Instituut voor de Nationale Rekeningen 2015-04-17 PERSMEDEDELING Links: NBB.Stat Algemene informatie - EDP Overheid heeft tekort van 3,2 % bbp in 2014 Vandaag, vrijdag 17 april 2015, publiceert het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de tabellen die worden opgesteld voor de notificatie van het overheidstekort en de overheidsschuld aan de Europese Commissie in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten (EDP). De EDP-tabellen zijn in overeenstemming met de traditionele statistieken betreffende de overheidsfinanciën, die eveneens vandaag verdeeld worden, via de database NBB.Stat. Die statistieken opgesteld conform het nieuw Europees systeem van rekeningen ESR2010, geven een eerste voorlopige raming van de ontvangsten, de uitgaven en het financieringssaldo van de gezamenlijke overheid en haar subsectoren voor het jaar 2014. Gezamenlijke overheid Het financieringssaldo van de overheid dat wordt vastgesteld in het kader van de Procedure bij buitensporige tekorten, bedroeg in 2014 -3,2 % bbp, tegen -2,9% bbp in 2013. De primaire uitgaven bleven stabiel op 51,3 % bbp en ook de rentelasten bleven, net als in 2013, op 3,1 % bbp. De ontvangsten van hun kant namen dan weer af met 0,4 % bbp en bedroegen 51,1 % bbp. Aangezien de sociale uitkeringen en de investeringen elk met 0,1 % bbp toenamen, wordt de stabilisatie van de primaire uitgaven uitgelegd door compenserende dalingen in andere onderdelen, meer bepaald in de lopende overdrachten met de rest van de wereld (-0,1 % bbp) en de overige kapitaaluitgaven (-0,2 % bbp). De ongewijzigde rentelasten zijn het resultaat van twee divergente evoluties; zo drukken de lage rentevoeten op de openbare schuld de rentelasten, wat evenwel teniet wordt gedaan door een toename aan betaling van verwijlinteresten inzake fiscale zaken. De daling van de ontvangsten is grotendeels toe te schrijven aan de ontwikkeling van de niet-fiscale en nietparafiscale ontvangsten (-0,3 % bbp). De inkrimping van deze ontvangsten vloeit voor uit een afname van de vergoeding op interbancaire waarborgen en de terugloop van de dividenden komende van de financiële instellingen onder meer als gevolg van de afname van de participaties van de Staat en van de kredieten die de federale overheid en de Vlaamse Gemeenschap op sommige van die instellingen aanhielden. De overheidsschuld (Maastricht-definitie) beliep 106,5 % bbp eind 2014, dat is 2,1 % bbp hoger in vergelijking met de situatie in 2013. Communicatie Nationale Bank van België nv de Berlaimontlaan 14 BE-1000 BRUSSEL tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel 2 TABEL 1 UITGAVEN, ONTVANGSTEN, SALDO EN SCHULD VAN DE OVERHEID VOLGENS DE PROCEDURE BIJ BUITENSPORIGE TEKORTEN (miljoenen euro's) Totale uitgaven 2010 2011 2012 2013 2014 191.395,1 202.926,4 212.739,8 215.253,1 218.584,7 (52,3) (53,4) (54,8) (54,5) (54,3) 178.871,8 190.130,0 199.622,2 202.932,3 206.218,2 (48,9) (50,0) (51,4) (51,3) (51,3) (in % bbp) Primaire uitgaven (in % bbp) waarvan: Bezoldigingen 44.174,1 45.956,3 47.742,7 49.286,6 50.245,4 Sociale uitkeringen 87.330,5 91.498,1 96.054,4 99.475,0 101.709,5 12.523,3 12.796,4 13.117,6 12.320,8 12.366,5 (3,4) (3,4) (3,4) (3,1) (3,1) 176.852,0 187.379,6 196.666,5 203.718,6 205.526,9 (48,4) (49,3) (50,7) (51,5) (51,1) 154.856,0 163.375,9 171.176,2 177.102,4 179.753,1 (42,3) (43,0) (44,1) (44,8) (44,7) -14.543,1 -15.546,8 -16.073,3 -11.534,5 -13.057,9 (-4,0) (-4,1) (-4,1) (-2,9) (-3,2) -2.019,8 -2.750,4 -2.955,7 786,3 -691,3 (-0,6) (-0,7) (-0,8) (0,2) (-0,2) 363.750,5 387.629,2 403.174,7 412.770,4 428.364,6 (99,5) (102,0) (103,8) (104,4) (106,5) 365.747,0 379.990,6 388.254,3 395.262 ,1 402.270,1 Rentelasten (in % bbp) Totale ontvangsten (in % bbp) waarvan: Fiscale en parafiscale ontvangsten (in % bbp) Financieringssaldo (in % bbp) Primair saldo (in % bbp) Overheidsschuld (Maastricht-definitie) (in % bbp) p.m. bbp Bron: INR. Subsectoren van de overheid Het verloop van het financieringssaldo van de gezamenlijke overheid is het resultaat van verschillende ontwikkelingen in de subsectoren. De federale overheid vertoonde in 2014 een tekort van 2,6 % bbp, een verslechtering van 0,2 % bbp. De gemeenschappen en gewesten sloten het jaar 2014 met een tekort van 0,3 % bbp af, een terugval met 0,1 % bbp. De rekeningen van de lokale overheden sloten af met een tekort van 0,3 % bbp, een achteruitgang van 0,1 % bbp. De sociale-zekerheidsinstellingen vertoonden net zoals in 2013 een tekort van 0,1 % bbp. Communicatie Nationale Bank van België n.v. de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be Ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel 3 TABEL 2 FINANCIERINGSOVERSCHOT (+) / -TEKORT (-) VAN DE SUBSECTOREN VAN DE OVERHEID VOLGENS DE PROCEDURE BIJ BUITENSPORIGE TEKORTEN 2010 2011 2012 2013 2014 -10.882,2 -13.918,4 -13.392,3 -9.529,0 -2.683,5 -1.193,0 -304,0 -881,4 -1.399,8 -374,4 -661,6 -1.955,5 -856,9 -1.069,8 (miljoenen euro's) Federale overheid (S.1311) Gemeenschappen en gewesten (S.1312) Lagere overheid (S.1313) Instellingen van de sociale zekerheid (S.1314) Gezamenlijke overheid (S.13) -10.261,7 -603,0 226,2 -421,5 -267,2 -326,5 -14.543,1 -15.546,8 -16.073,3 -11.534,5 -13.057,9 -3,7 -3,4 -2,4 -2,6 (in % bbp) Federale overheid (S.1311) -3,0 Gemeenschappen en gewesten (S.1312) -0,7 -0,3 -0,1 -0,2 -0,3 Lagere overheid (S.1313) -0,1 -0,2 -0,5 -0,2 -0,3 Instellingen van de sociale zekerheid (S.1314) -0,2 0,1 -0,1 -0,1 -0,1 Gezamenlijke overheid (S.13) -4,0 -4,1 -4,1 -2,9 -3,2 Bron: INR. Technische nota A. De publicatie van de EDP-tabellen, eind maart en eind september, voldoet aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten dat als bijlage bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie is gevoegd. B. Drie maanden na het jaareinde publiceert het INR een raming van de belangrijkste gegevens betreffende de overheidsfinanciën. Het INR voldoet daarmee volledig aan de Verordening (EU) Nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie, die de lidstaten vanaf 31 maart 2001 verplicht de overheidsinkomsten en uitgaven aan Eurostat te verschaffen. Die raming wordt opgesteld volgens dezelfde concepten die van toepassing zijn bij de gedetailleerde overheidsrekeningen. Het enige verschil met deze laatste is dat sommige beschikbare basisgegevens voorlopig zijn. De meer volledige informatie die voorhanden is bij de opstelling van de gedetailleerde rekeningen van de overheid kan leiden tot een herziening van de eerste raming. Gelet op het groot aantal publieke eenheden waarvan de sectorclassificatie in september 2014 opnieuw moest worden onderzocht, werd in overleg met Eurostat besloten dat de wijzigingen met betrekking tot de in de overheidssector geherklasseerde eenheden, voorlopig niet zouden worden aangebracht op het niveau van de verschillende reeksen van de inkomsten en uitgaven van de niet-financiële overheidsrekeningen, maar integraal op netto basis zouden worden geboekt bij de overheidsuitgaven en meer bepaald bij de overige kapitaaloverdrachten aan nietfinanciële vennootschappen. Op die manier is het financieringssaldo van de overheid zo correct mogelijk, hoewel de grote aggregaten van de economie (bbp, beloning van werknemers, enz.) niet worden aangepast aan de herclassificatie van de eenheden. Ook in de financiële overheidsrekeningen werden alle registraties in verband met de overheidsschuld opgenomen, terwijl die met betrekking tot de financiële activa slechts gedeeltelijk werden uitgevoerd. Deze wijzigingen, die werden geregistreerd om in het kader van het ESR 2010 correcte en exhaustieve bedragen te verkrijgen voor het financieringssaldo en de schuld voor de periode 1995-2014, zullen correct worden opgenomen in de volledige nationale rekeningen en, indien nodig en mogelijk, in september 2015 worden geretropoleerd. Voor het jaar 2011 werd een deel van de prijs betaald bij de nationalisering van Dexia Bank beschouwd als een niet-financiële transactie, wat het deficit voor dat jaar deed stijgen. Het aantal herzieningen inzake sectorclassificatie van eenheden bleef in deze notificatie beperkt, de Dexia-holding wordt sinds 2014 ingedeeld in de overheidssector, wat een beperkte impact op het vorderingsaldo en de schuld heeft. Het financieringssaldo van de gemeenschappen en gewesten werd over de periode 2011-2014 negatief beïnvloed door het feit dat het INR, zoals aan de overheden was aangekondigd, de statistische behandeling van verschillende PPS-projecten heeft herzien en dat de activa van verschillende projecten worden beschouwd als overheidsactiva en hierdoor de investeringen en de schuld stijgen. De totale aangerekende schuld op het niveau van de gemeenschappen en gewesten voor PPS-projecten bedraagt eind 2014 ongeveer 0,2% bbp. Communicatie Nationale Bank van België nv de Berlaimontlaan 14 BE-1000 BRUXELLES tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel
© Copyright 2024 ExpyDoc