Liturgie Stille Zaterdag op 4 april 2015 in de ‘Levensbron’ Voorganger: Ds. Martin de Geus Pianist: Arie de Korte De naam zegt het al: de Stille Zaterdag begint in stilte, niemand spreekt. IK BOUW OP U – voorbereiding Bezinning: Mensenkind, ik heb een vraag aan jou Meditatief moment Bezinning: Mensen, wat heeft het laatste woord Muzikaal moment Stil gebed Inzet V: Heer, zegen deze dienst. A: Amen. Bezinning: Mensenkind, ik stel je eigen vraag Muzikaal moment Lezing: Ezechiël 37:1-3 BGT Zingen: psalm 31:1,7 Op U vertrouw ik, HEER der heren, Gij die mijn sterkte zijt. Om uw gerechtigheid wil nimmer mij de rug toekeren. Betoon mij uw nabijheid en stel mij in de vrijheid. Doe mij genadig weer aanschouwen uw liefelijk gelaat, ik ben ten einde raad. Wek in mijn ziel een nieuw vertrouwen. Hoe is mijn moed geslonken, het hart is mij ontzonken. OPEN ONS HET GODSGEHEIM – de Schriften Lezing: Ezechiël 37:4-6 BGT Zingen: psalm 103:5,6,7 Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem. Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen, Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht gekomen, slechts leven op de adem van zijn stem. De mens is aan het sterven prijs gegeven, gelijk het gras kortstondig is zijn leven, en als een bloem die naar de zon zich keert, maar die ten prooi valt aan de barre winden, en knakt en sterft, en is niet meer te vinden. Ja zelfs haar eigen plaats kent haar niet meer. Maar 's HEREN gunst zal over die Hem vrezen in eeuwigheid altoos dezelfde wezen, en zijn gerechtigheid de eeuwen door. Zijn heil omsluit de komende geslachten; zo volgen zij die zijn verbond betrachten, van zijn barmhartigheid het lichtend spoor. Stilte Lezen: Marcus 15:33-39 Zingen: lied 590:1 Nu valt de nacht. Het is volbracht: de Heer heeft heel zijn leven voor het menselijk geslacht in Gods hand gegeven. Lezen: Marcus 15:40-47 Zingen: lied 590:2,3 De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven. Hoe slaapt Gij nu, die men zo ruw aan 't kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, rots des heils, gevangen. Lezen: Marcus 16:1-4 Zingen: lied 590:4,5 't Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven. Hoe wonderlijk, uitzonderlijk een sabbat is gekomen: eens voor al heeft Hij het juk van ons afgenomen. DAN WORDT HET PASEN – gebed en bemoediging Bemoediging: In alle wel en wee Gebed: Verlos ons V: Deze nacht, deze grote sabbat waarin u rustte van al het werk dat u lijdende hebt volbracht; deze nacht van het grote zwijgen waarin u tot de bodem bent gegaan, deze nacht bidden wij u samen: A: verlos ons van alle zonde verlos ons van de eeuwige dood verlos ons van de macht van het kwaad de verzoeking der hoogmoed de verlokking der wanhoop. V: Terwille van het grote geheim van uw menswording door uw komst, door uw doop, door uw woorden en wonderen bidden wij u: Heer, verlos ons – door uw lijden en uw kruis A: verlos ons V: door uw sterven en uw graf A: verlos ons V: A: V: A: V: door uw opstanding verlos ons door uw hemelvaart verlos ons ja, God, verlos ons en verlicht ons deze nacht nog, in de kracht van zijn gebed: A: Onze Vader Bemoediging: De Geest van God De geest van God brengt mensen in vervoering en geeft ze droom na droom; de klaarste visioenen vormen samen een brede beeldenstroom. Zo doet zij zieners zien wat nog moet komen, en wat ook komen gaat, zolang hun volken vreemde geesten volgen en niemand zich beraadt. De geest doet mensen opstaan uit den vreemde, brengt volk na volk weer thuis; zij leidt ze over bergen en door dalen, langs wegen met een kruis. Dan wordt het Pasen, vieren zij hun vrijheid. Een nieuwe dag breekt aan, een eeuw van vrede op vertrouwde bodem – God heeft hen welgedaan! Zingen: lied 650:2,3,6,7 2.Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen, zij gaat in alle nood door heel het leven heen. 3.Zij daalt als vruchtbaar zaad tot in de groeve af omdat zij niet verlaat wie toeven in het graf. 6.Het zaad der goedheid Gods, het hoge woord, de Heer, valt in de voor des doods, valt in de aarde neer. 7.Al gij die God bemint en op zijn goedheid wacht, de oogst ruist in de wind als psalmen in de nacht.
© Copyright 2024 ExpyDoc