pdf - Delta

NR.15
13 APRIL
2015
onafhankelijk universiteitsblad
Stephanie Wehner:
Van hacker tot
quantumcryptograaf
Experiment
Levende cellen
op een chip
Start me up
ENGLISH PAGES
SEE PAGE 28
Meditatie
How to start
a company
HELPT HET ECHT?
2
Delta
TU Delft
8
Delta
Nr. 15
13 april
2015
“Mediteren kan helpen om je beter te concentreren waardoor
je beter kunt studeren. Kim Vollenhoven mediteert normaal
gesproken niet in de Library, maar voor de cover is het wel
mooi. Ook al is het alleen voor de foto, als hij zijn ogen weer
opent gaat dat langzaam en duurt het even voor de frisse blik
terug is. Blijkbaar was hij toch even met zijn gedachten ergens
anders.” (Fotograaf Sam Rentmeester)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
COLOFON
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft,
verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens
(hoofdredacteur) - @franknu, Katja
Wijnands - @kwijnands, Dorine
van Gorp - @dorinevangorp,
Saskia Bonger - @sbonger,
Tomas van Dijk - @tomasvd,
Connie van Uffelen - @connievanu,
Jos Wassink - @joswashere
Medewerkers aan dit nummer
Jorinde Benner, Phillip Gangan,
Quin Genee, Anne Blair Gould,
Dap Hartmann, Auke Herrema,
Job Hogewoning, Folkert van der
Meulen Bosma, Joreen Merks,
Heather Montague, Damini
Purkayastha, Molly Quell, Jimmy
Tigges
Foto’s Marcel Krijger, Sam
Rentmeester
Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam
Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein
1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected]
Advertenties H&J Uitgevers, 010
451 5510, [email protected]
Druk Mediacenter Rotterdam
Oplage 8.000
Jaargang 47
ISSN 2213-8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
Meer informatie op:
www.delta.tudelft.nl/colofon
COVER
INTERVIEW
MENTALE HYGIËNE
STEPHANIE
WEHNER
Mediteren: steeds meer studenten en docenten op de TU doen
het. Je wordt er positiever en
creatiever door, het is goed voor je
geheugen, je productiviteit en je
zelfcontrole.
Ze werkte in Pasadena en in
Singapore en publiceert in alle
grote wetenschapsbladen. Ze
kwam terug naar Nederland
om bij QuTech mee te bouwen aan de quantumcomputer: dr. Stephanie Wehner.
Delta
3
TU Delft
18
28
Delta 16 verschijnt op
dinsdag 28 april
REPORTAGE
ENGLISH PAGES
LEVENDE
HARTCELLEN
THE STARTUP DELTA
VERDER
A new initiative by the Dutch
government is hoping to make
the Netherlands the top spot
for start-ups in Europe. This
public-private partnership brings
together entrepreneurs, investors
and industry representatives.
COLUMN
NIEUWS
MASTER
SPORT
LIFESTYLE
NEDERLANDS OF ENGELS?
LEUK BEDACHT
DESGEVRAAGD
SURVIVAL GUIDE
SCIENCE
Om de neveneffecten van nieuwe
medicijnen grondig te onderzoeken, moet je experimenteren met
levende en kloppende menselijke
hartcellen. Delftse onderzoekers
werken aan zo’n chip; een elektronisch uitleesbaar mini-orgaantje.
04
05-07
15
16
17
22
25
27
30
31
COLUMNDAPHARTMANNPERSONEELSVERENIGING
4
Delta
Prometheus is de ‘Centrale en Algemene Personeelsvereniging van de Technische Universiteit Delft’ en stelt
zich ten doel ‘harmonische verhoudingen, resp. het sociale verkeer te bevorderen tussen de personeelsleden
van de Technische Universiteit Delft.’ Prometheus ‘tracht
dit doel te bereiken door het centraal organiseren van
verenigingsevenementen op het gebied van algemene
vorming, voorlichting, ontspanning en sport, die voor het
personeel van de universiteit van gemeenschappelijk
belang zijn’, aldus de statuten uit 1954.
Wat zouden die evenementen van gemeenschappelijk
belang zijn? Vol verwachting klikte ik op de activiteitenagenda van de Prometheus website. Dat had ik beter
niet kunnen doen, want ik opende een onwelriekende
gierput van treurnis en ellende die ik doorgaans associeer
met de lamzalige onderkant van de samenleving. De
activiteitenagenda is gevuld met het kleinste gemene
veelvoud van de nationale culturele wansmaak. Over
smaak mag dan misschien niet te twisten zijn, over kwaliteit des te meer. Prometheus blijkt niet te onderscheiden
van SBS6 in een slechte week.
Muzikaal mogen we genieten van Frans Bauer, Billy Elliot,
5 Seconds of Summer, de Edwin Everts Band, de Toppers,
en Vrienden van Amstel Live. Uit de beerput van muzikale
treurnis viel dit jaar verder niets meer op te dreggen,
maar wellicht biedt het volgende seizoen nieuwe kansen.
Misschien staan André Rieu en de 3JS dan op het programma! Ik begrijp best dat je geen bus kunt vullen met
TU-medewerkers die naar een uitvoering van Rêves d'un
Marco Polo van Claude Vivier willen, of naar een concert
van Dweezil Zappa. Maar ergens tussen de bodem van de
Marianentrog en de top van de Mount Everest is toch wel
een niveau te vinden waarop iedereen zich een beetje
comfortabel voelt? Een opera van Mozart of Puccini, een
goed toneelstuk, een leuke cabaretvoorstelling, een
fatsoenlijke chansonnier?
Prometheus organiseert ook diverse ‘activiteiten’ van
een weerzinwekkend Viva/Libelle-gehalte. Zoals de Lente
groenworkshop: “Maak tijdens uw lunchpauze dit leuke
groenstuk voor het voorjaar dat zowel binnen als buiten
kan staan”, of een reisje naar de Efteling. Er is opvallend veel aandacht voor het menselijk lichaam, met een
gezichtsbehandeling en ontspannende hoofdmassage
bij schoonheidsspecialiste Chantal (inclusief twee gratis
spelfouten), een pedicure, een voetreflexmassage of
hotstone-voetmassage, een knipbeurt bij de kapster, en
een stoelmassage. Wat een malheur.
Boze tongen beweren dat de Prometheus zich uitsluitend
richt op de smaak van werknemers in de lagere echelons
van de TU Delft. Ik vrees echter dat het veel erger is, en
dat de programmering van Prometheus ook naadloos
aansluit bij de smaak van veel ud’s, uhd’s en hoogleraren. Want het niveau van de hoogst genoten opleiding
is helaas geen betrouwbare indicatie voor de mate van
culture beschaving. Zo ontdekte ik tot mijn grote schrik
dat mijn (inmiddels gepensioneerde) huisarts verzot is op
musicals. Musicals – het kán bijna niet erger. Iedere musical die in Nederland wordt opgevoerd, bezoekt hij wel
drie keer. En die man heb ik mijn prostaat laten testen?
Yikes!
Dap Hartmann is
astronoom. Hij werkt als
onderzoeker bij de faculteit
Techniek, Bestuur en
Management.
TU Delft
1 De overheid gaat
te nerveus om met
preventie van cybercriminaliteit.
nee
2 Veel cybercriminelen zijn ‘gewone’
criminelen die online zijn gegaan.
ja
3 Straffen voor cybercriminelen moeten hoog zijn om
een voorbeeld
te stellen.
ja
4 Een burger moet
zijn computer tot de
tanden toe beveiligen.
Online dienstverleners als banken moeten zorgen dat hun software en
websites veilig zijn. Lijden gebruikers schade als cybercriminelen toch
toeslaan, dan moet de dienstverlener die vergoeden. De samenleving
zou dan minder geld moeten steken in tegenmaatregelen en meer in
het oppakken en vervolgen van criminelen. Dat stelt hoogleraar governance of cybersecurity Michel van Eeten. Hij is één van de gasten op
de Global Conference on Cyberspace, 16 en 17 april in Den Haag.
5 Op welke stelling wil je terugkomen?
“Op stelling 4. Burgers hebben geen
effectieve manier om zich te verdedigen. Je doet aan basishygiëne, hebt
een antivirusprogramma en klikt
niet zomaar op alles, maar het blijft
behelpen. Burgers worden blootgesteld aan het falen van bedrijven,
die bijvoorbeeld gaten in hun software hebben zitten. Het is heel eenzijdig om de gebruiker te laten opdraaien
voor de schade als een cybercrimineel daar
misbruik van maakt. Aanbieders van online
diensten als banken moeten schade vergoeden en voorkomen. Het is
geen armageddon wat staat te gebeuren, maar criminaliteit moet bestreden worden waar die plaatsvindt. Burgers, overheid en bedrijven
steken vele malen meer geld in anti virussoftware en andere tegenmaatregelen dan in opsporing en vervolging van criminelen. Juist in
dat laatste moeten we meer investeren.” (Foto: Michel van Eeten)
gccs2015.com
nee
100
De master engineering and
policy analysis mag van
het college van bestuur
naar Den Haag verhuizen.
De faculteit Techniek,
Bestuur en Management
(TBM) verwacht dat de
studentenaantallen
daardoor zullen stijgen van
35 naar mogelijk 100 in
vijf jaar. De voordelen van
de locatie Den Haag voor
opleiding en studenten,
die leren ‘opereren op het
snijvlak van technologie en
publiek beleid’, zijn volgens
TBM duidelijk. Studenten
zitten dichtbij nationale en
internationale instanties,
overheden en bedrijven.
Dat maakt stage lopen
gemakkelijker, net als
bijvoorbeeld het uitvoeren
van onderzoekopdrachten
van (inter)nationale
instellingen,
gemeenschappelijk
onderzoek doen en
het verzorgen van
gastcolleges door Haagse
beleidsmakers en politici.
delta.tudelft.nl/29729
Tweet
Carel van der Poel, directeur van het Else Kooi Lab: “Er zijn twee
redenen voor de nieuwe naam: formeel bestaat de Dimes onderzoekschool niet meer. Bij de reorganisatie van Dimes, die vier jaar
geleden begon, zijn technici uit alle vakgroepen samen het Dimes
Technology Centre begonnen. Dit is een groep technologen die de
cleanroom up and running houdt, de gebruikers daarvan opleidt
en er voor zorgt dat ook gebruikers vanuit de buitenwereld er kunnen werken. Verder vonden we dit een mooie reden om te laten
zien dat we ook programmatisch een nieuw begin hebben gemaakt. Else Kooi is pionier van de siliciumtechnologie. Hij is onder
meer uitvinder van de isolatietechnologie Locos (Local oxidation
of silicon) om transistors van elkaar te isoleren. Ons Else Kooi Lab
is volledig uitgerust om silicium microfabricage te verrichten. Wij
vonden het gepast om Else Kooi op deze wijze te eren. In feite zijn
wij ook een beetje aan het pionieren, want wij zijn een ondernemend universiteitslab. Onze missie is excellent onderzoek faciliteren. Daarnaast proberen we een brug te slaan naar industriële
toepassing, wat Else Kooi ook deed.” (CvU)
KORT
Meer en uitgebreider nieuws
op www.delta.tudelft.nl
Ondernemers
Wie is de meest ondernemende wetenschapper van de TU? Zoals ieder jaar zijn
incubator YesDelft en het valorisatiecentrum van de universiteit op zoek naar de
‘entrepreneurial scientist’ en ‘entrepreneurial motivator’ van het jaar. Nomineren kan tot en met 17 april. Op 18 mei is de
prijsuitreiking.
yesdelft.nl/desa
Ruim tweehonderd leerlingen van de basisschool combineerden woensdag 8 april werk met plezier: zij testten de speelgoedconcepten
die eerstejaars studenten Industrieel Ontwerpen hebben ontworpen voor het vak product ontwerpen 2. De houten prototypes zijn
bedoeld voor kinderen in leeftijdsgroepen tussen vier en twaalf jaar. De grote hal bij IO was voor de testdag volledig omgebouwd tot
speeltuin. (Foto: Sam Rentmeester)
De week van...
Hoogleraar watermanagement prof.dr.ir. Nick
van de Giessen en hoogleraar waterhuishouding en waterbeheer prof.dr.ir. Huub Savenije krijgen
onderscheidingen tijdens het congres van het European Geosciences
Union in Wenen, van 13 tot 17 april.
Nick van de Giesen krijgt de Henry
Darcy Medal 2015 vanwege zijn multidisciplinaire onderzoek binnen het
watermanagement en zijn inspanningen voor duurzame ontwikkeling. Hij is sinds juli 2004 hoogleraar
watermanagement in Delft. In 2009
werd hij ook hoofd van het Delft Research Initiative Environment.
Van de Giesen is een van de initiatiefnemers van een netwerk van
goedkope weersensors voor Afrika
dat door Afrikanen wordt gebouwd.
Dankzij dit trans-Afrikaans meteo-
netwerk moeten de landbouwopbrengsten verbeteren. In het kader
van een van zijn andere hydrologische projecten, het Glowa-Volta
project in Ghana, zijn 88 promovendi opgeleid, merendeels West
Afrikanen. De Henry Darcy Medal
is vernoemd naar de negentiendeeeuwse Franse hydroloog Henry
Philibert Gaspard Darcy.
(Foto: Sam Rentmeester)
Huub Savenije krijgt de 2015
Alexander von Humboldt Medal. Ook hij wordt geroemd
om zijn ontwikkelingswerk. De
hoogleraar is een van de drijvende
krachten achter het pan-Afrikaanse
onderzoeksnetwerk 'Waternet' dat
de samenwerking tussen Afrikaanse
wateronderzoekers moet versterken. Vijftig universiteiten in zuidelijk Afrika doen mee aan dit
netwerk. Savenije richt zich
in veel van zijn onderzoeken op het
verbeteren van de landbouw door
efficiënter om te gaan met water. In
1995 startte de hydroloog een eigen
open access journal: het online tijdschrift ‘Hydrology and Earth System
Sciences’. Het idee erachter was
dat wetenschappelijke informatie
ook voor onderzoekers in ontwikkelingslanden met weinig financiële
middelen toegankelijk moet zijn. De
Alexander von Humboldt Medal is
vernoemd naar de Pruisische natuuronderzoeker en Friedrich Heinrich
Alexander Freiherr von Humboldt
(1769 – 1859).
(Foto: Tomas van Dijk)
Leerfabriek
Door de nadruk op snel studeren ziet Oras
de TU Delft veranderen van een academisch instituut naar een leerfabriek, zo
schrijft de studentenraadsfractie aan het
college van bestuur. ‘Het gevaar is dat de
universiteit een verlengde wordt van de
middelbare school’.
delta.tudelft.nl/29734
Bedrijfspromovendi
Als het aan de Tweede Kamer ligt, kan een
werknemer van Shell, Philips of Unilever
straks in de baas zijn tijd promoveren.
Bedrijfsleven en hoger onderwijs hebben
baat bij meer samenwerking, is de gedachte achter de ‘industrial doctorates’ van
VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg.
delta.tudelft.nl/29744
Basisbeurs
Minister Bussemaker van Onderwijs waarschuwt hogescholen en universiteiten: het
is niet de bedoeling dat zij hun studenten
alsnog aan een basisbeurs helpen. De TU
Delft hoeft haar regels niet aan te passen.
delta.tudelft.nl/29742
Knooppunt
Achttien veelbelovende wetenschappers
kunnen met een beurs van onderzoeksfinancier NWO ervaring opdoen in het
buitenland. Zoals dr. Hannes Bernien
van Technische Natuurwetenschappen.
Hij gaat in Harvard onderzoek doen naar
quantumnetwerkknooppunten. Bernien
gaat de fundamentele bouwsteen van
deze netwerken ontwikkelen: het knooppunt.
delta.tudelft.nl/29740
6
Delta
TU Delft
NIEUWSINTERVIEW
‘Ouders hebben veel vragen over homoseksualiteit’
Ouders maken zich soms zorgen
over de veiligheid van hun homoseksuele kind. Daarom is er op 19
april bij DWH een informatiedag,
Meet the parents. Voorzitter Bram
van Meurs (23), vierdejaars student technische natuurkunde, legt
uit waarom.
Wat verandert er voor ouders als hun zoon of
dochter uit de kast komt?
“In principe niet veel. Je ziet wel vaak - dat heb ik zelf
ook meegemaakt - dat ouders veel vragen hebben.
Vooral over hoe je op een veilige manier anderen
ontmoet die homo- of biseksueel zijn.”
Bram van Meurs: “We laten zien wat we doen en wie we zijn.” (Foto: Sam Rentmeester)
En wat antwoord je dan?
“Dat dit kan bij een vereniging of aan een bar, zoals
bij de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH)
of bij onze jongerenvereniging Outsite op donderdagavond, maar ook via apps of social media. We
besteden aandacht aan de risico’s bij ontmoetingen
via social media. De persoon die jou daar aanspreekt
is anoniem. Je weet niet wat de intentie is van die
ander. Het is belangrijk voor jezelf te bepalen wat je
wel en niet wilt op seksueel gebied. Dat is onderdeel
van onze voorlichting.”
Hoe reageerden jouw ouders op je coming-out?
“Heel goed. Het was meer voor mezelf een probleem. Mijn vader was blij dat ik het al op zo jonge
leeftijd ontdekte en niet pas op mijn veertigste met
vrouw en kinderen. Mijn moeder was bezorgd,
omdat ze vaak in het nieuws hoorde dat homo’s in
elkaar geslagen of bedreigd worden. Ze vroeg wat
DWH is. DWH is een vereniging voor homo- en bisek-
suele mannen en vrouwen en transgenders, maar
ook hetero’s kunnen lid worden. De vereniging heeft
een maatschappelijk karakter én biedt gezelligheid.
Dat is de kracht ervan.”
Wat gaan jullie doen op 19 april?
“We geven een rondleiding door Delft, houden
workshops en hebben informatiestands over onder
meer de kennismakingsgroep die we hebben. We
laten zien wat we doen en wie we zijn.”
Is uitkomen voor je homoseksualiteit een
probleem aan de TU Delft?
“Ik heb niet zo veel negatieve verhalen gehoord.
Wel is er in een enkel geval in een studentenhuis een
probleem geweest met een internationale student
die het niet accepteerde.”
Welke rol kan DWH daarbij spelen?
“Onze jongerenvereniging Outsite is aanwezig
tijdens de Owee. Sinds vorig jaar ook met een eigen
informatiestand tijdens de internationale Owee, om
te laten zien dat je er kunt zijn als homo in Nederland. We kregen vrij veel positieve reacties. In onze
kennismakingsgroep zitten nu vier internationale
studenten op een totaal van veertien deelnemers.
Die groep komt acht donderdagavonden bijeen voor
onder meer een debat, een film en een spelavond.
Aan de TU ervaren we vrijwel nooit problemen,
maar niet signaleren betekent niet dat er geen
problemen zijn.” (CvU)
- Meet the parents, zondag 19 april van 13.00 tot
17.00 uur bij de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit, Lange Geer 22. Aanmelden op dwhdelft.nl.
Actief op forum, hoger mooc-cijfer
Studenten die bij een
mooc goede cijfers halen,
zijn actiever op het online
forum van de cursus. Dat
blijkt uit een analyse van
de eerste vijf moocs van
de TU Delft.
B
ij de moocs solar energy en
introduction to water treatment haalden studenten die
geen contacten op het forum
hadden een lager cijfer dan zij die
dat wel hadden. Er is een samenhang
tussen het aantal berichtjes dat cursisten op het forum achterlaten en de
hoogte van hun cijfer, constateren onderzoekers van de TU Delft en de University of South Australia. Onduidelijk
is nog wat oorzaak is en wat
gevolg. “Na vijf moocs kunnen we
daar nog geen uitspraak over doen”,
zegt onderzoeker Pieter de Vries.
Bij de andere drie moocs (introduction to aeronautical engineering, introduction to credit risk management
en next generation infrastructures)
waren de meeste cursisten niet actief
op het forum. Cursisten die bij de
‘aeromooc’ wel zeer actief waren,
haalden allemaal relatief hoge cijfers
voor hun huiswerk. De onderzoekers
vermoeden dat de behoefte om daarover te discussiëren de reden was om
naar het forum te komen.
De ‘watermooc’-cursisten - vooral
Aziaten - maakten een Facebookgroep voor het huiswerk. Twee van
de 73 leden eindigden in de top tien
van best presterende studenten. Volgens De Vries zijn met het verbeteren
van een forum en het integreren van
samenwerking in een mooc betere resultaten te behalen.
De TU-moocs trekken veel studenten
uit de Verenigde Staten en India. De
meeste cursisten zijn mannen van
rond de dertig met een afgeronde
bachelor- of masteropleiding. Zij zeggen de cursus vooral te volgen om hun
kennis en vaardigheden te vergroten
of puur voor hun plezier.
Zoals vaker bij moocs maakte maximaal vijf procent de cursus af. De rest
zegt tijdgebrek te hebben. Bij de solaren watermooc zou 95 procent van de
geslaagden de mooc aanbevelen aan
anderen. Next generation infrastructures bleef wat achter met 67 procent.
De lesstof bleek niet in balans door
veel webcolleges. (CvU)
Delta
7
TU Delft
CAMPUSNIEUWS
Niet alle bacheloropleidingen worden Engels
Het college van bestuur
laat faculteiten zelf beslissen of en wanneer zij hun
bacheloropleidingen verengelsen. Uit een rondgang van Delta blijkt het
Engels overal terrein te
winnen, maar het Nederlands is niet afgeschreven.
C
ollegevoorzitter Dirk Jan van
den Berg zei in september
2014 te verwachten dat in
drie of vier jaar tijd alle TU-bacheloropleidingen Engelstalig zouden
zijn. Die voorspelling komt niet uit,
niet in de laatste plaats doordat het
college van bestuur de verengelsing
niet van bovenaf wil opleggen.
Voor drie bacheloropleidingen bestaan momenteel concrete plannen
om ze compleet te verengelsen. Informatica en elektrotechniek (EWI) gaan
vanaf 2016 of 2017 gefaseerd over,
omdat steeds meer docenten op de
faculteit niet-Nederlands zijn. Bovendien verwacht EWI dat de instroom
van Nederlandse studenten over een
paar jaar om demografische redenen
zal afnemen.
Ook de bacheloropleiding nanobiologie (TNW) gaat in 2016 om vakinhoudelijke redenen over op Engels.
De andere TNW-bachelors blijven wat
decaan Tim van der Hagen betreft
voorlopig Nederlandstalig.
Voor de bachelors civiele techniek
(CiTG) en technische bestuurskunde
(TBM) spelen vooral praktische bezwaren. Voor de eerste geldt dat afgestudeerden vaak op de Nederlandse
arbeidsmarkt terecht komen. De TBMbachelor is opgebouwd rondom
Nederlandse wet- en regelgeving.
Datzelfde geldt voor Bouwkunde. Die
faculteit noemt desondanks een jaar,
2017, waarin de bachelor verengelst
zou kunnen worden. De interne
discussie daarover moet wel nog
beginnen. Op 3mE en IO is van plannen nog geen sprake. Voor alle Nederlandstalige bachelors geldt dat veel
colleges allang in het Engels gegeven
worden, omdat docenten het Nederlands niet machtig zijn.
De faculteit L&R bood jarenlang een
Engelstalige bachelor naast een Nederlandse variant. Die laatste is bij
gebrek aan belangstelling geschrapt.
De bachelor applied earth sciences
(CiTG) is dit studiejaar voor het eerst
overgegaan naar Engels. Volgens decaan Bert Geerken verloopt dat goed.
Studievereniging Mijnbouwkundige
Vereeniging bevestigt dat. Onderwijscommissaris Talitha Groenewold:
“Aan het begin van het jaar waren er
best wat klachten, vooral over het
Engels van sommige docenten. De faculteit heeft daar veel aan gedaan en
het gaat steeds beter. De studenten
zijn tevreden nu.” (SB)
Pagina 22: ‘Het Nederlands is nog
niet afgeschreven’
Dode kamer
YoungDelft, het netwerk van TU-medewerkers tot 36 jaar, ging donderdagavond 2 april op
zoek naar de leukste plekken op de campus. De Secret Places Crawl bracht de jonge medewerkers onder andere bij het reactorinstituut, het waterlab, de vluchtsimulator, het roboticalab, de Dreamhall en de geluidskamers van Technische Natuurwetenschappen (TNW).
Op de foto de Dode Kamer bij TNW. (Foto: Sam Rentmeester)
Feestend richting duurzaamheid
E
lf masterstudenten design for interaction
(IO) staan tot 19 april op de tentoonstelling
‘energie en gewoonten’ in de galerie van
Bacinol 2, 38CC. Hun zeer uiteenlopende
ontwerpen moeten energiegewoonten in huis verduurzamen.
De Italiaanse studente Daniela Rassa is één van
de studenten die de door galerie werden geselecteerd voor de tentoonstelling. 38CC was dit najaar
opdrachtgever voor het vak exploring interactions.
Rassa kreeg toen de opdracht het gedrag van mensen in hun eigen huis positief te beïnvloeden. Niet
puur het eindproduct telde, maar de interactie die
gebruikers ermee hebben.
Rassa koos ervoor zich op pubers te richten. “Ik wilde
hen met een simpel ontwerp in één oogopslag laten
zien dat hun elektriciteitsgebruik wel degelijk effect
heeft op de aarde.”
Het eindresultaat is een boomvormige lamp, die
blaadjes laat vallen als hij brandt terwijl er niemand
in de kamer is. Iedere minuut dat de sensor geen
beweging oppikt, valt er een blad. Totdat na tien minuten het licht uitgaat en de gebruiker vijf minuten
moet wachten tot de lamp weer aan kan.
Dit ontwerp en de tien andere moeten onder meer
de bezoekers van het mede door de TU georganiseerde minisymposium ‘energie en gewoonten’ op
maandag 13 april aan het denken zetten. Zo is er een
spel voor huurders en verhuurders dat duidelijk kan
De boomlamp van masterstudente Daniela Rassa.
maken welke energiesystemen gewenst zijn en een
futuristische bus met fietsen en skateboards aan
boord, voor wie anders wil reizen.
Studente Sofia van Oord ontwierp een website en
starterskit voor huurders die hun woning willen
verduurzamen. Want hoe pak je dat aan als je die
investering zelf niet kunt doen? “In de kit zitten spullen voor een feestje met buren: kartonnen bekertjes
en ballonnen met feitjes over bijvoorbeeld zonnepanelen om het gesprek op gang te brengen. Zijn de
buren enthousiast, dan kunnen ze hun motivatie op
een vlaggetje schrijven. De slinger die daarvan gemaakt kan worden, kan als een soort petitie aan de
verhuurder worden aangeboden.”
Van Oord draaide daarmee haar oorspronkelijke
opdracht 180 graden om. Eigenlijk zou ze zoeken
naar manieren voor woningcorporaties om bewoners te enthousiasmeren als zij hun woningen willen verduurzamen. Niet zelden liggen huurders dan
dwars. “Ik wilde uitgaan van de energie van jonge
mensen.”
Saskia Bonger
38CC.nl
Tekst: Joreen Merks
Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
9
TU Delft
Van meditatie
tot mechanica
De TU en meditatie, niet echt iets dat hand in hand gaat.
Toch is deze combinatie zo gek nog niet. Meditatie maakt
positiever en creatiever, vergroot de zelfcontrole,
productiviteit en het geheugen; eigenschappen
die zeker bij de TU passen.
M
eestal is de Snijderszaal in de faculteit Elektrotechniek,
Wiskunde en Informatica (EWI)
het decor voor colleges of vergaderingen, maar één keer per week wordt deze
zaal omgetoverd tot een ware meditatieruimte.
Tafels en stoelen aan de kant, schoenen uit en
de meditatie kan beginnen. Bij binnenkomst
zijn de deelnemers nog druk bezig met die
presentatie van morgen of de afdelingsmeeting
na de lunch. Daar weet Kim Vollenhoven,
begeleider van de lunchmeditaties door
Studium Generale en NGO Art of Living, wel
raad mee. Hij begint met een paar lichaams- en
ademhalingsoefeningen. “Zo worden lichaam
en geest goed voorbereid op de meditatie”,
aldus Vollenhoven. Er komt een gemêleerd
gezelschap af op de SG-meditaties. Van IO tot
natuurkunde en student tot docent: ze zijn allemaal vertegenwoordigd en ze hebben één ding
gemeen: ze zoeken dat rustmomentje in een
drukke werkweek.
Niet alleen Studium Generale (SG) organiseert
meditaties aan de TU. Er zijn eigen initiatieven
vanuit studenten en TU-medewerkers, bij de
studentpsychologen worden cursussen aangeboden in het smartstudie-assortiment en ook
bij de unit sport zijn er lessen in meditatie en de
specifieke vorm mindfulness. Dick van
Wijngaarden is twee jaar geleden begonnen
met mindfulness bij de unit sport. “Normaal
duren deze cursussen acht weken en zijn ze
heel intensief. Ik probeer de kern in korte
sessies over te brengen zodat de studenten
bewuster en meer in het nú gaan leven”, zegt
Van Wijngaarden.
FOCUSSEN
“Eén van de grootste voordelen van meditatie
is een verbeterde concentratie, de ontspanning
krijg je er als een soort cadeautje bij”, legt studentenpsycholoog Paula Meesters uit. Zowel bij
de smartstudiecursussen als in individuele behandelingen wordt gebruikgemaakt van
meditatieve oefeningen. “Het helpt studenten
beter te focussen”, aldus Meesters. “Je merkt
eerder wanneer je wordt afgeleid en gaat zo
weer sneller terug naar wat écht belangrijk voor
je is.” Dat meditatie binnen de TU een steeds
grotere rol krijgt, is niet gek als je kijkt naar wat
er in de rest van de wereld gebeurt. Zo wordt
bijvoorbeeld mindfulness in het bedrijfsleven
meer en meer toegepast om te werken aan de
mentale gezondheid van de werknemers. En
die extra efficiëntie is natuurlijk ook mooi meegenomen.
Ook komt er steeds meer wetenschappelijk
onderzoek naar de effecten van meditatie.
Hersenscans laten zien dat het gedeelte in
de hersenen waar het stresshormoon wordt
aangemaakt minder actief is, en dat de grijze
materie groter blijft bij mensen die regelmatig
mediteren. Ook wordt de communicatie tussen de twee hersenhelften versterkt. “Dit zorgt
voor meer creativiteit en een beter gebruik van
het brein als een geheel”, aldus natuurkundige
en meditatiedocent Wim van Rijswijk in een
lunchlezing van SG op 12 februari.
Lees verder op pagina 10
10
Kim Vollenhoven
Adonis Reyes
Kim Vollenhoven is masterstudent construction management and
engineering bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Op zijn elfde
deed hij al aan karate, toen begon ook zijn nieuwsgierigheid voor
meditatie. Toch is hij pas twee jaar geleden begonnen. “De interesse
voor meditatie is er eigenlijk altijd al geweest, maar ik had nooit echt
handvatten om er wat mee te doen. Toen ik mijn moeder vroeg naar
meditatie, stelde ze voor om stil te gaan zitten en mijn hoofd leeg te
maken. Dat sloeg op dat moment niet helemaal bij me aan.”
Twee jaar geleden kwam hij via een poster terecht bij de wekelijkse
lunchmeditaties van Studium Generale en Art of Living. “Ik merkte
dat ik na een meditatie de
rest van de dag veel meer gefocust en veel productiever
bezig was. Die focus wilde ik
ook de rest van de week, dus
ik ging steeds meer mediteren. Nu doe ik het elke dag.”
“Meditatie is voor mij een
periode van volledig comfort waarin lichaam en geest
helemaal ontspannen.” Volgens Vollenhoven is ‘deconcentratie’ de kern van meditatie. “Tijdens een sessie hou je drie dingen
in je gedachten: ik ben niets, ik wil niets en ik doe niets. Dit zorgt ervoor dat je alles even helemaal kan loslaten waardoor je de rest van de
dag gefocust dingen kan zijn, willen en doen.”
Meditatie geeft je ook een competitieve voorsprong. “Als je geest
ontspannen is, word je veel creatiever en kom je sneller op ideeën. Dit
geeft je een voordeel ten opzichte van iemand die misschien wel heel
slim is maar ook gestrest en zich daardoor minder kan focussen en een
minder resultaat boekt.”
Een leven zonder meditatie kan hij zich niet meer voorstellen. “Het is
een soort mentale hygiëne, net als de gewoonte om elke dag je tanden
te poetsen of te douchen. Daar stop je ook niet opeens mee.”
“Meditatie geeft me tijd om mijn gedachten op te ruimen, om alle gedachten een plek te geven.” Adonis Reyes is PhD-student bij technische natuurkunde, waar hij werkt aan een machine voor ademhalingsanalyses.
Hij kwam vijf jaar geleden naar Europa om zijn master te doen en is
hier in Nederland begonnen met mediteren. “Voordat ik naar Europa
kwam, was ik ook al geïnteresseerd in meditatie, maar in Mexico vond
ik alleen relatief dure cursussen. Wat me ook tegenstond is dat bij de
meditatiecursussen die ik vond vaak een expliciete link met het
boeddhisme werd gelegd.”
“Ik kwam in contact met de meditatielessen van Carmen Lai tijdens
de Owee voor internationale studenten.” Lai heeft een PhD in technische informatica en geeft naast haar werk meditatiecursussen in het
gebouw van MoTiv Delft. Reyes is nu een trouwe bezoeker en heeft met
haar ook een aantal stilteretraites gedaan. “Daar heb ik grappig genoeg
een paar van mijn beste vrienden leren kennen, je leert elkaar op een
heel andere manier kennen.”
Reyes is ervan overtuigd dat iedereen kan mediteren. “Het is vergelijkbaar met rennen, iedereen
kan het maar het is je eigen
keuze of je voor de marathon
gaat trainen. Meditatielessen
zijn een soort hardlooptrainingen voor je brein.” Buiten
de meditatielessen mediteert
Reyes niet vaak zelf. “Ik gebruik wel vaak korte oefeningen die ik bij de
lessen heb geleerd, ik doe bijvoorbeeld na een stressvolle vergadering
even een ademhalingsoefening van vijf minuten. Zelfs bij een korte
oefening merk ik dat ik helderder kan denken.”
Reyes denkt dat meditatie voor studenten een goede oefening is. “Studenten zijn vaak met complexe vraagstukken bezig waarbij ze door de
bomen het bos niet meer zien. Door het probleem de tijd te geven in je
gedachten komen tijdens de meditatie vaak de belangrijkste waarden
naar boven wat kan helpen bij het vinden van een goede oplossing.”
‘Meditatie is een soort
mentale hygiëne, net
als de gewoonte om
elke dag je tanden
te poetsen of te
douchen’
‘Zelfs bij een korte
oefening merk ik dat ik
helderder kan denken’
Delta
Yvonne van Gameren
Het is koud in de Botanische Tuin waar Yvonne van Gameren,
programmacoördinator van de postmaster opleiding PDeng bij biotechnologie, iedere maandag een half uur lesgeeft in ademhalingsoefeningen (pranayama). “Er komen meer mensen als het mooi weer is,
maar er zijn altijd wel een paar deelnemers.”
Van Gameren is afgestudeerd in de biotechnologie en heeft jaren bij
Heineken gewerkt. “Ik had het daar super naar mijn zin. Het is een bedrijf dat 24/7 draait en omdat het zo leuk was ging ik ook constant door
met werken.” Totdat ze een jaar of tien geleden een burn-out kreeg. Ze
had door dat er wat moest veranderen en kwam via een vriendin bij
meditatie en ademhalingsoefeningen uit. “Ik kon nooit rust vinden en
sliep slecht. Nu merk ik dat als ik stress voel, ik weer heel makkelijk
terug kan naar dat gevoel
van ontspanning. Het betekent dus niet dat ik nooit
meer gestrest ben, maar dat
ik er nu veel bewuster mee
om kan gaan. Dat duidelijke
effect motiveert me om door
te gaan met oefeningen.” De
ademhalingsoefeningen in
de Botanische Tuin geeft van Gameren nu voor het tweede jaar. “Als
medewerker deed ik mee aan het vitaliteitsprogramma van de TU.
Daar kwam een pranayama app aan bod, hiermee konden mensen
zelf aan de slag met ademhalingsoefeningen. De app was alleen veel
te moeilijk dus toen heb ik aangeboden om lessen te geven. Deze zaten
steeds zo vol dat ik maar gewoon ben doorgegaan.” Ook bij de PDeng
trainees geeft ze les in ademhaling binnen de projectmanagement
cursus. “Sommige trainees zijn zo enthousiast dat ze zelf sessies leiden
als ik er niet ben en eigen oefeningen inbrengen.” Zelf doet ze dagelijks
ademhalingsoefeningen bij het wakker worden en meditatie voor het
slapen gaan. “Ik word zo suf wakker, dat ik nergens zin in heb. Na tien
minuten ademhalingsoefeningen ben ik helemaal fit. En je hebt er altijd tijd voor, het kan namelijk gewoon onder de douche of op de fiets.”
‘Niet dat ik nooit meer
gestrest ben, maar ik
ga er nu veel bewuster
mee om’
TU Delft
11
ZELF AAN DE SLAG MET MEDITATIE
• M
indfulness en meditatielessen bij de unit sport (sportkaart)
sc.tudelft.nl/sport/aanbod/body-mind/meditatie
• Meditatielunches via Studium Generale (gratis)
sg.tudelft.nl/weekly-events/yoga-meditation-sessions
• Ademhalingsoefeningen in de Botanische Tuin (gratis)
Meer informatie: [email protected]
• Mindful stress relieve workshops, Smartstudie (gratis)
studenten.tudelft.nl
• Wekelijkse meditaties bij MoTiv, student Maggie Sheu (gratis)
facebook.com/delftmeditation
• Meditatiecursus, MoTiv (44/52 euro)
ginepro99.org
• YES!+ meditatieweekend, unit cultuur en Art of Living
(prijzen zie website)
• artofliving.org/yes-course-18-30-yrs
• Headspace, app en website als meditatiecoach (gratis)
headspace.com
• Sattva, app met uitdagingen en trofeeën (gratis)
sattva.life
• Oprah & Deepak 21 dagen meditatie-ervaring (gratis)
chopracentermeditation.com
YES!+ WEEKEND
Van 16 tot 19 april is er een Yes!+weekend in de unit cultuur. Je leert op
een praktische manier yoga-, ademhalings- en meditatietechnieken. Deze
zorgen volgens de website niet alleen voor verhoogde concentratie, een
beter geheugen en minder stress maar ook voor een kalmere en energiekere leefstijl. “Het is een mix van oude wijsheden in yoga, meditatie en
ademhaling gecombineerd met intellectuele discussies, muziek en spel”,
aldus TU-alumnus en Yes!+ docent Aditya Kualampur in Delta.
[email protected]
delta.tudelft.nl/24959
artofliving.org
Ze werkte in
Pasadena en
in Singapore.
Ze publiceert
in alle grote
wetenschapsbladen.
Sinds eind vorig
jaar is ze terug in
Nederland om bij
QuTech mee te
bouwen aan de
quantumcomputer:
dr. Stephanie
Wehner.
'HACKEN WORDT
OOK SAAI'
Tekst:Jos Wassink
Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
H
aar kamer in het gebouw van Technische Natuurkunde is
ruim en bijna leeg. Een zwarte leren fauteuil en een knalrode leren bank vormen de setting voor het interview. De
tegenoverliggende wand dient als whiteboard en is volledig bedekt met formules en berekeningen. Dit is de werkkamer van
een theoretisch quantumfysicus. Maar wel een die begonnen is als
hacker in de computerbeveiliging. “Ik werkte voor banken, verzekeringsmaatschappijen en farmaceutische bedrijven die wilden
weten hoe veilig hun systeem was. Wij testten die systemen door er
in te breken.”
Kunt u dat nog steeds?
“Ik heb het al een tijd niet meer geprobeerd, maar ik heb niet de indruk
dat de beveiliging er veel beter op is geworden.”
Waarom bent u op uw 22ste alsnog gaan studeren?
“Het is misschien raar om te zeggen, want iedereen denkt dat hacken
een heel spannende bezigheid is. In zekere zin was het dat ook, maar
op een gegeven moment is het meer van hetzelfde. Ik wilde iets meer
en besloot te gaan studeren.”
Wat trok u aan in computers?
“Wat mij interesseert is de communicatie waar computers bij betrokken zijn. De uitwisseling van informatie, hoe je toegang kunt krijgen
tot informatie, hoe het verdeeld is of hoe het afgeschermd is, die
dingen fascineren me. Maar met wat ik nu doe, probeer ik de natuur
zelf te begrijpen op het niveau van informatie. Dat is een stap verder
dan je toegang verschaffen tot informatie zoals een hacker doet.”
Wat studeerde u in Amsterdam?
“Ik ben afgestudeerd in informatica, maar ik deed ook natuurkundevakken.”
En waarom studeerde u in Amsterdam en niet in Duitsland,
waar u vandaan komt?
“Ik zat al in Amsterdam, waar ik bij XS4ALL werkte en later bij ITSX,
een computerbeveiligingsbedrijf.”
Uw proefschrift ging over quantumcryptografie.
Wat trok u aan in de quantumwereld?
“Voor mij was het een soort stap tussen waar ik vandaan kwam en
wat ik nu doe. Ik zei al dat uitwisselen van informatie mij interesseert.
Quantuminformatie is dan de volgende stap. Vanwege mijn achtergrond als hacker trok de cryptografie me aan omdat het gaat om het
afschermen van informatie, beveiliging en het kraken daarvan. Nu
ben ik een stap verder en doe niet alleen quantumcryptografie maar
ook quantumcommunicatie in bredere zin.”
Werkt quantumcryptografie al?
“Ja, dat kun je gewoon kopen. De apparaten die daarvoor op de markt
zijn, hebben natuurlijk allerlei praktische probleempjes, maar het
grootste bezwaar is dat de werking beperkt is tot een afstand van
tweehonderd kilometer. Dat is niet slecht, maar ik zou van die
beperking af willen. Wat me nu bezighoudt is een quantumnetwerk te
bouwen. Over zo'n netwerk kun je quantumcommunicatie bedrijven
ongeacht de afstand.”
‘Met wat ik nu doe, probeer ik de
natuur zelf te begrijpen op het
niveau van informatie’
13
TU Delft
Zoiets als het internet?
“In dit geval het quantuminternet. Daarmee
zouden we quantumcryptografie over afstanden
groter dan tweehonderd kilometer kunnen realiseren, maar quantumcommunicatie is natuurlijk
breder dan alleen cryptografie.”
Ik heb wat publicaties van u nagezocht. U lijkt zich te
bewegen op het kruispunt van informatica,
quantumfysica en thermodynamica.
Hoe gaat u met zoveel complexiteit om?
“Ik houd ervan om in een abstract wiskundige
manier over dingen na te denken. Vanuit een
zekere abstractie zijn die velden helemaal niet zo
verschillend. Laat me een voorbeeld geven. De
fysica heeft het over twee deeltjes die een bepaalde
wisselwerking hebben. Je kunt die wisselwerking
ook opvatten als het uitwisselen van informatie.
Als je nadenkt over de manieren waarop deeltjes
op elkaar kunnen reageren, kun je ze ook beschouwen als twee actieve spelers die met elkaar willen
communiceren en via een bepaald protocol in een
andere toestand komen. Die opvatting noemen
we het operationele perspectief dat je in staat stelt
om ideeën uit de quantuminformatietheorie toe te
passen.”
Leidt dat tot nieuwe inzichten?
“Ja zeker. Ik werk momenteel aan een studie van
machines die te klein zijn om statistiek op toe te
passen. Thermodynamica is ontwikkeld voor grote
systemen als stoommachines. Mensen stelden
regels op en verifieerden die experimenteel. Later
werden ze met statistische mechanica nagerekend
op basis van grote aantallen deeltjes. Nu hebben we
heel kleine machientjes van slechts een paar deeltjes waar je geen statistiek meer op kunt toepassen.
Maar je kunt de processen ook opvatten als uitwisseling van informatie. Daar kun je inzichten uit de
quantuminformatica op toepassen om de thermodynamica op quantumschaal te bestuderen.”
Er is een gedachtenexperiment waarbij een mannetje deeltjes selectief wel of niet doorlaat waardoor hij
de thermodynamica verstoort. Is zoiets te bouwen?
“Dat is Maxwell's demon. Je kunt je voorstellen dat
de experimentator alleen klassieke informatie over
het systeem heeft. Zoals Maxwell's demon die kijkt
of een deeltje naar links of naar rechts gaat. Je kunt
je echter ook voorstellen dat iemand quantuminformatie heeft over het systeem. Dat kan een
groot verschil uitmaken. We beginnen nu te begrijpen wat de regels zijn als twee systemen aanvankelijk verstrengeld zijn. Als hun quantumtoestanden al samenhangen voordat ze bij elkaar komen,
geeft dat vreemde uitkomsten. Zo gingen we ervan
uit dat warmte altijd van een heet naar een koud
lichaam stroomt. Dat denkt iedereen, maar het
is niet altijd waar. Want als de twee systemen een
quantumrelatie hebben kan de warmte ook van
koud naar warm stromen.
Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Ik denk dat snelheid het meest
opvallende kenmerk van een
quantumcomputer zal zijn’
Dat is moeilijk voor te stellen omdat het in onze macroscopische wereld
niet gebeurt. Maar in de wereld van het heel kleine kan dat wel.”
Dat klinkt vrij bizar. Zijn zulke interacties al experimenteel aan te tonen?
“We zouden het in het laboratorium kunnen aantonen, maar we hebben
het nog niet gedaan. Er zijn veel nieuwe dingen ontdekt in quantumthermodynamica, maar de meeste ideeën zijn nog vrij wiskundig en
abstract. We werken nu aan een project dat we experimenteel kunnen
testen. Maar zover zijn we nog niet.”
Is dat uw rol hier, vooruit denken en nieuwe experimenten verzinnen?
“Ik heb hier meerdere rollen. Ik werk samen met de groep van Ronald
Hanson die een quantumnetwerk probeert te bouwen en dat is tweerichtingsverkeer. Ik kom met een cool theoretisch protocol dat ze kunnen bouwen. Of zij lopen tegen een probleem aan en willen weten of daar een theoretische onderbouwing bij past. De samenwerking komt van twee kanten.”
Onlangs tekenden Qutech uit Delft en Qdev uit Denemarken een samenwerkingsovereenkomst met de bedoeling om Europa in de voorhoede te houden
bij de ontwikkeling van de quantumcomputer. U hebt ook in Singapore gewerkt. Wat is uw inschatting?
“Laat ik de kansen en risico's noemen. Wat mij naar Delft heeft getrokken
is dat mensen hier quantumapparaten kunnen bouwen en dat is tamelijk
uniek. In Singapore zijn ze theoretisch sterk, maar experimenteel was het
minder. Dus was daar minder perspectief om een echt quantumnetwerk
te bouwen. Europa heeft kennis en infrastructuur opgebouwd waar onderzoekers gebruik van kunnen maken voor hun experimenten. Europa staat
sterk in quantuminformatica, ook qua theorie, en heeft dus volgens mij
sterke kaarten. De andere kwestie heeft te maken met geld. Onderzoekers
hier steken veel tijd in het werven van financiering. Het is duur onderzoek
vanwege de apparatuur en de technici die je ervoor nodig hebt. Als je ruimere middelen hebt kun je meer technologieën tegelijk ontwikkelen en
kijken welke het beste werkt. In Azië, en in China in het bijzonder, gooien
CV
Stephanie Wehner (Würzburg,
1977) kwam op haar achttiende
naar Nederland om bij XS4ALL te
werken in de computerbeveiliging.
Vier jaar later ging ze informatica
studeren aan de Universiteit van
Amsterdam. In 2008 promoveerde
ze aan het Centrum voor Wiskunde
en Informatica op quantumcryptografie. Ze werkte twee jaar als
postdoc op CalTech bij de befaamde fysicus John Preskill. Vanaf 2010
werkte ze als universitair hoofddocent op het Center for Quantum Technology van de Nationale
Universiteit van Singapore. In 2011
was ze een van de initiatiefnemers
van QCRYPT, inmiddels de grootste
conferentie over quantumcryptografie.
In oktober 2014 keerde ze terug
naar Nederland als computerwetenschapper bij QuTech van het
Kavli Instituut voor Nanowetenschap (faculteit Technische Natuurwetenschappen). Ze doceert het
vak quantum computing and transport. Ze schrijft artikelen met titels
als ‘The second laws of thermodynamics’ (PNAS 2015); ‘Entanglement sampling and its implications
(CRYPTO 2103) en ‘Long distance
two-party quantum cryptography
made simple’ (arxiv.org, 2010).
ze enorme bedragen tegen het quantumonderzoek aan. Ze
lopen nog achter in theorie en infrastructuur, maar dat is
een kwestie van tijd.”
Ik teken hierbij aan dat Qutech niet de meest armlastige
afdeling is van de TU.
“Maar besef je ook dat onderzoekers enorm veel tijd kwijt
zijn aan het vergaren van externe financiering? In vergelijking met China is het budget hier een orde van grootte
kleiner en hebben onderzoekers minder tijd over voor hun
eigenlijke werk.”
U bent nu halverwege uw collegereeks over quantum
computing en quantumcommunicatie. Hoe bevalt dat?
“Het gaat er erg levendig aan toe. Er zijn veel vragen en er is
discussie, ook na afloop. Ik kom daardoor minder ver met
mijn stof dan de bedoeling was, maar dat is niet erg.”
Hebt u er een voorstelling van hoe een quantumcomputer zal
functioneren?
“Van de buitenkant zal het er voor een gebruiker niet
anders uitzien, behalve dat bepaalde taken een stuk sneller
opgelost worden dan voorheen. Op bepaalde gebieden is
een quantumcomputer exponentieel sneller.”
Als je vraagt naar toepassingen komen mensen altijd met het
kraken van codes en cryptografie. Maar zijn er ook t
oepassingen die dichterbij een doorsnee gebruiker liggen?
“Stel je hebt een boel vragen, zoals in dit interview. Je stelt
me de ene vraag na de andere. In een quantumnetwerk kun
je al je vragen tegelijk stellen en je krijgt al mijn antwoorden
in één keer terug. Het opzoeken van informatie kan veel
sneller verlopen in een quantumnetwerk. Dat geldt ook
voor zoekmachines of databases. Ik denk dat snelheid het
meest opvallende kenmerk zal zijn.” <<
DE MASTER
Maarten Gramsma
ONDERZOEK:
‘Self-healing of deformationinduced defects in Fe-based
alloys using positron annihilation
techniques’
EINDCIJFER:
Motorschade? Bestaat over
honderd jaar niet meer in
vliegtuigen. Beginnende
schade in staallegeringen
repareert zich dan gewoon
zelf, denkt ir. Maarten
Gramsma.
H
ij gelooft het echt: “Over
pakweg vijftig jaar kunnen vliegtuigen rondvliegen met zichzelf reparerende motoren.” Beter nieuws
bestaat niet in een tijd vol vliegtuigcrashes. Maarten Gramsma (26)
onderzocht voor zijn afstuderen bij
Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek
de zelfherstellende eigenschappen
van zogenaamde kruipschade in
staallegeringen. Die kruipschade
treedt vaak op in vliegtuigmotoren,
doordat ze veel worden blootgesteld aan hoge temperaturen - bo-
ven een half maal het smeltpunt
- in combinatie met grote krachten
onder de vloeigrens. “Als je het
vliegtuig die schade in een vroeg
stadium zélf kunt laten herstellen,
verleng je de levensduur van vliegtuigonderdelen met minder onderhoud.”
Klinkt als sciencefiction, maar is het
niet. Nieuw is het wel. Gramsma:
“Volgens de traditionele methode
proberen vliegtuigbouwers schade
te voorkomen, door het materiaal zo sterk mogelijk te maken.
In de methode van onze onderzoeksgroep staan we schade op
nanoschaal toe, en zorgen ervoor
dat die zichzelf herstelt.” Eigenlijk
betekent dat niets anders dan slim
gebruikmaken van diffusie van
opgeloste deeltjes in het ijzer. "Als
je koper of goud toevoegt aan het
ijzer, kun je deze oplossen in het
metaalrooster van ijzer door de
normale warmtebehandeling te
onderbreken. Vervolgens vult het
in een soort vloeibare toestand zelf
de nanoscheurtjes op." En dat heeft
niemand ooit eerder bedacht? “Niet
dat ik weet”, lacht de ingenieur. “In
de master novel aerospace materials wordt veel onderzoek gedaan
naar zelfherstellende materialen,
maar zelfherstellend staal staat nog
in de kinderschoenen.”
Doordat Gramsma keek naar de mogelijkheden van zelfhelende staallegeringen bij 550 graden Celsius, lijkt
zijn onderzoek vooral toepasbaar
op vliegtuigmotoren. “Maar je kunt
het natuurlijk gebruiken voor allerlei producten die te maken hebben
met hoge temperaturen en grote
krachten. Stoomturbines, bijvoorbeeld, of snelkookpannen.”
Het onderzoek dat Gramsma ervoor
verrichtte was voor hem het hoogtepunt van zijn master. “Ik heb geëxperimenteerd bij het
Reactor Instituut Delft. Daar is zoveel geavanceerd onderzoek mogelijk, geweldig vond ik dat. Omdat
7,5
ik mijn materiaal van binnen wilde
bekijken op niet-destructieve wijze,
heb ik het bestraald met positronen. Dat is een heel goede manier
om op nanoschaal de ontwikkeling
van schade én het reparatieproces
te volgen.” Conclusie: ijzer met
goud en het versterkende materiaal
molybdeen werkt daadwerkelijk
zelfherstellend. “We staan nog mijlenver van toepassing vandaan, er
is nog veel meer materiaalkundig
onderzoek nodig”, zegt de ingenieur. De onderzoeksgroep werkt
nu dus verder met zijn resultaten,
terwijl Gramsma zelf op zoek gaat
naar een materiaalkundige baan in
het buitenland. Die resultaten zijn
namelijk letterlijk goud waard: zelfherstellende staallegeringen kunnen de vliegtuigindustrie niet alleen
veel onderhoud, dus geld besparen,
denkt hij. “Doordat je minder materialen hoeft te vervangen, is het nog
relatief milieuvriendelijk ook.” (JB)
(Foto: Sam Rentmeester)
Futuristisch vliegtuig repareert zichzelf
IN THE SPORTLIGHT
SPORTZAKEN
Jeroen Naaborg
SPECS
1.86 meter
Traditioneel
moddergooien
GEWICHT
83 kilo
Geboortejaar
1992
Weer geen Varsity-winst voor Laga,
wel een derde plek voor Proteus.
Voor schermer David van Nunen was
het WK-junioren in Oezbekistan een
bijzondere ervaring, maar hij werd snel
uitgeschakeld.
studie:
IO, bachelor; overstap naar
werktuigbouwkunde
Sport:
roeien (bij Proteus-Eretes;
wedstrijdroeier in twee-zonder)
andere sporten
geen
Waarom roeien?
“Mijn broer heeft geroeid. Toen ik
dat zag was ik meteen verkocht.”
Elke roeistatus
heeft zijn eigen
kledingvoorschriften. Als wedstrijdroeier mag je je
bovenhemd niet
naar beneden
doen zodat het
onderhemd in zicht
komt.
Wat zijn de belangrijkste vaardigheden?
“Doorzettingsvermogen en
discipline.”
Sterke/zwakke punten?
“Willen winnen, beter willen zijn dan
anderen. Ik ben alleen technisch niet
de meest begaafde roeier”
Roeipakje in ‘hemelschblauwe’ clubkleuren.
Blessuregevoelig?
“Roeien is een vloeiende sport. Je
rijdt een beetje heen en weer op een
bankje, daar krijg je niet zo snel
blessures van.”
Hoogtepunt?
“Op een zonnige dag op de Bosbaan
een race varen en het gevoel hebben
dat de boot over het water zweeft.”
Waarom raad je anderen aan om
te gaan roeien?
“Het is een prachtige mix van
kracht, techniek en het mentale
spelletje met jezelf.”
Ergens een hekel aan?
“De intense kou als je in de winter
stilligt op het water. Bij een start
bijvoorbeeld.”
Bijzonderheden?
“Mijn coach zei: eigenlijk is roeien
een soort slavensport: zitten en
pompen. Dan denk ik: zo moeilijk
hoeft het niet te zijn.”
Blote voeten. “Ik ga altijd
met blote voeten de boot
in. De schoentjes zitten al in
de boot bevestigd. Sokken
dragen is alleen maar extra
gewicht.”
Je kunt aan iemands
armen zien dat hij roeit,
maar benen zijn de
belangrijkste lichaamsdelen. “Zeventig, tachtig
procent van de krachten
die je levert, komt uit de
benen.”
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities?
“Dit jaar op de Bosbaan races winnen en de status van overgangsroeier halen.”
En wéér lukte het de beste roeiers van Laga niet om
tijdens de prestigieuze Varsity de Race der Races te
winnen. Weer geen gouden blik, eeuwige roem en
kroegjool in het clubgebouw aan de Nieuwelaan. De
bij tijd en wijle over overlast klagende omwonenden
konden vorige week zondag in betrekkelijke rust
gaan slapen. De Varsity, dit jaar toe aan aflevering
nummero 132, staat van oudsher bekend van het
gezellig bier en modder gooien naar elkaar en het
brassen, door de in afgeragde verenigingsjasjes en
-dasjes getooide bestuurders. Traditie. Het evenement werd dit jaar door de daartoe bevoegde instantie zelfs officieel geaccepteerd als immaterieel
cultureel erfgoed. Intussen wordt er ondanks alle
studentenlol aan de wal op het water wel degelijk
bloedserieus gevaren, bezweert menig betrokkene.
En zeker tijdens de finale van het hoofdnummer
waarin de in principe beste roeiers van alle studentenverenigingen het tegen elkaar opnemen: de
Oude Vier. Het halen van de finale was voor Laga als
gebruikelijk geen probleem, maar na drie kilometer
beulen en afzien op het Rijn-Schiekanaal nabij
Houten ging de Delftse boot in die als altijd zinderende eindstrijd pas als zesde door de finish. Dat was
drie boten achter de ploeg van de Delftse tegenhanger Proteus die het favoriete Triton uit Utrecht
een halve seconde achter zich liet en derde werd.
Winnaar werd het Rotterdamse Skadi. Volgend jaar
nieuwe kansen.
Een heel eind verder, in een grote hal in Tasjkent in
Oezbekistan, kruiste David van Nunen diezelfde dag
zijn degen met de beste jeugdige schermers van de
wereld op het junioren-WK. Na vier winst- en twee
verliespartijen in de poule kwam de 19-jarige IO-student als 47ste op het tableau voor de eliminatierondes. Vooraf droomde de talentvolle Van Nunen
hardop van een stunt. Zijn droom werd al snel verstoord door de Braziliaan Alexandre Carmago,
nummer 82 op het tableau. De wisselend verlopende
partij werd nipt met 15-13 verloren, waardoor Van
Nunen was uitgeschakeld. Het leverde hem de 70ste
plaats op in de eindrangschikking in een deelnemersveld van 154 degenisten uit 68 landen. “Dit kon
beter, ik weet dat ik meer in huis heb dan ik nu heb
laten zien”, aldus de jongeling die zich voornam hard
te gaan werken aan zijn verbeterpunten. Zijn optreden in Tasjkent was het laatste op juniorenniveau.
Op 19 april schermt hij op het NK senioren
in Rotterdam.
Tips? [email protected]
WAT: Festival Oranjekoorts
WAAR: Markt
WANNEER: Zondag 26
april van 18.00 tot 23.30
TOEGANG: € 9,50 (exclusief administratiekosten) voor de eerste kaarten, oplopend tot
€ 15,50 aan de deur
PARTYPROGNOSE:
8,5
17
PARTY
SPOTTERS
Te veel vlees
In de Victoriaanse tijd geloofde men dat als je te veel
vlees had gegeten en buikpijn had, er een goede
remedie was: nog meer vlees! Hun recept was
vleessap, wij hebben iets wat smakelijker is,
namelijk soep.
Nodig: soeppan, ovenschaal, oven
Ingrediënten: 1,5 kilo botten (kalf, rund, varken, kip),
blikje tomatenpuree, olie, ui, wortel, bleekselderij,
laurierblad, peperkorrels, tijm, rozemarijn, knoflook,
rode wijn, 2 liter koud water, peper en zout.
Het volgende recept is een basisrecept voor een
standaard bouillon. Je kunt de bouillon voor veel
verschillende doeleinden gebruiken, zoals sauzen,
basis voor andere soepen of domweg voor de lekker.
KONINGSFESTIVAL VOOR THUISBLIJVERS
Armoe troef was het, als het ging om Delftse feestjes op Koningsnacht.
Evenementenbureau De Burgemeesters kon het niet aanzien, en houdt dit jaar
voor het eerst 'het allerdikste outdoor festival van Koningsnacht': Oranjekoorts
op de Markt.
Geen excuus om dit te missen als Delfterik. ‘Voor het eerst in de historie van Delft is de stad the place
to be op deze Koninklijke nacht. We gaan met zijn allen buitensporig hard knallen’, voorspellen De
Burgemeesters. Oranjekoorts belooft namelijk 'een enorm vet festival te worden met duizenden
andere lucky bastards, een ontzettend dikke line-up en nog veel meer ongein'. Zo'n drie- tot
vierduizend bezoekers, om precies te zijn, die als het aan de organisatie ligt een leeftijd hebben van
18 tot 55 jaar.
Op het programma: de Avondploeg van Radio 538, deephouse-dj De Hofnar, danceband Alive, en
(tech)house-dj AjeN met saxofonist Mister Nice Guy. 'Gekkigheid en ongein komen in de vorm van
Barry Badpak, Def Rhymz en Allard & Huib', aldus de organisatie.
Gratis is het festival niet, in tegenstelling tot veel Koningsnachtevenementen in andere steden. Life
I Live in Den Haag bijvoorbeeld, dat om 19.00 uur begint, en waar onder anderen Admiral Freebee,
Jacco Gardner en Intergalactical Lovers optreden, verspreid over negen podia in de binnenstad.
Een kaartje voor het Delftse evenement kost tussen de pakweg tien en vijftien euro. Toch gaat de
ticketverkoop hard, volgens Guy Verbeek van De Burgemeesters: "Mensen hebben dus veel vertrouwen in Oranjekoorts." Alle early bird-tickets, de zogenaamde 'Prinses Ariane-kaarten', waren binnen
een dag uitverkocht. En dat terwijl de programmering pas bekend werd ver nadat de kaartverkoop van
start ging. Entree voor de enige geduchte concurrent van Oranjekoorts, het tweedaagse Rotterdamse
Oranjebitter, kost dan ook al snel een tientje meer - maar dan krijg je wel een optreden voorgeschoteld van Typhoon. Een beetje feestbeest pakt het natuurlijk slim aan, en eet van twee walletjes. Op
Koningsnacht rollend naar huis na Oranjekoorts, en op Koningsdag door naar het pretpark voor volwassenen op Oranjebitter. Want een ballenbak, reuzenrad en trampoline, een bruine kroeg, housepodium en happen uit vijftien foodtrucks; dat weerstaat natuurlijk niemand. (JB)
oranjekoortsfestival.nl
oranjebitter-rotterdam.nl
2015.lifeilive.nl
Verwarm de oven voor op 200 graden. Smeer de
botten in met de tomatenpuree (dun laagje over
alle botten), doe in de ovenschaal en braad in de
oven tot mooi bruin, misschien met wat donker
geblakerde randjes zelfs. Dit is de meest vitale stap
van de hele bouillon. Het roosteren van de botten
geeft de bouillon de roostersmaak. Anders is het
daadwerkelijk vleeswater wat je aan het einde
van de rit overhoudt. Doe een klein beetje olie in
de soeppan en zet deze op hoog vuur. Snij de ui,
knoflook, bleekselderij en wortel in grove stukken
en bak even aan in de soeppan. Blus af met de rode
wijn en laat de alcohol eruit verdampen. Voeg
vervolgens de botten, kruiden en het
water toe, breng aan de kook en
zet vervolgens op het zachtste
vuurtje wat je hebt. Ongeveer
2 uur trekken en de bouillon is
klaar. Lekkerste is uiteraard een
nacht laten trekken.
Met geslepen messen,
Job Hogewoning
18
Delta
TU Delft
KLOPPENDE
HARTCELLEN
OP EEN CHIP
Kloppende menselijke hartcellen
op een chip moeten bijwerkingen
van medicijnen
beter kunnen opsporen. Delftse
onderzoekers
werken aan zo’n
chip; een elektronisch uitleesbaar
mini-orgaantje.
Tekst: Tomas van Dijk
Foto's: Sam Rentmeester
HDMT
De officiële aftrap van het samenwerkingsverband Human
organ and disease model
technologies vond plaats op 16
maart. De onderzoekers werkten
al jaren samen in een losser verband. De hoop is dat farmaceuten nu, na de officiële lancering,
meer aansluiting zoeken en dat
het extra geld oplevert.
Hdmt heeft behalve het hartonderzoek nog twee onderzoekslijnen. De universiteit Twente en de
VU Amsterdam nemen het voortouw in bloedvatenonderzoek.
Ze zullen proberen vaten na te
bouwen op chips om vervolgens
onder meer onderzoek te doen
naar trombose en infecties van
bloedvaten. Biochemici van de
TU Eindhoven willen kankercellen
op een chip kweken.
Lees verder op pagina 20
Hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Ronald Dekker werkt al jaren aan chips met kloppende hartcellen.
‘En toen rolde daar eindelijk, na lang experimenteren,
een mini-elektrocardiogrammetje uit de computer.
Het had dezelfde vorm als het ECG van een echt hart’
H
et is een raar gezicht.
De uitvinding van ir.
Saeed Khoshfetrat
Pakazad lijkt op een
bot, zo een als honden in cartoons
altijd in hun bek hebben. Maar
het is piepklein - slechts drie millimeter lang - en het klopt als een
hart. Letterlijk. Op het filmpje
dat de promovendus toont, zijn
menselijke hartcellen te zien die
synchroon op en neer gaan. Ze
vormen een dun laagje weefsel op
een rubber vliesje in de vorm van
een kluif. Dat vliesje op zijn beurt
zit vast op een silicium chip.
Het weefsel is op tientallen plekken verbonden met elektrodes.
Met dit miniatuur orgaantje, waar
aan alle kanten aan gemeten kan
worden, hoopt Pakazad bijwerkingen van medicijnen in een vroeg
stadium te detecteren. Geneesmiddelen worden regelmatig van
de markt gehaald omdat ze hartritmestoornissen veroorzaken of
zelfs een hartstilstand.
Om de neveneffecten van nieuwe
medicijnen grondig te onderzoeken, kun je experimenteren met
levende en kloppende menselijke
hartcellen. Op die manier is vast
te stellen of personen met een
bepaalde genetische aanleg gevoeliger zijn voor bijwerkingen
dan anderen. Dat is de gedachte
achter het onderzoeksprogramma
Human organ and disease model
technologies (Hdmt). Pakazad’s
chip is het eerste tastbare resultaat van dit project. Behalve de
TU Delft doen onder meer Philips
mee aan het project, de andere
twee TU’s, de VU Amsterdam, en
de universiteiten van Utrecht en
Leiden.
EUFORISCH
Pakazad verrichtte zijn werk grotendeels bij Philips onder begeleiding van hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Ronald Dekker.
Dekker heeft ook een deeltijdaanstelling bij de faculteit
Elektrotechniek, Wiskunde en
Informatica (EWI). De experimenten met de hartcellen deed hij
samen met het Leidse biotechnologie bedrijf Pluriomics.
Het hoogtepunt van zijn onderzoek was het moment dat Pakazad
voor het eerst elektrische signalen
van de hartcellen opving. “Ik was
euforisch. Het moet ongeveer een
jaar geleden zijn geweest. Ik was
tijdelijk verhuisd naar de onderzoeksgroep van stamcelbiologe
Christine Mummery van de
Universiteit Utrecht om met een
speciale signaalversterker aan
mijn cellen te meten. En toen rolde
daar eindelijk, na lang experimenteren, een mini-elektrocardiogrammetje uit de computer. Het
had dezelfde vorm als het ECG van
een echt hart.”
De volgende stap is om medicijnen op de cellen te pipeteren en
te kijken hoe ze reageren. Als het
elektrische signaal van vorm verandert, kan dat duiden op cardiotoxiciteit. Aan deze tests komt
Pakazad niet meer toe. Hij verdedigt op 15 juni zijn proefschrift.
Hoogleraar micro-elektronica
prof.dr.ir. Lina Sarro (EWI) zet
aan de TU het werk voort. “We
willen de elektrische signalen
nog beter uitlezen”, vertelt ze. “En
we gaan werken aan tal van geminiaturiseerde sensoren. Denk
bijvoorbeeld aan sensoren die de
krachten meten waarmee de cel-
len samentrekken en aan sensoren die de aanwezigheid meten
van bepaalde ionen. Hoe meer we
elektronisch kunnen meten, hoe
makkelijker de data te analyseren
zijn.”
Het klinkt als een open deur; gegevens verzamelen met sensoren
en de data vervolgens analyseren.
Toch is het vrij nieuw om cellen
elektronisch door te lichten en te
koppelen aan een computer. Zeker
als het gaat om bewegende cellen.
Naar eigen zeggen is Pakazads
chip de eerste waarmee de elektrische activiteit te meten is van
bewegende uitrekbare menselijke
hartcellen.
NABOOTSEN
Om betrouwbare metingen te
kunnen doen aan de cellen, moeten alle krachten die hartcellen
normaal gesproken ervaren zo natuurgetrouw worden nagebootst.
Onder de cellen zit daarom een
pompje dat het vliesje opblaast
waardoor de cellen op en neer
gaan en uitgerekt worden, net als
in een echt hart.
Het was een hele toer om deze chip
Delta
Hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Lina Sarro (EWI) zet aan de TU het werk van
promovendus Pakazad voort. “We willen de elektrische signalen nog beter uitlezen.”
te maken. Pakazad borduurde
voort op het onderzoek van Ronald
Dekker en Nikolai Böker, die in
2009 op dit onderwerp afstudeerde en ook al een prototype had
ontwikkeld. Wat ontbrak aan de
chip was de uitrekbare bedrading.
Hoe maak je elektrodes die uitgerekt kunnen worden? “Onderzoekers hebben in het verleden van
alles geprobeerd. Ze hebben geëxperimenteerd met vloeibare metaallegeringen als elektrodemateriaal, met elastische geleiders
en met elektrodes in de vorm van
spoelen die meegeven, net als een
telefoondraad. Maar al deze methoden waren niet geschikt voor
massaproductie. Dat is een vereiste. Om interessant te zijn voor
de farmaceutische industrie moet
je tegen een lage prijs honderdduizenden chips kunnen maken.”
Pakazad ontdekte dat als je het
vliesje de vorm geeft van een bot,
er zones ontstaan die nauwelijks
rekken op het moment dat je het
vliesje opblaast. Door de karakteristieke vorm is de krachtverdeling
niet overal gelijk. Daar maakte
hij handig gebruik van. Hij liet de
grootste elektrodes over die gebieden lopen die nauwelijks rekken.
“Honderdzestigduizend maal heb
ik het vliesje op en neer laten gaan.
Het was geen enkel probleem; de
elektrodes bleven intact.”
Resteert de vraag hoe je het voor
elkaar krijgt om cellen te kweken
op een chip. Daar kan Pakazad
kort over zijn. “Die cellen koop
je gewoon bij een bedrijf. In mijn
geval het bedrijf Pluriomics. Je
zorgt ervoor dat ze op je chip voorzien zijn van vocht met de juiste
voedingsstoffen en na een paar
dagen zie je dat ze aan elkaar plakken en contact maken met het
membraan. Ze gaan ook vanzelf
synchroon kloppen. Het is waanzinnig.”
STAMCELTECHNOLOGIE
Wereldwijd zijn tal van onderzoeksgroepen bezig met het nabootsen van organen op chips. Dat
dit onderzoek de laatste jaren om
zich heen grijpt, heeft te maken
met drie factoren. Allereerst loopt
de farmacie tegen haar grenzen
aan. De geneesmiddelenindustrie
beschikt niet over goede modellen
TU Delft
21
Saeed Khoshfetrat Pakazad: “Ik ben de eerste die een elektronisch leesbaar hart op een chip
heeft gemaakt dat ook nog eens kan rekken.”
om het gedrag van organen mee te
bestuderen. Daarnaast zijn er betere polymeren ontwikkeld waar
cellen goed op groeien. Maar het
belangrijkst is een doorbraak uit
2006 in de stamceltechnologie.
De Japanner Shinya Yamanaka en
de Brit John Gurdon ontwikkelden
een techniek waarmee gespecialiseerde cellen terug gevormd
kunnen worden tot stamcellen, de
zogenaamde induced pluripotent
stem cells (IPS)-technology. Tot
dan toe was het heel lastig om aan
menselijke cellen te komen voor
experimenten. Gespecialiseerde
cellen, zoals hartcellen, longcellen
en neuronen hebben de mogelijkheid om te delen verloren en kunnen dus in principe niet gekweekt
worden. Maar met IPS-technologie kun je een stukje huid nemen,
de huidcellen reprogrammeren
tot stamcellen, en deze stamcellen
vervolgens laten uitgroeien tot elk
gewenste celtype van het lichaam.
Experimenten met menselijke
weefsels werden opeens beter reproduceerbaar. Je kunt nu talloze
experimenten doen met weefsel
van één persoon; met cellen die
genetisch identiek zijn. Ronald
Dekker vat de kracht van de techniek krachtig samen. “Vroeger
nam je een biopt van een hart, dan
deed je een proef en dan hield het
weer op. Dan kon je wel weer een
biopt van iemand anders erbij nemen, maar dan had je te maken
met andere genetica.”
De groep die de meeste furore
maakt met haar mini-organen is
het Wyss Institute van de
Universiteit van Harvard. Onderzoekers daar bouwden enkele jaren geleden een soort long na. Aan
de ene kant van een membraan
lieten ze longepitheelcellen groeien en aan de andere kant bloedvat
endotheelcellen. Met dit systeem
onderzochten ze onder meer het
effect van fijnstof op de longen.
“Die mensen daar zijn pioniers”,
zegt Saeed Khoshfetrat Pakazad.
“Wat zij doen is heel indrukwekkend. Maar een elektronisch leesbaar hart op een chip, dat ook nog
eens kan rekken, dat hadden ze
nog niet gemaakt”, lacht hij. <<
22
Delta
TU Delft
Het
Nederlands
is nog niet
afgeschreven
Maastricht en Groningen zijn al om, in Twente is het debat
gaande: de invoering van Engels als voertaal op de universiteit,
inclusief het bacheloronderwijs. Het bestuur van de TU Delft is
niet van plan daarover een besluit op te leggen. De faculteiten
bepalen zelf of en wanneer ze overstappen.
H
et college van bestuur (cvb) van de Universiteit Twente
begon 2015 met de lancering van een vooruitstrevend
plan: in 2018 moet de voertaal Engels zijn, in 2020 zijn
alle bacheloropleidingen Engelstalig. Het debat dat
volgde, en dat nog loopt, zal het Delftse cvb sterken in zijn opvatting
dat een ‘top down’-decreet niet de manier is om te verengelsen.
De Twentse universiteitsraad heeft haar instemmingsbesluit immers
al twee keer uitgesteld. Zij vindt dat opleidingen zelf moeten kunnen
bepalen of zij Engelstalig onderwijs geven. De facultaire medezeggenschap zou daar bovendien mee moeten instemmen. De Twentse
collegevoorzitter wil echter niet ‘plan op plan’ stapelen, aldus uni-
‘Ik zou het jammer vinden als
we over twintig jaar compleet
Engelstalig zijn. Dan verliezen we
onze taal’
versiteitsmagazine UTNieuws. Toch ging hij er schoorvoetend mee
akkoord dat wordt uitgezocht wie op dit onderwerp inspraak zou
moeten hebben.
Het Delftse cvb blijft dit soort discussies waarschijnlijk bespaard.
Het college laat nieuwe initiatieven vaak liever van onderaf groeien.
‘Bottom up’ is het credo, ook als het om verengelsing gaat. “Wij
kiezen voor een andere, organische aanpak”, vertelt collegelid Anka
Mulder. Zij zal niet met een allesomvattend plan komen, verzekert
zij.
ENGELSE MINORS
Dat wil niet zeggen dat de TU niet overgaat op Engels, vaak is het al
een feit. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek biedt al
jaren een Engelstalige bacheloropleiding. Daarnaast zijn alle masters Engels. Daarbij is een groot deel van de studenten (6% van de
bachelors, 30% van de masters), promovendi (66%) en ander bezoldigd personeel (30%) van niet-Nederlandse origine. Sommige faculteiten willen de internationale instroom verder vergroten. En de universiteit zoekt tegenwoordig doelbewust ook in het buitenland naar
decanen en ondersteunend personeel. Op 1 mei start op de faculteit
Bouwkunde de Canadees Peter Russell als decaan. Ook het voor
23
Tekst: Saskia Bonger
decaanschap van Techniek, Bestuur en Management kijkt de TU over
de landsgrenzen.
Al deze internationals willen meepraten tijdens vergaderingen en
andere bijeenkomsten en in medezeggenschap. Volgens Anka
Mulder is de verschuiving naar Engels ontegenzeglijk. Dat werkte zij
bovendien zelf in de hand met het besluit dat alle minors vanaf 2016
Engelstalig zijn. Een docent wiens vaardigheid te wensen overlaat,
gaat op cursus. “Zeker zullen wij de Engelstaligheid waar nodig goed
ondersteunen”, verzekert zij. De faculteiten laat ze verder hun eigen
plan trekken.
‘Het is kunstmatig om alles in
het Engels te doen als er geen
Engelstaligen bij zijn. Maar als het
nodig is stappen we over’
PRAGMATISCH
Uit een rondgang blijkt dat de faculteiten pragmatisch met het Engels
omgaan. De taal sluipt waar nodig als vanzelf colleges en andere
bijeenkomsten binnen, terwijl het Nederlands zeker niet is afgeschreven. Slechts drie bacheloropleidingen hebben concrete plannen om
de komende jaren een volledige overstap te maken, andere zijn nog in
discussie of kiezen voor een mengeling van talen. Geen enkele faculteit is van plan de voertaal officieel te wijzigen.
Bert Geerken, decaan van Civiele Techniek en Geowetenschappen,
heeft ervaring met het compleet verengelsen van een bacheloropleiding. Dit jaar loopt voor de eerste maal applied earth sciences
(in plaats van voorheen technische aardwetenschappen), en dat gaat
volgens hem goed. Dat wil niet zeggen dat de bachelor civiele techniek volgt. “Natuurlijk, de teneur is er, maar we doen het geleidelijk en
in overleg met het afnemend veld. We willen studenten niet
vervreemden van de Nederlandse arbeidsmarkt. Daar komt bij dat
we voor civiele techniek niet internationaal studenten zullen werven.
We hebben de handen vol aan de Nederlandse instroom. Daarom
houden we de eerste twee jaar vooralsnog Nederlands. Het derde jaar
wordt, is eigenlijk al, Engels. Zo kunnen we studenten voorbereiden
op de masterfase.”
Ook bij Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische
Materiaalwetenschappen (3mE) zit het Engels al in de bachelor.
“Sinds dit collegejaar is het toegestaan vakken in het Engels te
geven indien nodig”, aldus directeur onderwijs Hans Hellendoorn.
Daarnaast is zoals bijna overal de literatuur Engels, worden minors
Engelstalig en doet bijna iedere student zijn eindproject in die taal.
Notulen worden vertaald. “Maar we hebben geen plan om de hele
opleiding te verengelsen.”
De voertaal blijft waar mogelijk Nederlands, benadrukt Hellendoorn.
“Nieuwe medewerkers worden gestimuleerd Nederlands te leren. In
het managementteam zitten een Engelsman en een Duitser, maar we
vergaderen in het Nederlands. Overigens schakelen we bij
bijeenkomsten over op Engels als een meerderheid het Nederlands
niet machtig is.”
De faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) zal
de voertaal ook niet radicaal omgooien. “Het is kunstmatig om alles
in het Engels te doen als er geen Engelstaligen bij zijn. Maar als het
nodig is stappen we over”, vertelt directeur onderwijs Hans Tonino.
Vaak is dat al het geval. Sommige secties bestaan voor zestig procent
uit internationale medewerkers.
EWI is wel van plan vanaf 2016 of 2017 twee van haar drie bacheloropleidingen gefaseerd over te laten gaan op Engels: informatica en
elektrotechniek. “Steeds meer docenten zijn internationaal”,
verklaart Tonino. “Bovendien verwachten we, om demografische
redenen, over een paar jaar over het hoogtepunt van de instroom van
Nederlandse studenten heen te zijn. Daar willen we op voorsorteren.”
GOEDE VOORBEREIDING MASTER
Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen (IO), Techniek, Bestuur en Management (TBM) hebben niet zulke concrete plannen. Ze vergaderen
meestal in het Nederlands en waar nodig in het Engels. Wat betreft de
bacheloropleidingen zijn ze bezig de voors en tegens af te wegen.
Om met TBM te beginnen: waarnemend decaan Jeroen van den
Hoven ‘volgt nauwlettend’ wat er speelt. “Er zijn wat mij betreft geen
principiële barrières, behalve inhoudelijke redenen”, zegt hij.
Sommige vakken hangen immers nauw samen met het Nederlandse
recht en met Nederlandse instituties. “Dat laat zich moeilijk in het
Engels doen.”
VERLIES VAN NUANCES
Datzelfde speelt bij Bouwkunde. Vandaar dat veel studenten daar
niet happig zijn op verengelsing. Waarnemend decaan Hans Wamelink ziet, hoewel hij er zelf niet uit zegt te zijn, tegelijk voordelen. “We
kunnen de internationale studenteninstroom vergroten en het is een
goede voorbereiding op de master.” Er zijn plannen om de bachelor
per 2017 in het Engels te gaan aanbieden, maar eerst wil Wamelink de
‘mogelijkheden en onmogelijkheden’ inventariseren.
Is er bij Bouwkunde, hoewel onzeker, sprake van een datum, bij IO
staat de discussie aan het begin. Decaan Ena Voute heeft geen plan
voor het compleet verengelsen van de bachelor. Misschien hoeft dat
ook niet: de helft van het curriculum wordt al in die taal gegeven, omdat de docenten het Nederlands niet machtig zijn.
Voute vindt dat er op haar faculteit best meer Engels mag worden gesproken. “Ik probeer het te stimuleren, alleen het speelt bij ons iets
minder. Ons vakgebied is vrij jong.” Zelf houdt Voute rekening met
haar publiek. “Natuurlijk schakelen we over op Engels waar nodig,
maar het is best gek om dat te doen voor één persoon in een zaal met
tweehonderd man.” Voute ‘waardeert het enorm’ als een internationale medewerker ‘bij de koffieautomaat’ in het Nederlands een praatje kan maken, zegt ze. “Maar Nederlands hoeft niet.”
Hoe anders denkt Tim van der Hagen, decaan van Technische Natuurwetenschappen (TNW). Ja, zijn faculteit stapt in september 2016
om inhoudelijke redenen over naar een Engelstalige bachelor nanobiologie. En ja, sommige afdelingen zijn zo internationaal dat de
voertaal daar allang Engels is.
Toch is Van der Hagen ‘iets terughoudend’, zegt hij. De andere TNWbacheloropleidingen blijven vooralsnog Nederlandstalig, het managementteam vergadert ook in het Nederlands. “Je moederstaal
heeft zo’n rijkdom aan nuances. Als er problemen zijn, als emoties en
gevoelens een rol spelen, dan kun je je daarin veel beter uitdrukken.
We zijn een Nederlandse universiteit. Ik zou het jammer vinden als
we over twintig jaar compleet Engelstalig zijn. Dan verliezen we onze
taal.”
24
SUDOKU VARIATION
Trend Event
Sports & Culture
Dance & Fitness Edition 2015
© 2014 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain
the digits 1 through 9 exactly once. In this JigsawPiecesDoku, there are five
further items to solve.
Below are five numbered jigsaw pieces which must be placed inside the
puzzle. The shapes can be rotated, but cannot be reflected.
Experimental Hiphop
By Gil Arazzi (SYTYCD)
Solution Delta Sudoku 14
Afrohouse
By Akram Bouchiba (Dancasala)
Trampoline workout
By Remy Draaijer
Krumping
Thu 23 April 2015
By Michael Zaalman
Slowbal
By Joost van Son & Deirdre Schoemaker
Musicality of Salsa
By Carlos & Mirella (Everybody Dance Now)
Piloxing
By Anneloes Welter
Floorwork Contemporary
By Tyrone Dikmoet
17:00-22:00 @Sports
Mekelweg 8 [TU Campus]
www.sc.tudelft.nl
----------------------------------------Free entrance for All
Free dance workouts
For all levels
----------------------------------------www.sc.tudelft.nl/facebook
www.twitter.com/tudelft_sc
Voor advertenties bel met:
Delta
Magazine
Lees ‘m
online
www.delta.tudelft.nl
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle
aan den IJssel
E [email protected]
Beter wachten op de trein,
dan wachten op een nier.
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van
Ga naar nierstichting.nl
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
Ginkel voor nadere informatie.
Delta
LEUK BEDACHT
Voor seismologen is achtergrondruis meestal irritant.
Om de ondergrond in kaart te brengen, creëren ze
liefst zelf seismische golven. Bijvoorbeeld met
dynamiet. De knallen reflecteren op de geologische
lagen in de ondergrond en wordt opgevangen door
geofoons. Op deze wijze speuren de ingenieurs naar
nieuwe olie- en gasreserves. Achtergrondruis filteren
ze weg om een mooi beeld te verkrijgen. Bronnen van
achtergrondruis kunnen heel divers zijn; een aardbeving aan de andere kant van de wereld, het nabije autoverkeer of bouwwerkzaamheden.
Dr. Deyan Draganov is een vreemde eend in de bijt. De
onderzoeker bij de sectie technische geofysica en
petrofysica maakt juist dankbaar gebruik van achtergrondruis. En dat is geen gek idee, want je kunt niet
zomaar overal dynamiet tot ontploffing brengen; denk
aan natuurgebieden en steden.
In 2012 ontving Draganov een vidi-subsidie van NWO
van 800 duizend euro om twee aardbevingsgebieden
in Argentinië door te lichten. Hij moest in beeld brengen hoe de Nazcaplaat, een tektonische plaat ten westen van Zuid-Amerika, zich onder de Zuid-Amerikaanse
plaat wurmt. Toen Delta hem sprak in juni 2012 stond
hij op het punt om een gebergte vlak bij de Andes in te
trekken met tientallen geofoons.
GEBROKEN
“Afgelopen najaar heb ik over dit onderzoek gepubliceerd in Seismological Research Letters”, vertelt
Draganov. “We hebben ontdekt dat de Nazcaplaat op
een van de meetpunten honderd à honderdvijftig kilometer onder de grond zit en op de tweede meetpunt
bijna tweemaal zo diep. De plaat bestaat niet uit een
geheel. Hij is aan een uiteinde gebroken. Dit soort
informatie is belangrijk voor aardbevingsmodellen.
Onze geluidsbron was een aardbeving die aan de andere kant van de aarde plaatsvond.”
WAT NU?
Ook een tweede onderzoekslijn waar Draganov aan
werkt lijkt succesvol. Hij gebruikt dezelfde techniek om
schilderijen op houtwerk door te lichten. Op termijn
wil hij ook fresco’s bestuderen. Geluid reflecteert op
de verschillende structuren in de kunstwerken. Groeiringen in hout en gaatjes veroorzaakt door houtworm
kunnen zo in beeld worden gebracht. “Met röntgen
kan dit natuurlijk ook”, zegt Draganov. “Maar 3D-rontgenscannners die ze in ziekenhuizen hebben staan,
zijn heel duur. Bovendien passen grote kunstwerken
daar niet in. Wij werken aan een mobiel ultrasonisch
systeem.” (TvD)
Leven om te leren
Het was reden voor feest. Het
pensioen van een collega kondigde
zich aan. Ik kon het me levendig voorstellen, toen ik hem er vorig jaar voor
het eerst over sprak. Hij gaat zijn spullen pakken en vertrekt naar een tropisch oord. Een man wiens moderne,
grijze kapsel zijn leeftijd gladstreek.
Mijn pensioen ligt waarschijnlijk nog
veertig jaar in het verschiet, maar ik zie
er, bij de gedachte alleen al, tegenop.
Niet meer de adrenaline van dagelijkse
deadlines, afspraken, strubbelingen
en discussies. Niet meer de omgang
met studenten en collega’s die je vaker
spreekt dan je beste vrienden. Geen
kantoorhumor bij de koffieautomaat,
geen geginnegap naast het kopieerapparaat en zeker niet de gulle lach
van collega’s die de gangen vult.
Als je altijd vakantie hebt, kun je dan
écht van je vrije dagen genieten? En
eenmaal op deze eeuwige vakantie,
hoe houd je jezelf dan bij de tijd? En
hoe houd je jezelf scherp?
Tuurlijk is het niet alleen leven om te
werken. Ik ken ook genoeg momenten op het werk die ik goed zou kunnen missen. Zoals samenwerken met
samenwerkingssceptici, deelnemen
aan overleggen die aanvoelen alsof
je gegijzeld wordt (laatst viel de term
meetnapping) en het aanhoren van
spierballentaal van koppige collega’s
die een bepaalde leeftijd hebben
bereikt, waarbij hun voorkeur, opvattingen en instinct zo hard als beton zijn
geworden.
Hoe groot de navelstaarderij in sommige situaties ook is, ik ben geneigd om
te denken dat mijn werk mijn humeur
op peil houdt en mijn grijze massa in
beweging. Ook al zijn niet alle werkdagen bijzonder betoverend, op dagelijkse basis ontmoet ik collega’s die open,
grappig en genereus zijn. Ook al duurt
het soms een eeuwigheid om een akkoord te krijgen voor een project, ik
mag over van alles meepraten en denken. Ook al lijken bepaalde processen
steeds langer te duren, ik blijf geïntrigeerd door het politieke steekspel en
leef op van nieuwe opdrachten.
Ga ik ooit met pensioen? Vast. Ik zal
alleen niet militant vasthouden aan
hetzelfde werk. Ik leef ook niet om te
werken, maar wil graag een leven lang
leren. Ook als de oneindige vakantie
begint. Daar kan ik wel aan wennen.
Quin Genee is communicatieadviseur
en coördinator externe betrekkingen bij
de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
COLUMNQUINGENEE
Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een
paar jaar later van terechtgekomen?
Hoe staat het bijvoorbeeld met het
plan van geofysicus Dr. Deyan Draganov om met achtergrondruis aardbevingsgebieden én kunstwerken door
te lichten?
Draganovs team aan het werk in Argentinië. (Foto: Deyan Draganov)
HET IDEE
25
TU Delft
26
ING
RANG M
O
R
F
-2015
2010
RIL 17!
ORE AP
TE YOUR
NOMINA
GUE BEF
COLLEA
The hunt for the most entrepreneurial scientists of
Delft University of Technology has begun! Which
scientist supports and stimulates entrepreneurship
the most and deserves to win the Delft
Entrepreneurial Scientist Award (DESA) of 2015?
Two categories: most entrepreneurial scientist &
most entrepreneurial motivator. Nominating is
easy! Apply your candidate before April 17! The
winner will be announced on May 18 during the
YES!Delft Network Event.
WINNERS RECIEVE A
VALORISATION BONUS OF
€15.000 AND €5.000!
How do you make a
lithography system that
goes to the limit of what
is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in science and technology
to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more
energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures
in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms.
So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is
passionate about solving complex technological problems, you’ll find working
at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s
largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and
a culture that will let you get things done.
Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to
continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/students
/ASML
@ASMLcompany
DESGEVRAAGD
Stelling
Een Airbus A320 van de Duitse vliegmaatschappij Germanwings stortte 24
maart neer in de Franse Alpen. Waarschijnlijke oorzaak: een suïcidale copiloot. Tegen zulke gevaren kan de luchtvaartindustrie weinig doen. Of wel?
Z
ijn collega was even naar het
toilet. Co-piloot Andreas Lubitz
van de Airbus greep zijn kans.
Hij had genoeg van het leven en
boorde het toestel moedwillig een berg
in. De bewijzen die deze theorie onderbouwen, stapelen zich op.
Vliegtuigen worden alsmaar veiliger.
Maar hoe zit het met de menselijke
factor? Wat kan de vliegtuigindustrie
aanvangen tegen piloten met slechte
zin? Daarover liet hoogleraar besturing en simulatie prof.dr.ir. Bob Mulder
(L&R) zich bijna vijftien jaar geleden al
uit. “Over tien jaar weigert een vliegtuig simpelweg tegen berg of gebouw
te vliegen. […] De vrijheid van piloten
wordt elektronisch afgegrensd.” Dit zei
Mulder in september 2001 in Delta vlak
na de terroristische aanslagen in de
Verenigde Staten.
“Tien jaar was een mooi afgerond getal”, zegt Mulder nu. “Ik was te optimistisch, dat is duidelijk. Alles gaat langzaam in de luchtvaartindustrie. Men
wil nu eenmaal geen risico’s’ nemen. Er
zitten namelijk ook keerzijden aan een
flight control-systeem dat de besturing
overneemt. Bugs kunnen overal zitten.”
En je moet ook de intuïtie van piloten
niet onderschatten, vervolgt Mulder.
“In 2009 maakte een piloot van de
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij
US Airways een geslaagde noodlanding in de rivier de Hudson. Dat is een
beroemd incident. Je wilt natuurlijk
‘Er zitten ook keerzijden
aan een flight controlsysteem dat de
besturing overneemt’
niet dat de software in zo’n geval zou
zeggen: ‘nee je mag niet landen op
water’.”
“Deze technologie moet dus erg goed
onderzocht worden. Maar ik blijf erbij
dat hij wordt geïntroduceerd. Piloten
worden net kinderen; ze mogen spelen,
maar binnen een beperkte ruimte. Ze
mogen niet van de stoep af. Het toestel
27
TU Delft
grijpt in als duidelijk is dat het anders
echt misgaat.”
TU-piloot ir. Hans Mulder, die voor onderzoeksdoeleinden veel vliegt in de
Cessna Citation van de TU, merkt op
dat piloten nu al te maken hebben met
beperkingen. “Als twee vliegtuigen
tegen elkaar dreigen te vliegen, treedt
het collision avoidance-systeem in werking. De vliegtuigen praten met elkaar
en sluiten met elkaar kort wie daalt en
wie stijgt. De uitwijkmanoeuvre wordt
aan de piloten voorgelegd. Zij moeten
hun vliegtuigen vervolgens van de autopilot afhalen en het advies opvolgen.
Maar bij de A380 is de piloot al uit de
loop gehaald. Als een A380 minder dan
25 seconden van een ander vliegtuig is
verwijderd, onderneemt hij zelf actie.”
Volgens de piloot moet er nog een grote technologische slag gemaakt worden voordat vliegtuigen ook weigeren
om tegen bergen op te vliegen. "Maar
het is wel de toekomst”, zegt Mulder,
die er overigens niet van is overtuigd
dat een zelfmoord de oorzaak is van de
crash. “De ervaring leert dat onderzoek
naar luchtvaartongevallen jaren duurt
en het mogelijk is dat er een totaal andere oorzaak gevonden wordt dan in
eerste instantie werd aangenomen.”
(TvD)
De twee belangrijkste
dagen in het leven van een
promovendus zijn de dag
dat hij met zijn onderzoek
begon en de dag waarop
hij er achter komt waarom
hij eigenlijk begon met zijn
promotieonderzoek.
ZHANG LI
expert beeldanalyse
Uit proefschrift ‘Image registration for assessment of Crohn's
disease severity’
“Ik was geïnspireerd door een uitspraak van Mark Twain: ‘De twee
belangrijkste dagen in je leven
zijn de dag dat je geboren werd en
de dag waarop je er achter kwam
waarom’. Toen ik vanuit China
naar Nederland kwam voor mijn
promotieonderzoek begon ik aan
een vierjarig avontuur, een nieuw
leven. Ik moest mijn familie,
vriendin (nu gelukkig mijn vrouw),
hondje en vrienden achterlaten.
Ik wilde ingewikkelde problemen
oplossen en publiceren. Dat was
de reden om promotieonderzoek
te doen, dacht ik. Duizenden uren
bracht ik door in het lab. Maar
het wilde niet vlotten, ik kreeg
afwijzingen van vooraanstaande
bladen. Opeens daagde het bij
me dat de reden om onderzoek
te doen nieuwsgierigheid is. Daar
liet ik me vanaf dat moment door
leiden. En het is allemaal gelukt;
ik heb gepubliceerd en ik verdedig
mijn proefschrift binnenkort.”
Verdediging 23 april
Strip: Auke Herrema
Delta
28
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: Sam Rentmeester
The new Dutch unique selling
point is a startup ecosystem
Want to start a startup? This
seems like the time. The Dutch
government wants to help as
we write about on page 28.
YesDelft also wants to help,
which you can read about on
page 29. And if you just want
to go to Jupiter, you can. See
how on the back cover.
English pages
Skel-Exo thinks the Netherlands is a great place to run a start-up.
The Netherlands
launches a programme
to position itself as the
top choice for startups.
I
n December 2014, Dutch diplomat and former EU commissioner Neelie Kroes became the
Netherlands’ Special Envoy for
Startups. Kroes now heads Startup
Delta, a public private organisation
that will promote the Netherlands
among innovators, investors and industries abroad.
Rick Janse Kok, the communications manager for Startup Delta,
explained that they have a threepronged focus; network, talent and
capital. The network will bring together the vast hubs of innovation and
research spread out over the country, and also reach out to global influencers. With incentives such as a
Startup Visa and startup incubators
they hope to draw top talent. As for
capital, they aim to create a network
of venture capitalists, investors and
make it easier to access funding. “Together we can attract the best minds
in the world in these fields and put
Netherlands on the map as a great
country for startups,” said Janse Kok.
There are over ten hubs in the ecosystem, including cities such as
Delft, The Hague, Leiden, Rotterdam
and Groningen. “We looked at places already known for their startup
climate and with expertise in certain
areas of research.” For instance,
Leiden is the hub for Biotech while
Groningen covers Healthy Aging
among other topics. Delft has a host
of tech fields - Industrial Solutions,
CleanTech, MedTech and IT.
In Delft, Startup Delta will be
joining hands with startup incubator
YesDelft. On May 18, YesDelft will
host a networking event and Neelie
Kroes will take the stage. “We are
actively involved in the Startup Delta
plans; the network they open up is
impressive and will be helpful for our
mission. As a hub, Delft is proving
to be the tech entrepreneurial centre of the Netherlands,” says Bjorn
Bolderdijk, marketing coordinator,
YesDelft.
Delft-based entrepreneurs agree
with that assessment. “For technical
companies, the Netherlands is an excellent place. Not just in terms of the
support offered by incubators, but
‘Together we can attract the best minds in
the world in these fields and put Netherlands
on the map as a great country for startups’
network-wise too. One of the most
important things for a technical
company is access to tech, for instance, if I need carbon-fibre, I can get it
the next day. ” said Gaurav Genani,
CEO of Skel-Exo, a Delft-based techstartup with a five member team.
However, he does have a few suggestions for the startup vision. “The
entrepreneurial visa is issued only
for one year and one has to pay each
time it needs to be renewed. Most
high-tech companies take at least
three years to break even, why not
make it easier for entrepreneurs by
issuing visas in accordance with their
business plan?” His other suggestion
is to create more funding opportunities, “perhaps along the lines
of a scholarship, where multiple
startups can apply for funding and
go through various stages to qualify
for it.”
Startup Delta does have some plans
in keeping with the latter. They not
only hope to bring in more investments, by June 2015 they plan to
create a web portal with an overview
of the venture capitalists and subsidies available. Furthermore, they
plan to expand the network to include big international names, host
a Startup Fest in 2016 and create
a Schengen Area for startups. “For
now, we will be visiting all the hubs.
We want to understand better what
they need and how we can improve,”
said Janse Kok.
Delta
More than 3,000
international students
at TU Delft
The international student
population at TU Delft
exceeded 3,000 students
in 2014.
T
he official number of international students was pegged at 3,151 in December
last year, 203 students more
than in 2013. Despite the rise in the
university’s total student population
(19,613 in 2014), internationals still
comprised only 16% of TU Delft students. Nevertheless, the continual
increase of international students at
TU Delft remains significant. “We believe that having more international
students and staff is a positive change, a logical part of being a top university,” said Anka Mulder, TU Delft
Vice President for Education and
Operations. “At first, our international policies were about numbers, but
now those numbers are significant.
So we are in the next stage of internationalisation.”
According to the Association of Universities in the Netherlands (VSNU),
32,476 international students officially enrolled in Dutch universities as
of October last year. (PG)
YesDelft is searching for
budding entrepreneurs
for their 1.2.LAUNCH
event.
O
ne of the biggest technology incubators in Europe,
YesDelft, is once again
inviting entrepreneurs
and technology-driven inventors
to ‘get out of the building’ and talk
business. During the 1.2.LAUNCH
event on April 9 and 16, participants
‘We encourage
participants to make a
business model for their
own ideas’
will get a get a two-day crash-course
in how to create a startup. “At past
events”, said LaunchLab Manager,
Elsbeth Geukers, “we’ve noticed that
participants are very technology
driven - so inventors, engineers, and
people who like to make stuff - but
they don’t actually look at market to
see what potential customers want.”
So the 48-hour 1.2.LAUNCH event
enables PhD candidates, post-graduates and even professors to create a
POPULATION OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT IN 2014
IN 2014, 3.151 OUT OF 19.613 STUDENTS ARE INTERNATIONAL
2014
ARRIVALS
16%
SHORT HISTORY OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT
TOTAL
MSC
1.312
757
1.367
827
1.485
931
2004
2005
2006
startup whilst being coached by professionals from
science, business, engineering and
design. “We encourage participants
to make a business model for their
own ideas”, explained Geukers.
“Then they make a start with customer validation, so learning how to
interview people, what questions to
ask, and how to get that information
on the table to help them figure out
if their business model matches the
markets.”
This will be the fourth time that
YesDelft, which is a collaboration
between TU Delft, TNO (the
Netherlands Organisation for
Applied Research) and the
Gemeente Delft, has organised a
1.2.LAUNCH event. “Each time”, said
Geukers, “we saw people transform;
take off their engineering glasses
and start looking at things from the
customers’ perspective – that’s a
nice thing to see. And what I also like
to do is to make teams, so put people with ideas together with people
interested in entrepreneurship and
who are looking for ideas; that’s
fun.” (ABG)
2.427
2.137
1.739
1.172
1.917
1.362
1.464
2007
2008
2009
2.653
1.693
1.829
2010
2011
3.151
2.506
2.908
2.743
2.240
2.050
2012
2013
1.710 STUDENTS
WITH EU NATIONALITY
1.441 STUDENTS
WITH NON-EU NATIONALITY
2014
2013 TOP COUNTRIES OF ORIGIN
CHINA
437
YesDelft Launch event
for startups
29
TU Delft
INDIA
419
BELGIUM
299
GREECE
293
GERMANY
247
ITALY
179
SPAIN
101
COUNTRIES
ON THE RISE
30% INTERNATIONAL
FROM
23 STUDENTS
IN 2003
TO
419 STUDENTS
IN 2014
FROM
16 STUDENTS
IN 2003
TO
179 STUDENTS
IN 2014
ITALY
SURINAM
72
ROMANIA
67
6% INTERNATIONAL
8.384
INDIA
IRAN
60
10.871
MASTER STUDENTS
BACHELOR STUDENTS
PREVIOUS TOP COUNTRIES OF ORIGIN
1: CHINA 421
1: CHINA 420
1: CHINA 362
1: CHINA 360
2014
2013
2012
2011
2. INDIA
3. BELGIUM
4. GREECE
5. GERMANY
310
309
308
218
2. GREECE
3. INDIA
4. BELGIUM
5. GERMANY
2. GREECE
3. BELGIUM
4. INDIA
4. GERMANY
309
309
307
217
309
307
224
199
2. BELGIUM
3. GREECE
4. INDIA
5. GERMANY
1: BELGIUM 324
2009
326
256
221
206
2. CHINA
3. IRAN
4. INDIA
5. GREECE
316
136
134
104
INTERNATIONAL STUDENTS PER FACULTY
ELECTRICAL ENGINEERING,
MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCES
INDUSTRIAL DESIGN ENGINEERING
APPLIED SCIENCES
CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES
BSC 1.224
MSC 832
BSC 1.072
MSC 875
BSC 1.316
MSC 771
BSC 1.660
MSC 1.421
78% M
22% V
78% M
22% V
41% M
59% V
46% M
54% V
70% M
30% V
67% M
33% V
64% M
36% V
50% M
50% V
85+15+L 78+22+L 62+38+L 46+54+L 68+32+L 72+28+L 70+30+L 65+35+L
AEROSPACE ENGINEERING
ARCHITECTURE
MECHANICAL, MARITIME AND
MATERIALS ENGINEERING
TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT
BSC 1.308
MSC 1.126
BSC 1.131
MSC 1.468
BSC 2.382
MSC 1.430
BSC 778
MSC 461
87%M
13%V
50% M
50% V
44% M
56% V
44% M
56% V
81% M
19% V
33% M
67% V
63% M
37% V
50% M
50% V
87+13+L 87+13+L 56+44+L 44+56+L 85+15+L 82+18+L 83+17+L 62+38+L
HIGHEST
PERCENTAGE
OF FEMALE
STUDENTS
BIGGEST
FACULTY
yesdelft.nl
This infographic is based on data from 5-12-2014 Exchange students not included
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: Sam Rentmeester
DELFT SURVIVAL GUIDE
Surviving the walks
Now that spring is officially
here, find the next sunny weekend and head out to explore
good ol’ Delft. Join a walking
tour, a bike sojourn, hop on a
boat or buy a special map and
discover the city yourself. Here
are your options.
OPEN WALKS
Throughout the week, some of these
organisations and the tourism department of Delft organise open walks that
visitors can join on the spot.
Options include the Vermeer Walk,
which costs €2.00 for the map, which
takes you from Vermeer’s birthplace
in Beestenmarkt, to scenes from his
paintings. The map corresponds to
information cubes placed all over the
city and these work as landmarks and
give you more information on the artist and his work. Or you can try the
Archaeology Walk. Developed by Delft
Heritage, this walk introduces you to
the archaeological research going on
in Delft. Called Delft Upside Down, the
walk is available for € 3.95.
delft.nl
TOUR ON WATER
This is one boat you don’t want to
miss. Rondvaart Delft lets you discover
Delft via the canal network. The 45-minute boat tour includes highlights of
the city and fascinating stories about
how the city evolved. There are a number of tours through the day and start
at the Koornmarkt. Tickets cost €7.50
for adults and there’s a 10% discount
for groups of 20. It is also possible for
people to rent a boat for the day and
head out on your own.
rondvaartdelft.nl
Wonder what those cubes are around Delft? The Vermeer Walk will explain them all.
WALK, BIKE, GAME
OFFBEAT WALKS
“About 90% of our guides have been
with us for over 10 years and know
Delft very well,” said Corneel Adamse,
the assistant manager of
Gidsenservicedelft. The company offers tours in various packages including one that ends at a bowling alley
and others that include lunch and dinner. The have a special tour for those
interested in photography and even
bike tours. Most of these are only available on group booking, but they have
day walks every Wednesday for €5.00
that begin in the city centre.
gidsenservicedelft.nl
Besides walks across the major landmarks such as the New Church, the
City Hall and the Old Church, the Gilde
Delft also offers smaller themed-walks
on interesting topics. These include
one on the history of Delft through
the Middle Ages and the Golden Age,
a tour of the 16th century city prison, a
walk through the city’s courtyards and
even walks based on famous books.
Four a group of more than four people
a walk costs €4.00 per person.
gildedelft.nl
If you want a touch of fancy,
try the High Wine tour
WINE OR A DIY TOUR
Delft-based tour company Happy Day
Tours organises a number of weekly
tours, both in Dutch and English. If you
want a touch of fancy, try their High
Wine tour – a walk across the city’s
attractions that ends with a glass of
wine and dessert. They also have a Do
It Yourself tour. “Included in this tour
is a leaflet with a city walk, entrance
to the New Church of Delft, coffee and
lunch. A ticket for a canal boat trip or
a ticket to Museum Prinsenhof is also
included,” said Lia van der Loos of the
organisation. TU Delft students get a
10 % discount.
en.happydaytours.nl
BEER, BEER EVERYWHERE
Once upon a time Delft had one of the
largest beer industries in the country
and the Beer Walk by tour organisers
StadgidsDelft will walk you through
those days for €7.50. The route includes old buildings and beer breaks at
cafes that still serve traditional recipes.
stadsgidsdelft.nl
Delta
31
TU Delft
SCIENCE
The science of smouldering wood
Uncertainty about its performance under fire restricts the use of wooden
panels for high buildings.
Roy Crielaard has shown
that some forms of crosslaminated timber remain
unimpaired.
W
ooden apartment
buildings are popping up all over the
world. The nine-story
Graphite Apartments in London
and the 14-story Treet building in
Bergen, Norway are well known
among wood-enthusiasts. Plans
exist for even taller wooden towers
in Oslo and Vancouver. Architect
Michael Green (Canada) in his TED
talk pleads for building skyscrapers
made from wood instead of steel
and concrete. Structurally it can
be done, wood is a sustainable resource, and the building acts as a
carbon-sink. So why don’t we build
more and higher with wood?
First, we should make clear what
we mean by ‘wood’ here. This is
not the planks and beams that you
may be used to, but massive thick
plates called cross-laminated timber
or CLT. Typically these solid slabs
of wood are 10 - 20 cm thick, and
built up from five to nine layers laid
perpendicularly and glued together.
When used for building, computerguided saws and drills cut holes for
doors, windows and piping. Channels for electrical wiring are cut into
the panels. At the building site, a
crane will hoist the panels in position. They are then bolted together
with metal brackets.
What's holding back the use of
this supersize plywood for higher
buildings can be explained in two
words: Towering Inferno. Such is
the fear that a fire in an apartment
building made from CLT could result
in uncontrollable raging flames and
end in ashes.
But how combustible is CLT really?
Does it go on burning after the first
heat is gone or does it self-extinguish? Those important questions
were the motivation for the master
thesis research by Roy Crielaard
MSc, who graduated from the Fa-
SHORT
Viral DNA
In the lab Roy Crielaard documents failing CLT material.
culty of Civil Engineering and Geo
Sciences with a 9.5 on his thesis.
For his experiments, Crielaard
distinguished two phases of the
fire. In the first and most intense
phase, material is exposed to gas
flames that transfer 75 kilowatts
per square meter. The experiment
models the phase when the furniture in an apartment is ablaze and
emits enormous amounts of heat.
In the second phase, all combustible
furniture has been consumed, and
Why don't we
build more
and higher
with wood?
the heat radiation drops to 0 - 10
kW/m2. In response, the wood panels transform from a flaming to a
smouldering combustion and eventually self-extinguish.
In the lab, Crielaard started with
book-sized blocks of CLT that were
equipped with temperature sensors, put under a gas flame first and
a smaller heat source afterwards.
These tests pointed out that CLT
does go out spontaneously provided
that the remaining radiation was
less then 5-6 kW/m2 and the passing airflow less than 0.5 m/s.
His next set-up included the radiation from burning walls and floor
on each other. Since it's difficult to
calculate, Crielaard opted for the
experimental approach and built
a number of hollow wooden cubes
(about 1 by 1 meter) with one open
wall. He set them alight with gas
flames from below. At the end of the
experiments, Crielaard had found
that spontaneous self-extinguishment did occur, but not always.
Whether or not the fire goes out
spontaneously depends on the intactness of the wooden panels. If
the fire had progressed so far into
the timber that it reached the first
glue layer. The charred top-layer fell
off and the fire would blaze again,
ramping up the temperature and
the radiation. Sometimes, this delamination process would repeat
at every subsequent layer until the
flames broke through to the outside
of the cube.
The good news is that a thicker top
layer (40 instead of 20 mm) can
prevent delamination and result in a
calm self-extinguishment of the fire.
Measuring the remaining strength
was not part of the research, but
Crielaard reckons that 90 percent
of the structure can be designed to
retain sufficient strength as long as
delamination is avoided. (JW)
Roy Crielaard, ‘Self-extinguishment of Cross-Laminated
Timber’, master thesis supervisor Prof. J.W.G. van de Kuilen
(CEGS), 20 March 2015.
Delft research teams received grants from
the Foundation for Fundamental Research
on Matter (FOM) for their research on the
immune system of bacteria and on magnetism.
Animals are not the only creatures suffering
from viruses. So do bacteria. These microorganisms have developed a technique
to disarm the malignant intruders by chopping virus-DNA into pieces. Better understanding of this process could benefit our
battle against our own diseases. For their
project, entitled Deciphering the antiviral
genome programming skill of bacteria, Dr.
Chirlmin Joo of the bionanoscience group
(Faculty of Applied Sciences) and microbiologist Dr. Stan Brouns of the Wageningen
University received over half a million Euros
from FOM.
The grant is part of the subsidy scheme
called the Projectruimte, which is created
to fund ‘small-scale projects of fundamental research with an innovative character’.
3.3 million Euros have been awarded to a
total of eight projects.
Atomic magnets
Dr. Sander Otte of the Kavli Institute of Nanoscience (Faculty of Applied Sciences) also
received funding to develop more advanced
microscopy techniques. Otto, who works
primarily with cobalt and iron atoms aims,
aims for a better understanding of magnetic materials. Otto said: “Atoms are placed
into their designated positions through
atom manipulation, where the apex of the
STM tip is used to move them around. Once
built, the structures can be probed electronically with atomic precision using the
same tip.” For his proposal ‘Sub-atomic spin
resolution through magnetically functionalized scanning probe tips’, Otte received a
grant of 400,000 Euros.
The images (each 5 x 5 nm large) show a chain
of five cobalt atoms. Atoms are placed into their
designated positions through atom manipulation,
where the apex of the STM tip is used to move
magnetic atoms around. (Images: Otte Lab)
Contents
International
28
The new Dutch USP A startup ecosystem
30
Text: Heather Montague
Photo: Sam Rentmeester
Surviving the walks
31
Science
See [email protected] for the translation of
page 12: Interview with Stephanie Wehner
page 20: ‘The Dutch language is still alive’
AVOCATIONS
Aldo Brinkman
A
t first glance Aldo Brinkman’s flat looks like
a pretty typical place to live until you notice
the number of large glass flasks. Brinkman,
a PhD candidate in physical chemistry, also
happens to be an amateur wine maker.
Growing up as the child of what he calls “almost hippies”, Brinkman watched and learned from his father’s home wine production. About a year ago, he
saw the old equipment and it sparked an interest.
So he bought a book with recipes for wine and started his own experimentation.
Although wine is typically made of grapes,
Brinkman doesn’t use any in his recipes. Instead, he
uses ingredients that are either free or easy to incorporate. His first batch of wine was made from elder
flowers and then elder berries that he picked. Other
flavors currently in process include honey, nectarine, banana and even Earl Grey tea.
According to Brinkman, the basic recipe includes
varying amounts of sugar, water, yeast and some
other additives to help the yeast grow. “Basically,
the yeast eats the sugar and poops out alcohol and
carbon dioxide,” he said. Each batch is about 20
litres, and he currently has about 85 litres in different stages of fermentation. The process can take
between months and years, depending on the desired result. Brinkman said the fastest batch of wine
typically takes about six months.
In true academic style, Brinkman keeps a lab book
about everything he makes. He tracks ingredients,
time and processes that he tries as he is experimenting with different variables. He does have to buy a
few of the necessary materials, like corks, but
Brinkman likes recycling by collecting empty wine
bottles from restaurants to package his creations.
He has even designed and printed his own labels.
“It has to be fun,” said Brinkman about his hobby.
He said he enjoys giving bottles as gifts because it is
much more unique and thoughtful than simply buying something. He also enjoys getting honest feedback about his successes and failures. “The highlight
is sharing with friends. The difference in people’s
opinions is fantastic.”