1-wat-is-seniorplus-tennis

1 Wat is SeniorPlus Tennis?
Inleiding
De tennissport is uitermate geschikt voor ouderen. Het spel kan met een paar aanpassingen (bv.
een zachtere of grotere bal) een stuk eenvoudiger en daardoor leuker worden gemaakt.
Bovendien biedt de tennissport de unieke mogelijkheid om zowel enkelspel als dubbelspel te
spelen. Dubbelspel vraagt minder van het duurvermogen van de oudere sporters, terwijl de
aantrekkelijke tactische en technische aspecten van het tennissen volledig behouden blijven.
De groep tennissers in de leeftijd van 50 jaar en ouder groeit. We noemen deze groep tennissers
SeniorPlus Tennissers. De informatiebladen SeniorPlus Tennis hebben als doel
verenigingsvrijwilligers en tennisleraren op verschillende vlakken te informeren over de doelgroep
50 jaar en ouder.
In dit informatieblad staat de vraag centraal ‘Wat is SeniorPlus Tennis?’
Doelgroep
De 50plusser of de oudere bestaat niet. Er bestaat namelijk veel diversiteit in deze leeftijdsgroep.
Om de activiteiten voor deze groep mensen te bepalen kan het helpen om de tennissers te
groeperen (segmenteren). Er zijn bijvoorbeeld twee grote leeftijdsgroepen te onderscheiden
binnen Senior Plus Tennis:
 50-65 jaar
 65 jaar en ouder
Per leeftijdsgroep zijn drie typeringen te maken:
 de bestaande leden (recreatief of prestatief)
 de herintreder (tennisser die opnieuw is begonnen met tennis)
 de beginnende tennisser
De bestaande leden willen we natuurlijk behouden. De herintreders en beginnende tennissers zijn
de mensen die mogelijkerwijs geworven kunnen worden. Zij vormen de potentiële nieuwe leden.
Eenmaal geworven, willen we ze binden aan de vereniging.
Op bovenstaande manier ontstaan al zes verschillende groepen. Daarnaast kan segmentatie
plaatsvinden op inkomen of opleidingsniveau (hoog, laag), levensfase (kinderen, kleinkinderen,
alleenstaand, pensioen), gezondheid (vitaal, lichamelijke beperkingen), belangstelling (cultuur,
sport, literatuur), etc. Zoals gezegd bestaat er niet één juiste manier van segmenteren. Echter, als
een vereniging activiteiten ’aanbiedt, is het belangrijk goed na te denken over de doelgroep. En dit
gaat verder dan alleen te kijken naar leeftijd. Nadenken over de doelgroep (“Voor wie doen we dit
eigenlijk?”) helpt bij het ontwikkelen van een passend aanbod voor deze groep.
Kenmerken van de doelgroep
Iedereen is anders. De 50plusser bestaat dus niet. En er is niet één juiste manier van
segmenteren. Daarom is het lastig om het kenmerk van de 50plusser te benoemen. De KNLTB is
zich hiervan bewust. Als we het hebben over de 50plusser, doelen we op het feit dat veel
50plussers iets vinden, doen of ervaren. Gaat de vereniging specifiek met deze doelgroep aan de
slag, dan is het raadzaam om na te denken over de verschillen die deze mensen onderscheiden.
Motivaties
Gezondheid is voor veel ouderen een erg belangrijke motivatie om te gaan (of blijven) sporten of
bewegen. Daarnaast zijn gezelligheid en sociale contacten belangrijke drijfveren om te sporten en
1
te blijven sporten. Wedstrijden spelen, het competitieve element van tennis, is voor veel ouderen
geen motivatie om te starten met tennis. Dit schrikt zelfs eerder af en kan juist een reden zijn om
niet te gaan tennissen. Bij de werving van nieuwe 50plusssers is het goed om hiermee rekening te
houden. Het plezier en samenspel staan voorop!
Een veel gehoorde reden om te stoppen met tennis is het ontbreken van een tennismaatje! Het
organiseren van o.a. tossavonden, koffieochtenden en uitwisselingen met andere
tennisverenigingen stimuleren het samen tennissen. De vereniging fungeert hierbij niet alleen als
organisator, maar ook als gezellige ontmoetingsplek.
Begeleiding
Ouderen vinden professionele begeleiding prettig. We adviseren daarom dat er een gelicenceerde
tennisleraar (tennisleraar met een geldige KNLTB-licentie) op de club aanwezig is die de
tennisactiviteiten voor ouderen verzorgt. Bij voorkeur een leraar die de applicatie ‘SeniorPlus
Tennis’ heeft gevolgd en affiniteit heeft met deze doelgroep.
Anatomische en fysiologische veranderingen
De anatomische en fysiologische veranderingen waar ouderen mee te maken kunnen krijgen,
worden beschreven in het informatieblad ‘SeniorPlus Tennis – medische zaken’.
Cijfers
In onderstaande overzichten worden de cijfers van de bevolking en de KNLTB-leden
weergegeven.
Centraal Bureau voor de Statistiek (4 april 2013, peildatum)
Totale bevolking
16.777.637
Bevolking 50+
6.225.675
Bevolking 65+
2.825.265
KNLTB ServIT (1 september 2012, peildatum)
KNLTB leden totaal**
652.059
KNLTB leden 50-99 jaar
236.857
KNLTB leden 65-99 jaar
82.933
Conclusies
 4% van totale bevolking is lid van de KNLTB
 4% van de 50+ bevolking is lid van de KNLTB
 3% van de 65+ bevolking is lid van de KNLTB
 37% van de totale bevolking is 50 jaar of ouder
 36% van de KNLTB leden is 50 jaar of ouder (50-99 jaar)
 16% van de totale bevolking is 65 jaar of ouder
 13% van de KNLTB leden is 65 jaar of ouder (65-99 jaar)
De verhoudingen van de 50+ en 65+ KNLTB-leden komen min of meer overeen met de
verhoudingen van de 50+ en 65+ bevolking in Nederland.
Nederlandse norm gezond bewegen
Nederland kent sinds 1998 de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). De universiteiten
van Amsterdam (VU), Maastricht (UM), Groningen (RUG), Utrecht (UU), het RIVM, TNO en
NOC*NSF hebben toen in onderlinge samenwerking normen voor gezond bewegen vastgesteld.
De normen zijn grotendeels gebaseerd op internationale richtlijnen (Pate et al., 1995; US DHHS,
1
Vanuit de visie van de KNLTB valt dit onder de motivatiefactoren ‘fit voelen’ en ‘ontmoeten’ (Kijk
ook op www.tennisnonstop.nl).
1996; ACSM, 1998). De norm is vooral gericht op fysieke fitheid (uithoudingsvermogen, kracht en
coördinatievermogen) en het onderhouden van gezondheid. Naast de NNGB zijn er ook de
fitnorm, combinorm en de krachtnorm (65). De NNGB heeft als doel de gezondheid te verbeteren.
Het doel van de Fitnorm is de conditie te verbeteren.
Volwassenen
NNGB
Dagelijks minstens een half
uur ten minste matig
intensieve lichamelijke
activiteit (bijvoorbeeld stevig
wandelen (5 km/uur) of fietsen
(16 km/uur)), op minimaal 5
dagen per week.
55+
NNGB
Een half uur ten minste matig
intensieve lichamelijke
activiteit op ten minste vijf
dagen in de week. Matig
intensief betekent voor 55plussers bijvoorbeeld
wandelen in een tempo van 4
km per uur of fietsen met een
snelheid van 10 km per uur.
65+
NNGB
Ten minste een half uur matig
intensief lichamelijk actief op
minimaal vijf en bij voorkeur
alle dagen van de week (in
zomer en winter). Matig
intensief betekent voor
ouderen bijvoorbeeld wandelen
in een tempo van 4 km per uur
of fietsen met een snelheid van
10 km per uur.
Fitnorm
3 keer per week minstens 20
minuten zwaar intensief
bewegen. Bij zwaar intensieve
lichamelijke activiteit gaat u
zweten en raakt u buiten
adem.
Fitnorm
3 keer per week minstens 20
minuten zwaar intensief
bewegen. Bij zwaar intensieve
lichamelijke activiteit gaat u
zweten en raakt u buiten
adem.
Fitnorm
Ouderen voldoen aan de
fitnorm als zij ten minste drie
keer per week gedurende
minimaal 20 minuten zwaar
intensief lichamelijk actief zijn
(in zomer en winter).
Combinorm
Combinatie van de NNGB en
de Fitnorm. Wie één van beide
normen haalt, voldoet aan de
combinorm en beweegt
genoeg voor een goede
gezondheid.
Combinorm
Combinatie van de NNGB en
de Fitnorm. Wie één van beide
normen haalt, voldoet aan de
combinorm en beweegt
genoeg voor een goede
gezondheid.
Combinorm
Combinatie van de NNGB en
de Fitnorm. Wie één van beide
normen haalt, voldoet aan de
combinorm en beweegt
genoeg voor een goede
gezondheid.
Krachtnorm
Minimaal twee keer per week
krachtoefeningen.
Bron: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
In 2000 voldeed 42% van de 65+-ers aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). In de
periode 2000-2009 is dit opgelopen tot 53%. Het percentage ouderen dat aan de Fitnorm voldoet
is relatief laag en in de periode 2000-2009 nauwelijks gestegen (van 9% naar 10%). Het
percentage ouderen dat aan de Combinorm voldoet is in 10 jaar opgelopen van 44% in 2000 naar
58% in 2009.
Ook het percentage inactieve ouderen is teruglopen, maar nog steeds relatief hoog.
Risicogroepen voor onvoldoende bewegen vormen ouderen die 75 jaar of ouder zijn, ouderen die
niet sporten en ouderen met één of meerdere chronische aandoeningen.
Bron: Trendrapport bewegen en gezondheid 2008/2009 van TNO
Tennis, lifetime sport
Tennis is een sport die uitermate geschikt is om tot op hoge leeftijd te beoefenen. Bijna 83.000
mensen in de leeftijd van 65 tot 99 jaar zijn lid bij de KNLTB. Er zijn verschillende redenen waarom
tennis tot op hoge leeftijd gespeeld kan worden.
Alle niveaus
Ondanks het feit dat er anatomische en fysiologische veranderingen optreden bij het ouder
worden (zie informatieblad ‘SeniorPlus Tennis - medische zaken’) kan de tennissport worden
beoefend op het spelniveau, tempo en intensiteitniveau van de ouder wordende tennisser. Dit
maakt tennis een lifetime sport.
Sociaal
Tennis is een sociale sport. Spelers kunnen andere mensen ontmoeten en nieuwe mensen leren
kennen. Het sociale netwerk is voor veel oudere spelers belangrijk. Eerst samen tennissen en
daarna nog een drankje drinken is zeer gangbaar.
Relatief veilig
Tennis is tevens een relatief veilige sport in vergelijking tot contactsporten zoals diverse
teamsporten. Het risico op blessures is bij tennis relatief laag: 3,9 op 100.000 sporturen ten
opzichte van bijvoorbeeld veldvoetbal (24) en hockey (28). Dat meldt het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onder verwijzing naar het onderzoek naar spoedeisende hulp
2
behandelingen ten gevolge van sportblessures .
Sport of beweging
Tennis kan op verschillende manieren gespeeld worden. Het kan als sport worden gespeeld
waarbij het spelen van wedstrijden bijvoorbeeld belangrijk is voor de speler. Maar tennis leent zich
ook heel goed als een manier om te bewegen, als beweegactiviteit. Bijvoorbeeld samen overslaan
ofwel een wedstrijd spelen zonder belang te hechten aan het resultaat. Tennissen tegen elkaar en
tennissen met elkaar, afhankelijk van de behoefte van de spelers.
Geschikte materialen
Een laatste reden waarom tennis tot op hoge leeftijd gespeeld kan worden is de ontwikkeling van
nieuwe tennismaterialen, bijvoorbeeld de verschillende kleuren ballen (rood, oranje, groen en
geel). De groene (zachtere?) bal geeft de speler net wat meer tijd om de bal te slaan en de impact
op het racketblad is net iets kleiner dan bij de gele bal. Hoewel het onder de doelgroep nog niet is
ingeburgerd, kan het gebruik van de groene bal ervoor zorgen dat oudere tennissers nog minder
snel afhaken en nog langer kunnen blijven tennissen. De rode bal (zachtste bal) kan gebruikt
worden bij de allereerste kennismaking met de sport of bij mensen die niet voldoende mobiel zijn
om de hele baan te belopen. Dan kan op een kleiner tennisveld worden gespeeld met de rode bal.
Verschillende generaties
Tennis is uitermate geschikt om met mensen van verschillende leeftijden te doen. Wat is er leuker
dan als (oppas)opa of (oppas)oma te tennissen met de kleinkinderen? Het kan allemaal met
tennis!
Contact
Heeft u relevante aanvullende informatie of ontbreekt er naar uw mening informatie? Mail dan naar
[email protected].
2
Vriend I, Kampen B van, Schmikli S, Eckhardt J, Schoots W, Hertog P den.
Ongevallen en Bewegen in Nederland 2000-2003: Ongevalsletsels en sportblessures in kaart
gebracht. Amsterdam: Consument en Veiligheid, 2005.