Het socialisma

Het socialisme
Paragraaf 7.
Wat is socialisme
• Een stroming die vooral gelijkheid belangrijk
vond. Ze wilde dat productiemiddelen in
handen van alle mensen waren zodat de
opbrengst gelijk verdeeld zou kunnen worden.
• Onder productiemiddelen hoort bijna alles
wat met landbouw of industrie te maken
heeft.
Marxisme en de geschiedenis
• Genoemd naar bedenker: Karl Marx.
• Hij vond dat er altijd hetzelfde aan de hand was in
de geschiedenis:
• -Een bevolkingsgroep had de productiemiddelen
en dus de macht.
• -Dit was de heersende klasse.
• -Zij liet de rest van de bevolking voor zich werken:
de onderdrukte klasse.
• Dit leidde vaak tot strijd: de klassenstrijd.
Wanneer kwam er volgens Marx een
klassenstrijd?
• Als er nieuwe productiemiddelen opkwamen,
• Dus als de economische verhoudingen
veranderen ontstaat er een klassenstrijd en
komt er een nieuwe samenleving.
• Marx leefde tijdens de Industriële revolutie,
de bourgeoisie had de productiemiddelen in
handen en de arbeiders waren de
onderdrukte klasse.
Het Marxisme en de toekomst
• Marx voorspelde een strijd tussen de bourgeoisie
en het proletariaat(arbeiders).
• Doordat er steeds minder rijken komen en de
armen het steeds slechter krijgen zal er een
revolutie komen.
• Dan komen de productiemiddelen in handen van
alle mensen. Gevolg = een communistische staat.
• Eerst zal er een dictatuur komen van het
proletariaat en daarna een klasseloze
samenleving.
Het communistisch manifest
• Marx schreef dit in 1848 met Friedrich Engels.
• Hier beschrijft hij zijn theorie en roept de
arbeider op zich te verenigen en op te komen
tegen de bourgeoisie.
De marxisten vallen uiteen in
socialisten en communisten
• In 2de helft 19de eeuw veel marxistische partijen in
Europese landen.
• Maar de voorspellingen van Marx kwamen niet uit.
• Arbeiders kregen het iets beter dus niet steeds
slechter zoals Marx gezegd had.
• De meesten leider van marxistische partijen dat het
geen zin had te wachten op de ineenstorting van het
kapitalisme.
• De marxisten zagen 2 mogelijkheden:
1.Gebruik maken van de democratie. Via het kiesrecht
de macht krijgen in de regering en zo het socialisme
kunnen invoeren. Deze verandering in de leer van
Marx wordt revisionisme genoemd. Deze partijen
noemde zich sociaal-democratisch.
2. Een revolutie organiseren. Als de gelegenheid zich
voordeed zouden de marxisten de regering afzetten.
Dit gebeurde in Rusland. Zij gingen hun partij
communistisch noemen.
De invloed van het Marxisme
• Invloed van de leer van Marx toch groot:
- Rusland werd communistisch en veel andere
landen ook. Maar steeds minder.
- In veel Europese landen kregen socialistische
partijen en vakbonden.
Hierdoor veranderde ook het denken van niet
socialisten. Steeds meer mensen vonden dat
iedereen gelijke kansen moest krijgen.
Begrippen
• Marxisme, marxisme-leninisme, revisionisme,
socialisme, heersende klasse.
• Huiswerk woensdag 23-2 5de uur:
• Samenvatting par5. blz 60 werkboek.
Verboden te zeggen
• Een leerling krijgt een kaartje met het woord
dat hij moet uitleggen. Maar hierbij mag hij
een aantal woorden niet zeggen.
• De rest van de klas moet het woord raden.
Wie het eerste het goede woord raad is als
volgende aan de beurt.