22 Bouwregels in de praktijk | februari 2014 Prototype omgevingsplan: nu al uitkijken op de Omgevingswet ruimtelijke ordening tekst: mr. J. van der velde, mr. J. poelstra en mr. drs. J.L. Damen De Omgevingswet treedt pas eind 2018 in werking, toch begint deze wet (net als destijds de Wabo) voor de praktijk al zijn schaduw vooruit te werpen. De praktijk kan mondjesmaat al de krenten uit de pap gaan halen, zelfs al voordat de pap officieel op tafel staat. Nieuwe werkwijzen, een meer integrale afweging en betere werkprocessen zijn voor een groot deel al mogelijk zonder nieuwe wet. De Rijksoverheid stimuleert actief het voorsorteren op de Omgevingswet met het programma ‘Nu al eenvoudig beter’ en door de inzet van de experimenteerregeling van de Crisis- en herstelwet. Hierdoor kunnen zogenoemde pilotgemeenten al met het instrument omgevingsplan experimenteren. Het Prototype omgevingsplan kan daarbij als inspiratie dienen. D e Omgevingswet zal leiden tot een verdere integratie van regels en procedures binnen de fysieke leefomgeving. Vergelijkbaar met de Wabo, maar dan een forse stap verder. Richtte de Wabo zich vooral op vergunningverlening, handhaving en toezicht, met de Omgevingswet wordt ook de beleids- en visievorming en de normstelling geïntegreerd in één wettelijk systeem. Het omgevingsplan is straks het verordenende instrument voor gemeenten1, waarin alle lokale regels voor de fysieke leefomgeving worden vastgelegd. Het omgevingsplan is daarmee de opvolger van het bestemmingsplan en de beheersverordening, maar ook voor de diverse andere veror1In eerdere tekstversies van de Omgevingswet heette het omgevingsplan daarom ook omgevingsverordening. deningen binnen de gemeente met een ruimtelijke component (onder andere kappen van bomen, cultureel erfgoed, reclame, welstand, afval, parkeren, evenementen). Er is straks één omgevingsplan per gemeente. Het omgevingsplan biedt daarmee één integrale, inhoudelijk op elkaar afgestemde set van regels die van toepassing zijn op een locatie (een stukje grond).2 Daarbij staat uiteraard een goede digitale raadpleegbaarheid voorop. Dit is een verdere stap vooruit ten opzichte van de bestaande praktijk, maar het omgevingsplan biedt ook inhoudelijk nieuwe mogelijkheden. Omdat ook de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit onderdeel worden van de nieuwe Omgevingswet, is het mogelijk om in het omgevingsplan maatwerkvoorschriften op te nemen om milieuhinderlijke activiteiten en milieugevoelige activiteiten meer specifiek op elkaar af te stemmen dan nu mogelijk is binnen de kaders van de Wro.3 Ook kan het omgevingsplan omgevingsnormen bevatten (bijvoorbeeld ten aanzien van geurhinder of lichthinder) en 2 3 I n het kader van het overgangsrecht bij de invoering van de Omgevingswet zal de hele voorraad van bestaande bestemmingplannen, beheersverordeningen en andere verordeningen juridisch gelijk worden gesteld aan het beoogde éne omgevingsplan per gemeente. Het overgangsrecht biedt daarmee een ingroeimodel voor gemeenten. Binnen het kader van ‘een goede ruimtelijke ordening’, meer specifiek bijvoorbeeld de richtafstanden uit de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering. biedt het omgevingsplan de mogelijkheden om tijdelijk van normen af te wijken (vergelijkbaar met de mogelijkheden in de Crisis- en herstelwet voor ontwikkelingsgebieden). Een ander inhoudelijk Instrumenten Omgevingswet De Omgevingswet integreert vijftien bestaande wetten (waar onder Wabo, Wro en Chw) binnen het omgevingsrecht. Van ongeveer 25 andere wetten gaan onderdelen over naar de nieuwe wet. De Omgevingswet kent zes instrumenten: 1.Omgevingsvisie: een strategische beleidsvisie van de betrokken bestuurslaag. 2.Plan of programma: een uitwerking van de omgevingsvisie in doelen en maatregelen. 3.Decentrale algemene regels: gemeentelijk omgevingsplan, provinciale omgevingsverordening, waterschapsverordening. Met name het gemeentelijk omgevingsplan en de waterschapsverordening zullen daarbij de direct voor burgers bindende regels bevatten. De provinciale verordening zal met name instructies bevatten voor gemeenten en waterschappen. 4.Algemene rijksregels: zowel de rechtstreeks werkende normen (huidig Bouwbesluit en Activiteitenbesluit) als instructies voor andere overheden (huidige Barro). 5.Omgevingsvergunning. 6.Projectbesluit: één besluit voor projecten met een bovengemeentelijk, bovenregionaal of waterstaatsbelang. 23 BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl verschil met de huidige bestemmingsplannen is de mogelijkheid om met meer kwalitatieve normen te werken, zoals dat nu al wel in verordeningen (bijvoorbeeld het criterium ‘voldoende parkeren’ in de bouwverordening) en beleid (welstand, erfgoed), maar dus nog niet in bestemmingsplannen mogelijk is. Prototype omgevingsplan Om meer grip te krijgen op de praktische uitwerking van het omgevingsplan is een prototype omgevingsplan4 gemaakt. Dit maakt de discussie over het instrument hopelijk meer concreet en laat ook zien wat er nog moet gebeuren om het instrument straks te kunnen maken en gebruiken. Het prototype is uiteraard digitaal, zodat een goede indruk het beste kan worden verkregen door er eens doorheen te klikken. Het prototype is te vinden op http://demo.crotec. nl. Wij volstaan daarom hier met een aantal kenmerken van het prototype. De ‘ingang’ op internet is net als bij digitale bestemmingsplannen een landkaart (topografie) of een luchtfoto. Het gaat de gebruiker immers om zijn/haar locatie. Opvallend is het ontbreken van ‘de verbeelding’, de bekende kleurtjes zoals we die van www.ruimtelijkeplannen.nl kennen. De planologische functie (bijvoorbeeld wonen) is namelijk maar één van de kenmerken van de locatie, zodat een kleurcodering op basis hiervan een te grote versimpeling van de informatie zou zijn. Het prototype is modulair opgebouwd. Bij wijzigingen van regels worden uitsluitend de wijzigingen vastgesteld, de rest van de regeling blijft intact. Bij inwerkingtreding van de gewijzigde regels, voert het systeem automatisch de mutaties door. Het omgevingsplan geeft dus altijd de actuele, geldende situatie weer. Een filmpje op de website van het prototype laat zien hoe dit technisch werkt. Het is de bedoeling dat dit systeem ook de geschiedenis bijhoudt, zodat desgewenst ook de geldende regels op een andere datum (bijvoorbeeld het moment van aanvraag van een vergunning) kunnen worden getoond. Een knop naar de planhistorie maakt het mogelijk om de onderliggende vaststellingsbesluiten met toelichtingen te raadplegen (vergelijkbaar met het raadplegen van de wetsgeschiedenis op www.wetten.nl). Het prototype bevat voorbeelden van mogelijke regels voor alle nu voorziene 4 et Prototype omgevingsplan is in opdracht van H het ministerie van I en M gemaakt door Rho adviseurs voor leefruimte (fusienaam RBOI en Buro Vijn), Tonnaer adviseurs in omgevingsrecht en Crotec. Principemodel. onderwerpen die het omgevingsplan kan bevatten. Technisch is aangesloten op de RO-Standaarden zoals deze voor de digitale ruimtelijke plannen (www.ruimtelijkeplannen.nl) zijn ontwikkeld. Uiteraard zal ook direct worden aangesloten op de nieuwe basisregistraties BGT en BAG, zodat beschikbare informatie optimaal wordt gebruikt. Het prototype bevat ook het wettelijke onderscheid tussen locatieontwikkelingsregels en overige regels, zodat de juridische status van de regels duidelijk is. Het is overigens zeer de vraag in hoeverre dit juridische onderscheid uit het huidige wettelijke systeem straks praktisch werkbaar blijkt binnen één instrument. Voorbeeldmodel. Vervolgstappen prototype Het prototype is een eerste praktische uitwerking van het instrument omgevingsplan. Een verdere ontwikkeling naar een modelomgevingsplan is nodig. Op diverse bijeenkomsten is het prototype gepresenteerd en zijn interessante reacties ontvangen. De auteurs van dit artikel ontvangen graag ook uw feedback op het prototype. Wij denken tevens na over een meer interactief vervolgproces, om op die manier de praktijkervaring optimaal te gebruiken en de praktische bruikbaarheid van het model optimaal te krijgen. Hierbij zal uiteraard ook gebruik worden gemaakt van de ervaringen uit de diverse pilots in het kader van de Crisis- en herstelwet en 24 Bouwregels in de praktijk | februari 2014 Locatieontwikkelingsregels en overige regels Het omgevingsplan kent een juridisch onderscheid tussen ‘locatieontwikkelingsregels’ en ‘overige regels’. Locatieontwikkelingsregels zijn vergelijkbaar met bestemmingsplanregels. Kenmerkend is dat ze locatie specifiek zijn (dus niet algemeen geldend voor de hele gemeente) of betrekking hebben op bouwen. Door dit onderscheid te maken, is het mogelijk om ook onder de Omgevingswet het bestaande verschil in juridische status tussen bestemmingsplannen en verordeningen overeind te houden. Bestemmingsplanregels (straks de locatieontwikkelingsregels) worden vastgesteld na een uniforme openbare voorbereidingsprocedure, tegen het vaststellingsbesluit staat beroep open en er is sprake van een afwijkingsmogelijkheid. Voor overige regels (verordeningen) geldt geen voorbereidingsprocedure, en rechterlijke toetsing vindt pas plaats bij concrete toepassing van de regels (exceptieve toetsing). Ook is geen sprake van een inherente afwijkingsbevoegdheid. de projecten van Nu al eenvoudig beter. Het modelomgevingsplan zal meer vraaggericht te benaderen moeten zijn dan nu nog het geval is. Ook is een stevige koppeling met het omgevingsloket noodzakelijk. De vragenlijst van het omgevingsloket kan daarbij met behulp van de informatie uit het omgevingsplan worden toegespitst op de locatie. Vragen over cultuurhistorie worden dan bijvoorbeeld alleen gesteld indien op de locatie een monument aanwezig is. De raadpleegbaarheid kan nog worden verbeterd met 3D-verbeeldingen van regels en het vraaggericht tonen van informatie. Inhoudelijk kunnen wij in onze eigen praktijk nauwelijks wachten op de mogelijkheden om met milieugebruiksruimte en maatwerkvoorschriften nieuwe gevoelige functies of nieuwe hinderlijke functies specifieker te kunnen inpassen met het omgevingsplan. Feitelijk gaat het daarbij om een betere afstemming van milieuspoor (Activiteitenbesluit) en ruimtelijk spoor (VNG-afstanden milieuzonering) in concrete situaties. De opstellers van het Besluit omgevingskwaliteit5 zullen hiervoor de algemene regels opstellen, maar daarbij niet moeten vergeten dat een instrument als het omgevingsplan zeer geschikt is om locatiespecifiek maatwerk te treffen. 5 et Besluit omgevingskwaliteit is de werktitel H van één van de AMvB’s onder de Omgevingswet, waarin de inhoudelijke normen een plek krijgen. Stand van zaken Omgevingswet Het wetsvoorstel voor de Omgevingswet is in 2013 door het Kabinet voor advies verzonden naar de Raad van State. Dit advies is op 13 januari j.l. uitgebracht. Het Ministerie van IenM zal dit advies betrekken bij de afronding van het wetsvoorstel dat volgens planning in juni 2014 naar de Tweede Kamer gaat. Dan zal ook het advies van de Raad van State openbaar worden. Parallel aan de behandeling van de wet wordt gewerkt aan de uitvoeringsregelgeving. Hiervoor is eind 2013 een ‘sturend kader’ vastgesteld. Er zijn straks drie (groepen van) AMvB’s: het Omgevingsbesluit (procedureel), het Besluit kwaliteit leefomgevingskwaliteit (instructies aan lagere overheden) en Besluit activiteiten leefomgeving (algemene rijksregels, zoals het Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit). Dit betreft een grote en voor de praktijk zeer relevante operatie waarbij in de 1e slag 62 en in totaal circa 120 AMvB’s moeten worden geïntegreerd tot de drie genoemde AMvB’s. Naast de Omgevingswet en de uitvoeringsregelgeving zal er ook een Invoeringswet komen, die onder andere het overgangsrecht zal bevatten. Doelstelling van de regering is dat de Omgevingswet eind 2018 in werking treedt. Floriade Almere 2020 (ontwerp MVRDV, bron gem. Almere). Almere Centrum Weerwater, de locatie van de Floriade, is ontwikkelingsgebied zoals bedoeld in de Chw en kan in dat kader experimenteren met het omgevingsplan. Nu al voorsorteren in de praktijk De Omgevingswet komt eraan, maar is nog wel even onderweg. Waarom zou u al gaan voorsorteren? Behalve dat het stimulerend en uitdagend is om voorop te lopen in ons vakgebied is er een aantal concrete benefits aan te wijzen. Vakinhoudelijk zijn deze benefits het grootst op milieubelaste locaties, waarbij gebruik van de experimenteermogelijkheden van de Crisis- en herstelwet nieuwe mogelijkheden biedt. Ook voor het invoeren van nieuwe werkwijzen in de gemeentelijke organisatie kan de Omgevingswet als vliegwiel dienen om vastzittende routines te doorbreken. Voor veel goede ideeën of een betere interne coördinatie is een wetswijziging juridisch helemaal niet nodig, maar wel een feitelijke aanleiding. Gemeenten hebben in 2013 hun bestemmingsplannenvoorraad geactualiseerd en gedigitaliseerd. Voor 2014 staat daarom de vraag op de agenda hoe deze planvoorraad verder beheerd en actueel gehouden moet worden. Vooruitkijken naar de Omgevingswet en het omgevingsplan ligt daarbij erg voor de hand en maakt uw nieuwe werkwijze toekomstgerichter. Indien u als pilotproject binnen de Crisisen herstelwet gaat innoveren, kunt u onder meer ontheffing krijgen van de actualiseringsplicht uit de huidige Wro. Hiermee zijn de voor r.o. beschikbare middelen inzetbaar om voor te sorteren op de toekomst van de Omgevingswet. De auteurs zijn allen werkzaam als juridisch adviseur bij Rho Adviseurs voor leefruimte (de fusienaam van RBOI en Buro Vijn). Contactpersoon is Hans Damen, [email protected], 010-201 8649. Het prototype omgevingsplan is te vinden op http://demo.crotec.nl.
© Copyright 2024 ExpyDoc