1. Leerdoelen van “Spreekuur echografie” (E. Deurloo en J. van

1. Leerdoelen van “Spreekuur echografie” (E. Deurloo en J. van Schuppen)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) Kent u tips en tricks om het echo onderzoek bij een kind succesvol af te ronden
b) Kent u de indicaties en richtlijnen voor screenende echografie van de heupen, het myelum en
de nieren bij pasgeborenen
c) Kunt u onderscheid maken tussen normale anatomie en pathologie van heupen, myelum,
nieren, pylorus en navel bij kinderen
2. Leerdoelen van “Het kinderskelet: accidenteel of niet-accidenteel letsel” (R. van Rijn en F.
Klerx-Melis)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) kunt u het juiste radiologische protocol volgen bij vermoeden van fysieke
kindermishandeling.
b) kunt u een differentiaal diagnose van letsels gevonden bij vermoedens van fysieke
kindermishandeling opstellen.
c) kunt u het KNMG stappenplan kindermishandeling toepassen.
3. Leerdoelen van “Zwellingen en putjes in de hals” (E. Beek en A. Littooij)
Na het volgen van deze parallelsessie
a) kunt u een adequate differentiaal diagnose opstellen voor solide of cysteuze laesies in de nek
b) kunt u met echografie de meeste diagnoses stellen
c) kunt u de situaties herkennen waarin relevante aanvullende informatie met cross-sectionele
imaging kan worden verkregen.
4. Leerdoelen van “De thorax van neonaat en zuigeling” (A. Martijn en D. Rikkers)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) kunt u de meest voorkomende ziektebeelden van de neonaat en zuigeling relateren aan de
leeftijd van de patiënt zowel in uren/dagen als wat betreft gestatieduur
b) kent u de "verstopplekken" van de pneumothorax
c) bij een volledige beschrijving van het onderzoek relevante bij bevindingen ontdekken
5.Leerdoelen “Van buikpijn tot acute buik” (M. Dremmen en S. Robben)
Na het volgen van deze parallelsessie
a) Is uw kennis over oorzaken van buikpijn bij kinderen opgefrist
b) Realiseert u zich dat buikpathologie sterk gecorreleerd is met de leeftijd
c) Begrijpt u de pathofysiologie achter deze ziektes.
6. Leerdoelen van parallelsessie “Neuroradiologische hoofd/hals urgenties” (M. Lequin en K.
Kamphuis-van Ulzen)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) Moet u de meest voorkomende acute neuroradiologische afwijkingen in hoofd en hals
herkennen
b) Kunt u met behulp van goede klinische informatie een betere differentiaal diagnose geven
c) Ziet u in dat je van alle diagnostische beeldvormende technieken gebruik moet maken om tot
een optimale diagnose te komen
7. Leerdoelen van parallelsessie “Postmortemonderzoek” (N. Ahmani en W. Klein)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) Kent u de MRI, CT en X protocollen en indicaties
b) Kunt u deze onderzoeken systematisch beoordelen
c) Ziet u in dat u deze onderzoeken in uw ziekenhuis kunt aanbieden aan
gynaecologie/obstetrie en kindergeneeskunde, en weet u dat u hulp bij de beoordeling kunt
vragen in de expertise centra.
8. Leerdoelen van parallelsessie “Skeletdysplasie made easy” (J. Verbeke en A. Devos)
Na het volgen van deze parallelsessie:
a) Kent u het radiologisch protocol dat van toepassing is bij verdenking op skeletdysplasie.
b) Herkent u skeletafwijkingen die wijzen op een skeletdysplasie.
c) Kunt u skeletafwijkingen onderbrengen in een bepaalde groep van skeletdysplasieën.
Leerdoelen Dr. Chung – plenaire sessies
Pediatric Lung Cysts
After participating in this educational activity, the learner will be able to:
a) Provide a differential diagnosis for air-filled pulmonary cysts in children
b) Provide a differential diagnosis for fluid-filled cysts
c) Briefly describe distinguishing features of each diagnosis
Vascular Rings and Slings.
After participating in this educational activity, the learner will be able to:
a) Briefly describe the normal embryological development of the aortic arch
b) Describe the work-up of a child with dysphagia/suspected vascular ring
c) Recognize the imaging findings of the common vascular rings/slings
Cystic Renal Disease of Childhood
After participating in this educational activity, the learner will be able to:
a) Provide an appropriate differential diagnosis for cystic renal disease
b) Briefly describe the unifying theory of ciliopathies
c) Recognize the imaging findings of common cystic renal diseases of children