Activiteit 1: `Een nieuw avontuur`

Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Presentatie
Gonny Luijendijk
Ko van den Bovenkamp
Techniek
Freek Buné
1
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Godfried Bomans Erik of het klein insectenboek (1941)
2
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Symboliek
3
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
4
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
5
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
https://www.
youtube.com/
watch?v=ft3XI
Ozr268
La Chasse aux Papillions
6
(
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
https://www.youtube.com/watch?v=sE2yz-L64ag
7
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
vlindermes
Vlinderhondje
Vlinderdas
Vlinders in het taalgebruik
Vlinder formulier (USA)
vlindervuurwerk
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Je bent net een vlinder
En ik hoef je niet te vangen
In een net van woorden die je hoorde
En begreep voordat ik sprak
Je bent net een vlinder
En ik durf je niet te binden
Met een afspraak van tevoren waarvan ‘t
horen
Zou doen denken dat er meer achter stak
Dan wat praten, dan wat drinken en een
zoen
Dan wat we van elkaar verwachten en doen
Dan een gesprek onder vier ogen
Onder vier lippen, onder vier armen
Over je ogen, over je lippen
Over je wangen, over je charme
En morgenvroeg alleen na een
ochtendblad dat braakt
Wacht ik en hoop ik (3x)
Tot je binnenvliegt
Je bent net een vlinder
En zonder iets te zeggen
Kan ik rustig met je praten
Want we laten alle frases
Aan de burgerlijke stand
Je bent net een vlinder
En ik kan je rustig minnen
Zonder overdreven zorgen
Want morgen in de vroegte
Komt de ochtendkrant
Met zijn koppen vol met opgeperst gemeen
Altijd klaar voor ‘t werpen van de eerste
steen
Voor z’n eigen landgenoten
Voor verdrukten, voor refugees
Naar z’n eigen landgenoten
Naar z’n eigen abonnees
Daar kan hij m’n dag mee maken en breken
Behalve m’n avond (3x)
Als je binnenvliegt
Album Jaap Fischer
Jaar 1961
9
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Nick en Simon Vlinders
https://www.youtube.com/watch?v=9jNh6HYrXTY
10
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
H. Tollens
Bij het lijkje van een kind
't Kruipend rupsje,moe gekropen,
Afgetobd in de enge cel,
Brak zijn kluisje fladdrend open,
Klapwiekte uit zijn dorre schel.
Zie daar wiegt het, zie daar zweeft het,
Aardse damp en druk ontvlucht;
Hoger vliegt het, hoger leeft het,
Zat gespeeld in lager lucht.
Voedster,droog de natte wangen,
Tuur niet op de dode pop,
Blijf niet aan het webje hangen:
't Vlindertje is niet weer te vangen:
's Hemels englen vingen 't op.
11
SENVER HILVERSUM
G. Gezelle (1830)
Kom e keer hier
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Aan Pieter Busschaert van Damme
"Kom e'e keer hier fliefflodderke*
'k hebbe u, 'k hebbe u zo lief"
Maar 't wipte, 't wupte, 't en wachtte niet,
En 't liet mij alleene zijn.
't Was wel van dat lief fliefflodderke,
want, hadde ik het eens genaakt
'k hadde 't, het lief fliefflodderke,
'k en wete niet wat gemaakt:
geen hand van 'nen mensche 'n mocht 'et ooit
genaken zijn lieve kleed,
of 't was en het wierd hem leed;
de hand van die 't miek alleene mag
er, wandelend, over gaan.
Dus wakker en weg, fliefflodderken,
Op planten en bloeiend gers,
Alwaar dat 't uw woning es!En zoekt gij nu, kind, een zin hierin,
't fliefflodderke, wie dat zij,
uw herte is het, alderliefste mijn,
ai, wat zou het anders zijn!
God miek het u, maakt dat God alleen
Kan zeggen: Dit herte is mijn,
Zoo zal het, en anders en zal 't, o neen,
Het uw' noch gelukkig zijn!
Zoo zong hij, die lang en lusteloos
Gezeten had, eenen dag,
Wanneer hij, op de eerste lenteroos,
Het eerste fliefflodderken zag.
* fliefflodderke=vlinder
12
SENVER HILVERSUM
H. Gorter(1864)
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Mei (fragment 1 )
....Toen zagen honderd ogen, werd het stil,
Zodat niets meer gehoord werd dan 't geril
Dat water maakte op de heuvels en
't Gedempte lachen van wie nalachten.
Het zilver schitterde - daar vlogen heen
Twee fladderende vlindertjes,de één
Als twee blaadjes ivoor van Indië
En een als lapjes sjaal uit Perzië.
Mei (fragment 3)
Als een wit vlindertje liep zij daar(= een
beekje) heen,
Door bonte vlekjes licht,op 't witte been
Bevend schakerend. En toen klom ze af
Waar het beekwater viel en monding gaf
Tussen twee weien, die het beide streelt
13
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
H. Gorter
Mei (fragment 5)
De tere lucht woei vloeiend met een vaart
Omhoog, hinnekend draafde de windhengst
rond op aard.
Als op een sofa,maar die was er niet,
Zo dreef ze eerst voort door het laag gebied
Der vlinderen-er zat nog een kapel
Hoog in een boom bij bloemwoning,
"vaarwel,
Vaar wel' lispelden Meilippen heel zacht.
Standbeeld Gorter
Bergen aan Zee
14
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
A.Verwey
Altijd het eerste
"Rustloze jagers van dromen en vlinders,
Verzen zoekende vinders,
Maakt het wat uit,
Of ge na 't vatten van duizend gezangen
Nu nog het duizend en eerste zult vangen
In Uw geluid?"
Waren het duizend? Ons, als de drang ons
beheerste,
Viel het tellen nooit licht,
Wij zochten altijd het veerste en teerste,
Altijd het eerste,
Altijd het nooit nog gevonden gedicht.
15
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
P. Kemp
Maastrichtse astronomie
Maastricht kijkt met Maastrichtse ogen
en zegt de bruggen goedendag
Vlinders komen er over gevlogen
de Maas ruist met haar breedste slag.
Ook zij, die niet achter de sterren geloven,
glimmen de unieke Maastrichtse lach,
want niemand wil hier de sterren doven,
dan dooft hij ook die van zijn vlag
16
SENVER HILVERSUM
M. Nijhoff
Aan een graf
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Vliegen en vlinders, kinderen en bijen,
Al wat als stipjes vonkt door de natuur,
Warm, blij en snel, moedertje, schoot van
vuur,
Daar hield je van, en zie, die bleven bij je
Want als ik hier de diepe stilte in tuur,
Stijgt het zo glinsterend op, dat ik moet
schreien,
En duizend lachjes, liedjes, mijmerijen,
Tintelen uit het gras naar het azuur.
'k Sta aan je graf als jij eens aan mijn wieg.
Moeder, vrees niet dat ik bij dit verzonken
Handjevol as mij om het vuur bedrieg.
Ik ween, als jij toen, om de vrije vonken
De bij, het kind, de vlinder en de vlieg,
Die in het licht van puur geluk verblonken
17
SENVER HILVERSUM
J. Slauerhoff
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Drie vlinders fladderen, dicht bij elkaar,
Midden op zee, voorgoed van land verdwaald,
Drie teedren op den woesten oceaan.
Eén ging nog, twee desnoods: een vluchtend paar_
Maar drie! Wat heeft het noodlot uitgehaald?
Toch, zijn ook soms opeens niet over mij
Drie teedre zaligheden bij elkaar,
terwijl in het gewone nauwelijks één
Zich uit het grijs bestaan verheffen kan?
Dan, ver van 't land waarin ik daaglijks leef,
Komen haar kleine mond en twee zachte oogen
Tezamen tot den glimlach die belooft,
En ik verga en word wijd als de zee,
Eerst nog zoo klein, en ik 't oneindige vluchtig
Zweeft haar liefde over mij, totdat ik opstorm
Om de andere drieëenheid te bezitten,
Haar borsten deinen doe, haar lichaam siddren
Van uit de plek die ik niet noemen zal,
Omdat ze diep ligt, ik alleen haar ken
En streng bewaak als zee al zijn geheimen.
18
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
C.J. Kelk
20 mei 2014
Vanavond is het park Japans
De kinderen zijn van voile Als zilveren signalen
Hangen bloemen in hun glas
In dartelen en dwalen
Zoeken vlinders vage dans,
En loom zingen in vromen krans
Vermoeide nachtegalen.
Daar is een bank in 't park gezet De lichten zijn in vlam vergaan,
Vreemd rood en angstig violet.
Uit 't zoele lommer drijft de maan
Voorbij als een voorbij gebed
Dat door de bloemen is gedaan.
19
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
G. Achterberg
20 mei 2014
Wacht
Dicht bij de dingen die u kennen
lig ik mij aan de dood te wennen.
De fluistering is niet verbroken,
waarmee wij aan elkaar ontloken.
De eeuwigheid is niet verlopen,
waarmee de liefde weet te hopen.
Alle betekenissen hielden
de zekerheid van het bezielde.
De vlinder van uw mond beweegt
over mijn lied, dat naar u hijgt
20
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
G. Achterberg
20 mei 2014
Vlinder
Sneeuwwitte vlinder van den dood
Sinds ik u heb zien dansen
Is elke bloei te groot
En elk ontwaken hinder;
Dat ik zoveel verminder'
Aan wil en zwaart',
Om nog het woord te vinden
- o wankelende kansen dat vederlicht en onvervaard
uw vluchten evenaart.
21
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
I.Gerhardt
De vlinder
De vlinder kwam van perk tot
perk gevlogen, tot rustend hij
de wieken opensloeg,
daar lag op 't blauw, in schemerende
bogen, de sterrenhemel,
die hij pralend droeg.
Op gronden van azuur stond
uitgeschreven der sterrenstand
in fijne stippeling,en rond die diepten was een
zoom gedreven van zwart,
waarin de blik besterven ging.
Ik sprak, over dit hemelveld
gebogen: "doet gij mij zó
de diepste zin verstaan? "
Een stem: "verstond gij reeds
uw eigen ogen waarin dit alles
mag gespiegeld staan?"
22
SENVER HILVERSUM
Ida Gerhardt
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Psyche
Ik las de Phaedo met mijn vijfde klas;
En in de tekst kwam het woord psyche voor
Ik legde, aan 't nog kinderlijk gehoor,
Uit waarom pyche 'ziel' en 'vlinder' was.
Terwijl ik n•g eens de passage las
Was er ineens een ritseling,en een spoor
Van glanzen kwam,van 't raam,de ruimte
door.
Er zat een grote vlinder voor het glas.
Het was een dagpauwoog,En ieder zag
De purperen gloed,die op zijn vleugels lag;
De ogen,waar het aetherblauw in brandt.
Ten laatste -hij zat rustig op de hand Bracht hem een jongen weg.Onaangerand,
Zei hij,was hij ontweken naar het blauw.
23
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Ida Gerhardt
Vergeefs verzet
Gij ging in bittere opstand heen.
-De vlinders spelen om uw steen.
Versteend uw afgewend gelaat.
-Zie, hoe de treurroos opengaat.
De dag, de nacht zaagt ge niet aan.
-Uw graf beschijnen zon en maan.
24
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Ida Gerhardt
Nachtwake
Doof, hoop, uw fakkel uit.
Hoe eindeloze uren
moet zij de pijn verduren
die stil de ogen sluit.
In huis is geen geluid.
Even of er iets was,
Een ritseling langs de ruiten:
een vlinder wil naar buiten.
Hij fladdert aan het glas.
25
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
M. Vasalis
20 mei 2014
Sotto voce
Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo'n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Nog is het mooi, 't geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde,
alleen nog maar zijn wezen waard.
Maar tussen de aderen van het lijden
niets meer om u mee te verblijden:
mazen van uw afwezigheid,
bijeengehouden door wat pijn
en groter wordend met de tijd.
Arm en beschaamd zo arm te zijn.
26
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
M. Vasalis
Vroeger vogels bij het raam,
nu vliederdunne vlinders
zonder gerucht en van materie haast ontdaan.
Het is wel tijd wel tijd om weg te gaan.
27
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
Adriaan Morriën
20 mei 2014
Dag en nacht
Mijn moeder was een dagpauwoog
en vloog mijn vader veel te hoog.
Hij tastte radeloos naar haar
maar troostte zich met dat gebaar.
Met zulke ogen in 't gezicht
was zij te donker voor zijn licht,
te teer voor zijn hardhandigheid
en er door niets op voorbereid.
Dagpauwoogvlinder
Hij brak haar zonder dat hij 't wilde,
uit liefde die geen liefde stilde,
zodat zij neerstreek, nooit meer vloog,
nog altijd mooi: een nachtpauwoog.
Nachtpauwoogvlinder
en van elke tante wiegde het romig achterwerk weg
alleen de nacht bleef over,die hele oude dame
die pauwblauwe waaier voor de eenzame glimlach
van het heelal
god van de vlinders,dan sliep je!
de ramen open,kostbare dromen ten prooi.????????????
28
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
K.Stip
Op een vlinder
Er was een vlinder in Cadzand
die nylonvleugels droeg met kant.
" Ik draag ze"sprak zij"om de oude
een poosje langer nieuw te houden,
omdat die bij het fladderen
nog wel eens willen bladderen"
Trek hieruit deze lering kinders:
geloof geen vrouwen en geen vlinder
29
SENVER HILVERSUM
B.Aafjes
Maria Sibylla Merian
(fragment)
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Zij veegt de lange blonde lokken
Uit hare ogen, als geschrokken;
En dan van zaligheid vervuld,
Ziet zij het tederste onthuld.
De roos ligt op het blad te kwijnen
Binnen de wulpsheid van haar lijnen.
De vuurvlieg fonkelt rond haar heen,
Gelijk een blauwe edelsteen;
De vlinders op het bladgroen glanzen
Als in een eeuwge reine trance;
Elk ding is van een aardse gloed,
En als een eiland in haar bloed.
Maria Sibylla Merian
(fragment)
Wat tellen dan de aardse dingen:
De kunst de liefde, eer en roem?
De tor, de vlinder en de bloem?
Zijn zij niet elk een schone logen?
Rietpluimen, door de wind bewogen?
30
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
B. Schierbeek
eens droomde Chuang dat hij
een vlinder was blij fladderend
een vlinder te zijn
toen hij ontwaakte was hij
gewoon weer Chuang maar hij
wist niet meer of hij Chuang
was die droomde dat hij een
vlinder was of dat hij een
vlinder is die nu droomt
dat hij Chuang is
31
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
H. Andreus
Mijn zoon schreeuwt.
Hij is een langgerekte spreeuw.
Hij heeft honger.
Hij heeft vleesvlinders van handen.
Hij is een goed mens, mijn zoon.
Hij is het licht van de aarde.
Hij is nog zoveel van licht,mijn zoon.
God, spaar de aarde.
32
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
T. Tellegen
Ik spring ternauwernood opzij
voor een vlinder
Steigerend komt hij op mij af,
zijn vonken spatten op mijn jas.
Hij vliegt voorbij, ik zie nog juist
hoe teer hij is.
33
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
M.Kneepkens
Tuin van eetlust
Op koele zomeravonden als de familie smakkend tot zich nam
groene haring,gevolgd door slierasperges in botersaus
biefstuk, salade, pommes frites, en toe
aardbeien, slagroom, mocca en vanille
dan deinden zij, de tantes, als pioenrozen, als zwaargassige
ballonnen op hun steel,op de golfslag van hun lacherigheid
in alle malse borsten koerde hoorbaar Wagner
zo dronken ze wijn na wijn
tot elk hoofd paus pius twaalf leek in het Heilig Jaar
zo bleek!
tenslotte nam dan oom na oom, stomdronken, afscheid
en van elke tante wiegde het romig achterwerk weg
alleen de nacht bleef over, die hele oude dame
die pauwblauwe waaier voor de eenzame glimlach
van het heelal
god van de vlinders, dan sliep je!
de ramen open,kostbare dromen ten prooi.
34
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
I de Wijs
Mijn meisje heet Buddleja
Buddleja Butterfly
En als Buddleja liefheeft
Dan zingen alle vlinders:Lucky guy
Vlinders van de bloemen
En de vlinderstruik
Vlinders op haar oren,
Haar wimpers,haar wangen
Vlinders, bonte vlinders op haar buik
Vlinders in haar fladderende haar
Mijn meisje Buddleja
Buddleja vlinderjaar.
35
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
I de Wijs
DOODSHOOFDVLINDER
(Acherontia atropos)
Ginder gaat een doodshoofdvlinder
Mooi en groot en vliegensvlug
Even leunt de dood wat minder
Zwaar op mijn vermoeide rug.
KONINGSPAGE en KEIZERSMANTEL
Ziet u wat de koningspage
Naar de keizersmantel drijft ?
Wie is vrij van een vrijage
Met wat onbereikbaar blijft..
36
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Ingmar Heytze
SACHA'S BRIEVEN
Vlinders van geschept papier
slapen in kartonnen dozen
van kristal onder het bed.
Worden wakker als ze slaapt,
ritselen voorzichtig rond,
fluisteren een mannenkoor
van hees verlangen
naar haar zachte mondzij slaapt alleen en giechelt zacht:
de teddyberen staan op wacht.
37
SENVER HILVERSUM
W.J. Otten
Poëzie in de Kroeg
Het verloop van een kat
20 mei 2014
Om de zon
Te kunnen horen
Doet hij traag
Zijn ogen dicht.
In zijn oren,
Dun als vleugels
Van een vleermuis,
Spant het licht
Een ragfijn web
Van aders.
Hij springt plotseling op mijn boek
En spuwt:
Een verkreukte vlinder.
Likt de poeder van zijn lippen,
Poetst voldaan zijn snor.
Uit: Eerdere gedichten,A'dam (v. Oorschot) 2000
38
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
Boudewijn De Groot - Verdronken Vlinder
20 mei 2014
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Zomaar drijven, na het vliegen in de wolken drijf je hier
Met je kleuren die vervagen
Zonder zoeken zonder vragen
Eindelijk voor altijd rusten
En de bloemen die je kuste
Geuren die je hebt geweten
Alles kan je nu vergeten
Op het water wieg je heen en weer
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
als een vlinder altijd vrij en voor het leven op de vlucht
wil ik sterven op het water
maar dat is een zorg van later
ik wil nu als vlinder vliegen
op de bloemen , blaren vliegen
maar zo hoog kan ik niet komen
dus ik vlieg maar in mijn dromen
altijd ben ik voor het leven op de vlucht
als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
Om te leven dacht ik je zou een vlinder moeten zijn
Om te vliegen heel ver weg van alle leven, alle pijn
Maar ik heb niet langer hinder van jaloersheid op een vlinder
Als zelfs vlinders moeten sterven laat ik niet mijn vreugd bederven
Ik kan zonder vliegen leven
Wat zou ik nog langer geven
Om een vlinder die verdronken is in mei
Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn
39
SENVER HILVERSUM
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
40
Poëzie in de Kroeg
SENVER HILVERSUM
20 mei 2014
Schaduwtjes dansen
op de vensterbank vlinders
dartelen voorbij.
Louis Tiessen ( 1921)
Toen ik naar hem greep,
Leek hij mij onwezenlijk,
Die witte vlinder.
Buson ( 1715-1783)
41
SENVER HILVERSUM
Nachtvlinders
's Avonds, als de maan gaat klimmen
En de donk're nacht breekt aan
Komen zij, als duist're schimmen
Uit hun nachtverblijf vandaan
Meisjes uit 't rosse leven
Fluist'ren ied're avond weer:
"Alles wil ik aan u geven
Ga toch met me mee, meneer"
Poëzie in de Kroeg
20 mei 2014
Maar als ze daar staan
de vlinders der nacht
ziet niemand hun traan
hoort niemand hun klacht
Want onder hun kleding van zijde en bont
klopt een hart dat de liefde nooit vond
Meisjes met gesminkte wangen
die bij nacht de baan op gaan
Hunk'ren soms met diep verlangen
naar een mens'lijker bestaan
Altijd komt voor deze vrouwen
het berouw steeds weer te laat
Want wie schenkt noch z'n vertrouwen
aan een vlinder van de straat
Maar als ze daar staan
de vlinders der nacht
ziet niemand hun traan
hoort niemand hun klacht
Want onder hun kleding van zijde en bont
klopt een hart dat de liefde nooit vond
Gezongen door het
Amsterdams Smartlappenkoor
42