pda - Kamer

COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
van
MARDI 4 FEVRIER 2014
DINSDAG 4 FEBRUARI 2014
Matin
Voormiddag
______
______
La séance est ouverte à 10.08 heures et présidée par M. Luc Gustin.
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Luc Gustin.
s
Le président: Les questions n° 19781, 20143, 20512 et 20560 de Mme Cathy Coudyser sont transformées
en questions écrites.
01 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de kosten van de
opstand aan het centrum 127bis" (nr. 20870)
01 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le coût de l'émeute au centre 127bis"
(n° 20870)
01.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil u vandaag een
aantal vragen om verduidelijking stellen in het kader van de begrotingsbesprekingen die we hebben
gevoerd. Ik heb toen goede antwoorden gekregen op een paar punten, maar ik wil vandaag nog terugkomen
op drie dossiers. De eerste vraag gaat over het centrum 127bis in Steenokkerzeel, de tweede gaat over het
Museum voor Midden-Afrika en de derde vraag gaat over Everberg. Het zijn drie Vlaams-Brabantse dossiers
die ik reeds jaren opvolg.
Ik begin met een vraag over het gesloten centrum 127bis voor illegalen in Steenokkerzeel. In maart 2011
was daar een zware opstand met zware schade tot gevolg. Twee van de drie vleugels hebben toen geleden,
er werd brand gesticht en gevandaliseerd.
Ik ben daar onmiddellijk naartoe geweest, niet tijdens de opstand maar enkele dagen later. Ik heb toen,
zoals ik wel vaker doe, een bezoek gebracht aan het centrum 127bis om te horen hoe de sfeer was. Het
personeel heeft toen uiteraard de daver op het lijf gehad. Men mag dat echt niet onderschatten. Het was een
bijzonder traumatische ervaring voor de directrice en voor alle personeelsleden die toen aanwezig waren,
want het ging er toen heel hard aan toe.
De Regie der Gebouwen, uw dienst, legde een aantal bedragen vast om herstellingswerken uit te voeren. In
totaal zou er bijna vijfhonderdduizend euro zijn vastgelegd om de herstellingen te bekostigen. Daarvan is er
nog ruim tweehonderdduizend euro beschikbaar, zo heb ik vernomen in het antwoord op een schriftelijke
vraag.
Concreet gaat het om drie vastleggingen met de omschrijving "herstel schade opstand". Ten eerste is er een
vastlegging ter waarde van 112 000 euro besteed aan Cofely Fabricom, waarvan nog 61 000 euro
beschikbaar zou zijn. Ten tweede is er een vastlegging ter waarde van 247 000 euro besteed aan
ACP Contracts, waarvan nog 26 000 euro beschikbaar zou zijn. En ten derde is er een vastlegging ter
waarde van 128 000 euro besteed aan Cofely Fabricom, waarvan nog 116 000 euro beschikbaar zou zijn.
Mijnheer de staatssecretaris, kloppen die cijfers? Wat zijn de totale kosten van de herstellingswerken naar
aanleiding van de opstand? Waarom blijft een fors deel van het vastgelegd bedrag beschikbaar? Is alles nu
afgerond? Ik begrijp dat een deel van het centrum 127bis tweeënhalf jaar later nog steeds niet operationeel
is?
Wat is er nu allemaal gedaan? Wat heeft dat gekost? Moeten er nog zaken gebeuren? Kunt u behalve
technische cijfers nog wat uitleg geven over de kosten voor de Regie der Gebouwen?
01.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer Francken, de cijfers die u hebt opgesomd, zijn
ondertussen door de feiten ietwat achterhaald.
Het dossier van ACP Contracts werd afgerond. De eindstaat is betaald en dat voor een bedrag van
247 492,09 euro. Het door u genoemde bedrag van 26 084,38 euro was ongeveer het bedrag van de laatste
vorderingsstaat. De twee dossiers Cofely Fabricom werden allebei afgerond en de eindstaten werden
betaald voor de totale bedragen van respectievelijk 103 547,42 euro en 117 864,60 euro. Het totaalbedrag
van alle dossiers bedraagt bijgevolg 468 904,11 euro.
Er is dus geen resterend krediet meer beschikbaar.
01.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, kunt u iets meer zeggen over wat er precies is
gebeurd in centrum 127bis?
Ik ben blij dat het dossier afgerond is, laat dat duidelijk zijn. Ik heb begrepen dat er een proces is gestart om
een deel van de schade te verhalen. Het gaat natuurlijk om illegalen, personen die worden uitgewezen.
Zullen wij die 500 000 euro ooit nog terugzien, als zij terug in het land van herkomst zijn? Ik heb begrepen
dat er een juridische procedure voor een of twee Algerijnen zou zijn opgestart.
Het is natuurlijk heel veel geld. Ik kan alleen maar samen met allen hier hopen dat dat nooit meer voorkomt,
hoewel men een en ander niet altijd in de hand heeft.
Mijn vraag is heel concreet of u toch iets meer zicht hebt op wat er allemaal met dat geld is gebeurd.
Misschien kunt u mij het antwoord daarop nog bezorgen?
01.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: De details daarvan heb ik hier niet, maar stuur mij een brief
of maak een schriftelijke vraag en ik zal u daarop uiteraard antwoorden.
Op uw vragen over de operationaliteit van de dienst suggereer ik u om de bevoegde minister hierover aan te
spreken, aangezien mijn bevoegdheid ophoudt wanneer de herstellingswerken zijn uitgevoerd.
Ik heb bij mijn aantreden als staatssecretaris bij de Regie der Gebouwen gevraagd om bij elk schadedossier
te proberen de schade terug te vorderen en daartoe ook procedurele initiatieven te nemen. De stand van
zaken van het juridisch geschil kan ik u op dit ogenlik niet in detail bezorgen.
01.05 Theo Francken (N-VA): Ik zal nog een schriftelijke vraag indienen, mijnheer de staatssecretaris.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de werkzaamheden
aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren" (nr. 20872)
02 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "les travaux au Musée royal de l'Afrique
Centrale à Tervuren" (n° 20872)
02.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik kom terug op een
discussie die wij hebben gevoerd over de herstellingswerkzaamheden en de heel grote werken aan het
Museum voor Midden-Afrika te Tervuren. U bent ter plaatse geweest om het begin van de werken aan te
kondigen in een van de mooiste musea die ons land rijk is. Het is zeker veruit het mooiste museum van mijn
provincie. Laat dat duidelijk zijn. Tervuren is trouwens ook een van de mooiste gemeenten en voor mij zelfs
de mooiste gemeente van Vlaams-Brabant, hoewel ik burgemeester van een andere gemeente ben.
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren krijgt een grondige renovatiebeurt. Zowel de inhoud,
de infrastructuur als de presentatiewijze wordt aan de noden van de eenentwintigste eeuw aangepast. De
renovatie is nodig. De laatste structurele aanpassing aan het museum gebeurde immers in 1910.
Volgens berichten zou het project de federale overheid in totaal tot 60 miljoen euro kunnen kosten.
Uit uw antwoord op mijn vraag over de werkzaamheden aan gebouwen in Vlaams-Brabant blijkt dat de
kosten voor de algemene renovatie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren aardig
oplopen. Sinds 2008 tot en met 2012 werd door de Regie der Gebouwen voor de renovatie en het
onderhoud van het museum immers al bijna 11 miljoen euro vastgelegd. Daarvan is nog bijna 3,5 miljoen
euro beschikbaar. Er werd dus aan het museum al bijna 7,5 miljoen euro uitgegeven, hoewel nog geen
werken waren opgestart.
In 2008 werd al bijna 600 000 euro betaald voor een studie voor de algemene renovatie bij de firma TV-BeelOrigin-Kortekaas-Desvigne-Arup. Ik neem aan dat het om een architectenbureau gaat. In 2009 werd
bovendien meer dan 4 miljoen euro vastgelegd voor een geïntegreerd studieontwerp bij dezelfde firma. Van
dat bedrag werd al meer dan de helft uitgegeven. Er zou dus nog een kleine 2 miljoen euro beschikbaar zijn.
Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel zullen de renovatiewerken kosten? Wat is de stand van zaken op het
vlak van de werkzaamheden voor de herstelling, de renovatie en de andere aan te pakken werken aan het
museum op dit moment?
Waaraan werd het beschikbare geld al besteed? Kan u een en ander detailleren?
Waarom was boven op de studie van 2008 voor een bedrag van 650 000 euro nog een duur geïntegreerd
studieontwerp voor een bedrag van 4 miljoen euro nodig?
Ik heb daar toch wel wat bedenkingen bij. Dat is toch zeer veel geld. Als het alleen maar gaat om het
ontwerp van die studie, is dit toch wel een heel hoog bedrag. Graag wat toelichting hierbij.
02.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega Francken, het door de
Ministerraad goedgekeurd budget bedraagt 66,5 miljoen euro. Hierin zijn de studiekosten, de bouwkosten en
de financiering inbegrepen. De werken zijn aangevat op 14 oktober jongstleden en zullen ongeveer drie jaar
in beslag nemen.
Tot op vandaag zijn er enkel uitgaven gedaan voor de studie-erelonen. Het studiecontract werd toegewezen
na een algemene offerteaanvraag waarvoor elf dienstverleners een offerte hebben ingediend. Met de
gunningsbeslissing van 2 oktober 2007 werd de tijdelijke vereniging Beel-Origin-Kortekaas-Desvigne-Arup
aangeduid als studieteam voor de renovatie van het KMMA. Het gaat om een tijdelijke vereniging, een
studiebureau eigenlijk, en niet om een architectenbureau, want de studieopdracht is ruimer dan een louter
architecturale opdracht.
Het globale studiecontract omvat het ontwikkelen van een masterplan voor de gehele site en de
geïntegreerde studie met betrekking tot het museumgebouw. De opdracht omvat verschillende onderdelen
waarvoor contractueel een ereloon werd bepaald. Het masterplan voor de gehele site omvat een schets en
een voorontwerp. De geïntegreerde studie voor het museumgebouw omvat een schets, een voorontwerp en
een ontwerp. Daarnaast wordt bijstand gegeven bij het onderzoek van de ingediende offertes en treedt het
studieteam op tijdens de uitvoering van de werken. Voor elke fase afzonderlijk werd het ereloon vastgelegd.
Enkel het ereloon voor het optreden tijdens de uitvoering van de werken moet nog worden betaald.
Ik heb begrepen dat het aanbestedingsbedrag wat de uitvoering van de werken betreft, is meegevallen. Het
is natuurlijk een historisch gebouw waarmee men omzichtig moet omgaan en waar men steeds te maken
kan krijgen met verrassingen tijdens de bouwwerkzaamheden.
02.03 Theo Francken (N-VA): (…)
02.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Dat was een raming.
02.05 Theo Francken (N-VA): 66,5 miljoen. Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de werkzaamheden
aan De Grubbe in Everberg" (nr. 20874)
03 Question de M. Theo Francken au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "les travaux au centre 'De Grubbe' à
Everberg" (n° 20874)
03.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik kom terug op de discussie die wij al gevoerd
hebben rond het verhaal van De Grubbe. Het verhaal van De Grubbe is toch wel zeer bizar. Ik ben dat
centrum recent nog eens gaan bezoeken. Daar staan heel wat aftandse containers die moeten worden
vervangen. Dat zou ook gebeuren. Nu wordt De Grubbe evenwel overgeheveld. Het zou niet meer echt een
jeugdgevangenis worden, het zou eerder het verhaal worden van De Hutten in Mol, geïntegreerd in het
Vlaams concept van jeugddelinquentie en de aanpak van zware probleemjongeren.
Ik heb verschillende vragen. Er staat een gebouw waar nog geen ramen in staan. Het werd gebouwd, maar
er was discussie over de vraag wie de bouw moest afronden als die naar Vlaanderen zou gaan. Dat was
echt een heel bizar verhaal.
Ik kom dan bij mijn vragen. Uit het antwoord op mijn vraag naar een gedateerd overzicht van de
werkzaamheden aan de gebouwen in Vlaams-Brabant blijkt dat er 800 000 euro werd uitgetrokken voor de
renovatie van de compleet versleten containers. Voor de aanpassingswerken aan de containers van
De Grubbe werd een bedrag van 633 000 euro vastgelegd voor de begunstigde Dillen Bouwteam. Het
volledig bedrag is echter nog beschikbaar. Dat geldt ook voor de 81 000 euro die werd vastgelegd voor
“daken contour gebouwen” met als begunstigde Baeck & Jansen en voor de 55 000 euro die werd
vastgelegd voor metaalwerken met als begunstigde Collewaert Algemene Ondernemingen. In totaal gaat het
dus om een bedrag van bijna 800 000 euro dat werd vastgelegd maar nog beschikbaar is. Het ziet er dus
naar uit dat de werken stilliggen. Er waren ook verschillende berichten in de pers dat de capaciteit van
De Grubbe gevoelig zou worden afgebouwd. Over de toekomst van De Grubbe tast het lokale bestuur in het
duister.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is de stand van zaken wat de werkzaamheden aan De Grubbe betreft?
Klopt het dat er nog bijna 800 000 euro beschikbaar is die nog niet is aangewend? Hoe komt dit? Wat
betekent dit voor de compleet versleten noodcontainers? Wat is nu juist de stand van zaken?
03.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Collega, de door u aangehaalde feiten kloppen niet, meldt
men mij. Ik geef u een overzicht van de werken.
Ten eerste, wat de aannemingen van de firma Dillen betreft, zijn de werken in uitvoering. Tot nu toe is er een
factureringsopdracht gegeven voor 149 906,12 euro. Ook de overige werken zullen verder worden
afgewerkt.
Ten tweede, de werken van de onderneming Baeck & Jansen zijn nagenoeg afgerond, waarna aansluitend
de afrekening zal volgen.
Ten derde, wat de aannemingen van de onderneming Collewaert betreft, die werken hebben niets te maken
met de aanpassingswerken aan de containers. De betrokken aannemer is failliet gegaan en kan de opdracht
dus niet verder uitvoeren.
Op die vastleggingen zijn de nodige facturen al betaald. Op basis van de voortgang van de werken zal de
verdere facturering volgen. De uitvoering van de werken heeft een zekere vertraging opgelopen omdat
tijdens de uitvoering is gebleken dat de geplande stabiliteitswerken sterk konden worden beperkt. Daardoor
dienden de uit te voeren werken te worden bijgestuurd. De vertraging zorgde wel voor een betere inzet van
de middelen. Het budget kon namelijk enigszins verminderd worden. Na de werken zullen de containers
weer in orde zijn.
03.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
De onderneming Collewaert is failliet gegaan. Wat is de procedure die daarbij gevolgd wordt? Hoe verloopt
die? De werken werden aanbesteed. Het bedrijf ging failliet. Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Het
zal nog wel gebeuren, want de bouwsector heeft het heel zwaar. Dat weet u ongetwijfeld beter dan ik, maar
wat gebeurt er daarmee? Volgt er een nieuwe aanbesteding? Is het geld weggegooid, wordt het
gerecupereerd of is er nog niets gefactureerd? Kunt u dat toelichten?
Principieel blijft het een zeer vreemde beslissing. Ik heb er fundamentele vragen bij, mijnheer de
staatssecretaris. De containers waren versleten. Ze worden aangepast of vernieuwd. Daarnaast staat er
echter een nieuw gebouw. Er is een nieuw gebouw geplaatst, casco, nog zonder ramen dus. Er werden
houten platen tegen gespijkerd, zodat de slagregen er geen vat op heeft en het gebouw in goede staat blijft.
Er staat een dak op. Het gebouw is klaar en alle faciliteiten moeten naar daar verhuizen. Maar ondertussen
wordt er beslist containers voor 800 000 euro te vervangen. Waarom kunt u die 800 000 euro niet
aanwenden voor de renovatie van het gebouw om het helemaal operationeel te maken? Voor dat bedrag
kunt u nieuwe ramen laten steken en het gebouw volledig aankleden.
Ik heb dat uiteraard ook aan de directie gevraagd en er werd mij geantwoord dat het te maken heeft met een
discussie tussen het Vlaams en het federaal niveau. Dat is altijd zo geweest. Het federaal niveau heeft
immers veeleer een politionele verantwoordelijkheid, terwijl het Vlaams niveau veeleer een
gemeenschapvormende verantwoordelijkheid heeft, dus meer met het oog op de integratie in de
samenleving. Met andere woorden, het is de zachte tegen de harde kant van het verhaal; daar komt het op
neer.
De discussie gaat onder andere over de wijze waarop de badgecontrole moet verlopen, hoe de toegang
verloopt enzovoort. Op Vlaams niveau wil men daar niet van weten. In Mol en in Sijsele doet men dat niet,
maar op federaal niveau vindt men dat het wel zo moet; volgens hun filosofie is het absoluut noodzakelijk
omdat het gaat om jeugddelinquentie en men daar niet licht overheen mag gaan.
Op die manier gebeurt er dus niets, maar finaal worden de containers wel vervangen. Nochtans, mocht men
het gebouw afwerken, dan zijn de containers niet meer nodig. De 800 000 euro die u investeert in nieuwe
containers had u beter aangewend voor de renovatie van het gebouw. Dan kon u iedereen naar het gebouw
laten verhuizen, dat er immers al staat.
Hier wordt dus een bijzonder eigenaardige logica gehanteerd. Dit is tegenwerkend federalisme, in plaats van
tot een akkoord te komen en vooruit te gaan. De bevoegde Vlaamse minister, de heer Vandeurzen, is
nochtans iemand die u goed kent. Ik begrijp het echt niet.
03.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer Francken, u hebt mij hierover al eens een vraag
gesteld. Men heeft mij ingelicht dat wat u daarnet zei, met name dat als het gebouw is afgewerkt, men de
containers niet meer nodig zou hebben, niet strookt met de realiteit. De containers zijn zelfs na het afwerken
van het gebouw nog minstens gedeeltelijk nodig. Ook als de containers nodig blijven, kan het gebouw
worden afgewerkt.
Wij zijn het erover eens dat het gebouw moet worden afgewerkt. Het gebouw wordt overgeheveld en
ondertussen werd het KB inzake de overdracht van gebouwen ook uitgevaardigd, weliswaar met
inwerkingtreding in januari 2015. Het gebouw wordt dus eigendom van Vlaanderen. Ik heb aan mijn
administratieve diensten duidelijk gezegd dat aldus de door Vlaanderen gewenste veiligheidsvereisten
moeten worden gevolgd. Het Vlaams niveau wordt immers de nieuwe eigenaar. Het is te gek om ‘federale’
veiligheidsvereisten te voorzien in een gebouw, om dan de toekomstige gemeenschapsoverheid op te
zadelen met kosten als er achteraf wijzigingen moeten gebeuren. Ik heb heel uitdrukkelijk de opdracht
gegeven om rekening te houden met de desiderata van de toekomstige eigenaar. Ik neem aan dat dit
ondertussen is voortgezet, maar ik zal het navragen.
03.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dat is precies wat ik betwijfel. Wat u zegt, is
wat ik heb gehoord. Dat lijkt mij niet helemaal onlogisch. Ik blijf wel vragen hebben bij het gebruik van die
800 000 euro. Moeten die containers allemaal worden vernieuwd? Op zijn minst gaat toch een deel naar het
nieuw gebouw? Dat kan niet anders; waarom staat er een nieuw gebouw als niets daarheen zou verhuizen?
Misschien zal nog een deel van de containers nodig zijn omdat er zeker in het begin in het nieuw gebouw
nog plaatsgebrek zal zijn. Dat kan, maar zeker niet helemaal.
Naar verluidt zou er geen geld beschikbaar zijn om het nieuw gebouw verder af te werken. De Regie der
Gebouwen zou oordelen dat het vanaf 1 januari 2015 een Vlaamse gemeenschapsbevoegdheid wordt,
waardoor Vlaanderen bevoegd is voor het gebouw en zelf maar moet zien dat het in orde komt. Dat heb ik
begrepen. Ik denk niet dat er in de komende elf maanden nog vorderingen zullen worden gemaakt met
betrekking tot het gebouw. Integendeel, het zal zo blijven tot 1 januari 2015 als het wordt overgeheveld naar
Vlaanderen.
Ik begrijp dat u moet uitkijken met uw middelen en dat het vreemd zou zijn om geld te investeren in een
gebouw dat over een jaar wordt overgeheveld. Dat kan een beweegreden zijn. Het dossier wordt evenwel
zeer vreemd aangepakt. Er is veel te weinig overleg geweest met de Vlaamse Gemeenschap. Het
vernieuwen van de containers voor 800 000 euro is voor meer dan de helft overbodig en u had beter
400 000 euro besteed aan de afwerking van het nieuw gebouw. Dat is een gemiste kans, mijnheer de
staatssecretaris.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sophie De Wit aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de stand van zaken van
het Masterplan Tris" (nr. 21456)
04 Question de Mme Sophie De Wit au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'état d'avancement du Masterplan Tris"
(n° 21456)
04.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, men heeft zeer lang vastgehouden aan het
masterplan Gevangenissen. Het was dan ook al uitgewerkt door toenmalig minister De Clerck, uw
partijgenoot. Nochtans heeft men altijd geweten dat de celcapaciteit onvoldoende zou zijn om de
overbevolking in de gevangenissen tegen te gaan.
Vorig jaar werd het idee opgevat van het Masterplan Tris, het derde masterplan. U stelde dat de
celcapaciteit toch verhoogd moest worden, dus dat er bijkomende gevangenissen gebouwd moesten
worden. Toen dat idee gelanceerd werd, hebben verschillende steden en gemeenten, zoals Oostende,
Leopoldsburg en Genk, zich onmiddellijk openlijk kandidaat gesteld om een locatie te bieden voor een
nieuwe gevangenis.
Vorig jaar heb ik daarover vragen gesteld, zowel aan u als aan de minister van Justitie, zodat ik van de stand
van zaken op de hoogte was. Er werden immers verschillende initiatieven aangekondigd, maar we kregen
daar geen teksten van. Het antwoord luidde toen dat daaraan werd gesleuteld en dat een en ander weldra
op de agenda van de Ministerraad geagendeerd zou worden. Er zouden ook werkgroepen worden opgericht
om na te gaan of de plannen ingepast konden worden in de budgettaire meerjarenplannen.
Ondertussen zijn we ongeveer een jaar later, maar eigenlijk is er nog maar heel weinig spoor te vinden van
het Masterplan Tris. De tijd kort. De regering heeft nog maar enkele maanden te gaan.
Mijnheer de staatssecretaris, daarom zou ik graag van u vernemen hoe het nu staat met dat masterplan.
Wordt daarvan werk gemaakt? Wordt dat goedgekeurd? Hoe zal dat bekend geraken?
Wat is de stand van zaken van het ontwerp van het Masterplan Tris? Is dat al voltooid? Werd het al op de
Ministerraad besproken? Zo niet, wanneer zal dat dan wel gebeuren? Als het wel al op de Ministerraad
besproken is, wat is daarvan dan het concreet resultaat?
Het is ook interessant om te weten waarom uiteindelijk toch beslist of ingezien werd dat er nieuwe cellen
nodig zijn. Die beslissing had men toch al veel eerder kunnen nemen? Aan hoeveel extra gevangenissen
wordt in dat nieuw masterplan gedacht? Hoeveel extra celcapaciteit zal dat hopelijk opleveren?
Wanneer worden de knopen doorgehakt in verband met de locatie? Zal de huidige regering de locaties nog
definitief vastleggen? Zijn er, naast de drie die ik zopas vernoemd heb, nog steden en gemeenten
kandidaat? Het antwoord op die vraag lijkt mij niet onbelangrijk om de snelheid van de voortgang te kunnen
beoordelen. Gaat het om privégronden of over grond die al eigendom is van de Staat?
Wanneer wil men starten met de bouw van de nieuwe gevangenissen? Wanneer zullen zij opengaan? Hoe
zullen zij worden gefinancierd? Zijn zij inpasbaar in de budgettaire meerjarenplanning?
Ten slotte heb ik nog een vraag in verband met de gevangenis van Dendermonde. Wij kennen de lijdensweg
die daar al is afgelegd. Hoopt u nog altijd dat het project zal slagen? Is er al een uitspraak van het
Grondwettelijk Hof in de zaak of is het PRUP nog altijd geschorst? Hoe evolueert het dossier?
04.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Er werd inderdaad samen met de minister van Justitie een
aanpassing aan het masterplan voorbereid, gelet op de stijgende nood aan extra capaciteit en de noodzaak
om sommige bestaande instellingen te sluiten wegens hun slechte staat. Het nieuwe masterplan moet een
uitbreiding vormen van het bestaande plan en gaat dan ook niet in tegen de herbevestigde engagementen
uit het verleden.
Een aantal sites werd onderzocht. Het gaat hierbij telkens om grond die momenteel geen eigendom is van
de Regie der Gebouwen, wel van privéondernemingen of andere overheden.
Het Masterplan Tris werd voorgesteld op het kernkabinet. Daar werd de principebeslissing genomen dat kan
worden gestart met de technische voorbereidingen voor mogelijke nieuwe projecten: in Oostende en
Leopoldsburg een bijkomende gevangenis, in Verviers een vervangbouw voor een bestaande site, in Paifve
een uitbreiding voor geïnterneerden, in Achêne een bestemmingswijziging voor het bestaande project, en in
Wortel en Saint-Hubert een uitbreiding van de bestaande site.
Het gaat hier in totaal om een capaciteit van zowat 1 500 cellen. De regie is gestart met de technische
voorbereidingen van alle dossiers. Het kernkabinet heeft mij gevraagd om te starten met de voorbereidingen
voor de verwerving van gronden, de procedures en de financieringsmogelijkheden, zodat eind 2014 een
compleet dossier kan worden voorgelegd aan een volgende regering. Pas daarna kan een concrete timing
worden gegeven.
Zoals ik u reeds eerder in de commissie heb gemeld, blijf ik voorstander van een gevangenis in
Dendermonde. De vorige masterplannen werden op het kernkabinet herbevestigd en de plannen worden
uitgevoerd.
Wij hebben niet gewacht op de uitspraken, die niet goed zijn uitgevallen. Na overleg met ons is de provincie
reeds vorig jaar begonnen met de opmaak van een nieuw PRUP. Het plan-MER loopt momenteel en het
dossier verloopt globaal volgens plan.
De procedure voor een nieuw PRUP neemt uiteraard enige tijd in beslag. Naar verwachting kan de bouw
van de gevangenis ten vroegste in 2015 van start gaan. De verwachte bouwtijd bedraagt 21 tot 22 maanden.
04.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, uit uw antwoord onthoud ik vooral dat men
principebeslissingen heeft genomen in verband met een aantal sites, waarbij men een aantal bestaande
sites zal aanpassen, vernieuwen of uitbreiden, en in verband met de nieuwe sites Oostende en
Leopoldsburg. Daar staan echter nog geen budgetten tegenover. De regering heeft dus beslist zonder
concreet te weten wat men daar zal doen en die beslissing ligt al op de banken voor de volgende regering.
Heb ik dat zo goed begrepen?
04.04 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Het gaat gewoon om technische voorbereidingen.
04.05 Sophie De Wit (N-VA): Dus die twee locaties zullen het zijn en de volgende regering zal dan achter
de centjes mogen zoeken en voor de uitwerking mogen zorgen?
04.06 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Wij zullen technische dossiers voorbereiden. Dat lijkt mij de
logica zelve. De volgende regering beslist over alle mogelijke dossiers. Elke regering heeft de autonomie om
te doen en te laten wat zij wil.
04.07 Sophie De Wit (N-VA): Maar er is nu wel een principebeslissing genomen?
04.08 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Om technische voorbereidingen te doen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Valérie Warzée-Caverenne au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles,
adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable,
adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le devenir des bureaux des
contributions de Ciney" (n° 21120)
05 Vraag van mevrouw Valérie Warzée-Caverenne aan de staatssecretaris voor Staatshervorming,
toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de
toekomstplannen voor de belastingkantoren in Ciney" (nr. 21120)
05.01 Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, j'ai déjà eu le
plaisir d'interroger votre collègue M. le ministre des Finances sur le devenir des bureaux des contributions de
Ciney dans le cadre du plan d'infrastructure 2015 du service d'encadrement logistique de son département,
et d'attirer son attention sur la nécessité de maintenir un service de proximité pour les citoyens en zone
rurale.
Celui-ci m'a apporté un certain nombre de précisions quant aux décisions prises concernant le
déménagement des services PME de Ciney vers Dinant après 2016, c'est-à-dire dès réception du nouveau
projet de construction à Bouvignes-sur-Meuse et le déménagement des services particuliers de Ciney vers
Marche-en-Famenne.
La décision étant prise de manière globale, je trouve néanmoins opportun de vous interroger sur les
conditions de ces déménagements. En effet, j'aurais aimé avoir plus d'informations quant aux demandes
formulées par votre département à la Régie des Bâtiments qui exécute vos décisions en matière
d'infrastructures pour organiser les services.
Lorsque la Régie des Bâtiments a porté son choix sur le site de Bouvignes-sur-Meuse, j'imagine qu'elle, ou
votre département, a tenu compte de l'impact sur l'accessibilité de celui-ci tant pour les citoyens que pour le
personnel.
Pour rappel, le site de Ciney présente quant à lui toutes les facilités pour la mobilité: gare, bus, proximité de
grands axes mais aussi des zonings. De plus, dans le cadre du Schéma de développement de l'espace
régional (SDER), Ciney est considérée comme un pôle principal, notamment en raison de son accessibilité
favorable.
Monsieur le secrétaire d'État, pourriez-vous nous donner plus d'informations quant à l'analyse qui a été faite
de la plus-value de ce choix en termes d'accessibilité de ce service public?
Par ailleurs, je me pose également une question sur la plus-value financière de l'opération que représente
une nouvelle construction alors que, comme vous me le disiez en février 2013, le bâtiment de Ciney est
sous-occupé. Selon mes informations, il a bénéficié d'une rénovation il y a peu. Comment expliquez-vous ce
choix?
05.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, vous avez appris
de la part de M. le ministre des Finances la raison pour laquelle la restructuration des services nécessitait
une réorganisation de Ciney Finances et maintenant du site.
Le Conseil des ministres a décidé, en 2005, de créer un complexe Justice-Finances à Dinant. La Régie des
Bâtiments prépare le projet.
La question de la mobilité est, comme pour tous nos autres projets, prise en considération et mise en
balance avec les autres éléments. Si des problèmes subsistent encore à ce sujet, ceux-ci devront être
examinés par la suite avec les autorités compétentes.
Le site de Bouvignes-sur-Meuse fut retenu parce que le besoin d'un nouveau palais de justice ne trouvait
pas de réponse dans une ville coincée entre rochers et fleuve.
Dans le cadre du regroupement des services publics, qui permet de réaliser des économies d'échelle, les
services des Finances se trouveront sur le même site.
05.03 Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre
réponse, bien qu'elle n'apporte aucun élément complémentaire quant à la réflexion sur la mobilité entre
Bouvignes-sur-Meuse et Ciney. La question reste de savoir pourquoi.
Certes, je comprends les économies d'échelle que vous avez évoquées, mais Ciney compte un bâtiment qui
est sous-occupé et qui a bénéficié d'une rénovation partielle relativement récente. Aussi, lorsqu'on parle
d'économies et de regroupement d'effectifs, le rejet de l'alternative que présentait Ciney au profit de
Bouvignes-sur-Meuse n'a, pour moi, pas été justifié.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier
ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre
des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'extension des Archives de l'État à Arlon"
(n° 21488)
06 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de
eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de uitbreiding van het
Rijksarchief te Aarlen" (nr. 21488)
06.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le 5 novembre dernier, je
vous interrogeais sur le projet d'extension des Archives de l'État à Arlon, chef-lieu de la province de
Luxembourg.
À l'époque, vous m'aviez apporté de bonnes nouvelles à ce sujet puisqu'un accord – disiez-vous – avait été
2
trouvé pour la construction de 32 000 m de surface de stockage. Les travaux devaient commencer après
les congés du bâtiment de 2014 et prendre fin en 2015.
Cependant, certains fonctionnaires des Archives de l'État me rapportent que ces travaux seraient reportés
non pas d'un an, mais de deux ans, voire même de trois ans.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous me confirmer que les travaux d'extension des Archives de l'État
d'Arlon pourront bien débuter après les congés du bâtiment de 2014 et que nous pourrons voir ce chantier
évoluer rapidement?
06.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, je serai bref et clair.
Le dossier d'architecture est terminé et est en attente de l'obtention du permis d'urbanisme. La rédaction du
cahier des charges est en cours. L'adjudication des travaux et leur engagement est prévu pour le début de
l'année 2015. Le début de ce chantier est quant à lui prévu pour le printemps 2015. Le projet fera partie du
programme d'investissement 2015 de la Régie des Bâtiments.
06.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse rassurante. En
effet, certains bruits circulaient à Arlon selon lesquels il faudrait attendre au moins trois ans, si tout allait
bien, et que l'on serait peut-être rattaché au Grand-Duché de Luxembourg avant que les travaux ne soient
entamés!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. David Clarinval au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "le projet d'une prison pour détenus 'à
hauts risques' à Achêne" (n° 21614)
07 Vraag van de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de geplande bouw van
een zwaarbeveiligde gevangenis in Achêne" (nr. 21614)
07.01 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, il y a un peu plus de six
mois, la Direction générale des établissements pénitentiaires avait présenté son rapport annuel avec une
série de statistiques sur les taux d'occupation et de surpopulation. Mme la ministre Turtelboom avait alors
indiqué qu'un projet de prison de haute sécurité était à l'étude et que la commune d'Achêne avait été
désignée comme emplacement pour cette nouvelle prison.
Le 20 décembre dernier, le Conseil des ministres a approuvé l'actualisation du masterplan relatif aux prisons
qui prévoit l'élargissement, le remplacement, la rénovation ou la réaffectation de cinq établissements
existants, la création de deux nouvelles structures dites classiques à Ostende et à Bourg-Léopold et la
réalisation d'un établissement de haute sécurité à Achêne.
Le bourgmestre de Ciney, M. Cheffert, regrette que sa commune n'ait pas été associée à ce dossier. Il
regrette également de ne pas avoir été informé officiellement du fait que l'implantation serait réalisée à
Achêne.
Monsieur le secrétaire d'État, qu'en est-il des conditions de réalisation de cet établissement de haute
sécurité? Pour quand ce projet est-il prévu? Pouvez-vous en dire davantage quant au volume du bâtiment,
l'emploi qui y sera proposé, la sécurité qui sera prévue, les conditions générales d'exploitation?
07.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, le terrain à Achêne
était initialement prévu pour y construire une prison pour jeunes. Suite à la sixième réforme institutionnelle,
cette compétence a été transférée aux Régions et aux Communautés. Suite à la demande du SPF Justice,
et en parfaite concertation, la Régie des Bâtiments a examiné la possibilité de continuer l'élaboration des
plans d'une prison hautement sécurisée.
Certains éléments ont déjà été discutés entre les administrations compétentes de la Justice et la Régie
des Bâtiments.
Contrairement à ce qui est stipulé dans la question, cette nouvelle piste doit encore être soumise pour
approbation au Conseil des ministres. Le 20 décembre 2013, le Conseil des ministres restreint a marqué son
accord de principe pour le développement et la préparation des sept projets concrets, entre autres le dossier
pour la réaffectation d'Achêne.
07.03 David Clarinval (MR): Monsieur le secrétaire d'État, votre réponse m'étonne un peu. Certes, le
Conseil des ministres n'a pas encore donné son aval mais le kern s'est bien prononcé en décembre. Vous
ne répondez pas à mes questions. J'aurais aimé avoir plus d'informations à ce sujet. Je reviendrai donc sur
la question quand le Conseil des ministres se sera prononcé.
J'insiste toutefois pour que le bourgmestre de la commune soit consulté car, au niveau local, cette décision
est importante et a des implications fondamentales. Je ne peux que plaider pour que l'on associe le
bourgmestre de la commune concerné à la réflexion.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Christophe Lacroix au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la rénovation du Musée royal de l'armée"
(n° 21626)
08 Vraag van de heer Christophe Lacroix aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd
aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de renovatie van het
Koninklijk Legermuseum" (nr. 21626)
08.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, l'année 2014 ouvre
les commémorations de la Grande Guerre. Dans ce cadre, comme d'autres collègues de la commission de
la Défense, j'ai interrogé le ministre de la Défense sur les activités qui seront proposées par le Musée royal
de l'Armée.
Certes, selon le ministre de la Défense, c'est bien lui qui exerce une tutelle sur ce musée, mais c'est la Régie
des Bâtiments qui reste propriétaire du bâtiment en lui-même et qui, à ce titre, "a la haute main sur
l'organisation des activités", pour reprendre ses propres termes.
Monsieur le secrétaire d'État, dans le contexte de ces préparatifs, pouvez-vous nous décrire l'ensemble des
investissements qui ont été, sont ou seront réalisés dans la section 14-18 du Musée royal de l'Armée?
D'autres investissements en bâtiments sont-ils prévus à l'avenir dans ce musée? En effet, le 15 janvier, le
ministre de la Défense nous expliquait que les moyens et le calendrier des activités dépendaient de votre
département.
08.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, pour être complet,
j'indiquerai que les investissements portent non seulement sur les salles 14-18 proprement dites, mais aussi
sur les abords de ces salles: le vestiaire, le passage vers ces salles, les sanitaires, la disposition des avions
de la Première Guerre mondiale, le réaménagement de la cour carrée, etc. donnent également forme à cet
événement de grande ampleur.
Par le passé, des investissements ont de ce fait déjà été réalisés pour un montant de plus de 5 millions
d'euros. Le dossier le plus important était sans aucun doute la restauration de la façade sud du hall de l'Air,
avec la réparation de la toiture en zinc du hall de l'Air et de la cour carrée.
Plus récemment encore, les travaux complémentaires suivants ont été réalisés l'année dernière: travaux sur
facture pour un montant total de 70 000 euros (réparation des poutrelles de toiture, vitrages en toiture,
inspection et débouchage des égouts); réparation du palier de la halle Bordiau (55 000 euros).
En ce qui concerne l'avenir proche, pour la commémoration des événements de 14-18, de nombreuses
concertations ont eu lieu l'année dernière entre la direction du Musée royal de l'Armée et la Régie
des Bâtiments afin de valider l'approche et les plans. La Régie des Bâtiments travaille actuellement à
réaliser des investissements pour un montant de 550 000 euros avant les congés du bâtiment: installation
d'une paroi contre la poussière, des travaux de peinture des salles et des rails de contact pour l'éclairage.
Toujours dans le cadre de la commémoration de ces événements, le revêtement et les égouts de la cour
carrée seront ensuite réparés. Le vestiaire fera également l'objet de travaux pour un montant de
135 000 euros.
En ce qui concerne les investissements importants nécessaires pour ce site, l'établissement d'un masterplan
global est indispensable. Avant de pouvoir le chiffrer, le Musée royal de l'Armée doit, dans un premier temps,
définir ses ambitions muséales. La Régie des Bâtiments a également réalisé des travaux historiques
préparatoires pour les bâtiments classés.
Pour terminer, j'indiquerai que la structure en toile de la cour carrée se trouve en phase d'étude. Le bureau
désigné par le Musée royal de l'Armée évalue actuellement la stabilité de l'ensemble.
08.03 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse très
précise. Cela prouve que votre département et vous-même vous êtes investis dans ce dossier. Cela
confirme néanmoins ce qui se passe au Musée. Il y a effectivement un problème dans le cadre d'une
définition claire de la politique muséale. Comme je l'ai expliqué à votre collègue en charge de la Défense, il y
a véritablement une problématique et un malaise au sein du personnel scientifique qui fait qu'on manque de
proactivité pour faire des propositions globales. Vous avez dit attendre un masterplan. Il est dommage que
les choses ne se précipitent pas du point de vue du Musée.
Je tiens cependant à vous remercier pour vos réponses qui me seront précieuses dans le cadre des travaux
que j'espère mener au niveau parlementaire pour accentuer le dynamisme de cette maison qui me tient à
cœur puisque j'y ai travaillé pendant un an, de 1988 à 1989, quand j'étais tout jeune. Cela remonte à
longtemps mais j'y étais attaché. Je m'occupais de la collection des arbalètes et des armes médiévales.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Vraag van mevrouw Bercy Slegers aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de bouw van het
vredegerecht in Wervik" (nr. 21769)
09 Question de Mme Bercy Slegers au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la construction des bâtiments de la justice
de paix de Wervik" (n° 21769)
09.01 Bercy Slegers (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag gaat over de stand van zaken van
het vredegerecht in mijn eigen stad, Wervik. Een tijd geleden heeft de stad met de Regie der Gebouwen en
met de toenmalige minister van Justitie afgesproken dat de stad kon beginnen met de bouw van een nieuw
vredegerecht. De oude locatie zou worden verlaten omdat die moeilijk toegankelijk is en omdat een aantal
zaken er te wensen overlaat.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is de stand van zaken van de werken? Wanneer zal het nieuwe
vredegerecht in Wervik kunnen worden geopend? Wanneer zal men kunnen verhuizen van het oude naar
het nieuwe vredegerecht?
Ik heb begrepen dat er extra werken moesten gebeuren, waardoor het huurcontract misschien moet worden
aangepast. Kunt u mij zeggen wat de stand van zaken is en wat de modaliteiten van het huurcontract zijn?
Welk bedrag zal de Regie der Gebouwen betalen aan de stad Wervik, en op welke termijn?
09.02 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Geachte collega, ik heb goed nieuws. De bouwwerken voor
het vredegerecht zijn klaar sinds november 2013. In december 2013 werden de infrastructuurwerken voor de
nutsleidingen uitgevoerd. De werken voor de omgevingsaanleg zijn in uitvoering.
Behoudens onvoorziene omstandigheden zullen de infrastructuurwerken klaar zijn in april 2014. Daarna kan
het meubilair geleverd worden en volgt de verhuisoperatie. Zoals u weet, is de bestelling van het meubilair
een aangelegenheid van de FOD Justitie. Verwacht wordt dat de nieuwe locatie in het tweede kwartaal van
2014 in gebruik kan worden genomen.
Over de modaliteiten van de huurovereenkomst kan ik u melden dat de huurovereenkomst door mij is
ondertekend op 6 januari 2014, en dit overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad van
11 september 2009. De huur zal aanvangen op de eerste of zestiende van de maand aansluitend op de
terbeschikkingstelling van het gehuurde goed. De overeenkomst wordt afgesloten voor een termijn van
18 jaar. De basishuur bedraagt 37 324,35 euro per jaar.
De stad heeft op vraag van de Regie der Gebouwen en de FOD Justitie bijkomende werken uitgevoerd en
geprefinancierd, en dat voor een bedrag van 39 883,55 euro, inclusief btw.
Het gaat onder meer om aanpassingen aan de elektrische installaties met betrekking tot de veiligheid en
data, het plaatsen van een vast podium en een onthaalmeubel.
Dit bedrag zal door de Regie der Gebouwen in een keer aan de stad worden terugbetaald na de oplevering
van deze werken.
Het uitvoeren van deze bijkomende werken en de afspraak met betrekking tot de terugbetaling van de
kosten heeft geen invloed gehad op de huurovereenkomst. Het contract diende daarvoor niet te worden
aangepast.
Ik hoop dat wij in de loop van het voorjaar, als Justitie voor de meubels zorgt, dat vredegerecht samen
kunnen openen.
09.03 Bercy Slegers (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor het goede nieuws en de
duidelijke uitleg. Ik hoop dat u een gaatje in uw agenda zult vinden om de opening in mijn stad Wervik te
kunnen meemaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Jean-Marc Delizée au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'abandon du projet de construction d'un
centre des Finances sur un terrain appartenant à la Régie des Bâtiments situé à Philippeville"
(n° 21786)
10 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd
aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het schrappen van de
bouwplannen voor een financiecentrum op een terrein van de Regie der Gebouwen in Philippeville"
(nr. 21786)
10.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je me permets de vous
réinterroger au sujet du centre des Finances de Philippeville. En effet, le 25 juin 2013, nous avons eu un
échange au travers d'une question orale sur la destination d'un terrain cédé par la ville de Philippeville à la
Régie des Bâtiments en vue d'y construire un nouveau centre des Finances.
Ce projet est à l'étude depuis 1996; il avait été annoncé par un ancien ministre des Finances,
M. Philippe Maystadt, longtemps à la tête de ce département. Il avait la volonté réelle de regrouper dans
cette ville une série de services dépendant des Finances, disséminés dans la région de l'Entre-Sambre-etMeuse. Il semble que ce projet n'ait pas été suivi avec la même volonté par son successeur au département
des Finances, tout en restant dans les cartons.
Vous m'indiquiez dans votre réponse en juin dernier que "les services du SPF Finances étaient logés dans
un immeuble loué, situé rue du Moulin; que le SPF Finances vous avait transmis ses besoins dans le cadre
2
de leur nouveau plan d'infrastructure 2015-2017, soit une surface brute de plus ou moins 1 200 m pour
environ 50 agents. Que la Régie étudiait le relogement des services du SPF Finances dans un nouveau
bâtiment à construire sur l'ancien site des Casernes. Que les services de la justice de paix pourraient
éventuellement aussi y être inclus, si une valorisation du bâtiment actuel, situé Place d'Armes, non
accessible aux personnes à mobilité réduite, pouvait être dégagée. (...)". Voilà pour votre réponse.
S'en est suivi tout le débat avec votre collègue, M. Geens, sur l'influence de la restructuration du plan
Coperfin bis - Horizon 2015 sur le nombre d'agents. J'ai interrogé M. Koen Geens, outre le débat général sur
le plan Coperfin, spécifiquement sur les intentions de son département quant à ce centre des Finances à
Philippeville. Il m'a indiqué qu'il ne resterait que 42 fonctionnaires, ce qui reste près de la cinquantaine.
Mais je n'ai pas obtenu de réponse explicite quant à savoir si la construction d'un centre des Finances à
Philippeville était toujours d'actualité. Sa réponse laissait plutôt un doute: "Le bâtiment actuel, qui est loué,
permet d'héberger sans problème les effectifs à venir du département. Il reste la question du personnel en
surnombre, car certains points ne sont pas tranchés en ce qui concerne les procédures de basculement et
d'affectation du personnel des Finances."
Faute d'une réponse parfaitement claire à ma question claire, j'ai demandé une traduction en langue des
signes des quelques mimiques du ministre!
Comme je n'ai pas eu cette traduction dans le compte rendu, je reviens vers vous.
Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous l'abandon d'un projet de construction d'un centre des Finances
à Philippeville? Dans l'affirmative, la ville de Philippeville pourrait-elle récupérer la propriété du terrain
puisqu'elle l'avait cédé pour le franc symbolique, à l'époque, à la Régie dans le but d'y construire ledit centre
des Finances?
Il serait utile et heureux que le gouvernement prenne clairement position. Si la réponse est non, il faudrait
alors permettre à la ville de récupérer ce terrain pour qu'elle puisse y réaliser un autre projet.
10.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, les services du
SPF Finances sont actuellement hébergés dans un bâtiment de type industriel aménagé en bureaux. Bien
que suffisant en termes de surface, cette location pose problème à différents niveaux, notamment en ce qui
concerne des abords non aménagés, un bâtiment vétuste et extérieurement mal entretenu, des problèmes
sanitaires, de chauffage, de hauteur de locaux non réglementaire. Il n'est dès lors pas question
d'abandonner le projet de construction d'un centre des Finances ou d'un centre administratif regroupant les
Finances et la Justice.
Les premiers contacts ont eu lieu à Philippeville en présence des responsables communaux et de la Régie
des Bâtiments. La première phase du projet est que commune et Régie retrouvent des documents et des
rapports de réunions élaborés lors de l'étude du premier projet en 2006 par le service d'architecture de la
Régie des Bâtiments. Une réunion sera programmée prochainement avec la commune de Philippeville, les
DGATLP, les Monuments et Sites et la Régie.
Vu les arguments que vous avez développés, je suggère que le SPF Finances, la commune et la Régie
des Bâtiments se réunissent aussi vite que possible pour clarifier la situation. Je vais le demander.
Président: Georges Gilkinet.
Voorzitter: Georges Gilkinet.
Le président: Je suis certain que cette dernière phrase ravira M. Delizée!
10.03 Jean-Marc Delizée (PS): Certes, monsieur le président! De toute évidence, nous aurions préféré que
ce centre soit déjà construit à l'heure actuelle. Des visites ministérielles ont eu lieu ainsi que des réunions
avec la Région. Des avants-projets existaient. Ce projet est resté en léthargie pendant de nombreuses
années. Effectivement, après M. Maystadt, son successeur n'a plus eu la volonté de le mettre en œuvre.
Bref, mais actuellement, il importe de prendre une décision.
Je prends acte de votre réponse qui a le mérite d'être claire, c'est-à-dire en français et pas en langue des
signes ni en langue de bois! C'est déjà une avancée! Je vous demande de coordonner cette réunion avec
les deux départements fédéraux et la ville de Philippeville - son collège communal. Ils doivent savoir ce que
devient le bâtiment.
Vous avez énoncé les raisons pour lesquelles une construction était envisagée. Vous avez donné tous les
inconvénients de la location actuelle, qui n'est pas satisfaisante pour le personnel ni pour les personnes qui
viennent rencontrer les fonctionnaires des Finances.
Néanmoins, une décision doit être prise. Aussi, si vous pouviez organiser cette réunion avec les autorités
pour qu'elles s'entendent sur la destination de ce terrain, ceci nous permettrait de savoir, une fois pour
toutes, vers quoi l'on s'oriente dans ce dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Luc Gustin au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier
ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre
des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'urgence des travaux à réaliser au centre
pénitentiaire de Marneffe" (n° 20991)
11 Vraag van de heer Luc Gustin aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de
eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de hoogdringendheid
van de werken in de strafinrichting van Marneffe" (nr. 20991)
11.01 Luc Gustin (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je me permets de revenir sur
un dossier relatif aux travaux urgents à réaliser au centre pénitentiaire de Marneffe.
En réponse à ma question du mois de mai dernier, vous m'aviez signifié que deux études étaient en cours,
l'une concernant la sécurisation du centre et l'autre la rénovation de la cuisine. Vous aviez ajouté qu'à leur
suite, une étude serait réalisée sur la stabilité des planchers qui pose réellement problème.
Sachant le danger que courent les occupants, comme le confirment d'ailleurs les différents rapports du
service régional d'incendie, pouvez-vous, monsieur le secrétaire d'État, me donner des informations en ce
qui concerne l'avancement des différentes réalisations et études, les décisions qui ont été prises et, surtout,
le timing prévu pour la réalisation des travaux ultérieurs?
11.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, les dossiers de
sécurisation du centre et de rénovation de la cuisine sont en cours. Ils devraient aboutir à une adjudication
publique dans le courant de l'année prochaine. Pour ce qui concerne la problématique de la stabilité des
planchers, je tiens à vous rappeler l'historique des faits qui vous a été donné en réponse à votre question
orale n° 17955 du 16 mai 2013.
Les différents rapports et courriers établis par la Régie des Bâtiments font apparaître des problèmes de
stabilité sur le site de Marneffe. Cette situation est connue par toutes les parties prenantes. Nous souhaitons
étudier les différentes pistes de solution pour l'ensemble du centre. D'une part, nous avons prévu de
procéder à une étude de stabilité dans le courant de l'année 2014 et, d'autre part, nous avons demandé le
programme relatif aux besoins du site CPE (centre pénitentiaire école) et du CFPP (centre de formation du
personnel pénitentiaire) du SPF Justice.
Nous pourrions envisager une délocalisation de certaines activités pour répondre aux différents problèmes
de sécurité et de stabilité.
11.03 Luc Gustin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse qui toutefois ne
peut pas vraiment entièrement me satisfaire. La situation sur place est en effet vraiment très préoccupante.
Vous parlez d'une adjudication "l'année prochaine". J'espère qu'il s'agit de 2014, puisque ma question date
de la fin de l'année 2013. Ce serait évidemment plus intéressant.
Il est vrai que la stabilité du bâtiment pose de très gros problèmes. Renseignements pris au centre, peu de
choses ont évolué depuis que j'ai introduit ma question. En ce qui concerne les cuisines, par exemple,
d'autres lacunes apparaissent. Je crois qu'il faudrait rapidement y remédier. Je ne prends pour exemple que
la chambre froide, qui ne fonctionne pratiquement plus. Or les gaz utilisés pour cette chambre froide sont
absolument interdits aujourd'hui. Il n'y a pas d'autre solution que d'envisager de remplacer la chambre froide.
C'est vraiment un problème urgent auquel je vous demande d'être particulièrement attentif.
La sécurisation par caméras n'a pas non plus encore été mise en œuvre. Vous me dites que les
adjudications auront lieu dans le courant de 2014. Cela met également en cause la sécurité des agents et de
tous ceux qui fréquentent ce centre.
Je compte sur vous, monsieur le secrétaire d'État, pour faire avancer les choses. En tant que bourgmestre
de la commune, je vais devoir réunir dans les prochaines semaines les différentes composantes de la
sécurité, y compris le commandant des pompiers, et refaire un bilan de la situation. Il y a vraiment urgence.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Georges Gilkinet au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au
premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au
ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la découverte d'amiante au palais de
justice de Namur" (n° 21331)
12 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan
de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "asbest in het Naamse
gerechtsgebouw" (nr. 21331)
12.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, à plusieurs reprises, j'ai eu l'occasion
de vous interroger ainsi que votre collègue ministre de la Justice concernant les conditions de travail au
futur/ancien palais de justice de Namur.
Dans l'attente du nouveau palais dont la construction tarde – je le regrette – à débuter, l'état des locaux ne
cesse de se détériorer au point de devenir véritablement dangereux pour ses occupants permanents ou
ponctuels. Ainsi, deux inspecteurs du bien-être au travail qui ont effectué une visite sur place en novembre
dernier ont décelé la présence d'amiante dans les murs des locaux du greffe correctionnel et d'une partie du
greffe civil. Cinq bureaux sont concernés.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous m'indiquer si vous avez reçu le rapport de ces inspecteurs?
Avez-vous été interpellé par la ministre de la Justice sur ce dossier? Le cas échéant, quels engagements
avez-vous pris à la suite de son interpellation pour traiter ce problème?
Un déménagement des agents travaillant dans les bureaux concernés est-il envisagé ou a-t-il été réalisé?
Dans quel délai? Vers quel lieu?
Des mesures de sécurisation seront-elles mises en œuvre à très court terme? Quel est le coût estimé de ces
travaux? Dans quel délai seront-ils réalisés?
Un inventaire du bâtiment a-t-il été ou sera-t-il effectué dans l'objectif de vérifier si la présence d'amiante se
limite à une partie de l'édifice ou si elle est généralisée? Quand le résultat en sera-t-il disponible? Si vous en
disposez, quel est-il?
12.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, la Régie des Bâtiments a bien reçu
le rapport mais nous n'avons pas encore reçu les résultats des essais de laboratoire.
La suspicion d'amiante a été définie sur la base d'un essai à la flamme.
Les budgets destinés à la rénovation des revêtements de sol du greffe sont engagés mais la Régie ne peut
effectuer les travaux.
On cherche encore une solution, avec le SPF Justice, pour déménager temporairement le personnel
pendant l'exécution des travaux. Pour régler le problème, des conteneurs seront approvisionnés dans la
cour de l'Arsenal. Ces conteneurs sont entre-temps placés ou en train d'être placés. Le déménagement des
agents à charge du SPF Justice suivra immédiatement. Entre-temps, des mesures de sécurisation seront
prises, comme le placement d'une bande autocollante et d'une plaque métallique aux quelques endroits où
l'amiante apparaît au travers du revêtement de sol.
Un inventaire complet du bâtiment a été effectué en 2002 mais ne portait que sur les applications d'asbeste
visibles. Aucun essai destructif n'était prévu. Des essais destructifs ne sont obligatoires que dans le cas où
des travaux devraient être entrepris, ce qui ne se justifie pas à l'échelle de tout le palais, puisque seuls des
travaux d'entretien réduits pourraient être prévus.
Les plaques d'asbeste présentes dans notre cas sont apparemment des panneaux d'amiante liés utilisés
pour le redressement et renforcement des planchers. Ce panneau est lui-même recouvert d'un panneau de
bois et vient ensuite le revêtement de sol de type linoléum. L'usure du revêtement dû au passage et à
l'abrasion des chaises de bureau a fait apparaître ça et là des surfaces réduites d'amiante. Sauf aux endroits
où l'amiante est mis à jour, le matériau est à considérer comme encapsulé et ne présente aucun danger.
12.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie de votre réponse.
La situation que vous décrivez est symptomatique de l'état de délabrement du palais de justice de Namur,
dès lors que la construction d'un nouveau palais de justice et un déménagement sont en projet.
On bricole régulièrement pour adapter ce qui peut l'être et ce qui peut conduire à des situations dangereuses
qui doivent, ensuite, être traitées. J'espère que ce le sera dans le souci du respect de la santé des
travailleurs et, surtout, que vous pourrez mettre en œuvre, avant la fin de cette législature, le début des
travaux pour le nouveau palais de justice de Namur, ce qui permettra de libérer l'ancien, de le traiter de fond
en comble par rapport à la présence éventuelle d'asbeste et de le proposer pour d'autres usages en plein
centre de la belle ville de Namur.
Je ne doute pas qu'il y aura des candidats acquéreurs, que ce soit la ville de Namur ou l'Université de
Namur en recherche de locaux, voire de logements. Mais cela sera pour les mois et les années à venir.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n° 21880 de M. Wollants et n° 21974 de M. Frédéric sont reportées.
La réunion publique de commission est levée à 11.11 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.11 uur.