dit artikel

Rotary
Rotary - Aas
Bart-Jaap Koorn
Inleiding
Aas, en dan met name boilies, een aassoort
welke veelvuldig wordt gebruikt in onze jacht
naar de gevinde vriend karper. Er is veel over
geschreven, en boiliebedrijven schieten als
paddenstoelen uit de grond. Het is mogelijk om
zelfs zonder echte kennis van aas een boiliebedrijf te beginnen en een flink assortiment
vangende boilies op de markt te brengen.
D
e eerste is vriend Chris Gabriële, de
man met een grote kennis van voeding,
en 1001 connecties op aasgebied. Chris heeft al
eerder een boiliebedrijf gehad maar stopte hier
destijds mee. Aas maken bleef echter een grote
hobby en hierdoor was het niet te voorkomen
dat zijn bollen tegenwoordig weer te koop zijn
via zijn nieuwe bedrijf CG-Baits. Uren, zoniet
dagen lang hebben we diepgaande gesprekken
gevoerd over onze gevinde vriend. Iedere keer
als ik naar huis reed, had ik weer iets geleerd.
Een goed onderbouwde en onder andere op
diverse wetenschappelijke onderzoeken gebaseerde mening en visie over aas is wat Chris
gebruikt bij het maken van zijn boilies.
De tweede is Eino Gangelhof, de piraat uit het
noorden, de man achter BFP, een warme man,
Koi-liefhebber en weldoordacht aasproducent.
Vele gesprekken heb ik met hem mogen hebben
in de winkel of in zijn tuin aan de vijver. Een
man met een duidelijke mening en visie over
aas.
Beide heren weten duidelijk waar Abraham de
mosterd haalt en zijn derhalve de juiste mannen om aan het woord te laten.
We vragen hen naar hun visie op de huidige boilievisserij. Veel bollen bestaan om onder andere
economische redenen uit een zeer koolhydraatrijke basis. Maar is deze basis nu eigenlijk wel
zo goed voor onze gevinde vriend? In het natuurlijk dieet van de karper komen immers am-
Chris Gabriële: “Aas is m’n hobby”.
Maar zijn al die boilies nou wel zo goed voor de
karper? In deze Rotary gaan we dieper in op
met name de voedingswaarde in boilies, waarheden en onwaarheden op dit gebied. Enkele
benaderde boilieboeren wilden / durfden niet
mee te werken en gaven aan dat zij hun vingers niet wilden branden aan dit onderwerp.
Met enkele eerlijke maar opvallende antwoorden, in de zin van dat zij eigenlijk niet weten
wat aas nou doet in / met de vis en wat nu ei-
genlijk wel of niet goed is voor de karper, zocht
ik verder. Lang hoefde ik niet na te denken om
te weten bij wie ik moest aankloppen om echte
kennis van zaken op papier te krijgen. Ik benaderde twee aasgoeroes die ik gelukkig tot
vrienden mag beschouwen en beiden vonden
het leuk om eens een stuk onderbouwde info
omtrent aas te delen met ons.
per tot geen koolhydraten voor. Daarnaast zijn
koolhydraten (zeer) lastig te verteren voor de
karper, en worden deze zelfs vaak, in plaats van
gebruikt als behoeftevoorziening, opgeslagen
als vet dat niet verdwijnt omdat de calorievoorziening veel groter is dan de verbanding.
Bijdrage Chris Gabriële
We vragen hoe het verteringsstelsel van de karper nu eigenlijk werkt. Waar worden bijvoorbeeld koolhydraten of eiwitten in omgezet, hoe
werkt dit en wat doet dit met, dan wel voor het
lichaam van de vis?
Het opzetten van een aasbedrijf is iets wat iedereen kan, maar kan een boilie die voor een
kiloprijs van pakweg €4,- (met winst) verkocht
wordt, naast goed vangen eigenlijk ook nog
goed zijn voor de karper?
In plaats van het gebruikelijke vraag-antwoord
model hebben we ervoor gekozen om de schrijvers ditmaal een stuk naar eigen inzicht te laten
schrijven met daarin bovenstaande vragen verweven.
Vanuit de redactie willen we benadrukken,
dat onderstaande stukken tekst de visie zijn
van de schrijvers. Beide schrijvers hebben
het, in tegenstelling tot een aantal andere
benaderde mensen, wel aangedurfd om een
(kritisch) stuk te schrijven. Een stuk over
een onderwerp waar beiden hun brood mee
moeten verdienen. Geen gemakkelijke opgave dus en daardoor erg gewaagd.
De huidige boilie visserij is niet meer weg te
denken uit de karpervisserij. Waar we vroeger
op de korst, met maïs en aardappel de karper
op de kant probeerden te krijgen, is de hedendaagse karpervisserij erg goed doorontwikkeld.
Ook de diversiteit aan karpervissers is gegroeid.
Van de recreant tot een targetvisser en alles
daartussen in. De meeste vissers vissen tegenwoordig met doordachte systemen. Zinkende
lijnen, perfecte onderlijnen en aas dat geschikt
is voor het soort water waar men vist. De targetvissers zullen alles afstemmen om op de
wateren die ze belagen op hun manier hun targets kunnen vangen, om net wat meer te kunnen vangen of juist die ene big. Een goede boilie
is voor bijvoorbeeld de targetvissers net zo belangrijk als de rest van hun systeem. Ze gaan
voor die ene lastig vangbare vis…ook al is die
maar net 10kg, het gaat om net dat beetje extra…
Kennis over aasbereiding is bij veel boiliebedrijven aanwezig, al zijn de meeste wel van “13 in
een dozijn”. Zoet is met zoetstof, een kleurtje en
een zaadje of vismeel en dan mogelijk aangevuld met kruiden.
Er zijn tegenwoordig relatief weinig bedrijven
die echt aas leveren met de betere en / of weinig gebruikte ingrediënten. Aas dat ontwikkeld
is op basis van zijn inzetbaarheid, of aantrekkingskracht. Laten we eerlijk wezen, je kunt op
Eino Gangelhof: “Machtige vissen hebben goede voeding nodig”.
De Karper 43
Soms net dat beetje meer.
Voldoen aan de vraag wat klanten willen en toch iets gezonds leveren.
bijna elke bol vis vangen. Ik zal later verder ingaan op wat er nu eigenlijk goed is voor de karper, maar niet meer vissen is dan het eerlijkste
en beste antwoord…
Persoonlijk vind ik dat het aas dat je gebruikt
verantwoord moet zijn, en dus echt dat beetje
extra moet geven om het verschil te kunnen
maken op het water dat je bevist. Verantwoord
voor de vis welteverstaan en dus niet enkel
(veel) vis vangen. Qua aas ben ik Engels georiënteerd. Ik ben dol op aas met een Engels tintje.
Sommige Engelse bedrijven zijn al jaren bedreven in het zoeken en proberen van ingrediënten
en daar ligt ook mijn passie. Om goed aas te
produceren, zal je terug moeten naar de basis.
Dit is in mijn ogen weten hoe een karper zijn
voedsel vindt, waarneemt en hoe deze echt
aast. Dan bedoel ik niet kijken naar onderwaterbeelden, maar hoe aast een karper nu echt.
Iets wat misschien lang niet alle boiliedraaiers
weten? Hoe een karper zijn voedsel vindt, is in
mijn ogen dus van belang voor de ontwikkeling
van aas.
Zeker op zware dressuurwateren en betaalwateren is soms net dat kleine beetje extra nodig
in de vorm van onderscheidend en goed aas.
Neem als voorbeeld de betaalwateren, men
geeft een hoop geld uit om een week ergens te
vissen en dan is het fijn om het maximale uit je
aas te kunnen halen.
Betaalwateren zijn nu eenmaal een belangrijk
onderdeel geworden in onze hedendaagse visserij en de eigenaren letten erg op de waterkwaliteit. Juist voor watereigenaren is het belangrijk dat een boilie echte voedingswaarde
heeft en daarnaast makkelijk verteerbaar is.
Zijn vissen mogen absoluut niet ziek worden en
zijn water zal niet uitgebaggerd hoeven worden
wegens tonnen aan boilies die op de bodem
blijven liggen.
Als je als aasfabrikant enkele betaalwateren
De Karper 44
In de winter is de voedingswaarde van aas misschien wel nog belangrijker.
van aas voorziet is het van dus van essentieel
belang dat je enige kennis van aas hebt. Ik zal
proberen wat van die kennis met jullie te delen.
Mijn woord is absoluut geen wet maar mijn visie op aas.
Koolhydraten - De Basis
Boilies hebben een basis nodig, deze zorgt voor
de binding en het draaibaar maken van het aas.
Deze basis moet relatief goedkoop zijn en een
goede instant werking hebben. Ik vind het belangrijk dat de basis een goede energieleverancier is en snel verteert, de basis bestaat voor
het overgrote deel uit koolhydraten. Niet alleen
bij boilies is deze basis belangrijk maar ook bij
visvoer. Karperpellets die gebruikt worden bij de
karperkweek of die in de Koi-industrie worden
gebruikt, worden vaak gemaakt met een goedkope basis. Goedkoop, want koolhydraten zijn
nu eenmaal de minst dure energieleverancier,
en leveren brandstof aan de karper. Weliswaar
gebruikt de karper minder van deze brandstof
dan de meeste andere dieren, maar in tegenstelling tot het beweerde in de vraagstelling kan
hij er zeker wel mee overweg. De karper is een
omnivoor en kan sommige koolhydraten juist
vrij gemakkelijk verteren. Veel vissen zijn beperkt in hun vermogen om ten volle gebruik te
maken van koolhydraten en koolhydraten kunnen zelfs hun groei remmen.
Karpers bezitten het enzym
amylase; dit enzym is nodig om
optimaal van koolhydraten gebruik te kunnen maken.
Zelf gebruik ik graag ontsloten
zetmelen. Het ontsluiten van
granen leidt tot een hoger gehalte aan snel beschikbaar zetmeel. Snel beschikbaar zetmeel
geeft snelle brandstof voor
darmmicroben en darmepitheel.
Daarnaast heeft het als voordeel
dat ontsloten zetmelen een ster-
kere bindende werking hebben. Je kunt dus met
minder eieren of ei-vervangers je boilie draaien
en toch een boilie verkrijgen die aan de hair
blijft en met de stick te werpen is. Het koken
van boilies helpt ook de zetmelen te ontsluiten
en de beschikbaarheid van de koolhydraten te
vergroten wat ook beter is voor het verteringssysteem van de karper. Garen is in mijn optiek
een fabeltje, zeker als gezegd wordt dat dit de
amino’s beter in je aas zou behouden. De tijd
die nodig is om te garen is te lang voor veel
amino’s en de koolhydraten worden slechter
beschikbaar voor de vis. De karper heeft alleen
een lange darm en geen maag, dit is ook de reden dat koolhydraten snel moeten kunnen verteren om energie te leveren.
Beschikbaarheid van koolhydraten
voor de karper in zijn natuurlijke
omgeving
Als je kijkt naar wat er in de zomer aan koolhydraten voorhanden is in het water, dan is dit
meer dan genoeg in de vorm van waterplanten,
algen en zaden die in het water waaien vanuit
het veld. De eiwittenbronnen zijn in deze periode ook voldoende aanwezig in de vorm van o.a.
insecten, watervlooien, slakken en larven. De
meeste koolhydraten worden in de zomer vrij
snel afgebroken in het verteringssysteem van
Een juiste afstemming tussen het aas en zijn triggers.
de karper en dienen als belangrijkste bron van
energie. Wetenschappelijke referenties wijzen
erop dat karpervoedsel zonder koolhydraten
zorgen voor een slechtere gewichtstoename en
groei dan voedsel met koolhydraten. Vanuit dat
oogpunt blijkt dat koolhydraten onmisbaar zijn
in het karperdieet. Eiwitten leveren ook energie,
maar niet zo snel als koolhydraten en zoals al
gezegd, is een snelle opname van belang vanwege het ontbreken van een maag.
In de winter zijn er in de natuur geen koolhydraten meer te vinden en een eiwitbron is hoogstens in de vorm van slakken en wat wormpjes
te vinden. Met het dalen van de watertemperatuur naar rond de 10 graden stopt de karper zijn
metabolisme (verteringssysteem) niet, maar
werkt het alleen een stuk trager. Zijn behoefte
aan voedsel (lipiden en koolhydraten) zal logischerwijs ook afnemen. De celvernieuwing is in
deze tijd ook beperkt. Met dit gegeven in gedachten zal het duidelijk zijn dat in deze periode
van vertraagd metabolisme het helemaal van
belang is dat de basis van de boilie een makkelijk verteerbare moet zijn.
Koolhydraten en Eiwitten
– Het vervolg
Ik had al aangegeven dat eiwitten minder snel
worden omgezet in energie dan koolhydraten en
moeilijker verteerbaar zijn voor de karper, maar
wat doen ze dan precies? Om het simpel te formuleren kun je stellen dat koolhydraten een
energieleverancier zijn, en eiwitten naast een
energiebron eigenlijk de bouwstenen zijn voor
cellen en dus groei van de karper. Eiwitten worden door aanwezige enzymen in de karper omgezet in aminozuren en peptides, die weer gebruikt worden voor groei en celvernieuwing en
nadat ze als glycogeen opgeslagen zijn in de
lever in energie worden omgezet.
Het is interessant om te vermelden dat er twee
soorten spieren zijn in een karper, witte en rode.
De witte dienen als directe energieleverancier
en de rode voor de langdurige rustigere bewe-
Bart-Jaap Koorn, één van m’n teamleden waar ik graag mee spar over aas.
gingen, zoals rustig rondzwemmen en rondhangen in het water. Wanneer de witte aangesproken zijn, na bijvoorbeeld een gevecht of vlucht
voor een roofdier, duurt het langer voordat deze
hersteld zijn. Ze bevatten minder bloed en zijn
volledig afhankelijk van opgeslagen energie.
Deze opgeslagen energie komt uit de lever en
wordt daar opgeslagen als glycogeen. En soort
ready made bron van energie. Een goed gebalanceerd voedsel is dus van belang om deze
energievoorraad op peil te houden. Koolhydraten en lipiden zijn de brandstof voor de karper
en de vitamines zorgen ervoor dat het proces
plaats kan vinden. De eiwitten worden gebruikt
voor celvernieuwing en als energieleverancier,
echter kunnen minder makkelijk door de karper
worden omgezet in energie.
Als een karper eenzijdig voedsel eet met een
teveel aan koolhydraten en eiwitten, zal het teveel worden opgeslagen in de lever wat kan resulteren in omzetting naar vet in en om de lever
in plaats van glycogeen (glycogeen is een suiker
koolhydraat dat vooral in lever en spieren wordt
opgeslagen. Na glycogeen worden vetten en eiwitten pas aangesproken als energie voorraad).
Met betrekking tot de behoefte van de karper
aan eiwitten speelt mee of het een jonge vis is
of volwassen vis. Logischerwijs heeft een jonge
vis meer eiwitten nodig
dan een volgroeide vis.
Ik zie al jaren lang een
trend die niet heel gezond
is voor de door ons zo geliefde karper. Wanneer in
het voorjaar de temperaturen gaan stijgen en het
water nog vrij koud is,
staat de karper zijn spijsvertering nog op een laag
pitje. De enzymen in zijn
darmen werken nog niet
op volle toeren. Toch worden er dan voercampag-
nes gestart op sommige wateren. In principe
kun je met weinig voer redelijk veel vissen bereiken, echter gaat er op sommige (kleine) wateren dan aardig wat voer in. Dit kan schade
berokkenen wanneer er een boilie wordt benut
waarin geen goede basis gebruikt is en de balans uit het aas is. Let wel, wij willen de vis
vangen en daar moet ons aas voor dienen,
maar dit mag niet ten koste gaan van alles.
Niet gebalanceerd voedsel heeft effect op de
gezondheid van de karper, op zijn conditie en op
zijn omgeving. Op de korte termijn zal het nog
weinig tot geen effect hebben en op de grotere
of voedselrijke wateren kan een karper zijn
voedselkeuze aanpassen. Op wateren waar
weinig natuurlijk voedsel voorhanden is en de
karper bijna geen keuze heeft, worden de vissen
in sommige gevallen snel zwaarder, kan de
stressgevoeligheid toenemen en wordt de kans
op infecties vergroot, waardoor hun leven wordt
verkort. Daarnaast ligt leververvetting op de
loer door het continu aanwezig zijn van (grote)
hoeveelheden boilies.
De Commercie
Sentiment heeft heel veel invloed op alle indrukken die je opdoet. De commercie maakt
Een heel jaar doorvoeren met 1 bol en de boel aan de gang houden.
De Karper 45
Bij Koen bleven de vissen terugkomen op het aas.
hier dan ook gretig gebruik van bij het ontwikkelen van hun boilies. Laten we eerlijk zijn, als
wij het goed vinden ruiken en smaken en het
heeft het kleurtje waar we dol op zijn, dan is het
al snel goed. Maar deze emotie moet niet de
overhand krijgen zodat het niet meer uitmaakt
wat en hoeveel er precies van welke ingrediënten in zit. Of een ingrediënt er ook daadwerkelijk
inzit of dat het slechts een flavour betreft of een
nagemaakte versie van het echte spul, is onmogelijk te controleren. Binnen de menselijke
consumptieproducten zijn er diverse regels afgesproken over hoeveel procent er van een bepaald ingrediënt in het product moet zitten om
het te mogen vernoemen. Dit geldt voor ons
visaas niet. Er zullen ongetwijfeld aasbedrijven
zijn die niet de kennis in huis hebben van bepaalde specifieke ingrediënten of om commerciële redenen minder kwalitatief hoogwaardige
ingrediënten gebruiken. Ik persoonlijk vind het
gebruik van kwalitatief hoogwaardige ingrediënten erg belangrijk. Ook vind ik dat wanneer je
een specifiek ingrediënt benoemt, dat deze er
ook in een juiste procentuele verhouding in
moet zitten om zijn werk en aantrekkingskracht
te kunnen hebben. Een verdeling van 30-32%
koolhydraten/eiwitten is in mijn optiek een gezonde basis.
Hieronder een korte samenvatting van de vijf
voedingsstoffen waaraan een boilie naar mijn
mening zou moeten voldoen, zodat alle spijsverteringsprocessen gezond kunnen verlopen.
• E iwit (voor de bouw van cellen en groei)
• L ipiden (vereist voor de omzetting in energie)
• K oolhydraten (vereist voor snelle energie en
hulp bij het spijsverteringsproces)
• V itaminen (vereist voor metabolische
reacties)
•M
ineralen (vereist voor het metabolische
proces)
Een hele toer nietwaar, om dat allemaal alleen
Gedegen voercampagne: 1 van de 96 in 24 uur samen met m'n maat Berto.
al in de basis te krijgen? Gelukkig is niets minder waar! Gebruik je voor een basis eieren, een
gezonde basismix en kook je het aas, dan zit er
al een dosis van alle bovenstaande voedingsstoffen in. Het koken maakt de koolhydraten ook
nog eens beter verteerbaar.
Maïsmeel / maïsbloem / sojabloem (ik neem
ontvet i.v.m. enzymatisch bederf van de vetten)
/zemelen en tarwekiemen zitten bij mij standaard in een basismix. Ook lupinemeel, ontsloten zetmelen zoals maïs en gemicroniceerd
tarwebloem en tarwemeel zijn veel toegepaste
basisingrediënten.
Om een goede boilie te maken is de basis dus
van essentieel belang. Van daaruit kan je verder
werken. De gekozen producten in de basis kunnen weer afhankelijk zijn van welke ingrediënten je nog meer wil gaan gebruiken, of deze
bijvoorbeeld kleven, erg vet zijn etc.
Een goede bol is naast voedingskundig goed (of
minder slecht…), afhankelijk van waar hij voor
moet dienen. De aanpak van een lastig water,
een betaalwater of een kanaal waar ze het
klappen van de zweep niet zo erg kennen? Zit er
op een water veel of weinig witvis? Allemaal
zaken die meespelen. Een goede boilie op de
juiste manier ingezet, zorgt voor de vissen die
eerst de dans ontsprongen, of net die vis extra…
voor de kleinere draaier de inkoopprijs en doorlooptijd van ingrediënten. Vaak kun je grondstoffen alleen in grote hoeveelheden inkopen.
Een kleinere draaier zal deze hoeveelheden
a) niet weg kunnen draaien en
b) niet kunnen opslaan op de juiste wijze.
De inkoop geschiedt dus vaak in kleinere hoeveelheden via tussenpersonen die ieder ook
weer winst willen maken. De inkoop wordt daarmee dus al duurder dan die van een grotere
draaier. Kort gezegd kunnen kleine en grotere
draaiers dus beiden dezelfde bol maken, alleen
zal die van de grotere draaier altijd goedkoper
zijn. Dit betekent dat de grotere draaier dus iets
“over” heeft voor iets extra’s als je kijkt naar de
€4,- eindprijs. Vroeger werd er om deze reden
veel rotzooi in de bollen gestopt in de vorm van
vochtvasthouders of andere ingrediënten die
niet goed voor de karper waren. Wellicht gebeurt
dit nog, maar ik ben van mening dat de meeste
boiliedraaiers die praktijken nog zelden gebruiken. Althans… dat mag ik hopen, maar wij delen onze recepturen niet graag ;-).
Maar om terug te komen de hamvraag:
Ik denk dat het hem tegenwoordig meer zit in
net dat beetje extra’s wat die goedkope boilie
zou kunnen missen vanwege de kostprijs van
de boilie voor de draaier. Het wordt als bedrijf
lastiger om juist af te wijken van de rest, standaard vismelen, standaard zoetstoffen, zout,
kruiden, zaden…wie kent het niet…
“Het opzetten van een aasbedrijf is iets wat iedereen kan, maar kan een boilie welke voor
pakweg €4,- (met winst) verkocht wordt,
naast goed vangen eigenlijk ook nog goed zijn
voor de karper?”
Inderdaad kan iedereen een aasbedrijf opzetten
en boilies draaien en deze met winst verkopen
voor die €4,-. Vangen zullen de boilies ook ongetwijfeld. Mijns inziens is het grootste nadeel
Engelse bedrijven lopen wat dat betreft gewoon
voorop. Zoals algemeen bekend volg ik deze
markt al vanaf 1988. Zo introduceerde ik 10
jaar geleden voor het eerst Krill BPO boilies in
Nederland. Tegenwoordig zijn krill boilies bij
vele draaiers in het assortiment te vinden. Andere receptuur, maar de werkzame stof die in
het beetje extra voorziet zal ongetwijfeld opgenomen zijn. Kwaliteit van de ingrediënten is een
groot goed. En in welk percentage is een be-
paald ingrediënt opgenomen? Is het daadwerkelijk wat de naam zegt dat het is, is het puur of
vermengd en waarmee vermengd? Vermenging
met bepaalde andere ingrediënten kan bijvoorbeeld afbreuk doen aan bepaalde amino’s. Allemaal in mijn ogen interessante wetenswaardigheden over wat er in onze boilie gaat en die
mede bepalen hoe goed en gezond een boilie is.
De ene draaier zal daar meer verstand van hebben dan de andere. Een goede bol hoeft niet
duur te zijn, maar zoals ik al eerder schreef, het
gaat om net die ene vis…net dat beetje extra’s.
Engelsen vissen vaak met deze logica, net anders… net dat beetje meer.
Ik hoop jullie hiermee iets meer inzicht te hebben gegeven in de mogelijke vragen en onzekerheden over de basis van in mijn ogen goed en
verantwoord aas, en laat het aan jullie over hoe
dit te gebruiken.
Bijdrage Eino Gangelhof
Goede vraag, volgende vraag zou je beter kunnen zeggen. Je moet hier voedingtechnisch gezien heel diep op ingaan wil je zo’n vraag goed
beantwoorden. Zo onderbouwen dat het voor
iedereen duidelijk is en daarbij de kleinste details onder de loep nemen. Een droog stuk tekst
waarin je heel theoretisch, met veel moeilijke
woorden duidelijk probeert te maken dat je de
waarheid in pacht hebt. Hiermee was ik begonnen totdat ik boven de 10.000 woorden zat en
nog aan de strekking van mijn verhaal moest
beginnen. Maar zitten de karpervissers hier op
te wachten, vroeg ik me af. Maak je het te technisch dan haakt de grote massa na een paar
zinnen af of lopen bij een lezing redelijk snel de
zaal uit want we zien liever karper, grote karper.
Willen ze niet liever gewoon verneukt worden
door de commercie? Of door allerlei aannames
die er door de jaren heen zijn ingesleten? Hebben ze niet liever een “voer” bol voor € 2,- per
Een andere van de 96.
De Karper 46
kg in plaats van een voedingtechnische bol van
€ 20,- per kg?
Je hoeft maar rond te kijken en het is beantwoord. De laatste jaren geef ik vaak lezingen of
clinics en stel dan vaak de vraag waarom ze
met een bepaald aassoort vissen en wat het zo
goed maakt. De antwoorden spreken voor zichzelf.
Omdat het:
• Vangt
• Goedkoop is
• Lekker ruikt
• Een mooie kleur heeft
• Alleen maar dikke bakken moet opleveren
• Goed is (“zeggen ze”)
• Een mooie verpakking heeft
• Van een bekende visser is die alleen maar
dikke bakken vangt (“ik mag het ook nog bij
hem thuis vandaan halen joh”)
• Enz, enz.
Daarnaast heb je nog de gesponsorde of teamvissers die voor een T-shirt, aanzien, ergens bij
te horen, kortingen, werk, enz. hun ziel en zaligheid verkopen. Hoppen ze naar een andere boilieboer dan was het vorige merk natuurlijk stukken minder. Wiens brood men eet, diens woord
men spreekt. Natuurlijk zijn er genoeg die het
eerlijk en oprecht doen, maar wie? Zeker in deze
multimedia-tijd is dit ook niet eenvoudig. Dus
geloven we alles en iedereen en vliegen van hot
naar her zonder ook maar na te denken of het
echt wel zo is. Een mens is nu eenmaal een
kuddedier dat graag ergens bij wil horen. Het is
dan ook niet eenvoudig om alles wat er verteld,
geschreven of waargenomen is te duiden als zin
of onzin.
Ruim 20 jaar terug kwam ik in contact met een
paar mensen die mij lieten nadenken over “de
zin en onzin”. Mannen die ik hoog heb zitten:
Berto Logtenberg: “Altijd alles zelf testen en
elke keer weer. Successen uit het verleden
zijn geen garantie voor de toekomst”.
Willem Peters: “Nadenken over en verdiepen
in de kleinste dingetjes. Met name op
aasgebied, samen met Johan Jansens
(geestelijk vader van Carp Company), de
reden van mijn aaskronkel”.
Rob Delgijer: “Keep it simpel en goed
voorbereiden is het halve werk”.
Dit zijn de pijlers van mijn karpervissen. Een
vergaarbak aan info van specialistische artikelen (niet uit de karperscene maar van proefschriften, aquaten, enz.) en veel praktijkervaring zijn dan ook de basis van mijn
hersenspinsels. Want ik heb zoals bijna elke
“aasgoeroe” ( wat heb ik een schijthekel aan
dat woord, maar goed!) geen doctoraal in voedingswetenschappen van de karper. (In het
land der blinden is éénoog koning.) Ik wil jullie
meenemen in mijn hersenspinsels en proberen
duidelijk te maken waar mijn twijfels en zoektochten liggen op aasgebied.
Hoe zit het dan met al die theorieën
over die voedingswaarde en dan met
name in onze boilie?
We beginnen maar bij het begin. Iemand heeft
ooit bedacht om zijn zeer attractief deegballetje
te gaan koken zodat het harder werd en dus
minder witvisgevoelig. Hoe dat deegballetje gemaakt werd was simpel en het werkte verdraaid
goed, met name in samenwerking met de hairrig. Vanaf dat moment zijn er heel veel theorieën
de revue gepasseerd. Een komen en gaan van
“waarheden”. Ik heb ze allemaal getest en dan
bedoel ik niet één keer mee gevist, niets gevangen dus zal het wel niet waar zijn. Nee, minimaal een jaar testen eventueel met een tegen-
Knalgeel bolletje op een mosselbed.
De Karper 47
Een Tsjechische beer.
hanger om te zien of iets echt veel beter was.
Dit leverde zeer interessante dingen op en
leerde mij zeer zeker inzien welke prikkel(s)
wanneer en waar het verschil maken. Daar
maak ik tot op de dag van vandaag gebruik van.
Maar steeds vaker vroeg ik me af hoe die mensen aan die informatie kwamen om hun theorie
aan op te hangen. Totdat ik een paar proefschriften van een Amerikaan las. Hij had een
aantal titels op zijn naam die allemaal te maken
hadden met de karper. Het proefschrift over de
voeding sprak me direct aan. Hierin werd alles
haarfijn uitgelegd en duidelijk gemaakt. Een
droog stuk tekst inderdaad dat tot op het kleinste detail was uitgewerkt. Alleen werden de
theorieën uit het karperwereldje hierin compleet
tegengesproken. Hier begint voor mij de zoektocht naar de gedachte achter de theorieën.
Waarom verkondigen voedingsdeskundigen van
grote visvoerbedrijven al die onzin over het voer
dat ze maken en verkopen? Dat is niet zo moeilijk; om geld te verdienen namelijk.
In de meeste gevallen werken die bedrijven met
de biologische bepalingsmethode. Bij de biologische bepalingsmethode wordt het te onderzoeken voer als enige bron in het rantsoen aan
proefdieren verstrekt. Als criterium voor de
kwaliteit dient meestal de groei, het rendement
van het voer voor de groei, of het rendement
van het voer voor de synthese van lichaam. Hier
ligt ook het probleem. Zouden wij dit op onze
kinderen toepassen dan is het hek van de dam.
We brengen de kinderen zodra ze zelfstandig
kunnen eten naar de snackbar, stoppen ze vol
met een lekkere vette hap en ze groeien als
kool. Waar ze het snelst zwaar van worden is
dus goed?
Hoe komen mensen die er niet voor
gestudeerd hebben tot een mening of
aanname?
We moeten terug naar het begin, de oorsprong
van het beest zonder dat wij daar invloed op uit
oefenen. Dus eerst naar de karper zelf kijken, als
De Karper 48
we willen kijken of het
wel zo goed is wat we
doen, met al die boilies.
De meeste voerfanaten
zullen dit beamen. Het is
toch duidelijk genoeg dat
een karper een totaal
ander wezen is dan de
mens. Ook wordt het in
ons wereldje meestal als
startzin gebruikt: “Aangezien een karper geen
mens is”. Maar gaan we
over voeding voor de
karper praten dan wordt
er op internet gezocht en
zijn we binnen de kortste
keren beland in de uitleg van de schijf van vijf,
ADH, waar koolhydraten zo goed voor zijn en ga
zo maar door. Sonja Bakker zou er jaloers op zijn.
Hier beginnen dan ook mijn eerste twijfels. Inmiddels wordt er decennia verkondigd dat onze
grote vriend een alleseter is. Maar is dit ook zo?
Natuurlijk gaat bijna alles die muil in en vreten
ze alles wat wij in het water gooien. Plastic,
piepschuim, andere bende en natuurlijk ook het
nodige aas. De vis heeft geen handen en zal door
enorme nieuwsgierigheid bijna alles met de bek
inspecteren. Zo kun je dus zeer zeker ook je vissen met van alles vangen maar dit heeft niets
met voeding te maken.
Als je redelijk zwart-wit kijkt naar de enzymen
die het voer van de karper vrij moeten maken
om de nodige voedingstoffen in het bloed op te
nemen, dan kun je zeggen dat die enzymen gemaakt zijn om eiwitten (aminozuren) vrij te maken voor opname. Echter blijkt dit voor vrijgemaakte lichaamseigen eiwitten het meest
effectief te zijn. Als we dan ook even naar zijn
natuurlijke leefomgeving kijken, is dit ook eenvoudig aan te nemen. Waar leeft die vis van en
wat is er zonder inmenging van ons onder het
wateroppervlak voor het beest te vinden? Allemaal waterdiertjes met een hoog vochtgehalte,
niet regulerend vezel (vel, schaal, schelp, enz.)
en een hoog gehalte lichaamseigen eiwit en een
deeltje goede onverzadigde vetzuren. Dit is zijn
ideaal dieet. Hap, eventueel kraken, slok weg.
Direct de darm in, eiwitten zijn door de enzymen
heel snel vrij te maken voor opname, de vetzuren zorgen voor de energie, niet vocht regulerend vezel met vocht wordt er met een noodgang uitgewerkt en komt er in slurryvorm
eventueel met schalen makkelijk uit. Dan hoor
je vaak dat ze toch ook planten eten. In de Koiwereld wordt er door bepaalde merken zelfs
geroepen dat het een planteneter is. KUL. Dan
stinken ze meer en heten graskarper. Algen eten
ze wel, met name als het vol zit met allerlei waterdiertjes, eenoogcyclopen, watervlooien, kevertjes, muggenlarven torretjes, enz. (bio-bac-
ter). Ook zullen ze algen of planten eten als het
opgegeten voer, meestal door ons aangeboden,
niet hetgeen is wat ze nodig hebben en / of
slecht de darm passeert. Door het hoge gehalte
aan vitamine-B helpt dit de karper enorm.
Hoe komt het dan dat er zoveel verhalen zijn over boilies, voedingstoffen voor karper en het verteren van
die voedingstoffen?
Voor een groot deel komt dit door overlevering.
Iemand zegt het zeer stellig, wij geloven het en
zeggen het voort. Dit wordt dan ook nog eens
100% zeker gemaakt doordat die persoon toch
wel de nodige vissen vangt en ook nog hele
grote. Voedingtechnisch en vangsten moet je
dan ook totaal los van elkaar zien. Plastic vangt
ook zullen we maar zeggen, en dit heeft niets
met voeding te maken. Daar kunnen we het sowieso over eens zijn dacht ik. Voer je constant
maanden of zelfs jaren een water aan dan zal je
zien dat voedingswaarde steeds belangrijker
wordt. Maar zelfs als je dit doet en de karper
ziet je boilie zelfs als “natuurlijk” voedsel, wil
dit nog niet zeggen dat je er ook ALTIJD het best
mee vangt. Dit is weer afhankelijk van zoveel
andere factoren. Ik heb bijvoorbeeld veel vissen
zien azen op mosselbedden. Redelijk rustig
werden de mosselen benaderd en gegeten. Ook
werden die mosselbedden door de vissen niet
totaal weggevreten. Net alsof ze een appeltje
voor de dorst lieten liggen. Ik dacht dat ik daar
met een mossel op de hair wel even het verschil
ging maken. 0,0 zelfs niet als de schelp verwijderd was. Een knalgele mierzoete boilie zorgde
voor veel onrust op het mosselbedje en de aanbeten volgden elkaar in rap tempo op. “Zie je
wel” hoor ik de koolhydraat aanhangers denken, “jij met je eiwitten!” Ook weer een aanname natuurlijk die snel gemaakt wordt. Want een
knalgele mierzoete bol kan ook een voedingsbom van wateroplosbare ingrediënten met een
hoge waarde aan vrijgemaakt lichaamseigen
eiwit zijn. Hier ligt ook direct het grote probleem.
We kunnen aan de buitenkant niet zien wat er
precies in een boilie verwerkt is. We moeten de
verkoper of maker van die bol op zijn blauwe
ogen geloven. Het verplicht labelen van de boilies is een kleine stap in de goede richting maar
Me and my mate.
Over winteraas zijn er ook genoeg misvattingen.
mijns inziens te beperkt. Je kunt nog steeds
geen verhoudingen zien en ook aan een eiwitpercentage heb je in mijn ogen niets, als je de
oorsprong niet weet.
Plantaardig -, dierlijk -, melk- of lichaamseigen
eiwit hebben allemaal een andere werking. Zo
hebben alle ingrediënten die we gebruiken een
specifieke werking (binding, uitharding, smaak,
voeding, opneembaarheid, attractie, rolbaarheid, enz.) met voor- en nadelen en daarmee
maken we eigenlijk altijd een compromis. We
hebben namelijk bepaalde eigenschappen nodig om de boilie zo te maken dat het voldoet aan
de wensen van de visser. De mogelijkheden zijn
oneindig en de wensen trouwens ook. Hardheid,
oplosbaarheid, signaalfunctie, zichtbaarheid,
liefst niet te duur, enz. Hoe en wat er gemaakt
wordt, is dus afhankelijk van de beweegredenen van een producent of merk. Dat is dan ook
direct weer het grote probleem, je moet ze maar
geloven. Iedereen heeft de beste bol ooit. We
gaan weer zwart wit denken. Ik stel maar even
dat er vier manieren zijn om een bol voor de
handel te maken.
Een koolhydraatbom vol aan koolhydraten,
plantaardig eiwit, mooi fel kleurtje en een beste
lading flavour. Wil je een vismeelbol dan gebruiken ze een visflavour. Dit type bol wordt vaak
gemaakt en aangeboden. De bulkingrediënten
zijn lekker goedkoop, makkelijk te verkrijgen en
goed verwerkbaar. De flavour is het duurste ingrediënt. Instant vissen en vangen is geen probleem. Wat wel een probleem is dat deze boilie
vaak goedkoop is en daardoor ook wordt ingezet
om lekker goedkoop veel te voeren. Als ze wat
langer in de schappen hebben gelegen worden
ze automatisch “voer”boilies genoemd. Zo zie
je boilies aangeboden worden voor € 2,00 - €
2,50. Ze verdienen een euro, er zit een euro flavour in en de ingrediënten zijn top…Natuurlijk!
Een overdaad aan koolhydraten is zeer slecht
voor de karper! Door verhitting worden de kool-
Eén van de mooiste dingen van het vissen.
hydraten ontsloten en worden zeer attractief.
Waardoor we er redelijk makkelijk vissen mee
prikkelen. De ontsloten koolhydraten worden
snel opgenomen, een heel klein deel is effectief
bruikbaar en de rest wordt omgezet in vet. Met
name in / op de lever en de nieren. Helaas is het
bij karper niet zo dat ze op dieet kunnen en het
vet verdwijnt. Ze vervetten langzaam en de
functie van die organen gaat hard achteruit.
Snackbar-aas zeg maar.
Een combivismeel bol. De prijs zal direct iets
hoger liggen. Eigenlijk wordt dit net zo gemaakt
als hierboven vermeld maar dan met een deeltje aan vismeel. Het is altijd beter voor de vis
als er een lichaamseigen eiwit in zit maar veel
verschil maakt het niet met een doorsnee vismeel. Een vismeel die het dichtst bij zijn oorsprong zit, VLT bijvoorbeeld dat op lage temperatuur verwerkt is, is weer iets beter om te
verteren dan een afval vismeel die op een hoge
temperatuur verwerkt is. Maar optimaal opneembaar is het niet. Door het koken of stomen
verhitten we de voedingstoffen zowel in positieve en negatieve zin. Lichaamseigen eiwitten
nemen bijvoorbeeld in effectiviteit af doordat de
enzymen ze moeilijker kunnen vrijmaken voor
opname. Snackbar-aas zonder mayonaise.
Uitgebalanceerde combi- vismeel bol. Een
boilie die in mijn ogen alles heeft en het ideale
compromis is. In de basis het zelfde maar dan
verrijkt met allerlei ingrediënten die er voedingtechnisch toe doen. Een basis die iets aan ontsloten koolhydraten bevat voor attractie en ervoor zorgt dat het snel de darmen passeert.
Goede vette vismelen, wateroplosbare vismelen
of van andere in het waterlevende beestjes (gehydroliseerd, predigested, GLM, squid-liver
powder, enz.), vitamine-B (leverpoeder, gistextracten, kelp, spirulina, enz.), een goede visolie
en de nodige andere toevoegingen die de
smaak, attractie, darmpassage en het voedingtechnisch beter maken. Dit kan natuurlijk ook in
vloeibare vorm zijn. De prijs gaat dan wel rede-
lijk snel omhoog. Als voerboilie zeer geschikt.
Voor vis en visser.
Een voedingtechnische bol. Zoveel mogelijke
lichaamseigen ingrediënten, met een hoge wateroplosbaarheid, niet vochtregulerend vezel
(zaden of schelpen, schalen zijn daar ideaal
voor), goede visolie en de nodige vitamines en
mineralen. Niet of kort gekookt / gestoomd. Dit
is vistechnisch bijna niet te doen. Zeer witvisgevoelig, blijven niet lang op de hair zitten, voeren met voerpijp is niet te doen of je moet ze
eerst goed uitharden en dan in de olie laten
staan. Dan kun je er weer iets meer mee. De
prijs is hoog. Dit zou dus onze voerboilie moeten
zijn. Voor de vis een utopie voor ons bijna niet te
doen!
Dan hoor ik u denken: “aan de prijs kunnen we
dus zien of het goed of minder goed is”. HELAAS, niets is minder waar! De weg van productie tot de klant en wat iemand en / of de
tussenhandel wil verdienen, bepaalt de prijs.
Een boilie wordt in Engeland gedraaid door een
fabriek voor € 2,50/kg en wordt door het merk
voor € 4,-/kg verscheept naar Nederland. De
groothandel verdeelt de bol voor € 6,50/kg en
u betaalt in de winkel € 12,95/kg.
Ik begrijp dat voor mensen die niet of nauwelijks achter de schermen kunnen kijken het bijna niet te doen is om het kaf van het koren te
scheiden. Dit geldt eigenlijk voor de hele handel
binnen de karpervisserij. De commercie viert
hoogtij en de massa stapt er wel in. Een mening, aanname, hersenspinsel is snel gemaakt,
het geloven is een tweede.
Na zo’n verhaal krijg je natuurlijk altijd te maken met het welles nietes waarin mensen hun
eigen standpunten verdedigen en hun eigen
straatje schoon willen vegen. Het zij zo. Een
beetje hersenvoer van wat hersenspinsels kunnen toch geen kwaad. Ik hoop in ieder geval dat
ik jullie heb kunnen laten nadenken over hetgeen we doen en laten.
De Karper 49