bekijk hier de paasfolder 2015

thema IT & Vision
10e jaargang #1 2014
Paulo Steverink
(Mammoet)
De business
centraal
Mark Sunday
(Oracle)
‘Totaal
vernieuwde IT’
IT-trends en
innovatie:
De megatrends
van morgen
Kees Smaling
(Aegon)
Integraal klantbeeld
cIo of The Year award
TImmIes
TommIes
Pole position
for sourcing and it
IT is tegenwoordig voor bijna alle organisaties van strategisch
belang. Informatie is immers een key asset. Ditzelfde geldt
voor strategic sourcing: excelleren waar het kan, uitbesteden
waar het moet!
Het is de missie van ICT Media, uitgever van CIO Magazine, Outsource Magazine en Tijdschrift IT Management, om de positie
van IT-executives en sourcingmanagers hiermee in overeenstemming te brengen. Ze horen thuis in de boardroom.
Jaarlijks brengt ICT Media daarom de sterspelers in sourcing
en IT voor het voetlicht. Zij zijn de winnaars van de CIO of the
Year Award, de IT Project of the Year Award, de TIMMIES (The
Innovation Manager Awards) en de TOMMIES (The Outsource
Manager Awards).
De CIO of the Year Award heeft tot doel bekendheid te geven aan de best presterende CIO in dat jaar. Deze Award is
gebaseerd op een doortimmers en objectief juryproces. De
procedure en criteria zijn ontwikkeld in de afgelopen vier jaar,
samen met het CIO Platform Nederland, CIO Magazine en de
organisaties The Boston Consulting Group, Qhuba en Echt
Ontwikkeling.
De IT Project of the Year Award heeft tot doel het best presterende IT-project in een bepaald jaar te onderscheiden. De IT
Project of the Year Award is gebaseerd op specifieke criteria
– innovatie en klantgerichtheid staan centraal - en een goed
gefundeerd juryproces.
Tijdens de CIO Diner Show vindt jaarlijks de uitreiking van de
TIMMIES plaats. De TIMMIES zijn de Innovation Awards voor
de Meest Innovatieve CIO, de Meest Innovatieve Organisatie
en de Meest Innovatieve Vendor.
Tijdens de Outsource Magazine Diner Show vindt jaarlijks de
uitreiking van de TOMMIES plaats. De TOMMIES zijn The Outsource Manager Awards voor de inspirerendste sourcingmanager, de succesvolst uitbestedende organisatie en de meest
innovatieve outsourcing vendor.
ICT Media brengt sourcing en IT in een kansrijke ‘pole position’!
IT ProjecT of The Year
inhoudsopgave IT & Vision
Snel en eenvoudig toegang
14
54
76
106
Een van de speerpunten bij Aegon is het de klanten zo gemakkelijk mogelijk maken. Vanuit een integraal klantbeeld worden zij optimaal ondersteund bij het maken van hun keuzes. Inloggen op de digitale omgevingen is daarbij gemakkelijker gemaakt dan ooit, zo
vertelt CIO Kees Smaling.
Onderbouwde uitspraken
De Amerikaanse Jeanette Horan is de enige echte CIO van IBM, maar in elke regio van betekenis zetelt tevens een lokale informatiechef. Zo ook in de Benelux, waar Christian Visser sinds een klein jaar de scepter zwaait over de IT. Een gesprek over de veranderende rol van de CIO.
Een dijk van een uitdaging
Naast het beter bedienen van de reiziger, speelt bij NS de modernisering van het IT-landschap, optimalisatie van de vervoerscapaciteit en het verbeteren van de interne en externe informatievoorziening aan de klant. De CIO heeft hier een dijk van een opdracht en
uitdaging, concludeert CEO Timo Huges.
Het beste uit informatietechnologie
Mammoet zet wereldwijd 1,2 miljard euro om met het vervoeren en hijsen van zware objecten. Paulo Steverink, CIO bij het bedrijf, is
continu bezig om het beste uit zijn IT-omgeving en -afdeling te halen. De focus ligt op de business en de 5.000 eindgebruikers wereldwijd.
4
C I O M AGA Z I N E
Colofon
hoofdRedactie: Hotze Zijlstra
E-mail: [email protected]
Website: www.cioday.nl
Eindredactie: Yvette Polman
18 IT Trends en Innovatie Survey
24 Wat betekent wendbaarheid?
30 Architectuur: Aloys Kregting (DSM)
36 Rondetafelbijeenkomsten 94, 95, 96 en 97
50 CIO-onderzoek Harvey Nash
60 Interview: Mark Sunday (Oracle)
MEDEWERKERS: Andries van Dijk, Arnoud van Gemeren,
Wim Griffioen, Peter Hagedoorn, Jan Hendriks, Maarten Kleyn, Hans Lamboo, Bram van Mechelen, Teus
Molenaar, Hyleco Nauta, Bernhard van Oranje, Paul
Piebinga, Rube van Poelgeest, Guus Pijpers, Daan
Quakernaat, Frank Rennings, Daan Rijsenbrij, Sytse
van der Schaaf, Marc Schuuring, René Steenvoorden, Jeroen Tas, Jan Peter de Valk, Roel Wolbrink
UITGEVER: Rob Beijleveld
([email protected])
tel. 06-51531551
ICT Media BV
Magistratenlaan 184
5223 MA ’s-Hertogenbosch
T 073-6140070
F 073-6129997
Sales & Marketing Events: Bart de Vaan
[email protected] 073-6140070
Sales & Marketing Media: Jeffrey Ploeg
[email protected] 073-6140070/ 06-31744858
Traffic Advertenties: Jeffrey Ploeg
[email protected] (max 5mb) 073-6140070/
06-31744858
ABONNEMENTEN: Een abonnement in Nederland kost 175
euro per jaar exclusief btw.
Zie www.cioportal.nl
Opgave en vragen over abonnementen:
ICT Media BV
Magistratenlaan 184
5223 MA ’s-Hertogenbosch
Tel. 073-6140070
Fax. 073-6129997
Site: www.cioportal.nl/2050/Magazines voor abonneren of [email protected] voor adreswijzigingen
en opzeggingen.
CIO Magazine is een vakblad
72 Rapport BCG: IT-gedreven veranderingen
88 Terugkijken op vijf jaar TIM Awards
Beëindigen abonnement:
Als vakblad zijnde, hanteren wij de opzegregels uit
het verbintenissenrecht. Wij gaan ervan uit dat het
blad ontvangen wordt uit hoofde van beroep. Hierdoor wordt een abonnement steeds stilzwijgend met
een jaar verlengd.
Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk of via redactie@
ictmedia.nl) dienen 30 dagen voor afloop van de
abonnementsperiode in ons bezit te zijn.
Prijswijzigingen voorbehouden.
96 Architectuur: René Steenvoorden (Rabobank)
104 Voedselwet EU vereist juiste brondata
Columns 23Peter Hagedoorn 53Daan quakernaat 75jeroen
tas 110Roel Wolbrink
En verder.
.
. 7Redactioneel 8Bits & Bytes 10onze cio
27van de voorzitter 28Maarten denkt door 57opinie 58Research
64Gezien, geweest, gesproken 82out of office 84cio in de zorg
94Valkenoog 102Heb je even? 112DigIT
FOTOGRAFIE: Mark van den Brink, Eric Fecken, Paul
Piebinga, Roelof Pot, Marcel Willems
Illustraties: Walter van Kalsbeek
Vormgeving: Mathieu Westerveld
Drukker: PRinterface
Aanlevering van artikelen:
Inzending van een artikel naar de redactie ter publicatie houdt in dat de auteur akkoord gaat met de
volgende voorwaarden:
• de auteur heeft het volledige auteursrecht op het werk;
• het artikel is niet eerder, in welke taal dan ook,
gepubliceerd;
• met publicatie wordt geen geheimhoudingsplicht
geschonden;
• de auteur zal het artikel niet zonder schriftelijke
toestemming van de uitgever elders publiceren.
Artikelen herpubliceren?
Zonder schriftelijke toestemming van de uitgever is het
niet toegestaan om artikelen uit dit blad integraal over
te nemen in eigen of andere media (zoals tijdschriften,
websites en intranet). Nota bene: geen toestemming is
nodig om van een artikel de titel en de inleiding over te
nemen (circa 50 woorden) onder de strikte voorwaarde
dat er tevens een goed zichtbare en werkende link of
verwijzing wordt geplaatst naar de website van dit blad.
ISSN 1570-5463
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
© ICT Media BV, ’s-Hertogenbosch 2014
5
redactioneel rubriek
Commercial media
H
et gebruik van sociale media zou op
z’n retour zijn. Tenminste, als ‘sociaal’
medium. Kenners zeggen het, onderzoek
wijst het uit en ik zie het om me heen gebeuren. Steeds meer mensen in mijn omgeving passen Twitter, LinkedIn en zelfs
Facebook vooral zakelijk toe: handig als
je ‘iets te verkopen’ hebt. Een boodschap,
spullen of een dienst. Ik ken zelfs mensen
die hun berichten op sociale media uitbesteden aan professionele bureaus.
Ik vind het een logische beweging. Een
normaal volwassen mens verkiest de anonimiteit of een besloten gemeenschap boven het grote publiek. Katy Perry, Geert
Wilders, Alexander Pechtold, Wibi Soerjadi en Sylvie Meis zijn in die zin geen gewone mensen. Aandacht is de motor van
hun businessmodel. Sociale media is voor
hen in de eerste plaats ‘commercial media’. Eerlijk is eerlijk, dat is het soms ook
voor mijzelf.
Kijk-mij-eens
Privé doe ik al jaren niet meer aan sociale
media. Ook voor mij was de lol eraf toen
ooms, tantes, collega’s, buurvrouwen en
andere mensen buiten mijn directe vrienden- en kennissenkring zich aandienden.
Hoe aardig ik iedereen ook vind, de zaken
die ik privé uitspook, lenen zich niet per
definitie voor een breed publiek. Wat zich
er wel voor leent, voegt weinig toe. Zie
daar de dagelijkse stroom ‘kijk-mij-eensberichten’ over etentjes, weekendjes weg
en sportschoolbezoek. Zelfs bij mensen
die in het fysieke leven doorlopend lopen
te klagen, schijnt online altijd de zon.
De vlucht naar meer besloten online communicatiemogelijkheden als Whatsapp
en Snapchat is illustratief voor de behoefte om voor- en tegenspoed met intimi te
delen: sociaal in plaats van commercieel.
Vooralsnog.
Hotze Zijlstra,
Hoofdredacteur CIO Magazine
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
7
Rubriek Bits & Bytes
Dion Kotteman nieuwe Rijks-CIO
Facebook, Rackspace en hun toeleveranciers als Quanta, Intel en AMD kennis en
ervaring met elkaar delen over optimalisatie van het datacenter.
Laing vertelde dat Microsoft er met een
nieuwe
standaarddatacenteropstelling
voor gezorgd heeft dat het concern 40 procent op de hardwarekosten heeft bespaard,
15 procent minder energie gebruikt en de
beschikbaarheid van de systemen met de
helft heeft verbeterd. Die kennis wil het
concern graag delen met andere bedrijven; vandaar dat het concern deze kennis
ook weer teruggeeft aan de community
met een reference design. “We doen graag
mee aan de OCP community en delen onze
kennis over cloudinnovatie graag met de
industrie om efficiëntere datacenters en de
adoptie van cloud computing verder te stimuleren”, aldus Laing in zijn keynote.
Oud-Rijks-CIO Maarten Hillenaar
heeft een tijdelijke vervanger gekregen in de persoon van Dion Kotteman. Hij legt daarvoor zijn rol als
raadsadviseur en programmadirecteur bij het Ministerie van Financiën
en als interim-directeur Rekenschap
bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap neer.
K
otteman die onder andere een MBA
Nyenrode Business Universiteit op zak
heeft en studeerde aan de Wharton School
of Management (Pennsylvania, VS) heeft
een achtergrond als IT-auditor. Van 2008 tot
juni 2012 was Kotteman algemeen directeur
van de Rijksauditdienst. Daarvoor werkte
hij bij ING als programmadirecteur voor
grotere programma’s rond informatiebeveiliging. Eerder werkte hij in verschillende
functies bij de Rabobank, Staal Bankiers,
ABN AMRO en het Ministerie van Justitie.
Kotteman wordt directeur Informatiseringsbeleid Rijk bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor de periode van een jaar en valt net als
zijn voorganger Hillenaar onder verantwoordelijkheid van minister Blok (Wonen
en Rijksdienst). Als Rijks-CIO hanteert hij
de voorzittershamer van het Interdepartementale Commissie Chief Information Officers (Iccio-)overleg met als voornaamste
doel grote IT-projecten beter te beheersen.
Daarnaast is de transformatie van de digitale werkomgeving en verbetering van de
informatiehuishouding bij de rijksoverheid
nog niet af en moet er doorgepakt worden
op de shared-serviceorganisaties van verschillende ministeries en de regie daarvan.
Containers
Microsoft deelt details
rond Azure
Technologieconcern Microsoft
gaat zijn bevindingen rond het
bouwen van een wereldwijd netwerk van clouddatacenters delen
met de buitenwereld. Naast de
serverontwerpen kunnen andere
bedrijven in de toekomst ook de
beheersoftware gebruiken.
D
at vertelde Bill Laing, corporate vice
president bij de cloud & enterprisedivisie van Microsoft op het congres van
het Open Compute Project in de VS. Microsoft doet mee aan het door Facebook
gestarte project, waar toonaangevende
grootgebruikers van servertechnologie als
Microsoft brengt zijn servers voor rekencapaciteit en dataopslag onder in containers.
In zo'n container zijn twee bladeservers
naast elkaar in een gangbaar serverrack
geschroefd. De ene helft van de bladeserver wordt ingezet voor het leveren van rekencapaciteit, bij de andere helft worden
harde schijven met de blades geïntegreerd.
Deze blades delen zoveel mogelijk centrale
voorzieningen als voeding, koeling en
beheer, zodat deze middelen zo efficiënt
mogelijk ingezet kunnen worden. In een
datacenterinstallatie van Microsoft worden meerdere van deze containers aangebracht, waardoor deze IT-voorzieningen
modulair en schaalbaar worden. Op deze
manier heeft Microsoft inmiddels in zijn
enterprise cloud wereldwijd 1 miljoen servers draaien.
Nullen & enen 0100010101010011010101010101010100101010101001010101010101001011010010101010101100101100101010
Ó De twee Nederlandse private-cloudspecialisten ASP4all en Bitbrains zijn in januari gefuseerd. Ó Oracle Utilities Analytics 2.5 helpt nutsbedrijven
reacties na calamiteiten te verbeteren en smart devices te beheren Ó ITB2 Datacenters, aanbieder van colocatiediensten in Nederland, heeft de capaciteitsuitbreiding afgerond van de twee meet-me-rooms in zijn datacenter in Apeldoorn. Ó Volgens de Adyen Mobile Payments Index vertegenwoordigden
mobiele betalingen in december 19,5 procent van alle wereldwijde transacties. Ó Simyo is voor de tweede keer door het Consumentenbond-panel
Mobiele ProviderMonitor uitgeroepen tot beste mobiele provider. Ó Maurine Alma is benoemd tot Brand Director van Wehkamp.nl. Ó Oracle lanceert
versie 1.12 van Oracle Utilities Network Management System, ontworpen om nutsbedrijven te helpen meer operationele en procesefficiëntie te berei8
C I O M AGA Z I N E
Door IT-Executive
Klantervaring bovenaan
Bedrijven en overheidsinstellingen gaan in hun investeringen de
nadruk leggen op technologie
waarmee zij de klantervaring kunnen verbeteren en producten en
diensten op een vernieuwende
manier in de markt kunnen zetten.
C
loud computing, beveiligings- en
M2M-oplossingen zijn een belangrijk
hulpmiddel om meer grip op innovatie
en bedrijfssucces te krijgen, stelt Verizon
Enterprise Solutions dat de belangrijkste
technologische bedrijfstrends voor 2014
op een rij heeft gezet. “Wij merken een
democratisering van bedrijfstechnologie”,
zegt David Small, chief platform officer
hoe goed bedrijven technologie inzetten om
innovatie te stimuleren en te voldoen aan de
verwachtingen van eindgebruikers.”
Verizon bestempelt het vermogen om
een klantervaring te bieden die naadloos
aansluit op de persoonlijke wensen en behoeften, zelfs als een van de belangrijkste
onderscheidende factoren in de markt. De
lat ligt hoog. Het betekent klanten bedienen via een geïntegreerde omnichannel
aanpak – via online, mobiel, televisie en
fysieke winkels. Daarnaast moet de klant
zich bij elke stap in het aankoopproces
en de hele ervaringscyclus gewaardeerd
voelen. Geïntegreerde kanalen bieden bedrijven de mogelijkheid om rechtstreeks
op de vraag van het individu in te spelen
en vertrouwde relaties op te bouwen om
transacties te vereenvoudigen.
Jim DuBois nieuwe CIO
Microsoft
Microsoft heeft begin dit jaar Jim
DuBois aangesteld als corporate
vice president en chief information
officer (CIO).
D
van Verizon Enterprise Solutions. “In navolging van wat zich voordeed op het gebied van consumententechnologie, gaan
gebruikers van zakelijke technologie op
zoek naar diensten die ‘on demand’ worden geleverd: waar, wanneer en op de manier die zij willen. In 2014 zal het bedrijfssucces gemeten worden aan de hand van
uBois krijgt de leiding over een breed
scala aan IT-diensten waar wereldwijd miljarden klanten mee bediend worden en over meer dan 90.000 werknemers
in 190 landen. DuBois fungeerde het afgelopen halfjaar al als interim-CIO, nadat
zijn voorganger Tony Scott CIO werd van
VMware. DuBois krijgt het beheer over de
IT-applicaties binnen Microsoft, de IT-infrastructuur, het leveren van oplossingen
en de bijbehorende process excellence.
Succesvolle proef met
contactloos betalen
Consumenten zijn zeer positief
over betalen met een mobiele
telefoon aan de kassa. Ze vinden
het snel en makkelijk, en bij meer
dan de helft heeft het de verwachtingen overtroffen.
D
at blijkt uit een proef van klanten van
ING, ABN AMRO en Rabobank die
sinds september vorig jaar met hun mobiel
konden betalen. Ondernemers vinden de
betaalwijze daarnaast ook innovatief.
Consumenten betalen vooral lage bedragen (tot 25 euro) met hun mobiel en doen
dat bij voorkeur bij grote supermarkten,
warenhuizen en bij winkels op het station.
De proef, gehouden in Leiden, was een initiatief van ABN AMRO, ING en Rabobank
in samenwerking met MasterCard, KPN
en de gemeente Leiden. Ongeveer 1.000
consumenten en 180 ondernemers hebben
aan de introductie in Leiden deelgenomen.
In drie maanden tijd zijn gemiddeld 2.000
betalingen per week verricht. Het totaalbedrag dat daarmee gemoeid was, schommelde rond de 20.000 euro per week. Vier
van de vijf consumenten voerden meer
001010100101010100101011110101010010101101001010101010100110101011010101010101010101111110010101001010101001011110011
ken in de controlekamer en in het veld. Ó SafeNet lanceert de eerste en enige cloudoplossing voor licentiemanagement in virtuele omgevingen. Ó
Lumension, aanbieder van endpointmanagement en security, en Qualys, aanbieder van oplossingen voor cloudsecurity en compliancemanagement,
sluiten een strategisch partnerschap. Ó Kronos, gespecialiseerd in workforce-managementoplossingen, breidt de Workforce Analytics-oplossing uit met
data-analysemogelijkheden en datavisualisatietools. Ó ARX, aanbieder van oplossingen voor digitale handtekeningen, heeft een Benelux-vestiging
in Amsterdam geopend. Ó Amadeus versterkt haar positie in de hotel-IT-sector met de overname van Newmarket International Ó Teradata lanceerde
onlangs zijn analyticsoplossing for SAP, die slimme zakelijke beslissingen mogelijk maakt doordat deze data in de SAP-systemen helpt ontsluiten.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
9
onze CIO
Rubriek Bits & Bytes
transacties uit dan gevraagd was voor
deelname (25 in 3 maanden).
“Dit is een heel mooi resultaat”, aldus Jeroen Verrijdt, directeur Betalen en Sparen
van Rabobank namens de samenwerkende
partijen. “Mensen hebben veel gebruikgemaakt van de nieuwe betaalmogelijkheid
en daarmee hebben we goed inzicht gekregen in de voorkeuren en wensen van consumenten en ondernemers. Dat is van belang
voor het verbeteren van mobiel betalen.”
things een belangrijk middel wordt om patiënten op afstand te kunnen behandelen,
door de medische monitorapparatuur thuis
te koppelen aan de informatiesystemen in
het ziekenhuis. “Welke technieken we ook
toepassen, we hebben altijd professionals
nodig. Maar we zien grote kansen om al die
systemen aan elkaar te koppelen.”
Philips presenteerde onder de naam Healthcare Informatics Solutions & Services Business Group een nieuwe businessunit binnen de Healthcare-tak, die zich volledig
gaat richten op informatie en diensten voor
de zorgsector. Het is een consultancytak die
ziekenhuizen en medische instellingen wil
ondersteunen, ook met industrieelinternettoepassingen. Jeroen Tas, die in november
tot CIO of the Year 2013 werd uitgeroepen,
wordt directeur van de afdeling.
Security verdient meer
aandacht
Medische tak Philips omarmt
industrieel internet
CEO Frans van Houten van Philips
ziet grote kansen voor het internet
of things. Dat heeft hij kort geleden laten weten tijdens het World
Economic Forum in Davos.
P
hilips wil de medische apparaten die
het bedrijf maakt aan het internet koppelen om informatie beter te ontsluiten en
patiënten buiten de behandelkamer te helpen. Van Houten denkt dat het internet of
Driekwart van de beveiligingsproblemen ontstaat door lekken in
software. Nederlandse overheden
hebben een praktische methode
ontwikkeld waarmee opdrachtgevers bij de sourcing van hun applicatieontwikkeling, leveranciers
beter kunnen aansturen op een
goede en inherente beveiliging
van applicaties.
M
arcel Koers van het UWV en Rob van
der Veer van de Software Improvement Group hebben in januari op het iBestuur Congres 2014 het doek gehaald van
deze zogenaamde Secure Software Development-methode (SSD). Zij stonden aan
de wieg van de methode die beschrijft hoe
een opdrachtgever grip krijgt op het laten
ontwikkelen van goed beveiligde software.
Deze methode voor de bouw van veiliger
applicaties komt voort uit het in 2012 begonnen Centrum Informatiebeveiliging
en Privacybescherming (CIP). Bij dit samenwerkingsplatform binnen de overheid
zijn uitvoerende overheidsorganisaties als
UWV, Belastingdienst en DUO aangesloten om kennis op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming te
ontwikkelen en te delen. Ook is een veertigtal marktpartijen aangesloten als kennispartner.
Inregelen
Volgens Ad Reuijl, directeur van het Centrum Informatiebeveiliging en Privacy
(CIP), heeft de SSD-methode ook het Nederlandse bedrijfsleven heel wat te bieden.
Opdrachtgever en leverancier vinden het
vaak moeilijk om goed af te stemmen over
beveiliging in software. “In de praktijk
wordt er bij aanbestedingen en contracten
over bouw en onderhoud van software vaak
verwezen naar ISO 27002 of de Baseline
Informatiebeveiliging Rijksdienst”, aldus
Reuijl. “Dat zijn enorme pakken papier die
op zich goed zijn, maar ook bossen waar je
zomaar in verdwijnt. Het is de kunst om
het specifiek te maken, zodat opdrachtge-
Nullen & enen 0100010101010011010101010101010100101010101001010101010101001011010010101010101100101100
Ó De pas gelanceerde SDL Customer Experience Cloud integreert webcontentmanagement, campagnemanagement, social analytics, eCommerce en
vertalingen. Ó UNIT4 presenteert met Agresso Milestone 4 een ERP-systeem dat via de cloud is af te nemen. Ó Information Builders benoemt Sylvain
Pavlowski tot Senior Vice-President of European Sales Ó Citrix is gepositioneerd als leider in het IDC MarketScape: Worldwide Client Virtualization
Software 2013 Vendor Assesment, op basis van de volledigheid van zijn oplossing voor virtuele applicaties en desktops voor mobiele werknemers. Ó
Polycom, gespecialiseerd in oplossingen voor unified communications & collaboration, heeft Mark Hollander benoemd tot Channel Business Manager
Netherlands. Ó SafeNet is door onderzoeksbureau Frost & Sullivan beloond met de Market Share Leadership Award voor zijn marktleiderschap in de
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
11
Rubriek Bits & Bytes
ver en leverancier er praktisch mee aan
de slag kunnen. Deze SSD-methode specificeert precies, wat anders abstract zou
blijven. Neem bijvoorbeeld de beveiliging
van formuliervelden op een website. Je wil
niet dat de achterliggende toepassing SQLstatements van een hacker direct op de database mogelijk maakt.”
Daarvoor was Kuppens zes jaar lead partner voor e-Strategy bij Nolan, Norton &
Co, de strategische consultancytak van
KPMG. Kuppens leidde tevens zeven jaar
de Europese OEM-divisie-consultingtak
van Digital Equipment Corporation (DEC)
na zijn carrièrestart bij NCR Corporation
als R&D engineer.
Robbert Kuppens Global CIO BCG
SEPA-uitglijder kost
Amsterdam geld
The Boston Consulting Group
(BCG) heeft oud-CIO van Cisco
in EMEA en Rusland, Robbert Kuppens (49), aangesteld als de global
chief information officer. In deze
functie zal Kuppens het wereldwijde IT- en procesteam vanuit
Amsterdam en Boston aansturen,
om de BCG-medewerkers en klanten optimaal te ondersteunen.
K
uppens zal daarbij gebruikmaken van
innovatieve processen, internetoplossingen en BCG’s eigen strategische consultingervaring. De functie van global CIO
combineert de vertegenwoordiging in het
wereldwijde operationsteam en betrokkenheid bij zowel interne als externe klanten.
Kuppens rapporteert in zijn nieuwe functie
aan BCG’s president en CEO Rich Lesser.
De nieuwe BCG-CIO heeft brede ervaring
op het gebied van bedrijfsstrategie, IT en
managementfuncties. De afgelopen zeven
jaar was hij CIO en connected operations
lead voor Cisco’s regio EMEA & Rusland.
Daarvoor leidde hij binnen Cisco onder
meer de strategische interactie met executives van onder andere Nokia, Philips,
ING, Siemens, Unilever en IBM Europe.
De blunder van de Amsterdamse
belastingdienst die de gemeente zo’n
anderhalf miljoen euro kost, komt
door cruciale fouten bij een SEPAmigratie en een gebrek aan toezicht.
D
it concludeert KPMG in een doorlichting, uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Volgens het accountantskantoor
kan de gemeente fluiten naar 1,2 miljoen
van de 188 miljoen euro die de belastingdienst begin december foutief overboekte
naar Amsterdammers. Bovendien vallen
de kosten nog drie ton hoger uit omdat de
gemeente diverse externe deskundigen,
waaronder KPMG, moest inhuren om de
fouten te herstellen.
Bij de aanpassing van het gemeentelijke
betalingssysteem aan de nieuwe Europese betalingsstandaard SEPA zijn volgens
KPMG slordigheden begaan. Het specifieke karakter van de woonkostenbijdrage
is hierbij niet goed bekeken. Hiervoor is
een specialistisch systeem ontwikkeld
dat centen rekent in plaats van euro’s. Als
gevolg werd een bedrag van 1,8 miljoen
euro door het programma aangezien voor
188 miljoen euro. De foutieve woonkos-
tenbijdrage die vorige maand onterecht
is overgemaakt aan ruim 9.000 minima
werd veroorzaakt door een combinatie van
menselijk falen en technische fouten. Volgens KPMG was er bovendien sprake van
gebrekkig toezicht op het betalingsverkeer.
Tot op heden is 185,6 miljoen euro weer
terecht bij de gemeente. De overige 2,4
miljoen euro van 453 huishoudens moet
nog teruggevorderd worden. De schulden
lopen uiteen van enkele euro’s tot meer
dan 30.000 euro. In sommige gevallen is
het foutief overgemaakte geld door schulden of openstaande rekeningen al geïnd.
Een betalingsregeling biedt uitkomst voor
de gedupeerden.
Nullen & enen 0100010101010011010101010101010100101010101001010101010101001011010010101010101100101100101010
wereldwijde markt van softwarecommercialisering. Ó Trend Micro introduceert Let’s talk about it, met als doel de kennis en het bewustzijn rondom security te vergroten. Ó ICT Automatisering heeft bekendgemaakt dat het een partnerschap is aangegaan met LogicNets, een Amerikaans softwarebedrijf
dat wereldwijd expert-decision-supportsoftware en -oplossingen aanbiedt. Ó Ricoh is tijdens het World Economic Forum in het Zwitserse Davos uitgeroepen tot een van de honderd meest duurzame bedrijven ter wereld. Ó Business & Decision, adviesbureau op het gebied van informatievraagstukken
en SAS breiden hun samenwerking uit. Ó Unisys is geselecteerd om deel uit te maken van een consortium dat de kritieke infrastructuuroplossingen
gaat leveren aan de twaalf Braziliaanse steden die het FIFA-wereldkampioenschap voetbal van 2014 organiseren. Ó Software AG gaat een Intelligent
12
C I O M AGA Z I N E
Sligro maakt werk van
vraaggestuurd model
Retail- en groothandel Sligro Food
Group schaft nieuwe technologie
van Teradata aan om met behulp
van data-analyse bedrijfsprocessen meer vraaggestuurd te maken.
H
et bedrijf gaat met een nieuwe versie
van de Teradata-datawarehouse werk
maken van voorspellende analyses om beter in te spelen op toekomstige klant- en
marktontwikkelingen. Op termijn moet het
operationeel model evolueren van aanbodgedreven naar een vraaggedreven model.
Met een investering in een strategisch
business-intelligenceplatform, zal Sligro
Food Group data van haar verschillende
divisies en activiteiten interpreteren en
kwalitatieve managementinformatie sneller beschikbaar maken. De Teradata Data
Warehouse Appliance stelt Sligro in staat
zijn informatievoorziening te verbeteren,
de dienstverlening voor e-commerce op
een hoger niveau te tillen, en de supply
chain te stroomlijnen door de behoeften
van haar klanten beter in kaart te brengen.
Informatie met een geur
Door Guus Pijpers
Kunstige informatie
In China kunnen veel mensen op het platteland niet lezen of
schrijven. Maar ze kunnen wel kleuren herkennen. Daarom
heeft een leverancier van kunstmest de korrels gekleurd en
de plattelandsbewoners geleerd welke kleur waarvoor dient.
De informatiedrager is daarmee de boodschap.
Klokkenluiders
Er bestaat zoiets als Cassandra-informatie. Deze informatie
is zeer belangrijk, maar zien we vaak over het hoofd. Cassandra, een van de dochters van Priamus, koning van Troje,
waarschuwde voor het Trojaanse paard. Maar niemand
geloofde haar. Cassandra-informatie kan dikwijls bedreigend
zijn voor besluitvormers. Zij negeren liever een waarschuwing dan te erkennen dat er iets aan de hand is. Want laten
we eerlijk zijn: klokkenluiders geven vaak goede én betrouwbare informatie. Toch worden ze nog steeds als dader
gezien. Het vereist namelijk integriteit en een professionele
instelling om als management te zeggen dat je fout zit.
Informatie voor bij de borrel
Onze zintuigen worden continu bedolven onder informatie.
Iedereen leert in de loop der jaren om te selecteren wat
interessant is. Bovendien geven we aandacht aan signalen
die ons persoonlijk raken. Op een feest of in de kroeg is het
altijd rumoerig. Toch hebben we geleerd te reageren als
ergens in die zee van geluid onze naam wordt genoemd.
Informatiegeuren
Menig dier weet dat geuren een belangrijke informatiebron
zijn. Sommige beesten zetten deze bewust uit. Jagers zoeken naar deze sporen, net als de dieren zelf. Mensen zetten
ook sporen uit, vaak onbewust. Bij het zoeken naar informatie gebruiken wij de ervaring en geursporen van anderen om
met zo min mogelijk moeite informatie te vinden: bijvoorbeeld links op een vertrouwde site, maar ook boekbesprekingen in gerenommeerde tijdschriften.
Als dieren voedzaam eten vinden, komen ze zeker terug. Als
mensen de juiste informatie vinden, komen zij ook terug bij
de bron. Sommige organisaties hebben in de gaten gekregen dat ze informatiegeuren bewust kunnen uitzetten. Het –
voortijdig – lekken van informatie, eerst een concept sturen
of de bekende proefballonnetjes zijn allemaal manieren om
het informatiegedrag in de gewenste richting te sturen.
GUUS PIJPERS geeft adviezen over de inzet en het gebruik van informatie ([email protected]).
001010100101010100101011110101010010101101001010101010100110101011010101010101010101111110010101001010101001011110011
Business Operations (IBO)-divisie oprichten die organisaties in staat moet stellen sneller te reageren op inzichten verkregen
uit big data. Ó Met de lancering van het Xerox SMART Centre hebben channelpartners toegang tot diverse tools en materialen
op het gebied van marketing, sales en training. Ó Cisco heeft bekendgemaakt dat Edwin Prinsen is benoemd tot Managing
Director van Cisco Nederland. Ó Palo Alto Networks komt met uitbreidingen van zijn beveiligingsplatform, waarmee klanten
overal ter wereld meer mogelijkheden hebben voor detectie en preventie van geavanceerde bedreigingen. Ó Het Amerikaanse IT-bedrijf Juniper Networks gaat de activiteiten in Nederland uitbreiden en doet dat in Vision Plaza te Schiphol-Rijk. Ó
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
13
interview
KEES SMALING, CIO AEGON
Klantvriendelijk
en sociaal
Een van de speerpunten bij Aegon is het de klanten
zo gemakkelijk mogelijk maken. Vanuit een integraal
klantbeeld worden zij optimaal ondersteund bij het
maken van hun keuzes. Inloggen op de digitale omgevingen is daarbij gemakkelijker dan ooit gemaakt.
"W
e bieden een eenvoudige toegang tot onze websites, de persoonlijke klantomgeving en de producten die men bij ons heeft afgesloten”, aldus
Aegon-CIO Kees Smaling. Hij zag al geruime
tijd geleden dat consumenten steeds meer behoefte krijgen aan
zogeheten ‘social log-ins’, waarmee ze bij meerdere diensten
kunnen inloggen via LinkedIn, Facebook en Google. “We wilden dit mogelijk maken, met inachtneming van alle securityaspecten die daarbij een rol spelen”, vertelt de CIO. “Je zoekt
daarbij naar een lastig te vinden balans. Als je alles dichttimmert, moet je fysieke brieven met bijvoorbeeld pin- en tan-codes versturen. Aan de andere kant wil je zo laagdrempelig mogelijk zijn. Die balans hebben we gevonden. Helemaal zonder
drempels is het proces niet, maar de klant wil ook niet dat zijn
gegevens op straat komen te liggen.”
Aegon geeft klanten inmiddels de gelegenheid om via een sociale
website naar keuze in te loggen, met een beveiligingsniveau dat
afgestemd is met de toezichthouders. Smaling: “Weliswaar met
enkele restricties en een on-boardingtraject waarbij via een brief
wordt geverifieerd of de persoon die zich aanmeldt ook daadwerkelijk de beoogde klant is. Is dat het geval, dan is er zekerheid over
de identiteit.” Klanten krijgen dan toegang tot hun gegevens, maar
kunnen nog geen transacties uitvoeren. “We moeten eerst onderzoeken of dat binnen de huidige constructie wel betrouwbaar genoeg is. Overigens hebben wij geen inzicht in de informatie die
mensen op Facebook of LinkedIn zetten; het gaat ons alleen om de
verificatiegegevens van de klant en die van ons.”
14
Nog geen eindoplossing
Inmiddels logt 6 tot 7 procent van de klanten in via hun sociale
identiteit. “De schaal is nog klein en ik verwacht niet dat de huidige log-inmogelijkheid de eindoplossing is. Er wordt in de politiek nog veel discussie gevoerd over de mogelijkheden van DigiD,
‘bring your own identity’, biometrie en andere ontwikkelingen.
Anticiperend hierop hebben we gekozen voor een oplossing die
ons voor de komende jaren flexibel houdt. “Als er morgen een
nieuwe LinkedIn komt, dan kunnen we daarop relatief eenvoudig aansluiten.”
De ontwikkeling van de applicatie en het mobiele platform
worden hiertoe ontkoppeld van het toegangsmechanisme. Met
andere woorden: de identificatie wordt een aparte service boven op elke gewenste applicatie. De Aegon-CIO verwacht dat er
uiteindelijk wel een brancheoplossing, of een door de overheid
gedragen inlogmogelijkheid komt. Bedrijfsspecifieke log-ins zullen daar dan enige tijd naast blijven bestaan, en er wellicht op
termijn door worden vervangen.
Voor men zich binnen Aegon richtte op het ‘sociaal inloggen’,
stond men voor de lastige taak om een consumentenportaal te
bouwen. Vervolgens is er de nodige energie gestoken in een single
sign-on. “Het ontkoppelen van die twee uitdagingen is vervolgens in een versnelling geraakt. We zijn hiernaast met de mobiele
app van Aegon bezig, waarop we zonder al te grote uitdagingen
de dan gangbare authenticatie kunnen aansluiten.”
Voortrekkersrol
“We voeren binnen het Verbond van Verzekeraars weleens de
discussie of we geen centrale log-in moeten hebben”, vervolgt
Kees Smaling. “Ik vraag me alleen af hoe wenselijk het is om ID’s
te hebben bij de Belastingdienst, Bol.com en Aegon. De essentie
is dat wij dat allemaal niet meer bepalen. Dat doet de klant in
C I O M AGA Z I N E
Door Hotze Zijlstra Ó Fotografie Eric Fecken
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
15
“Als er morgen een nieuwe
LinkedIn komt, kunnen we daarop
relatief eenvoudig aansluiten”
toenemende mate zelf. Vanuit het oogpunt van vertrouwen kan
onze sector een voortrekkersrol spelen, en als Aegon proberen we
daaraan een steentje bij te dragen. Niet als directe businesscase,
maar in het kader van ons imago en de relatie met de klant.”
“Mocht er al sprake zijn van een zakelijk gewin, dan betreft het
de afname van het aantal telefoontjes met het callcenter, want
het gros ervan gaat over inlogproblemen. Ook zullen mensen
minder hoeven te bellen, omdat ze online direct inzicht hebben
in hun gegevens. In de businesscase is daar ook de besparing op
de postzegel. We geloven erin dat wanneer klanten meer gemak
ervaren en een betere experience hebben, het ons uiteindelijk
links- of rechtsom voordeel oplevert.”
Kantelen
Het perspectief is dat Aegon kantelt naar een bedrijf dat niet
meer vanuit het product de markt benadert, maar vanuit de
klant. “Van oudsher hadden we portalen voor Leven, Bank en
Pensioen, en log-inoplossingen per product. Sinds vier jaar hebben we over al de bijbehorende systemen een centraal klantbeeld
gecreëerd. We weten dus welke klant welke producten afneemt.
Daar een single sign-on voor bedenken is een betere uitgangssituatie dan wanneer dit alles nog niet geïntegreerd is.”
Tevens wilde Aegon dat de klant geen enkele last meer zou hebben
16
van het feit dat de administraties van de diverse verzekeringsproducten gescheiden zijn. “Je wilt alles binnen het Aegon-label in één
overzicht kunnen zien. Dat vinden we tegenwoordig logisch, maar
vijf of zes jaar geleden richtten alle verzekeraars zich nog op de
diverse productlijnen. Dat consumenten die traditionele indeling
nog steeds vaak ervaren komt door de veelal sterk versnipperde
applicatielandschappen, waarbij voor elke toepassing een eigen
sign-on wordt gebruikt. Met alle complexiteit van dien.”
In de afgelopen tien jaar heeft Aegon veel oude systemen in de
backoffice opgeruimd en gemigreerd naar een nieuwe omgeving.
“We plukken nu de vruchten van het feit dat we in het verleden
deze inspanningen hebben gedaan.” Toch zou Smaling, ook al zou
Aegon nog meer dan honderd systemen aan de achterkant hebben
draaien, er heden ten dage niet over piekeren om dat allemaal op
te ruimen. Daarmee ben je naar zijn mening gauw drie tot vier jaar
onder de pannen. “Precies lang genoeg om ‘out of business’ te zijn
als je niet uitkijkt. In plaats van intern gericht te zijn zul je technologie moeten bedenken waarmee je die boel ontsluit, zonder dat je
alles in elkaar schuift. Laat ik het anders zeggen: ik zou heel graag
alles in één ERP-systeem hebben, maar ik ga er nooit meer aan
beginnen. Er is niks mis met een grote monoliet met geïntegreerde
oplossingen, maar ernaartoe bewegen kost je jaren. Dat kun je je
niet permitteren. Dan ben je gewoon te laat.”
Webservices
Aegon bereikt de benodigde eenheid op basis van eenduidige datastructuren en koppeling van systemen via webservices. “Ik ken
bedrijven in de VS die een keer of tien groter zijn dan wij, en het
C I O M AGA Z I N E
Vertrouwen in Onegini
Aegon werkt voor de implementatie van
zijn ‘social log-in’ samen met het gespecialiseerde bedrijf Onegini. Het bedrijf maakt
het mogelijk dat de klanten van met name
financiële dienstverleners op basis van hun
Google-, Facebook- of LinkedIn-account
inzage krijgen in hun gegevens.
Onegini zorgt ervoor dat eindgebruikers
op een veilige en gemakkelijke manier
online zaken kunnen doen. Registratie van
zowel nieuwe als bestaande klanten wordt
zo eenvoudig mogelijk gemaakt. Gebruikers hebben na het inloggen optimaal
inzicht in de eigen producten en diensten,
onafhankelijk van het kanaal waarmee men
inlogt. Validatie, beveiliging en authenticatie zijn bovendien optimaal ingeregeld.
Volgens Denis Joannides van Onegini is
vertrouwen een belangrijke factor bij het
welslagen van zijn dienstverlening. Daarbij gaat het zowel om het vertrouwen bij
de dienstverlener als bij de eindklant.
“Het eerste is evident, de geboden
oplossing moet gewoon goed en veilig
zijn. Bij de consument gaat het er in de
eerste plaats om dat mensen het zien
als iets van zichzelf en het vervolgens
daadwerkelijk gaan gebruiken.”
Voor bedrijven en organisaties die er gebruik van maken, is het vooral belangrijk
dat ze het beheer en de gegevensverwerking bij het individu kunnen beleggen, zo
stelt Joannides. “Dat kun je als organisatie niet meer zelf doen, maar moet vanuit
de klant komen. Belangrijk is dus dat de
klant een vorm van controle heeft over de
manier waarop hij zich aanmeldt en met
de organisatie in contact is.”
Uitdaging
De technische uitdaging zit ’m erin dat
de klant van buiten via één log-in bij
meerdere systemen aan de achterkant
terechtkan. “Wij hebben de authenticatie
daartoe los van de systemen gehaald.
Omdat er binnen Aegon al sprake was
van een geconsolideerd klantbeeld konden we deze oplossing relatief gemakkelijk neerzetten”, aldus Joannides. Aan de
ene kant moeten mensen zowel mobiel
als via de browser makkelijk kunnen inloggen. Tegelijk dient de data gemakkelijk
ontsloten te kunnen worden. “Op basis
van webservices is op dat gebied veel
mogelijk. Belangrijk is dat de beveiliging
op de koppelvlakken wordt geregeld, en
dus niet alleen in de achterkant.”
De discussie gaat hierdoor niet meer over
drempels als security en integratie van
de backoffice, maar over functionaliteit
en gebruiksgemak, zo stelt Joannides.
“Onze oplossing neemt een omvangrijk
hoofdpijndossier weg. De klant heeft beschikking over de juiste diensten en informatie, men herkent de klant en regelt op
basis daarvan toegang tot de relevante
gegevens. Onze klanten hoeven alleen
nog maar een frontend te bouwen.”
Pragmatisch
De Aegon-CIO is in elk geval tevreden
met de in samenwerking ontwikkelde oplossing. De keuze voor een relatief kleine
speler was bovendien weloverwogen.
Kees Smaling: “Belangrijke innovaties komen vaak niet bij de grotere, dominante
partijen vandaan. Deze liggen veelal toch
wat meer in de nichesfeer en bij kleine
partijen die op specifieke onderwerpen
vooroplopen. Deze zijn veelal ook wel
wat sneller en pragmatischer.”
stoppen. Zou deze er al zijn, dan moet je dat vanwege de tijd en
energie die je erin moet stoppen niet eens willen. Wel richten we
aan de voorkant over de gehele breedte de CRM in met Salesforce.com. Dat creëert gelijk momentum om in de processen te
standaardiseren.”
Idealiter zou je volgens Smaling met masterdatamanagement
een ‘golden record’ van de klantadministratie moeten hebben.
“Momenteel studeren we erop hoe we hier langzaam naartoe
kunnen migreren. Nogmaals: het goede nieuws is dat de klant
het verschil tussen de huidige en de voor ons ideale situatie al
bijna niet meer merkt.”
Platform
precies op dezelfde manier doen. Die kunnen straks ook binnen
no-time een klantbeeld opleveren, zonder dat er van alles aan de
achterkant geïntegreerd hoeft te worden. De technologie is voorhanden om alles te verservicen.”
“Hoe je het oplost, hangt overigens wel sterk af van de omstandigheden”, vervolgt de CIO. “Stel dat je als grote verzekeraar alleen pensioenen doet, en je hebt daar je backoffice op ingericht,
dan kan ik me voorstellen dat je kiest voor de implementatie van
een groot pensioensysteem. Met oog op onze multiproductlijn is
er niet één grote oplossing voorhanden waar we alles in kunnen
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Naast het verbeteren van de dienstverlening aan de klant, zit er
voor de CIO nog een andere motivatie achter de eenvoudige login. “Het zou op termijn kunnen uitgroeien tot een nieuw identificatieplatform waaraan diverse producten, bedrijven en sectoren
gekoppeld kunnen worden”, zegt hij. “Nieuwe ontwikkelingen
stellen ons in staat om op dit terrein een rol van betekenis te kunnen spelen. Dat is een enorme challenge, waar we zeker de samenwerking met branchegenoten voor zullen moeten opzoeken.
Ook al omdat we de koppeling kunnen maken met aanpalende
services, zoals het boeken van een vlucht of hotel, waarbij wij bijvoorbeeld een verzekering kunnen aanbieden. Zo ver is het nog
niet, maar ontwikkelingen zoals we nu uitwerken, kunnen daar
enorm bij helpen.”
17
Ó
thema it & vision
IT TRENDS EN INNOVATIE SURVEY
Contouren van
‘the next big thing’
De nieuwste zogeheten IT
Trends en Innovatie Survey van
CIO Magazine en Deloitte onderstreept dat cloud, mobile,
data en social op dit moment
de vier grote megatrends zijn.
Adoptiepercentages nemen
significant toe, zelfs zo dat je
op een aantal gebieden al niet
eens meer van een trend kunt
spreken. Trends worden gaandeweg gemeengoed.
T
egelijkertijd verschijnen de contouren van ‘the next big thing’ al aan
de horizon. Voor CIO’s die nu volop
bezig zijn de huidige megatrends te
benutten, is de uitdaging zich tegelijkertijd voor te bereiden op de volgende golf.
Cloud zet door
De survey laat zien dat het gebruik van
cloud hard blijft groeien. 60 procent van
alle organisaties maakt al operationeel
gebruik van SaaS. Van deze groep heeft
driekwart SaaS geïntegreerd met de backofficesystemen, bij een derde is sprake
van SaaS/SaaS-integratie. Met die cijfers
komt SaaS zo langzamerhand binnen het
domein van de mainstreamtechnologieën.
Andere vormen van cloud, zoals infrastructure as a service (IaaS) en platform
as a service (PaaS), hebben lagere adoptiepercentages, maar groeien eveneens
gestaag. Bij IaaS zien we bijvoorbeeld dat
een kwart van alle organisaties die trend al
18
operationeel gebruikt, terwijl nog eens een
kwart ermee experimenteert.
Tevens blijkt dat de toepassing van cloud
in de periferie van het applicatielandschap
gemeengoed begint te worden. In de komende jaren zal de belangrijkste groei van
cloud daarom komen uit de verbreding
van het aantal cloudtoepassingen binnen
organisaties. Steeds vaker zal ook voor bedrijfskritische systemen de keuze vallen op
SaaS. Bij leveranciers van applicaties zien
we al dat nieuwe producten vaak alleen
nog in een SaaS-model aangeboden worden. Er ontstaan ook nieuwe diensten rond
SaaS, zoals cloudpartijen die zich specialiseren in het veilig stellen van de data in
SaaS-systemen of in het migreren van het
ene cloudsysteem naar het andere.
Samengevat in de woorden van een van
de aan het onderzoek deelnemende CIO’s:
“De IT buiten wordt belangrijker dan de
IT binnen.” In de markt zorgt de opkomst
van cloudoplossingen nog meer voor een
‘level playing field’ doordat geavanceerde
functionaliteit binnen het bereik van kleine organisaties komt. De barrières om toe
te treden tot een markt worden kleiner als
alle IT-functionaliteit die daarvoor nodig
is uit de cloud kan worden gehaald.
Mobile first
Een van de revoluties van het afgelopen
decennium is dat IT is losgekomen van de
desktop, en dat smartphones en tablets
met een enorme vaart hun plek veroverd
hebben. Niet alleen voor het gebruik van
e-mail en internet, maar in toenemende
mate voor ondersteuning en innovatie
van bedrijfsprocessen. Meer dan de helft
van de CIO’s is het eens met de stelling
dat de meeste van de bedrijfsprocessen
zullen worden ondersteund door mobiele
toepassingen. Nog opvallender is dat 40
procent van de CIO’s zegt dat voor de
meeste medewerkers een mobiel device
het primaire apparaat wordt.
Binnen dit cluster is de adoptiegraad van
trends die te maken hebben met de devices
zelf, zoals bring your own of mobile device
management, het hoogst. De CIO’s geven
aan dat deze trends op zichzelf weinig innovatie brengen maar de infrastructurele
basis vormen voor mobiele toepassingen.
Juist aan de kant van die toepassingen laat
de survey een sterke groei te zien. Het operationele gebruik van mobiele apps voor
ondersteuning van businessprocessen
(met backofficekoppeling) is in een jaar
verdubbeld (van 12 naar 24 procent) en
hetzelfde geldt voor het aantal bedrijven
dat ermee experimenteert.
De cijfers wijzen uit dat innovatie van
bedrijfsprocessen door mobiele trends
nog maar net begonnen is en dat er nog
grote veranderingen gaan komen. Het gebruik volgt het klassieke patroon dat een
nieuwe technologie eerst ingezet wordt
als substituut van al bestaande dingen,
en dat de nieuwe mogelijkheden pas later
voluit worden gebruikt voor innovatie.
C I O M AGA Z I N E
Door Andries van Dijk
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
19
Q4 2013
Q4 2012
Trends
Research
Operationeel
Research
Operationeel
Software as a service
16,9%
59,0%
22,0%
45,5%
13,0%
Platform as a service
25,9%
17,5%
14,0%
Infrastructure as a service
26,5%
26,5%
no data
Bring your own device
36,7%
31,3%
46,5%
22,5%
Mobile device management
35,5%
38,6%
25,5%
30,5%
Mobile apps supporting business processes
31,3%
23,5%
17,0%
11,5%
HTML5
27,1%
22,3%
10,5%
7,5%
Multi-touch displays
11,4%
9,6%
7,0%
3,0%
Electronic paper
4,8%
6,6%
4,5%
6,5%
Video telepresence
12,7%
30,1%
7,5%
23,5%
RFID
9,6%
6,6%
5,5%
3,0%
NFC
6,0%
3,6%
6,0%
1,0%
Advanced analytics on ERP data
16,9%
30,1%
24,0%
17,5%
Realtime monitoring and decisioning
12,7%
16,9%
12,5%
10,5%
Predictive analytics
12,0%
12,7%
10,5%
8,5%
In-memory analytics
9,0%
9,6%
6,5%
2,5%
Big data analytics
21,7%
12,0%
21,0%
9,0%
Advanced data visualisation
12,7%
6,6%
24,0%
17,5%
Text analytics
4,8%
3,6%
3,0%
3,5%
Audio/video analytics
1,2%
1,8%
3,0%
3,5%
Open data
10,2%
7,2%
12,5%
7,0%
Social analytics
16,3%
12,0%
12,5%
6,0%
Social media engagement
16,9%
23,5%
16,0%
20,5%
no data
Social media for internal communication
23,5%
31,9%
The internet of things
12,0%
4,2%
2,0%
4,5%
3D printing
4,8%
4,2%
3,0%
0,5%
Wearable computers
4,8%
4,2%
2,0%
1,5%
Gamification
4,8%
3,6%
5,0%
1,5%
Location aware services
16,9%
7,2%
5,5%
5,5%
Context-enriched services
8,4%
6,0%
2,0%
1,0%
Augmented reality
7,8%
1,2%
6,0%
1,0%
Automatic content recognition
3,6%
7,2%
2,5%
2,0%
Natural language interaction
0,0%
1,2%
1,5%
1,5%
Speech recognition/gesture control
3,0%
6,6%
1,5%
4,5%
Nu de techniek volwassener wordt en bedrijven ervaring beginnen op te bouwen,
komt het aan op creativiteit en voorstellingsvermogen om tot echte transformatie te komen.
Data als asset
Het besef dat data een cruciale ‘asset’ is, is
doorgedrongen tot vrijwel alle organisaties. Succes in de markt staat of valt steeds
meer met het intelligent gebruiken van
complexe datasets om daaruit nieuwe inzichten voor strategie en bedrijfsvoering af
20
“Innovatie van bedrijfsprocessen door
mobiele trends is nog
maar net begonnen”
te leiden. Alle trends rond data-analytics
laten dan ook een sterke groei zien.
Bijna een derde van alle organisaties
maakt operationeel gebruik van advanced
analytics on enterprise data, wat bijna
een verdubbeling is in een jaar tijd. Bij
trends als real-time monitoring and
decisioning en predictive analytics zien
we lagere adoptiepercentages maar ook
een significante groei. Uit de survey blijkt
ook dat ongeveer een derde van alle organisaties actief bezig is met big data, maar
de groep die het onderzoekt (21 procent)
is groter dan de groep die het al operationeel toepast (12 procent).
De komende jaren staan in het teken van
een explosie van de hoeveelheid beschikbare data. Steeds krachtiger analyticsoplossingen en een steeds volwassenere
expertise zorgen ervoor dat het belang
C I O M AGA Z I N E
van data nog veel verder toeneemt. Maar
succesvolle toepassing van deze trends
komt niet vanzelf. In de praktijk blijkt het
verzamelen van werkelijk betekenisvolle
data, het stellen van de juiste vragen, de
keuze van de juiste statistische analyses
en de juiste interpretatie van de resultaten alleen door een leerproces, met vallen
en opstaan, tot stand te komen.
Social groeit licht
Een kleiner cluster van trends wordt gevormd door alles rond sociale media. Het
gebruik daarvan voor zakelijke toepassingen groeit licht. Een kwart van alle
organisaties maakt actief gebruik van
sociale media in de communicatie met
klanten, en bijna een derde gebruikt sociale media actief binnen de eigen organisatie. Een sterkere groei, van 6 naar 12
procent operationeel gebruik, is te zien
bij social analytics, het analyseren van
sociale media om sentimenten en patronen te ontdekken.
Doorontwikkeling
Samengevat zijn cloud, mobile, data
en social op dit moment de dominante
trends, en dat zullen ze de komende jaren
ook blijven. De impact van elk van deze
megatrends is nog lang niet voltooid. Applicatiefunctionaliteit wordt steeds volwassener en in toenemende mate geleverd
vanuit een cloudmodel. Voor eindgebruikers verschuift de balans meer richting
mobiele devices met slimme apps. Steeds
grotere datasets worden op een steeds
intelligentere manier gebruikt voor databased decision making. Alles bij elkaar
draagt het bij aan een verdere digitalisering en automatisering van processen.
Next big thing
Parallel worden de contouren van ‘the
next big thing’ al duidelijk. De volgende
grote golf van verandering loopt langs
twee elkaar versterkende lijnen. Allereerst ontstaan heel nieuwe categorieën
devices en vindt de interactie met gebruikers plaats op een totaal ander niveau.
Een wearable computer zoals de Googlebril, gecombineerd met augmented reality is daarvan een van de eerste voorbeelden. Kenmerkend voor die nieuwe
generatie devices is dat ze veel dichter en
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
natuurlijker aansluiten bij onze zintuigen
en zich lenen voor speech recognition en
gesture control.
Parallel daaraan ontstaan applicaties die
veel intelligenter en persoonlijker worden
door hun gedrag aan te passen op basis
van een breed scala aan contextinformatie. Toepassingen worden location-aware
en context-sensitive. Ze herkennen de
plaats waar ze gebruikt worden, de tijd en
de situatie (op het werk, thuis, in publieke
ruimten), maar ook welke andere mensen
en objecten er in de buurt zijn. Al die informatie wordt gecombineerd met intelligentie en rekenkracht in cloudsystemen
om gebruikersinteractie die precies aansluit bij wat een persoon in die situatie en
op dat moment nodig heeft. Toepassingen
zullen ook veel vaker zelf het initiatief nemen om te communiceren met de gebruiker. Uit de survey blijkt dat deze trends
op dit moment nog beperkt operationeel
worden toegepast, maar wel groeien. Het
is het aarzelende begin van iets wat echt
groot gaat worden en waardoor IT veel
meer en dieper zal integreren in ons dagelijks leven, zowel privé als zakelijk.
Grootste doorbraak
De grootste doorbraak zal echter komen
van the internet of things. De kern daarvan wordt gevormd door geavanceerde
sensortechnologie in combinatie met
goedkope wireless internetcommunicatie die op massieve schaal toegepast gaat
worden. Plaatsing van vele miljarden sensoren genereert data die een fijnmazig
beeld van de fysieke werkelijkheid geeft.
In combinatie met intelligente, digitale
sturingssystemen zorgt dat voor een volgende fase in verbetering van productiviteit en efficiency en nog verdergaande
automatisering.
Sensoren en internetcommunicatie worden ook geïntegreerd in fysieke apparaten
en objecten die daardoor een heel nieuwe
functionaliteit krijgen. Er ontstaan complexe netwerken van smart objects die
zowel communiceren met cloudsystemen
als met elkaar. De mogelijkheden van
smart objects leiden tot een stortvloed
aan nieuwe producten. Daarbij zullen
aanbieders een kans zien om hun businessmodel te veranderen door inkomsten
te genereren uit abonnementen op aan-
“De ontwikkelingen
op de langere termijn gaan ons voorstellingsvermogen
nog te boven”
vullende diensten geleverd via cloudapplicaties verbonden aan de smart objects.
Het spannende van deze trend is dat hierdoor informatietechnologie versmelt met
andere technologieën, zoals consumentenelektronica, medische technologie of
vervoerstechnologie. Een zelfrijdende
auto is net zo goed informatietechnologie
als autotechniek. Waar IT nu nog scherp
kan worden afgebakend, zal dat in de toekomst veel moeilijker worden. Met alle
gevolgen voor bijvoorbeeld IT-organisatie
en governance.
Op de huid
Gecombineerd leveren deze ontwikkelingen op de langere termijn mogelijkheden
op die ons voorstellingsvermogen nog te
boven gaan. De versmelting van IT met
andere technologieën leidt tot heel nieuwe smart objects en een stortvloed aan
nieuwe data. Data die gebruikt wordt door
contextgevoelige apps, bij ons gebracht
door heel nieuwe devices die letterlijk veel
dichter op onze huid zitten. Met recht zal
dit een next big thing blijken te zijn in termen van maatschappelijke consequenties,
met alle filosofische en ethische vragen
die daarbij horen. Maar dat verbleekt bij
een volgende mogelijke ontwikkeling: de
integratie van technologie en biologie. De
komende jaren echter zullen cloud, mobile,
data en social nog volop in de schijnwerpers staan, maar de nieuwe megatrends
komen al uit de coulissen om hun plaats
in de spotlights in te nemen. Het is nu aan
vooruitziende organisaties om het juiste
moment te pakken voor de businessinnovatie die daarmee mogelijk wordt.
ANDRIES VAN DIJK is werkzaam bij Deloitte
Consulting.
21
Ó
technologiekeuzes
omzetten in
resultaat.
Met meer dan 130.000 mensen in 44 landen is Capgemini wereldwijd een van de meest
vooraanstaande aanbieders van consulting-, technology- en outsourcingdiensten. Samen
met zijn klanten creëert en realiseert Capgemini resultaatgerichte business- en technologyoplossingen, toegesneden op de klantbehoefte. Als een cultureel diverse organisatie heeft
Capgemini zijn eigen onderscheidende manier van werken, de Collaborative Business
ExperienceTM. Hierbij maakt Capgemini gebruik van het wereldwijde leveringsmodel
Rightshore®. Meer informatie via www.nl.capgemini.com
©Capgemini 2014. Rightshore® is a trademark belonging to Capgemini.
Wij zijn degenen die uw
peter hagedoorn Column
PETER HAGEDOORN is
oud-CIO, oud-voorzitter CIO
Platform Nederland, CIO of
the year 2005 en secretarisgeneraal European CIO
Association.
CIO word CIO!
De CIO staat al onder druk sinds de functie bestaat. Waren het niet
de businessmensen die buiten de IT-afdeling om applicaties aanschaften, dan waren het wel de directieleden die zelf BlackBerry’s
kochten. In die wankele verhoudingen is de laatste jaren weinig
verbetering gekomen. We lezen in het Harvey Nash CIO-rapport
van 2013 dat de CIO meer betrokken wil worden bij innovatie en
technologische vernieuwing, alsmede bij de inzet van sociale media
en big data. Echter, 57 procent van de CIO’s klaagt dat ze te weinig
steun krijgen vanuit de board. En 71 procent ziet grote innovatiemogelijkheden, maar vindt dat slechts 2 procent daarvan benut wordt.
Volgens de Harvard Business Review beoordeelt circa de helft van
de CEO’s de CIO negatief op de wisselwerking met de business.
De komende jaren kunnen weleens doorslaggevend worden in deze
treurigmakende discussie over de rol en positie van de CIO. De CIO
moet laten zien dat hij toegevoegde waarde levert bij nieuwe thema’s
zoals cloud, big data, groen IT-beheer, sociale media, innovatie en
cybersecurity. Allemaal essentiële zaken die goed moeten landen
in de business van de organisatie; op basis van de juiste randvoorwaarden bij uitstek een klus voor de CIO. Hij of zij zal moeten aantonen niet alleen intern als techneut te kunnen meekomen. De CIO
zal ook extern – dus samen met providers en overheden, politiek
en qua regelgeving – de omstandigheden moeten creëren die de invoering van nieuwe technologieën daadwerkelijk mogelijk maken.
Excuses
cuses. Het lijkt of de CIO deze discussie niet zijn zaak vindt, maar
dat is het wel degelijk! Goede regelgeving en goede afspraken met
cloudproviders zijn immers cruciale randvoorwaarden. Hetzelfde
geldt op het gebied van sociale media. Diverse partijen mengen zich
in de discussie, maar CIO’s horen we zelden. Toch is ook de inzet
van sociale media cruciaal binnen een moderne bedrijfsvoering.
De kranten staan de laatste tijd bol over cybersecurity, cybercriminaliteit en aanverwante zaken zoals het NSA-schandaal.
De CIO-community zwijgt. Terwijl goed, betrouwbaar en veilig
data- en informatiebeheer bij uitstek een zaak is van de CIO. Zijn
gecertificeerde, internationale opleidingen voor securityspecialisten geen harde noodzaak om dit vakdomein de juiste positie
te geven? Voor big data geldt hetzelfde. Wie zou daar meer over
kunnen en moeten weten dan een CIO die zijn vak verstaat?
Kortom, alle genoemde thema’s gaan over de kern van ons vak:
het slim managen van informatie en data voor de business, op
een betrouwbare en innovatieve manier. Maar zelden horen we
publieke opinies van CIO’s over deze nieuwe thema’s of te ontwikkelen regelgeving. Een gemiste kans. Mijn oproep: CIO word
CIO en toon leiderschap en visie ten aanzien van de grote thema’s
binnen het vakgebied. Laat niet anderen bepalen of, hoe en onder
welke omstandigheden nieuwe technologieën worden ingezet.
Jouw kennis, vaardigheden en opvattingen dienen doorslaggevend te zijn, uiteraard in goede afstemming met de business.
De discussies over cloudregelgeving worden vooralsnog evenwel
door cloudaanbieders, overheden, specialisten of juristen gevoerd.
Vrijwel nooit zien we een CIO optreden in de overlegorganen die
ertoe doen. Tijdgebrek of gebrek aan deskundigheid vormen de ex-
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
23
thema it & vision
CONSEQUENTIES VOOR IT EN BUSINESS
Wat betekent
wendbaarheid?
24
C I O M AGA Z I N E
Door Jan Hendriks
Wendbaarheid is steeds vaker
een onderdeel van de strategie van bedrijven en instellingen. Er zijn drie ontwikkelingen
die deze behoefte afdwingen.
Verder betekent de hang naar
wendbaarheid nogal wat voor
IT en heeft dit bovendien
consequenties voor de rol van
de CIO. Wendbaarheid vraagt
daarnaast het nodige van de
businessmanager.
E
en van de drie ontwikkelingen die
zorgen voor een toenemende behoefte aan wendbaarheid, is de dynamiek die de omgeving van organisaties kenmerkt. Denk aan de razendsnelle
opkomst van de smartphone en de bijbehorende app-economie, die diverse gevestigde
machten in de markt bijna de kop kostte. De
meest sprekende voorbeelden zijn te vinden
in de informatiediensten, denk aan Independer of Hyves. De planeconomie bestaat
niet meer, zoveel is duidelijk.
Een andere ontwikkeling is de almaar korter wordende time-to-market waarmee
de business zich geconfronteerd ziet. Wie
niet snel levert, wordt door de concurrentie links en rechts ingehaald. Denk aan
Samsung die met snelle productinnovaties
concurrenten als HTC, Nokia en BlackBerry volledig wegdrukt. Ook modeketen Zara
is hiervan een mooi voorbeeld.
De derde ontwikkeling is het toegenomen
belang van informatie. Een actueel voorbeeld is het ‘internet of things’. Er is bijna
geen bedrijf meer denkbaar dat niet sterk afhankelijk is geworden van informatie. Meer
en meer bedrijven gaan ertoe over apparatuur connected te maken, om beheerkosten
te reduceren en processen te versnellen.
Daarmee neemt ook de informatiebelasting
toe. De business kan het niet meer zonder IT
stellen; de traditionele scheiding van business en IT is daarmee ingehaald door de tijd.
Betekenis voor IT
De eis van grote wendbaarheid die aan de
business wordt gesteld, kan onbedoelde
neveneffecten hebben waarmee de CIO
moet zien om te gaan. Nu al initiëren
businessunits zelf IT-projecten en maken
daarbij alle fouten die IT’ers ruim twintig
jaar geleden al maakten, zoals te duur inkopen. De business denkt het beter zelf te
kunnen en IT-leveranciers spelen daarop
in door ‘de oplossing’ te bieden.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Anderzijds valt er veel voor te zeggen om
de business de IT te laten doen. Bij een
verzekeraar of een bank ís informatie
namelijk de business of het voornaamste
concurrentiewapen. Belangrijk is hoe de
organisatie met informatie omgaat. Dat
is zó belangrijk voor de organisatie, dat
kun je niet alleen aan IT’ers overlaten.
Dit gaat ook steeds vaker op voor andere,
op het oog minder informatie-intensieve
organisaties. Een mooi voorbeeld hiervan
is het gevangeniswezen, waarin informatiedeling in de keten (strafrecht, zorg en
recidive) steeds belangrijker en IT dus
bedrijfskritisch wordt.
Hoe dan ook, de CIO moet een andere positie kiezen en rekening houden met een shift
– die hij zal moeten faciliteren. Hier wordt
bewust het woord ‘faciliteren’ gebruikt,
want de CIO raakt iets kwijt in termen van
mandaat of zeggenschap. Hij wordt wat
meer in de facilitaire hoek geduwd, terwijl
opmerkelijk genoeg zijn rol ook belangrijker wordt. Iemand moet immers de verantwoordelijkheid voor de samenhang van
informatiestromen, de eenduidigheid van
informatie, en – niet in de laatste plaats –
de informatiebeveiliging op zich nemen.
Korte termijn
De business is dus voortdurend aan verandering onderhevig en moet snel kunnen
schakelen, wendbaar zijn. Er blijft echter
een spanningsveld tussen de snelheid van
de businesscyclus en wat IT kan realiseren.
De snelheid van het organiseren van een
marketingcampagne (vier tot zes weken)
ten opzichte van het maken van een nieuwe
beheerde applicatie blijft een knelpunt. De
business zal dit niet meer accepteren en gaat
een kortere time-to-market van IT eisen.
Een van de manieren om die zo kort mogelijk te maken is agile ontwikkeling.
Helaas hoor je al mensen over Agile praten als ze vier mensen in een hok laten
ontwikkelen. Dat is wel erg kort door de
bocht. Wie kijkt naar Scrum, ziet dat die
ontwikkelmethodiek eigenlijk ontzettend
hard en rigide is. Scrum vereist ontzettend veel discipline. Het rendement is er
vervolgens ook naar. Als agile ontwikkelen lukt, is het resultaat inderdaad een
kortere time-to-market.
Het is aan de CIO om ervoor te zorgen dat
IT een agile manier van ontwikkelen mogelijk maakt. De business gaat er uit zichzelf
niet om vragen. Een businessmanager zal
Bedreiging
Een soortgelijke ontwikkeling is te zien bij
de IT-organisatie. Is de grootste bedreiging voor IT’ers de voortschrijdende ‘verapp’ing’? Daarmee verdwijnt applicatieontwikkeling namelijk naar professionele
zolderkamertjes. Het is een ontwikkeling
die niet te negeren is; werknemers zullen
gebruikmaken van publieke appstores
wanneer de IT-organisatie geen zakelijke
variant beschikbaar wenst te stellen. Ook
de traditionele enterpriseapplicatie moet
eraan geloven. Meer en meer wordt applicatiefunctionaliteit (en daarmee informatie) via API’s ontsloten voor een heel scala
aan mobiele apparaten.
Net als in de situatie van de CIO is ook
hier een keerzijde. Het klassieke IT-beheerbedrijf verdwijnt, maar wat rest, is
een informatiebeveiligingsfunctie, een
architectuurfunctie en een informatiemanagementfunctie. Klein, en dus niet
langer de grote, machtige IT-functie van
weleer. Maar wel hoogwaardig!
We zien in de toekomst dus een hoogwaardige CIO-functie, kaderstellend,
richtinggevend en veel minder uitvoerend
dan de functie van IT-directeur nu is.
”De CIO wordt meer
in de facilitaire hoek
geduwd, terwijl opmerkelijk genoeg zijn
rol ook belangrijker
wordt”
ook niet snel verzinnen hoe je bijvoorbeeld
waarderingen van gebouwen slimmer kunt
doen. Maar hij luistert wel goed als de CFO
zegt dat er wel wat legaal geschoven kan
worden met waarderingen en afschrijvingen; en hij zal daarop acteren. Zo’n dialoog
kan ook met een CIO ontstaan – degene die
ervoor moet zorgen dat applicatieontwikkelaars agile kunnen werken.
Snelheid
Het mooie van Scrum is dat het een zeer
positieve uitwerking heeft op teamwork.
Daarbij doet zich een vliegwieleffect voor:
25
er kan meer dan ooit tevoren, met name
in termen van snelheid. Die snelheidswinst door het toepassen van agile development is feitelijk interessanter dan de
productiviteitsverbetering. De snelheid
lost immers het belangrijkste deel van het
businessprobleem op.
Dit betekent niet dat de business ook altijd krijgt wat vooraf bedacht was – juist
niet! Maar wel wat nodig is, en snel. Voor
de business zal die snelheid als een plezierige verrassing komen. De business gaat
voor 80 procent van het resultaat, terwijl
hardcore IT’ers traditioneel voor 100 procent van het resultaat gaan – ook al duurt
het drie jaar om dat resultaat te bereiken.
Producteigenaar
De term producteigenaar wordt door
sommigen een onzinterm gevonden. Het
zou projecteigenaar moeten zijn; dat is
veel minder opgeklopt. Zo zie je bij Scrum
dat er één iemand is die vertelt wat de
business nodig heeft. Het is echter vrijwel
onmogelijk dat één iemand dat zou kunnen doen. De rol die de business moet
spelen om het team goed te laten werken,
kun je niet als bijrol zien.
Misschien is de term producteigenaarschap inderdaad wat opgeklopt, maar
de rol stelt hoe dan ook hoge eisen aan
degene die ermee belast is. De rol van
producteigenaar zal echter nooit door
Nieuwe realiteit
Terug naar de rol van de CIO die gaat faciliteren en de randvoorwaarden creëren. In
feite biedt de CIO een nieuw deliverymodel
aan, iets wat zijn of haar verantwoordelijkheid is en blijft. Tegelijkertijd onderhoudt
hij een nauwer contact met de business, ziet
producteigenaren bijna dagelijks, en stuurt
bij. Zie hier de CIO in zijn rol van facilitator.
Anderzijds is hij leidend wanneer het
gaat om de randvoorwaarden. Hierbij valt
vooral te denken aan architectuur, maar
zeker ook aan aandachtsgebieden als informatiebeveiliging en sourcing.
De nieuwe realiteit van de CIO is dus duaal. Tevens markeert die nieuwe realiteit
het einde van de dominantie van het klantleverancierdenken en is ze de opmaat naar
het werken vanuit samenwerking.
Wat betekent dit voor de businessmanager? Als de rol van de CIO onder invloed
van toenemende eisen aan wendbaarheid
verandert, dan impliceert dit dat ook de rol
van zijn counterpart – de businessmanager – meebeweegt. Meer dan tevoren zit de
business aan het stuur. In het kader van duidelijke requirements, kan de informatiemanagementfunctie binnen de business soelaas
bieden. Niet door een persoon te benoemen,
maar informatiemanagement als verantwoordelijkheid te beschouwen. Denk aan de
klassieke rol van de businessanalist die de
business-owner uitvraagt en de antwoorden
vervolgens netjes omzet in requirements.
Die skills moet de business ontwikkelen.
Daarbij moet worden opgemerkt dat het vak
van businessanalist maar beperkt gedefinieerd is; er is nog geen standaard voor. De
Business Analysis Body of Knowledge (BABOK) is hiervoor een goede aanzet.
26
“Iemand moet de
huidige manier van
werken doorbreken
en zorgen dat een
nieuwe IT-realiteit
kan ontstaan”
de eindverantwoordelijke businessmanager in persoon kunnen worden gespeeld; daarvoor vraagt de rol te veel tijd
en energie. De praktijk laat zien dat elk
businessproces zo zijn kenners heeft, die
weten hoe de informatie loopt en die weten hoe informatie bewerkt en ontsloten
wordt. Dat zijn de mensen die geknipt zijn
voor de rol van producteigenaar. Maar wel
mét mandaat.
De producteigenaar zou een lijnmanager kunnen zijn of een afdelingshoofd
dat tevens verantwoordelijk is voor het
onderhavige proces. Als hij steeds terug
moet om mandaat te halen, ontstaat er
een kansloze situatie. Er wordt immers à
la minute een beslissing gevraagd als de
producteigenaar wordt gevraagd te kiezen
uit de geboden alternatieven. Dan kiest
hij datgene, waarvan hij denkt dat het de
meeste waarde zal opleveren. Vier weken
later weet hij of hij gelijk had en kan hij
besluiten ermee verder te gaan. Bij Scrum
wordt namelijk elke vier weken een werkend stuk software opgeleverd, waar de
gevraagde functionaliteit in zit.
De IT’er legt de vraag voor: ‘Wat is belangrijk: dat we eerst deze functionaliteit
bouwen, of eerst die andere?’ Deze keuze
kunnen voorleggen en de consequenties
daarvan kunnen laten zien, is de (nieuwe?) kwaliteit die IT in huis moet hebben.
Nieuwe CIO
Het is aan de CIO om duidelijk te maken
dat het hoog tijd is om de hier geschetste
ontwikkeling in gang te zetten, want die
ligt niet voor de hand. Bovendien zal de
CIO zich minder dienstbaar moeten opstellen en de vraag aan de orde moeten
stellen wie eigenlijk zijn counterpart is en
wie die rol invult.
Vervolgens moet hij aangeven dat hij
meer snelheid zal gaan bieden, in het
belang van een kortere time-to-market,
maar alleen wanneer de business de rol
van producteigenaar op niveau invult.
Wanneer dit niet gebeurt, moet de CIO
zijn projecten niet starten. Want dan valt
niet te leveren wat geleverd zou moeten
worden. Iemand moet de huidige manier
van werken doorbreken en zorgen dat een
nieuwe IT-realiteit kan ontstaan.
Dat is het mooie aan de nieuwe CIO-rol.
Deze heeft twee gezichten: enerzijds
kaderstellend, anderzijds faciliterend.
Daartussen schakelend, zit de toegevoegde waarde. Vergelijk de nieuwe rol
van de CIO met die van de CFO. Die is
kaderstellend op het gebied van corporate
finance. Aan de andere kant is hij qua informatievoorziening faciliterend, zodat
de businessmanager zijn beslissingen kan
nemen. Een logische rol. Dergelijke functies bestaan al decennia. Waarom zou dat
niet gelden voor de ‘new’ CIO?
De klassieke directie bestaat uit een manager Operations, een commercieel directeur,
en een financeman. Dat kan zo niet langer.
Business is immers IT en IT is business. De
CIO hoort in de directie – maar dan wel met
een andere rol dan die hij nu speelt.
JAN HENDRIKS is werkzaam bij Quint Wellington Redwood.
C I O M AGA Z I N E
Ó
Van de voorzitter rubriek
Door René Steenvoorden
Meten en bijsturen
Bij vrijwel alle nieuwe commerciële ontwikkelingen staat
informatietechnologie aan de
basis. Het positieve is dat we
daarmee als IT vanuit de kelder
definitief aan tafel zitten bij het
bestuur en de business. Het
hebben van een visie is mooi,
maar voor de CIO niet het
belangrijkste. Het gaat erom
dat we alle beloften die deze
nieuwe technologieën met zich
meebrengen voor de langere
termijn kunnen waarmaken.
T
erugkijkend naar 2013 zijn diverse
voorspellingen concreet zichtbaar geworden in de markt. Sterker: het gaat
in veel gevallen veel sneller en met grotere
gevolgen dan ruim een jaar geleden was
ingeschat. De enorme opmars van online
diensten en winkels heeft dramatische gevolgen gehad voor traditionele spelers in
diverse branches. De Free Record Shop was
in Nederland het meest zichtbare slachtoffer van te laat meebewegen met de markt.
Ook qua onderliggende technologie gaat
het ongekend hard. Gebruiksgemak en
functionaliteit zijn in combinatie met de
nodige ‘coolness’ definitief in de huiskamers doorgedrongen. De grote drie in het
afgelopen jaar waren voor mij de combinatie van Spotify, NetFlix en Sonos.
Alle drie kenmerken ze zich door enorm
gebruiksgemak: je installeert het en het
werkt. Mijn zoontje van vijf start Netflix
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
op zijn iPad op en kijkt vervolgens verder
via de smart-tv. Mijn dochter van veertien kijkt ondertussen via de laptop. Alles
werkt naadloos: je stopt hier en kijkt ergens anders verder. Het gemak waarmee
je afspeellijsten maakt, muziek opzoekt
en radiozenders combineert, is enorm.
Eindeloos grappig, maar wel met grote
gevolgen voor de entertainmentindustrie. Zelfs Apple moet oppassen met zijn
iTunes. Zo snel kan het dus gaan. De winnaars van een paar jaar geleden, kunnen
de verliezers van morgen zijn.
Innoveren
Dat brengt me op een belangrijke uitdaging voor 2014: als grote bedrijven zullen
we onder druk van de markt en ontwikkelingen nóg sneller moeten innoveren. Zal
niet meevallen, want we hebben als grotere
spelers allemaal te maken met legacy-systemen, gevestigde belangen, bedrijfsmodellen, wet- en regelgeving, partnerafspraken en onderlinge afhankelijkheden in de
keten. Rabobank werkt sinds een jaar aan
het veranderprogramma Visie 2016. Dat
ligt qua vernieuwingen en besparingen
goed op schema, maar we hebben nog wel
wat jaren nodig om alles door te voeren. De
vraag is of we daarmee snel genoeg zijn.
Het via meerdere kanalen bedienen van
klanten speelt daarbij zeker een rol. Een
van de tendensen die we daarbij in de gaten houden, is de snelle stijging van mobiel
gebruik. Een derde deel van onze klanten
gebruikt mobiel heel intensief en een groot
deel van hen komt misschien niet eens
meer op de website. Dat betekent dat veel
functionaliteit die je voor internet ontwikkeld hebt, ook voor mobiel beschikbaar
moet zijn. Terwijl die zaken vaak helemaal
niet voor ‘multichannel’ zijn ontworpen.
Bitcoins
Een andere beweging in onze sector is
het fenomeen Bitcoins. Dat is zowel economisch, technisch en zeker ook bancair
ongelooflijk interessant. Er ontstaat namelijk een betalings- en handelsstroom
die zich geheel onttrekt aan het bancaire
circuit. Bitcoins zal nog de nodige concurrentie gaan krijgen. Maar één ding weet
ik bijna wel zeker: eenmaal weggevloeide
handelsstromen zullen niet meer terugkeren naar de traditionele banken.
Nogmaals, de winnaars van een paar jaar
geleden kunnen de verliezers van morgen
zijn – ook mijn eigen sector is wat dat betreft niet veilig. Het betekent dus dat we superscherp moeten blijven en onder meer op
basis van slimme data-analyse voortdurend
moeten blijven inspelen op de veranderende wensen en eisen van de klant. Meten en
bijsturen is het devies, ook binnen de bank.
RENÉ STEENVOORDEN is CIO van de
Rabobank. Deze rubriek schrijft hij vanuit
de hoedanigheid als voorzitter van het
CIO Platform Nederland.
27
Ó
rubriek Maarten denkt door
EEN 21E-EEUWER OF EEN OUWE GEK?
The meaning
of life
De oude man leek wezenloos
voor zich uit te staren. Of was
hij dood? Hij leek in ieder
geval niet te ademen, of het
moest heel licht zijn. Op zijn
hoofd zat een raar brilletje. Er
ontbrak één glas, en het andere glas zat duidelijk te hoog.
Voorzichtig sloop de jongen
dichterbij...
A
ls hij nog leeft, moet hij wel verschrikkelijk oud zijn, dacht de
jongen. Zijn lichaam toonde extreem dun en breekbaar, zijn huid was
diep gerimpeld en lange haren groeiden
uit neus en oren. Een tak kraakte, en met
een onverwachte alertheid schrok de oude
28
man op. Hij keek de jongen met scherpe,
maar koude ogen aan. Het voelde of twee
laserstralen hem aftastten. “Besluip jij
mij, jongen?”
De jongen stond als versteend. De stem
leek uit een ander lichaam te komen en
had een vreemd accent. “Wat? Nou, nooit
een 21e-eeuwer gezien?”, sprak hij hard
en scherp. De jongen was verward. Een
21e-eeuwer? Zou het werkelijk waar zijn?
Hij had de geruchten gehoord dat er nog
21e-eeuwers zouden leven in dit deel van
het woud, maar hij had altijd gedacht dat
dat een mythe was. Vroeger zou het woud
er vol mee hebben gezeten, maar de meesten hielden het niet lang vol omdat ze niet
wisten hoe ze vuur moesten maken of val-
len zetten. Het waren uiteindelijk de kinderen die ze op sleeptouw moesten nemen.
Kinderen, die konden leren en observeren
zonder hulp van rare apparaatjes.
“B... bent u echt een 21e-eeuwer?”, vroeg
de jongen. “Hehehe...” De man gaf geen
antwoord maar zijn ogen twinkelden. De
jongen wilde wegrennen en blijven tegelijk. Zijn nieuwsgierigheid won. “Maar
dan bent u meer dan 200 jaar oud!” Met
een wrede grimas zei hij: “Ja jongen, in
mijn tijd konden we nog genetisch manipuleren. HIV, kanker, Alzheimer, we hadden het allemaal onder controle. DNAsequencing in seconden, dankzij goede
wetenschappers en geweldige kwantumcomputers.”
C I O MAGA
M AGA Z I NE
NE
Door Maarten Kleyn
Kombuters
“Heeft u dan nog kombuters gezien?”,
vroeg de jongen. “Of ik computers gezien
heb? Ha! Computers zaten overal. In je telefoon, je wasmachine, je auto en zelfs je
bril. Leek toen wel een goed idee. Wat zeg
ik, ik was zelf een CIO en heb er hard aan
meegewerkt!” Weer kwam er die vreemde
lach over zijn lippen. “Ik was CIO van het
jaar en heb mijn hele bedrijf in de cloud
gebracht. Hahaha.”
De meeste woorden die de oude man gebruikte, zeiden de jongen niet veel. Het
enige woord dat hij herkende, was ‘bril’.
Zijn oom had er vroeger ook een, tot die
kapot ging. Zijn oom was ook een beetje
vreemd, maar lang niet zo erg als deze
schim uit het verleden. Misschien ook
niet zo interessant.
“Zit er ook een kombuter in dat kapotte brilletje van u?” – “Dat brilletje is
een Google glass, en hij is niet kapot.”
– “Koogleglaz? Wat kan je daarmee?” –
“Nou, nu niks meer dus”, sprak de oude
man. “Want we hebben geen stroom meer
hè.” – “Waarom is er geen stroom meer?”,
vroeg de jongen. “De rivieren stromen
hard zat. Vooral als de sneeuw smelt, dan
ben ik soms bang om over te steken.”
De man zuchtte diep. “Vroeger draaide alles op olie en stroom. Treinen, computers,
televisies en zelfs auto’s konden niet zonder. Zoals jij niet zonder water kan, konden
wij niet zonder olie en stroom. Maar toen
kwam De Omwenteling. Ze zeggen weleens
dat niemand het zag aankomen, maar dat
is niet waar. We wilden het gewoon niet
weten. Eerst moest alle stroom groen worden, omdat het te warm werd en de zeespiegel te hard steeg. Ondertussen gingen
alle computers ook nog eens in de ‘cloud’.
We creëerden achteraf gezien onze eigen
‘perfect storm’, zeg maar. We ontwikkelden
vervolgens een ‘smart grid’ om alles met alles te verbinden. Alle stroomproducenten,
IT-leveranciers, bedrijven en consumenten
kwamen op een groot electro-IP-netwerk.
Scheelde ook weer een hoop kabels. Alles
werd groen, kolencentrales en kerncentrales werden afgebroken en vervangen door
duurzame alternatieven. Dat geheel werd
dan weer bestuurd door computers die ook
weer onderdeel uitmaakten van één groot
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
netwerk dat was ontstaan uit het internet.
Waar het misging, hebben we nooit geweten; maar 21 augustus stortte ons mooie
kaartenhuis in elkaar.”
Kettingreactie
De jongen had verhalen gehoord over De
Grote Omwenteling. Sommigen noemden
het een straf van God, anderen als het
voorspelbare einde van de decadente 21eeeuwse beschaving. “21 augustus 2061
was een uitzonderlijk hete en zonnige dag.
Zonnepanelen produceerden extreem veel
stroom, airco’s draaiden op volle toeren,
en auto’s werden extra bijgeladen voor een
trip naar zee of zwembad. Ergens moet een
“Die dag zijn ook de
gemalen uitgevallen
waardoor mijn
dierbaar Nederland
langzaam onderliep”
kettingreactie zijn ontstaan die het hele
netwerk onderuit haalde.”
“Zelfrijdende auto’s konden niet meer
rijden, schepen niet meer varen en vliegtuigen bleven op de landingsbaan”, vervolgde de man. “De clouddatacenters
stonden rond de poolcirkel, maar de beheerders zaten in India. Aangezien die
niet meer met elkaar in contact stonden
en elke vorm van transport was stilgevallen, hield alles op. We waren inmiddels zo
afhankelijk geworden van ons Grid dat
niemand meer wist hoe je moest autorijden, varen, jagen, of een vis schoonmaken. Sommige groepen hielden het nog
een tijdje vol in afgesloten gemeenschappen met afgekoppelde zonnepanelen en
hergebruikte computers. Maar omdat alle
fabrieken in China stilstonden, stierf ook
die voorziening langzaam uit. Wat ik zelf
nog het ergste vond, is dat die dag ook de
gemalen zijn uitgevallen waardoor mijn
dierbaar Nederland langzaam onderliep.”
Nederland?
Wat is Nederland? De vraag spookte door
zijn hoofd, maar de jongen durfde hem
niet uit te spreken. De oude man moet zijn
vertwijfeling hebben gezien, want hij zei:
“Laat me raden, je weet zeker niet wat Nederland is?” De jongen schudde zijn hoofd.
“Je weet wel waar Nederzee ligt, hoop ik?”
De jongen knikte enthousiast. Dat was
in het westen. Hij wees enthousiast in de
richting die zijn oom ook dikwijls gewezen had. “Nou, daaronder ligt een prachtig land. Een land dat ik ooit mijn thuis
mocht noemen. Daar was ik een man van
aanzien. Nu ben ik alleen maar een oude
vluchteling in het nieuwe Europia.”
De jongen had verhalen gehoord over Atlantis. Een prachtig land met enorm rijke
mensen. Weggevaagd door de snel stijgende zee. Niemand wist precies waar het
lag, maar de Nederzee was meer dan eens
genoemd als locatie. Zou de oude man de
waarheid spreken? Misschien konden ze
daar nog iets waardevols opduiken? Of
was de oude man gewoon een demente
idioot? Hij deed in ieder geval steeds
vreemder. Terwijl de jongen zat na te denken over de mogelijkheden van Nederzee,
zag hij de oude man steeds vaker het oude
brilletje aantikken. Hij mompelde dan bijvoorbeeld in zichzelf. “Glass: Zoek video
Elfstedentocht” of “Glass: Navigeer naar
Eindhoven.” De jongen wist niet meer wat
hij nog moest vragen. Het was stil in het
woud en de zon begon te zakken.
Plotseling stond de oude man op en riep in
het wilde weg: “Siri: What is the meaning
of life?” Om er meteen weer dat nare krakende lachje op te laten volgen. De jongen wist
het nu zeker; dit was geen 21e-eeuwer, maar
gewoon een oude gek. Hij pakte zijn pijl en
boog op en liep weer terug naar zijn dorp.
De oude man was weer gaan zitten en
staarde wezenloos voor zich uit.
MAARTEN KLEYN ([email protected])
is ex-CIO en partner bij Qhuba.
29
Ó
interview architectuur
30
C I O M AGA Z I N E
Door Daan Rijsenbrij en Hotze Zijlstra Ó Fotografie Marcel Willems
ALOYS KREGTING, CIO DSM
Hiërarchische
ordening
In 2007 werd Aloys Kregting voor de eerste keer
CIO of the Year, onder meer omdat hij in die tijd
bij Numico de business centraal stelde in plaats
van IT. Dat was toen nog verre van vanzelfsprekend. Het zorgt volgens hem dat je niet in een
doodlopende straat komt. “Je moet zorgen dat
de architectuur die je kiest genoeg flexibiliteit
geeft, zodat als de business een andere kant op
wil dat nog steeds kan”, zegt hij. “Ga voor open
standaarden en let op je modulariteit.”
ier jaar na zijn eerste uitverkiezing werd Aloys Kregting
als IT-verantwoordelijke bij DSM CIO of the Year op de
5 I’s: Information, Intelligence, Inspiration, Innovation &
Interaction, de I-woorden waarop een CIO hoort te excelleren. Een intelligente informatievoorziening voor de totale organisatie wordt immers steeds belangrijker. “Wat je ook doet met IT, het
moet de relevante businessinformatie opleveren”, aldus Kregting.
Daarnaast is een ware CIO een leider die weet te inspireren, innoveren en hier bovendien helder en interactief over kan communiceren. Architectuur is daarbij een instrument om de koers te
bepalen en te houden. Het is een atlas voor inzicht en overzicht om
met de business veranderinitiatieven af te bakenen, een kaderzetting voor innovatie en transformaties. Een instrument ook voor
de beheersing en reductie van de complexiteit en de ontmanteling
van legacy. En last but not least, een communicatiemiddel.
gebruikt als uitgangspunt. “Eerst dient aan de fundamentele zaken te worden voldaan, alvorens hoger liggende behoeften aan bod
komen. Dit geldt voor de mens in zijn dagelijkse beslommeringen,
maar ook voor zijn behoefte aan IT-faciliteiten, informatie en kennis.” Het geldt trouwens niet alleen voor de individuele DSM-medewerker, maar ook voor de organisatie als geheel. “Succesvolle
initiatieven dienen hier eerst te voldoen aan de eisen van het laagste niveau alvorens een hoger niveau kan worden betreden.”
De onderste laag van de informatiepiramide betreft governance
en omvat leiderschap en organisatiestructuren waarmee de primaire bedrijfsdoelen kunnen worden bereikt. Kregting benadrukt
dat in die laag de drivers van het bedrijf in kaart worden gebracht.
“Zeer basaal is ook hoe je in je ecosysteem van klanten, leveranciers en concurrenten past. In de laag daarboven komen de rollen
van de medewerkers en hun noodzakelijke gedragsverandering
aan bod. Daarna wordt aandacht geschonken aan zaken als masterdata en key-performance-indicatoren. Vervolgens worden de
benodigde businessprocessen in kaart gebracht. De IT-systemen
die de medewerkers ondersteunen, zijn onderwerp van de bovenste laag. Wanneer IT-faciliteiten worden ingevoerd zonder dat aan
de eisen uit de onderliggende lagen is voldaan, leidt dat tot suboptimalisatie omdat medewerkers, masterdata en processen niet
aangesloten zullen zijn.” De vijf I-woorden waarop Aloys Kregting
voor de tweede keer CIO of the Year werd, zijn in feite terug te vinden in de diverse lagen van zijn informatiepiramide.
Informatiepiramide
Masterdata
Centraal in het denken over een optimale IT-ondersteuning voor
DSM staat de door Kregting zelf ontwikkelde informatiepiramide.
“Deze wordt systematisch toegepast bij de ontwikkeling van capabilities en is daarmee de basis om te bepalen wat voor een capability de huidige en toekomstige architectuur is.” De piramide
van Maslow, een hiërarchische ordening van behoeften, is daarbij
Masterdatamanagement (MDM) is voor ondernemingen als DSM
een essentiële capability, met een eigen architectuurbeschouwing.
In die architectuur staat ook de informatiepiramide centraal. De
architectuur van de masterdatasets is daar een onderdeel van. Het
ownership over de relevantie en ambities met betrekking tot masterdatadomeinen en -objecten ligt bij de corporate owners: global
V
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
31
process owners en functional area owners. Er is tevens een process owner voor het MDM-proces zelf. Kregting: “Er is vaak onvoldoende focus op MDM, omdat businessmanagers zich te weinig
realiseren op welke informatiegoudmijn ze zitten.”
Naast masterdata en transactional data wordt binnen DSM onderscheid gemaakt in interne en externe referencedata en metadata. Monitoringdata is een onderwerp op zich, waarbij met
name de bepaling van de juiste businessrules voor het meten van
de datakwaliteit belangrijk is. DSM heeft een centrale repository
van businessrules, zodat de best practices gedeeld kunnen worden tussen de diverse business groups.
Masterdatamonitoring is verplicht voor de kritische masterdata
en hier wordt periodiek over gerapporteerd richting de masterdata-owner. De business bepaalt trouwens het ambitieniveau op
het vlak van masterdata. Het startpunt van MDM ligt dus niet bij
IT, maar bij de betreffende eigenaren in de business.
Datalogistiek
De inrichting van de datalogistiek – het routeren van de data,
van bron naar bestemming – is afhankelijk van het type data.
Belangrijk daarbij zijn zaken als confidentiality, integrity en
availability. “Personeelsgegevens stellen andere eisen aan datatransport dan data die ook bij de Kamer van Koophandel publiek te verkrijgen is”, aldus de CIO. “Door middel van een riskassessment vanuit architectuur en security wordt bepaald wat de
relevante controls zijn binnen de datalogistiek.”
Daarnaast speelt nog de kwaliteit en actualiteit van de data
zelf. Dataquality-tooling wordt gebruikt om op kritische gebieden de datakwaliteit te monitoren door middel van een set van
business-rules. “Dit is bijvoorbeeld essentieel in een financial
shared-servicecenter om de efficiëntie van de afhandeling van
facturen te waarborgen.”
Big data speelt al lange tijd binnen DSM – grote hoeveelheden
data omzetten in waardevolle inzichten. “De eindgebruikers krijgen daartoe de beschikking over tooling waarmee ze met die grote
bak aan gegevens kunnen spelen. Ook voor deze ontwikkelingen
is masterdatamanagement een belangrijke voorwaarde. Big data
wordt dan ineens een stuk zinvoller. Wanneer je intelligentie wilt
loslaten op een bak met gegevens, zul je eerst moeten vaststellen
wat alles precies betekent. Big data is essentieel in bijvoorbeeld
innovatie om nieuwe markten en producten te bepalen, of de juiste
acquisities. Andere voorbeelden zijn preventief onderhoud of predictive analytics. Het nieuwe aan big data zijn de mogelijkheden
om slim grote en diverse bronnen van data te combineren en te
visualiseren. Trends en technologieontwikkelingen op het gebied
van big data worden door het architectuur- en innovatieteam in de
gaten gehouden en gekoppeld aan business-opportunities.”
Content
Enterprisecontentmanagement (ECM) en sociale media zijn
twee werelden die samenkomen en essentieel zijn voor kennismanagement. Het verschil is het startpunt of het scenario van
de gebruiker. Zo zal een innovatieproces meer aan de informele,
sociale kant starten, omdat daar veel in virtuele teams wordt
32
“Big data wordt dankzij
masterdatamanagement
ineens een stuk zinvoller”
gecommuniceerd of met externe partijen wordt samengewerkt.
Een financieel proces zal juist een formele insteek hebben. Content kan informeel tot stand komen om uiteindelijk een formeel
record te worden, dat vervolgens weer via verschillende kanalen
gecommuniceerd of gepubliceerd wordt.
DSM heeft een informatiearchitectuur met standaarden of corporate guidelines waar nodig, en lokale vrijheden waar mogelijk.
Hierbij wordt gebruikgemaakt van een common platform voor
ECM, om de content gedurende de levenscyclus zo effectief en
efficiënt mogelijk te kunnen managen. Waar mogelijk wordt content aangeboden in de context van de gebruiker, om op basis van
relevante content snel beslissingen te kunnen nemen.
Een belangrijk onderscheid wordt bij DSM gemaakt tussen ‘controlled content’ en content waar collaboration centraal staat.
Eerstgenoemde is nodig vanuit de zogeheten GAMP5-validatie,
een standaard met betrekking tot veiligheid van farmaceutische
producten. Hierbij gelden strikte regels ten aanzien van de life
cycle van data en records. Bij collaboration staat het delen van
kennis centraal of het vinden van kennis en expertise. DSM stelt
corporate guidelines vast op deze gebieden, bijvoorbeeld ten behoeve van dataclassificatie, dataprotectie of retention.
Kregting benadrukt dat DSM geen expliciete documentstrategie
heeft, omdat dit in zijn ogen een contradictie is. Documenten
zijn in feite eerder operationeel dan strategisch van aard. Het
denken over documenten is binnen DSM een onderdeel van de
ECM-strategie. Voorts benadrukt hij dat sociale media intern en
extern een enorme impact gaan hebben op de manier van documenten delen en samen bouwen.
Beslissingen
De relaties tussen ‘het nemen van beslissingen’, ‘de vereiste informatie’ en ‘de benodigde kennis’, vormen een uitdagend vraagstuk. “Kennis zul je moeten organiseren in informatie om snel
en eenvoudig beslissingen te kunnen nemen. Hierbij spelen verschillende aspecten een rol. Een daarvan is kennis in de hoofden
van mensen breder beschikbaar te maken. Dit is met name een
cultuurveranderingsaspect, dat gaat niet vanzelf.”
Dergelijke kennis kun je volgens Kregting expliciet maken door
successionplanning of het delen van best practices, via bijvoorbeeld een wiki. Een manier om beschikbare expliciete kennis in
DSM beter te benutten, zijn best practices met betrekking tot
het organiseren van informatie en het presenteren ervan. Een
BI-competence center speelt daarbij een belangrijke rol. “Een
laatste aspect is businessanalytics om kennis van buiten te betrekken. Wat betreft architectuur zie je social, ECM, BI en businessanalytics hier samenkomen.”
Aloys Kregting benadrukt dat de CIO zich met name druk zou
moeten maken over de waarde van informatie. “Een CIO moet
heel goed weten welke mensen welke informatie wanneer nodig
C I O M AGA Z I N E
daarbij kosten en stimuleert de internationalisering en innovatie.
De kern van de werkplekarchitectuur is het ‘internet centric’principe: een workplace zonder DSM-managed client tools.
Online wordt toegang verkregen tot applicaties en data. Dit vereist tevens dat het applicatielandschap via een browser of een
publieke app toegankelijk moet zijn. “Medewerkers en partners
kunnen zo eenvoudig samenwerken en hebben overal toegang
tot de juiste informatie.” Het principe ‘internet centric’ is cruciaal in het kader van de groeistrategie, waarvan open innovatie,
samenwerking en kennisdeling belangrijke pijlers zijn. Sociale
tools en het nieuwe werken zijn een integraal onderdeel van de
architectuur. “Intermenselijke communicatie wordt hier ondersteund door uiteenlopende samenwerkings-, communicatie- en
videoconferencingtechnologieën met elkaar te combineren en
het gebruiksgemak ervan te verhogen.”
Onze werkplekarchitectuur stelt wel de nodige eisen aan de securityarchitectuur. Vroeger timmerden bedrijven hun netwerk
dicht, tegenwoordig moeten medewerkers thuis kunnen inloggen. “We beveiligen nu de data”, vertelt Kregting. “Afhankelijk
van wie en waar je bent, krijg je een bepaalde mate van toegang.
Het is niet de bedoeling dat je data opgeslagen wordt in een internetcafé aan de andere kant van de wereld.” Hiertoe heeft DSM
dataclassificatie ingevoerd, een opstap om afhankelijk van de
classificatie verdere dataprotectiemaatregelen te kunnen nemen.
Tevens wordt in deze architectuur onderscheid gemaakt in type
users. Een flexibele werkplek kan bijvoorbeeld prima werken
voor kantoormedewerkers. Een labomgeving kan andere eisen
stellen. Een flexibele werkplek betekent dus niet automatisch dat
men altijd en overal toegang heeft tot alle DSM-data.
Architecten
hebben, en dat faciliteren. Dat onderstreept nogmaals het belang
van het reportingstuk en MDM. Het eigenaarschap van de informatiestrategie ligt bij de CIO, want die heeft als geen ander
verstand van informatiestromen. De kern van de behoeften aan
informatiestromen haalt DSM uit de diverse decentrale businessinformatieplannen, met name wanneer daar gemeenschappelijke kenmerken in zitten.” Belangrijk uitgangspunt bij die informatiestromen is een single source of truth; er kan maar één bron
zijn van bepaalde data-elementen. Bij voorkeur wordt deze data
dus ook maar op één plek onderhouden en gedistribueerd waar
nodig – ‘extract once, distribute many’.
Werkplek
DSM heeft de nieuwe werkplek zo flexibel gemaakt dat medewerkers overal en altijd de hard- en software kunnen gebruiken die zij
willen. Het uitgangspunt ‘any time, any place, any device’ bespaart
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
De CIO van dit wereldconcern heeft voldoende aan slechts vijf
eigen architecten, die allen op centraal niveau zitten. Maar hij
stelt wel hoge eisen. Vanzelfsprekend hebben zijn architecten
veel verstand van architectuurmodellen, maar het onderscheidend vermogen is dat zij in staat zijn om op verschillende niveaus
en manieren beelden weten over te brengen. “Echte meesters in
story telling dus.” Voorts dienen zij duidelijk te kunnen maken
wat de gevolgen zijn als de business bepaalde architectuurkeuzes
niet wil nemen. “De business dient dus welbewust en goed onderbouwd voor bepaalde architecturen te kiezen”, aldus de CIO.
Wanneer veranderingen niet in lijn zijn met de architectuur mogen de architecten blokkeren. Kregting: “Ik verwacht dat zij hun
standpunten hard en duidelijk innemen. De chief architect heeft
een vetorecht bij alle veranderingen en alle projecten, zonder mij
van tevoren te hoeven raadplegen. Dan kan er alleen nog maar naar
de IT-board worden geëscaleerd. Bij gebruik van dat vetorecht verwacht ik als CIO wel dat alle facetten in balans zijn gewogen. Een
architect dient in feite een businessachtig persoon te zijn.”
De architect heeft volgens hem primair een langetermijndoel.
“We mogen in de toekomst niet vastlopen. Ik wil geen verrassingen, waardoor we desinvesteringen moeten doen. Op de korte
termijn dienen de oplossingen van de architecten bij te dragen
aan de verbetering van de performance van het bedrijf.”
33
Standaardisatie
Belangrijk in het architectuurdenken bij DSM is verregaande
standaardisatie. Operationale services binnen finance en HRM
zijn volledig te standaardiseren. Andere processen zijn businessgroepspecifiek, zoals het prospect-to-orderproces binnen
CRM. “Wanneer voor standaardisatie wordt gekozen, wordt niet
alleen een wereldwijd IT-systeem gelanceerd, maar wordt die
standaardisatie op alle lagen binnen de informatiepiramide toegepast. Als overkoepelende IT-functie gaan we daarbij op zoek
naar zaken die je als organisatie gemeenschappelijk zou kunnen
doen en daar focussen we ons vervolgens op.”
Voorts wordt in het architectuurdenken bij DSM de balans gezocht
tussen efficiency en adaptiviteit. Vanuit architectuur worden tevens
de policies en standaarden gedefinieerd en wordt de compliance
van projecten getoetst. “Een van de standaarden is bijvoorbeeld
de toepassing van SAP binnen bepaalde procesgebieden. Architectuurstandaarden zijn verankerd binnen de corporate requirements
van DSM, die voor de hele organisatie verplicht zijn.”
Sourcing
Architectuur en innovatie zijn een katalysator voor het definiëren van toekomstige capabilities en het realiseren van transformaties. Strategie, architectuur en innovatie zijn derhalve binnen
DSM Business Services centraal georganiseerd. Architectuur
speelt een belangrijke rol in transformatietrajecten. “Outsourcing, offshoresourcing en SaaS zijn opties die daarbij bekeken
worden. Architectuur is de link als het gaat om het definiëren van
de strategie, en het managen van de sourcingsportfolio’s.”
34
“Binnen de kernprocessen
heeft de cloud geen enkele
toegevoegde waarde”
Cloudsourcing past volledig binnen de ‘internet centric’-architectuur. Kregting: “Belangrijk zijn daarbij onafhankelijke serviceblokken. Zo is het onverstandig om bijvoorbeeld accessmanagement, masterdatamanagement of een servicebus onderdeel
te maken van een outsourcingsproject en iedere service afzonderlijk op te lossen. Dit zijn fundamenten voor de architectuur,
die centraal goed geregeld moeten worden. Doe je dit niet, dan
krijg je een integratiecomplexiteit die een veelvoud is van de
challenges die je al had bij een on-premise situatie.”
Bij de beoordeling van een cloudservice gelden specifieke requirements op het gebied van bijvoorbeeld architectuur en security.
Afhankelijk van de businessimpactanalyse kunnen meer of minder requirements gelden. DSM heeft deze gestandaardiseerd in
een set van eisen, waarmee wordt gewaarborgd dat een cloudprovider aan de eisen voldoet. Global performance en assurance
zijn daarbij cruciale elementen.
“Cloudtoepassingen zijn overigens bij uitstek iets voor de ‘buitenste ringen’ als het gaat om de informatievoorziening. Binnen
de kernprocessen, die alleen intern gebruikt worden, hebben ze
geen enkele toegevoegde waarde. Het doel is het faciliteren van
toegang tot bepaalde bronnen en gegevens, maar ook het gemakkelijker en beter met elkaar laten samenwerken van mensen”,
aldus de tweevoudig CIO of the Year.
C I O M AGA Z I N E
Ó
WE DIDN’T REFINE THE SERVER.
WE REDEFINED IT.
When we decided to enter the server market, we did it in the only way we knew
how: by completely transforming it. Which is why we designed our servers as part
of a system unified from the ground up, with no silos or complexity—leading to
better efficiency and productivity. We call it the Cisco Unified Computing System™,
and it’s engineered to deliver far greater simplicity, automation, speed and scale.
Benefits that have led to a lot of happy customers (11,000 to date), and some pretty
impressive
statistics as well: an 80% increase in administrator productivity, 90%
imp
reduction in deployment times, 40% improvement in application performance and
30% lower infrastructure costs. Cisco UCS. Engineered for productivity. Ready for
whatever the future dishes out. And built by the only company in the world that could.
Learn more at cisco.com/servers.
Cisco UCS is powered by the Intel® Xeon® processor.
Rondetafel #94
Door Sytse van der Schaaf Ó Fotografie Mark van den Brink
94E RONDETAFELBIJEENKOMST: RELEVANTIE VAN DE CIO
Nooit meer
nee zeggen
Nu werknemers hun eigen devices gebruiken voor het werk, en de
business in toenemende mate eigen technologische beslissingen
neemt, is de rol van de CIO onmiskenbaar veranderd. Betekent dit verlies van enige controle het verlies van relevantie? Of creëert de nieuwe
situatie juist onverwachte kansen voor de CIO?
H
et lijkt alsof CIO’s niet half zoveel controle hebben als vroeger
toen desktops volledig dichtgetimmerd waren. Aan stevige
corporate policies, gedicteerd vanuit IT,
viel niet zomaar te ontkomen en businessmanagers zochten voor de invulling van
nieuwe functionaliteit nog niet de cloud
op. “Smartphones hebben het bedrijf besmet, software uit de cloud heeft de deur
naar buiten wagenwijd opengezet. In jaren hebben we niet zo veel en zo’n snelle
verandering gezien waar de CIO geen vat
op lijkt te krijgen”, stelde Matthew Finnie,
CTO van cloudprovider Interoute tijdens
een rondetafelsessie van CIO Magazine
over de rol en relevantie van de CIO in het
cloudtijdperk. Een gesprek waarbij diverse
IT-executives van gerenommeerde Nederlandse bedrijven aangeschoven waren.
Shadow IT, het ongereguleerde gebruik
van IT-middelen, heeft in de ogen van
deze IT-veteraan dan ook een hoge vlucht
genomen. Heeft het de positie van de
CIO als poortwachter ondermijnd? Dat
is maar hoe je het bekijkt. Voor een radi-
36
caal andere visie valt net zoveel te zeggen,
vond Finnie. “Als de definitie van controle
alleen betekent dat jij de man of vrouw in
je organisatie moet zijn die alles wat buiten de richtlijnen zou kunnen vallen per
se moet stoppen, dan ben je inderdaad de
controle kwijt. Door collega’s vrijheid te
geven in de keuze van hun smartphone en
clouddiensten kan de CIO juist op andere
terreinen die er echt toe doen de teugels
aantrekken. Als het gebruik van eigen
devices ingeruild kan worden voor echte
governance van bedrijfsdata, dan durf ik
de stelling aan dat de positie van de CIO
juist verbeterd is.”
Flexibiliteit
Volgens Finnie moeten CIO’s naar optimale flexibiliteit van hun infrastructuur
streven. Interoute heeft dat zelf gedaan
door de netwerklagen in de Europese
cloudinfrastructuur, bestaande uit verschillende datacenters en bijbehorend
glasvezelnetwerk, samen te voegen en om
te smeden tot één groot operatingplatform. Applicaties of bedrijfsinformatie
op dit platform zijn altijd, overal en beveiligd toegankelijk omdat Interoute als
cloudprovider op zijn minst twee fysieke
glasvezelroutes heeft in de eigen cloudinfrastructuur die bij een kabelbreuk
de infrastructuurdiensten beschikbaar
houden. Nu hebben gangbare bedrijven
natuurlijk per definitie veel minder infrastructuurvoorzieningen in handen, maar
het gaat Finnie vooral om het principe.
“Stap uit de rol van ‘u vraagt, wij leveren’
en ga in een veel proactievere dialoog het
gesprek aan. Niet over die server of kabel,
maar met de vraag wat de business wil
bereiken”, aldus Finnie. “Dan kom je in je
organisatie als een enabler van technologie
te boek te staan. Je helpt mensen om hun
talenten te benutten of afdelingen betere
resultaten te laten boeken. In zo’n rol wordt
de CIO eerder een digitale equivalent van
de CEO; die doet ook niet anders dan zijn
of haar werknemers in staat stellen de eigen talenten optimaal te benutten.”
Verschuiving
Raimond Voermans, Head of Group IT
bij Grontmij, deelde zijn transformatieagenda met zijn tafelgenoten. Het adviesen ingenieursbureau is actief in meerdere
Europese landen en is heel breed in de
markt actief, variërend van de aanleg van
C I O M AGA Z I N E
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
37
fietspaden in Nederland tot de penvoerder van grote internationale infrastructuurprojecten. Technologie-innovatie in
goed overleg met de business is inderdaad
lastig in Voermans ogen. “Idealiter komen
requirements voor vernieuwingen vanuit
de business, maar omdat daar meestal te
weinig technologiekennis is en de bouw
en ingenieurswereld erg behoudend is,
verloopt dit proces langzaam. Als ITmanager probeer ik zoveel mogelijk aan
de vraag te voldoen. Die vraag is verschoven van zeer specifieke requirements naar
een standaard omwille van de snelheid
technologieplatform voorhanden als een
basislaag waarop ik heel veel zaken plat
kan slaan”, zegt de executive terwijl hij een
slide met een grote bouwput en een stevige
betonlaag te zien is. “We doen nu centraal
wat centraal kan, zoals bijvoorbeeld gedeelde communicatievoorzieningen en
een gedeeld kennismanagementsysteem.
De opslag van data, wat voorheen op driehonderd locaties van Grontmij gebeurde,
is teruggebracht naar 120, en er komt een
centraal projectarchief met masterdatamanagement om een homogeen beeld van
gearchiveerde informatie te krijgen.”
Beperkingen
“Sensortechnologie
zal de nodige
impact hebben op de
technologieroadmap”
waarmee de business de beschikking kan
krijgen over server- of opslagcapaciteit.
Zo’n insteek klinkt deze organisatie niet
vreemd in de oren. We zijn ingenieurs die
een brug graag in de markt verkopen als
een transportverbinding tussen A en B,
waarbij het soort en het type in principe
minder relevant is.”
Grontmij heeft de beschikking over een
door Interoute geleverd cloudinfrastructuurplatform waarmee het bedrijf sneller
IT kan leveren en sneller kan innoveren
dan daarvoor mogelijk was. Voermans:
“Er is nu een goed beveiligd, cloudachtig
38
Die centraliseringsdrang heeft wel zo zijn
beperkingen, want op een volledig gestandaardiseerd projectmanagement of
ERP-systeem zit nog niemand te wachten bij Grontmij. Die mening wordt aan
tafel gedeeld. Volledige standaardisatie
op applicatieniveau is een utopie, omdat
functionaliteiten in software zo dicht tegen de business aanzitten dat ze specifiek
moeten zijn om hun toegevoegde waarde
te houden. Wel is er standaardisatie in de
proceslaag mogelijk, zeker als deze gefragmenteerd ondergebracht is in honderden
systemen. Door de lappendeken om een
centraal ERP-systeem heen aan te pakken
en zo processen te optimaliseren, is zeker
winst te halen. Het beste is om hierbij de
technologie niet centraal te stellen. Een
van de deelnemers haalde het voorbeeld
aan van een verkoopafdeling die het onderwerp van innovatie uitstekend adresseerde. Door het innovatieproces, dat aan
de basis staat van deze operational excellence te beschrijven en een systeem uit te
kiezen dat dit ondersteunt, is zo’n verbetering als een olievlek uit te breiden naar
andere plekken in de organisatie. Dat het
applicatielandschap versnipperd blijft, is
een gegeven, zo blijkt aan tafel. De CIO wil
vooral zijn winst pakken door te standaardiseren op infrastructuur die hem of haar
de nodige wendbaarheid geeft.
Inspirerend
Wat zijn de grote technologieveranderingen die hun impact op Grontmij zullen
hebben? Voermans laat een aantal inspirerende voorbeelden zien die de marktpositie
en het aanbod van het ingenieursbureau
ingrijpend kunnen beïnvloeden. Zo is er
een waterzuiveringsapparaat ontwikkeld
dat met 100 watt aan elektriciteit 1 kuub
drinkwater kan produceren, of het nu om
zeewater gaat of vervuild rioolwater. Door
e-commerce wordt het mogelijk om dit
soort technologie mondiaal aan de man te
brengen, hetgeen zijn impact zal hebben
op de bouw van waterzuiveringsinstallaties. Daarnaast verwacht Voermans ook de
nodige impact van sensortechnologie en
het sterk opkomende ‘internet of things’.
Smart cities zullen informatiediensten nodig hebben. Daarnaast is Grontmij betrokken bij de proef met een ijkdijk, een stuk
zeewering dat volgestopt is met sensoren.
Al die sensoren leveren heel veel data op,
en zorgt er ook voor dat we niet meer per
se over de dijk heen hoeven te lopen om te
constateren of deze nog in goede conditie
verkeert. “Deze ontwikkeling heeft een
grote impact op de IT-vraag. Met cloudtechnologie hopen we de juiste flexibiliteit
en een platform voor vernieuwing te creëren”, besluit Voermans.
C I O M AGA Z I N E
Ó
Can you risk less by
reinventing more?
Three out of four new products never make it to market, which makes
some businesses shy away from being innovative. Smarter enterprises
are making trial and error a strength of their development process.
The scalable IBM SmartCloud® is a catalyst for accelerated creativity,
helping some businesses reduce costs by up to 40%.
This is Cloud on a Smarter Planet.
ibm.com/reinvent
IBM, the IBM logo, ibm.com, IBM SmartCloud, Let’s Build A Smarter Planet, Smarter Planet and the planet icon are trademarks of International Business Machines Corp., registered in many
jurisdictions worldwide. A current list of IBM trademarks is available on the Web at www.ibm.com/legal/copytrade.shtml. © International Business Machines Corporation 2013.
Rondetafel #95
40
C I O M AGA Z I N E
Door Hans Lamboo Ó Fotografie Roelof Pot
95E RONDETAFELBIJEENKOMST: WHO CAN YOU TRUST?
Dataprivacy
na PRISM
Dataprivacy is een belangrijk discussieonderwerp. Europa – en in het
bijzonder Nederland – wordt een steeds populairdere vestigingslocatie voor bedrijven, waardoor de vraag naar ruimte voor cloud- en
datacenters groeit. Maar hoe gaan Europese en Nederlandse bedrijven en hun overheden om met de veiligheid en privacy van hun
data? Is de locatie echt zo belangrijk?
H
et onderwerp leidde in elk geval
tot een boeiende discussie tijdens de CIO Day 2013, gehost
door Interxion, een Europese
leverancier op het gebied van cloud- en
carrierneutrale datacenterdiensten. Het
van oorsprong Nederlandse bedrijf voorziet in colocatiedatacenters; huisvesting
voorzien van stroom, koeling en ruimte.
In de openingspresentatie schetste Jelle
Frank van der Zwet van Interxion de veranderende omstandigheden in de Amerikaanse markt, waar steeds meer bedrijven
de blik op Europa richten. De onthulling
over het inzien van gegevens van bedrijven en burgers door de Amerikaanse veiligheidsdiensten, heeft tot een wereldwijd
bewustwordingsproces geleid.
Europese cloud
Interxion heeft in Europa onderzoek gedaan naar de behoefte van bedrijven. Als
belangrijkste uitkomst geeft Van der Zwet
dat er nog steeds meer vraag is naar tra-
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
ditionele hosting dan naar cloud. Cloud
computing omvat maar een bescheiden
deel van de totale IT-markt: in 2012 ongeveer 15 procent. Het fenomeen groeit
weliswaar, maar van de totale cloudmarkt
wordt slechts 23 procent in Europa afgenomen. Van de leveranciers is 88 procent
uit Amerika afkomstig. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat deze aanbieders
van mening zijn dat een Europese cloud
niet nodig is.
Van der Zwet constateert dat de vergelijking met traditionele hosting niet altijd
wordt gemaakt als de cloudmarkt wordt
besproken. Binnen de cloudmarkt richt
de vraag zich vooralsnog vooral op SaaS.
Hij tekent daarbij wel aan dat er een sterke stijging van de vraag naar cloud wordt
verwacht in de komende drie jaar.
Van de Europese hostingpartijen geeft
87 procent aan dat de lokale partijen hun
belangrijkste concurrenten zijn. Maar de
markt is enorm versnipperd, vooral in
Nederland, Duitsland en de UK. Onder
aan de streep wordt de meeste groei van
de markt toch gepakt door Amerikaanse
partijen. Van der Zwet is dan ook van mening dat de cloud in Nederland te veel gehyped wordt.
Risicoafwegingen
Het uitlekken van dataspionageactiviteiten
van de Amerikaanse veiligheidsdiensten,
vaak aangeduid als het PRISM-incident,
heeft zijn invloed op de cloudmarkt niet
gemist. Analisten van Forrester hebben becijferd dat de aanbiedende marktpartijen
in totaal 180 miljard dollar zijn misgelopen.
Van der Zwet concludeert dat veel potentiële
afnemers de dataprivacy dus hebben laten
prevaleren boven de voordelen van de cloud.
Een van de aanwezigen stelt dat men over
het algemeen veel banger is voor cyber
threats dan voor veiligheidsdiensten. De
spreker stelt dat de VS bovendien bilaterale verdragen hebben met alle Europese
landen, en dat er dus ook een legale weg
bestaat om aan informatie te komen.
Zelfs De Nederlandsche Bank heeft enkele Amerikaanse cloudaanbieders gecertificeerd voor gebruik door Nederlandse
banken. Hij vermoedt dat de argumenten
dus vooral van emotionele aard zijn.
Van der Zwet vraagt zich af of de afweging
41
“Datacenters
fungeren als
digitale hub
en vormen de
mainport van
de digitale
economie”
42
C I O M AGA Z I N E
al of niet in de cloud te gaan niet eenvoudigweg een kwestie is van het afdekken
van risico’s. Een aanwezige vindt dat dit
inderdaad beschouwd en behandeld moet
worden als een risicofactor.
Mainport
Datacenters fungeren als digitale hub en
worden gezien als mainport van de digitale economie. De spreker meent dat er
sprake is van één grote mondiale markt
en dat het erg naïef is te denken dat een
lokale overheid met wetgeving data zou
kunnen afschermen. Volgens hem komt
de commotie rond PRISM vooral voort
uit het feit dat de spionage niet tevoren
bekendgemaakt is – in dat geval zou hij
er weinig problemen mee gehad hebben.
Een andere aanwezige bepleit dataclassificatie: het binnen de muren houden van
zeer gevoelige data en die data niet met de
buitenwereld in verbinding brengen. Een
voorstander van data-encryptie brengt
daar tegenin dat criminelen toch wel hun
weg naar de data zullen vinden. Het tegenargument is dat er daarmee een soort
wapenwedloop ontstaat, omdat de criminelen ongetwijfeld de-cryptietechnologie
zullen ontwikkelen.
Daar wordt op gereageerd met de stelling dat het nauwelijks controleerbaar is
of een medewerker de data toch op zijn
smartphone of tablet mee naar buiten
neemt, zelfs al wordt alle data binnen de
muren gehouden, versleuteld of niet. Daar
spreken vrijwel alle aanwezigen hun bezorgdheid over uit: de zwakste schakel in
dataprivacy is menselijk falen.
Bewustwording
Een van de tafelgenoten zegt dat het bij
zijn organisatie beleid is om de medewerkers over zoveel mogelijk informatie te laten beschikken, ook mobiel. De gedachte
daarachter is dat de mensen zelf oplossingen bedenken als IT die mobiele toepassingen niet faciliteert, want die oplossingen zijn immers voorhanden. Er zijn
helaas toch nog documenten die gedeeld
worden via persoonlijke Gmail-accounts
en het blijkt flink lastig om de teugels
strakker aan te trekken.
Op dit moment draait alles on-premise,
maar deze deelnemer ziet er geen been in
om in de toekomst zaken in de cloud onder te brengen. Ook hij is voor dataclas-
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
“Ben je nog in control
als vervolgens de
data bij derden wordt
ondergebracht?”
sificatie, hoewel hij niet bekend is met
een systeem dat document-aware is en
elk document leest, beoordeelt en classificeert. Dat gebeurt nu dus met de hand.
Op het gebied van informatiebeveiliging
ligt de nadruk nu op het monitoren van
de handmatige classificatie en het bewust
maken en houden van de medewerkers
van het belang van die classificatie.
Een ander voegt daaraan toe dat het invoeren van een gedragscode waarvoor
medewerkers zich jaarlijks moeten certificeren een zeer goede bijdrage levert
aan de bewustwording. Die mening wordt
gedeeld; organisaties zullen immers moeten kunnen aantonen in control te zijn en
medewerkers kun je trainen en opleiden.
“Maar,” vraagt deze deelnemer zich af,
“ben je nog in control als vervolgens de
data bij derden wordt ondergebracht?”
Encryptie
Van der Zwet presenteert de aanwezigen
vervolgens cases van twee serviceproviders, die elk een eigen oplossing voor dataprivacy bieden. Zijn vraag aan de aanwezigen is of zij dit acceptabele manieren
achten om dataprivacy te garanderen.
De eerste case betreft de Data Residence
Option, oftewel DRO. Deze optie wordt
geboden door onder meer Salesforce.com
en een consortium van bedrijven in Zwitserland. De klant kan daarmee zelf bepalen of en zo ja welk deel van de opgeslagen data wordt beveiligd door middel van
encryptie en tokenization. Die data wordt
lokaal opgeslagen, maar nog steeds verzonden naar Salesforce.com in de cloud.
De klant is de eigenaar van de encryption
key. Een van de aanwezigen geeft aan encryptie serieus in overweging te nemen.
Hij voegt daaraan toe dat het dan niet om
alle data gaat, maar om daarvoor specifiek geclassificeerde data.
Als tweede noemt Van der Zwet de optie
om met een directe verbinding naar de
cloudomgeving te gaan. Dat biedt in tegenstelling tot een connectie via internet de
mogelijkheid de verbinding te beveiligen.
Het gaat dus om een dedicated verbinding
tussen de klant en de publieke cloud. In
sommige datacenters bestaat de mogelijkheid de vaste lijn zelfs binnen de muren van
het datacenter te houden, iets wat door veel
providers zeer aantrekkelijk wordt gevonden. Als grootste voordeel noemt Van der
Zwet het feit dat een SLA kan worden afgesloten op de verbinding. Bovendien biedt
het performancevoordelen, omdat het immers ook om dedicated bandbreedte gaat.
Gemeenteland
Ook bezitters van privacygevoelige data,
zoals gemeenten, brengen data naar de
cloud. Een van de aanwezigen zegt erop
te vertrouwen dat dat volgens de regels
gebeurt. Ook voor gemeenten is de cloud
toch onafwendbaar, meent hij. Ze bevinden
zich daarbij in een spagaat: enerzijds is er
de Wet openbaarheid van bestuur, anderzijds krijgen gemeenten als gevolg van de
‘participerende maatschappij’ steeds meer
werkzaamheden met privacygevoelige informatie toegeschoven. Daarnaast speelt de
gemeente ook de rol van ketenregisseur en
wil de gemeente graag iets met open data
doen. Dat allemaal goed managen is een
bijna schizofrene opgave, vindt hij. De issues rond privacygevoelige informatie zijn
absoluut nieuw in gemeenteland en er is
nog geen receptuur voor. Reden waarom
veel ambtenaren in volslagen verwarring
zijn en afwachten wat er op andere gemeentehuizen aan oplossingen wordt bedacht.
Tot besluit merkt een van de aanwezigen
op dat het erg interessant is dat IT’ers zich
over al deze problematiek buigen, maar
dat het zeer belangrijk is te weten wat de
business ervan vindt. “Of de eindgebruiker’, vult een ander aan, om een scenario
te schetsen dat sterke analogie vertoont
met het orgaandonorschap: de eindgebruiker moet zelf aangeven of hij data wil
verstrekken en zo ja, welke data, en aangeven welke persoonlijke gegevens naar
buiten mogen worden gebracht.
Een ander adviseert te denken vanuit de
verwachtingen van de gebruikers en de
business, rekening houdend met de eigenschappen van de nieuwe generatie, die
een geheel andere invulling geeft aan het
begrip ‘dataprivacy’. Die mening wordt
gedeeld: doet IT dat niet dan wordt zij
ingehaald door de business, die toch al
vindt dat IT een hinderpaal is en vooral
goed in het bedenken van problemen.
43
Ó
Rondetafel #96
Door onze redactie Ó Fotografie Roelof Pot
96E RONDETAFELBIJEENKOMST: TRANSFORMING IT
Van dienstbaarheid
naar partnership
44
C I O M AGA Z I N E
Hoe krijgen we de business
aan tafel? Beter gesteld: hoe
komen we bij de business aan
tafel te zitten? Die vraag stond
centraal tijdens een rondetafeldiscussie met als thema ‘Transforming IT, leading business’,
die werd gehouden tijdens de
CIO Day in de Amsterdamse
Beurs van Berlage.
B
ij een onderwerp als de ‘transformatie van IT’ gaat het al snel om
de vraag hoe IT de business kan
enablen. “Maar het gaat al lang
niet meer om het enablen van de business”, zo merkte een van de deelnemers
op. “IT moet de business aanjagen en een
CIO moet ook kunnen worden afgerekend
op de KPI’s van de business.” In deze visie
zou het niet halen van de doelstellingen
die aan de business worden opgelegd, ook
gevolgen kunnen of moeten hebben voor
de CIO. “Op zo’n manier wordt de CIO een
strategische partner waarmee ook wordt
gepraat als het niet over IT gaat.”
Geen klanten
Deze visie werd tijdens de discussie breder gedragen, al was iedereen het erover
eens dat voor een dergelijke sturende
en stuwende rol van IT wel eerst een
mentaliteitsverandering binnen de gehele IT-organisatie nodig is. “Dat dienstbare, die serviceorganisatie waar IT in
wordt geduwd, daar moeten we vanaf”,
zo merkte de CIO van een grote organisatie op. “Intern heb ik het verboden om
het over ‘klanten’ te hebben, want intern
ken ik geen klanten maar alleen collega’s.
Geregeld maak ik het mee dat een IT’er
achteraf – als een systeem niet blijkt te
werken – zegt dat het ‘niet zo handig was
om het zo aan te pakken’. Als ik dan vraag
waarom hij het toch zo heeft gedaan, krijg
ik als antwoord: ‘Ja, zij wilden het zo’. Iedere IT’er moet gaan begrijpen dat hij bij
een bedrijf werkt om het bedrijf beter te
maken en niet om vriendjes te blijven met
bijvoorbeeld de marketingmanager.”
“Ik hoor ‘wij en hullie’ nog steeds heel veel”,
merkte een andere deelnemer op. “Om
IT als functie te kunnen integreren in de
business, zal de CIO eerst uit zijn ‘systeembeheer-comfortzone’ moeten komen.” Ron
Broeren, bij Heineken verantwoordelijk
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
45
voor de wereldwijde sourcing: “Als IT moet
je een gesprekspartner kunnen zijn voor de
business, en ook nee kunnen zeggen. Als je
alleen een IT-dialoog hebt, kom je er vervolgens met de business niet uit.”
maakt die bij marketing betrokken zijn, zeggen ze waarschijnlijk dat ze voor marketing
werken. Dat is goed voor de business.” Al
moest Broeren erkennen dat deze houding
‘niet echt helpt bij het opruimen van de IT’.
Transformatie
Innovatie
Broeren was gevraagd om tijdens de
rondetafeldiscussie toe te lichten hoe de
transformatie van IT zich momenteel binnen Heineken voltrekt. “Wij komen uit
een situatie waarin alles werd ‘ge-Heinekenized’ omdat we een unieke organisatie
zouden hebben”, schetste Broeren. “Nu
gaan we voor de klassieke kant van IT veel
meer richting een standaard die we aan de
leveranciers kunnen overlaten. Want als
bijvoorbeeld Office 365 werkt voor DSM,
waarom dan niet voor ons? Nog altijd zijn
er dan hordes architecten die roepen dat
het niet werkt, maar daar moeten we echt
mee stoppen. Ik wil zoveel mogelijk ‘van
de plank’ kopen, zodat ik geen omkijken
heb naar de klassieke IT en tijd over heb
om de business vooruit te helpen.”
“We zitten nu nog sterk aan de IT-kant, maar
schuiven voorzichtig op richting de business”, vervolgde Broeren. De Manager Global Sourcing gaf als voorbeeld de afdelingen
voor wereldwijde marketing en sales die na
een avond Champions League-voetbal snel
de resultaten van de gevoerde campagnes
inzichtelijk willen hebben. “Op dat soort
speerpunten bouwen we een heel intieme
relatie op. Als je ’s nachts de IT’ers wakker
“Eigenlijk maakt het niet uit voor wie
IT’ers denken te werken, en aan wie ze
moeten rapporteren. Het is gewoon een
andere manier van opereren”, zo vond een
andere deelnemer. “Uiteindelijk ontstaat er
een virtuele organisatie met een gemeenschappelijk doel. Deze virtuele organisatie
zal wel in twee onderdelen uiteenvallen: in
een onderdeel dat verantwoordelijk is voor
het transactionele stuk dat ‘gewoon moet
werken’ en een onderdeel dat verantwoordelijk is voor de innovatie.”
Daarmee werd een belangrijk punt aangeroerd: wie is het beste gepositioneerd
om de innovatie binnen de organisatie
te leiden? “Verandert de ‘I’ in CIO de komende tijd naar ‘Innovation’?”, zo vroeg
Managing Director Jerry Boezel van TSystems Nederland, die als discussieleider en host van de bijeenkomst optrad.
“Iemand zal die rol moeten pakken, en ik
denk dat de CIO zich daarvoor in een uitstekende positie bevindt, omdat die op de
data zit en weet wat er te koop is.”
“Maar de CIO gaat dat niet alleen redden”,
zo ging de discussie verder. Binnen IT moeten er meerdere personen zijn die kunnen
inschatten welke innovaties belangrijk
46
“Deze IT’ers zullen
waarschijnlijk zeggen
dat ze bij marketing
werken”
zijn voor de business. Als voorbeeld werd
big data aangehaald, en de waarde die de
analyse van deze data kan hebben voor de
business. “Dan heb je wel meerdere mensen nodig die weten waar het bedrijf over
gaat, en weten welke data ze moeten combineren om echt iets moois te krijgen waar
de business iets aan heeft. Kijk eens naar
je eigen IT-club: hoeveel mensen heb je
aan boord die daartoe in staat zijn?”
Draagvlak
Om de innovatiemotor binnen de organisatie aan te jagen, adviseerde de spreker die
het woord ‘klant’ uit zijn organisatie had gebannen, om niet te veel oog te hebben voor
draagvlak. “Wij waren een organisatie die
heel erg op het draagvlak zat, maar daar
zijn we een beetje mee aan het stoppen. Het
is heel mooi als iedereen voor is, maar het
werkt wel vertragend; dan doe je in drie jaar
wat ook in zes maanden had gekund.”
Daarnaast zal innovatie ook vanuit de
board moeten komen, zo vonden de meeste deelnemers aan de rondetafeldiscussie.
“Het zal steeds minder vaak voorkomen
dat een CEO geen verstand heeft van IT.
En CIO’s die geen verstand hebben van de
business, sterven uit.”
C I O M AGA Z I N E
Ó
Met Grip op uw
dagelijks ICT-beheer
kan uw ICT-afdeling
zich concentreren
op business oplossingen
Uw business verandert steeds sneller en uw ICT-afdeling moet daarop inspelen. U vraagt
oplossingen voor uw business. En dat gaat stukken beter als uw ICT-afdeling zich niet bezig
hoeft te houden met het beheer van uw bestaande omgeving.
Daarom introduceert KPN Grip. Vanuit de KPN appstore bieden wij Cloud-applicaties die
eenvoudig zijn op en af te schalen voor de verschillende gebruikersgroepen binnen uw
organisatie. Met één user-id hebben uw medewerkers toegang tot alle applicaties (cloud en
non-cloud). Altijd en overal, ongeacht welk type device en besturingssysteem ze gebruiken.
Grip biedt ook uw ICT-afdeling voordelen: zo kunnen bij in- of uitdiensttreding met één druk
op de knop alle applicaties van een gebruiker geactiveerd of geblokkeerd worden.
Voor alle aangeboden applicaties is KPN uw single point of contact. En dat is wel zo overzichtelijk.
Vanaf nu hebt u één management dashboard, één contract, één supportdesk en één factuur.
Bovendien hoeft u geen Capex-investering meer te doen, omdat alle applicaties uit de cloud
komen. Uw kosten zijn dus variabel en u betaalt alleen voor de zaken die u gebruikt. Grip van
KPN helpt u om het dagelijkse ICT-beheer los te laten. Maar wel met behoud van de juiste balans
tussen controle en kosten. Zo hebt u de regie over de flexibiliteit van uw ICT-omgeving en grip
op ‘business enablement’.
Kijk voor meer informatie op kpn.com/grip
Rondetafel #97
97E RONDETAFELBIJEENKOMST: VISUALISATIE VAN IT
‘Hoger management
wil een beeld’
48
C I O M AGA Z I N E
Door onze redactie
Een plaatje zegt meer dan
duizend woorden, en dat geldt
ook voor een afbeelding van
de IT-omgeving. “Je ziet meteen waar zich een probleem
voordoet”, aldus Mike Fitch,
Enterprise Architect System
Integration bij T-Systems
Nederland. “Bij getallenreeksen in een spreadsheet of een
rapport kun je alleen maar
hopen dat je het probleem
kunt delegeren, of dat het uit
zichzelf verdwijnt.”
V
isualisatie van IT was het thema
van een rondetafelbijeenkomst
waarvoor T-Systems een tiental
CIO’s en IT- en sourcingmanagers
had uitgenodigd. De meeste deelnemers
wilden vooral weten hoe visualisatie kan
helpen bij het terugdringen van de IT-complexiteit. “Wij willen bepaalde delen van
onze IT-omgeving outsourcen, maar dan
moeten we die delen wel eerst op orde brengen en de complexiteit terugdringen”, zo
merkte een deelnemer op. “Wij worstelen
met het terugdringen van het aantal applicaties”, aldus een ander. “Dat is echt een hell
of a job. Om te voorkomen dat de business
plat komt te liggen door het uitschakelen
van een applicatie, moet je inzicht hebben
in de onderlinge afhankelijkheden.”
Aan dat inzicht ontbreekt het volgens Fitch
doorgaans: “Convergentieprojecten mislukken vaak door een gebrek aan visualisatie. Hierdoor hebben de betrokkenen geen
idee wat er aan de hand is. Er is niet nagedacht over achterliggende systemen die
overbodig worden, hoe die moeten worden
ontmanteld en wat er moet gebeuren met
de data. Er is inderdaad geen begrip van de
onderlinge afhankelijkheden.”
Antwoorden
Met tooling voor visualisatie moet het
eenvoudiger zijn om antwoorden te geven op terugkerende vragen zoals: welke
applicaties, interfaces en servers worden
getroffen door geplande wijzigingen, met
welke afhankelijkheden heb ik te maken
als ik een applicatie verhuis en hoe weet
ik zeker dat bedrijfskritische applicaties
worden ondersteund door de juiste SLA’s?
“Je ziet vaak een misalignment in SLA’s,
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
zoals een hoge SLA voor een niet-kritisch
proces”, lichtte de T-Systems-architect
toe. “Of een bedrijfskritische applicatie
met een hoge SLA, die draait op verouderde servers met een lage SLA.”
Voor het beantwoorden van die vragen
worden volgens Fitch te vaak ingewikkelde spreadheets en rapporten gebruikt,
of diagrammen die al verouderd zijn op
het moment dat ze worden gepubliceerd.
“Het lijkt soms alsof hele groepen architecten samen in een donkere kamer een zo
gedetailleerd mogelijk overzicht proberen
te schetsen, maar het gaat erom de situatie
zo eenvoudig mogelijk weer te geven. Visualisatie is daarvoor de sleutel. Het hogere
management zit niet te wachten op een
spreadsheet. Dat wil snel een beeld hebben
van de actuele situatie en van de risico’s die
de onderneming loopt. Als je een overzichtelijk plaatje kunt tonen waarin de seinen
op rood staan, heb je direct een discussie.
Je kunt dan zeggen: ‘Dit zijn de risico’s.
Gaan we investeren? Of accepteren we de
risico’s? Teken dan hier’.”
“Visualisatie is inderdaad heel belangrijk voor het inzichtelijk maken van de
risico’s”, zo viel een van de deelnemers de
deskundige bij. “Riskmanagement gaat
over al je nodes en al je applicaties, en probeer dat maar eens inzichtelijk te krijgen.
En hoe beter je je risico’s inzichtelijk hebt
gemaakt, hoe meer geld je mag uitgeven.”
goed is? Hoe krijg je dit op een bepaald
kwaliteitsniveau?” Of zoals een andere
deelnemer opmerkte: “De kwaliteit van
die data is toch afhankelijk van wat mensen jou vertellen over wat ze hebben en
wat ze gebruiken? Ik heb het zelf meegemaakt bij een leverancier waar we wat
dingen hadden gehost. Toen bleek dat we
de helft van wat werd gefactureerd niet
eens meer hadden. Daar kun je alleen
maar achterkomen als je er zelf naartoe
gaat.” Deze ontboezeming leverde een advies van een tafelgenoot op: “Regelmatig
switchen van outsourcer helpt ook om je
inventory op te schonen.”
Bedrijfsprocessen
Ook werden er vraagtekens geplaatst bij het
continu bijhouden of de IT-omgeving nog
wel in lijn is met de bedrijfsprocessen die
moeten worden ondersteund. “Het vergt
echt een enorme inspanning om dat allemaal bij te houden, en ik vraag me af of het
voordeel dan wel opweegt tegen de kosten.”
“De moeilijkheid is inderdaad het onderhouden van de informatie”, onderkende
Fitch vervolgens. “Daarom koppelen we
ook meerdere bronnen aan de tooling. Dus
naast de informatie die al beschikbaar is,
gebruiken we ook de data uit bijvoorbeeld
configurationmanagementdatabases en
information management systems. De
output kunnen we op wekelijkse basis
Datakwaliteit
Uiteraard liet Fitch zich niet de kans ontnemen om de visualisatieoplossing van
T-Systems onder de aandacht te brengen.
“Wij bieden visualisatie op basis van de
documentatie die je al hebt. De output
wordt automatisch gegenereerd op basis
van bijvoorbeeld bestaande rapporten
en spreadsheets. Afwijkingen worden
dan direct duidelijk, zoals een oververtegenwoordiging van applicaties in een
bepaalde categorie, of het ontbreken van
marketingapplicaties terwijl de helft van
de organisatie wel op marketing draait.”
Deze uitleg leverde een aantal pittige
discussiepunten op. Zo vroeg een van de
deelnemers zich af of het wel verstandig
is om van start te gaan met bestaande documentatie. “Garbage in, is garbage out.
Hoe weet je dat de data die je gebruikt
“Het gaat erom
de situatie zo
eenvoudig mogelijk
weer te geven”
genereren waardoor de mappings dynamisch zijn. Als je eenmaal je IT-omgeving
inzichtelijk hebt gemaakt en de data wordt
gebruikt, dan ontstaat er ook weer een
enorme stimulans om te werken aan de
kwaliteit van de data. Het is een geweldige
tool om dat proces aan te jagen.”
49
Ó
Door onze redactie
CIO-ONDERZOEK HARVEY NASH
Niet zonder kleerscheuren
De CIO gaat het druk krijgen
dit jaar, zo leren de gebruikelijke prioriteitenlijstjes van de
diverse onderzoeksbureaus.
Maar hoe is het de CIO eigenlijk vergaan in 2013? Welke eigenschappen typeerden deze
beroepsgroep en wat is het
verschil met voorgaande jaren?
Werving- en selectiebureau
Harvey Nash deed ook afgelopen jaar weer onderzoek.
H
et onderzoek van Harvey Nash
geeft een helder beeld van de ontwikkelingen, zowel in Nederland
als wereldwijd. De CIO blijkt de
crisis niet zonder kleerscheuren door te zijn
gekomen. De ontwikkelingen tijdens de recessie zijn voornamelijk gedreven door de
rol van technologie bij het efficiënter werken en zakendoen. Het zou goed kunnen dat
mede hierdoor een groot deel van de CIO’s
vindt dat hij kostenbewuster is geworden.
Ook blijkt dat 20 procent van de CIO’s zich
ongelukkiger voelt dan voor de crisis.
Overwerkt
Deze constatering gaat hand in hand met
het gegeven dat 40 procent zich op dit moment meer overwerkt voelt dan voorheen.
Meer doen met minder is immers de tendens geweest de laatste tijd. Mooi gevolg
hiervan is wel dat CIO’s meer open-minded zijn dan voorheen. 50 procent zegt
ruimdenkender te zijn geworden.
Kijkend naar de carrière van de CIO blijkt
50
dat CIO’s rustelozer zijn dan voorgaande
jaren, mogelijk doordat er langzaam
weer een beetje beweging ontstaat op de
arbeidsmarkt. Van de CIO’s die niet van
plan zijn om een nieuwe baan te gaan
zoeken, zegt slechts een op de tien geen
nieuwe rol in overweging te nemen. 41
procent zegt open te staan voor gesprekken met headhunters en net minder dan
een derde houdt de arbeidsmarkt goed
in de gaten. Slechts een kleine tien procent van de Nederlandse CIO’s geeft aan
dat hij of zij het afgelopen jaar van baan
is gewisseld. Daarnaast neemt bijna een
kwart zich voor om het aankomende jaar
een nieuwe baan te gaan zoeken.
Demotie
Het gevolg van een slechte economie is
dat salarisverhoging er dikwijls niet in
zit. Soms is het zelfs zo dat men moet inleveren; het woord demotie heeft nooit
zo vaak in de krant gestaan als het afgelopen jaar. Het is dan ook niet opvallend
dat 20 procent van de CIO’s vindt dat hij
of zij niet genoeg verdient. In Nederland
zag zo’n 18 procent het afgelopen jaar een
salarisverhoging terug op de loonstrook.
Dat is 10 procent minder ten opzichte
van het jaar daarvoor. Het krijgen of geven van bonussen heeft de afgelopen tijd
behoorlijke imagoschade opgelopen. In
Nederland kreeg het grootste deel van
de CIO’s het afgelopen jaar een bonus –
5 procent meer ten opzichte van een jaar
eerder. Slechts 17 procent daarvan kreeg
een hogere bonus. Dit aantal is gedaald in
vergelijking met 2012.
Ook wat betreft de vaardigheden is er een
aantal verschuivingen te constateren. Zo
is de behoefte aan ‘big-dataskills’ binnen
de organisatie de hoogste binnenkomer
wat betreft gezochte skills ten opzichte
van voorgaande jaren. Naast big data is
ook de vraag naar specialisten op het gebied van mobiele oplossingen, security en
sociale media gestegen. Opvallend is dat
de grootste tekorten te vinden zijn in de
traditionele vaardigheden. Zo is bijna 40
procent van de CIO’s op zoek naar talenten met kennis over businessanalytics.
Hetzelfde percentage ziet graag meer enterprise-architecturevaardigheden binnen het team. Ook de vraag naar de skills
op het gebied van ‘technical architecture’
en projectmanagement blijft groot.
In beweging
De wereld van de CIO blijft in beweging
en dat zal zeker zo blijven. Dat kan ook
niet anders, want de rol van de CIO laat
zich beïnvloeden door een groot aantal
facetten. Economische en technologische
ontwikkelingen, en alles wat daar tussenin ligt, beïnvloeden de informatieverantwoordelijke op een negatieve, maar
gelukkig ook op een positieve manier. Kijkend naar de toekomst is het volgens de
onderzoekers belangrijk dat de CIO zich
flexibel blijft opstellen. Alleen zo blijft hij
succesvol en kan hij zijn organisatie naar
een hoger niveau tillen.
C I O MAGA
M AGA Z I NE
NE
Ó
www.interxion.nl
@interxion_nl
A FUTURE-PROOF
HOME FOR YOUR
IT SYSTEMS
Access a vibrant community
of customers and partners
lees het artikel
op pagina 40
Met ItaQ altijd
in de roos!
Binnen 48 uur altijd de beste interim ICT professional met ‘no cure no pay’ garantie
ItaQ staat voor IT and Quality en wij doen er alles aan om topkwaliteit te bieden en te waarborgen. ItaQ levert binnen 48 uur
de beste interim ICT professional op de juiste plaats. Niet alleen de aansluiting qua CV maar juist de fit op mentaliteit maakt
dat ItaQ elke keer weer in de roos schiet. ItaQ neemt geen genoegen met gemiddeld en dit dragen we uit in alles wat we
doen. Wij zijn de enige ICT detacheerder in Nederland die ‘no cure no pay’ garantie durft te geven. Dit maakt ons uniek.
Daarmee blijven we onze klanten positief verrassen. Dit is het succes van ItaQ!
www.itaq.nl • E [email protected] • T +31 (0)70 - 415 20 00 • Laan van Vredenoord 25 • 2289 DA Rijswijk
ItaQ onderscheidt zich verder met de volgende certificeringen:
Daan quakernaat Column
DAAN QUAKERNAAT (daan@
quakernaat.nl, www.quakernaat.nl) is spreker. Met zijn
voordrachten helpt hij bedrijf
en bestuur met het bouwen van
kathedralen. Met het vinden van
de balans tussen de zwarte en
de witte wereld.
Software vs.
complexiteit
Elk goed idee blinkt uit in eenvoud. Dat
geldt voor een wasknijper, een kruiwagen,
een iPod en voor Twitter. Het is iets magisch. Je ziet het, je voelt het, je doet het
en je begrijpt het. Dit is handig! Dat wil ik
ook! De wereld verandert op slag.
Zodra het er is, kun je je eigenlijk niet
voorstellen dat het ding ooit niet bestond.
Terwijl we dus honderden en honderden
jaren de was ophingen zonder wasknijper en daar geen probleem in zagen. Op
het moment dat je je eerste wasknijper
gebruikt, kun je nooit meer zonder. Een
mooi gegeven.
Maar de complexiteit en expertise die meekomen, kun je ook vastzetten. Met die kruiwagen valt dat best mee. Maar een iPod is
briljant omdat er vijf handige knoppen op
zitten. Wij van IT leveren een virtuele, logische kruiwagen. In essentie kunnen we
onze kruiwagen laten doen wat we willen,
op oneindig veel manieren. Ons probleem
is complexiteit, het sleept je mee, ook in je
manier van kijken. Je blijft verfijnen, techneuten, je verliest de eenvoud. Je denkt in
25 knoppen. Jammer in een wendbare wereld. Jammer voor innovatie. Jammer voor
die frisse kijk op dat eenvoudige idee.
Verfijnen
Bizar goed
Dan is er nog iets. Iets wat werkt, ga je
verfijnen, met als gevolg complexiteit. Met
die wasknijper valt dat best mee. Maar
het idee ‘kruiwagen’ blijkt bruikbaar in
tal van situaties. Je gaat speciale kruiwagens maken: voor de tuin, voor stenen,
voor doosjes, elektrisch, et cetera. Niks
mis mee, dat is vooruitgang. Allemaal
heel mooie en handige kruiwagens! Voor
je het weet, is het een bedrijfstak en heb
je advies nodig en een consultant. Anders
koop je de verkeerde kruiwagen. Gebruik
je de kruiwagen verkeerd.
Ik loop deze weken rond bij een softwarebedrijf. Ze maken daar bizar veel winst.
Ze doen dat met bizar weinig overhead.
De mensen die er werken, hebben het bizar goed naar hun zin. Ik wil weten hoe
ze dat doen.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Ik deel uw wereld in, in een
zwarte wereld en een witte
wereld. Uw zwarte wereld is
dat deel dat je kunt vatten in
cijfers en regels. structuurtje,
checklistje, blokje, pijltje. Uw
witte wereld past fundamenteel
niet in een computer of blokjes
en pijltjes. Visie, mensen, passie
en ideeën, de dingen die we
softere zaken noemen.
Wordt vervolgd...
53
interview
54
C I O M AGA Z I N E
Door Hotze Zijlstra
CHRISTIAN VISSER, CIO IBM BENELUX
Van achter
naar voren
De Amerikaanse Jeanette Horan is de enige echte
CIO van IBM, maar in elke regio van betekenis
zetelt tevens een lokale informatiechef. Zo ook in de
Benelux, waar Christian Visser sinds een klein jaar
de scepter zwaait over de IT. Een gesprek over de
veranderende rol van de CIO, gestaafd met feiten
uit een recent door IBM gepresenteerd onderzoek.
D
e IT-organisatie in de Benelux is gebaseerd op de drie
pijlers run, transform en innovate. Op die laatste twee
ligt volgens Christian Visser veel nadruk, want ook bij
IBM is de rol van de regionale IT-functie aan het veranderen. “De uitdaging is ervoor te zorgen dat we in lijn met de bedrijfsstrategie nieuwe klantsegmenten kunnen ontginnen”, vertelt de CIO in het Amsterdamse kantoor van de technologiereus.
“Zo hebben we recent een mobiele applicatie uitgerold, waarbij
we wereldwijd op eenvoudige wijze IBM-expertise kunnen vinden om vragen van klanten beter te kunnen beantwoorden.
Dankzij dit initiatief kunnen we beter op de markt reageren. Tot
op zekere hoogte kunnen we deze kennis behalve intern tevens
extern beschikbaar maken via onze website. Het is een van de
voorbeelden van de beweging die we als IT aan het maken zijn.”
IBM-onderzoek
Een toenemende belangstelling vanuit IT voor de eindklant is
ook terug te zien in het eind vorig jaar verschenen IBM-onderzoek onder ruim 4.000 CxO’s, dat in het teken staat van een toenemende focus op de frontoffice. Voor de studie zijn wereldwijd
pakweg 1.600 IT-bestuurders ondervraagd. De beweging van
achteren naar voren brengt volgens Visser wel de nodige uitdagingen met zich mee. “Om aan de frontoffice de juiste dingen te
kunnen doen, moet ook de achterkant helemaal op orde zijn. Het
staat letterlijk in de studie: ‘Excelleer in de basis en maak dat
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
je traditionele omgeving zo efficiënt mogelijk draait’. Innovatie
moet er vervolgens voor zorgen dat je de benodigde data kunt
ontsluiten. Je hebt het dan over zowel de gestructureerde als de
ongestructureerde gegevens, en zowel van binnen als buiten het
bedrijf. Op basis daarvan maak je informatie die relevant is om
slimmer in te kunnen spelen op de wensen van je klant.”
Sta jij ook voor die uitdaging? Jullie hebben hier vast ook de nodige legacy gecreëerd; systemen die wel stabiel zijn, maar niet
zo flexibel als gewenst.
“De afgelopen tien jaar hebben we al grote slagen gemaakt op het
gebied van datacenterconsolidatie en applicatierationalisatie.
Daarbij zijn veel oude systemen vervangen. We hebben bovendien gekeken wat onze businesskritische systemen zijn, en deze
vervolgens gemoderniseerd. Daardoor zijn we in staat om in zo’n
datacenter kosten te besparen, en met dit geld nieuwe transformatieprojecten te starten. Bijvoorbeeld om data uit legacy-systemen op basis van API’s te ontsluiten voor mobiele toepassingen.
Dat is een gebied waarop we als IBM, veelal op basis van onze
eigen technologie, doorontwikkelen.”
Een goed voorbeeld van tooling, waar IBM intern hoog op inzet, is gereedschap voor samenwerking. Iedereen kan naast
e-mailen ook chatten en op andere manieren informatie uitwisselen. Ik noem dat weleens ‘het nieuwste werken’; je biedt
medewerkers en klanten een platform waarmee ze gemakkelijker en beter kunnen samenwerken. Dat gebeurt op basis van
ons nieuwe social-businessplatform: IBM Connections, dat
zowel intern als extern wordt ingezet. Dit product is overigens
ontstaan vanuit diverse kleinere, soms lokaal georganiseerde
innovatieprojecten: een geïntegreerd geheel van toepassingen
gericht op communicatie, samenwerking, het delen van bestanden en een wiki-functie.”
55
“Het blijkt dat de CIO steeds
meer aangehaakt is bij andere
peers op C-niveau”
Neem je daarbij ook toepassingen en oplossingen van andere leveranciers mee? Ik bedoel: je zult als regionale CIO wel deels gebonden
zijn aan internationale richtlijnen, maar jouw uitdaging is alles voor
jouw interne klanten zo goed en goedkoop mogelijk in te richten.
“In de praktijk wordt op wereldwijd niveau in de board besloten
wat de strategie is voor de IT-organisatie. Op dat niveau wordt
besloten om bijvoorbeeld een nieuw systeem te implementeren.
We kunnen wel feedback geven, en ik kijk goed wat er in de markt
te koop is, maar ik heb hier in de Benelux geen invloed op die beslissing. Wel geven we als regionale CIO-organisaties, zoals gesteld, input aan nieuwe producten en initiatieven, waarvan IBM
Connections een voorbeeld is.”
Open source
Ten aanzien van de CRM is binnen IBM gekozen voor open source.
Ook die voorkeur zie je volgens Visser terug in het wereldwijde onderzoek onder de CIO’s. “Men streeft net als wij naar een schaalbare enterprise-architectuur. Een big-dataplatform en analysemogelijkheden worden idealiter geïntegreerd om competitief te
kunnen zijn naar bestaande afnemers en om nieuwe klanten te
kunnen aanboren. Dit alles is geheel in lijn met wat we binnen IBM
intern doen. Daarnaast willen wij, net als het gros van de CIO’s
wereldwijd, zoveel als mogelijk simplificeren en standaardiseren.”
Uit het CIO-onderzoek blijkt dat IT-bestuurders minder tijd zullen besteden aan het draaiende houden van hun bestaande ITlandschap. Visser: “In de eerste plaats omdat ze op dat gebied
al de nodige slagen gemaakt hebben, maar ook omdat er steeds
meer wordt uitbesteed. Mijn visie is dat je als CIO nooit moet
stoppen met het rationaliseren en consolideren van de bestaande
IT, want dan zul je weer snel ingehaald worden door de nieuwe
werkelijkheid. Het is een continu, iteratief proces.”
Tevens blijkt uit de studie dat CIO’s minder tijd zullen besteden
aan vendor-, supplier- en partnermanagement. Dat wordt kennelijk niet langer gezien als een kerntaak van de CIO. “Dat lijkt
opmerkelijk”, zegt Christian Visser. “Aan de andere kant bewegen
we steeds meer naar een regierol.” Daarbij wordt volgens hem bijvoorbeeld een keten of ecosysteem van partners aangestuurd, en
draait het minder om het managen van individuele leveranciers.
Wat zijn, als Benelux-CIO, jouw belangrijkste lokale uitdagingen?
“Onze organisatie meekrijgen in de wereldwijde veranderingen;
zorgen dat de benodigde rollen bij de juiste mensen zijn belegd
en dat de klanten optimaal worden bediend. We moeten tevens
stimuleren dat alle nieuwe tools die we uitrollen op een goede
manier gebruikt worden. Een belangrijk aspect dat vaak onderbelicht blijft, is educatie en het ontwikkelen van persoonlijke skills.
Ondanks dat we een IT-vaardige organisatie hebben, moeten we
zorgen dat we tegen de laagste kosten het maximale uit nieuwe
toepassingen kunnen halen. Een leuk initiatief is wat dat betreft
onze Social Week, waarbij IBM-medewerkers allemaal zijn mee-
56
genomen in de mogelijkheden van sociale media. Onder meer vanuit het perspectief dat al die 430.000 mensen onze beste ambassadeurs zijn. Daar moet je gebruik van maken. Bovendien adresseer
je hiermee een duidelijke behoefte onder medewerkers.”
Vind je het niet zonde dat je – zoals veel CIO’s overigens – kostbare tijd kwijt bent aan het evangeliseren, het begeleiden en
verleiden van mensen om IT op de juiste manier in te zetten?
Tijd die je ook zou kunnen gebruiken om je op de strategie en
business te richten?
“Hmmm. Ik denk dat dat laatste hoe dan ook een belangrijk aspect blijft. Idealiter zouden IT-tools zo gebruiksvriendelijk moeten zijn dat de eindgebruiker er intuïtief mee zou moeten kunnen
werken. Door als een ambassadeur het gebruikmaken van mobiele toepassingen uit te dragen in de organisatie, zullen mensen
veel sneller de voordelen ervan ontdekken. Ze worden daardoor
productiever. Je kunt er inderdaad over discussiëren of per se de
CIO die voortrekkersrol moet spelen, maar op dit moment is dat
binnen IBM met het oog op het belang van de beoogde veranderingen wel zo georganiseerd. De CIO’s maken daarbij de vertaalslag van businessgedreven veranderinitiatieven naar de IT-organisatie. Ook dit zie je terug in de CxO Study: de CIO die steeds
meer aangehaakt is bij andere peers op C-niveau – de CMO maar
ook de CEO. Het werkt dus ook andersom, waarbij de business
vraagt hoe wij als IT zaken kunnen faciliteren.”
Technologie
Vanuit technologisch perspectief staat binnen IBM Benelux de
beweging naar mobiel hoog op de agenda. Visser: “We willen zowel de informatie als de applicaties overal, altijd en op elk apparaat beschikbaar maken voor onze workforce. Op dat gebied zijn
er al een aantal stappen gemaakt, zoals de nadrukkelijke omarming van ‘bring your own device’. Ook deze focus delen we met
andere vakgenoten, zo blijkt uit het CIO-onderzoek binnen de
CxO Study. Als je het mensen niet aanbiedt, gebeurt het namelijk
toch. Het zoeken is hierbij naar de balans tussen veiligheid, gebruiksgemak en productiviteit. Daarnaast proberen we mensen
‘digital aware’ te maken door middel van een verplichte cursus,
waarbij duidelijk wordt gemaakt wat de spelregels en voorwaarden zijn. Tevens bieden we eigen tooling aan om alle gebruikte
mobiele apparaten en laptops vanaf afstand te beheren.”
Hoe denk je dat jouw agenda er over drie jaar uitziet?
“Ook voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar onze CxO
Study. We moeten ervoor zorgen dat we de klant nog beter op
individuele basis kunnen ondersteunen. IT kan daarbij een grote
rol spelen en bovendien gaan de ontwikkelingen razendsnel. We
zullen op dit gebied heel alert moeten blijven en er zal in de toekomst een nog grotere focus zijn op sociale en mobiele toepassingen voor medewerkers.”
Het in dit artikel aangehaalde rapport Moving from the back
office to the front lines – CIO insights from the Global C-suite
Study van IBM is te downloaden via de website van IBM.
C I O M AGA Z I N E
Ó
Opinie rubriek
Door Frank Rennings
Digitaal vergroot de voorsprong
van high-performers
Moderne IT-organisaties investeren niet alleen in efficiëntere
processen, maar ook in digitale
technologieën die meetbare
businessvoordelen opleveren.
Zo draagt IT concreet bij aan
een betere klantervaring en
stimuleert zij groeikansen. Dit
alles staat garant voor betere
bedrijfsprestaties.
H
et Accenture-onderzoek High Performers in IT: Defined by Digital
schetst een aantrekkelijk beeld van
innovatieve IT-leiders. Zij laten hun conservatievere vakbroeders ver achter zich
door te investeren in technologieën zoals
cloud computing, analytics, sociale media,
mobiliteit en beveiliging. Deze ontwikkelingen maken organisaties flexibeler,
waardoor ze verzoeken van klanten sneller
en adequater kunnen analyseren en begrijpen. Vervolgens geven ze de vraag op het
juiste moment door aan de juiste persoon.
Deze aanpak resulteert in nieuwe producten en diensten die naadloos aansluiten bij
de behoeften van klanten.
High-performers zijn vaak early adopters van nieuwe digitale technologieën
en profiteren eerder van de potentiële
voordelen. Daarmee nemen ze een voorsprong op organisaties die nu pas starten met de implementatie van digitale
strategieën. Uit het genoemde onderzoek
blijkt bijvoorbeeld dat 69 procent van de
high-performers al mobiele transacties in
hun klantenservice integreren. Bij andere
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
CIO’s is dat maar 42 procent. Dit is belangrijk omdat klanten via mobiele transacties ook onderweg kunnen bestellen en
hiervoor zelfs snel even geld tussen hun
bankrekeningen kunnen overschrijven.
Bijna een derde van de klantinteracties
van high-performers verloopt al via selfservices, die naadloos gekoppeld zijn met
mobiele, socialemedia- en webkanalen.
stelen om hun security up-to-date te houden. Verder is het algemeen bekend dat
eindpuntbeveiliging onvoldoende is om de
continue bedreigingen het hoofd te bieden.
Om aanvallers voor te blijven zijn actieve
verdedigingsstrategieën nodig. Driekwart
van de IT-leiders heeft het verlagen van het
risicoprofiel en upgrades van best practices boven aan de prioriteitenlijst staan.
Cloud first
Goed fundament
Uit het onderzoek blijkt verder dat highperformers midden in de leercurve voor het
beheer van een hybride IT-omgeving zitten.
Dat deze IT-organisaties een cloud-firstmentaliteit hebben, blijkt uit het feit dat een
derde van de IT-leiders hun legacy-architectuur al door private- en public-cloudcomponenten vervangt. Dat is acht keer meer dan
hun vakbroeders in andere organisaties.
Ondertussen beheert een op de zes highperformance IT-organisaties een volledig gevirtualiseerde hybride architectuur met dynamische provisioning. Zo
ontstaat een flexibel platform waarmee
data en ideeën eenvoudig door verschillende divisies te delen zijn. Van de highperformers ervaart 40 procent meetbare
verbeteringen van de IT-flexibiliteit door
de inzet van cloudtechnologie. Bij andere
organisaties is dat slechts 9 procent.
Toch zorgen al deze geaggregeerde data,
cloudtechnologie, mobiele connectiviteit
en naadloze klantinteracties ook voor
veiligheidsrisico’s. Uit het onderzoek van
Accenture blijkt dat veel organisaties wor-
Het is ook interessant om te zien dat CIO’s
van high-performing organisaties langer op hun post zitten dan andere CIO’s.
Een waarschijnlijke oorzaak is dat deze
CIO’s al vroeg een goed fundament voor
hun digitale activiteiten hebben gelegd.
Dit resulteert direct in meer omzet en
dat kunnen ze nog meetbaar maken ook.
Het gat met de conservatieve IT-organisaties wordt zeer waarschijnlijk alleen
maar groter. Digitale tools zijn continu
in ontwikkeling, de klantenservice wordt
steeds beter en daardoor zal ook de omzet verder toenemen. CIO’s die begrijpen
dat IT de business concreet kan stimuleren, zien hun voorsprong voorlopig alleen
maar groeien.
FRANK RENNINGS is managing director Technology bij Accenture.
57
Ó
Rubriek research
opzichte van 2012 en Google+ 1 procent.
Het aantal mensen dat Twitter gebruikt,
daalde zelfs met 1 procent. Na Facebook
steeg het aantal gebruikers van LinkedIn met 5 procent het meest.
Technologie gaat zorg
ingrijpend vernieuwen
Sociale media nadert hoogtepunt
Het aantal gebruikers van sociale
media in Nederland neemt nog
wel toe maar nadert zijn hoogtepunt. Het gebruik in uren van
vooral Facebook nam in 2013
wel toe. LinkedIn kan in 2014 de
meeste groei verwachten.
In 2014 zullen Google Glassbrillen voor artsen en draagbare
slimme meetinstrumenten voor
bijvoorbeeld het meten van
bloedwaarden bij patiënten, een
ware innovatiegolf opleveren in
de zorg. Maar het is vooral ook
het internetconsult dat voor vernieuwing zal zorgen.
D
D
Twitter daalt
Contactlenzen
Facebook, dat al het grootste netwerk
was, groeide het hardst in 2013. Het aantal gebruikers is het afgelopen jaar met
7 procent gestegen. Die stijging is fors
minder dan tussen 2010 en 2012, toen
het gebruik met 44 procent steeg. Het
lijkt erop dat Facebook hier zijn hoogtepunt heeft bereikt. Ook bij andere netwerken is de groei in gebruikers eruit.
YouTube steeg nog maar 3 procent ten
Ook de wearables die bij het sporten gebruikt worden, rukken op. Maar de echte
groeimarkt zit ’m bij de wearables in medische toepassingen, zo verwacht Deloitte. Denk bij toepassing bij patiënten bijvoorbeeld aan het meten van bloedsuiker
of bloeddruk. Zo worden er nu contactlenzen ontwikkeld die bij diabetici het
bloedsuiker kunnen meten en een indicatie geven wanneer er insuline gespoten
at blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Multiscope, naar de
kennis, houding en het gedrag rondom
sociale media onder 8.500 Nederlanders. De groei binnen de sociale netwerken was minder dan voorgaande jaren;
het aantal gebruikers van sociale media
nadert zijn hoogtepunt.
Facebook blijft het bekendst, 94 procent
van de mensen kent dit netwerk. Nummer twee is YouTube (82 procent) en het
derde bekendste netwerk is Twitter (79
procent). In vergelijking met 2012 steeg
de bekendheid van Instagram en Pinterest het hardst. De naamsbekendheid van
Instagram steeg met 25 procent, die van
Pinterest met 18 procent.
58
at voorspelt adviesbureau Deloitte in
een rapport over de ontwikkelingen en
trends binnen de mondiale technologie-,
media- en telecombranche voor komend
jaar. Het bedrijf verwacht dat de grote belangstelling van consumenten voor wearables zorgt voor een wereldwijde omzet van
drie miljard dollar in 2014 en een geschat
aantal van 10 miljoen verkochte exemplaren. Vooral de inkomsten uit de verkoop van
smart glasses dragen voor een groot deel
bij aan deze omzet. Dit jaar zal Google zijn
slimme bril breed in de markt zetten. Artsen
kunnen met zo’n bril tijdens het behandelen
van een patiënt klinische foto’s of instructievideo’s laten zien of overleg met een collegabehandelaar op afstand faciliteren.
moet worden.
Tevens verwachten de onderzoekers dat
er dit jaar ook een flinke groei plaatsvindt in het aantal onlineconsulten. Dit
jaar zullen er op wereldschaal maar liefst
honderd miljoen gehouden worden via
speciaal beveiligde portals en beveiligde
netwerken. Dat is volgens Deloitte een
toename van 400 procent ten opzichte
van 2012.
Flex-IT’er boerde redelijk goed
De meeste zzp’ers met IT als
specialiteit hebben vorig jaar
redelijk goed gedraaid. Dat blijkt
uit de Flex Index van de in Utrecht
gevestigde makelaar van interimklussen IT-Contracts.
D
eze Flex-index, die aangeeft hoeveel
aanvragen er uitgezet worden voor
zelfstandige IT-specialisten, scoorde een
jaargemiddelde van 81 punten. Hiermee
was de vraag naar interim-IT’ers iets
lager dan in 2012, maar wel weer veel
beter dan crisisjaar 2009 waarin het
dieptepunt van 67 punten werd bereikt.
Het projectenaanbod voor freelance-ITspecialisten sloot het jaar met een kleine
dip af; toch kijkt de gemiddelde kandidaat
positief naar 2014.
Over het algemeen verwachten IT-freelancers voor dit jaar geen verslechtering in het
opdrachtenaanbod en het tarief. Bemiddelingsbureaus en recruiters hebben op hun
beurt over het algemeen eveneens een positiever jaar gedraaid dan vooraf verwacht.
Ondanks de aanhoudende economische
malaise werden meer aanvragen verwerkt
en bemiddeld dan ingeschat, resulterend
in een positiever bedrijfsresultaat.
IT-Contracts raadt zelfstandigen niettemin
aan te investeren in kennis en opleiding en
een specialisme op te zoeken dat relatief
schaars is. Er is nog steeds een flinke mismatch tussen de vaardigheden en kennis
die gevraagd worden en het aanbod.
C I O M AGA Z I N E
Door IT-Executive
Realtime-economie daagt
bedrijven uit
Europese bedrijven geven aan dat hun
bedrijfsprocessen drastisch versnellen en
steeds meer met elkaar verbonden zijn.
Nog geen kwart bevindt zich reeds in de
positie om de uitdagingen van de realtime-economie aan te kunnen gaan.
D
e overgrote meerderheid van de Europese leidinggevenden vindt dat hun
organisaties moeten evolueren tot snellere,
beter verbonden en beter opererende bedrijven. Sectoren als nutsbedrijven, media
en de productie passen zich snel aan, terwijl
andere nog aan het begin staan van deze
transformatie, zo blijkt uit onderzoek uitgevoerd door Experton in opdracht van BT.
Ruim driekwart van de ondervraagde beslissers gelooft dat de opmars van realtime
zakendoen een sterke tot zeer sterke impact heeft op de bedrijfsprocessen. Meer
dan de helft van de respondenten verwacht
een enorme versnelling; sommigen denken zelfs dat hun organisaties al in 2015
realtimesnelheden zullen bereiken.
Bijna 60 procent van de beslissingsbevoegden voorziet dat de steeds mobielere
levensstijl van medewerkers en klanten
binnen de komende twee jaar de nummer 1-aanjager van de realtime-economie
wordt, met overal en altijd toegang tot
data en applicaties.
Benutten
Beslissingsbevoegden zijn momenteel
gretig op zoek naar instrumenten om de
realtime-economie vorm te geven en het
potentieel ervan optimaal te benutten.
Van de respondenten verwacht 42 procent
hun efficiëntie en winstgevendheid te verhogen door klantinteracties te versnellen.
Om dit te bereiken wordt er gekeken naar
een breed scala aan netwerkgebaseerde
IT-oplossingen, waaronder unified-communications- en collaborationdiensten,
intelligente IP-netwerken en cloudgebaseerde infrastructuurdiensten.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Joris van Oers, CEO BT Benelux: “Experton’s onderzoek laat zien dat slechts een
klein groepje Europese bedrijven in staat is
om effectief zaken te doen met de snelheid
die nodig is om te concurreren in de huidige wereldwijde economie. Responstijden
moeten korter, risico’s sneller gedetecteerd
en bedrijfsprocessen geoptimaliseerd. Dit
is een wereld waarin nanoseconden het
verschil kunnen maken. Klanten kunnen
ons hoogkwalitatieve, low-latency wereldwijde netwerk en de daarbij aansluitende
IT-oplossingen inzetten om hen te helpen
met deze uitdaging.”
Zonnetje breekt door in IT-markt
In 2014 zullen de bestedingen aan
informatie- en communicatietechnologie naar verwachting met 2,1
procent groeien in Nederland. Dat
blijkt uit de voorlopige cijfers voor
2014 die branchevereniging Nederland ICT heeft gepubliceerd.
D
e vraag naar software blijft redelijk
hoog. Daarnaast wordt een groeiende
vraag naar cloud-infrastructuurdiensten
verwacht. Voor software as a service (SaaS),
platform as a service (PaaS) en infrastructure as a service (IaaS) wordt een groei verwacht van tussen de 25 en 50 procent. Het
toenemende belang van clouddiensten zal
zorgen voor een toename van bestedingen
aan netwerkapparatuur en opslag met respectievelijk 6,7 en 4,9 procent.
De markt voor printers, copiers en scanners heeft het onverminderd zwaar met
een verwachte krimp van 3,2 procent. Voor
de andere hardwarebestedingen verwacht
Nederland ICT een groei van 3,8 procent.
Groeiende bestedingen aan tablets en
smartphones compenseren de dalende verkopen van lap- en desktops. Ook de bestedingen aan netwerkapparatuur stijgen in
toenemende mate, doordat het gebruik van
internetdiensten toeneemt. Telecombestedingen groeien vrijwel niet (0,2 procent).
Minder tijd voor klantcontact
Negen van de tien werknemers
die veel klantcontact hebben, willen graag voldoen aan de wensen
van de klant, maar worden daarbij
belemmerd door een gebrek aan
middelen. Dit blijkt uit een recent
onderzoek van Forrester dat is
uitgevoerd in opdracht van Ricoh.
B
ankmedewerkers, medewerkers in de
zorg, callcentermedewerkers en leidinggevenden in retail geven aan dat er een groot
verschil zit tussen de ervaring die zij kunnen
bieden en de ervaring die de klant verwacht.
Bijna één op de vier managers geeft aan dat
het klantcontact niet soepel verloopt door
niet goed ingerichte informatieprocessen.
Meer dan een kwart van de ondervraagde
managers zegt dat een slechte toegang tot
informatie de grootste beperking is.
Verder toont het onderzoek aan dat bedrijven die investeren in samenwerking,
chatmogelijkheden, mobiele oplossingen
en flexibele werkplekken, hun ‘customerfacingmedewerkers’ een stuk efficiënter
maken. Met deze technische mogelijkheden houden zij meer tijd over voor het
verlenen van de nu vaak ontbrekende persoonlijke dienstverlening. Hierbij wordt
ervan uitgegaan dat bedrijven investeren
in de onderliggende documentprocessen en -systemen die nodig zijn om deze
vormen van technologie te ondersteunen.
Kern van het probleem is de verouderde
technologie die nog te vaak door organisaties wordt gebruikt.
59
Ó
interview
60
C I O M AGA Z I N E
Door Hotze Zijlstra Ó Fotografie Marcel Willems
MARK SUNDAY, CORPORATE CIO ORACLE
Business in
beweging
Mark Sunday, corporate CIO van Oracle, heeft vanuit de IT een forse invloed op de strategie van de
Amerikaanse softwaregigant. Het zal dan ook niet
verbazen dat de business-roadmap van Oracle en
de door de CIO omarmde oplossingen de nodige
overlap vertonen.
C
IO en Executive Vice President Mark Sunday is sinds
zijn aantreden in 2006 verantwoordelijk voor de wereldwijde IT van Oracle. Inmiddels zwaait hij tevens de
scepter over de operationele infrastructuur voor Oracle’s on-demand productaanbod. Voordat hij bij zijn huidige werkgever aan boord kwam, was hij CIO van het door Oracle ingelijfde
Siebel Systems. Gedurende zijn meer dan dertigjarige ervaring in
de hightechindustrie, heeft hij leidinggevende IT-posities bekleed
bij Motorola, ST Microelectronics, en Texas Instruments.
Optimalisatie
Oracle is een bedrijf in beweging. Van een leverancier van
goeddeels geïntegreerde softwareoplossingen op basis van een
traditioneel licentiemodel, maakte het de afgelopen tijd flinke
stappen op het terrein van hardware en appliances. Ook was er
ontwikkeling binnen de consultancy en clouddiensten, die je als
klant betaalt met een creditcard. Deze transformatie vergde het
nodige van Mark Sunday en diens IT-organisatie.
“Met 140.000 mensen werken we aan 35.000 producten”, aldus
de Oracle-CIO. “Dat deden we altijd vanuit een decentrale inrichting. Niet zozeer qua business, maar qua geografie. Er was
doorgaans veel vrijheid om op je eigen manier producten te ver-
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
kopen en eindklanten te ondersteunen, maar landen en regio’s
hadden tevens hun eigen processen. Nadat we op bestuursniveau
hadden besloten om dat anders te gaan doen, zijn we ons gaan
richten op wereldwijde shared services en selfservice.” Bovendien werd het systeemlandschap geoptimaliseerd. “Inmiddels
hebben we als bedrijf op basis van een vernieuwde IT 20 tot 25
procent lagere kosten.”
Uitgangspunten van de binnen Oracle ingezette veranderingen
waren: volledigheid, openheid en integratie van IT. Dat geldt
volgens de corporate CIO voor zowel applicaties, middleware,
operatingsystemen, virtual machines, servers en netwerken, als
storage. “We hebben in acht jaar tijd op al deze terreinen pakweg
honderd bedrijven overgenomen. Op basis daarvan hebben we
ons totale IT-landschap geoptimaliseerd.”
De CIO heeft daarbij goed geluisterd naar de interne klanten en
ook in de buitenwereld ziet hij een dergelijke behoefte. “Men wil
flexibiliteit van systemen, zowel op locatie als in de cloud. CIO’s
willen silo’s afbreken, meer controle, betere dataprivacy en natuurlijk security. Bovendien wil je upgraden wanneer je zelf de
behoefte hebt, niet wanneer de leverancier je daartoe verplicht.
Het zijn allemaal zaken die we intern hebben meegenomen en
inmiddels ook onze klanten willen kunnen bieden.”
Alleskunner
De leverancier Oracle presenteert zich in toenemende mate
als een alleskunner die ook de best-of-breedgedachte omarmt.
Met een anderhalf jaar geleden door CEO Mark Hurd gepresenteerde accentverschuiving, mikt men in toenemende mate op
61
businesseindgebruikers die ook buiten de IT om een simpel te
implementeren oplossing aanwenden voor een specifieke taak.
Concurrenten als Salesforce.com, Succesfactors (ingelijfd door
SAP) en ook Google hebben immers bewezen dat een dergelijke
marktbenadering zeer succesvol kan zijn. “We bieden de beste
oplossing op alle terreinen waar we actief zijn”, stelde Hurd destijds. “Dat betekent dat we als Oracle een rol kunnen spelen in
hybride IT-omgevingen.” De door de IT-afdeling zo vurig gewenste integratie kan volgens de CIO net zo goed achteraf plaatsvinden. De CIO zal voor Oracle derhalve onverminderd een belangrijk aanspreekpunt blijven. Sunday: “Naast de belangrijke
rol van enabler zal de CIO evenwel steeds meer op strategisch
niveau moeten opereren.”
Binnen de Oracle-organisatie heeft de CIO zelf in elk geval aan
belang gewonnen. “We zijn van een zwakke koning en sterke
hertogen naar een situatie gegaan van een sterkere koning en
zwakkere hertogen.” De business is daar uiteindelijk ook beter
van geworden. “Deze is door de inrichting van een centrale selfservice-IT meer aan de knoppen komen te zitten.”
Transformatie
Mark Sunday heeft tijdens de transformatie tien belangrijke lessen geleerd: “Het gaat er niet om met de business te alignen, je
moet als IT zelf de business zijn. Dat wil zeggen: bijdragen aan
productontwikkeling en rekening houden met de belangen van
de stakeholders.” Een andere les is dat je interne gebruikers niet
te veel keuzes moet geven. Sunday spreekt van ‘freedom from
choice’, de vrijheid om niet te hoeven kiezen. Hij ondersteunt intern echter wel ‘bring your own’ en Mac OSX. Les drie luidt ‘niet
integreren maar elimineren’. Er worden dus geen netwerken en
applicaties gekoppeld, maar alles beweegt naar één standaard.
Sunday toont zich sceptisch ten aanzien van een al te veel communicerende IT-afdeling: “Vertel niet alles wat je doet, maar alleen over datgene wat je uniek maakt.” Zijn vijfde stelling luidt:
“Organisaties hebben culturen, mensen niet. Wanneer je overgenomen bedrijven als aparte onderdelen blijft behandelen,
dan zullen ze zich ook altijd zo gedragen. Individuen vinden het
daarentegen totaal geen probleem om over te schakelen naar een
andere bedrijfscultuur.” Maar hoe kun je uniek blijven als je zowel technologie als cultuur eenvormig maakt? Sunday: “Het gaat
erom dat we de klant overal en altijd op dezelfde manier kunnen
en zullen behandelen. Dat is een belangrijke waarde. Verder hoef
je om onderscheidend te zijn in de markt, niet onderscheidend te
zijn qua inrichting van de IT. Onze kracht ligt op een ander terrein: het kunnen bieden van continuïteit bijvoorbeeld.”
Bewust niet
Les nummer zes luidt: ‘dat iets kan, betekent niet dat je het moet
doen’. Het is juist de kunst om dingen bewust niet te doen. “Het gaat
uiteindelijk om het creëren van waarde; op basis daarvan bepaal je
als CIO je portfolio.” In het verlengde daarvan: zaken die niets opleveren, kun je maar beter stoppen. Verder adviseert Sunday kritisch
te zijn op het al te angstvallig mijden van risico’s. “Voor voorwerpen
geldt dat wanneer iets nooit breekt, het waarschijnlijk te zwaar is.”
Het gaat volgens de CIO dus niet om een 100 procent veilige omgeving, maar om de vraag hoeveel risico je wilt nemen.
62
“Dat iets kan, betekent niet
dat je het moet doen”
Als CIO ontkom je er niet aan om keuzes te maken. Voor systemen, leveranciers, architecturen, noem maar op. Allemaal beslissingen waar je, gemakkelijk of niet, op terug kunt komen. “Je
kunt daarentegen nooit terugkomen op besluiteloosheid.” Actie,
daar gaat het in de ogen van de Amerikaan om. Laatste les: “Elke
organisatie krijgt de IT-voorziening die ze verdient.” Met andere
woorden: de IT-organisatie staat niet op zichzelf, maar is nauw
met de totale bedrijfsvoering verweven.
Businessroadmap
Tot slot kwamen andermaal de strategie en businessroadmap
van Oracle ter sprake. Gevraagd naar de toekomst van acquisities als Siebel, Peoplesoft, JD Edwards en Sun antwoordde
Sunday dat de talloze overnames door Oracle natuurlijk niet
voor niets zijn gedaan. “Klanten kunnen van ons ten minste voor
jaren nieuwe releases en ondersteuning verwachten ten aanzien
van deze producten.”
Oracle zal zich voor de komende jaren bovendien sterk blijven
richten op de cloud, mobiele toepassingen en zogeheten ‘engineered systems’: complete bedrijfssystemen in één hardwaredoos. “Voor veel bedrijven de snelste en slimste weg, omdat alles
erin samenkomt.”
C I O M AGA Z I N E
Ó
FROM A SPARK OF INSPIRATION
TO A WILDFIRE OF INNOVATION.
Verizon technology and solutions do more than revitalize organizations. From helping
manufacturers with solutions that enhance structural comfort and safety, to improving
financial services systems that promote a healthier economy, they enrich people’s lives.
See how Verizon is leading innovation that touches you at verizon.com/enterprise.
© 2012 Verizon. All Rights Reserved.
rubriek Gezien, geweest, gesproken
TCS: GROTE VERANDERINGEN WEGENS DIGITALE CONSUMENTENECONOMIE
Digital
reimagination
Er komt op dit moment een vijftal digitale krachten samen die een ‘perfect storm’ vormt en ons meevoert naar het tijdperk van de digitale consumenteneconomie. Dat leidt tot enorme veranderingen in de manier
waarop organisaties en klanten met elkaar omgaan. De klant is al een
digitale klant geworden, en om mee te kunnen blijven doen moeten
ook instellingen en ondernemingen digitale enterprises worden.
H
et aanpassen van het businessmodel alleen is niet meer voldoende. “Organisaties zullen
zichzelf moeten heruitvinden”,
zegt Satya Ramaswamy van Tata Consultancy Services (TCS).
Na enkele decennia van veel vallen en opstaan, is de digitale samenleving een feit
geworden, met als katalysator het samenvallen van vijf digitale ontwikkelingen:
mobility & pervasive computing, cloud
computing, social media, big data analytics, en kunstmatige intelligentie & robotics (zie kader). Deze samenloop zorgt na
de agrarische, de industriële, de kennis-,
en de internetrevolutie voor het ontstaan
van een nieuw tijdperk, door TCS de digitale consumenteneconomie genoemd.
“Dit nieuwe tijdperk is de bron van de
volgende golf van economische groei in
de wereld. Daarbij heeft Europa een voor-
64
sprong waar het gaat om de penetratie
van mobility. Die ligt namelijk rond de
140 procent. Bovendien kent Europa met
66 procent de hoogste 3G-penetratie ter
wereld”, zegt Satya Ramaswamy, vice
president en global head van TCS Digital Enterprise Unit. “Het is dan ook niet
verwonderlijk dat de Europese Commissie focust op haar digitale agenda, omdat
deze nieuwe banen creëert en de economische groei duurzaam maakt: 1,2 miljoen banen op korte termijn, en 5 procent
groei van het bruto binnenlands product
over de komende acht jaar.” Nog lang niet
alle organisaties, instellingen en ondernemingen zijn echter klaar voor de digitale consumenteneconomie.
Customer experience
Vooral de consumenten hebben zich de
digitalisering snel eigen gemaakt. Gewa-
pend met smartphone, tablet of ander
device heeft de klant van nu hoge digitale
verwachtingen van het bedrijfsleven – en
haakt af als er niet aan die verwachtingen
wordt voldaan. Het is voor bedrijven van
groot belang zichzelf te transformeren in
een digitale onderneming. Dat is een lastig
en ingewikkeld proces waarbij veel keuzes
en beslissingen moeten worden gemaakt.
De digitale consumenteneconomie zorgt
voor een volledig andere dynamiek bij bedrijven. De manier waarop ze hun klanten
bedienen en daarmee geld verdienen is tot
nu toe hun onwrikbare reden van bestaan
geweest. Maar veel businessmodellen
stammen uit het predigitale tijdperk en
laten zich niet eenvoudig ‘patchen’ om geschikt gemaakt te worden voor de digitale
consument die volledig andere eisen stelt
aan producten en diensten, aan delivery
en aan service. “Voor ondernemingen betekent dit dat ze hun zo vertrouwde klassieke businessmodellen, producten en
diensten en kanalen moeten loslaten, en
nieuwe moeten bedenken en in de markt
zetten. Het topmanagement dient te accepteren dat dat zeer grote veranderin-
C I O M AGA Z I N E
Door onze redactie Ó Fotografie Roelof Pot
How we work with suppliers
n sept 2012
n by 2015
Products/services
How we sell products/services
Marketing Campaign
Post-sale customer service
0
1
2
3
4
5
6
7
Figuur 1. De mate waarin bedrijven zich aanpassen aan de digitale mobiele klant op een schaal van 0 tot 7. CIO’s zullen hier de
komende jaren mee bezig blijven.
gen vraagt in de organisatie, bijvoorbeeld
op het gebied van businessprocessen en
marketing. Er zullen medewerkers moeten worden omgeschoold en nieuwe worden aangetrokken”, aldus Ramaswamy.
De customer experience wordt het collectieve doel en de onverbiddelijke graadmeter – dat betekent dat alle afdelingen die
direct te maken hebben met klanten op
dezelfde wijze moeten gaan werken. Alles moet erop gericht zijn de klant op zijn
mobiele device storingsvrij te laten doen
wat hij wil en verwacht; er moeten dus
nuttige en handige apps worden ontwikkeld. “Feitelijk moet elke organisatie een
nieuw marktsegment ‘Digitale Klant’ in
het leven roepen, en afnemers niet alleen
beoordelen en indelen naar ‘value’ maar
ook op ‘motion’. Er moet een uitgebreide
en diepgaande studie worden verricht
naar mobiele technologie en het gebruik
ervan door de digitale klanten”, zegt de
vice president.
“Belangrijk is de customer experience op
maat te maken voor elk type device. Bovendien kan door de analyse van data de
digitale klantbeleving naar een hoog niveau worden gebracht.”
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
“Elke organisatie zou
een marktsegment
‘digitale klant’ in het
leven moeten roepen”
Nieuwe businessmodellen
Het samenvallen van de vijf trends schept
de mogelijkheden van geheel nieuwe businessmodellen en producten en diensten.
“De combinatie van mobility, big-dataanalytics en social media maakt het mogelijk consumer banking te bedrijven op
basis van één marktsegment, zonder er
kantoren op na te houden. Door de combinatie van mobiele telematics en big-data-analytics in de cloud, ontstaan nieuwe
verzekeringsmodellen met beter risicomanagement. Analytics van sensordata zorgt
voor een continue verbetercyclus en dus
voor een verschuiving van capex naar
opex”, geeft Ramaswamy als voorbeelden.
“Big data is een belangrijke driver van
businesstransformatie: de uitkomsten
van analytics kunnen bestaande businessmodellen verpulveren en volledig
nieuwe doen ontstaan.”
Kortom, het creëren van nieuwe producten
en diensten zal voortdurend om nieuwe,
creatieve processen en nieuwe vormen van
IT-ondersteuning vragen. Op voorhand de
belangrijkste en voor veel IT-afdelingen
een geheel nieuwe activiteit, is het continu
monitoren van de customer experience om
indien nodig snel te kunnen ingrijpen vóór
de digitale klant afhaakt.
CIO Day
Een door TCS geïnitieerde rondetafeldiscussie, die plaatsvond tijdens de CIO Day
2013, ging in op de praktijk van digital
reimagination. Corné Mulders, destijds
nog CIO Nederland van ABN AMRO Bank,
bracht de discussie op gang met een presentatie over de digital reimagination en
het veranderpad van de bank, dat al in
het jaar 2000 werd ingeslagen. Bankieren
anno nu is fundamenteel anders: het is niet
langer de bank die de klant voorschrijft hoe
hij zaken met zijn bank mag doen. De rollen zijn precies omgedraaid: van banklogica naar klantlogica. Dat vraagt van de
bank een geheel andere mindset, waarbij
het volgen van de klant met al zijn wensen
en eisen de grote uitdaging is. Men beseft
65
j66
a a rga n g 9 Ó n u m m er 4 Ó 2013
Tijdens de CIO Day 2013 vond een door TCS geïnitieerde rondetafeldiscussie plaats,
C I O M AGA Z I N E
met als spreker Corné Mulders, destijds nog CIO Nederland van ABN AMRO
Bank.
De vijf samenvallende digitale trends
Mobility en pervasive computing
De consument heeft de beschikking
gekregen over mobiele devices en altijd
en overal beschikbare systemen en applicaties. De klant is always on en wil op
elk gewenst tijdstip informatie kunnen
verkrijgen of bestellingen plaatsen. Mobility is een echte game changer.
Cloud computing
Dan is er natuurlijk cloud computing, de
economische component die IT toegankelijk, schaalbaar, en altijd beschikbaar
maakt – tegen relatief lage kosten.
De cloud maakt korte time-to-market
mogelijk en een veertig dagen durend
migratietraject wordt een job van vier
uur; een duur en complex datawarehouse is in de cloud mogelijk voor 3.000
USD per terabyte.
dat de bank eigenlijk één groot datacenter
is en IT staat er dan ook zeer hoog op de
agenda. Een deel van de informatiesystemen van de bank heeft echter zijn wortels
in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Vaak zijn het heel solide systemen die echter naast nieuwere systemen bestaan en
daarmee moeten samenwerken.
Mulders vertelde dat er een investering
van totaal 700 miljoen euro (over de jaren heen) voor nodig is om het zeer complex geworden landschap eenvoudiger,
flexibeler, effectiever en kostenefficiënter
te maken – om producten te kunnen innoveren en te opereren in de nieuwe context. In 2011 lanceerde de ABN AMRO
de Mobiel Bankieren App en de snelheid
waarmee het gebruik ervan sindsdien
toeneemt, vindt Mulders bijna angstaanjagend: er wordt momenteel per dag 1,3
miljoen keer ingelogd via de app – terwijl
het aantal log-ins via internet nog nauwelijks afneemt. ABN AMRO begon dertien
jaar geleden met digital reimagination en
dat traject loopt nog steeds.
De discussie tussen vertegenwoordigers
van grote bedrijven uit verschillende sectoren toonde aan dat ook zij grote transities doormaken, of er al enkele achter de
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Sociale media
Hoewel sociale media primair bedoeld
zijn voor de communicatie tussen personen onderling, is er voor het bedrijfsleven een enorme bron van marketinginformatie ontstaan. Het is mogelijk om
op bijvoorbeeld Facebook en Twitter de
stemming over producten en diensten te
peilen en die te gebruiken voor verbeteringen van de dienstverlening.
klanten en hun activiteiten, inmiddels uitgegroeid tot terabytes aan data. Goede
analyse daarvan levert een schat aan
inzichten die strategische, tactische en
operationele besluitvorming ondersteunen, maar vooral voor een haarscherp
klantprofiel zorgen.
Big-data-analytics
Dan is er big data, in de uiterst competitieve markt een nieuwe informatiebron
mogelijk gemaakt door de openheid
van data en het voorhanden zijn van de
benodigde technologie om grote hoeveelheden uiterst gevarieerde data te
kunnen verwerken. Organisaties bewaren
al decennia lang digitale informatie over
Deze vijf krachten vormen samen het
tijdperk van de digitale consumenteneconomie en leiden voor bedrijven
onvermijdelijk tot digital reimagination.
rug hebben. Een van de deelnemers aan
de sessie, werkzaam in de uitgeverswereld, schetste de grote veranderingen die
zijn organisatie achter de rug heeft. Na
een volledige digitaliseringsslag in 2009
realiseerde een grote uitgever 25 procent
van de omzet met de verkoop van software en met verkoop online; inmiddels is
dat 75 procent.
Ook de overheid ziet zich door alle
maatschappelijke ontwikkelingen voor
nieuwe uitdagingen geplaatst. Bij sommige ministeries is niet alleen het klantenspectrum veranderd, maar is ook de
hoeveelheid kanalen enorm toegenomen.
Multi-channeling is de enige manier om
daaraan het hoofd te bieden. Allemaal
drastische veranderingen, waarin technologie de hoofdrol speelt.
Ter afsluiting
Bij het transformeren naar een digitale
onderneming is ongefundeerd vasthouden aan de vertrouwde oplossingen voor
marketing, sales, verkoopkanalen en
sourcing geen optie. Dat betekent nogal
wat voor de gehele organisatie: wat zijn de
opties, de alternatieven en vooral: waar te
beginnen? Het is raadzaam adviseurs in
De opkomst van kunstmatige intelligentie en robotics.
Satya Ramaswamy.
te huren, aldus Ramaswamy, adviseurs
die beschikken over kennis uit gedegen
marktonderzoek en kunnen bogen op de
nodige ervaring om bestuurders te helpen
bij het bepalen van de roadmap naar een
digitale onderneming. Die adviseurs zouden bovendien in staat moeten zijn zelf
sourcingsproblemen op te lossen.
Digital reimagination is voor organisaties
allang geen discussiepunt meer. Het is beter niet al te lang meer te wachten, stelt
TCS. Anders bouwt de klant een nieuwe
pool van digitale leveranciers op die hem
wel bieden wat hij wil en verwacht.
67
Ó
rubriek Gezien, geweest, gesproken
OM DINER SHOW EN TOM AWARDS
Awards voor
Overvoorde,
Robeco en TCS
Eric Overvoorde, CIO bij Royal Haskoning DHV, en Robeco hebben
tijdens de drukbezochte Outsource Magazine Diner Show in de Koepelkerk te Amsterdam de zogeheten TOM Awards gewonnen. Tevens
waren er prijzen voor Tata Consultancy Services en het ecosysteem van
KPN, DUO en datacenter ODC Noord. Jonathan Aarnouts en Erik Beulen van KPMG wonnen een prijs voor de beste publicatie van 2013.
D
e TOM Awards (voluit: The Outsource Manager Awards) zijn
een initiatief van ICT Media en
Outsource Magazine, bedoeld
om kwaliteitsverbetering en innovatie te
stimuleren bij zowel de leveranciers als
de afnemers in de sourcingsindustrie. “De
sourcingsindustrie heeft een stimulans
nodig om meer geld en energie te investeren in kwaliteit, klantgerichtheid en innovatie”, stelt ICT Media-directeur Rob
Beijleveld, initiatiefnemer van de Awards.
“Het idee van deze ‘Tommies’ is dat het
totale sourcingsecosysteem, zowel in de
private als de publieke sector, profiteert.”
Meer dan 150 CxO’s, sourcingsexecutives
en bestuurders van toonaangevende leveranciers waren eind december vorig
jaar getuige van de uitreiking door jurylid
68
Arnoud van Gemeren, hoofdredacteur van
Outsource Magazine. Tijdens deze stijlvolle dineravond waren de gasten getuige
van optredens van diverse gerenommeerde artiesten en een keynote van Andrew
Rose, analist van Forrester Research.
Dynamiek
Er waren awards voor de ‘most inspirational sourcing leader’, ‘most successful
company in sourcing’, ‘most innovative
sourcing vendor’, een ‘encouragement
award ecosystem’ en de nieuwe literatuurprijs. Eric Overvoorde, CIO bij Royal
Haskoning DHV, sleepte de TOM Award
in de wacht binnen de eerstgenoemde
categorie. De jury roemde de winnaar
om het feit dat hij de fusie tussen Royal
Haskoning en DHV tot een goed einde
heeft gebracht. Hierbij ontstond ook op
sourcingsgebied veel dynamiek en was
een grootschalige hercontractering nodig. “Ondanks alle uitdagingen en alle
hectiek die bij een uitbesteding horen,
wist hij steeds in control te blijven”, aldus
Arnoud van Gemeren. “Eric Overvoorde
is duidelijk een sourcingsleader, iemand
die niet alleen zijn leveranciers, maar ook
zijn eigen organisatie met succes door alle
veranderingen weet te loodsen.”
Eric Overvoorde won met zijn uitverkiezing een cheque voor strategisch sourcingsadvies ter waarde van 10.000 euro,
aangeboden door adviesbureau Metri.
Ron Broeren, bij Heineken wereldwijd
verantwoordelijk voor sourcing, security
en risk, eindigde als goede tweede, met
veel waarderende woorden van de jury.
Clouddiensten
In de categorie ‘most successful company
in sourcing’ maakte Robeco de meeste
indruk. Het bedrijf wilde gebruikmaken
van clouddiensten, maar zag deze moge-
C I O M AGA Z I N E
Door onze redactie Ó Fotografie Roelof Pot
j a a rga n g 9
10ÓÓnn
uu
mm
mm
erer4 1ÓÓ2013
2014
69
“De sourcingsindustrie heeft
een stimulans
nodig om meer
te investeren
in innovatie”
lijkheid geblokkeerd door regelgeving en
compliance-eisen. In overleg met (toen
nog) moederbedrijf Rabobank, Microsoft en De Nederlandsche Bank, wist Robeco de mogelijkheid van het gebruik van
cloudddiensten alsnog te creëren. Niet alleen voor zichzelf, maar voor alle financiële dienstverleners in ons land. Robeco nam
de prijs in ontvangst: een cheque voor het
optimaliseren van de toch al bekroonde
uitbesteding, ter waarde van 10.000 euro,
aangeboden door KPMG. Lovende woorden van de jury waren er voor Rijkswaterstaat, die tot de top twee van deze categorie
wist door te dringen met de ontwikkeling
van een innovatieve sourcingsstrategie.
Tata Consultancy Services (TCS) dankte
de uitverkiezing in de categorie ‘leveranciers’ aan de klantgerichte wijze waarop
het bedrijf invulling geeft aan zijn dienstverlening. Deze valt het beste te typeren
als transparant, zeer flexibel en ‘eerst de
klant, dan pas het contract’. De jury onderzocht terdege hoe klantgericht TCS
dan wel was, maar kon niet anders con-
70
cluderen dan dat dit bedrijf een geheel
klantgericht en daarmee innovatief operatingmodel heeft – een voorbeeld voor
de sourcingsindustrie. TCS ontving als
prijs een eventcampagne ter waarde van
10.000 euro, aangeboden door ICT Media. KPN IT Solutions en HRD-dienstverlener Raet wisten in deze categorie eveneens tot de finale door te dringen.
prijs viel toe aan Jonathan Aarnouts en
Erik Beulen van KPMG, voor hun publicatie over innovatie in IT-outsourcing, verschenen in Outsource Magazine. Andere
finalisten in deze categorie waren Bart van
der Linden (Giarte, nu Conquaestor), Alan
Steele Nicholson (Conway & Partners),
Raymond Linkers (Metri) en Ronald Israëls (Quint Wellington Redwood).
Ecosysteem
Jury
Dit jaar werd voor het eerst een aanmoedigingsprijs voor het beste ecosysteem
toegekend. “Aangezien er steeds vaker
en langduriger door meerdere partijen
wordt samengewerkt, bijvoorbeeld onder invloed van de multi-sourcingtrend,
vond de jury het nuttig een goed functionerend ecosysteem te onderscheiden”,
aldus Van Gemeren. KPN IT Solutions,
de Dienst Uitvoering Onderwijs van het
Ministerie van OCW en het datacenter
ODC Noord verdienden deze Tommie op
grond van de voorbeeldige manier waarop ze gezamenlijk het complexe proces
van datacenterconsolidatie bij de overheid in goede banen weten te leiden. De
partners in dit ecosysteem ontvingen een
prijs in de vorm van consultancydiensten van Quint Wellington Redwood, ter
waarde van 10.000 euro.
De voorzitter van het Platform Outsourcing Nederland, Bart van Reeken, reikte
ten slotte de PON Award Literatuurprijs
uit voor de beste publicatie van 2013. Deze
De jury van de TOM Awards stelde op
basis van een uitgebreide enquête voor
alle categorieën een shortlist samen.
Per categorie werden de genomineerden
aan de tand gevoeld tijdens een jurybijeenkomst in de vergaderlocatie van
ICT Media te Den Bosch. Vervolgens bepaalde de jury wie de winnaars waren.
De jury van de Tommies bestaat uit: Rob
de Haas (voorzitter), zelfstandig coach
Coachtosource, voormalig CIO van ABN
AMRO en CIO of the Year 2008; Bart van
Reeken, advocaat bij De Brauw en voorzitter Platform Outsourcing Nederland
(PON); Kees Bronner, IT-manager bij
ProRail; Anja Dekhuijzen, advocaat en
partner bij Whitebridge en Co-President
Outsourcing Committee ITECHLAW; en
Arnoud van Gemeren, hoofdredacteur
Outsource Magazine & Tijdschrift IT
Management. De jury werd bijgestaan
door Raymond Linkers, Director Sourcing bij Metri, en Tjibbe van der Zeeuw,
partner bij Qhuba.
C I O M AGA Z I N E
Ó
It’s the
community!
Sourcing is voor steeds meer organisaties een strategisch
onderwerp, waarbij het draait om samenwerken met
leveranciers, interne business units en complete bedrijfsketens.
Als verantwoordelijke manager of sourcing professional
wilt u daarom de nieuwste ontwikkelingen en best practices op het gebied van strategic sourcing niet missen.
Outsource Magazine (OM) is al jaren een autoriteit op het
gebied van sourcing: van IT tot finance en procurement.
OM informeert, faciliteert discussies, deelt best practices, entertaint – en vooral: is de thuisbasis van een
levendige sourcing community!
OM is er voor CIO’s, informatiemanagers, demand- en
supplymanagers, CFO, financieel managers en procurement offiers. Zij zien Outsource Magazine als de belangrijkste bron van informatie voor een van de meest actuele
topics op het gebied van business, finance en IT: strategic
sourcing. U toch ook? Want in samenwerking schuilt uw
kracht: it’s all in the community!
Vraag vandaag nog uw abonnement aan via
[email protected]. Of bel 073 614 00 70.
thema it & vision
Rapport Boston Consulting Group:
Bedrijven niet
ingericht op
‘technoconomy’
IT en technologie veroorzaken een aardverschuiving in de verdienmodellen van bedrijven. Het gebeurt niet straks, maar nu. Veel
bedrijven, in vrijwel alle bedrijfstakken, zijn niet voorbereid op de
fundamentele, IT-gedreven veranderingen.
W
e hebben steeds meer IT
en technologie tot onze
beschikking. De groei van
het wereldwijd aantal toegekende patenten stijgt explosief, vanaf
2000 met 76 procent per jaar tot ongeveer 900.000 toegekende patenten in
2010; en dat aantal zal naar verwachting
verder stijgen. Deze stijging kan worden
verklaard doordat er steeds meer ‘hersencapaciteit’ beschikbaar is: door de bevolkingsgroei, door de stijgende emancipatiegraad en door meer toegang tot tertiair
72
onderwijs. Technologie zorgt er ook voor
dat deze nieuwe kennis steeds makkelijker wordt uitgewisseld.
Er komt niet alleen steeds sneller steeds
meer technologie, deze nieuwe technologie wordt ook almaar sneller ingevoerd.
Waar het de stoomboot nog 120 jaar kostte om 20 procent van de wereldbevolking
te bereiken, lukt dat bedrijven met nieuwe technologie als Facebook, What’sApp
en Instagram in enkele jaren. De relevantie hiervan overstijgt de IT-sector. De
wereldbevolking gebruikt deze technolo-
gieën actief, wat zijn impact heeft op alle
traditionele bedrijfsfuncties. Een bedrijf
als Van Moof, producent van stoere stadsfietsen, heeft dat begrepen.
Van Moof geeft geen euro aan marketing uit. Het maakt gebruik van klanten
die door middel van sociale media foto’s
van hun Van Moof-fiets online zetten, en
van diezelfde klanten die stemmen welke
foto’s het beste het ‘Van Moof-gevoel’ uitstralen. Van Moof verkoopt zijn fietsen
inmiddels in grote wereldsteden als New
York en Tokyo. Behalve dat het bedrijf
geen geld uitgeeft aan marketing, heeft
het ook geen traditionele schuldpositie
opgebouwd. Van Moof verandert daarmee de spelregels in de fietsenindustrie,
C I O M AGA Z I N E
Door Marc Schuuring
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
73
ten koste van bedrijven die traditioneel
op schaal concurreren.
Schaalgrootte
Dat traditionele verdienmodellen in alle
industrieën onder druk staan, is ook te
zien als we kijken naar schaalgrootte. Gebrek aan schaal was traditioneel een nadeel; schaalgrootte bereiken vergde veel
investeringen. De nieuwe technologieën
heffen dat nadeel op. De tijd dat de grootste onderneming in een industrie ook
de meest winstgevende was, is voorbij.
Vandaag is nog slechts 30 procent van de
meest winstgevende bedrijven in de reële
industrieën ook de grootste. Nieuwe bedrijven kunnen gevestigde spelers uitdagen zonder grote investeringen te hoeven
doen. Denk aan de energiemarkt, waar
veel nieuwe spelers het de traditionele
partijen zeer lastig maken.
Waar een marktleider vroeger zo’n 25 jaar
van die positie kon genieten, is het gemiddelde nu gereduceerd tot zeven jaar.
Het aantal bedrijven dat uit de top 3 valt,
wordt elk jaar groter.
Hier zijn de lessen uit de hightech interessant. Nokia is het beroemde voorbeeld dat
zichzelf meerdere malen opnieuw wist uit
te vinden, van papier naar elektriciteit,
van rubber naar hightechtelefoons. Ze
zijn nu ook het klassieke voorbeeld van
een bedrijf dat een disruptieve technologie mistte: de smartphone, en daar niet
meer bovenop kwam.
In de strijd tussen Samsung en HTC lijkt
wellicht schaal de slag te gaan beslissen,
maar het is de snelheid waarmee nieuwe
technologische ontwikkelingen in producten kunnen worden verwerkt, die de
winnaar gaat bepalen en daarmee het bedrijf schaalgrootte geeft.
Voorbeelden
“Nieuwe technologie
verandert het speelveld in een ontzettend hoog tempo”
Een ander voorbeeld is de reisindustrie.
Sinds kort is Airbnb de grootste hotelketen
ter wereld, gemeten in aantal overnachtingen. Airbnb stelt via een Marktplaatsachtige site consumenten in staat kamers
in hun huis te verhuren als waren ze hotelkamers. Hiermee wordt niet alleen de gevestigde industrie onder druk gezet, maar
ook het verdienmodel van bijvoorbeeld
gemeenten. Het is op dit moment voor
een particulier in een populaire stad een
prima businesscase om een mooi pand in
het centrum aan te schaffen en via Airbnb
te verhuren, zonder dat de gemeente daar
toeristenbelasting over ontvangt.
Airbnb is een goed voorbeeld van een
klein bedrijf dat de gevestigde orde uitdaagt, en in zeer korte tijd een leidende
positie inneemt. AirBnb is in 2006 opgericht. We zien deze trend in alle industrieën: marktleiderschap duurt steeds korter.
74
Technologie zorgt ervoor dat branchegrenzen vervagen en dat concurrentie uit
nieuwe hoeken kan komen. Drie Nederlandse voorbeelden tonen dit aan:
• Evac gebruikt smartphonetechnologie
om EHBO-dozen tijdig bij te vullen. Door
simpelweg een smartphonefoto te maken
van de verbanddoos en deze op te sturen,
wordt de doos up-to-date gehouden. Dit
model wordt ook aan BHV’s in bedrijven
aangeboden.
• Car2Go maakt autobezit overbodig. Het
gebruikt satelliettechnologie om pointto-point car sharing mogelijk te maken
en zo mobiliteit als een goedkope dienst
aan te bieden. Dit zet druk op traditionele
verdienmodellen van autoverhuurders en
producenten.
• Zonline zet nieuwe technologie in om de
groene-energiebranche voor consumenten te regisseren. Het gebruikt satelliettechnologie als Google maps en geodata
om offertekosten bij zonnepaneelinstallatie substantieel te verlagen, en zet vervolgens lokale installateurs in om de installatie te monteren.
Ten slotte nog een inspirerend voorbeeld
uit de culturele sector: The Metropolitan
Opera. ‘The Met’ is altijd een voorloper
geweest in het gebruik van technologie,
met vroeggebruik van radio en televisie.
Sinds 2006 biedt technologie ‘The Met’ de
mogelijkheden een wereldwijd publiek te
bereiken. In een lokale bioscoop kan men
live een opera vanuit The Met meemaken,
met beter zicht en geluid dan een bezoeker in New York zelf waarschijnlijk zou
hebben gehad. Inmiddels gebruiken meer
mensen deze optie dan er per seizoen in
The Met passen.
Speelveld
Er is maar één conclusie: de toename van
nieuwe technologie in het algemeen en ict
in het bijzonder verandert in een ontzettend hoog tempo het speelveld van steeds
meer reële sectoren. Verandering wordt de
enige constante. Ict wordt daarmee veel
meer dan de huidige automatiseringspost
om kosten te reduceren, waarvan ook nog
eens budgetten te vaak worden overschreden. Ict verwordt tot een van de belangrijkste strategische pijlers voor bedrijven
en instellingen. Bedrijven die hiervan
willen profiteren, snappen dat ict ze gaat
helpen om exporteerbare, gecombineerde
producten en diensten te leveren; dat ict
bedrijven in staat stelt wereldwijde nichespelers te worden, die met gemak de traditionele ‘lokale tienkampers’ kunnen
verslaan; dat ict de opkomst van ‘flitsbedrijven’ mogelijk maakt; en dat ict bedrijven in staat stelt het meest winstgevend
te zijn door ketenregie, in plaats van door
het bezitten van de waardeketen.
Bedrijven die hiervoor klaar zijn, snappen de implicaties van ‘early stage’-technologieën en hebben een ‘early-warningsysteem’ voor aardverschuivingen. Ze zijn
ingericht op technologisch vooruitkijken
in beloningsbeleid, investeringsbeslissingen, samenstelling van managementteams, et cetera. De beste manier om
voorbereid te zijn op een onzekere toekomst, is deze uit te vinden.
MARC SCHUURING is partner bij strategieadviesfirma Boston Consulting Group (BCG).
C I O M AGA Z I N E
Ó
Jeroen Tas Column
Mijn motivatie
In de jaren zeventig werden computers voornamelijk gebruikt
om grootschalige, simpele administratieve processen te verwerken. Mijn vader was verantwoordelijk voor een rekencentrum, vol
boxen met knipperende lichten en rekken met tapes. In de hoek
stond een console met meters papier. Hierop leerde ik programmeren. Ik was diep onder de indruk van het feit dat je door het
ingeven van een aantal regels in een abstracte, logische taal een
bakbeest van een computer kon besturen. De fascinatie bleef en ik
besloot informatica en bedrijfskunde te gaan studeren aan de VU.
Innovatie
Dit was het begin van een loopbaan die me over de hele wereld
voerde. Voor Philips werkte ik in Azië en ik ontwierp systemen
voor financiële instellingen. Toen ging ik naar New York, vervolgens naar Californië. De aandacht verschoof van administratieve
processen naar innovatie. Voor Citibank ontwierp mijn team internetbankieren en nieuwe betalingssystemen. Daar liep ik het
ondernemersvirus op en startte samen met een Indische vriend
een IT-company, MphasiS (met de klemtoon op de M). We creëerden oplossingen om bedrijven beter te laten functioneren op
basis van IT en procesoptimalisatie.
Na veel omzwervingen kwam ik op verzoek van Frans van Houten
na twintig jaar terug bij Philips, met de vraag om mee te werken
aan de transformatie van het bedrijf. Dit was een fantastische
uitdaging om het grootste Nederlandse technologiebedrijf weer
groots te maken. Inmiddels hebben we flinke voortgang geboekt.
Philips IT is nu integraal onderdeel van de business. Er zit weer
structuur in de architectuur. De kosten zijn naar beneden, de
waarde die IT genereert is omhooggegaan. We zitten op koers.
Tijd voor de meest interessante uitdaging van mijn carrière.
Gezondheidszorg
Mijn dochter Kim werd op jonge leeftijd gediagnostiseerd met
‘juvenile diabetes’. Sinds haar twaalfde moet ze vele malen per
dag haar bloedsuikers meten, haar eetgewoontes en activiteiten
aanpassen en zich injecteren met insuline. Dit heeft mij gemotiveerd om me te richten op een van de belangrijkste toepassingsgebieden van IT: gezondheidszorg. Alle ‘hot technologies’ zoals
mobile, cloud, internet of things en big data, vormen een deel van
het recept voor effectievere zorg. Mijn dochter kan betere tools
verwachten om haar conditie onder controle te houden: connected glucosemeters, apps die helpen op basis van algoritmes voor
voeding en beweging (wearables) insuline te optimaliseren, betere
coördinatie tussen verschillende medische disciplines. Niet alleen
voor diabetes, maar ook voor potentiële complicaties. Snellere diagnose en sterk gepersonaliseerde behandelplannen.
Ik voel me vereerd dat ik nu als CEO van een nieuwe businessgroep binnen Philips, me mag storten op oplossingen die mensen
(in plaats van bedrijven) gezonder maken. Waar succes gemeten
wordt in termen van resultaten voor patiënten, uitbreiding van
toegang tot gezondheidszorg, en efficiëntie en coördinatie van
zorg. Waar innovatie in dienst staat van jou.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
JEROEN TAS is oud-CIO van
Philips en winnaar van de
CIO of the Year Award 2013.
Inmiddels is hij CEO Philips
Healthcare Informatics, Solutions & Services
75
Rubriek De CEO aan het woord
76
C I O M AGA Z I N E
Door Rob Beijleveld en Hotze Zijlstra Ó Fotografie Eric Fecken
De IT-functie had nog nooit eerder zo veel om
handen. Kostendruk, security, integratie en
rationalisatie van systemen blijven hoog op
de agenda. Tegelijk lonken de IT-gebaseerde
kansen voor de business. Hoe kijkt de CEO aan
tegen de IT-functie? Hoe is deze intern georganiseerd? Is er een relatie met het bedrijfsmodel?
Is de CIO of IT-directeur in de ogen van de
bestuursvoorzitter een belangrijke spelbepaler
of speelt-ie slechts een rol op de achtergrond?
Hoe liggen de verhoudingen tussen de bestuursvoorzitter en de IT-functie? We vroegen
het de CEO’s van diverse grote Nederlandse bedrijven. In deze aflevering: NS-CEO Timo Huges.
Nico Boot van KPMG duidt de ontwikkelingen.
TIMO HUGES, CEO NEDERLANDSE SPOORWEGEN
Handelingsruimte
Informatietechnologie staat binnen NS prominent op de bestuursagenda. Naast het beter bedienen van de reiziger, speelt bij de spoorwegen
de modernisering van het IT-landschap, optimalisatie van de vervoerscapaciteit en het verbeteren van de interne en externe informatievoorziening aan de klant. “De CIO heeft hier een dijk van een opdracht en
uitdaging”, concludeert Timo Huges na ruim honderd dagen als CEO.
V
oor welke belangrijke uitdagingen
staan jullie momenteel? Wat zijn
de prioriteiten op het gebied van
operatie en strategie binnen NS?
“Op een horizon van vier tot vijf jaar moet
Nederland NS weer omarmen. Om daar te
komen moeten we de klant prioriteit één,
twee en drie geven. Daartoe kijken we
steeds meer vanuit een deur-tot-deurperspectief naar onze dienstverlening. Onze
reputatie heeft de afgelopen jaren de nodige deuken opgelopen en we doen er alles
aan om dat weer recht te zetten.”
Dat klinkt nog als een metadoelstelling,
eentje die je in abstracte termen kunt formuleren. Mogen we aannemen dat hier
harde KPI’s onder liggen?
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
“Die zijn wij aan het uitwerken, en zullen
betrekking hebben op klantwaardering,
reputatie en operational excellence. Het belangrijkste is dat we kijkend door de bril van
de reiziger handelen. We moeten dus niet
denken vóór de klant, maar mét de klant.
We zitten qua punctualiteit wereldwijd in
de top drie. De reiziger heeft daar evenwel
niets aan wanneer uitgerekend die ene trein
te laat is. We hebben een scala aan KPI’s
waarop we binnen de concessie met het
ministerie worden beoordeeld. De meeste
halen we netjes, waaronder het gemiddeld
genomen op tijd laten rijden van de treinen.
Het gaat er echter om te voldoen aan de verwachtingen en behoeften van de individuele
reiziger. Gemiddeld zijn we goed, maar gemiddeld goed is niet goed genoeg meer.”
Hoe weet je wat de klant wil? Gaat NS hiertoe intensiever met de reiziger interacteren?
“We weten wel degelijk wat de klant wil.
Zo worden we van alle bedrijven in Nederland het meest genoemd in Twitter-berichten, en ook doen we veel eigen onderzoek onder klanten. We zijn heel bedreven
in het analyseren van al die tweets en gegevens. Vervolgens zullen we natuurlijk
wel wat met die informatie moeten gaan
doen. Je kunt niet volstaan met te zeggen
dat we op lijn a of perron b weliswaar onder het gemiddelde zitten, maar over het
geheel gezien toch op het juiste niveau.
Je zult op het specifieke terrein waarop
je niet presteert, en waar de reizigers dit
aangeven, handelend moeten optreden en
de dienstverlening verbeteren.”
Wordt dit de rol die de IT-functie binnen
NS nadrukkelijk gaat spelen?
“Het is in elk geval een rol die men kán spelen. Er moet hoe dan ook een koppeling zijn
tussen het met behulp van IT verzamelen,
77
bewaren en analyseren van de beschikbare
informatie, om op basis hiervan de operational excellence daadwerkelijk handen en
voeten te geven. Dat zal vervolgens weer van
positieve invloed zijn op je reputatie. Ander
voorbeeld: we denken soms dat de trein
overvol is, maar steekproefsgewijs blijkt
dat er elders nog best ruimte is. Dat hebben
we gemeten en op basis van die informatie
konden we de mensen bewegen een andere
plek te zoeken. IT kan zo applicaties ontwikkelen om reizigers ‘handelingsruimte’
te geven en ze daarmee eigenaar te maken
over hun eigen beslissingen.”
Wat is het echte speerpunt binnen de ITfunctie?
“Binnen een 175 jaar oud bedrijf heb je continu te maken met je legacy: applicaties, de
hoeveelheid hardware, het aantal interfaces. Dat alles moet je voortdurend meenemen bij de ontwikkeling richting een beter
bedrijf. De basis-IT op orde brengen zou
ik een hygiënefactor willen noemen. Op
basis daarvan kun je vervolgens de informatievoorziening en dienstverlening verbeteren. De manier waarop je dat laatste
doet, hangt voor een groot deel samen met
de manier waarop en op welk niveau je de
IT-verantwoordelijkheid belegt.”
78
“Gemiddeld zijn
we goed, maar
gemiddeld goed is
niet goed genoeg”
Structuur
De CIO-rol omvat daartoe binnen NS
twee aspecten: het moderniseren en verbeteren van de interne IT, in combinatie
met een sterke focus op de reiziger. Met
name vanwege dat laatste heeft NS-CIO
Hessel Dikkers naast een overkoepelende
rol ook een plek in de directie van NS reizigers. “Het was een goede keuze om iemand op een strategisch niveau neer te
zetten en het gehele IT-speelveld centraal
aan te laten sturen: gebouwen, stations,
garagebedrijven, buitenland, hoofdkantoor”, aldus Huges. “Daarnaast is het ongelooflijk verstandig geweest om dezelfde
persoon in het directieteam in de kern
van de business neer te zetten. De CIO
bestuurt de IT dus niet alleen hoog over,
maar staat tevens met zijn voeten in de
dagelijkse dynamiek.”
Is het daarbij belangrijk om als CEO een
directe lijn te hebben met de CIO?
“Het is uiteindelijk niet zo relevant wie in
welke portefeuille zit en hoe de structuur
precies in elkaar steekt, zolang IT maar op
het juiste strategische niveau op de agenda
staat. Ik bepaal zelf in grote mate de agenda van het topteam, maar daarvoor hoeft
de CIO niet direct aan mij te rapporteren.”
Moet je als topbestuurder tegenwoordig
IT-aangehaakt zijn? Ben je als moderne
CEO misschien een klein beetje CIO?
“Je dient als CEO in elk geval warm te lopen voor de ontwikkelingen. Je moet deze
niet allemaal in detail willen begrijpen,
maar je zult wel enthousiast moeten worden voor de manieren waarop IT kan bijdragen aan de beleving van de reizigers.
Bijvoorbeeld door apps die onze klanten
inzicht verschaffen, communicatie mogelijk maken en de dienstverlening verbeteren. Ik vind het mooi om te zien hoe modern wij zijn en meegaan met onze tijd.”
Als bestuurder ben je duidelijk IT-vaardig
genoeg om de grote lijnen te zien en erover
te communiceren. Even als advocaat van de
duivel: je zou IT kunnen delegeren naar een
praktisch verantwoordelijke IT-directeur
zonder strategische verantwoordelijkheid.
“Nee, want je moet IT vanuit het integrale,
strategische plaatje begrijpen. We inves-
C I O M AGA Z I N E
Mooi voorbeeld
De focus binnen NS op reizigerstevredenheid en het leveren van toegevoegde waarde voor de klant, is een uitdaging waar momenteel veel organisaties
voor staan. Naast een vraagstuk voor
de CEO, is dit in belangrijke mate een
kwestie voor de CIO. De veranderingen binnen NS zijn daarmee een mooi
voorbeeld van een ontwikkeling die veel
andere organisaties doormaken.
Alle aandacht voor de klantbeleving is niet
zo vreemd. Veel bedrijven zijn er serieus
van doordrongen dat ze zonder tevreden
‘gebruikers’ geen bestaansrecht meer
hebben. Dat geldt voor NS wellicht wat
minder dan voor bijvoorbeeld een retailer
of een financiële instelling; maar een
‘slechte pers’ is wel degelijk ook schadelijk voor het vervoersbedrijf. Daarnaast is
de individuele consument de afgelopen
jaren door de impact van sociale media
steeds machtiger geworden. Het feit dat
NS voortdurend berichten op Twitter in de
gaten houdt, zegt al genoeg.
NS staat in de transformatie naar een
teren als NS miljarden in de toekomst en
die investeringen in verschillende bedrijfsonderdelen hebben veelal een belangrijke
IT-component. Overigens proberen we tegenwoordig zoveel mogelijk samen te doen
met onze partners. Vanuit de historie hebben we altijd veel zelf gedaan. Dat is voor
bepaalde processen en trajecten erg belangrijk, maar we moeten openstaan voor
wat anderen misschien beter kunnen.”
Deur-tot-deur
Vanuit het genoemde deur-tot-deurperspectief wil NS de reizigers het liefst
naadloos door het systeem laten bewegen:
auto parkeren bij het station, snel kunnen
betalen, desnoods nog een broodje halen,
overstappen, het bieden van de juiste informatie over aansluitende bus- en metrodiensten. Ook dat vraagt om een blik naar
buiten en samenwerking met andere partijen. Huges: “Vanuit de deur-tot-deurpropositie is het spoor de ruggengraat
van het OV in Nederland; we zijn onlosmakelijk verbonden met andere vervoerders. De OV-reiziger wordt commercieel
en operationeel door diverse organisaties
bediend, maar hij of zij maakt in feite één
reis. Deze OV-klant moeten we gezamenlijk zoveel mogelijk ontzorgen. Vanuit het
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
klantvriendelijker bedrijf, zoals gesteld,
niet alleen. Net als veel andere grotere
organisaties is men er van oudsher niet
op ingericht, maar er is wel het besef dat
er iets moet gebeuren. Men beweegt van
onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam, wat feitelijk al een hele stap is.
Backoffice
De IT-functie en CIO spelen een belangrijke rol bij het aanjagen en ondersteunen van de beoogde veranderingen.
Er zullen niet alleen aan de ‘voorzijde’
spannende dingen moeten gebeuren,
zoals de uitrol van apps en andere nieuwe, veelal mobiele mogelijkheden. Ook
de backoffice vraagt om een inhaalslag.
Legacy dient te worden opgeruimd en
er moet krachtig regie gevoerd worden
op het beoogde verandertraject. Twee
grote veranderingen, ogenschijnlijk losstaand, maar met veel onderlinge afhankelijkheid. De transformatie binnen NS is
daarmee exemplarisch voor een pad dat
veel bedrijven momenteel bewandelen.
De hedendaagse CEO’s hebben daarbij
oogpunt van de informatievoorziening
zullen we dus meer moeten samenwerken
met andere OV-vervoerders. We kunnen
daarbij als NS wel een leidende rol spelen.
Niet vanuit macht maar vanuit kracht.”
Verwacht je daarbij dat de CIO een bruggenbouwer is naar de ketenpartners?
“Absoluut. Die rol is zelfs tweeledig: intern en extern. De informatiefunctie kan
eenheid creëren over de diverse bedrijfsonderdelen, maar ook binnen de sector.
De OV-chipkaart is een voorbeeld hoe we
eenheid kunnen realiseren op commercieel terrein: je reist inmiddels eenvoudig
met één kaart door het OV. IT is daarbij
richtinggevend geweest. Hetzelfde geldt
voor het delen van de voor het vervoersproces belangrijke informatie: voor reizigers, aansluitingen en het kunnen bijsturen van de treinen bij onverhoopte
problemen.”
IT biedt het bedrijf en de sector de mogelijkheden om van een min naar een plus
te komen. Loopt de IT-functie binnen NS
voorop in de beoogde cultuurverandering?
“IT is sowieso een belangrijke enabler
voor een meer tevreden reiziger. Klanten
vroegen in 2013 alleen al 1,8 miljard keer
goed door waar het heen gaat en moet,
zo leert ook het interview met Timo Huges.
De NS-bestuurder vindt daarbij duidelijk
de CIO aan zijn zijde; de spin in het web
als het gaat om veranderingen en nieuwe
mogelijkheden. En een CIO die onderdeel
is van de business. Een reëel gevaar is echter dat de CIO verscheurd wordt door een
veelheid van activiteiten en belangen.
Door Nico Boot
reisinformatie op via de Reisplanner Xtra
op hun mobieltje of via ns.nl. Zo krijgt de
klant steeds meer zelf het stuur in handen. Via de Reisplanner weet je waar je
aan toe bent, ook als het een keer anders
gaat. Daarnaast laten de ontwikkelingen
zien dat veranderen leuk is. Dat zal zeker
helpen bij onze transformatie. De manier
waarop het publiek kijkt naar de nieuwe
NS Reisplanner is hiervan een fantastisch
voorbeeld. In het verleden was het altijd
de perceptie dat we als NS data voor onszelf hielden. Tegenwoordig kun je via de
nieuwe Reisplanner de performance zien
van de lijn waarop jij het meest reist. In de
toekomst kan dat misschien wel op individueel niveau, zodat je precies kunt zien
hoe het OV jou als persoon heeft bediend.
Dat is een enorme kanteling.”
De CIO heeft hier veel op zijn bord. Welke
vaardigheden en competenties kenmerkt
de top-IT’er die dit allemaal aankan?
“Twee dingen. Allereerst moet hij het
strategische aspect begrijpen in de context van het heden en de toekomst van de
organisatie. Verder moet er vanwege onze
nationale rol een focus zijn op de dagelijkse operatie. Wij zijn niet van onszelf,
wij zijn van Nederland. De CIO moet het
79
“Je moet als CEO warm
kunnen lopen voor de
ontwikkelingen”
vanuit dat perspectief leuk vinden om
onderdeel te zijn van zo’n omvangrijke
en complexe operatie. Dit geldt trouwens
niet alleen voor de CIO, maar voor alle
mensen aan de top. De lange termijn is
belangrijk, maar de dagelijkse business
evenzeer. Vanuit het CIO-perspectief gaat
het absoluut niet alleen over de nullen en
enen, maar om een brede naar buiten gerichte oriëntatie.”
Veiligheid
Een praktische uitdaging voor de toekomst is de uitrol van een geavanceerd
spoorbeveiligingssysteem, hetgeen in
nauwe wisselwerking met de overheid
gebeurt. Hoewel Huges positief is over
de mogelijkheden van dit European Rail
Traffic Management System (ERTMS),
waarschuwt hij. “We hebben een druk
spoor en het nieuwe systeem kan ruimte
verschaffen om de capaciteit te vergroten.
Het kan het spoor bovendien nóg veiliger
maken. Maar er zitten veel partijen en
enorme veranderingen aan vast. We zullen het op verantwoorde wijze gefaseerd
80
moeten uitrollen, stap voor stap.” Hoewel
IT bij de uitrol van het systeem een belangrijke rol speelt, ziet de CEO het mede
gezien het grote belang en de brede verwachtingen niet als een IT-kwestie, maar
een issue voor het gehele NS-bestuur.
Met wie spar je als CEO buiten NS over dergelijke ontwikkelingen? Zijn er collegabestuursvoorzitters met wie je hierover
van gedachten wisselt?
“Ik voer diverse gesprekken, met name met
bestuurders van logistiekgetinte, financiële en retailachtige bedrijven. Organisaties
die, net als wij, de laatste jaren veel meer
van buiten naar binnen hebben moeten
kijken, en mede op basis van IT belangrijke verbeteringen hebben doorgevoerd.
Daar kunnen wij als NS veel van leren, al
denk ik dat de algehele complexiteit van het
spoorbedrijf – mede gezien de onderlinge
afhankelijkheden van materieel, mens en
infrastructuur – onvergelijkbaar groot is.”
“De spijker op zijn kop. Het begint ermee
dat de top van het bedrijf, en ook de CIO,
openstaan voor zulke nieuwe structuren.
Ik ben wat dat betreft al opgelucht als ik
op station Amsterdam RAI of Amsterdam-Zuid hoor dat ik kan overstappen op
de lijnen van de Amsterdamse bus, tram
of metro. Een stap verder kun je kijken
hoe je al die vervoersstromen voor de
klant optimaal op elkaar kunt aansluiten;
qua commerciële en logistieke propositie,
maar ook qua informatievoorziening. In
het overleg met de grote steden – maar
ook gebieden daarbuiten – gaat het daarbij vooral om de langere termijn: waarin
investeren we om dit in de toekomst mogelijk te maken? Samen met andere OVbedrijven en stakeholders moeten we
tenslotte naar een zo naadloos mogelijke
deur-tot-deuroplossing voor de reiziger.
Dat is een belangrijk aspect voor onze
strategie in de komende jaren om het OV
nog aantrekkelijker te maken.”
Tegenwoordig valt in dat kader nogal
eens de term ‘smart city’: op een slimme
manier omgaan met informatie, om bijvoorbeeld de vervoers- en communicatie-infrastructuur te verbeteren. Het ligt
voor de hand om met bijvoorbeeld het bestuur van steden te praten.
C I O M AGA Z I N E
Ó
ONLINE ANNO 2013
Nu online: www.it-executive.nl
Uitgeverij ICT Media staat aan de vooravond van een
ingrijpende vernieuwing van de redactionele websites. IT Executive, Cioportal.nl en Outsource Magazine.nl zullen alle drie ondergebracht worden in één
vernieuwde redactionele portal om de leeservaring
te verbeteren en Nederlandse CIO’s, IT-managers en
sourcing executives op één centrale plek te voorzien
in hun informatiebehoefte. Sitebezoekers kunnen
met een druk op de knop de content naar voren halen
die hen het meeste aanspreekt. Op die manier valt
er snel in te zoomen op content over de vraagkant
van informatievoorziening (management stream),
de markt (technologie stream) of over outsourcing
(sourcing stream).
www.it-executive.nl
Stay tuned
rubriek Out of office
‘Een vorm van
meditatie’
TONNY WILDVANK
82
C I O MAGA Z I NE
Tekst & Fotografie Paul Piebinga
W
e ontmoeten elkaar bij
haar thuis in de mooiste
stad van Nederland. Een
prachtige plek in het centrum van Utrecht, zo’n smal steegje vlak
bij een park, een ideale stadslocatie. Rustig maar vlak bij alles. Tonny Wildvank is
IT-manager Reisinformatiegroep 9292 en
staat midden in het snel veranderende domein van reisinformatie.
“Een paar jaar geleden ben ik gevraagd
of ik een orkest wilde organiseren en managen. Ik vond dat een goede gelegenheid
om iets te doen wat ik altijd al wilde: viool
leren spelen.” Een stevige uitdaging; viool leren spelen betekent veelal toch een
aantal jaar oefenen om alleen al goed te
leren strijken. Maar blijkbaar is dat iets
wat Tonny met plezier oppakt. “Ik heb
eerst heel lang geoefend en het is best een
uitdaging om stukjes mee te spelen. Het
serieuze werk, dat laat ik nog graag aan
anderen over.” Haar smaak? “Ik luister
naar alles, rock, Dylan en klassieke muziek. Ik ken hele stukken van Mozart uit
mijn hoofd, en die zing ik dan ook hard
mee in de auto. Mozarts vioolsonates zijn
voor mij een vorm van meditatie.”
Sigmund Freud
Tonny’s boekenkast staat vol met stevige
IT-vakliteratuur, van programmeertalen
tot architectuur. “Ik snap het graag zelf ook
en ik hou van dit vak.” Maar er staat ook
Nietzsche en een opvallend item: een Sigmund Freud action figure. “Iemand heeft
een speelgoedpopje van Sigmund Freud
bedacht en op de markt gebracht. Geen
Barbie, geen Ken, maar Sigmund. Uniek,
en ik laat hem netjes ingepakt, omdat anders het effect weg is. Zonder de verpakking is het maar een sullig figuurtje.”
Bijzonder!
PAUL PIEBINGA is CIO van Enexis en fotograaf.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
83
Rubriek CIO IN DE zorg
84
C I O M AGA Z I N E
Onder redactie van Rube van Poelgeest en Hyleco Nauta
AFLEVERING 24: ANTONIUS ZIEKENHUIS SNEEK
Voorop met
medicatieveiligheid
Kwaliteit van de zorg is een speerpunt in de Nederlandse ziekenhuizen. Digitalisering wordt als een van de manieren gezien om de kwaliteit te verhogen, bijvoorbeeld door medicatiefouten te voorkomen.
Het Antonius Ziekenhuis in Sneek ging de uitdaging aan en werkt als
een van de eerste ziekenhuizen in Nederland met een volledig digitale
voorschrijf- en toedieningsregistratie met barcodeverificatie.
C
irca 40 procent van alle fouten
in ziekenhuizen wordt veroorzaakt door een medicatiefout.
40 procent van deze fouten
wordt veroorzaakt door onjuistheden bij
de toediening van medicijnen aan de patiënt. Hier valt dus heel wat te verbeteren.
De stappen die het Antonius Ziekenhuis
daarin zette, was voor de redactie van
deze artikelenreeks reden om te gaan
praten met Werner Zuurbier, CIO van het
ziekenhuis, en Michiel Duyvendak, een
van de ziekenhuisapothekers.
Bereikbaarheid
Werner Zuurbier vertelt dat de afstanden
in Friesland naar zorginstellingen, zoals
ziekenhuizen, in het algemeen groter zijn
dan in de rest van Nederland. Bereikbaar-
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
heid is dus een belangrijk issue en een van
de pijlers van het Antonius. Om patiënten
zo snel mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten terugkeren, zijn goede ontslagbegeleiding en doorverwijzing naar
de lokale zorg (bijvoorbeeld de huisarts
of lokale verpleeghuizen) een speerpunt.
Gelukkig is de relatie met de huisartsen
in de regio uitstekend, want die strategie
betekent meer werk voor de huisartsen.
Zuurbier vertelt dat het daarbij belangrijk
is dat de patiënten en de huisartsen gemakkelijk toegang hebben tot het ziekenhuis, ook digitaal. Dat wordt bijvoorbeeld
gerealiseerd met behulp van internetzorgportalen, waar afspraken gemaakt
kunnen worden en dossiers kunnen worden ingezien.
Friesland vergrijst relatief sterk. Zeker
voor de wat oudere mensen zijn patiëntvriendelijkheid en patiëntgerichte zorg
erg belangrijk. Wat betreft de zorginhoudelijke kant is er binnen het Antonius veel
aandacht voor patiëntveiligheid, zeker
met betrekking tot medicatie. Dat onderdeel ligt met name op het bordje van
Michiel Duyvendak als ziekenhuisapotheker. Werner Zuurbier ondersteunt hem
daarbij actief.
Antonius is dus voortvarend bezig met
informatietechnologie. Dat blijkt ook uit
het feit dat het in 2013 stage 6 heeft bereikt van het zogenaamde EMR Adoption
Model. Daarbij hoort een officiële internationale vermelding door de gerenommeerde HIMSS-organisatie. Het Westfries Gasthuis ging het Antonius voor en
aan dat ziekenhuis is in dit magazine eerder een artikel gewijd (zie CIO Magazine
#6, 2012). Antonius heeft aangegeven dat
als het haar projecten- en vernieuwingskalender netjes uitvoert, het verwacht op
termijn vanzelf toe te groeien naar het
hoogst bereikbare: stage 7.
85
Werner Zuurbier
Hoofd Informatiemanagement van de
Antonius Zorggroep. Zuurbier studeerde bestuurskunde aan de Universiteit
Twente en is afgestudeerd op het onderwerp elektronische dienstverlening
en informatisering binnen de overheid.
Een terugkerend thema in zijn werk is
de omarming van innovatieve IT binnen
kennisintensieve organisaties en de
proces- en cultuurveranderingen die
een organisatie daarbij doormaakt.
Zijn motto: OO + NT = DOO, oftewel:
oude organisatie + nieuwe technologie
= dure oude organisatie. Zonder verandering van organisatie en intrinsieke
motivatie zal elke IT-innovatie dus
stranden.
Als oud-ondernemer heeft hij vele
organisaties in het bedrijfsleven, de
overheid, het onderwijs en de zorg
geholpen met hun eerste internetervaringen en intranetactiviteiten. De
afgelopen jaren binnen de Antonius
Zorggroep stonden in het teken van de
IT-governance, professionalisering van
het functioneel beheer, positioneren
van het informatiebeleid en belangrijke
IT-projecten zoals de invoering van een
nieuw ziekenhuisinformatiesysteem, het
EPD en concrete e-healthtrajecten.
86
Geautomatiseerd
Om fouten met medicatie uit te sluiten,
gebeurt het voorschrijven van medicijnen
elektronisch. Zo kan door de systemen
getoetst worden of het medicijn wel past
bij de patiënt en of er geen conflicten zijn
met reeds voorgeschreven medicijnen,
allergieën of laboratoriumuitslagen. Alle
gegevens van de patiënt zijn in het Antonius immers digitaal opgeslagen. Overigens is het elektronisch voorschrijven
per 1 januari 2014 een wettelijke eis, ter
voorkoming van overschrijffouten. Maar
zolang het opslaan van de medische gegevens niet wettelijk verplicht is, blijft het
voordeel ketenbreed beperkt.
Nadat de medicijnen zijn voorgeschreven,
worden ze zoveel mogelijk automatisch
verpakt en voorzien van een barcode. Voor
dit proces beschikt het Antonius over een
uitgebreide inpakstraat, waardoor fouten
nagenoeg uitgesloten zijn. Wat rest, is de
toediening aan de patiënt. Deze wordt geïnitieerd door het systeem en uitgevoerd
door de betreffende verpleegkundige
aan het bed met behulp van zogenaamde
COW’s (Computer On Wheels). Naast een
computer kan dit karretje ook beschikken
over medicatieboxen, waarin het zakje
“Alle gegevens van
de patiënt zijn in het
Antonius digitaal
opgeslagen”
met medicijnen is opgeborgen. Dit zakje
kan via een pincode geopend worden door
de verpleegkundige. Met een barcode-lezer worden de patiënt, die een polsbandje
draagt, én de medicijnen geïdentificeerd.
Op deze wijze behoren fouten binnen het
Antonius theoretisch tot het verleden.
C I O M AGA Z I N E
“Scannen zou de
meest efficiënte
en overzichtelijke
manier moeten zijn”
Berenburg. Het is door de korte lijnen en
relatief platte organisatie gemakkelijker
om regie te organiseren in alle genoemde
ontwikkelingen. Ook zijn de regionale
ontwikkelingen interessant.
Omzeilen
Zuurbier vertelt dat dat in de praktijk nog
niet helemaal zo werkt. Zo kan de verpleegkundige het lezen van de medicijnen
met de barcodelezer omzeilen, omdat de
software dat niet afdwingt. Ook scheelt het
niet-scannen vijf ‘klikjes’, en dus tijd. Daarover is een discussie met de leverancier
gaande. Het scannen zou de efficiëntste en
overzichtelijkste manier moeten zijn, teneinde het proces van moeten naar willen
te brengen en daarbij ook nog de veiligheid
sterk te verhogen. Het vooroplopende Antonius is een van de weinige ziekenhuizen
die deze eis bij de leverancier heeft neergelegd. Andere ziekenhuizen hebben nog
andere prioriteiten, zodat de eis van het
Antonius voor de softwaremaker niet het
meest urgent is. Tevens is er behoorlijk wat
menselijke inspanning nodig bij medicatie
die niet in de verpakkingsmachine mag of
past. Jaarlijks worden nog circa 550.000
stickers handmatig aangebracht.
Verder is de overdracht van het medicatieoverzicht van de thuisapotheek naar
het Antonius en andersom nog een belangrijke foutenbron. Samen met het Universitair Medisch Centrum St. Radboud
in Nijmegen wordt mede om die reden
gewerkt aan een applicatie met de naam
Mijn Medicatie. Het beter inbedden van
de huisarts en thuisapotheek in de systemen is een van volgende uitdagingen
voor Duyvendak en Zuurbier. Dit vereist
wel landelijke afspraken waar beiden
voor lobbyen. Een andere mogelijkheid is
samen met de eerstelijnszorg op hetzelfde
softwarecluster te gaan, waarbij in het
kader van ontschotting in de zorg ook als
één zorgorganisatie met één regiobudget
wordt gewerkt.
Plezierig
Zowel Duyvendak als Zuurbier stellen dat
het plezierig werken is in het Antonius
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Michiel Duyvendak
Ziekenhuisapotheker in het Antonius
Ziekenhuis Sneek en Emmeloord.
Duyvendak (1976) is geboren in
Oldenzaal, heeft in Stadskanaal het
vwo afgerond (1994) en is in Groningen farmacie gaan studeren. Zijn
afstudeeronderzoek was gericht op
moleculaire farmacologie. Na in 2001
zijn apothekersdiploma gehaald
te hebben, is hij in Heerenveen en
Leeuwarden de opleiding tot ziekenhuisapotheker gestart. Vanuit zijn
daar gestarte projectwerkzaamheden
is de aandacht voor farmaceutische
patiëntenzorg steeds verder versterkt.
De registratie als ziekenhuisapotheker
werd in 2007 voltooid en in oktober
2010 is hij gepromoveerd op het
onderzoek ‘Pharmaceutical Care by
Clinical Pharmacists in Patients with
Musculoskeletal Disease’.
Sinds oktober 2007 is Duyvendak
werkzaam in het Antonius Ziekenhuis
in Sneek, alwaar hij verantwoordelijk
is voor distributie, medicatieveiligheid
en het elektronisch medicatiedossier.
Het is zijn sterke overtuiging dat IToplossingen de efficiëntie en veiligheid van de gezondheidszorg, en in
het bijzonder de medicatieveiligheid,
verbeteren. Sinds 2011 is hij projectleider van het zogenaamde Closed Loop
Medication-project in het Antonius
Ziekenhuis. Voor zijn diverse onderzoeks- en projectactiviteiten ontving
Duyvendak de KNMP-prijs 2000, de
Organon Young Research Talent Price
2000, de Opwijrda Prijs 2007, de
Sanofi-Aventis Best Review Prijs 2008
en de Farma Innovatie Award 2010.
De Antonius Zorggroep (niet te verwarren met het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein) bestaat uit een ziekenhuis- en
thuiszorgtak. Het is een van de vijf ziekenhuizen in Friesland, waarbij het in
omvang tweede is. Het ziekenhuis heeft
de hoofdlocatie in Sneek en twee poliklinische nevenvestigingen in Emmeloord
en Lemmer. De Zorggroep biedt zorg
primair voor de inwoners van ZuidwestFriesland en de Noordoostpolder. Het
verzorgingsgebied wordt gekenmerkt
door de vele meren en het watertoerisme.
Daarom zijn er twee ambulanceboten
stand-by om de veiligheid ook op het water te garanderen. De zorggroep wil de
nummer 1-thuiszorgziekenhuis van Nederland zijn; omdat men gelooft in het organiseren van de zorg zoveel mogelijk in
de vertrouwde omgeving van de patiënt,
buiten het ziekenhuis.
De automatiseringsfunctie in het Antonius
is, zoals bij veel ziekenhuizen in Nederland, opgesplitst in technische automatisering en een functionele informatisering.
Werner Zuurbier is verantwoordelijk voor
informatiemanagement, functioneel beheer (deels decentraal), informatieveiligheid, beleidsvoorbereiding en projectmanagement. Zijn uitstekende contacten met
Michiel Duyvendak geven aan dat hij goed
verankerd is in de ziekenhuisorganisatie.
Hij vindt dat hij goed gepositioneerd is om
als informatiemanager (CIO) binnen het
Antonius een verschil te kunnen maken
daar waar IT een belangrijke bijdrage kan
leveren aan de kwaliteit van de zorg.
Ziekenhuis. Het is een organisatie met
korte lijnen en een typisch Friese, nuchtere cultuur. Veel mensen kennen elkaar
ook privé. Beide heren zijn bovendien buren, dus ze kunnen de uitdagingen waar
ze voor staan ook nog in de achtertuin bespreken onder het genot van een glaasje
87
Ó
VIJF JAAR TIM AWARDS
Innovatie
draait door
De TIM Awards bestaan dit jaar
vijf jaar. Een korte terugblik op
de uitgereikte innovatieprijzen
leert dat de diverse winnaars
stug zijn doorgegaan met innoveren. In verschillende gevallen
werd daarbij door de Awards
nog een klein steuntje in de
rug gegeven. Een overzicht.
‘T
he Innovation Manager Awards’
(ook wel: TIM Awards of Timmies)
zijn een initiatief van ICT Media en
CIO Magazine, bedoeld om innovatieve projecten te belonen en te stimuleren
bij zowel leveranciers als afnemers op het
gebied van IT. “Het idee is dat het totale
Nederlandse IT-ecosysteem een collaboratieve en innovatieve mindset gaat omarmen”, aldus ICT Media-directeur Rob
Beijleveld, jurylid en initiatiefnemer van
de innovatieprijzen. “De Nederlandse ITbranche heeft per slot van rekening slechts
bestaansrecht wanneer we samen de innovatie brengen die aansluit op de behoeften
van klanten, consumenten en niet te vergeten de maatschappij als geheel.”
Om dit alles te stimuleren zijn de afgelopen vier jaar prijzen uitgereikt in de ca-
88
tegorieën ‘het meest innovatieve bedrijf’,
‘de meest innovatieve IT-leverancier’,
‘het meest innovatieve ecosysteem’ en ‘de
meest innovatieve IT-leider van Nederland’. De TIM Awards worden traditiegetrouw in maart uitgereikt tijdens de drukbezochte CIO Diner Show in de sfeervolle
Orangerie te ’s-Hertogenbosch.
Luchthaven
Schiphol Group geldt al jaren als een van
de meest innovatieve bedrijven van Nederland. Een van de credo’s van CIO Kees
Jans is dat ‘wat op Schiphol niet kan, op
geen enkele andere luchthaven mogelijk
mag zijn’. De Schiphol-organisatie ontving
in 2010 een TIM Award. De beloning bestond eruit dat een team van knappe koppen van TNO zich een week lang over een
specifieke businessuitdaging zou buigen
– de doorstroming bij de securitycheck –
om vervolgens de oplossing te presenteren.
De suggesties vanuit TNO luidden: het op
de juiste wijze routeren van de passagiers,
oponthoud proberen te voorkomen, de
doorlooptijden monitoren, en de passagiers goed voorbereiden op de te nemen
stappen. Ook het inzetten van RFID en
gezichtsherkenning kon volgens TNO het
veelal tijdrovende en vervelend ervaren
controleproces helpen verbeteren.
Inmiddels is men op Schiphol begonnen
met het ontwerpen en bouwen van een nieuwe, centrale ‘security-lane’. Dit controlepunt gaat de minder efficiënte, decentrale
scanners bij de gates voor de niet-Schengen-passagiers vervangen. “Bij de ontwikkeling ervan zijn een aantal elementen die
ook in de TNO-sessie naar voren kwamen
meegenomen”, aldus de in 2006 tot CIO of
the Year uitgeroepen Kees Jans.
Na een kort ritje van het Schiphol Groupkantoor naar een bedrijfspand in Hoofddorp toont Jans een indrukwekkende
houten mock-up en een aantal werkende
componenten van het nieuwe ‘next level security checkpoint’. “We passen techniek toe
waar het kan, en zetten mensen in waar het
moet”, aldus de CIO. Belangrijke voordelen
zijn dat passagiers niet hoeven aan te sluiten
in een rij, maar door een slimme ronding
van het meubilair met meerderen tegelijk
hun spullen gereed kunnen maken. Bagage
gaat daarbij in één keer door het proces,
zonder hinderlijk terugsturen van tassen en
bakjes voor een extra controle. Bij verdachte
C I O M AGA Z I N E
Door onze redactie
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
89
Door onze redactie
90
C I O M AGA Z I N E
zaken worden de spullen automatisch doorgestuurd naar een tweede scanner en krijgt
de agent een seintje, zodat eventueel nog
een handmatige controle kan plaatsvinden.
Door de scanbeelden te centraliseren vindt
er controle op afstand plaats, waardoor er
geen een-tweetjes met de operator mogelijk
zijn. Ook het scanproces van door transferpassagiers elders taxfree aangeschafte
dranken is sterk versneld en verbeterd.
“Deze security-lane wordt op dit moment
ontwikkeld en gaat al deze zomer in productie”, aldus een trotse Kees Jans. “Dat
kan onder meer door een goede wisselwerking met bouwer Scarabee Systems
in Hoofddorp, parallelle ontwikkelprocessen en toepassing van Agile-methoden. De mock-up hebben we hierdoor in
slechts acht weken tijd gebouwd. Ondertussen wordt de echte lane gebouwd.”
Ook de look & feel van de securitystraat
is aangepast: laag, transparant, gemaakt
van geluiddempend materiaal en voorzien
van vriendelijke vormen. “Het is cruciaal
voor Schiphol dat instappen en overstappen zo snel en plezierig mogelijk gaan.
Deze centrale security-lane draagt daar
zeker aan bij.”
Maatschappelijk
Het dienen van een breder algemeen belang voor burger en consument betekende
tot nu toe altijd een belangrijk pluspunt
bij het toekennen van de Tim Awards. Een
aansprekend voorbeeld is de iNStApp van
de Nederlandse Spoorwegen: een slimme
app die reizigers op basis van sensorinformatie in de treinen realtime vertelt hoe
vol de verwachte trein is en in welke wagon de meeste plaatsen beschikbaar zijn.
De urgentie van de beperkte inzetbaarheid van materieel bij sneeuwval binnen
NS werd gebruikt om de dienstverlening
structureel te verbeteren. De in samenwerking met CGI ontwikkelde iNStApp
was een van de resultaten.
“Bij een innovatief bedrijf denk je misschien niet direct aan NS, maar ze krijgen
wel veel voor elkaar”, doelde de jury van
de Tim Awards onder meer op de enkele
jaren geleden uitgerolde Reisplanner Xtra
en de wifi-voorziening in de treinen. NSCIO Hessel Dikkers toonde zich enorm
verheugd met de innovatieprijs. “De Award
voor de iNStApp is ontzettend leuk voor het
bedrijf”, aldus de IT-bestuurder. “Het is een
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
goed voorbeeld van volledig buiten de bestaande kaders denken. De iNStApp was bij
de lancering echt uniek in de wereld.”
Innovatie wordt binnen NS zeer serieus
genomen. Dikkers: “Er is een groeiende
behoefte aan het mobiel ontvangen van
actuele informatie. De NS wil daarop
graag inspelen.” Een andere wezenlijke ITgerelateerde uitdaging is de invoering van
de OV-chipkaart. “We willen daarbij de
chipkaart als basis laten dienen om onze
klanten simpel van deur tot deur te laten
reizen. Het voordeel is dat je met één kaart
niet alleen meer betaalgemak hebt, maar
ook een geïntegreerde dienstverlening.”
Ook NS-topman Timo Huges onderstreept in een exclusief interview elders in
dit blad de innovatieve drive binnen zijn
organisatie. De inzet van IT speelt daarbij
een belangrijke rol.
Thought leaders
De award voor Marcel van Galen als
‘meest innovatieve leider’ in 2012, had
eveneens een maatschappelijk tintje. Zijn
Qiy Foundation biedt internetters een
veilig persoonlijk online domein, waarbij
men op basis van een centrale log-in en
persoonlijke voorkeuren toegang krijgt
tot verschillende webdiensten. Bank-,
pensioen- en hypotheekgegevens bijvoorbeeld zijn daarbij in één overzicht te
benaderen. Gebruikers kunnen zelf bepalen hoe en wanneer anderen gebruik van
deze informatie mogen maken. Qiy richt
zich naast consumenten tevens op bedrijven en organisaties. Zakelijke gebruikers
kunnen via het Qiy Trust Framework inloggen in systemen van de werkgever of
die van eventuele (keten)partners. “We
reiken deze prijs dit keer uit aan een echte
thought leader die vanuit de crisis naar
voren kijkt”, stelde juryvoorzitter Hennie
Wesseling tijdens de uitreiking.
Een jaar later werden er maar liefst twee
prijzen uitgereikt in de categorie ‘meest
innovatieve leider’. Ontwerper Daan
Roosegaarde, initiatiefnemer van de zogenoemde social design labs in Rotterdam en Shanghai, kreeg de prijs vanwege
zijn rol als inspirator. Voorbeelden van
zijn werk zijn een jurk die transparant
wordt als de drager opgewonden raakt,
de sustainable dance floor en het project
Smart Highway. “Een zeer inspirerende
ontwerper, die met behulp van technologie
“Het dienen van een
breder algemeen belang betekende altijd
een pluspunt bij toekenning van de TIm
Awards”
dingen doet waar onze maatschappij mooier en leuker van wordt”, aldus Beijleveld.
Oud-Philips-CIO Jeroen Tas werd in 2013
in het zonnetje gezet vanwege zijn leidende rol binnen de transformatie naar een
bedrijf dat met ‘online connected’ consumentenproducten is aangehaakt bij de
moderne tijd. Omdat informatietechnologie hierbij een cruciale rol speelt, heeft
Tas de IT-functie binnen Philips sterk
gemoderniseerd. Cocreatie, realtime gegevensverwerking, Agile-werkwijzen en
cloud computing zijn daarbij enkele kernbegrippen. De innovatieve traditie van
Philips wordt nog eens onderstreept door
het feit dat ook Tas’ voorganger Maarten
de Vries in 2011 een prijs ontving voor zijn
rol op dit terrein.
Jeroen Tas mag zich inmiddels zich ook CIO
of the Year 2013 noemen. Het is overigens
geen toeval dat ook Frans Woelders, die in
2011 een Timmie ontving voor innovatief
leiderschap binnen ABN AMRO, thans de
CIO of the Year Award in bezit heeft. Beide
top-CIO’s zijn inmiddels doorgestoten naar
algemene topbestuursfuncties.
Mobiliteit
Thought leaders te over dus in de Nederlandse CIO-gemeenschap. Bij de toekenning van de award voor het meest innovatieve bedrijf werd in 2012 onder meer
meegenomen dat binnen Athlon Car
Lease, op initiatief van toenmalig CIO Tijmen Mekel, al jaren een sterk innovatief en
duurzaam beleid is gevoerd. “Met de focus
op het leveren van brede mobiliteitsoplossingen is Athlon in staat gebleken het eigen businessmodel opnieuw uit te vinden
en te verrijken met nuttige en duurzame,
aanvullende diensten”, motiveerde de jury
destijds de prijs. “Het bedrijf is daardoor
zeer onderscheidend in de markt.”
Tijmen Mekel, inmiddels senior vice president IT Demand Relationship Management bij moederbedrijf De Lage Landen,
roemde bij het in ontvangst nemen van de
Timmie vooral zijn team: “Voor innovatie
91
CIO Diner Show 2014
Pakweg 200 IT-verantwoordelijken
en bestuurders van toonaangevende
Nederlandse IT-leveranciers zijn
jaarlijks in de sfeervolle Orangerie te
’s-Hertogenbosch getuige van de uitreiking van The Innovation Manager
(TIM) Awards. Tijdens deze bourgondische dinershow traden tot nu toe
sterren op als Candy Dulfer, Trijntje
Oosterhuis, LA The Voices, Charly
Luske en vele, vele anderen. Ook
tijdens de komende CIO Diner Show
op 25 maart zal de muzikale omlijsting weer van topniveau zijn.
Aanmelden
Dit jaar vindt de CIO Diner Show wederom plaats in de Bossche Orangerie.
Het drukbezochte evenement is een
initiatief van ICT Media, vanuit het
idee de IT-innovatie aan te jagen door
interessante cases voor het voetlicht
te brengen en IT-bestuurders in een
sfeervolle setting met elkaar in contact
te brengen. CIO’s en andere IT-verantwoordelijken kunnen zich op
www.ciodinershow.nl terecht voor
meer informatie en registratie voor het
evenement.
is creativiteit nodig en daar werkt bij ons
iedereen aan mee.” Athlon werd beloond
met een Innovation Challenge Workshop
door TNO. De Award heeft daarmee de
innovatie binnen Athlon Car Lease en De
Lage Landen verder aangejaagd, zo laat
Mekel weten. “We rollen op dit moment
zelfs een concept uit hoe we intern innovatie kunnen stimuleren in Duitsland en
Amerika. Het is een van de gevolgen van
de verzilvering van onze prijs.”
Binnen De Lage Landen vinden momen-
92
teel diverse interessante IT-gedreven ontwikkelingen plaats. Mekel: “Zo hebben we
recent ons nieuwe internationale channelmanagement- en remarketingsysteem
geïmplementeerd (voor het in goede banen leiden van de verkoop van eindecontractvoertuigen, red.). Het nieuwe systeem faciliteert meerdere kanalen voor
remarketing en biedt de mogelijkheid om
de gezamenlijke internationale autoverkoop te analyseren en te optimaliseren.”
Ecosysteem
Het afgelopen jaar werd ‘het meest innovatieve ecosysteem’ als nieuwe categorie aan de TIM Awards toegevoegd. “De
markt vraagt immers om het veel meer
in gezamenlijkheid aanvliegen van ITgebaseerde uitdagingen en oplossingen”,
aldus de jury. Het meest in het oog sprong
in 2013 de samenwerking tussen IBM,
NXP en een keur aan ‘kleinere’ partijen
in het kader van de zogenoemde SmartIn-Car-pilot te Eindhoven. Daarbij wordt
via intelligente sensoren in auto’s geanonimiseerde realtime informatie over
onder andere weersomstandigheden en
verkeerssituaties via een clouddienst geaggregeerd en beschikbaar gemaakt voor
(andere) belanghebbenden, zoals verkeersautoriteiten en vervoersbedrijven.
“Een zeer sterk ecosysteem”, aldus de jury
in 2013. “Het gaat hier om echte IT-innovatie, waarbij de nodige drempels rond samenwerking en privacyvraagstukken zijn
overwonnen.” Andere kanshebbers voor
de Award in deze categorie waren IT-leverancier CGI en sportkoepel NOC*NSF, die
samen met InnoSportNL en de Dopingautoriteit, met instemming van de World
Anti-Doping Agency (WADA), een app
ontwikkelden waarmee atleten kunnen
voorkomen dat ze de periodieke controles
missen. Het samenwerkingsverband van
onder meer Virtual Affairs en Cegeka binnen de nieuwe bank Knab werd eveneens
zeer hoog gewaardeerd. In de afgelopen
vier jaren werden tevens TIM Awards uitgereikt aan de IT-leveranciers Software
Improvement Group (SIG), Cisco, Raet en
Schuberg Philis.
Jury
De kernjury van de Timmies bestaat
uit: Hennie Wesseling, zelfstandig adviseur, voormalig CIO TNT Post en oudvoorzitter van CIO Platform Nederland;
Han Gerrits, CEO Innovation Factory en
hoogleraar aan de VU; Ben van der Burg,
commercieel directeur TripleIT en presentator bij BNR; Tjibbe van der Zeeuw,
managing partner bij Qhuba; Hotze Zijlstra, hoofdredacteur CIO Magazine; en
Rob Beijleveld, CEO ICT Media BV. In de
jury neemt traditiegetrouw een winnaar
van het voorgaande jaar plaats. Voor 2014
is dat NS-CIO Hessel Dikkers.
C I O M AGA Z I N E
Ó
t
10
h
an
ni
ve
rs
ar
y
C ODAY
2014
don't miss it!
24+25
nov
2014
rubriek VALKENOOG
Door Jan Peter de Valk
Razende Bol
Naast tijd voor contemplatie nodigt de jaarwisseling uit tot het lezen van
de nodige lectuur. Heb zelf weer eens de betekenis van het cijfer 42 opgezocht (weet u nog?) en me verdiept in bestsellers op het gebied van
leugendetectie, vriendelijk maar beslist onderhandelen, en zelfcoaching.
A
llemaal heel bruikbaar in de digitaliserende wereld, waar Emirates (tegenvaller) mij rond de
jaarwisseling in hebben rondgevlogen.
Elke tussenlanding betekent tegenwoordig voor iedereen op zoek naar wifi en
ook stopcontacten zijn in trek om maar in
contact te blijven, terwijl medereizigers
stelselmatig worden gemeden – jammer.
Daarbij geen enkel onderscheid des persoons, al lijken vrouwen en vooral jonge
meiden nog meer door hun handhelds geobsedeerd dan het andere geslacht.
Wat een verademing trouwens om een
OV-dagkaart in Dubai te kopen en te ervaren dat het meteen werkt. Zo ook in
Maleisië en Singapore. Kunnen we zo veel
van leren, al zijn de façades in de Arabische wereld wel erg plastic verder. Als dat
de moderne wereld is? Dan maar historie,
theeplantages en tropical delight wat verderop, terwijl een golfrondje boeken per
mobiel geen probleem is.
Randstadstaatje
We beseffen niet half hoe we in ons eigen
randstadstaatje voorhanden hebben wat
men in de rest van de wereld zoekt. Eilandjes met zandstranden, ruim cultuurgoed, en vooral bereikbaarheid – mits
we even een paar zeer grote verkeers-
94
slagaders, monorails en snelbootverbindingen aanleggen, ruim boven of onder
de grond. Doen dus, en milieuactivisten
gewoon outsourcen naar Siberië. Dat zou
miljoenen trekken, want we zijn een oase
van vrijheid en rust als we niet zelf in de
rij moeten staan in onze onnozele files die
tot niets leiden.
We hebben geen industriële producten
van Duitse klasse, dus laten we gewoon
groen worden en blijven. Met kwaliteit
voorop, prijzen omlaag (vooral in de
restaurants) zoals in de omringende landen, en we kunnen zeker het record van
België gaan breken zonder regering en
banken en grootindustrie, want totaal
nutteloos op onze schaal. Blijkt ook wel
als 85 procent van de bevolking geen vertrouwen heeft in deze regering. Foei! Wat
mij betreft richten we alles op toerisme
met inhoud en intussen vriendelijk ons
eigen taaltje volhouden naast de wereldtaal Engels: folklore. Chinezen, Russen
en ook Brazilianen en Indiërs, Indonesiërs en Zuid-Afrikanen zullen over elkaar
struikelen om ons te bezoeken en hier te
relaxen. De global warming gaat meehelpen. Elders gewoon helpen met deltawerken en ons kostje is gekocht. Koninklijk
of niet, we mogen er zijn, maar dan wel
graag professionaliseren dat toerisme.
“Regering, banken en
grootindustrie zijn
totaal nutteloos op
onze schaal”
Faciliteren
Wat een ict-mogelijkheden: reizen en logistiek uitstippelen, begeleiden en faciliteren. We kunnen een toonbeeld worden
met een glimlach in plaats van een grimlach. Ja-derland in plaats van Nee-derland. En dat WK voetbal, gewoon lekker
kijken vanaf de Razende Bol of Griend en
meegenieten van een al behaalde plaats in
de top. Meer dan dat is echt niet nodig, al
hebben we nog zulke leuke spelers. Driemaal was scheepsrecht, maar dat is achter de rug nu. Geeft niet, we hebben veel
meer dan dat in huis. Hoera voor de VOC
nieuwe stijl, komt dat zien, komt dat zien.
Selamat Datang!
JAN PETER DE VALK is oud-CIO van DHL
Express in de Benelux en geeft in deze rubriek
als IT-evangelist zijn visie op nieuws, trends en
ontwikkelingen.
C I O MAGA
M AGA Z I NE
NE
Ó
REALITY
CHECK
Visies, trends en ontwikkelingen in
informatiemanagement en -technologie…
Maak ze tot realiteit.
Lees TITM.
Het magazine voor no-nonsense
IT- en informatiemanagers.
T
ITM – voluit: Tijdschrift IT Management
– is een magazine dat het karakter van
zijn doelgroep perfect weerspiegelt.
TITM is er voor leidinggevenden in de ict. Of
u nu IT-manager, informatiemanager hoofd
ict of nog anders genoemd wordt, u draagt
verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en neemt dagelijks belangrijke
beslissingen. U slaat de brug tussen de directie, de CIO of de CFO enerzijds en de ITorganisatie anderzijds. U bent dagelijks betrokken bij ict-projecten, maar hebt een open
oog voor de bedrijfsstrategie. TITM is er voor
leidinggevenden in de ict, zoals u. In TITM
vindt u prikkelende columns, no-nonsense
vakinformatie en boeiende interviews met
opinion leaders of collega’s bij andere organisaties. TITM verspilt uw tijd niet, maar is
altijd to-the-point. Net als u. TITM volgt de
belangrijke ontwikkelingen in ict en informatiemanagement over de volle breedte.
Zo bent u altijd in no time up-to-date. TITM
organiseert bovendien tal van events, zoals
rondetafelsessies en studietrips, en biedt u
de gelegenheid uw opinies en projectervaringen te publiceren. Wanneer u ook meer
voor resultaten gaat dan voor loos gepraat,
is TITM het blad voor u. Neem meteen een
abonnement. Uw investering bedraagt
slechts 75 euro per jaar. Welkom bij TITM!
ICT Media BV
Magistratenlaan 184
5223 MA 's-Hertogenbosch
T. 073-6140070
F. 073-6129997
www.cioday.nl
www.cioportal.nl
[email protected]
interview architectuur
RENÉ STEENVOORDEN, CIO RABOBANK
Verbouwing onder
architectuur
Rabobank zit midden in een grote transformatie
naar een digitaal, klantgecentreerd en volledig ITondersteund bedrijf. Sociale netwerken en klant-interactie via mobieltjes worden even belangrijk voor
de verwerking van financiële transacties als backofficesystemen. Ook bij Rabobank geldt het motto
‘meer met minder medewerkers’. Dat vraagt om
een moderne en geavanceerde IT-ondersteuning.
Architectuur speelt daarbij een centrale rol.
D
e rollen van financiële instituties zullen in het digitale
tijdperk nog flink veranderen, zo verwacht CIO René
Steenvoorden. Innovatie en architectuur zijn daarom
binnen Rabobank nauw met elkaar verbonden. “Wij hebben een kleine, aparte afdeling met innovatiemanagers in dezelfde
eenheid als de architecten”, aldus de IT-bestuurder. “Deze innovatieclub is de kraamkamer voor nieuwe technologieën in de roadmaps van de architecten. Die hebben op hun beurt een belangrijke
rol om hun roadmaps te alignen met de visie op waar de bank als
bedrijf naartoe gaat. De architectuur geeft richting aan de vraag
waar met behulp van IT anders kan worden gebankierd. Neem
onze recente introductie van het aanmaken van een eigen hypotheekdossier door de klant zelf. Hierbij waren de rollen van architectuur en business-development echt met elkaar versmolten.”
Rabobank merkt dat door de digitale concurrentie het steeds
belangrijker wordt de klant ‘digitaal te verleiden’. Steenvoorden:
“Meer dan ooit is IT dé succesfactor geworden voor de ‘digitaal
96
dichtbij’-klantbediening die wij voor ogen hebben. Dit vereist een
architectuur die samenhang tot stand brengt tussen IT-systemen
en informatie van en over de klant, zodat de klant zelf in de regie is en verkoop, service en transacties in ‘één keer goed’ gaan.
Tegelijk vergt het een architectuur die veel simpeler is, zodat wij
sneller en goedkoper IT-systemen op de markt kunnen zetten en
houden. Voorts eisen wij van onze architectuur dat deze helpt te
voorkomen dat wij de legacy van morgen bouwen.”
Principes
Rabobank heeft bewust gekozen voor een ‘principle-based’ architectuur op ondernemingsniveau. Per businessdomein worden
de architecturen ontwikkeld en gehandhaafd door een dedicated team van architecten. “Op enterpriseniveau onderkennen
wij een set van enterprisemodellen, waarin de principes worden
toegepast”, vertelt Steenvoorden. “Wij vertalen de algemene architectuurprincipes naar zogenaamde werkingsprincipes; juist
om eenheid te krijgen in de ontwerpruimte. Voorbeeld van een
leidend principe binnen de datalogistiek is eigenaarschap. In de
praktijk blijkt dat je met behulp van dit principe de goede discussie krijgt. Dus niet eerst de oplossing voorstellen, zoals IT’ers
vaak doen, maar eerst bepalen wie de eigenaar van het probleem
is en daarmee van de potentiële oplossing. Die eigenaar is ervoor verantwoordelijk dat er duidelijke definities zijn en dat de
inhoud is afgestemd met de afnemende partijen. Daarmee heb je
tevens het impactgebied gedefinieerd.”
C I O M AGA Z I N E
Door Daan Rijsenbrij en Hotze Zijlstra Ó Fotografie Roelof Pot
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
97
“We hebben specifieke architectuurprincipes om de interactie
met de klant te laten evolueren. Het belangrijkste concept hierbij
is ons cross-channel klantcontact. We volgen de klant over de
kanalen heen, maken meerdere kanalen mogelijk, en dat zonder
fricties in de klantbediening. Met one-to-onemarketing maken
wij een draai van push naar pull. De dataexplosieopslag en -analyse die we big data noemen, maakt dit mogelijk. Wat je nu op internet ziet als hypotheekdossier, is intensief getest met klanten.”
Nagenoeg alle moderne businessmodellen worden IT-driven,
dit is volgens René Steenvoorden dus hét moment om als CIO
naar voren te stappen. “We hebben de fase van IT als kostenpost
achter de rug. Niet voor niets is onze IT-agenda ambitieuzer dan
ooit. Architectuur maakt de realisatie van deze agenda beheersbaar en betaalbaar.”
98
CIO naar voren
Ondernemen wordt steeds meer managen van dynamiek. Voor
steeds meer organisaties vereist dit simpele en samenhangende
IT-ondersteuning. Met principle-based architectuur kan dit
worden bereikt. Hiervoor heb je gemandateerde, excellente architecten nodig die invloed en impact hebben.”
Een architect heeft volgens René Steenvoorden gedegen vakkennis nodig, maar nog veel belangrijker vindt hij goede conceptuele en communicatieve skills. “Dat vereist training on the job,
intervisie en interactieve vaardigheden”, aldus de CIO. “Dé ‘chief
architect’ kennen we hier niet als functie. Wij kiezen ervoor om
per businessdomein één architect de leiding te geven. Juist voor
deze leadarchitect ligt de lat het hoogst. Hij moet in staat zijn om
een team van topprofessionals te managen.”
C I O M AGA Z I N E
Rabobank heeft een nuchtere houding ten aanzien van architectuur. De architect moet bijdragen aan de verbetering van de performance van de onderneming. Steenvoorden: “Bottom-line willen wij goedkopere, betere en snellere IT. Dat vereist allereerst
dat een architect zijn eigen werk beheerst: architectuurkaders
ontwikkelen, afgeven en handhaven. De echt grootse architect
heeft daarnaast het natuurlijke gezag, de autoriteit en het lef om
dat vrij natuurlijk tot stand te brengen, zonder elke keer gebruik
te maken van formele mandaten als een vetorecht.”
Op het hoogste niveau heeft Rabobank een groep enterprise- en
businessarchitecten. Vervolgens worden een aantal businessdomeinen onderscheiden, zoals Betalen en Sparen, Financieren, Vermogen en Distributie. Ook de technische infrastructuur
wordt beschouwd als een businessdomein. De totale architectenpopulatie bij Rabobank telt ongeveer dertig mensen.
Praatplaten
Steenvoorden acht het cruciaal om de business daadwerkelijk te
betrekken bij belangrijke architectuurbeslissingen. De architectuurplannen worden daartoe middels zogenoemde ‘praatplaten’
gedeeld met de opdrachtgevers in de business. Die architectuurvisualisaties worden gebruikt bij de besluiten in de stuurgroepen. Vaak gaat het over de ordening van systeemcomponenten
en te (her)gebruiken IT-systemen en platformen. “We proberen
dat te doen in de vorm van praktische principes, zodat het geen
‘techno talk’ wordt. Om te zorgen dat de architectuurprincipes
echt gaan leven bij de business, heeft elk principe een sponsor.
Een van de executives moet zich persoonlijk herkennen in het
principe en intrinsiek gemotiveerd zijn om het te realiseren. Zo’n
sponsorschap helpt ook om dilemma’s effectief te escaleren en
besluiten te laten nemen.”
“Het is de kunst om bij de architectuurbeschrijving een goede
balans aan te brengen tussen volledigheid en leesbaarheid voor
de doelgroep van niet-IT’ers en niet-architecten. Dat is niet eenvoudig. Gelukkig zie ik ook dat de business steeds meer IT-bekwaam wordt. Sterker nog dat moeten zij zijn, anders kun je een
business als een bank niet meer runnen.”
Datalogistiek
“Belangrijke thema’s in onze architectuur zijn datalogistiek, complexiteitsreductie en serviceoriëntatie”, vervolgt de CIO. “Basisvoorwaarde is overigens de veiligheid van de sterk gedigitaliseerde klantbediening. Security is daarmee een ander heel belangrijk thema.”
Datalogistiek is onderdeel van een samenhangende inrichting
van de volledige datahuishouding van de Rabobank. Naast datalogistiek onderscheidt men daarbinnen gegevensmanagement,
businessintelligence en big data. “Datalogistiek behelst het gecontroleerd opslaan en beheren van data bij de bron en bij het
transporteren van die data van leverancier naar afnemer. Wij
hanteren daarbij twee principes: de betekenis van het gegeven
waarover de data iets beweert moet eenduidig en bekend zijn
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
“Belangrijke thema’s
zijn datalogistiek,
complexiteitsreductie
en serviceoriëntatie”
– een eenduidig begrippenkader – en de data moet van onbesproken kwaliteit en actualiteit zijn. Beide principes verzekeren
ons dat de uit te wisselen data overeenkomt met de werkelijkheid en dat zowel de leverancier als de afnemer begrijpt wat de
data betekent. Dit realiseren we door de eigenaren en houders
van de data in één stuurgroep en één programma bij elkaar te
brengen en van daaruit tot een Rabo-brede en samenhangende
inrichting van de datalogistiek te komen. In die stuurgroep zijn
zowel de bancaire afdelingen als IT betrokken. Met name in het
slim combineren van data kan veel toegevoegde waarde voor de
klant worden geleverd. Bijvoorbeeld door het voorspellen van debiteurenrisico of bij veel scherper cashmanagement op basis van
patronen in geldstromen.”
Complexiteit
“Om een langdurige en academische discussie over complexiteit
te vermijden, hebben wij als uitgangspunt voor de complexiteitsreductie genomen dat alle overbodige IT-systemen moeten worden gesaneerd”, verduidelijkt Steenvoorden. “Complexiteit wordt
door veel factoren veroorzaakt. Je kunt deze alleen verminderen
door overbodige zaken op te ruimen. Dit doen wij door per te
saneren IT-systeem dan wel IT-omgeving in kaart te brengen
wat er moet gebeuren. Besloten is dat deze activiteiten worden
uitgevoerd door het portfolio waarop die activiteit betrekking
heeft, waarbij dit wordt opgenomen in hun meerjarenplan. Per
sanering wordt een monitor opgesteld om de voortgang van en
de afhankelijkheden tussen deze activiteiten te kunnen volgen.”
“Complexiteit verminderen wij tevens door een slimme opdeling
in ontkoppelbare onderdelen, die wij middels een slimme integratiefilosofie weer koppelen. Binnen de Rabobank wordt al jaren
conform de servicearchitectuur ontwikkeld, met name in de koppelingen tussen front-endsystemen, gericht op klantbediening, en
de back-endproductgeoriënteerde systemen. De back-endsystemen omvatten hypotheken, betaal-, beleggings- en financieringsproducten voor zowel de particuliere als de bedrijvenmarkt.” De
koppelingen tussen de voorkant – met name het CRM-systeem
– en de achterkant verlopen via services, waarbij men een integratiearchitectuur heeft ontwikkeld om de services goed te routeren
en waar nodig conversies uit te voeren. De services zijn gebaseerd
op SOAP/XML. Bij berichtuitwisseling geldt dat de semantiek is
gebaseerd op het Rabobank Gegevens Model (RGM). Hierbij is
enerzijds autonomie en flexibiliteit binnen een domein mogelijk,
en anderzijds uitwisseling tussen de domeinen geborgd.
“Service-architectuur en maximaal ontkoppelde systemen zijn
voor ons heel belangrijke architectuurprincipes voor adaptivi-
99
“Open standaarden
zijn essentieel, anders
wordt het ongelooflijk
ingewikkeld en duur”
teit”, vertelt de CIO. “Daarnaast kiezen wij bij het gebruik van
pakketten heel bewust voor marktconforme, open technologie.
Zodat geen sprake is van lock-in bij technologieën of leveranciers. Dat zou de manoeuvreerruimte in de toekomst te veel beperken. Wij geloven in een open architectuur – bijvoorbeeld door
in de toekomst API’s toe te laten – maar zullen strenge eisen blijven stellen aan veiligheid en betrouwbaarheid.”
Security
Cybersecurity wordt steeds belangrijker. BYOD, de cloud, en
internetbankieren via de smartphone veroorzaken nieuwe securityuitdagingen. De vooruitgang is niet meer tegen te houden,
maar het dient wel maximaal veilig te zijn. Steenvoorden: “Het
volstaat niet meer om securitymaatregelen als pleisters links en
rechts lukraak over het IT-landschap te plakken. Security dient
evenals architectuur integraal te worden aangepakt. Daarbij
heeft DNB als toezichthouder, naast de afspraken die wij interbancair maken uiteraard, een belangrijke rol. Ook de Cyber
Security-raad waarin ikzelf zit, is een prominent orgaan om veiligheid voor klanten en burgers te borgen.”
“Wij kiezen er consequent voor securityarchitectuur en -voorschriften verplichte kost te maken in elke ontwikkeling. Het is een
onderdeel van de bouwvergunning die architecten afgeven, en in
elke architectuurboard zit een securitymanager. Securityarchitectuur werkt het beste als deze bestaat uit een pakket aan verschillende, defensieve maatregelen. Maar het blijft een kat- en muisspel van de banken met de criminaliteit. De muur die je vandaag
bouwt, kan morgen te laag zijn; dus je moet blijven verbeteren.”
Rabobank streeft architecturaal naar een slimme scheiding tussen een robuuste, stabiele binnenzijde van de applicaties en een
uitermate flexibele buitenkant, om snel te kunnen inspelen op de
onvoorspelbaar veranderende behoeften van de klant. Die buitenkant bestaat uit onder andere op de eindgebruiker gerichte
webdiensten, apps en tijdelijke services. Hier komen qua architectuur een aantal trends bij elkaar:
• Mobiel en internet vloeien in elkaar over. Afhankelijk van het
gebruikte device krijgt de gebruiker een onlinebeleving die het
beste past.
• Interfaces van de klant en van de medewerker die de klant bedient, groeien steeds meer naar elkaar toe. De medewerker staat
steeds meer opgesteld ten dienste van de zelfregie door de klant.
• Data en data-analytics worden de ‘lijm’ in de architectuur. Zij
houden de verschillende IT-systemen bij elkaar.
• Security is het fundament waarop de gehele architectuur rust.
100
Open standaarden
“In het kader van focus op kernactiviteiten wordt tegenwoordig
de waarde steeds meer gecreëerd in de keten, in plaats van endto-end binnen individuele organisaties”, vervolgt de CIO. “Open
standaarden zijn hierbij essentieel, anders wordt het ongelooflijk ingewikkeld en duur. Gelukkig zien we partijen op basis van
marktstandaarden steeds meer integreren met onze banksystemen. Een gevaar waar CIO’s overigens op moeten letten, is dat
veel leveranciers open zijn in naam, terwijl je eigenlijk wel in een
gesloten stack stapt.”
De opmars van de cloud heeft de architectuuragenda fors veranderd. “Wij hebben een cloudbeleid, mede gebaseerd op de
richtlijnen van DNB. Overigens verwacht ik niet dat banken
hun primaire processen naar een public cloud zullen brengen.
Private-cloudtechnologieën bieden ook veel kansen voor betere,
goedkopere, gestandaardiseerde IT-diensten. Elke onderneming
zal overigens wel steeds meer moeten denken in een combinatie
van interne en externe cloudfaciliteiten. Het is geen vraag meer
óf je cloud computing moet gaan doen, de vraag is wannéér?”
Klantgericht
De eerder genoemde klantfocus uit zich in een, wat Steenvoorden ‘customer facing’-architectuur noemt. Hiermee werkt Rabo
feitelijk al vanaf de tijd dat gestart werd met internet- en mobiel
bankieren. “We hebben een aantal jaren geleden nadrukkelijk
gekozen voor een CRM-architectuur waarin wij onze kanaalarchitectuur separeren van klant- en productsystemen. Je ziet dat
zo’n gedifferentieerde aanpak helpt om aan de voorkant snel en
tijdig te vernieuwen, soms zelfs te experimenteren, zonder dat
dit aan de achterkant consequenties heeft.”
Verandereisen komen enerzijds door een steeds mondiger en
veeleisender klant alsmede nieuwe technologische mogelijkheden, en anderzijds door steeds meer complianceregels uit de (Europese) wet- en regelgeving. Nieuwe generaties consumenten zijn
primair georiënteerd op zelfbedieningskanalen zoals internet,
mobiel, social en ‘the new new thing’. Dit betekent volgens Steenvoorden dat de bank van overmorgen steeds meer een digitale
bank zal zijn, die zich op al deze kanalen manifesteert. Onderscheidend vermogen uit zich in zijn ogen in de mentale propositie in deze virtuele contacten, aangevuld met zelfbediening en
digitaal advies. “Nieuwe media en realtime klantkennis bieden
enorme kansen voor klantverleiding en -service. De onderliggende IT is gebaseerd op technieken als ‘personal profiling’ en
‘behavioral targeting’. We staan nog maar aan het begin van deze
ontwikkeling. Uiteindelijk wordt de oude belofte van ‘one-to-one
marketing & service’ eindelijk ingelost.”
C I O M AGA Z I N E
Ó
Media Kalender 2014
Thema’s en deadlines CIO Magazine 2014
Nr.1 CIO Magazine IT & Vision. Verschijning: februari
Nr.2 CIO Magazine IT & Communication. Verschijning: april
Nr.3 CIO Magazine IT & Finance. Verschijning: juni
Nr.4 CIO Magazine IT & Technology. Verschijning: augustus
Nr.5 CIO Magazine CIO-Day Special. Verschijning: oktober
Nr.6 CIO Magazine IT & Business. Verschijning: december
Thema’s en deadlines Outsource Magazine 2014
Nr. 1 Cloud
Verschijning: juni
Nr. 2 Sourcing Strategies
Verschijning: juli
Nr. 3 De Sourcing markt
Verschijning: november
Nr. 4 Regie & Servicemanagement
Verschijning: december
OM Jaarboek. Verschijning: februari 2015
Thema’s en deadlines BoardroomIT Tabloid 2014
BoardroomIT Tabloid JIM: Information Management
verschijning: maart
BoardroomIT Tabloid JCE: Connected Enterprice
verschijning: mei
BoardroomIT Tabloid TOD: Sourcing
verschijning: juni
BoardroomIT Tabloid JIT: Innovatie&Transformatie
verschijning: september
BoardroomIT Tabloid CIO Day: CIO Day
verschijning: november
BoardroomIT Tabloid Datacenters (nieuw): Datacenters
verschijning: april
BoardroomIT Tabloid Cloud (nieuw): Cloud
verschijning: oktober
Thema’s en deadlines TITM 2014
Nr 1: IT & Innovation:
Special: Mobility. Verschijning: maart
Nr 2: Analytics & BI
Special Datacenters. Verschijning: mei
Nr 3: Business & IT
Special: Security. Verschijning: juni
Nr 4: Programma’s en projecten:
Special: IT Service Management. Verschijning: augustus
Nr 5: Management Skills:
Special: Cloud Computing. Verschijning: november
Nr 6: Information Trends:
Special: Technolgy Trends. Verschijning: december
TITM Jaarboek Information Trends. Verschijning maart 2015
Event kalender 2014
11 maart 2014 Jaarcongres Information Management
www.jaarcongres-information management.nl
25 maart 2014 CIO Diner Show & Timmies
www.ciodinershow.nl
13 mei 2014 Jaarcongres Connected Enterprise
www.connectedenterprise.nl
17 juni 2014 Jaarcongres Strategic Sourcing
www.outsourcingdays.com
18 september 2014 Jaarcongres Innovation & Transformation
www.it-transformation.nl
Thema’s en deadlines Overige uitgaven 2014
Cloudboek 2014/2015 (nieuw):
Cloud, Cloudsourcing etc. Verschijning: juni
Datacenterboek 2014/2015 (2e editie):
Datacenters, Koeling, Bouwers, Bekabeling, PDU’s, etc.
Verschijning: november
24 & 25 november 2014 CIO Day
www.cioday.nl
11 december 2014 Outsource Magazine Diner Show & Tommies
www.omdinershow.nl
Rubriek Heb je even?
JORIS VAN OERS, CEO BT BENELUX
‘Snelheid nodig om
te kunnen overleven’
We leven volgens BT Benelux-CEO Joris van Oers in een wereld
waarin de business nooit slaapt. E-commerce, digitale marketing,
webbased customersupport en sensorgedreven productieprocessen
leiden in bijna iedere industrie tot een transformatie van bijna alle
zakelijke processen en businessmodellen.
D
e digitalisering leidt tot een realtime economie waarin informatie snel van a naar b moet.
“Versnelling, connectiviteit en
integratie van bedrijfsprocessen en infrastructuur worden de drijvende factoren
om competitief te zijn”, zegt Van Oers.
“Misschien zelfs wel om te overleven.
Tevens zullen klantwensen en hun feedback direct toegepast kunnen worden in
102
de bedrijfsvoering. BT staat klanten bij
in deze transformatie. Dit doen we niet
alleen door een breed portfolio aan netwerk- en IT-diensten, maar ook met een
volwassen consultancy- en professionalservicesdienstentak en ons rijke partnerecosysteem.”
BT laat bedrijven en organisaties naar
eigen zeggen wereldwijd veilig, efficiënt
en betrouwbaar communiceren. In Ne-
derland is het bedrijf sinds 1989 actief op
de telecommarkt. De wereldwijde ervaringen van BT met steeds complexer wordende communicatienetwerken worden
in concrete oplossingen vertaald.
Servicebroker
“De markt is snel in beweging. Innovatie
kan door bedrijven bijna niet bijgehouden
worden vanwege gebrek aan competenties in-house. Daarbij is innovatie momenteel, door de economische situatie,
het kind van de rekening. Partijen zoals
wij hebben die kennis en kunde wel in
C I O M AGA Z I N E
Door Hotze Zijlstra
huis en kunnen de requirements van de
klant doeltreffend vertalen naar concrete,
innovatieve oplossingen”, aldus de BTBenelux-CEO.
Een marktontwikkeling die al enige tijd
volop in de belangstelling staat, is ‘bring
your own’ en de hiermee gepaard gaande
beheer- en beveiligingsproblematiek.
“Deze trend biedt ook kansen”, stelt Van
Oers. “Zolang het bedrijfsnetwerk de extra belastingen maar veilig aankan, kan
de productiviteit omhoog.” Uit recent
onderzoek in opdracht van BT en Cisco
bleek echter dat meer dan de helft van de
wereldwijd ondervraagde IT-managers
een daling in de prestaties van bepaalde
applicaties vaststelde als gevolg van de
exponentiële groei in het gebruik van
smartphones en tablets. “Organisaties
moeten nadenken over zaken als compatibiliteit van apparaten, beveiliging,
draadloos internet, het netwerk en applicatieperformance.”
Ten aanzien van de cloud is hij sceptischer. “De voordelen daarvan zijn niet op
ieder bedrijf van toepassing. Neem elasticiteit: als een IT-platform stabiel is, en in
de huidige vorm al voldoende schaalbaar,
dan heeft men dit helemaal niet nodig,
terwijl er wel voor moet worden betaald.
Er is geen one size fits all. Een succesvolle
cloudstrategie is exact toegespitst op jouw
huidige en toekomstige bedrijfsvoering
en processen.”
neutraal’. In samenspraak met de klant
wordt gekeken wat voor hen de beste oplossing is. “Hierbij speelt onze professional BT
Advise-servicestak een belangrijke rol. BT
Advise levert advies, integratie en managed
services via wereldwijde kenniscentra die
georganiseerd zijn rondom de kerncompetenties van BT Global Services, zoals beveiliging, customer-relationshipmanagement,
unified communications, mobiliteit, beheerde netwerkdiensten, beheerde ITdiensten en zakelijke technologie.”
Ecosysteem
Onderzoek
Effectief
Mede vanuit bewegingen zoals cloud en
consumerization ziet Joris van Oers de rol
van de interne IT-afdeling verschuiven.
Deze krijgt meer en meer de rol van servicebroker en businessintegrator. “Hierdoor
zullen we een steeds grotere rol van ecosystemen zien”, zegt hij. “Bedrijven zullen
naar partijen zoeken die dit ecosysteem aan
kunnen sturen, end-to-end-SLA’s kunnen
waarborgen, en de ervaring in huis hebben
om de governance in te richten, gericht op
veiligheid en user-experience.”
BT heeft met de meeste wereldwijde partijen technologiepartnerships. Daarbij werkt
de netwerk- en IT-dienstverlener ‘vendor-
De overgrote meerderheid van de Europese leidinggevenden vindt dat hun organisaties moeten evolueren tot snellere,
beter verbonden en opererende bedrijven,
zo blijkt uit onderzoek uitgevoerd door
Experton in opdracht van BT. Sectoren als
nutsbedrijven, media en de productie passen zich snel aan, terwijl andere nog aan
het begin staan van deze transformatie.
Ruim driekwart van de ondervraagde
beslissers gelooft dat de opmars van realtime zakendoen een sterke tot zeer sterke
impact heeft op de bedrijfsprocessen.
Meer dan de helft van de respondenten
verwacht een enorme versnelling; som-
Joris van Oers: “Experton’s onderzoek
laat zien dat slechts een klein groepje Europese bedrijven in staat is om effectief
zaken te doen met de snelheid die nodig is
om te concurreren in de huidige wereldwijde economie. Responstijden moeten
korter, risico's sneller gedetecteerd en
bedrijfsprocessen geoptimaliseerd. Dit is
een wereld waarin nanoseconden het verschil kunnen maken. Klanten kunnen ons
hoogkwalitatieve, low-latency wereldwijde netwerk en de daarbij aansluitende
IT-oplossingen inzetten om hen te helpen
met deze uitdaging.”
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
migen denken zelfs dat hun organisaties
al in 2015 realtime snelheden zullen bereiken. Bijna 60 procent van de beslissingsbevoegden voorziet dat de steeds
mobielere levensstijl van medewerkers en
klanten binnen de komende twee jaar de
nummer 1-aanjager van de realtime economie wordt, met overal en altijd toegang
tot data en applicaties.
Beslissingsbevoegden zijn momenteel
gretig op zoek naar instrumenten om de
realtime economie vorm te geven en het
“Innovatie is door
de economische
situatie het kind
van de rekening”
potentieel ervan optimaal te benutten.
Van de respondenten verwacht 42 procent
hun efficiëntie en winstgevendheid te verhogen door klantinteracties te versnellen.
Om dit te bereiken wordt er gekeken naar
een breed scala aan netwerkgebaseerde
IT-oplossingen, waaronder unified-communications- en collaborationdiensten,
intelligente IP-netwerken en cloudgebaseerde infrastructuurdiensten.
103
Ó
Brondata
op orde!
EUROPESE VOEDSELWET:
104
C I O M AGA Z I N E
Door Wim Griffioen
In het kader van de nieuwe EUwetgeving ‘Food Information
to Consumer’ moeten consumenten bij aankopen via internet en mobiele toepassingen
tegen het einde van dit jaar de
beschikking krijgen over alle
relevante productinformatie.
Dit brengt zowel uitdagingen
als kansen met zich mee.
E
en mooi moment voor de omarming
van productmasterdatamanagement c.q. productinformatiemanagement, zo betoogt retailspecialist en Qhuba-associate Wim Griffioen.
Artikelinformatie wordt volgens de medio
december dit jaar in te voeren wetgeving
grotendeels gestandaardiseerd en uitgebreid met gegevens over allergenen en
voedingswaarden. Voor online en mobiele
aankopen is men verplicht om de klant
alle informatie digitaal aan te bieden. In
de offline situatie staat deze informatie
veelal in kleine lettertjes op de productverpakking of op de doos waarin de producten worden aangeleverd. In de nieuwe
situatie ontkomt men er niet aan om de
bestaande productdatabases tijdig uit te
breiden voor al deze extra gegevens.
Met het oog op de verwachte groei van
online sales in de foodsector is hier sprake van een forse uitdaging, waarbij veel
aandacht aan datakwaliteit moet worden
besteed. Als de retailer zijn productmasterdatamanagement op orde heeft, zijn de
mogelijkheden voor zijn klanten evenwel
legio. Maar hoe regel je dat dit alles op z’n
plek valt? Moet de retailer alles zelf doen
of kan deze zich aansluiten bij bestaande
datapools? En hoe zit het met zogenoemde huismerken?
Standaarden
Data-alignment met de zogeheten Global
Standards One (GS1) maakt een uniforme
kijk op voedselinformatie mogelijk. GS1
is een wereldwijde organisatie, gericht
op het ontwerp en de invoering van standaarden op het gebied van elektronische
communicatie tussen bedrijven. Het idee
is dat op basis van de juiste productinformatie niet alleen de informatievoorziening beter is geregeld, maar dat deze tevens gebruikt kan worden ter verbetering
van het logistieke proces.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
GS1 is ontstaan door het samengaan van
de Amerikaanse Uniform Code Council
(UCC), de Electronic Commerce Council
of Canada (ECCC) en de Europese organisatie EAN International. GS1 heeft hoofdkantoren in Brussel en in Lawrenceville,
New Jersey. De bekendste producten zijn
barcodes en gestandaardiseerde elektronische berichten. Tevens is GS1 actief in de
invoering van RFID en bij het opzetten van
databases voor het uitwisselen van productinformatie tussen handelspartners.
De invoering van de European Food Law
betekent dat er een grote informatiestroom op gang komt. Het voordeel is dat
op een centrale plek zowel de ingrediënten als de artikelcoderingen worden bijgehouden. Omdat er binnen de GS1-standaard is vastgesteld hoe de data wordt
opgeslagen, kan in principe iedereen dezelfde brongegevens gebruiken. Ook voor
producenten van huismerken is dit datapoolmodel te gebruiken.
Op de goede weg
De Nederlandse voedingsbranche is al
aardig gevorderd met de invoering van de
beoogde standaardisering. Daarbij is gekozen voor uitbreiding van de bestaande
GS1-datapool. België kiest voor een iets
andere aanpak, met een aparte database
voor de specifieke attributen van de nieuwe Europese wetgeving. In beide gevallen
zal de voedselproducent de brondata goed
moeten organiseren om deze bij de centrale datapool aan te kunnen leveren.
De vraag is of de systemen bij de producenten hiervoor op tijd op orde zijn. De
noodzaak van gedegen productdatamanagement (PMDM) c.q. productinformatiemanagement (PIM) wordt derhalve
flink groter. Bovendien gaat het niet alleen
om het invoeren van een systeem, er zijn
ook organisatorische drempels te slechten.
Er zijn immers verschillende afdelingen
betrokken: R&D, inkoop en marketing.
De voordelen van een rijke, eenduidige
benadering van productgegevens zijn evident. Niet alleen kunnen artikelen met een
paar muisklikken in een webwinkel worden geplaatst, ook de consument wordt beter bediend. Op internet heeft deze de voor
hem relevante waarden direct beschikbaar
en in de winkel volstaat straks het met de
mobiele telefoon scannen van de QR-code
om alle extra productinformatie op het
scherm te krijgen. Ook voor de retailer
wordt het allemaal eenvoudiger en beter.
Zo kan de slager die zelf zijn worst snijdt,
zelf de etiketten aanpassen en vervolgens
op het product plakken.
Slim gebruiken
De volgende stap is het slim gebruiken
van deze data, door de klant zowel online
als offline goed te informeren. Via internet of een mobiele app zou de consument
kunnen aangeven waar hij of zij allergisch
voor is, bijvoorbeeld op basis van een persoonlijk profiel. Het systeem toont hierna
alleen de gewenste producten en biedt
derhalve een begeleide zoekfunctie. Ook
de marketingafdeling kan profiteren. In
de winkels kunnen etiketten met hetzelfde doel gescand worden via een QR-code,
zodat een ‘bijsluiter’ niet nodig is.
Door de opmars van smartphone, Googlebrillen en slimme horloges krijgt de consument de mogelijkheden straks op een
presenteerblaadje aangeboden. Niettemin betekent het voor betrokken marktpartijen een extra kostenpost en meer
werk. Naast de deadline van de wetgeving, is vooral het managen en onderhouden van de datakwaliteit een uitdaging.
Tegelijk is het een enorme kans om met
deze extra productdata de consument beter te bedienen en hem of haar nog beter
te leren kennen.
Er is nog veel werk te verzetten en de tijd
dringt. Wanneer de producent het niet
op tijd voor elkaar heeft, dan kan men de
betreffende producten niet online aanbieden met alle gevolgen en eventuele gemiste kansen van dien. Het projectmatig
aanpakken van deze problematiek is derhalve noodzakelijk. Het tijdelijk inzetten
van externe specialisten zal in veel gevallen de enige oplossing zijn.
WIM GRIFFIOEN is retailspecialist en Associate
bij Qhuba.
105
Ó
interview
106
C I O M AGA Z I N E
Door Hotze Zijlstra Ó Fotografie Roelof Pot
Mammoet zet wereldwijd 1,2
miljard euro om met het vervoeren en hijsen van zware objecten. Paulo Steverink, CIO bij het
bedrijf, is continu bezig om het
beste te halen uit zijn IT-omgeving en -afdeling. De focus
ligt op de business en de 5.000
eindgebruikers wereldwijd. Na
een sterke centralisatie, wil men
de decentrale competenties op
een hoger plan brengen. Ook
de infrastructuur, communicatieen samenwerkingsmogelijkheden worden verbeterd.
V
oormalig Group Controller Paulo
Steverink staat aan het hoofd
van de wereldwijde IT-serviceorganisatie voor Mammoet. In
2002 is men begonnen met een sterke
centralisatie in het kader van ‘One Mammoet’, met één SAP-systeem voor de hele
wereld. “De infrastructuur staat dus al
een tijdje, maar om te kunnen doorontwikkelen heb je decentrale aanwezigheid
en competenties nodig”, aldus de CIO.
“Voor 80 procent van wat je doet, kunnen
generieke oplossingen worden gebruikt.
Maar 20 procent vraagt om iets specifieks. Voor wat betreft de applicatieontwikkeling willen we lokaal meer verantwoordelijkheden gaan beleggen.” Binnen
de IT werken vijftig mensen, waarvan
tien in Noord-Amerika en Singapore.
PAULO STEVERINK, CIO MAMMOET
De business
centraal
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
Voor welke uitdaging staan jullie
momenteel als Mammoet?
“De uitdaging is om ons van een equipmentgedreven organisatie te transformeren naar bedrijf dat oplossingen levert op
basis van creatieve engineering, diepgaande expertise, veiligheid en materieel. Materieel is steeds meer een commodity aan
het worden – iedereen kan immers een
kraan aanschaffen. Ons onderscheidend
vermogen zit in de diensten eromheen;
met materieel alleen red je het niet meer.”
Wat is hierin de rol van IT?
“De IT-component is in de eerste plaats het
zo efficiënt mogelijk laten werken van het
bedrijf. Ten tweede moeten we de juiste
informatie leveren. Dat is nog steeds de
‘achterkant’. IT bij Mammoet wil ook aan
de businesskant een bijdrage kunnen leveren met industriespecifieke oplossingen.”
107
Een andere mogelijkheid is misschien het kwantificeren van het
klantvoordeel door de inzet van jullie materieel?
“Precies, dat is de informatiekant waarop ik doelde. We zitten
vaak op grote projecten. Wat je daar doet, is de informatiebehoefte van de klant invullen, bijvoorbeeld om sneller, beter en
efficiënter te kunnen werken. Dat kan alleen door een goede samenwerking tussen de businesskant van onze organisatie en IT.
IT zal nooit de drijvende kracht worden, want de business is leidend in het formuleren van wensen en eisen.”
Dus je hebt enerzijds de businesswensen en aan de andere kant
het huidige IT-landschap dat in die behoeften moet voorzien.
Meestal speelt daarbij dat er binnen het IT-landschap het nodige veranderd moet worden. Wat speelt er zoal binnen Mammoet
en welke stappen zijn er gezet?
“Binnen onze salesafdeling bestond altijd een grote behoefte aan
een centraal georganiseerde CRM. Er was door een decentrale
aanpak bijvoorbeeld onvoldoende overzicht wat een klant allemaal bij ons deed; er wordt vanuit meerdere regio’s in de wereld
aangeboden, eigenlijk het klassieke probleem. Onze salesafdeling
is begonnen met een verbetertraject en wij hebben op grond daarvan geïnventariseerd wat zij precies nodig hebben. In plaats van
bijvoorbeeld een ‘kraantje weg te zetten’, dus een product te verkopen, is Mammoet er vooral op gericht om een oplossing te bieden
voor het probleem van de klant. Dat betekende in deze industrie
een enorme mindshift. Op basis hiervan is besloten welke informatie moet worden bijgehouden, waar de verantwoordelijkheden
liggen en wie de eigenaar is. Aan de hand van deze requirements
hebben we uiteindelijk het CRM-systeem opgebouwd.”
“ISM is de basis voor het
decentraal beleggen van
verantwoordelijkheden”
MPLS-lijnen geregeld. We maakten evenwel weinig gebruik van
lokale internetlijnen, wat met de hedendaagse technologieën
goed en veilig mogelijk is. Dat scheelt enorm in de kosten en de
performance van zo’n lokale lijn is vaak ook nog eens veel hoger.
Door het netwerk bij een leverancier te beleggen, moeten we bovendien aanvullende controle en monitoring inrichten.”
In kaart
Welk CRM-systeem is het uiteindelijk geworden?
“Microsoft Dynamics, onze eerste cloudoplossing. Ons hele bedrijf draait op SAP, maar we vonden dat Microsoft toch beter
integreert met Outlook en SharePoint. Bovendien moet je bij de
keuze voor een oplossing goed kijken naar je doelgroep en bij
ons werkt sales helemaal niet met SAP. Een van de belangrijkste
wensen was gebruiksvriendelijkheid. Ze werken binnen de sales
allemaal al met Microsoft en weten precies hoe je met die tools
om moet gaan.”
Vanuit de optiek van Business Compliant Networking – het netwerk laten aansluiten bij de behoeftes van de business – heeft
Telindus als advies- en implementatiepartner vervolgens samen
met Mammoet het totale applicatielandschap in kaart gebracht.
Welke applicaties zijn noodzakelijk, hoe ervaren eindgebruikers
het en hoe krijg je de applicaties het beste bij de business? Aan
de hand van de uitkomsten van interviews met eindgebruikers
en analyse van de huidige omgeving is er een adviesrapport opgesteld door Telindus. Op grond hiervan is een implementatieplan opgesteld om besparingen te realiseren en de performance
te verbeteren. Steverink: “De eindgebruiker is natuurlijk heel
belangrijk. Die wil vooral snelheid. Maar als bedrijf moeten we
ook compliant zijn met de IT-governanceregels van de aandeelhouder, bijvoorbeeld ten aanzien van security. Dat kan ten koste
gaan van snelheid, dus moet je een goede tussenweg zien te vinden. Uiteindelijk moet het kosteneffectief, veilig en snel. Bij de
implementatie is Telindus niet alleen afgegaan op onze wensen,
maar is ook gaan meten om zo mogelijk aanvullende zaken in de
performance te kunnen verbeteren.”
“Telindus is heel sterk in de analyse, maar ik zie wel dat het projectmanagement lastiger is”, vervolgt de CIO. “We hebben een
flink rapport met bevindingen en aanbevelingen liggen. Wat mij
betreft kunnen we dat nu gaan vertalen naar een roadmap en implementatie. We doen het projectmanagement zelf, in samenwerking met andere partners. Aan advies geen gebrek in deze sector,
maar de executie van een volledig programma is een stuk lastiger.”
Verder speelde hier een uitdaging ten aanzien van het netwerk
en de infrastructuur, zo heb ik begrepen.
“We wilden inderdaad meer snelheid, performance tegen lagere
kosten. Daarvoor is Telindus in beeld gekomen, een partij die
heel veel kennis heeft van technologieën om dataverkeer zo snel
en veilig mogelijk te regelen. We hebben wereldwijd drie datacenters: Houston, Amsterdam en Singapore, en daar zijn weer
allemaal verschillende bedrijven aan gekoppeld. Het doel is de
informatie op een zo efficiënt mogelijke manier bij de medewerkers te krijgen. Dus zonder latency bijvoorbeeld, waarvoor Riverbed-technologie wordt gebruikt.”
Daarmee staat de infrastructuur straks op de rit?
“We zijn ook bezig met een deel infrastructuuroutsourcing: de
laag onder het Business Compliant Network. We hebben een beheerorganisatie die heel operationeel bezig is, maar feitelijk een
commodity levert waarbij je heel afhankelijk bent van beheer
door een beperkt aantal mensen. Dat is precies wat je niet wilt! Ik
kan dat dus veel beter uitbesteden aan een speler met de nodige
schaalgrootte, een hogere kwaliteit dienstverlening en gespecialiseerde mensen. Ook daarin willen we een transformatie gaan
maken. Voor heel veel zaken gaat het er vooral om het overzicht
te bewaren en regie te kunnen voeren.”
Telindus treedt daarbij op als hoofdaannemer?
“Dat kwam zo: ik had het gevoel dat wij teveel betaalden voor
wat we hadden en kregen. We hadden de bestaande infrastructuur zo’n vijf tot zes jaar geleden uitgedacht, maar de IT-wereld
staat ook niet stil. We hadden alles via veilige, maar relatief dure
Welke zaken staan er verder nog op de roadmap?
“Onze business heeft de nodige wensen en IT wil daar uiteraard invulling aan geven en een businesspartner worden. Maar dat vereist
de nodige ontwikkeling van onze IT-organisatie. Bijvoorbeeld op
het gebied van communicatie, BI en de integratie van applicaties.”
108
C I O M AGA Z I N E
Mammoet ICT is, zoals gesteld, goeddeels centraal georganiseerd. Zo’n 90 procent van de IT wordt vanuit Nederland geregeld. “Het nadeel daarvan is dat het te lang duurt om centraal
ontwikkelde applicaties de regio in te krijgen. Daarvoor zitten
we gewoonweg niet dicht genoeg op de lokale markt en klanten.
We willen bovendien lokaal initiatieven kunnen ontwikkelen en
ondersteunen. Daarom hebben we in Canada een IT-manager
geplaatst, die daar een support- en developmentorganisatie ontwikkelt”, ontvouwt Steverink de plannen. De tien mensen die
de CIO nu in het buitenland heeft, worden er wellicht twintig.
“Maar om goed te kunnen blijven samenwerken, moet je wel echt
één team zijn. Daarom is die onderlinge communicatie en samenwerking ook zo belangrijk.”
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
De manier waarop het allemaal gebeurt, blijf je vanuit hier besturen?
“Zeker, daarvoor is een procesgerichte methode ontwikkeld: integrated service management (ISM), een pragmatische vorm van
ITIL. Je hebt binnen ISM zes hoofdprocessen waar alles in past:
incidentmanagement, changemanagement, operations, servicelevelmanagement, qualitymanagement en configurationmanagement. Alle wereldwijde aanvragen worden op basis hiervan ingedeeld en gemanaged. Het is een model dat veel overzicht geeft en
heel goed bij onze organisatie past. Het is bovendien de basis voor
het decentraal kunnen beleggen van verantwoordelijkheden.”
109
Ó
Column Roel Wolbrink
ROEL WOLBRINK is etiquette-deskundige en eigenaar
van New Tailor, maatpakken
en maathemden. New Tailor
kleedt de CIO of the Year.
Je merk-waardige ik
Succesvolle organisaties ontkomen er niet aan om actief te werken aan lifecyclemanagement. Er komen nieuwe concurrenten,
klanten willen weer eens iets nieuws, de wereld om hen heen is
veranderd. Daardoor is het noodzakelijk dat organisaties zich
herpositioneren, acquireren of fuseren en zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Kortom, ze laten zich graag adviseren door dure
marketingbureaus. In mooie rapporten wordt via vaak ingewikkelde, soms eenvoudige, businessmodellen duidelijk op welke
manier succes is vast te houden of te hervinden. Het verhaal
moet echter verteld. Waarom is het logisch dat uw bedrijf de
stappen zet en gaat zetten?
Hoe betrouwbaar en geloofwaardig is een nieuwe stap voor de
markt? Een complete turnaround kan, omdat de middelen aanwezig zijn. Maar bogen op oude waarden en structuren en toch
succesvol zijn in een geheel nieuwe markt, dat lukt maar weinig
bedrijven. Denk echter aan universiteiten die nu adviesbureaus
worden, slagers die cateraars zijn of bakkers die in de fastfood
zitten. Zij blijven trouw aan een basisvaardigheid of waarden,
waardoor hun storytelling een helder en logisch verhaal is. De
persoonlijkheid en de genen van een bedrijf verander je immers
niet. Innovatie komt derhalve veelal van start-ups die vervolgens
geïntegreerd worden in bestaande molochs. Jonge bedrijven
hebben een andere dynamiek met minder ballast, een open vizier en zijn minder politiek.
Levensdoelen
Ook voor jou verandert de wereld om je heen voortdurend of je
krijgt andere levensdoelen. Maar doe jij ook actief aan lifecyclemanagement? En dan bedoel ik dus wat anders dan familyplanning en nadenken over je pensioen. Heb jij nog steeds een open
110
vizier, of zit je vast in het systeem van maandelijkse hypotheekafdrachten en commitments aan het kleine groepje om je heen
van vrienden, collega’s en familie? Breken met iets is helemaal
niet zo makkelijk. Ook jouw curriculum vitae moet als een verhaal verteld kunnen worden. Veranderen is voor individuen
makkelijker dan voor bedrijven. De magie gebeurt echter altijd
buiten je comfortzone.
Welke businessmodellen kun je nu op jezelf toepassen? Uiteraard
vooral de eenvoudige, want die blijken toch altijd weer het meest
effectief. De ‘golden circle’ is een krachtige, net als de brandpositioner, de roos of leary, of het BCG-model. Bedrijven kunnen
weer veel leren van de theorie van the Big Five, de modellen van
Covey, de beïnvloedingsstijlen van Cialdini en het Hamburger
geluksmodel (ja, dat bestaat).
Doe het stap voor stap. Werk aan je merkwaardige ik door net als
bedrijven te diversificeren. Dat vervolgens de nieuwe productmarktcombinatie belangrijker wordt, is wellicht het uiteindelijke
doel. Maar zo zorg je er wel voor dat jouw ‘story’ makkelijk doorverteld kan worden en jij dus merkwaardiger blijft of wordt.
Individuen
Momenteel werk ik, samen met Judith Tielen, aan een boek over
je merkwaardige ik, waarbij we bovenstaande modellen uitgebreid
bespreken en voorbeelden zoeken van bedrijven en individuen die
deze hebben toegepast. Mail ons jouw ervaringen via wolbrink@
newtailor.nl. Als kleermaker ben ik steeds bezig met de uiterlijke
vorm van jouw eigen merk, en schrijf ik boeken over etiquette, stijl
en beïnvloeden. Volgens mij is het dus heel logisch om als volgende
stap dieper na te denken over merkdenken voor individuen. We
kunnen hierin veel leren van bedrijven, maar ook andersom.
C I O MAGA Z I NE
Rubriek DIGIT
Optische mogelijkheden
De nieuwe Olympus OM-D E-M10 combineert de geweldige
beeldkwaliteit, klassieke vormgeving en hoge autofocussnelheid
van de hoogwaardige E-M5-camera met de krachtige mogelijkheden van de E-M1.
De nieuwe camera is uiterst compact en dankzij de volledig metalen behuizing een waar topmodel. Ondanks de geringe afmetingen
beschikt het toestel over een grote en snelle elektronische zoeker,
een kantelbaar LCD-scherm van 7,6 centimeter met 1,44 miljoen
pixels, drie-assige beeldstabilisator, een snelle autofocus, en een
pop-upflitser. Ook is de E-M10 voorzien van dezelfde TruePic VIIbeeldprocessor en wifi-technologie als het topmodel de E-M1.
Bezitters van een E-M10 profiteren verder van de creatieve mogelijkheden en flexibiliteit van Olympus’ brede aanbod in verwisselbare lenzen. Dankzij ingebouwd wifi kan de fotograaf via een
compatibele smartphone direct communiceren met de camera en
foto’s doorsturen naar websites en sociale media.
For the record
Olympus heeft al een paar jaar een
mooie line-up van audiorecorders die
voor hoogkwalitatieve geluidsopnamen
zorgen. De voicerecorderserie VN-PC is
nu nog verder verbeterd.
De serie stond reeds bekend om het
grote gebruiksgemak en de vele handige
functies, maar is met de introductie van de
nieuwe modellen VN-733PC, VN-732PC en
VN-713PC verder verbeterd. Ook de audiorecorders, die speciaal ontwikkeld zijn voor
zakelijke gebruikers, zijn vernieuwd, zoals
de Olympus WS-833, WS-832 en WS-831.
Deze modellen bieden een uitmuntende
opnamekwaliteit en tal van functies.
BeoSound Essence
Bang & Olufsen lanceert een nieuw, luxueus en supereenvoudig geluidssysteem. Met één druk op de knop heb je al muziek
met BeoSound Essence.
Met de BeoSound Essence ligt digitale muziek, gedownload op
telefoon of tablet, binnen ieders bereik. Het is een gebruikersvriendelijk systeem dat de gebruiker met één druk op de knop al
in de gelegenheid stelt zijn favoriete muziek te beluisteren. Onverschillig of de muziek nu in een cloud hangt, op de computer
zit, of zich op een NAS, mobiele telefoon of tablet bevindt.
112
C I O M AGA Z I N E
Door onze redactie
Buitengewoon groot
MMD, licentiepartner voor Philips Monitors, lanceert zijn
eerste Philips-beelscherm van 28 inch: de stijlvolle nieuwe
284E5QHAD-monitor.
Het scherm biedt niet alleen levendige kleuren op een buitengewoon groot scherm, maar ook 14 Watt aan stereogeluid. Bovendien beschikt de 284E5QHAD over Mobile HD Link-technologie
voor een optimaal gebruik van mobiele content. Ook scoort het
scherm hoog op het gebied van design dankzij de smalle rand
en de glanzende afwerking.
Het nieuwe Philips-scherm is uitgerust met de geavanceerde
‘multi-domain vertical alignment’-technologie (MVA), die zorgt
voor extra levendig en helder beeld. Het scherm is uitermate
geschikt voor het weergeven van foto’s, films en games en surfen op internet, maar ook voor veeleisende programma’s op het
gebied van grafisch design. De extra brede kijkhoek zorgt voor
een scherp beeld, zelfs als het scherm gekanteld is.
Google Glass wordt hip
Als voorbereiding op een grootschalige marktintroductie in de Verenigde Staten heeft internetbedrijf Google vier titanium monturen
voor de Google Glass geïntroduceerd, die elk een ander design
hebben. Er kunnen glazen op sterkte in de bril gemonteerd worden.
Met de nieuwe monturen is de gadgetbril, die de drager internettoegang en tal van toepassingen in de zichtlijn projecteert,
veranderd van een futuristisch device in een normale, hippe bril. De
monturen hebben elk een ander design en zijn zowel voor mannen
als voor vrouwen bedoeld. Brildragers moeten zelf glazen op sterkte
aankopen bij een opticien, maar die zouden vervolgens probleemloos in de Google-bril gemonteerd kunnen worden. De nieuwe
monturen maken de slimme bril 225 dollar duurder voor de selecte
groep liefhebbers die 1.500 dollar voor de gadget over hebben
gehad. Google zal naar verwachting Google Glass ruim voor de
feestdagen van 2014 op grote schaal op de markt brengen.
Ideeën vastleggen en bewerken
De Sony VAIO Fit 11A multiflip-pc is compact, licht van gewicht
en wisselt eenvoudig de schermpositie van laptop-, in tablet- of
presentatiestand.
Het 11,6-inch (29,4 centimeter) Full HD Triluminos-aanraakscherm zorgt voor een realistische kleurweergave. Met VAIO Inspiration Suite zijn ideeën en beelden eenvoudig vast te leggen,
te bewerken en te delen. Sony bracht in de multiflip-lijn al eerder
VAIO’s met een scherm van 13, 14 en een 15 inch.
j a a rga n g 10 Ó n u m m er 1 Ó 2014
113
mcgregor-fashion.com
VISUAL
Eerst zien dan geloven.
Met de in-memory analytics oplossing van SAS heeft IT zijn handen weer vrij. Gebruikers hebben in één
oogopslag inzicht in hun data en delen deze resultaten altijd en overal, via web en mobiel.
sas.com/vademo
Bekijk de demo.
SAS en alle andere SAS Institute Inc. producten- of dienstennamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van SAS Institute Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen. ® geeft een registratie in de Verenigde Staten van Amerika aan. Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.
Auteursrecht © SAS Institute Inc. Alle rechten voorbehouden. SAS Institute B.V., Postbus 3053, 1270 EB Huizen.