Programmatoelichting - Nederlands Philharmonisch Orkest

Dartele piano’s
PROGRAMMATOELICHTING
HAYDN
Pianoconcert
in D
SJOSTAKOVITSJ
Pianoconcert 1
TSJAIKOVSKI
Serenade voor
strijkers
o.l.v. Gordan Nikolić, viool
Alexander Melnikov, piano
Ad Welleman, trompet
ZA 11, DI 14 APRIL
HET CONCERTGEBOUW
WWW.ORKEST.NL
Dartelheid troef in dit programma. Bij Haydn is dat te verwachten,
bij de wat meer zwaarmoedige componisten als Sjostakovitsj en
Tsjaikovski is het echter een aangename verrassing. Tussen al
die vrolijkheid vormt Martinsson een meditatieve oase van rust
en stilte.
Balkandans
In de dertig jaar dat Haydn in dienst was van de Hongaarse vorst
Nicolaas Esterházy, ontstond er een goede verstandhouding tussen
de prins en de componist. Er was zelfs sprake van een zekere
vriendschappelijke sfeer, iets wat voor de hiërarchisch ingerichte
maatschappij van die tijd opvallend was. Vanwege deze goede relatie kreeg Haydn toestemming om zijn composities ook elders uit te
voeren en te verkopen. Zo kon het gebeuren dat Haydn als componist in heel Europa een grote reputatie opbouwde. Uitgevers vochten
om zijn nieuwste composities en Haydn maakte daar handig gebruik
van. Zijn Pianoconcert in D werd in 1784 uitgegeven door de Weense
firma Artaria. Daarbij werd in het midden gelaten op welk instrument
het uitgevoerd kon worden, als het maar een klavier had. Zo kon het
gespeeld worden op klavecimbel of een pianoforte, maar ook een
orgel behoorde tot de mogelijkheden. In de jaren daarna liet Haydn
met commerciële handigheid het concert nog verschillende malen
uitgeven. Het Pianoconcert in D is een vrolijk werk met een kernachtig eerste deel en een lyrisch tweede deel. Bijzonder is het laatste
deel, dat Haydn betitelde als een Rondo all’Ungarese en dat een klein
eerbetoon lijkt te zijn aan zijn Hongaarse broodheer. In werkelijkheid
is het een Balkandans, de Siri Kolo. Wellicht is dat te verklaren door
de grote Kroatische gemeenschap die niet ver van het paleis van
Esterházy was gevestigd en waar Haydn wel vaker thema’s voor zijn
composities leende.
Circus
Dmitri Sjostakovitsj mocht van geluk spreken dat hij zich tot 1936,
toen zijn opera Lady Macbeth van Mtensk meedogenloos werd neergesabeld, geheel vrij zijn muziek kon ontwikkelen. Sjostakovitsj
maakte dankbaar gebruik van die vrijheid. Hij experimenteerde met
moderne compositietechnieken en schuwde zelfs de atonaliteit niet,
maar hij schreef ook filmmuziek en werken voor jazzensemble. Een
groot deel van zijn kracht lag in zijn humor: satire met zo nu en dan
een maatschappijkritische houding. Geen wonder dat hij de lieveling
was van het grote publiek, vooral in Leningrad, waar hij toen woonde.
Het Pianoconcert nr. 1 componeerde hij in 1933. Hij schreef het voor
zichzelf, om zich als pianovirtuoos te kunnen profileren. Dat lukte
voortreffelijk bij de première van 15 oktober 1933 met het Philharmonisch Orkest van Leningrad. De componist gebruikte een uiterst
burleske stijl voor dit werk, vaak op het komische en absurdistische
af. Spitse wendingen en dwingende ritmes worden afgewisseld met
romantische akkoorden en lyrische melodieën. Regelmatig citeert hij
werk van anderen zoals Haydn, Beethoven en Mahler, of maakt hij
gebruik van volksmelodietjes, zoals een Joods-Oekraïens straatliedje.
Het schertsende effect wordt nog versterkt door het begeleidend
ensemble. Het bestaat alleen uit strijkers en een sterk contrasterende trompet die als tweede solo-instrument fungeert. In de finale
leidt dat tot een climax met een fanfare die zo uit het circus lijkt te
komen.
Strand
Na twee twinkelende pianoconcerten is het tijd voor verstilling en
wordt het strijkerscorps van het Nederlands Kamerorkest gereduceerd tot één viool. Want voor soloviool componeerde Rolf Martinsson
in 2010 het werk Landscape. Hij liet zich inspireren door het schilderij
Strand dat Edvard Munch in 1904 maakte. Hoewel het een bont gekleurd schilderij is, concentreert Martinsson zich
op één enkel timbre van
de viool. Hij ziet het als
een landschap, bijna als
een stilleven, waar hij
een subtiele actie in
brengt. In klank laat hij
als het ware het oog van
links naar rechts over het
schilderij glijden. Hij verbeeldt de branding die
heen en weer rolt over het strand. Dan klimt hij naar boven naar het
huisje. Het huisje roept twee verschillende sferen op, de één rustig,
de ander vurig. Die twee strijden om de aandacht, maar uiteindelijk
wint de verstilling. De blik glijdt terug over de rotsen en het strand,
om achter de horizon in de zee te verdwijnen.
Wolgalied
Pjotrj Iljitsj Tsjaikovski was met zijn nerveuze en soms hypochondrische aard, niet vaak in de stemming om te dartelen. Zeker niet
in de herfst van 1880. Hij werkte in dat jaar aan zijn pompeuze en
bombastische Ouverture 1812, een werk ter herinnering aan de
fatale nederlaag die Napoleon in 1812 in Rusland leed. Tsjaikovski
voltooide het omdat het een opdrachtwerk was, maar zelf zei hij
dat ‘het zonder enig gevoel geschreven was, en dat het geen enkele
artistieke waarde bezat’. Zijn hart ging veel meer uit naar een kleiner
werk waar hij mee bezig was. Wat het precies moest worden wist hij
nog niet, maar aan zijn vriendin en weldoenster Nadezjda von Meck
schreef hij: ‘Het is een stuk van mijn hart’. Hij dacht aan een symfonie of aan een strijkkwartet, maar het werd uiteindelijk een werk
voor strijkorkest. Serenade vond hij een passende titel, refererend
aan de lichtvoetige serenades zoals Mozart ze honderd jaar eerder
schreef. De première in Sint Petersburg was een groot succes en
algauw was het een van de meest geliefde stukken van Tsjaikovski.
Overal waar hij uitgenodigd werd om met orkesten te concerteren
zette hij de Serenade op het programma. Al is de Serenade geïnspireerd op het werk van zijn voorganger Mozart, in veel opzichten is
het warmbloedige Russische romantiek. Alleen al de langzame
inleiding van het eerste deel, met zijn brede, volle akkoorden spreekt
boekdelen. Het oorspronkelijke 18e-eeuwse menuet, dat in de 19e
eeuw plaats maakte voor een scherzo, verving Tsjaikovski door een
echte Weense wals. Het slot, met als titel Tema Russo, bevat twee
originele volksmelodieën. De eerste is een langzaam Wolgalied, de
tweede een uitbundige Russische dans die op zijn beurt uitmondt in
de indrukwekkende openingsmaten van het eerste deel.
Tekst: Kees Wisse
Programma
ZA 11, DI 14 APR 2015, 20.15 UUR
(EINDE CONCERT CA. 22.00 UUR)
HET CONCERTGEBOUW, GROTE ZAAL
Voorproefje op 24classics.com/orkest
Wilt u vast een voorproefje van het concert dat u gaat bezoeken?
Op 24classics.com/orkest kunt u gratis luisteren naar een steeds
wisselende selectie van de werken die wij dit seizoen spelen.
Nederlands Kamerorkest
Radio-opnamen Omroep Max
o.l.v. Gordan Nikolić, viool
Alexander Melnikov, piano
Ad Welleman, trompet
Het concert van 14 april wordt live uitgezonden in
het Max Avondconcert van Radio 4. Kijk voor meer
informatie op www.maxavondconcert.nl.
JOSEPH HAYDN (1732 -1809)
Pianoconcert in D, Hob. XVIII:11
Vivace
Un poco adagio
Rondo all’Ungarese
DMITRI SJOSTAKOVITSJ (1906 -1975)
Pianoconcert nr. 1, op. 35, voor piano, trompet en orkest
Allegro moderato
Lento
Moderato
Allegro con brio
Pauze
ROLF MARTINSSON (1956)
Landscape voor soloviool, op. 84
PJOTR ILJITSJ TSJAIKOVSKI (1840 -1893)
Serenade voor strijkers in C, op. 48
Pezzo in forma di sonatina: andante non troppo, allegro moderato
Valse: moderato
Élégie: larghetto elegiaco
Finale (Tema russo): andante, allegro con spirito
Extra: MUZIEKCAFÉ za 11 en di 14 april, 19.40 uur
Zit u op de winnende stoel?
Elke bezoeker van onze concerten kan zitten op de
winnende stoel. Met uw plaatsbewijs maakt u kans op
twee gratis concertkaarten. Kijk op de donderdag na het
concert op www.orkest.nl of uw stoel het winnende
nummer heeft.
Gezocht: vrienden met hart voor klassieke muziek!
U houdt van klassieke muziek? Bezegel deze liefde door
Vriend te worden van het Nederlands Philharmonisch
Orkest | Nederlands Kamerorkest. Met uw vriendschap
maakt u de eerste maten van een symfonie, een solopartij van de pauken, of de rekwisieten van een kinderconcert mogelijk. Als geen ander zet het orkest zich
ervoor in om de wereld mooier te maken met muziek en iedereen
de schoonheid van klassieke muziek te laten ervaren. Zonder uw
steun zou dat niet lukken. Uw vriendschap maakt het verschil!
Schrijf u vanavond nog in bij de Vriendenbalie (tegenover de garderobe
van Het Concertgebouw) of neem contact op met de Vriendenadministratie [email protected] | 020 521 75 28.
Biografieën
Gordan Nikolić, viool
Gordan Nikolić is sinds 2004 muzikaal leider, concertmeester en het gezicht van het Nederlands Kamerorkest. Nikolić is een energieke meesterviolist die
als muzikaal leider zichtbaar en hoorbaar maakt
wat hem beroert in de muziek. Hij studeerde aan de
Musikhochschule van Basel bij de bekende Franse
violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow. Hij verdiepte zich in
barokmuziek, maar werkte ook samen met hedendaagse componisten als Lutoslawski en Kurtág. Hij werkte met tal van orkesten
in Europa en werd o.a. benoemd tot concertmeester van het London
Symphony Orchestra, professor aan het Royal College of Music en
de Guildhall School of Music en docent aan het Rotterdams conservatorium. Nikolić speelt op een Petrus Guarnerius-viool uit 1735.
Alexander Melnikov, piano
De Russische pianist Alexander Melnikov ontwikkelde zijn talent aan het conservatorium van Moskou
en in waardevolle privélessen bij de legendarische
Svjatoslav Richter. Hij won prijzen bij het Robert
Schumann Wettbewerb in Zwickau en de Koningin
Elisabethwedstrijd in Brussel. Alexander Melnikov
beheerst een ongekend breed repertoire met zowel hedendaagse
als oude muziek. Hij werkte samen met uiteenlopende ensembles
als het Gewandorchester Leipzig en het authentiek spelende
Concerto Köln. Uniek was zijn project met de Duitse klavecinist
Alexander Staier waarin hij de 24 preludes van Sjostakovitsj tegenover het Wohltemperiertes Klavier van Bach stelde. Met violiste
Isabelle Faust vormt Alexander Melnikov een vast duo. Hun cd met
de muziek voor viool en piano van Beethoven werd bekroond met
een Gramophone Award en een ECHO-Klassik.
Ad Welleman, trompet
Ad Welleman is naast solotrompettist bij het Nederlands Philharmonisch Orkest hoofdvakdocent op het
Amsterdams Concervatorium. Hij studeerde trompet
aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag bij
John Taber en Peter Masseurs en volgde lessen bij
Armando Ghitalla, Roger Voisin, Phil Smith en William
Vacchiano in de Verenigde Staten. Hij is tevens lid van Het Nederlands
Blazers Ensemble. Ook speelt hij regelmatig bij het ASKO-Schönberg,
het Nieuw Ensemble en bij tal van Nederlandse symfonieorkesten,
waaronder het Koninklijk Concertgebouworkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest. Verder
speelt hij in koperensembles van het Nederlands Philharmonisch
Orkest en het KCO Brass.