Oppositioneel opstandige gedragsstoornis

Gedragsstoornissen
1
Ontwikkelingsperspectief




Mogelijkheid om agressief te reageren is
een belangrijk, soms levensnoodzakelijk
mechanisme
Minder en minder nodig, suppressie meer
en meer noodzakelijk
In subculturen wordt geweld als gewenst
en lucratief geacht
Meeste agressieve volwassenen, zijn
kinderen die nooit leerden natuurlijke
agressie te onderdrukken
2
Terminologie
Wat bedoeld wordt met term “gedragsstoornis”
verschilt nogal van context tot context
 = alle gedrags- en emotionele stoornissen = alle
psychopathologie (voor nietgedragswetenschappers)
 = alle externaliserende gedragsproblemen
(ADHD, disruptieve gedragsstoornissen,
middelenmisbruik)
 = disruptieve gedragsstoornissen = ODD + CD +
Disruptieve gedragsstoornis NOS
 = “conduct disorder” = antisociale
gedragsstoornis
3
Oppositioneel opstandige
gedragsstoornis (ODD)

Patroon (> 6 mnd) van
negativistisch, vijandig,
opstandig gedrag (≥4)








Driftbuien
Ruzieën met volwassenen
Actief ongehoorzaam, weigeren
Opzettelijk storen, vervelend
Schuld afschuiven
Geïrriteerd, snel verstoord
Boos, verbolgen
haatdragend, wraakzuchtig
4
Antisociale gedragsstoornis (CD)
Patroon (> 12mnd) van regelovertredend,
agressief gedrag (≥ 3), waarbij fundamentele
rechten van anderen worden overtreden
 Agressie tav van personen en dieren







Pesten, intimideren, bedreigen
Initiëert vechtpartijen
Gebruik van wapen
Iemand bestelen, overvallen in confrontatie
Wreed t.o.v. ander, dieren
Dwingen tot sexuele activiteit
Destructief tav eigendom


Eigendommen beschadigen, vernielen
Brandstichting
5
Antisociale gedragsstoornis (CD) vervolg

Oplichterij, diefstal




Inbraak (auto, huis, gebouw)
Bedriegen, oplichten, liegen, misleiden (voor
eigen financieel voordeel,…)
Diefstal (winkel, huis)
Ernstig regelovertredend gedrag



‘s nachts wegblijven
Thuis weglopen (> 1 nacht)
Spijbelen (< 13 jaar)
6
Heterogeniteit




Overt / covert / autoriteitsconflicten
(Loeber)
Solitair / groep
Agressief / delinquent (onwettig –
strafbaar bij volwassenen)
Childhood / adolescent onset (maturity
gap ?) (Moffit)

Early onset (< 10j)
• Sneller traject
• meer life-course persistent
• meer geweldadig, delinquent
7
Heterogeniteit

Reactieve (op bedreiging – provocatie) /
proactieve agressie (berekend, gepland, uit op
“beloning”) (Dodge)


Reactieve ~ mishandeling, ADHD, early onset,
relatieproblemen leeftijdsgenoten
Psychopathie (antisocial + callous-unemotional)


Onoprecht vriendelijk, oppervlakkig affect,
egocentrisch, gebrek aan empathie en schuldgevoel,
schuld buiten zichzelf, geringe angst, grote
stressbestendigheid
Minder gevoelig voor straf, minder gevoelig voor
behandeling
8
Associaties
Lager IQ
 Leesstoornissen
 ADHD
 Ouder-kind relatiestoornissen
 Gezinsproblemen
 Lager SES
 Grootstedelijk milieu

9
Prevalentie



ODD: 0.5-1.5%
CD: 1.5-4.5%
Jongens/meisjes
= 3-4/1
Meisjes vertonen
meer relationele
(uitsluiten,
roddelen) en
verbale agressie
10
Antisociaal gedrag als
mentale stoornis?

Definitie Mentale stoornis
1960 Szasz: “the myth of mental illness”
 1992: Wakefield: “Harmful dysfunction”

• Schadelijke deprivatie vgl; norm/cultuur
• Interne dysfunctie (ontogenetisch) – bv.
cognities, emoties, percepties ~ biologische
processen)

Voldoet beeld van gedragsstoornis
aan het concept “schadelijke
dysfunctie?”
11
Gedragsstoornis: dysfunctie?

Neuropsychologische associaties





Verbaal lager begaafd
Difficult temperament
Impulsieve cognitieve denkstijl
Korte aandachtsspanne
Sociale cognities




(Schachar)
(Dodge)
Negatieve attributiebias
Gebrek aan empatisch vermogen
Vijandschap veronderstellen bij anderen
Agressie als probleemoplossend beschouwen
12
Gedragsstoornis: dysfunctie? (2)

Genetisch:



Sociale leerdeficits (Quay)


Defect in BIS bij neg. consequenties
Neurotransmissie:




~ 50% erfelijk bepaald
Y-chromosoom: dubieus
Serotonine - CSV <
Adrenaline – serum <
MAO - serum
Hormonaal:

Verlaagd cortisol bij stress
• Hypoactieve HPA-as ?
• Quid: gevolg van pre/perinatale invloeden?

(prenataal) Testosterone: dubieus
13
Input to HPA-axis
In non-human primates, aggression is typically evoked by vocal or
visual signals. Activation of the Amygdala (MEA) is thought to result in
activation of the (Striatum) BNST and (hypothalamus) AHA. The Frontal
cortex (OFC) appears to be important for the interpretation of social
cues, and inhibitory inputs from the OFC might inhibit aggression by
14
reducing responsiveness in the amygdala.
HPA-axis



Activatie via
hypothalamus naar
hypofyse
Adrenocorticotroop
hormoon activeert
bijnierschors
Cortisolproduktie
stimuleert
fight/flight reactie
en inhibeert
hypofyse/
hypothalamus
15
Gedragsstoornis: dysfunctie? (3)

Fysiologisch:

Onderactivatie autonoom ZS
(hartslag,huidgeleiding, EEG)
• Prikkelhongertheorie
• Fearlessness-theorie
16
Gedragsstoornis:
schadelijk?

Prognose?

Antisociaal spectrum: continuïteit +++
• ¼: ASP
• 95% van volwassenen met ASP: begin op
kinderleeftijd
• delinquentie




Relatieproblemen
Middelenmisbruik
Gedrukte leerprestaties / schoolverlaters
Zelfmoorddreiging/poging/suicide
17
Biopsychosociaal model
ZS: stresshormoon,
testosterone,
middelengebruik,
Ouders
Contextuele th
Idem kind, depressie,
psychopathie, verslaving,
alleenstaande M
ExternWelzijnszorg
Gezinsstress
Leeftijdsgenoten
Media, cultuur
Kind
Medicatie
Genetisch: temperament,
ADHD, Genomgevingsinteractie:
autonome en stressregulatie
Modelling,Hechting,
Coërcieve ouderkind interacties Orthopedagogie
Sociale cognities,
Probleemopl.vaard.
Psychotherapie
Gedragsstoornis
Medicatie
18
Ouder-kind omgevingseffecten

Hechting


Sociale leertheorie


Afwezigheid van of onvoorspelbaar zorggedrag heeft
mogelijks invloed op ontwikkeling serotonerg systeem
en/of cortisol stress-reactie
(Bandura)
Modelling
Coërcieve interactiepatronen








(Patterson)
Wederzijdse dwang (door negatieve bekrachtiging)
Gebrek aan monitoring
Modelling: agressieve reacties
Disciplinaire inconsistentie
Inconsistente regels en afspraken
Te strenge straffen, te weinig positieve reacties
Permissiviteit
Gebrek aan betrokkenheid - Aversieve reacties
19
Gen-omgevingscorrelaties
Passief: « zo vader, zo zoon, ergo: zo zoon,
zo vader »
- of: dezelfde genen bij de ouders zullen
zorgen voor een risicovolle omgeving
Evocatief: individu lokt door zijn manier
van zijn specifieke reacties uit van de
omgeving
20
Gen-omgevingscorrelaties
Actief: individu komt door zijn manier van
zijn telkens weer in risicovolle situaties
terecht
6
5
Mean no
of events/
difficulties
In early
adult life
At age 10y
4
Conduct/Mixed
3
Emotional
Disturbance
No Disturbance
2
1
0
Severe Events
Severe Difficulties
(Champion et al., 1995)
21
Gen-omgevingsinteracties
Cadoret ea 1983: problemen bij adoptieouders leiden
enkel tot antisociaal gedrag bij adoptiekinderen met
een genetisch risico (antisociale biologische ouders)
Average
number of
antisocial
behaviors
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
GENETIC FACTOR: Absent
ENVIRONMENTAL: Absent
FACTOR
Absent
Present
Present
Absent
Present
Present
22
Gen-omgevingsinteracties
Caspi ea 2002
Mishandeling ~ antisociaal gedrag (maar
variatie!)
Agressie ~ NA, serotonine afwijkingen
MAO-A enzyme metaboliseert beide (afbraak)
MAO-A gen vertoont polymorfisme (ie.
genetische variant van inefficiënt MAO-A)
Hypothese: MAO-A gen medieert de invloed van
mishandeling op antisociaal gedrag
24
Gen-omgevingsinteracties
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2
0
r
n
ks
e
j
e
k
li
e
e
e
G
Z
-0,4
og
M
Hoog MAO-A
Laag MAO-A
-0,2
Resultaten:
 Mishandeling ~ ASG

Effect was significant
zwakker bij jongens met
het gen dat codeert voor
een hoge MAO-A
activiteit
= protectief gen-effect bij
specifieke blootstelling
25
Behandeling
Meest onderzocht, doch globale
resultaten vooralsnog eerder
teleurstellend
 Moeilijk bereikbare groep
 Meest efficiënt in stadium ODD

26
Behandeling: kinderen

Meest effectief:
Parent Management Training
 Social problem-solving skills training

• Sociaal cognitieve bias


Combinatie: meest effectief
Bij lichtere problemen:

Anger Management Coping Skills
Training
27
Parent Management Training
Vele varianten (bv. Incredible years,
triple-P (positive parenting program,
…)
 Gemeenschappelijk: nadruk op
positieve bekrachtiging van goed
gedrag via ouders
(en terugschroeven van de coercieve
patronen)

28
Behandeling: jongeren

Gedragstherapeutische gezinstherapie
> onderlinge steun en nabijheid
 < disfunctionele communicatie
 Veranderen van gebiaste cognities


Multisysteemtherapie

Ecologisch gerichte eclectische therapie
t.a.v. ouders, jongere, school, buurt,
leeftijdsgenoten
29
Behandeling: medicatie
Geen prominente plaats
 Indien + ADHD: medicatie
voor ADHD vaak ook effect op
agressie
 Antipsychotica: Risperdal® (en

in de praktijk ook Dipiperone ®) heeft
agressieremmende werking. Officiele indicatie: enkel
bij kinderen en adolescenten met een erstige
gedragsstoornis en met een minder dan gemiddeld
intellectueel functioneren
30