De Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20201 2500 EE 'S-GRAVENHAGE uw kenmerk betreft ons kenmerk datum Aanpassing Sportbesluit ECFE/U201401114 6 juni 2014 Geachte heer Wiebes/beste Erik, Tijdens een ambtelijk overleg op het Ministerie van Financiën met de VNG en de sportkoepels op 21 mei 2014 is ons medegedeeld dat het kabinet van plan is het Sportbesluit (Toelichting Tabel I: Besluit van 27 oktober 2011, nr. BLKB2011/26M , Stcrt. 2011, 19798) verregaand aan te passen. De terbeschikkingstelling van sportaccommodaties door gemeenten dat nu nog onder het lage btw-tarief valt als sprake is van gelegenheid bieden tot sportbeoefening wordt in het Belastingplan 2015 vrijgesteld van btw. Wij maken hier om verschillende redenen bezwaar tegen. Het intrekken van het bestaande sportbesluit gaat gemeenten en de sport in een tijd waarin investeringen in de sport al sterk onder druk staan heel veel geld kosten. Om een indruk te geven: bij de gemeente Den Haag zal het wijzigen van het btw-regime per saldo een btw-nadeel opleveren van € 6,3 miljoen per jaar omdat zij de btw op de exploitatie- en investeringskosten in sportaccommodaties niet meer kan verrekenen. De ambtenaren van het ministerie van Financiën zijn van oordeel dat een arrest van het Hof van Justitie van EU (Bridport and West Dorset Golf Club- arrest, 19 december 2013, C-495/12) het kabinet dwingt om het hiervoor genoemde Sportbesluit te wijzigen. In het Bridport and West Dorset Golf Clubarrest oordeelt het Hof van Justitie dat de btw-vrijstelling voor sportbeoefening niet alleen geldt voor de diensten van sportorganisaties aan hun leden, maar ook voor de diensten aan niet-leden. Het ministerie van Financiën concludeert op grond van dit arrest dat het ter beschikking stellen van sportaccommodaties door gemeenten ook onder de btw-vrijstelling dient te vallen.Wij vragen ons af of deze interpretatie van de jurisprudentie juist is. Het ging in dit arrest om de vraag of de btw-vrijstelling voor sportbeoefening geldt voor het gebruik van een golfterrein door leden en niet-leden. Niet in geding was de toepassing van het lage btw-tarief dat geldt voor het gelegenheid bieden tot sportbeoefening. We zien vooralsnog geen noodzaak waarom Nederland, zonder dat ze door Europa hiertoe wordt gedwongen, nu direct in actie komt. Wij wijzen er in dit verband op dat het bestaande regime voor het ter beschikking stellen van sportaccommodaties is ontstaan door een arrest van het Hof van Justitie van de EU (Stockholm Lindöpark-arrest, 18 januari 2001, C-150/99). Wij wijzen u er bovendien op dat als de maatregel onverhoopt wordt doorgevoerd, de tijd tot 1 januari 2015 veel te kort is om contracten met sportverenigingen te wijzigen. Aanpassing van de regelgeving per 1 januari 2015 is daarom absoluut niet acceptabel. Wij verzoeken u daarom de voorgestelde maatregel niet door te voeren. Met vriendelijke groet, Vereniging van Nederlandse Gemeenten A. Jorritsma-Lebbink Voorzitter