coöperaties in handen van derden doordat één generatie leden zich laat verleiden te gaan
PRO FIEL
Naam: Onno van
Bekkum (41).
Organisatie:
FO TO : H ENK RISWICK
coöperatieve solidariteit. Het is een heel
solide basis voor je bancaire financiering.
Het maakt coöperatieve fusies, de belangrijkste motor achter de coöperatieve
groei, relatief gemakkelijk. En voor de
coöperatie zijn reserves goedkoop omdat
je het rendement niet jaarlijks hoeft uit
te keren. Dat geld blijft in de sector.”
De reserve van een coöperatie groeit
door reserveringen uit winst. Deze coöperatieve nettowinst was de afgelopen
drie jaar gemiddeld €447 miljoen, waarvan ruim een derde van zuivelcoöperatie
FrieslandCampina. Het gaat hier dus niet
om dat deel dat contant aan derden
wordt uitgekeerd of kortingen en bonussen vóór belasting. Van de totale coöperatieve winst werd de afgelopen drie jaar
77 procent gereserveerd, aldus dit onderzoek. Dat is iets meer dan bij beursgenoteerde bedrijven, maar daardoor komt de
coöperatie ook sterker door de crisis.
adviesbureau
CO-OP Champions.
Functie: eigenaar, coöperatiedeskundige.
Voorheen onderzoeker aan Nyenrode Business
Universiteit.
cashen. Die kant moet het in
Nederland niet op gaan. In
Australië is er zo al amper
meer een coöperatie over.”
9
Dat stoppers geld willen, is
toch niet onbegrijpelijk?
„Stoppers mogen dat eisen,
maar andere leden doen er
verstandig aan de eis te verwerpen. Ze hebben daarvoor
een aantal argumenten. Als
eerste: wij willen de coöperatie behouden en wij zijn
met meer. Ten tweede: dat
jij geen opvolger hebt, betreur ik, maar ik wil mijn opvolger straks een goede toekomst bieden. Ten derde: je
hebt ingestemd met de voorwaarden voor lidmaatschap
en jaarlijks mede goedkeuring verleend aan de bestemming van het resultaat. Ten
vierde: meer dan de helft
van de reserves is meer dan
tien jaar oud en dus mede
opgebouwd door leden die al
vertrokken zijn. Ten vijfde:
een deel van de reserves is
ontstaan uit recente boekwinsten op investeringen uit
een ver verleden, die we cadeau hebben gekregen. Tot
slot: het bedrag per lid is
mede zo hoog doordat het
aantal leden is afgenomen.”
B OERD ERI J 96 — no. 9 (30 n ov e m b e r 2010)
boe009_ONopen lo 9
11/26/2010 12:18:53 PM
ondernemen
C O Ö P E R AT I E S
10
tieve doelstelling. Daarnaast moeten verschillende coöperaties ook nog eerst
winst betalen aan derde investeerders.
Van het kale bedrag dat overblijft en dat
de coöperatie berekent voor de continuïteit en groei van de onderneming, blijft
gemiddeld twee derde binnen de coöperatie. Volgens Van Bekkum is het van belang dat een coöperatie niet alleen met
de markt, maar ook met de leden meegroeit en dus daarvoor geld reserveert.
Landbouwbedrijven groeiden in de afgelopen tien jaar ook flink. Van Bekkum:
„Ik schrik dus niet van deze reserveringspercentages. En kijk maar: de meeste cooperaties staan er nu een stuk beter voor
dan tien jaar geleden.” Groei is noodzakelijk om speler van formaat te blijven en
daardoor een zo best mogelijke prijs te
realiseren voor de leden, concurrerend
met andere wereldspelers.
Een voorbeeld waar het bijna mis ging,
is de Nieuw-Zeelandse zuivelcoöperatie
Fonterra. Die kende geen reserves. Leden
hadden aandelen die ze te allen tijde konden verzilveren, bijvoorbeeld als ze stopten met melken. Door deze structuur was
de belasting op startende en groeiende
leden groot. Daarnaast ontstond een
groot risico wanneer groepen uittredende
leden geld wilden zien. De vermogenspositie van Fonterra kon zo dus in gevaar
komen. Van Bekkum: „Het had weinig
gescheeld of men had om die redenen in
2007 besloten naar de beurs te gaan.
Maar met de nieuwe constructie met ver-
handelbare ‘droge’ aandelen waarmee leden hun investering mogen verdubbelen
en waar externen straks ook op gekoppelde certificaten kunnen bieden, zie ik het
eerlijk gezegd ook niet goed aflopen. Te
riskant, want het is een onomkeerbare
stap op een glijdende schaal.”
Wereldwijd zijn tientallen coöperaties
onder interne of externe druk bezweken
en in handen van derden terechtgekomen; met een beursgang of een – soms
‘vijandige’ – overname. In oktober besloten leden van de Deense vleesverwerker
Danish Crown de onderneming onder te
brengen in een soort naamloze vennootschap (nv), met het oog op het ‘later’
kunnen aantrekken van externe investeerders of mogelijk een beursgang. Sun-
Belangrijke conclusies over coöperaties in aanvoer, akkerbouw, zuivel en overige sectoren
FROM (FOR) FARMERS
● explosieve groei omzet en
balanstotaal, mede door consolidatie Cefetra, boekwinsten
uit verkoop Cebeco-belangen
● reserves op naam gezet
● sterke groei reserves per lid,
mede door goed resultaat en
boekwinsten verkoop Cebeco
CEHAVE LANDBOUWBELANG
● in dit overzicht exclusief fusie met Agrifirm in mei 2010
● omzet iets teruggevallen
● door daling aantal leden toename reserves per lid, maar
nog steeds vrij bescheiden
AGRIFIRM
● fusie met Cehave in dit overzicht nog niet verwerkt
● verdubbeling groei omzet
● reserves per lid blijven laag,
ondanks daling ledenaantal
● boekwinsten uit afstoten
Cebeco-activiteiten
● glastuinbouwactiviteiten in
’05 afgestoten aan Horticoop
BOERENBOND DEURNE
COSUN
VITELIA VOEDERS
AVEBE
● mooie groei en flink geïnvesteerd en gereserveerd
● reserves per lid wat hoog
voor een voercoöperatie
● ledenaantal groeide
● solvabiliteit solide
● integratie CSM Suiker in
april 2007 met o.a. bijna
5.000 nieuwe leden. Toch nettoverlies van leden in tien jaar
● doet het al lang heel goed,
zeker ook de laatste jaren
CZAV
● stabiele club, ook wat omzetgroei betreft: die is gemiddeld
● ledenaantal ‘onbeweeglijk’
● reserves zijn aangetrokken,
daardoor mooie solvabiliteit
RIJNVALLEI
● stabiel en groeiend
● iets minder gereserveerd,
maar blijft een sterke club
● aantal leden licht in de plus
● reserves per lid nog steeds
bescheiden
● fusie SaWeCo en Boerenbond Ysselsteyn in 2008
● onlangs flink geïnvesteerd,
o.a. in nieuwe overslaglocatie
● stijging balanstotaal: consolidatie assurantieportefeuille
● blijft reserveren
● groei is er laatste decennium
wat uit: omzet, balanstotaal
en ledenaantal iets in de min
● netto-onttrekking aan reserves door moeilijke jaren, zo
amper groei reserves per lid
● paar keer mooie winst, meteen fors deel uitgekeerd
ARKERVAART-TWENTE
● geweldige solvabiliteit:
spaart voor nieuwe locatie.
● ondanks wat forse daling ledenaantal een omzetstijging
AGRICO
● kolom 7 in tabel volgende pagina boven 100 procent, want
in 2009 boekte het verlies af
B O E R DE R I J 9 6 — no. 9 ( 3 0 nov ember 2 0 1 0 )
boe009_ONopen lo 10
11/26/2010 12:18:55 PM
Rice in Australië stemt binnenkort over
een ongevraagd overnamebod door het
Spaanse Ebro.
Elke coöperatie een eigen discussie
Uit dit onderzoek blijkt dat de vermogensverdeling per coöperatie enorm kan verschillen. Gemiddeld is het €42.000 per
lid, maar bij CNC is het €215.000 en bij
CRV, de coöperatie met de meeste leden,
niet meer dan €2.000. Ook het percentage reservering van de nettowinst per coöperatie verschilt sterk: van 100 tot enkele
tientallen procenten. Daarnaast zijn er afwijkingen in de periode waarin de reserves zijn opgebouwd. Van de totale actuele
reserves is 11 procent toegevoegd in 2009
en 47 procent sinds 2000, en daar zitten
en nog extra een rentebijschrijving van de certificatenrekening: twee negatieve getallen
delen wordt weer positief
● focus op kernactiviteiten,
bescheiden reserveringen
● mooie solvabiliteit
HZPC
● ook personeel als mede-eigenaren verhandelbare certificaten
● stevige reserveringen leidden tot inhaalslag solvabiliteit
● flink deel van de winst wordt
contant uitbetaald
NEDATO
● 32,6 % eigendom van CZAV.
● na Arkervaart de solvabiliteits-topper, ofschoon men
niet eens overmatig reserveert
ook nog boekwinsten in. De meerderheid
van de reserves is dus opgebouwd in de
vorige eeuw. Met andere woorden: een
aanzienlijk deel van de reserves is opgebouwd door de vorige generatie(s). De
huidige leden profiteren dus ook van geld
dat hun voorgangers bij elkaar hebben gespaard. Iets om rekening mee te houden
voor wie de discussie aangaat over winstverdeling en vermogensopbouw.
Reserves zijn van belang voor de continuïteit van een coöperatie. Over de vraag
hoe ermee om te gaan, verschillen de meningen. Voor coöperatieleden is het van
belang hierover met hun bestuursleden te
discussiëren op ledenvergaderingen.
Vragen die volgens Van Bekkum op
élke ledenvergadering gesteld moeten
● terugloop aantal leden.
● omzetplus is prima, gezien
het sectorgemiddelde
FRIESLANDCAMPINA
● grote daling reserves door
uitkoop en conversie B-certificaten en compensatie vermogensverschillen bij fusie
● reservering terug op niveau
2000
● omzetgroei beperkt door dip
melkprijzen 2009 en afstoot
van o.a. Nijkerk
DOC KAAS
● sterke groei aantal leden
● nieuwbouw in 2003
● moeilijke jaren gehad
● garantiekapitaal (incl. achtergestelde leningen) in orde
● reserves per lid zijn laag
worden aan de directie en het coöperatiebestuur, zijn de volgende:
● Wat waren de rendementsdoelen van
afgelopen jaar en kunt u als bestuur
voorrekenen of die zijn behaald?
● Kunt u aangeven waarom de voorgestelde toevoeging aan de reserves nodig
is en wat u met dit vermogen gaat doen?
● Tot slot de vraag voor leden van wie de
coöperatie veel vermogen in de dode
hand heeft: waarom worden toekomstige
reserveringen niet (deels) op naam gezet?
Stof genoeg voor discussie, dus. En dat
daar ruimte voor is, is juist de kracht van
een coöperatie.
Zie voor een overzicht van de
28 coöperaties de tabel op pag. 12.
CONO KAASMAKERS
● enorme groei reserves: men
spaart voor nieuwbouw
● mooi resultaat, zo werden
reserves per lid snel erg hoog
ROUVEEN
● flink gereserveerd: men
spaart voor nieuwbouw
● solvabiliteit is dik in orde
● reserves per lid snel hoog
geworden, maar remt al af
11
→
kleiner, minder kapitaalkrachtig en had half zo veel ‘leden’
CRV
● fusie met het Belgische VRV
in 2002, die 20 % eigenaar is
● bescheiden omzetgroei
● solide historische reserves
worden verder voortgebouwd
● prachtige solvabiliteit
● qua ledenaantal veruit de
grootste coöperatie, waardoor
reserves per lid gering zijn
VION FOODS
● geen coöperatie. ZLTO als
‘coöperatieve’ eigenaar
● spectaculaire groei
● reserves ZLTO groter dan eigen vermogen Vion
● cijfers 2000 betreffen Dumeco, alsof het toen echte cooperatie was. Was beduidend
PIGTURE GROUP
● 22,5 % eigendom van Vion
● paar magere jaren gehad,
maar sinds 2000 enorm gegroeid en stevig gereserveerd
● ledenaantal wat in de min;
toch blijven reserves per lid
bescheiden
B OERD ERI J 96 — no. 9 (30 n ov e m b e r 2010)
boe009_ONopen lo 11
11/26/2010 12:18:57 PM
C O Ö P E R AT I E S
Reserves per lid ruimschoots verdubbeld in tien jaar tijd - CNC koploper met €215.000 per lid
financieel overzicht reserves grootste coöperaties per sector, op basis van cijfers in 2009,
kolommen 1, 2, 4 en 6 x €1 miljoen, kolommen 9 en 10 x €1.000
naam coöperatie per sector
1
omzet
2
balanstotaal
3
solvabiliteit
(%)
4
reserves
% van
5
6
7
% reserve
coöp.% reservevan coöp. nettowinst ring n. winst
eigen verm. 3 jr gem.
3 jr gem.
8
aantal
leden
9
reserves
per lid
10
reserves
per lid
in 2000
11
2009
AANVOER
ForFarmers
Cehave Landbouwbelang
Agrifirm (voor fusie Cehave)
CZAV
Rijnvallei
Boerenbond Deurne
Vitelia Voeders
Arkervaart-Twente
totaal/gemiddelde
3.494
1.011
915
296
207
188
112
73
6.295
518
344
403
107
76
58
46
38
1.590
51
54
44
51
52
53
50
83
55
162
177
173
54
39
31
22
32
690
72
100
100
100
100
100
100
100
96
33,2
14,0
18,4
5,3
5,4
1,7
0,5
3,7
82
76
53
100
100
85
100
100
65
85
6.400
6.000
15.000
3.000
2.434
580
608
1.073
35.095
25
29
12
18
16
53
36
30
27
10
14
6
9
13
28
19
13
14
14
6
16
7
3
7
9
13
9
1.763
639
233
231
59
2.926
1.565
429
54
73
25
2.146
48
38
51
45
70
50
671
119
19
17
11
838
92
73
69
52
97
77
52,1
20,6
0,5
4,0
1,2
78
84
73
105
24
89
75
10.219
3.265
975
1.159
480
16.098
66
37
19
15
24
32
29
32
9
6
10
17
6
-8
-7
9
0
0
8.187
299
155
68
8.709
4.770
153
72
30
5.025
37
15
50
52
39
654
23
37
16
729
43
100
100
100
86
196
-1,0
5,2
0,7
201
53
100
100
100
88
15.326
1.132
466
293
17.217
43
21
78
53
49
33
22
19
13
22
29
3
24
2
14
3.861
1.627
296
267
230
203
200
95
6.779
924
508
52
95
88
110
175
125
2.076
22
12
54
52
23
39
27
24
32
193
55
28
49
24
43
45
19
456
93
88
100
100
100
100
100
98
97
4,8
8,9
2,5
2,9
0,3
2,3
5,0
0,1
27
36
100
71
25
100
94
100
96
78
5.000
1.006
1.600
422
528
3.381
210
386
12.533
39
54
18
117
46
13
215
49
69
12
-7
9
27
17
8
47
3
14
20
15
7
-2
0
-5
4
90
16
9.040
135
85
9.259
3.118
104
64
3.286
26
63
46
45
809
66
23
898
116
100
100
105
56,4
2,5
-0,4
58
73
100
100
91
18.000
32.476
2.500
52.976
45
2
9
19
11
2
2
5
5
5
22
11
33.968
14.122
44
3.611
93
447
82
133.919
42
15
10
ondernemen
AKKERBOUW
12
Cosun
Avebe
Agrico
HZPC
Nedato
totaal/gemiddelde
ZUIVEL
FrieslandCampina
DOC Kaas
Cono Kaasmakers
Rouveen Kaasspecialiteiten
totaal/gemiddelde
TUINBOUW
FloraHolland
The Greenery
CNB
ZON Fruit & Vegetables
Fruitmasters
Tuinbouwcentrum Horticoop
CNC
Plantion
totaal/gemiddelde
OVERIG
Vion
CRV
Pigture Group
totaal/gemiddelde
totaal/gemiddelde alles
bron: Onno van Bekkum (CO-OP Champions)
In de tabel staan de cijfers tot en met 2009
van de 28 grootste coöperaties in Nederland,
verdeeld over vijf categorieën. Coöperaties
die na 2000 gefuseerd zijn (FrieslandCampina, Vitelia, FloraHolland, Tuinbouwcentrum
Horticoop, Plantion), zijn vergeleken met de
optelsom van de diverse fusiepartijen van
destijds, alsof ze toen al gefuseerd waren.
Alle reserves (kolom 4) zijn opgeteld.
Een paar coöperaties, met name de kleine
zuivelcoöperaties, berekenen geen nettowinst, maar een exploitatiesaldo. Zij betalen
een nabetaling uit, na aftrek van toevoegingen aan de reserves, waarover belasting
wordt betaald. Er is hier gekozen om alleen
de toevoeging aan de reserves te presenteren als ‘winst’.
Bij FrieslandCampina is de prestatietoeslag
ook niet meegenomen. De onderlinge resultaatvergelijking blijft ongelukkig als niet ook
de melkprijzen worden meegenomen.
Gemiddelden in de tabel zijn enkelvoudige en
geen gewogen gemiddelden. Oftewel: de 10 %
groei van de grote coöperatie weegt even
zwaar mee als de 10 % groei van de kleine.
Een aantal coöperaties werkt met gebroken
boekjaren (CNB, HZPC, Avebe, Agrico, CRV,
CZAV en Nedato. Een paar cijfers werden geschat: eigen vermogen in 2000 van Plantion
en CRV 2000 (op basis van cijfers 2002).
B O E R DE R I J 9 6 — no. 9 ( 3 0 nov ember 2 0 1 0 )
boe009_ONopen lo 12
11/26/2010 12:18:58 PM
hu
toe
van
huidige reserves
toegevoegd in:
12
13
’07-’09 ’00-’09
ontwikkeling 2009 ten opzichte
van 2000, in %
14
15
16
17
18
omzet balans- solva- reserves aantal
totaal biliteit
leden
16
23
23
5
10
20
8
27
16
55
15
28
50
27
61
39
36
39
909
-6
134
103
112
156
49
61
190
322
-23
35
45
60
194
99
45
97
-16
50
5
37
-14
-12
-13
8
6
121
17
38
98
38
160
65
56
74
-13
-45
-31
1
7
36
-13
-30
-11
12
32
-1
44
17
21
42
-32
24
68
42
29
99
-18
7
34
62
37
57
-33
-15
44
25
16
12
3
70
1
7
19
71
-24
31
208
71
71
-25
-33
-35
18
-31
-21
-73
-12
43
17
-6
-2
36
70
71
44
2
41
37
48
32
37
143
114
110
101
21
-35
54
63
26
-2
57
229
242
132
-24
66
-19
-15
2
40
73
20
8
7
10
31
92
35
41
167
38
18
10
65
51
93
60
17
7
9
-19
152
120
8
29
40
1
-31
17
7
26
165
33
731
119
22
764
36
15
-30
8
61
156
129
68
-249
60
-22
11
184
105
1.248
243
22
-80
-18
-72
-58
75
-56
-23
-35
18
13
29
20
87
18
72
59
448
25
134
202
717
27
208
317
-5
-4
48
13
694
22
261
326
101
-7
-34
20
20
46
99
113
47
154
-14
Bij het coöperatieve eigen vermogen (zie kolom 5) en de coöperatieve winst (zie kolommen 6 en 7) betreft het alleen het deel dat
aan de coöperatie, dat wil zeggen de leden,
toebehoort. De belangen van derden in dochterondernemingen of het aandeel van derden
in de groep zijn weggesneden. Denk aan de
beursgenoteerde, perpetuele obligatie van
FrieslandCampina, of het belang van Vion in
Pigture Group.
DE RESERVES VAN COÖPERATIES GROEIEN ENORM, ZO OOK HET
VERMOGEN PER LID, MEDE VANWEGE DALING AANTAL LEDEN.
Reserves met 75 procent gestegen
De afgelopen tien jaar groeiden de reserves van coöperaties van in totaal €2,1
miljard tot €3,6 miljard (kolom 4 in de
tabel), een stijging van 75 % en een gemiddelde (ongewogen) stijging per bedrijf van 154 % (kolom 17). Daar zitten
echter uitschieters bij: Vion Foods (geen
coöperatie, maar via ZLTO een band met
boeren-leden), Plantion (grote, stille reserves) en The Greenery (negatieve reserves in 2000). Als daarvoor wordt gecorrigeerd, blijft toch nog steeds een gemiddelde stijging van 89 % over. Opvallend is FrieslandCampina. Daar zijn de
reserves nu vrijwel gelijk aan die van
Campina plus Friesland in 2000.
Reserves groeien door reserveringen
uit winst. De coöperatieve nettowinst,
dus niet het deel dat contant aan derden
wordt uitgekeerd, van deze coöperaties
bedroeg gemiddeld €447 miljoen in de
laatste drie jaar (kolom 6), waarvan ruim
een derde van FrieslandCampina.
Van de totale coöperatieve winst werd
de afgelopen drie jaar gemiddeld 77 %
gereserveerd. Per onderneming was het
(ongewogen) gemiddelde 82 % (kolom
7). Merk op dat hierbij de nabetalingen
bij de kleine zuivelcoöperaties buiten beschouwing zijn gebleven, evenals de diverse kortingen van onder meer de voercoöperaties die vóór belasting gepresenteerd worden. Een deel van de reserveringen kwam overigens door boekwinsten op
verkoop van activa, zoals een aantal exCebeco-coöperaties (waaronder Arkervaart, ForFarmers, Rijnvallei), The
Greenery, Plantion (locaties Bemmel en
Utrecht) en Cono (Stompetoren).
Het aandeel van de reserves in het coöperatief eigen vermogen, dus zonder
aandeel van derden (kolom 5) bedraagt
per onderneming (ongewogen) gemiddeld 93 %. De zuivel en de akkerbouw
lopen wat betreft vermogen op naam
‘voorop’ met ‘slechts’ respectievelijk 86 %
en 77 % van het coöperatieve eigen vermogen in reserves. Opvallend hier is
Vion met 116 %. Eigenaar ZLTO doet en
bezit tenslotte meer dan alleen Vion.
De omzet van deze 28 coöperaties (gecorrigeerd voor fusies) groeide sinds
2000 met 66 % van €20 miljard naar €34
miljard, gemiddeld (ongewogen) per onderneming is sprake van een verdubbeling (kolom 14). Als we corrigeren voor
uitschieters Vion en ForFarmers, resteert
nog steeds een gemiddelde groei van
54 %. Vooral de voersector groeide hard.
Opvallende achterblijvers zijn Cehave,
Avebe en fusiecoöperatie FrieslandCam-
pina, die onderdelen hebben afgestoten.
De reserves per lid zijn gemiddeld
€42.000 (kolom 9). Uitschieters zijn
ZON en vooral CNC, waar stevige bedragen per lid op de balans staan. Tien jaar
geleden stond gemiddeld nog maar
€15.000 per lid op de balans gereserveerd (kolom 10). Voor een deel kwam
dit doordat de coöperaties bleven reserveren: €1,6 miljard in totaal sinds 2000.
Een ander deel van de toename van de
reserves per lid kwam door daling van
het ledenaantal: gemiddeld met 14 %
sinds 2000 (kolom 18). Er waren enkele
(forse) groeiers: Vion (ZLTO-leden van
nu verdubbelen het aantal Dumeco-leden van toen), Horticoop, DOC Kaas,
Boerenbond Deurne, HZPC. Maar er waren ook flinke dalers, met name in de
tuinbouw: Coforta/The Greenery, ZON,
Fruitmasters, CNC en FloraHolland. Buiten de tuinbouw daalde ook het Cehaveledenaantal vrij sterk.
De solvabiliteit (aandeel eigen vermogen in balanstotaal; kolom 3) is met gemiddeld 44 % goed te noemen, waarbij
vooral de aanvoer en akkerbouw opvallen. Tien jaar terug was het nog gemiddeld 39 %. De gemiddelde (ongewogen)
solvabiliteitsgroei per onderneming bedroeg 47 % (kolom 16), ‘verstoord’ door
positieve uitschieters: The Greenery en
Plantion, die bij de eeuwwisseling nog
onder de 10 % zaten. Zonder deze twee
was de gemiddelde versterking 15 %.
De tuinbouw is bezig met een flinke inhaalslag. Bij kleine zuivelcoöperaties is
druk gespaard. DOC en Fruitmasters
hebben zichtbaar enkele moeilijke jaren
achter de rug.
De datering van de huidige reserves
wordt zichtbaar in kolommen 11 t/m 13.
Van het totaal van de actuele reserves
werd 11 % toegevoegd tijdens het laatste
jaar. Van de reserves is 20 % hoogstens
drie jaar oud (kolom 12) en 47 % (kolom
13) werd sinds 2000 toegevoegd. De
meerderheid van de huidige reserves dateert dus uit de vorige eeuw.
Enkele opmerkelijke bewegingen: Bij
Plantion is 90 % van de actuele reserves
vorig jaar toegevoegd (boekwinst). Bij
FrieslandCampina was dat 29 %.
De mintekens zijn wat lastig te interpreteren. Bij FrieslandCampina daalden de
reserves sinds 2006 (conversie B-certificaten en compensatie bij fusie). Bij Avebe
iets soortgelijks: daar heeft men de afgelopen jaren ‘geteerd’ op het verleden.
13
Martijn ter Horst
B OERD ERI J 96 — no. 9 (30 n ov e m b e r 2010)
boe009_ONopen lo 13
11/26/2010 12:18:58 PM