Personeelsblad Radboudumc | Jaargang 40 Onderzoek Goede statistiek als basis voor de wetenschap Kraamzorg Zorg rondom de geboorte gebundeld Leon van Halder, nieuwe bestuursvoorzitter: ‘Ik wil dat we trots zijn op wat we samen bereiken’ #3 april 2015 #3 – april 2015 INHOUD Architecten + Bouwers Ervaar de vrijheid van DAG!, ontwerpen en bouwen in één hand. 19 LEESTIP Bart Kiemeney is directeur Radboud Institute for Health Sciences. Hij tipt het artikel ‘Waarom is onderzoek niet altijd betrouwbaar?’ op pagina 10, 11 en 12. Lees: www.dag-architecten.nl advertentie 2015b.indd 1 Waarom onderzoek niet altijd betrouwbaar is 3/11/2015 5:17:15 PM opent nieuwe werelden Een gezonde financiële planning. Met een juiste behandeling. Thuis in de medische wereld. Onze Medicidesk biedt financiële dienstverlening gericht op uw branche. Een kenniscentrum op het raakvlak van de gezondheidszorg en de bankwereld. Ik ga vol vertrouwen de grens over. Taaltrainingen starten weer vanaf 13 april Nieuw: dagcursussen Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans www.rabobank.nl/rijkvannijmegen Een aandeel in elkaar Vieracker 23 Malden Vraagprijs€595.000,=kostenkoper. 12 08 www.radboudintolanguages.nl • StijlvolwonennabijdebosrijkeomgevingvanNijmegenenopfietsafstandvanziekenhuizen enuniversiteit! • Vrijstaandluxueusherenhuis(bwjr.2004)metgarageentuinineenprettigewoonomgeving. • Lichteenzonnigeliving(60m2)metgashaardenschuifpuiennaarterrassenenterrasover- kapping. • Modernekeukenmetkwalitatievegoedeinbouwapparatuuro.a.5pitsgaskookplaat, heteluchtoven,combimagnetron,vershoudcentrumenvinotheek. • 4slaapkamersenluxebadkamermetdubbelewastafel,ligbad,inloopdoucheen2etoilet. • Dakterrasvanca.25m2ophetzuidwesten. • Inhoudwoning650m3,woonoppervlak185m2. • Perceeloppervlakte452m2. TwanKesselerMakelaar-Taxateur www.twankesseler.nl [email protected] Tel.024-3880804 interview – Per 1 april is Leon van Halder de nieuwe bestuursvoorzitter van het Radboudumc. Wie is hij? En wat brengt hij onze organisatie? 08 Samenwerken – 150 nieuwe collega’s hebben we er bij, nu de kraamverzorgenden van ZZG Zorggroep zijn overgekomen naar het Radboudumc. Een unieke ontwikkeling om de zorg voor, tijdens en na de bevalling beter op elkaar af te stemmen. 10 Onderzoek – Is onderzoek altijd betrouwbaar? Sterke statistiek is de basis van goed onderzoek, zegt hoogleraar statistiek Jelle Goeman. Maar complexe materie zorgt ervoor dat ook betrouwbare statistiek een grote uitdaging is. 12 Zorg – Het EU-onderzoeksprogramma IMPACT van het Radboudumc doet aanbevelingen om de palliatieve zorg te verbeteren. Prof. dr. Myrra Vernooij-Dassen: ‘De palliatieve zorg in Europa, en vooral in Nederland, staat op een hoog peil maar kan beter.’ 16 Vroeger had de pastoor altijd gelijk. Er werd niet aan zijn uitspraken getwijfeld. Lang heeft dat ook gegolden voor de wetenschapper. Wat die zei was waar. Het was immers ‘wetenschappelijk bewezen’. Inmiddels zijn we allemaal wat minder goedgelovig. We hebben te vaak gezien dat het toch net even iets anders ligt dan de onderzoeker (of verslaggever!) ons wilde doen geloven. Het is niet zo dat we allemaal matig onderzoek doen. Integendeel. Maar we kunnen er wel meer uit halen. Bijvoorbeeld door vaker specifieke methodologische expertise in te schakelen. De olie in mijn auto bijvullen kan ik nog wel zelf. Maar voor een reparatie ga ik naar een professional. Ook de financieringsen publicatiesystemen van de wetenschap leveren prikkels die invloed hebben op de kwaliteit. Er wordt veel over gesproken deze dagen in termen van ‘Science in transition’ of ‘Science 2.0’. Kan het allemaal niet beter? Een tipje van de sluier wordt opgelicht op pagina 10, 11 en 12. Rondvraag – In 2016 willen we ons laten accrediteren door JCI, een nieuwe accreditatiemethode. Dit raakt het werk van iedereen, maar hoe draagt een accreditatie bij aan het verbeteren van de zorg? 20 RUBRIEKEN 04 Het getal 06 Kort 15 5 Vragen aan 18 Zapservice 19 De PATIËNT 22 Collega’s 23 HET MOMENT 24 Achterop Bart Kiemeney 3 4 personeelsblad radboudumc HET GETAL #3 – april 2015 Jannie Meussen Eric Scholten gevulde buizenpostpatronen krijgt de afdeling Laboratoriumgeneeskunde gemiddeld per uur binnen. De aanvragen komen van 46 verschillende afdelingen, waaronder verpleegafdelingen, IC’s, OK’s en poli’s. Medewerkers kunnen de patronen vanuit hun werkplek versturen naar het laboratorium. Via computergestuurde luchtpompen worden de patronen aangezogen of weggeblazen naar hun bestemming. Er zijn twee verdeelstations op de onderverdieping (zie foto) – als het ware een soort snelwegen –, waar de patronen overgezet kunnen worden. Ze vallen in een bak en een ‘treintje’ zet ze volautomatisch over in de gewenste richting. ‘De buizenpostinstallatie bestrijkt enkele tientallen kilometers aan buis leiding en bestaat uit drie aparte systemen’, vertelt Bernard Baltussen (Bouwzaken). Via de citolijn komen diagnostische spoedaanvragen op het Klinisch Chemisch Laboratorium binnen. Daarnaast is er een bloedlijn. Vanuit Sanquin bloedbank Nijmegen (hier op het terrein) overbruggen de bloedproducten een afstand van 500 meter naar de sectie Transfusiegeneeskunde van Laboratoriumgeneeskunde. Daar wordt het bloed opgeslagen, bewerkt en doorgestuurd naar onder meer de operatiekamers, IC’s en de traumakamer van de Spoed eisende Hulp. En tot slot is er een cytostaticalijn, die loopt van Klinische Farmacie naar de polikliniek Interne geneeskunde en naar verpleegafdeling Oncologie in het E-gebouw. Buizenpost is snel en betrouwbaar, benadrukt Baltussen. ‘De cito- patronen overbruggen 6 meter en bloedproducten 4 meter per seconde. De kans om iets kwijt te raken is nihil. En wat betreft de cytostatica is het een veilige manier om deze toxische stoffen te vervoeren.’ 5 6 personeelsblad radboudumc #3 – april 2015 KORT COLUMN | ETHIEK Medewerkers van de sectie medische ethiek (iq healthcare) geven een beschouwing over een actueel onderwerp. Deze keer GERT OLTHUIS. GETIPT Anna Simon krijgt Anatomisch Museum junior Radboudpenning Nationale Museumweek 2015: Het Anatomisch Museum is extra geopend op zaterdag 18 april en zondag 19 april. De tentoonstelling bevat mooie museumstukken, die laten zien hoe ons lichaam is gebouwd. Studenten Geneeskunde geven rondleidingen. Voor kinderen is er een speurtocht. 18 en Tijdens haar Grand Round heeft internist/infectioloog Anna Simon 16 maart de junior Radboudpenning gekregen. Ze trad buiten haar comfortzone en hielp eind vorig jaar vijf weken lang patiënten met ebola in een tentenziekenhuis in Sierra Leone. 19 april, 11.00-17.00 uur, € 1 p.p. In de vijf weken dat ze in het tentenzie kenhuis was, overleden er 49 patiënten. Daartegenover konden 79 patiënten met een certificaat ‘schoon’ het ziekenhuis verlaten. Schrijnende verhalen, over bij ‘Je liep zelf risico door daar naartoe te gaan. Je bent een held’, zo sprak RvB-voorzitter Fred Plukker Anna Simon tijdens de uitreiking van de penning toe. voorbeeld de tweejarige Kadiatu, die helemaal alleen in de kliniek verbleef en overleed. ‘Ik heb het laatste uur haar hand vastgehouden, van elkaar geschei den met twee handschoenen.’ Toch was er volgens haar persoonlijk contact: ‘Patiënten herkenden onze gezichten’. Indringend was ook haar verhaal over een vrouw die fysiek opknapte, maar passief bleef, niet praatte en amper at. Wat bleek, ze wist helemaal niet dat ze 500 km van huis was. Ze dacht dat haar familie haar in de steek had gelaten. Na één telefoontje naar haar vader, die dacht dat ze was overleden, knapte ze zienderogen op. Lees het volledige bericht op intranet, 17 maart 2015. Getweet @Achterstevoren_ De beauty #wensavond in @radboudumc voor ernstig zieke meiden was onvergetelijk. @marittanke Introductiedag @radboudumc. Gebeuren gave dingen! Had bijvoorbeeld nog nooit gehoord van IC oefenbad. http://t.co/qjfhAUMcwb stan144 “@LadyGuineverre: Weer als mantelzorger in mijn eigen ziekenhuis @radboudumc Avondopening MRI heel handig en klantgericht!”aan meegewerkt :) geertkb Knappe prestatie van @radboudumc #stage7 “@Zorgvisie: Radboudumc haalt hoogste niveau met epd http://t.co/75AbxGHQZI” @MaasAngela Secretaressevereniging @radboudumc doet een flinke donatie voor onderzoeksfonds @Hartvoorvrouwen. Dank lieve vrouwen! @EGMarchitecten Gebouw A Radboudumc ingezonden #GuldenFeniks en BNA #GvhJ. Nominaties bekend in april. Spannend! http://t.co/nKSqo2zA5P 12 mei Dag van de Verpleging Verpleegkundige veranderkracht in persoonsgerichte zorg: dat thema staat dit jaar centraal tijdens de Dag van de Verpleging, voor en door verpleegkundigen. Verpleeg kundigen van verschillende afdelingen delen hun per soonlijke ervaringen op het gebied van persoonsgerichte zorg. ‘To have a significant impact on people’s daily life?’ is de vraag die professor Tanya Packer deze dag beantwoordt. Het programma is zo georganiseerd dat het voor een grote groep verpleegkundigen mogelijk is (een deel van) het programma bij te wonen. Ben je verpleegkundige? Zet 12 mei alvast in je agenda. Meer informatie vind je op de intranetagenda. Van ondersteuner naar sparringpartner Donderdag 16 april bestaat de SecretaresseVereniging Radboudumc tien jaar en is het Nationale Secretaressedag. Het jaarlijkse moment om onze secretaresses, administratief medewerkers en managementassistentes in het zonnetje te zetten. Het Radboudumc viert deze dag met het Secretaressecongres, dat als thema heeft: ‘Bevlogenheid in je werk’. Elke ondersteuner van het Radboudumc is welkom, de organisatie ligt bij de SecretaresseVereniging. IMPACT VAN ONDERZOEK Zes miljoen voor nieuw onderzoek Het Radboudumc start tien nieuwe onderzoeksprojecten met een subsidie van zes miljoen euro uit Horizon 2020, het grootste subsidieprogramma uit de geschiedenis van de Europese Unie. De grootste bijdrage is voor het MDS-RIGHT onderzoek. Dit project onderzoekt de verstoorde bloedaan maak bij ouderen en de beste behan deling daarvoor. Het project wordt uitgevoerd in 17 landen en gecoör dineerd door onderzoekers van de afdelingen Hematologie, Tumor immunologie en Laboratorium geneeskunde van het Radboudumc. De Europese Unie stimuleert met Horizon 2020 onderzoek naar oplos singen voor maatschappelijke pro blemen die in heel Europa spelen, zoals klimaatverandering, vergrijzing, voedselveiligheid en betaalbare duur zame gezondheidszorg. Omstreeks het jaar 2020 moeten de resultaten zichtbaar zijn. Het Radboudumc ontvangt, naast het MDS-RIGHT project, subsidie voor onder andere onderzoek naar eierstok- en pros taatkanker, diagnostiek van infec tieziekten en macula degeneratie. Het bestuur van de SecretaresseVereniging Radboudumc. Hoe staat het beroep er binnen het Radboudumc voor? ‘Van ondersteuner worden we steeds meer sparringpartner van het management’, zegt Jacqueline Verberk, voor zitter SecretaresseVereniging. ‘Er wordt ons gevraagd om steeds meer met het manage ment mee te denken. Dat vraagt dat we pro actief handelen. Initiatief tonen én nemen is een leidraad in ons werk geworden.’ Vanuit HR is een project gestart om de ont wikkeling van deze onmisbare ondersteu ners een schwung te geven. Hierin worden vier pijlers uitgewerkt: loopbaanperspectief, community building, professionalisering en persoonlijk leiderschap. De SecretaresseVer eniging vervult hierbij een belangrijke rol. Bijzonder is dat RvB-lid Cathy van Beek zich gaat inzetten voor de SecretaresseVereniging en de doelgroep binnen het Radboudumc. Zij zal het belang van (door)ontwikkeling van deze beroepsgroep onderstrepen; ook is ze gastspreker op het congres. ‘Ons umc heeft 1.100 ondersteuners’, zegt Wendy Peters, bestuurslid SecretaresseVer eniging. ‘Onze vereniging heeft ruim 300 leden. Wij hopen dat de positieve ontwikke lingen een boost geven aan de zichtbaarheid van de vereniging en ons ledenaantal zal groeien. Met meer leden kunnen we nog meer kennis uitwisselen, bijvoorbeeld tijdens de workshops, en kunnen we de positie van onze beroepsgroep in het umc verstevigen.’ Informatie en inschrijving Secretaressecongres zie intranet, Organisatie, SecretaresseVereniging ‘Drie biologische ouders’ ‘Een baby met drie biologische ouders: Engeland gaat dat toe staan.’ Zo kopten de media vorige maand. Daarbij wordt een fout stukje DNA in het eitje van de moeder vervangen door gezond DNA van een andere vrouw. Hierdoor kan zij met haar partner een gezond kind ter wereld brengen, zonder stofwisselingsziekte. Drie biologisch ouders, zo’n kop prikkelt tot verder lezen. Maar wat blijkt, slechts min der dan 0,2 procent van het mitochondriële materiaal van de baby komt van de donor moeder. De woorden zijn dus nogal verhul lend, bovendien ligt er naar mijn idee een vooringenomen oordeel in. Het nieuws riep veel reacties op. Maar dat is vaak bij technische ontwikkelingen waar bij gesleuteld wordt aan datgene, waarvan we allen denken dat het vast staat. De ene groep ontvangt het als hype: te gek, goed dat dit kan… Een ander deel wijst het met krachttermen af: als we hier aan beginnen, is het hek van de dam. Ik zou pleiten voor een middenspoor. Tech nologie heeft ons als mensheid door de eeuwen verder gebracht. We zijn als het ware “van nature technisch”. Laten we technische ontwikkelingen zoals in boven staand voorbeeld niet bij voorbaat afwij zen. Belangrijk is wel dat het wetenschappelijk goed onderbouwd is, en dat het zorgvuldig, veilig en kritisch wordt ontwikkeld en toegepast. Dan kan het veel goeds brengen. 7 #3 – april 2015 Gijs Munnichs Paul Lagro 9 INTERVIEW Kennismaking: nieuwe bestuursvoorzitter Leon van Halder ‘Ik ben een teamspeler’ Leon van Halder is per 1 april de nieuwe bestuursvoorzitter van het Radboudumc. De voormalige secretaris-generaal van VWS staat bekend als een verbindend leider, stevig onderhandelaar en teamspeler, die inspireert op inhoud. ‘Ik wil dat we trots zijn op wat we samen bereiken.’ Leon van Halder in het kort Geboorteplaats en -jaar? ’s-Hertogenbosch, 1955 Burgerlijke status? Getrouwd, twee dochters Studie? Onderwijskunde Nijmegen of Den Haag? ‘Mag ik die keuze over een half jaar maken? (lacht). Voorlopig combineer ik het: ik blijf in Den Haag wonen, de helft van de week verblijf ik in Nijmegen.’ Ontspanning? ‘Hardlopen, daarmee maak ik mijn hoofd helemaal leeg.’ Muzieksmaak? ‘Van Beethoven tot Racoon.’ Salade of broodje kroket? ‘Salade. Als zorginstelling horen we gezond eten en een gezonde leefstijl te promoten.’ Samsung of Apple? ‘Apple.’ ‘Een umc besturen, heeft altijd bovenaan mijn wensenlijst gestaan’, antwoordt Leon van Halder op de vraag wat hem naar het Radboudumc brengt. ‘In een umc komt alles samen: zorg, onderwijs en onderzoek. Juist die combinatie vind ik fantastisch. Wat me specifiek in het Radboudumc trekt, is dat ik ongelooflijk geïn spireerd ben geraakt over de wijze waarop men sen hier spreken over persoonsgerichte zorg en hoe dit écht leeft in de organisatie.’ Leon van Halder vindt de missie van het Radboudumc, to have a significant impact on healthcare, ‘mooi en robuust in zijn eenvoud’. ‘Natuurlijk, een visie is geduldig’, voegt hij eraan toe. ‘Het is vooral de kunst om die te vertalen naar alle activiteiten in het umc. Ik heb bijvoor beeld gesproken met mensen over het nieuwe curriculum van Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. Van dat enthousiasme krijg ik veel energie. Wat ik knap vind, is hoe de pijler persoonsgerichte zorg doorvertaald is naar een vernieuwend onderwijsprogramma.’ Wat de afgelopen jaren indruk maakte op Leon van Halder, was het publiceren van de overle vingscijfers van kanker. Een landelijke primeur van het Radboudumc, anderhalf jaar geleden. ‘Dat vonden we in Den Haag een gedurfde en innovatieve stap. Naar patiënten toe heel sterk, om zo de zorg transparant te maken. Een best practice, waarin het Radboudumc zich heeft onderscheiden van andere umc’s.’ Ondersteunend en besluitvaardig Leon van Halder is zelf geen arts of wetenschap per. Ziet hij dit als voor- of nadeel? ‘Ik denk dat het Radboudumc vooral een goed bestuurder nodig heeft’, reageert hij. ‘De professional is in the lead. De missie die onder leiding van Melvin Samsom is neergezet, is in de huidige tijd onomkeerbaar. We gaan door op de ingeslagen weg. Als bestuurder ben ik facilitair aan de pro fessional, zodat we samen de zorg, het onder wijs en onderzoek op een hoger peil krijgen. Daarbij moet je als Raad van Bestuur ook beslui ten nemen als dat nodig is. Ondersteunend zijn én besluitvaardig optreden. Ik zie dat als aan vullende kwaliteiten die ik beide zal laten zien.’ Een verbindend leider, met visie en strategisch inzicht. Een teamspeler, die inspireert op inhoud. Kwalificaties waarmee Leon van Halder in 2013 benoemd is tot Overheidsmanager van het Jaar. Wat hoopt hij naar onze medewerkers uit te dragen? ‘Trotsheid. Ik wil leiding geven aan een organisatie waar we met zijn allen trots zijn op wat we doen. Ik ben een echte teamspeler. Ik vind het ontzettend mooi om samen resultaten te boeken. Belangrijk hierbij is dat medewer kers zich veilig voelen. We moeten elkaar niet afrekenen op fouten, maar daarvan leren.’ productieafspraken? ‘Als je als umc een goed kwalitatief en innovatief verhaal hebt, met onderbouwde financiële argumenten, dan kun je een stevig onderhandelaar voor de verzeke raar zijn’, antwoordt hij. ‘Daar maak ik me geen zorgen over. Daarbij heeft de verzekeraar ons ook nodig. Zij hebben sterke behoefte aan inno vatieve instellingen, zoals het Radboudumc.’ Innovatie is volgens Leon van Halder misschien wel het belangrijkste agendapunt voor de toe komst. ‘Iedereen heeft het over de beheersbaar heid van zorg. Ik ben ervan overtuigd dat innovatie hieraan een zeer belangrijke bijdrage gaat leveren en de komende jaren de meeste aandacht moet krijgen. Hoogwaardige kwaliteit en innovatie gaan hand in hand. Dit leidt bijna automatisch tot doelmatigheid: passende en zinvolle zorg voor ieder individu, waarbij we zaken in één keer goed doen.’ Zien, horen en luisteren Het Radboudumc telt zo’n 10.000 medewerkers. Hoe weten we over een paar maanden wie Leon van Halder is? ‘Ik ga alle afdelingen bezoeken, wil met collega’s uit alle geledingen van het umc spreken. Zien en horen wat er gebeurt, voe Innovatie Als directeur-generaal en later secretaris- len wat er leeft. Kortom: mijn beeld over het generaal bij VWS stippelde Leon van Halder de Radboudumc verder vormgeven. En de mensen beleidslijnen uit van belangrijke ontwikkelingen moeten een beeld krijgen van mij, wat ik voor in de gezondheidszorg. Waaronder de hoofdlij de organisatie kan betekenen. Ik heb er heel nenakkoorden met umc’s, ziekenhuizen, patiën veel zin in.’ tenorganisaties en verzekeraars. Hoe is het om als bestuurder geconfronteerd te worden met de gevolgen hiervan? Bijvoorbeeld met de stevigere onderhandelpositie van de zorgverzekeraar over 10 personeelsblad radboudumc SAMENWERKEN #3 – april 2015 Jannie Meussen Rob Gieling Geboortezorg kan beter en doelmatiger We hebben er 150 collega’s bij. De kraamverzorgenden van ZZG Zorggroep zijn per 1 januari 2015 overgekomen naar het Radboudumc. Het is in Nederland uniek dat kraamverzorgenden worden ondergebracht in een academisch ziekenhuis. ‘We willen de keten van geboortezorg vóór en na de bevalling, thuis of in het ziekenhuis, verbeteren.’ Ondersteuning tijdens de bevalling, vraagbaak voor de jonge ouders en het smeren van heel veel beschui ten met muisjes… Wie kinderen heeft kent de waarde van een goede kraamverzorgende. Tot voor kort was de Kraamzorg Zuid-Gelderland ondergebracht bij de ZZG Zorggroep. Die richt zich echter steeds meer op chronisch zieken en ouderen en zocht daarom voor de kraamverzorgenden een nieuw onderkomen. ‘Wij hebben ze met open armen ontvangen’, vertelt kersvers directeur Marianne Nicolasen (voorheen bedrijfsleider Eerstelijnsgeneeskunde). ‘Wij zien het als een maatschappelijke taak om de geboortezorg te verbeteren en doelmatiger te maken. Dat is ook wat minister Edith Schippers wil.’ Nijmegen bevalt goed Kraamverzorgende Christa van Geijn: ‘Ik vind het een heel goede zet om alles rondom de geboorte te bundelen.’ Vanaf 2011 wordt er rond de geboortezorg in de regio al nauw samengewerkt, onder de noemer ‘Nij megen bevalt goed’. Bij de samenwerking zijn de Nijmeegse ziekenhuizen, de coöperatie Verloskun digen Nijmegen, Kraamzorg Zuid-Gelderland en de GGD Jeugdzorg betrokken. Uit onderzoek bleek dat de babysterfte in Nederland relatief hoog is voor, tijdens of in de eerste vier weken na de geboorte. En dat er vooral in de overdracht en communicatie veel mis gaat. Niet vreemd, want de geboortezorg speelt zich af in zowel de eerste, tweede als derde lijn en er zijn veel partijen bij betrokken. ‘De onderlinge afstemming en communicatie is inmiddels sterk verbeterd’, vertelt bedrijfsleider Verloskunde&Gynaecologie Erwin Sponselee. ‘Maar de geboortezorg kan nóg beter. We proberen in de keten steeds meer in te spelen op de wensen van de cliënt en dat het liefst zo geïntegreerd en doelmatig mogelijk. Vanuit het Radboudumc gaan we dat met wetenschappelijk onderzoek ondersteunen. We willen bijvoorbeeld voorkomen dat aanstaande moeders onnodig in de medische molen belanden en gaan kijken wat de gynaecologen daarbij kunnen betekenen. Het animo voor poliklinisch bevallin gen neemt toe. Hoe organiseren we dat optimaal? Kraamverzorgenden hebben ontzettend veel erva ring met borstvoeding. Waarom laten we ze al niet naar de verpleegafdeling komen als een kraam vrouw daar een paar dagen is opgenomen, zodat de overgang naar huis op dat punt beter verloopt? ’ Onderzoeksvragen Legio onderzoeksvragen liggen te wachten op een antwoord. ‘Als je mensen vraagt wat ze het belang rijkste vinden in de geboortezorg dan is dat de kraamtijd in de week na de bevalling’, vertelt Mari anne Nicolasen. ‘Terwijl daar nagenoeg geen onder zoek naar is gedaan. Dat gaan we oppakken. We gaan kraamverzorgenden ook bijscholing aanbie den, zodat ze de verloskundigen bijvoorbeeld nog beter kunnen assisteren tijdens de bevalling thuis of in het ziekenhuis. Ze krijgen ook meer mogelijk heden om te gaan werken in een klinische setting, als ze dat willen.’ ‘De cliënt is veel meer koning’ Christa van Geijn werkt al 37 jaar als kraamverzorgende: ‘Nee, ik voel me nog geen Radboudumc-medewerker en we houden voorlopig ook onze eigen CAO, maar ik vind het een heel goede zet om alles rondom de geboorte te bundelen. Met als belangrijkste uitgangspunt dat de cliënt koning is en de zorg kwalitatief beter wordt. Voorheen gingen wij naar de kraamvrouw toe als ze bijna volledige ontsluiting had. Nu laten we de keuze aan hen. Geeft het hen een veiliger gevoel als wij er al vroeg bij zijn, dan kán dat. Datzelfde geldt voor de bevalling. Vroeger was het een ‘medische’ bevalling of thuis bevallen. Nu kan het ook poliklinisch in een huiselijke sfeer, de verplaatste thuisbevalling, zoals in het Radboudumc op kamer 16. Daarbij assisteren wij de verloskundige. Ik hoop dat we dat nu vaker mogen doen. Als er medische problemen ontstaan trekken wij de handen terug. Maar meestal gaan ouders en baby zonder tussenkomst van de gynaecoloog of verpleegkundige van het Radboudumc terug naar huis. Ik ga dan met ze mee. Ouders vinden het fijn dat je er vanaf het begin bij bent. Ik hoop dat we nu ook extra scholing krijgen. Bijvoorbeeld in verpleegkundige taken zoals het bloeddruk meten of het katheteriseren van de blaas tijdens de bevalling. Of dat we leren wat je moet doen als een navelstreng is uitgezakt. Hoe meer expertise, des te prettiger en effectiever de samenwerking.’ 11 12 personeelsblad radboudumc ONDERZOEK #3 – april 2015 Marcel Wortel 13 Paul Lagro Waar of niet waar? Kies zelf maar Waarom onderzoek niet altijd betrouwbaar is Tijdens volle maan slaap je korter. Tenminste, als je een vrouw bent, zo blijkt uit onderzoek. Nee, juist als man, volgens een ander onderzoek. Wat is nu waar? Dat mag je blijkbaar zelf bedenken. Maar hoe kan dat? Onderzoekers ontdekken toch hoe iets werkelijk in elkaar zit? Nader beschouwd blijken veel ontdekkingen minder duidelijk dan ze in eerste instantie leken. Stel, je ontdekt dat vrouwen vaker ziek zijn dan mannen. Maar hoe weet je of dit ook echt waar is? Misschien zijn toevallig de vrouwen die meededen aan jouw onderzoek wat ziekelijk, maar geldt dit niet voor alle vrouwen. Om je te helpen bij het vinden van het goede antwoord, kun je statistiek gebruiken. Zo kun je uitreke nen hoe groot de kans is dat je ontdekking toe val is. Je moet dan wel op allerlei zaken letten. Hoeveel mensen heb je onderzocht? Zijn deze mensen allemaal even oud? Waar komen ze vandaan? Enzovoorts. Hoe groter en ingewik kelder het onderzoek, des te meer zaken je moet meenemen in je berekening (zie ook kader ‘de heilige vijf procent’). Rekenkracht De kracht van je berekening wordt groter als je zorgvuldig te werk gaat. Je doet bijvoorbeeld veel metingen, of verwacht een duidelijke ont dekking te doen. Maar dat lukt niet altijd even goed. Misschien was het lastig om genoeg proefpersonen te vinden, of waren de meetre sultaten niet zo duidelijk te interpreteren. En dus zijn de conclusies van onderzoek niet alle maal even betrouwbaar. ‘Sterke statistiek is de basis van goede wetenschap,’ zegt Jelle Goe man, sinds 2013 hoogleraar statistiek bij het Radboudumc. Hij onderzoekt op welke manier wetenschappers statistiek het beste kunnen toepassen in hun onderzoek. 'Het is niet altijd makkelijk. Onderzoeksvragen zijn complex en de metingen leveren tegenwoordig enorme hoeveelheden gegevens op. Dat maakt goede methoden vaak een enorme uitdaging.’ Vinden na lang zoeken Voor wetenschappers hoort statistiek er gewoon bij. Zo ook voor neurowetenschapper Martin Dresler van de afdeling Cognitive Neuroscience. Hij raakte geïnteresseerd in de invloed van volle maan op slaap. Veel studies daarover spraken elkaar namelijk tegen, of waren nooit gepubli ceerd omdat er niets uitkwam. Onder de streep bleef er van die invloed weinig over. ‘Een groot probleem in dit type onderzoek is dat er zo ont zettend veel is waar je op moet letten: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, moment van de dag, De heilige vijf procent Om te weten of je ontdekking iets voorstelt, moet je de zogenaamde significantie uitrekenen. Dit is de kans dat toeval jouw vondst kan verklaren. Als deze kans vijf procent of lager is, is er dus 95% of meer kans dat jouw ontdekking iets voorstelt. Dan mag je bijvoorbeeld met vertrouwen beweren dat vrouwen vaker ziek zijn dan mannen. Dat is mooi. Maar waarom zijn vrouwen dan vaker ziek? Die vraag is een stuk lastiger te beantwoorden. wel of geen licht, etc. Met zoveel onzekerheden is de kans groot dat je toevallig iets ontdekt. Maar heel degelijk is dit allemaal niet.’ Zijn col lega Christian Beckmann vult aan: ‘Je weet pas dat je iets gevonden hebt, als je het nog een keer kunt vinden. Maar replicatie, oftewel het over doen van onderzoek, gebeurt heel weinig.’ Jaren ploeteren Waarom wordt onderzoek eigenlijk weinig over gedaan? Het antwoord is vrij simpel. ‘De wetenschappelijke tijdschriften zien het als oud nieuws,’ zegt Martin Dresler, ‘Zodra iets één keer is aangetoond, wordt het over het algemeen als waar beschouwd.’ Daar komt bij dat niemand graag tot de conclusie komt dat jaren ploeteren niets hebben opgeleverd. Een ontdekking heeft ook betere kansen om gepu bliceerd te worden en levert meer geld op voor vervolgonderzoek. ‘Dit soort factoren speelden inderdaad mee in het slaaponderzoek,’ zegt Martin Dresler. ‘Veel onderzoek was niet gepu bliceerd, voornamelijk omdat er geen duide lijke relatie tussen volle maan en slaap uitkwam. Daardoor bleven alleen de studies over waarin zo’n relatie wel was gevonden. Dat levert op zijn minst een rooskleurig beeld van de werkelijkheid op.’ Of erger. ‘De wetenschap wordt hierdoor over schat,’ vult Christian Beckmann aan , ‘of krijgt een verkeerd imago. Hoewel bij dit laatste veel mensen direct denken aan fraude. Gevallen zoals dat van Diederik Stapel krijgen ook veel Van links naar rechts: Jelle Goeman, Christian Beckmann en Martin Dresler. aandacht. Het ironische is dat regelrechte fraude, zoals het verzinnen van gegevens, juist erg zeldzaam is. In de meeste gevallen gaat het om kleine dingen: een paar afwijkende metin gen uit je data halen, stoppen met meten als je mooie resultaten hebt, of juist net zo lang doorrekenen tot je een significant resultaat hebt.’ (zie kader ‘Wie zoekt zal vinden’) Waarheid boven tafel Aan de invloed van onderzoekers op hun eigen gegevens is wel iets te doen volgens Jelle Goe man: ‘Een wild idee zou zijn om onderzoekers niet hun eigen data te laten analyseren, maar die van anderen. Als je met andermans data aan de slag moet, kun je ook geen belang heb ben bij de uitkomst. Wat ook kan is om weten ‘Sterke statistiek is de basis van goede wetenschap’ 14 personeelsblad radboudumc #3 – april 2015 Jannie Meussen 5 VRAGEN AAN Eric Scholten In deze rubriek stellen we persoonlijke vragen aan een medewerker die een Radboudpluim heeft ontvangen. Onderzoekers zijn economisch afhankelijk van veel publicaties. En dus van positieve resultaten. Want die leiden tot betere beoordelingen en hogere kansen voor onderzoekssubsidies. Bregina Kersten Onderzoeksanalist Fysiologie Weg met de ‘paarse krokodil’ 1 Wat is je persoonlijke hoogtepunt in het Radboudumc? ‘Dat ik hier 15 jaar geleden per toeval ben beland. Ik werkte op Dek kerswald en ging regelmatig met een longarts mee naar Fysiologie ter ondersteuning van haar onderzoek. De toenmalig professor vertelde op een dag dat ze iemand nodig hadden en of ik geen zin had in die baan. Ik ben blij dat ik de overstap heb gemaakt.’ 2 Waar ben je trots op? ‘Dat we met een kleine onderzoeksgroep zoveel werk verzetten. En dat ik veel omslagen heb gemaakt voor de proefschriften van onze promo vendi. Ik maak telkens een kunstwerk dat past bij hun onderzoeksthema en een print daarvan komt op de cover. Uiteraard krijgen ze het kunstwerk erbij.’ 3 ‘Publiceren lijkt te gaan om geld en voortbestaan’ schappelijke tijdschriften te vragen om onderzoek te accepteren voordat het is uitge voerd en niet als het helemaal is uitgevoerd. Zo beoordeel je het onderzoek op de methoden, maar niet op de uitkomst. Onderzoekers zou den elkaar voortdurend moeten uitdagen. Pro beer maar eens samen te werken met iemand die niet in jouw onderzoeksidee gelooft. Die zal altijd proberen om alles wat je beweert onder uit te halen. Pas als dat niet meer lukt, weet je dat je de waarheid boven tafel hebt gekregen.’ Te weinig luisteren Als wetenschappers dus anders gaan werken, gaat de kwaliteit van onderzoek omhoog. Was het maar zo makkelijk. Onderzoekers hebben vaak weinig keus. Zij zijn economisch afhanke lijk van veel publicaties. En dus van positieve resultaten. Die leiden tot betere beoordelingen en hogere kansen voor onderzoekssubsidies. En die bepalen weer of je als onderzoeker aan het werk kunt blijven. Jelle Goeman: ‘Hoe verder je in je carrière komt, hoe meer publiceren lijkt te gaan om geld en voortbestaan. Maar wat er nu precies in al die publicaties staat, krijgt eigen lijk opvallend weinig aandacht. We zijn veel aan het zenden, maar we luisteren te weinig.’ Nieuwe betrouwbaarheid Gelukkig ontstaat in de wetenschappelijke wereld het idee dat het zo niet langer kan. Het landelijke initiatief Science in Transition ver zet zich tegen de publicatiedwang. Onderzoe kers die zich bij dit initiatief aansluiten vinden dat de beoordeling van wetenschap moet gaan om kwaliteit en inhoud. En dat wetenschap pers de ruimte moeten krijgen om negatieve resultaten te publiceren. En de eisen aan de sta tistische methodes moeten omhoog. Hier kan Jelle Goeman het alleen maar mee eens zijn. ‘Wat ik binnen het Radboudumc wil bereiken is dat er een sfeer ontstaat waarbij het vanzelf sprekend is om bij methodologen advies in te winnen,’ zegt hij, ‘Het is goed als we een repu tatie krijgen van goede methodologische kwa liteit. Uiteindelijk zijn daar vooral patiënten bij gebaat. Zij hebben alleen maar iets aan goede en betrouwbare onderzoeksresultaten.’ Terugkijkend, wat zou je anders doen als je 18 was? ‘Ik zou denk ik mijn studie Geneeskunde hebben afgemaakt. Daar ben ik in het tweede jaar mee gestopt omdat ik het dodelijk saai vond in die collegebanken. Het praktische onderwijs van nu spreekt me veel meer aan. Of ik was juist de creatieve kant opgegaan en bijvoorbeeld industrieel ontwerper geworden. Mijn ouders vonden, met een atheneumdiploma ga je gewoon naar de universiteit.’ 4 Wat zou jij doen als je een jaar bestuursvoorzitter bent? ‘Ik zou de “paarse krokodillen” uit het huis verdrijven. Die kom ik nog te vaak tegen. Wij krijgen bijvoorbeeld een nieuwe collega die allergisch is voor stof. Daarom moet er in deze kamer een marmoleum vloer komen. Je wilt niet weten hoeveel mailtjes er al overheen zijn gegaan en de vloer ligt er nog steeds niet. Als je dingen binnenshuis wilt regelen is het soms moeilijker en duurder dan als je het extern laat doen. Daar zou ik verandering in brengen.’ 5 Hoe kun je je idealen kwijt in je werk? ‘Ik heb afwisselend werk met veel zelfstandigheid, dicht bij huis, met voldoende inkomsten om leuke dingen te doen. Voor mij de ideale baan.’ Wie zoekt zal vinden Personalia De grens van vijf procent is het verschil tussen wel of geen resultaat. Als je dus net tegen die grens aanzit, loont het de moeite om nog even door te rekenen. Misschien dat een andere rekenmethode een beter resultaat geeft. De Oostenrijkse psycholoog Kühberger deed in 2014 onderzoek naar de verdeling van vondsten in 1000 psychologische publicaties. Wat bleek? Een opvallend hoog aantal ontdekkingen bleek te berusten op vondsten die net onder de vijf procent toevalsgrens zaten. Toeval? Naam: Bregina Kersten Functie: onderzoeksanalist Fysiologie Pluim verdiend op: 16 december 2014 Omdat: ze een omvangrijk takenpakket heeft in een parttime functie. Ze is verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie van velerlei zaken, zoals het assisteren en inwerken van promovendi en stagestudenten, het onderhouden van apparatuur en het plaatsen van bestellingen. Daarnaast verzorgt en coördineert ze de fysiologiepractica voor een groot aantal onderwijsblokken. En ze verricht diverse metingen aan proefpersonen. Dit alles doet ze zeer positief en opgewekt. 15 16 personeelsblad radboudumc ZORG #3 – april 2015 Gijs Munnichs Paul Lagro Tijdig praten over levenseinde Vanuit het Radboudumc zijn er aanbevelingen gedaan om de palliatieve zorg in Europa te verbeteren. Kernpunt is dat alle zorgverleners veel eerder aandacht kunnen hebben voor de kwaliteit van leven van de patiënt in de laatste levensfase. ‘Palliatieve zorg moet samen opgaan met een mogelijk genezende of levensverlengende behandeling.’ ‘Als ik heel laat wordt ingeschakeld, kan ik alleen nog een kaarsje aansteken.’ Beeldend verwoordt verpleegkundige José Jacobs-van Leur dat palliatieve zorg vroeg in het ziekteproces de aandacht verdient. Ze is lid van het consultatieteam pallia tieve zorg in het Radboudumc. ‘We houden ons bezig met pijn verlichting en klachtenvermindering, maar ook met kwaliteit van leven’, vertelt ze. ‘Wil iemand nog wel behandeld worden als dit veel ellende met zich meebrengt? Wanneer je je als zorgverlener alléén richt op een mogelijke genezing, heb je de blik op iets oneindigs waarin de dood geen rol lijkt te spelen. Maar het leven is eindig, dus daarom is het goed om het tijdig daarover te hebben met de patiënt en zijn familie.’ Afscheidsrituelen Het Radboudumc heeft het EU-project IMPACT geleid, waarbij de palliatieve zorg in Europa (Nederland, Noorwegen, Duitsland, Engeland en Italië) is onderzocht. ‘De palliatieve zorg in Europa, en vooral in Nederland, staat op een hoog peil, maar kan beter. Betere palliatieve zorg in Europa Vanuit de EU-onderzoeksprogramma’s IMPACT (Radboudumc) en EURO IMPACT (Brussel) is een declaratie opgesteld met aanbevelingen om de palliatieve zorg in Europa te verbeteren. Doel hiervan is te zorgen voor beleidsveranderingen in de Europese gezondheidszorg. Leden van het Europese Parlement en de Wereldgezondheidsorganisatie, evenals honderden huisartsen en professionals uit ziekenhuizen, umc’s, hospices en verpleeghuizen in Europa, hebben de declaratie ondertekend. Bekijk de aanbevelingen op http://palliativecare2020.eu/declaration We hebben daarom samen met een ander Europees project aan bevelingen gedaan voor verbetering (zie kader)’, zegt dr. Yvonne Engels (Anesthesiologie), samen met prof. dr. Myrra Vernooij- Dassen (IQ healthcare) wetenschappelijk coördinator IMPACT. Een van de aanbevelingen is dat palliatieve zorg al vroeg in het zorgproces aandacht krijgt, en naast potentieel genezende behandelingen gegeven kan worden. ‘Palliatieve zorg is niet synoniem met stervensbegeleiding’, aldus Myrra Vernooij- Dassen. ‘Door palliatieve zorg eerder in het ziekteproces te inte greren, kunnen we veel beter rekening houden met iemands wensen, bijvoorbeeld rond pijnbestrijding of de rituelen rond het afscheid.’ In het Radboudumc gebeurt dit steeds meer bij patiënten met kanker, waarbij de medisch oncologen nauw samenwerken met het consultatieteam palliatieve zorg. ‘Zo komt op de poli bij oncologische patiënten ook standaard de palliatieve zorg aan bod’, aldus Yvonne Engels. ‘Daarnaast zijn we onderzoek gestart, waarbij we dit ook doen bij opgenomen COPD-patiën ten (chronisch longlijden). Het plan is om eveneens bij patiën ten met hartfalen standaard het consultatieteam palliatieve zorg in te schakelen.’ Surprise question Een aanbeveling is dat elke zorgprofessional over palliatieve zorgvaardigheden beschikt. In het Radboudumc is er in het curriculum Geneeskunde aandacht voor en in de bijscholing voor medisch specialisten en verpleegkundigen. Daarnaast houdt het consultatieteam palliatieve zorg multidisciplinaire besprekingen waar de betrokken behandelaar eveneens aan José Jacobs-van Leur, verpleegkundige consultatieteam palliatieve zorg: ‘Veel zorgverleners vinden het moeilijk om met patiënten over het levenseinde te praten. Toch is het belangrijk om over die drempel te stappen.’ tafel zit. Op deze manier worden zij ook vaardiger om de wen sen van palliatieve patiënten op te pikken. De kunst is om te weten bij wie het zinvol kan zijn om over het levenseinde te praten? Een manier die zorgverleners leren, is het stellen van de surprise question: “Zou het je verbazen als deze patiënt binnen een jaar komt te overlijden?” Wanneer je “nee” antwoordt, is het goed om in gesprek te gaan met de patiënt. ‘Veel zorgverleners vinden dat moeilijk’, vertelt José Jacobs. ‘Het is belangrijk om over die drempel te stappen en af te tasten of een patiënt wil praten. Want alleen dan kun je iemands wensen rond het levenseinde te weten komen.’ Een verbeterpunt is dat we die wensen en iemands persoon lijke situatie standaard in het medisch dossier noteren. ‘Dit gebeurt in elk geval al bij alle patiënten waarbij het consulta tieteam palliatieve zorg is ingeschakeld’, zegt Yvonne Engels. Heroïsch De meeste mensen willen het liefst thuis sterven, in bijzijn van familie. De huisarts is meestal hierbij de betrokken zorgverle ner. Uit recent onderzoek, uitgevoerd vanuit het Radboudumc met meer dan honderd huisartsen, blijkt dat als huisartsen hun Wat is palliatieve zorg? Palliatieve zorg is gericht is op palliatie, oftewel verzachting of verlichting, als genezing niet meer mogelijk is. Verschillende typen zorg vallen hieronder, bijvoorbeeld pijnverlichting, het verbeteren van kwaliteit van leven en het leren omgaan met het naderende levenseinde. In het Radboudumc is er een consultatieteam palliatieve zorg dat ingeschakeld wordt bij ongeneeslijk zieke mensen. palliatieve patiënten eerder in beeld hebben, deze veel vaker in hun vertrouwde omgeving overlijden. Daarnaast is bij huisartsen een bijzondere kanteling waar te nemen. ‘Iemand wordt dokter om andere mensen beter te maken. Dat heeft iets heroïsch’, zegt Myrra Vernooij-Dassen. ‘Er zijn echter steeds meer chronische patiënten die je niet beter kúnt maken. Uit onderzoek onder huisartsen in oplei ding blijkt dat zij het zorgen voor een waardig einde het meest bijzondere onderdeel van de opleiding vinden. Daarmee wordt niet zozeer het genezen, maar het bijstaan van mensen rond het sterfbed juist iets heroïsch.’ 17 18 personeelsblad radboudumc #3 – april 2015 Zapservice Jannie Meussen Radboudumc intranet informeert over ontwikkelingen in huis en daarbuiten. Voor wie het online nieuws niet heeft gevolgd, een korte update van de opmerkelijkste berichten. Radboudumc is eerste in Nederland met HIMSS 7 Onlangs vond er een toetsing plaats door het internationale erkende instituut HIMSS (Healthcare Infor mation and Management Systems Society). Het Radboudumc heeft daarbij als eerste organisatie in Nederland en derde ziekenhuis in Europa het hoogste niveau toegekend gekregen: HIMMS 7. HIMMS was onder de indruk van de mate waarin onze patiëntenzorg gebruik maakt van data- en informatietechnologie. Cees Buren, lid van de Raad van Bestuur: ‘Deze internationale erken ning is een opsteker voor onze orga Lees het volledige bericht op intranet, 9 maart2015 Hoe kunnen we het vrijwilligersbeleid de komende twee, drie jaar nog beter laten aansluiten op de strategische doelstellingen van het Radboudumc en op landelijke ontwikkelingen? Daarover bogen medewerkers, patiënten en vrijwilligers zich onlangs in het Vrijwilligerscafé. vullend op de professionals, maar vrijwilligers hebben meer tijd en ruimte om de ambitie ‘persoonsgerichte zorg’ waar te maken. Patiënten waarderen het. Ze vertellen soms meer aan vrijwilligers dan aan hun behandelaar. Vrijwilligers kunnen ons dus scherp houden. We moeten vrijwilligers daarom veel serieuzer nemen, was een tweede conclusie. Zie hen als onderdeel van het team. Investeer meer in de begeleiding. Kijk ook nadrukkelijker binnen de afdeling waar vrijwilligers meerwaarde kunnen hebben. Bijvoorbeeld door ontslagen patiënten als vrijwilliger in te zetten voor het lotgenotencontact. Fletcher opent 65e hotel! • 124 hotelkamers • 17 multifunctionele vergaderzalen, allen met daglicht en airco • Sfeervol à la carte restaurant • • • • • Gratis parkeergelegenheid Overdekt zwembad Recreatieruimte Gratis WiFi Beauty en Wellness centre Meer informatie of reserveren? Bel 024 - 684 33 53 of mail naar [email protected] Oude Holleweg 5| 6572 AA | Berg en Dal | www.parkhotelvalmonte.nl Het Proteus Syndroom Lees het volledige bericht op intranet, 13 februari 2015. hulpfonds voor radboud personeel U bent van harte welkom in ons nieuwe Parkhotel Val Monte. Het gezellige hotel ligt in het bosrijke Berg en Dal, op een steenworp afstand van Nijmegen. Met 124 kamers en 17 multifunctionele zalen is het hotel uitermate geschikt voor conferenties, bijeenkomsten, bedrijfsuitjes, trainingen, seminars, congressen of vergaderingen. Het complete aanbod aan moderne faciliteiten en een flinke dosis gastvrijheid maken van dit hotel een vergaderlocatie op topniveau. In deze rubriek het persoonlijke verhaal van onze ‘academische’ patiënt en de reactie van zijn of haar behandelaar. ‘We moeten vrijwilligers serieuzer nemen’ Vrijwilligers hebben we nodig om onze doelstellingen te bereiken, was de eensluidende conclusie. Uiteraard altijd aan- nisatie en voor de inspanningen van onze medewerkers. Het bewijst dat we op de goede weg zijn. Tegelij kertijd beseffen we dat er nog veel moet gebeuren in het gebruik van systemen, data, functionaliteiten en gebruiksgemak. Daar gaan we onverminderd mee door.’ DE PATIËNT Rob Gieling ‘Gelukkig had de ziekte direct een naam’ Rick Durinck (25 jaar) is geboren met het Proteus Syndroom. Een zeldzame ziekte met overmatige groei en mis vorming van weefsels. ‘Gelukkig had de ziekte direct een naam.’ Heb je behoefte aan financiële ondersteuning? Het Hulpfonds helpt. Het Hulpfonds helpt met financieel advies, begeleiding en renteloze leningen. Neem contact op voor meer informatie: E-mail: [email protected] Telefoon: (024) 361 22 81 www.hulpfondsradboud.nl ‘Ik had grote wijnvlekken op mijn rug en schouders. En mijn lichaam was aan de rechter zijde groter dan aan de linkerkant. Kijk, deze hand is nog steeds veel groter. Mijn knutsel werkjes verdienden niet de schoonheidsprijs. Ik was mijn tijd ook ver vooruit met een laptop in de klas, want mijn handschrift was onleesbaar. Aan het einde van de basisschool was mijn ene been 7 cm langer dan het andere en ik had een flinke vergroeiing in de rug. Ik had zelf een hekel aan die lompe orthopedische schoenen, maar ben nooit gepest. Rond mijn dertiende hebben ze de groei van het lange been stilge legd, door de groeischijf in die knie te doorbo ren. Het verschil in beenlengte is nu nihil. Ik bezocht regelmatig jullie Hecovan-werk groep. Dat voelde soms als een bezichtiging, al die artsen om je heen. Nu kom ik minder vaak, alleen bij problemen. De klachten zijn inmid dels van heel andere aard. Op mijn buik heb ik bijvoorbeeld een grote bult, waar ik echt last van heb omdat die precies onder mijn riem zit. Via interventieradiologie word ik daar nu om de drie maanden aan behandeld. Onder narcose wordt alcohol in de woekerende vaatjes gespo ten zodat die afsterven. De zwelling is al flink afgenomen. Verder kom ik regelmatig voor mijn spataderen bij jullie. Als gevolg van de ziekte werken de kleppen in de aders niet, waardoor mijn benen vollopen met bloed. Ik heb twee steunkousen, maar dan nog krijg ik snel ver moeide benen bij staan en wandelen. Ik doe er alles aan om in goede conditie te blij ven. Ik rook niet en drink weinig. Ga naar de sportschool en ik fiets zo’n 200/300 kilometer per week. Die cyclische beweging is heel goed voor mij. Laatst vergezelde mijn vriendin me bij het spataderonderzoek in het Radboudumc. Ik wist het al, maar het was toch goed dat daarbij nog eens nadrukkelijk werd gezegd dat Proteus niet erfelijk is.’ ‘De aandoening van Rick is uiterst zeldzaam. Het Proteus Syndroom lijkt op het Klippel-Trenaunay- syndroom; daarvan hebben we meer dan 300 patiënten onder behandeling. Ze komen uit het hele land, vaak vanaf hun geboorte. We begeleiden patiënten binnen onze multidisciplinaire Hecovan-werkgroep. Daarin zitten een kinderchirurg, interventieradioloog, derma toloog en een plastisch chirurg. We volgen het klinische beeld, grijpen in waar nodig en betrekken daarbij eventueel ook andere specialismen. We werken samen met het vaatlab en onze bandagist, beiden met veel ervaring bij deze bijzondere aandoeningen, want deze patiënten krijgen op latere leeftijd vaak moeilijk te behandelen spataderproblematiek. Anderhalf jaar geleden is de genmutatie ontdekt, die Proteus veroorzaakt. Er zijn inmiddels ook medicamenten die inwerken op de ‘pathway’ en de ziekte mogelijk kunnen remmen. Hiervoor kan gekozen worden als we bij patiënten met de rug tegen de muur staan, bijvoorbeeld bij ondraaglijke pijn door vaatmalformaties.’ Carine van der Vleuten dermatoloog 19 20 personeelsblad radboudumc RONDVRAAG #3 – april 2015 Gijs Munnichs Michiel Moormann Hoe gaat de JCI-methode ons helpen te verbeteren? In het Radboudumc zijn we doorlopend bezig om de zorg te verbeteren. Een belangrijke stap hierin is dat we ons in 2016 willen laten accrediteren door Joint Commission International (JCI). Deze accreditatie raakt meer dan de vorige NIAZ-accreditatie het werk van iedereen en de omslag vraagt dit jaar nog veel tijd en energie. Daar staat tegenover dat we met de JCI-methode onze zorg verder kunnen verbeteren. Hoe? We vragen het vijf collega’s. ‘Dit bevordert het kwaliteitsbewustzijn’ ‘Een cultuur waarin we ons steeds ontwik kelen en verbeteren’ Rogier Thurlings, reumatoloog Maarten Dams, manager productgroep HR ‘Ik heb twee jaar geleden het JCI-traject in het AMC meegemaakt. Wat mij vooral bijgebleven is, is dat de JCI-methode méér dan een papieren accreditatie is. Naast het beschrijven van alle processen in de zorg, gaat het er vooral om hoe je die werkwijzen en protocollen toepast. Tijdens een bezoek van JCI kun je daar willekeurig over bevraagd worden. Dat kan bijvoorbeeld gaan over hygiënevoorschriften, de overdracht van patiënten en het communiceren tussen zorg verleners. Zoals de ‘readback’ waarbij je altijd kort samenvat wat iemand gezegd heeft, bij voorbeeld bij een overdracht of medicatieop dracht. Soms gaat JCI best ver in het checken op naleven van regels, maar dit bevordert wel het kwaliteitsbewustzijn in ons umc. Vooral omdat je elkaar gaat aanspreken op gedrag en het naleven van procedures.’ ‘Veel afspraken ontstaan in een dialoog tussen medewerker en leidinggevende, bijvoorbeeld over je professionele ontwikkeling. De nieuwe norm vraagt dat je je vakbekwaamheid en scholing óók aantoonbaar maakt. Zo kunnen we nog beter vastleggen of iemand bevoegd is om bepaalde medische apparatuur te bedienen of om bepaalde verpleegkundige handelen te verrichten. Met de JCI-accreditatie in het voor uitzicht, gaan we kijken of een learning management systeem (LMS) hierbij kan hel pen. “Klopt het wel wat ik doe? Ben ik daartoe wel geschoold?” Het zou mooi zijn als onze nieuwe accreditatie ook inspireert dat iedereen zich dat afvraagt en zich waar nodig bijschoolt. En we daarmee zorgen voor een cultuur waarin we ons continu ontwikkelen en verbeteren.’ ‘In het begin dacht ik: moet dat nu?’ Vivian van der Heijden, kinderverpleegkundige ‘Ik heb in het kinderziekenhuis van het UMC Utrecht de overgang naar JCI-accreditatie al eens doorlopen. In het begin dacht ik bij al die regeltjes: moet dat nu? Bijvoorbeeld dat je elke dag opnieuw de naam van een opgenomen patiënt checkt. Of dat je alles zwart op wit vast legt: als je sondevoeding geeft, een infuusin steek hebt gecontroleerd, enzovoorts. Maar al snel zag ik de voordelen. Je bent veel meer bewust van wat je doet én waarom. Dat is fijner voor jezelf, je kunt collega’s beter aanspreken op hun gedrag én aan ouders van opgenomen kinderen kun je precies uitleggen waarom je iets doet. Uiteindelijk geeft deze structuur vooral rust. Daarbij werk je niet alleen veiliger, omdat iedereen het op dezelfde manier doet, maar ook prettiger.’ Bewust gekozen voor JCI ‘Patiënt heeft zelf ook verant woordelijkheid’ Remco de Jong, proceseigenaar medicatieproces Na de zomer 2016 laten we ons accrediteren door Joint Commission International (JCI). Om aan te tonen dat we kwalitatief goede en veilige zorg leveren. Ook zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg vinden dit belangrijk. We kiezen bewust voor JCI, vanwege: ‘We moeten zelf natuurlijk altijd alert blijven’ Eric Mimmel, manager productgroep Vastgoed & Infrastructuur De oriëntatie van JCI op de patiënt als partner; ‘Uitgangspunt van de JCI-methode is dat de patiënt centraal staat in alle ziekenhuisproces sen. Dat past uitstekend bij de persoonsgerichte zorg die wij in ons umc willen leveren. Voor het medicatieproces hebben we een visie neer gezet, waarbij we in de hele keten het medica tieproces voor een patiënt optimaal willen hebben: thuis, op de poli, op de dagbehande ling, bij opname én ontslag naar huis of een andere zorginstelling. In deze complexe en risicovolle keten heeft ook de patiënt zelf een belangrijke rol en verantwoordelijkheid. Het is een uitdaging om onze visie goed te vervlech ten met de nieuwe normen. Een werkgroep met artsen, verpleegkundigen en apothekers gaat hiermee aan de slag. De JCI-accreditatie gaat ons ook helpen bij verbeteringen waar we toch al mee bezig zijn, alleen al doordat het de ver beteringen versnelt.’ Nadruk op het thema veiligheid in de zorgpraktijk; Tracermethodiek: het volgen van het proces van de patiënt; Naast zorg ook focus op onderwijs en onderzoek; Internationaal karakter sluit aan bij academische status van het Radboudumc. Inmiddels zijn we gestart met de fase waarin we onze werkwijzen naast de JCI-normen leggen en waar nodig aanpassen. Vooral tijdens de implementatiefase, vanaf mei dit jaar, krijgen veel collega’s te maken met de nieuwe normen en richtlijnen. Ieders inzet en betrokkenheid is belangrijk om de zorg te verbeteren en daarmee uiteindelijk de JCI-accreditatie te verkrijgen. Kijk voor de planning op intranet, onder de button ‘JCI Patiëntgericht accrediteren’. ‘Vanuit Vastgoed & Infrastructuur kijken we naar de veiligheid van onze gebouwen, medi sche apparatuur en technische installaties zoals de noodstroomvoorziening. Ik zie de nieuwe accreditatiemethode vooral als een proces om de puntjes op de i te zetten. Soms denk je wel veilig te werken, maar staat dat ergens ook zo beschreven? Of andersom: de procedures zijn er, maar handelt iedereen er ook naar? JCI kijkt op beide manieren naar je processen. De JCInorm zie ik als een norm die je zéker moet halen. Maar soms kun je niet ver genoeg gaan. Bijvoorbeeld wat betreft brandveiligheid. De schade die brand kan aanrichten, weet je altijd pas achteraf. Dan is het te laat. Houd daarom ruimtes voldoende opgeruimd, en blokkeer nooit vluchtwegen. Wat de JCI-norm ook is, daar moe ten we zelf altijd alert op blijven.’ 21 22 personeelsblad radboudumc #3 – april 2015 COLLEGA’S HET MOMENT 25 jaar in dienst 40 jaar in dienst Ellen Timmerman Nannie Peters Verpleegkundig teamleider Radiodiagnostisch laborant ‘Ze is een bevlogen collega die betrokken is bij de patiënten en hun ouders. Ze heeft oog voor de behoeften van haar collega’s en zoekt altijd de juiste balans in het organisatiebelang en dat van de medewerkers.’ Herman Hendriks, verpleegkundig manager Neonatologie. ‘Nannie heeft vele ontwikkelingen in de diagnostische beeldvorming meegemaakt en heeft de echografie tot haar specialisme gemaakt. Haar enorme kennis, inzet en betrokkenheid worden zeer gewaardeerd.’ Denise Janssen, teamleider, afdeling Radiologie & Nucleaire geneeskunde Carolien van Embden Wilma Kersten Telefonist/receptionist Verpleegassistent ‘Door haar flexibiliteit, collegiale betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel heeft Carolien haar plaats binnen het team veroverd. Wij hopen dat ze ons team nog lang blijft versterken.’ Vera Oor, operationeel manager Servicevoorzieningen ‘Wilma heeft altijd aandacht voor de omgeving van de patiënt, zorgt dat het schoon en opgeruimd is. Daarmee draagt ze wezenlijk bij aan de zorg en het welbevinden van onze patiënten.’ Gheorghe Pop, klinisch werkplekmanager C4C Carolien Thijs Wilma Coppens Verpleegkundige Logopedist en coördinator van het AC secretariaat ‘Carolien is één van de vaste gezichten van het subspecialisme Reumatologie. Een grote steun voor kinderen en hun ouders.’ Monique Beckers, verpleegkundig teamleider polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen. Anita Theloosen-Kerstens Diagnostisch medewerker ‘Binnen het vaatfunctie laboratorium een zeer gewaarde collega. Naast het uitvoeren van patiëntenonderzoek heeft zij ook een groot aandeel in het geven van onderwijs aan studenten.’ Luc Knap, zorgmanager poli Heelkunde Anne-Marie Goedhart Coördinator zorg ‘Zij is al jarenlang de spin in het web van de patiëntenzorg op onze poli. Behalve een prima zorgverlener is ze de natural born leader die nauwgezet de werkzaamheden binnen het team regelt en coördineert.' Berry Driessen, operationeel manager poli AIG. Bianca van Dreumel Verpleegkundige Short Stay Unit Volwassenen ‘Bianca gaat voor hoogwaardige patiëntenzorg. Dit doet ze met veel passie en toewijding. Hierom wordt ze gewaardeerd door collega’s, maar vooral door onze patiënten.’ Margreth Hulswit, operationeel manager SSU ‘Typerend voor haar is de sterke drijfveer ervoor te zorgen dat alles voor een kind, zijn ouders en de school klopt. Collega’s kunnen rekenen op haar warme belangstelling en inspanning om het ook voor hen goed te regelen.’ Saskia Ariens, leidinggevende Audiologisch Centrum (KNO). Paul Wessel Klinische perfusionist ‘Hij kan door zijn enorme ervaring het overzicht en de rust bewaren wanneer dat nood zakelijk is. Maar bovenal is Paul een bevlogen professional, een mensenmens, heel collegiaal en wars van opsmuk.’ Wim Morshuis, afdelingshoofd Cardio-thoracale chirurgie Met pensioen Wim Kleinhans Adviseur medische technologie ‘Wim staat bekend om zijn kritische blik, zijn typerende humor, kennis van de onderlinge samenhang tussen processen en systemen. De inrichting van de nieuwe MITeC-operatiekamers is één van zijn grote projecten. ’ Hans Gradussen, Manager ID-Advies, Instrumentele Dienst Frans Friederichs Coby van Schie – Sjoorda Polikliniekassisterende MKA Zorghulp ‘De afdeling zal zijn kennis rondom apparatuur en veiligheid en met name zijn betrokkenheid met de afdeling zeker gaan missen. Frans: namens al je collega’s bedankt voor je jarenlange inzet (45 jaar).’ Marleen Bosman, operationeel hoofd polikliniek Mond-, Kaak-, Aangezichtschirurgie ‘Op EOV kwam Coby vervolgens helemaal tot haar recht in de functie van zorghulp. Ze was de vraagbaak en spil op de afdeling als het ging om ondersteuning voor het zorgproces. Met recht een onmisbare laatbloeier.’ Anita van Rossum, hoofd verpleegkundige EOV Marijke den Harder René van Hoesel Medewerker papkeuken Medisch oncoloog ‘Marijke heeft meer dan 40 jaar met nauwkeurigheid zuigelingen voedingen bereid. We gaan een fijne en toegewijde collega missen.’ Jaap Buis, Opera tioneel manager voeding Food&Beverage Arnold van Alst Senior instrumentatie technicus ‘Arnold heeft zich ruim 28 jaar op zeer zelfstandige wijze ingezet voor de ontwikkeling en instandhouding van de medische technologie. Arnold was zeer toegewijd en dat zie je terug in de positieve reacties van de medewerkers op de werkvloer.’ Michel Verbruggen Servicemanager instrumentele dienst. Riet Vreuls Senior secretaresse ‘Riet is zo’n 30 jaar geleden begonnen in het Radboudumc. Sinds 2006 heeft ze zich zeer enthousiast ingezet bij de Stichting Prenatale Screening Nijmegen. Zij leerde ons de puntjes op de i te zetten. Riet, bedankt voor de fijne samenwerking in alle jaren. ’ Annette Stolwijk directeur SPN Nel Reulink Operatieassistent ‘René heeft mede aan de basis gestaan van de oprichting van onze afdeling Medische Oncologie. Hij heeft als consulent van het Integraal Kankercentrum-Oost en -Zuid indirect bijgedragen aan de zorg voor zeer velen. Bij zijn afscheid heeft hij een Koninklijke onderscheiding ontvangen.’ Prof. dr. Winette van der Graaf, afdelingshoofd Medische Oncologie Fred Foppele Medewerker post & archief HR ‘Wanneer je als HR medewerker een persoonsdossier opvraagt dan weet hij binnen enkele seconden dit dossier, tussen de ongeveer 14.000 dossiers, te vinden. Hij is erg klant- en servicegericht, al 38 jaar. Geweldig.’ Hetty Dortmans, Manager Personeelsbeheer & Informatievoorziening Thera Reitsma Senior secretaresse ‘Zij heeft een grote bijdrage geleverd in de ondersteuning met haar deskundigheid, betrokkenheid en doorzettingsvermogen. Wij bedanken haar voor de samenwerking waar we alle jaren op konden bouwen.’ Erik Wannet, manager Services / PG Logistiek & Services. ‘Na ruim 40 jaar gaat Nel Reulink met pensioen. Met veel kennis en enthousiasme heeft zij gewerkt op de operatiekamers Heelkunde. Hiernaast heeft zij zich jarenlang ingezet voor de OR. Nel, we zullen je missen!’ Helga van den Broek, operationeel manager OK Heelkunde ‘Bij een patiënt met een gebarsten buikslagader (aneurysma) moet je als chirurg heel snel handelen, of in overleg met de familie juist heel snel afwegen om níet meer te behandelen.’ ‘Ik denk dat het circa twee jaar geleden is, dat een man van 75 jaar op de Spoedeisende hulp kwam met een gebarsten buikslagader. Ik maak dat circa acht keer per jaar mee. Je moet dan heel snel beslissingen nemen. Eerst met een echo vaststellen of het daadwerkelijk een aneurysma is. Als de bloeddruk nog niet te laag is en de patiënt nog aanspreekbaar, maken we vervolgens een CT-scan om te kijken of we met een stent kunnen behandelen. Bij voorkeur via de liesslagader, want daarbij is de overlevingskans groter. Iets minder vaak moe ten we echter in allerijl naar de OK voor een open buikoperatie, waarbij we klemmen boven en onder de gesprongen buikslagader plaatsen om de bloeding onder controle te krijgen. Het is altijd handelen op leven en dood. Terwijl de patiënt de scan ondergaat, vertellen wij de familie dat er een grote kans is op overlijden. Zij krijgen vervolgens hooguit een minuut de tijd om afscheid te nemen, want de tijd dringt. Zelf voel je op dat moment weinig emotie, je bent er volledig op gefocust om het tot een goed einde te brengen. Zo ook bij deze patiënt van 75 jaar, die er heel slecht aan toe was. Wonderwel kon hij na twee dagen alweer van de IC af en ging hij een week later met ontslag. Ik kreeg die dag een bedankkaartje van zijn partner. Ze was zo blij dat ze een maand later hun 50-jarig huwelijk konden vieren. Dat raakt me natuurlijk wel en dat zijn de momenten die het vak juist extra cachet geven. Daartegenover staat dat een aantal maanden geleden een man van 90 jaar op de spoedei sende hulp kwam, met eveneens een gespron gen buikslagader. Hij was nog goed aanspreekbaar, maar had een slechte lichame lijke conditie door andere ernstige aandoenin gen. Als chirurg ben je zo gewend om te helpen, maar soms help je meer door niet meer in te grijpen. In overleg met de familie hebben we hem met de ambulance weer naar huis laten gaan, waarbij extra zorg voor thuis werd geregeld. Hierdoor kon hij omringd door zijn naasten rustig sterven.’ Jannie Meussen iStockphoto COLOFON Rob de Kanter Staflid Tandheelkunde ‘Rob heeft zich altijd zeer actief ingezet voor het onderwijs. Vanaf 1998 is hij aangesteld als onderwijscoördinator PAO-T. In die tijd is de omvang en professionaliteit van de bij- en nascholing enorm gegroeid.’ Afdelingshoofd John Jansen In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het Radboudumc. Dit keer vaat- en transplantatiechirurg Frank van Hoek. Radbode is het personeelsblad van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2015 Meer mooie woorden lezen? Ga dan naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen. (Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.) Redactie Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Michiel ter Laan (hoofdredacteur). Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen, Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel Aan dit nummer werkten mee Rob Gieling, Paul Lagro, Michiel Moormann, Gert Olthuis, Eric Scholten, Marcel Wortel en John Wijbenga Contact [email protected] of (024) 818 66 82 Correspondentie vragen over bezorging via [email protected]. Concept en realisatie ZB Communicatie & Media i.s.m. Martijn Ubink en Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of [email protected]. Oplage 12.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 22 mei 2015. 23 24 personeelsblad radboudumc ACHTEROP Jannie Meussen Eric Scholten In deze rubriek stapt een medewerker achterop de fiets bij een collega. Uit nieuwsgierigheid, want op de werkvloer komen ze elkaar niet tegen. Tonnie Leonie Dit keer springt Leonie van den Abbeele, physician assistant bij Neuro chirurgie, achterop bij Tonnie Thijssen. De enige man bij de Telefooncentrale, tussen 13 vrouwelijke collega’s. Leonie: ‘Ik was zo benieuwd naar de man achter die altijd vriendelijke stem. Hoe lang werk je al bij de Telefooncentrale?’ Tonnie: ‘Ruim twaalf jaar. Ik kom oorspronkelijk uit de autobranche. Ook daar ging geen auto weg zonder schone voorruit en lege asbak. Klantvriendelijkheid staat bij mij voorop.’ Leonie: ‘Hoe haal je plezier uit je werk?’ Tonnie: ‘Ik neem de telefoon aan met een innerlijke glimlach, die krijg je als een echo terug. Bijvoorbeeld van medewerkers die bellen om doorverbonden te worden naar een andere werkplek. De meeste heb ik nog nooit gezien, maar ik heb toch een beeld bij ze. Van Petra die vaak begint met “kun je voor mij iemand opsporen?” Of van Leon die altijd correct maar ook kritisch is: “Ik stond wel lang in de wacht vandaag.”’ Leonie: ‘Denk je nooit, wanneer onthoudt ze dat nummer zelf eens?’ Tonnie: ‘Nee, daar zijn we toch voor. Jullie zitten in een workflow en dan is het makkelijk om 99 te bellen.’ Gniffelend: ‘Ik hoor regelmatig op de achtergrond een collega het nummer al toeroepen.’ Leonie: ‘Hoeveel telefoontjes krijgen jullie binnen?’ Tonnie: ‘Doordeweeks zo’n 2.000 tot 2.500 per etmaal, intern, extern en voor de Radboud Universiteit.’ Leonie: ‘Welk telefoontje is je bijgebleven?’ Tonnie: ‘Op een zondagochtend belde producent en tekstschrijver Johnnie Hoes. Hij zat enorm op de praatstoel en bedankte me na afloop dat ik hem zo vriendelijk te woord had gestaan. Hij zou me een cd toesturen, maar die moet ik nog steeds ontvangen!’ Wil jij ook bij een collega achterop? Laat het weten via [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc