/ Duurzame Scholen #1

Duurzame Scholen Magazine April 2015
Inmiddels maken honderden scholen gebruik van
EnergyAlert om inzicht te krijgen in hun overbodige
energieverbruik én om geholpen te worden
minder te gaan verbruiken. Bekijk vandaag nog het
gratis bespaarplan met concrete / nuttige tips!
EnergyAlert | Inzicht in verbruik
www.energyalert.nl/scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing
Duurzame Scholen #1 | april 2015
Wij helpen
scholen om
minder
energie te
verbruiken
/ Duurzame Scholen
‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’
Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer:
Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch
Vrije Universiteit wordt futureproof
Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’
Foto: Corbis / Hollandse Hoogte
Het schoolgebouw van de toekomst
Slimme oplossingen voor frisse scholen
De ‘frisse school’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt
dat er op scholen veel te verbeteren is aan het binnenklimaat én de energieprestaties.
Scholen zijn vanaf heden zelf verantwoordelijk voor het realiseren van een goed
binnenklimaat, en dat heeft voordelen!. ABB is specialist in gebouwsysteemtechniek.
Samen met partners en dochterbedrijven biedt ABB een range aan oplossingen voor het
schoolgebouw van de toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit
zijn daarbij onze speerpunten. Maak kennis met onze mogelijkheden. www.abb.nl
ABB b.v.
Frankeneng 15 NL-6710 BC Ede
Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18
E-mail: [email protected]
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
In dit nummer
Duurzame Scholen Magazine wil verbinden en delen
Voor u ligt het eerste nummer van het gloednieuwe tijdschrift Duurzame Scholen
Magazine: een samenwerking tussen de
Stichting Duurzame Scholen en platform
Duurzaam Gebouwd. Initiatiefnemers Wietse
Walinga, Eric Carbijn en Gerard Lokhorst zijn
Pagina 11
erover eens: “Het magazine moet de schakel
zijn tussen de vraag en de oplossing.”
Zonder visie blijft duurzaam schoolgebouw utopie
“Ga nu het onderwijs eens zien als een
investering in plaats van een kostenpost.
Dan komen we tot mooie en vooral duurzame
oplossingen. We moeten onze kinderen in
een innovatieve en uitdagende omgeving
plaatsen, maar dat vereist (financiële) investe-
Pagina 17
ringen die zich pas op lange termijn en dan
ook nog indirect terugbetalen. Dat vereist
visie van onze beleidsmakers, het onderwijs
en het bedrijfsleven.”
Rhijnspoorgebouw zorgt voor nieuwe duurzaamheidsstandaard
Het Rhijnspoorgebouw heeft het hoogste
duurzaamheidscertificaat ontvangen, dat
ooit is toegekend aan een onderwijsgebouw in Nederland: BREEAM Excellentcertificaat (4 sterren). Dit gebouw van de
Hogeschool van Amsterdam (HvA) vormt
het nieuwe centrum voor het Domein
Pagina 35
Techniek van deze hogeschool. Stefan
Prins is namens Powerhouse Company als
projectarchitect en projectmanager hierbij
nauw betrokken.
Wat presteert
uw gebouw?
Een gezond binnenklimaat zorgt voor productieve mensen. Wat gezond is, is
afhankelijk van de wensen van de gebruiker. Van nu en in de toekomst. VBI bouwt
daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen
die steeds zijn aan te passen. Flexibel comfort noemen we dat.
Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort
www.vbi.nl
4 | april 2015 | Duurzame Scholen
Lyceum Schravenlant in Schiedam
winnaar van de Award Duurzame Architectuur 2014
HET SCHOOLVOORBEELD
VAN DUURZAAMHEID
TBI is een groep van ondernemingen die onze leefomgeving op een duurzame manier vernieuwt, inricht
en onderhoudt. Scholen zijn hier een belangrijk onderdeel van en de TBI-ondernemingen zijn sterk
vertegenwoordigd in deze markt. Zo ook bij het Schravenlant Lyceum in Schiedam, winnaar van de
Award Duurzame Architectuur 2014. Met een uitgekiend ventilatiesysteem dat ervoor zorgt dat de lucht
binnen zuiverder is dan buiten en rendiermos op de muur is de school geheel volgens het cradle-to-cradle
concept gebouwd. Ons werk heeft een langdurige impact op het leven van mensen en dus ook onze
kinderen. De toekomst is niet iets wat ons overkomt, die kunnen we maken. MAAK DE TOEKOMST
Duurzame Scholen | april 2015 |
5
Adviseurs voor gezonde
en energieneutrale scholen
© Moke Architecten
OBS Dorus Rijkersschool Amsterdam
© Architecten- en ingenieursbureau kristinsson
Brede school Plein Oost Haarlem
© TenW architecten adviseurs
MFA Kapelle Kapelle
© Architectenbureau Marlies Rohmer
Brede school Meervoud Amsterdam
Kijk voor meer energieneutrale projecten op merosch.nl
/ INHOUD
8
Nieuws
9
Column Lisa Wade
11 Duurzame Scholen Magazine wil verbinden en delen
16 Zonder visie blijft duurzaam schoolgebouw utopie
22
I/O-gebouw ontwikkelt zich tot ontmoetingsplek
26 ‘Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch’
30 Gezonde en energieneutrale scholen, gewoon doen
35 Rhijnspoorgebouw zorgt voor nieuwe
duurzaamheidsstandaard
43 Rondetafelgesprek: Samenwerken moet je doen
48 Congres Duurzame Scholen
50 ‘Een duurzaam schoolgebouw is aanpasbaar’
54 Vrije Universiteit wordt futureproof
57 Doorgeefcolumn: Meindert Smallenbroek
58 Nieuws
60 PAS-concept brengt plezier terug in de bouw
64
Alleen ben je nergens
66 ScholenDossier: praktische tool voor facilitaire beginner
én professional
70 Brede School ’t Berflo: fris en vrolijk
73 Op maat gemaakt onderwijs
77 Samen het onderwijs beter maken
80 ‘Belemmeringen weghalen bij decentralisatie’
Duurzame Scholen | april 2015 |
7
/ NIEUWS
Renovatie en uitbreiding RK Mariaschool
De Rotterdamse RK Maria Basisschool is recentelijk
geheel uitgebreid en gerenoveerd. In dit project is het
Frisse Scholen-concept toegepast met luchtinblaas via
plafonds, C02-gestuurde ventilatie. Daarnaast is gebruik
gemaakt van ledverlichting met daglichtregeling.
De school had behoefte aan uitbreiding. In samenwerking met
de gemeente Rotterdam, de gebruiker en de architect is een
ontwerp gemaakt waarin alle wensen ingevuld zijn.
Bij dit ontwerp is een deel van het achtergelegen historische
kloostercomplex betrokken. Deze vleugel stond reeds twintig
jaar leeg en is nu geheel gerenoveerd en voorzien van lokalen.
Ingenieursbureau IOB heeft de complete bouwkundige,
constructieve en de installatietechnische uitwerking van het
ontwerp op basis van het duurzame Frisse Scholen-concept.
Verder heeft het bureau onder meer het complete projectmanagement inclusief prijs- en contractvorming en directievoering en toezicht voor zijn rekening genomen.
Boete voor onjuiste asbestverwijdering
Wie asbest niet op een juiste wijze verwijdert, kan een
gepeperde rekening tegemoet zien. Een onderneming uit
Lobith heeft die pijnlijke les geleerd.
Dit bedrijf kreeg van de Inspectie SZW een boete van € 28.800
voor het ongecertificeerd en op onjuiste wijze verwijderen van
asbestkozijnen uit een schoolgebouw in Arnhem.
Volgens de inspectie had het bedrijf vermoedens van asbestverdacht materiaal, maar ging het niettemin door met de werkzaamheden. Voorts is gebleken dat de asbestinventarisatie die
de school in mei 2014 had laten uitvoeren, onvolledig was.
8 | april 2015 | Duurzame Scholen
Daardoor werd ten onrechte geconcludeerd dat er geen
asbesthoudend materiaal aanwezig was. In het kader van de
renovatie van het schoolgebouw in Arnhem was het Lobithse
bedrijf bezig met de vervanging van oude kozijnen. Tijdens een
controle zagen de inspecteurs van SZW in de nog aanwezige
oude kozijnen asbestverdacht materiaal zitten. Hierop werden
de werkzaamheden stilgelegd. De opdrachtgever heeft een
asbestsaneringsbedrijf ingeschakeld om het asbest op juiste
wijze te verwijderen. Daarna kan de renovatie van de school
hervat worden.
/ COLUMN
COLUMN
Lisa Wade, radio- en televisiepresentator
‘Dit is wat ik zoek’
Toen ik presentator van Het Klokhuis was, kwam ik vaak op scholen. Meestal zorgde dit
voor grote opwinding bij de schoolkinderen. De avond ervoor hadden ze me nog langs
zien komen op tv en nu stond ik ineens in de klas. Ik was altijd blij als ik weer buiten
stond. Niet alleen door het gestuiter om me heen, maar vooral door de tl-verlichte
gebouwen zonder groen waar ik de hele dag in had gezeten.
I
Alle scholen waar ik ging kijken, hadden wel iets duurzaams.
Ledverlichting, recycleprojecten, lespakketten over het milieu
of zonnepanelen. En toch vraag ik me steeds af als ik naar
mijn dochter kijk of dit genoeg is.
Op een dag kwam ik bij een schooltje in Culemborg terecht
dat de juffen en ouders zelf hebben gebouwd. Met strobalen
en leem. Met hergebruikt hout aan de koude kant van het
gebouw en steen aan de warme kant. De juffen wonen in het
gebouw en dus is er geen vervuilend vervoer nodig. Er is een
houtgestookte cv die door de kinderen zelf wordt bediend. Ze
zagen het hout, stapelen het op en vullen de kachel zelf
waardoor ze precies weten wat er allemaal bij komt kijken om
het warm te kunnen hebben. De kinderen spelen in een tuin
met bomen om in te klimmen, om appels uit te oogsten, met
water om in te zwemmen en op te schaatsen.
Ze eten er biologisch: het eten is door de kinderen zelf
geteeld bij de stadsboerderij aan het einde van de straat. Het
is de eerste school die ik zie die niet iets duurzaams doet of
heeft, maar die duurzaam is. Omdat ze de kinderen niet uit
hun wereld halen, maar ze de band tussen het kind en zijn
F OTO : R U TG E R G E E R L I N G
nmiddels ben ik zelf moeder van een klein meisje. In het
dorp waar we wonen, begroet Simcha elke ochtend de
bomen. Ze zwaait met een rietstengel door de lucht als met
een toverstaf. Ze springt in plassen en gooit steentjes van de
brug. Ze juicht bij het zien van het eerste sneeuwklokje. Over
twee jaar gaat ook zij voor het eerst naar school. Mijn hart
draait zich om bij het idee haar weg te brengen naar een plek
waar ze moet spelen op een stuk beton en waar ze binnen op
een stoel moet zitten, terwijl ze leert over de wereld om haar
heen.
De laatste tijd kom ik weer af en toe op scholen. Op zoek naar
een school die echt aansluiting vindt bij de belevingswereld
en ontwikkeling van een kind. Eentje waarbij de aarde, met
zijn planten en dieren, dus als vanzelfsprekend centraal staat.
Een duurzame school.
omgeving intensiveren. Alle kinderen die ik daar zie, zijn
onderdeel van de natuur om hen heen. En voelen zich er als
vanzelfsprekend verantwoordelijk voor. Ik heb een plek
gevonden waar mijn dochter haar ontdekkingsreis zou kunnen
voortzetten.
Ook al is deze school een heel eind bij ons vandaan, we
hebben Simcha hier ingeschreven. We moeten ons hele leven
ervoor omgooien. Maar het was ook een levensveranderende
ontdekking. Alsof je altijd hebt geweten dat het anders zou
moeten, maar je nu pas realiseert dat het ook anders kan.
Duurzame Scholen | maart 2015 |
9
Meer
zuurstof
tot nadenken ...
Healthy School Concept ®
Bouwen aan energiezuinige en
gezonde scholen.
Bij de bouw of renovatie van scholen denkt RENSON ®
niet alleen aan energiezuinigheid, maar vooral aan de
gezondheid en het comfort van leerlingen en leerkrachten.
De continue toevoer van verse lucht en de gecontroleerde
afvoer van vervuilde lucht (basisventilatie) zorgt voor een
goede luchtkwaliteit. Buitenzonwering in combinatie met
intensieve nachtventilatie (nightcooling) garandeert steeds
aangename temperaturen in de lokalen.
10 | april 2015 | Duurzame Scholen
www.renson.be
/ ALGEMEEN
Duurzame Scholen Magazine
wil verbinden en delen
Voor u ligt het eerste nummer van het gloednieuwe Duurzame Scholen Magazine:
een samenwerking tussen de Stichting Duurzame Scholen en platform Duurzaam
Gebouwd. Initiatiefnemers Gerard Lokhorst, Eric Carbijn en Wietse Walinga zijn het
erover eens: “Het magazine moet de schakel zijn tussen de vraag en de oplossing.”
Tekst: Gerrit Tenkink
H
et drietal kan het enthousiasme over het nieuwe
magazine en de bijbehorende website, nauwelijks in
bedwang houden. Geen wonder, want de eerste
geluiden uit de markt over de start van dit magazine zijn
uitsluitend positief.
Gerard Lokhorst, voorzitter van de Stichting Duurzame
Scholen denkt dat het magazine exact op het goede
moment komt. “Scholen zijn sinds dit jaar zelf verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen.
Dat betekent dat veel schoolbesturen zich moeten verdiepen
in materie dat niet bij hun primaire taak hoort en vaak lastig
te doorgronden is. Als stichting proberen we de schoolbesturen, gemeenten, opdrachtgevers, uitvoerders, adviseurs en andere belanghebbenden te informeren en te
inspireren, maar vooral ook om ze met elkaar in contact te
brengen. Wij zijn van mening dat een magazine daar een
heel goed medium voor is.”
Verduurzaming benadrukken
Voor zijn initiatief contact zocht hij met het platform Duurzaam
Gebouwd, vooral ook omdat het magazine de verduurzaming
van gebouwen wil benadrukken. “Op het gebied van
verduurzaming ligt er een enorme hoeveelheid aan kansen te
wachten. Pak de cijfers er bij en zie hoe groot het probleem
van achterstallig onderhoud is en hoe slecht het bijvoorbeeld gesteld is met de energievoorziening en het binnenklimaat op scholen. Het platform Duurzaam Gebouwd beschikt
over een uitgebreid kennisnetwerk. Dat netwerk maakt ook
weer graag gebruik van onze kennis. Samen kom je op die
manier verder.”
Kennisdeling
Juist van die verbinding en het samenwerken wordt Duurzaam
Gebouwd-directeur Wietse Walinga enthousiast. “We gaan
Van links naar rechts: Wietse Walinga, Eric Carbijn en
Gerard Lokhorst.
het magazine twee keer per jaar op de markt brengen in een
oplage van minimaal 5.000 stuks. We beschikken zelf over
een uitgebreid netwerk en Stichting Duurzame Scholen heeft
de contacten met opdrachtgevers en overheden.
Bovendien gaan we het magazine koppelen aan de website
DuurzameScholen.nl. Op die website gaan we ook de
mogelijkheid creëren om met elkaar in discussie te gaan en
om contacten te leggen.”
Walinga is inmiddels ook tot het bestuur van Stichting
Duurzame Scholen toegetreden. “Alles draait om kennisdeling. Maak gebruik van elkaars expertise en het brengt je
verder. We gaan onze partners ook een aanbieding doen om
partner te worden van Duurzame Scholen. Daarnaast gaan
Duurzame Scholen | april 2015 |
11
12 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ALGEMEEN
‘Maak gebruik van elkaars expertise
en het brengt je verder’
we jaarlijks een viertal seminars organiseren om ook de
duurzame school in de schijnwerpers te plaatsen. Maar dat
is de spin-off. We starten met het magazine.”
Onafhankelijk
Het magazine pretendeert onafhankelijk te zijn. Hoe is dat
mogelijk als ook bedrijven zich kunnen aansluiten bij de
initiatiefnemers? Eric Carbijn is bestuurslid van de Stichting
Duurzame Scholen en tevens directeur bij Energy Alert.
Met zijn bedrijf richt hij zich van oudsher op de energiehuishouding bij woningen en bedrijven, en sinds enkele jaren
ook op scholen. “Duurzaamheid is vooral slimme dingen
doen. Ga niet zelf slimme dingen bedenken, maar doe het
samen. Als we die kennis weten samen te brengen, dan
ontstaat er een win-winsituatie. Wij zien bijna dagelijks dat
scholen een enorme kennisachterstand hebben als het gaat
om het beheer van het gebouw. Uiteraard heeft dat te maken
met de beperkte financiële middelen, maar misschien nog
wel meer met gebrek aan kennis. Ik weet zeker dat scholen
met hetzelfde budget veel meer kunnen doen, als ze de
juiste partners in huis halen. De kennis die er is binnen het
ScholenDossier, delen we ook in het magazine”, zegt
Carbijn.
Momenteel monitort Energy Alert honderden scholen.
“Ingewonnen benchmarkinformatie slaan we op in het
ScholenDossier: een onafhankelijk platform dat de coöperatie
Digitaal Gebouw Dossier heeft ontwikkeld. In dat dossier
brengen we de fysieke staat van schoolgebouwen in kaart.
Dat stelt ons beter in staat om de informatie te beoordelen.
Dat gaat verder dan de gebruikelijke constatering dat de
verwarming aan staat in het weekend of soms zelfs tijdens
de schoolvakanties.”
Net als Lokhorst en Walinga komt ook Carbijn uit bij de
sleutelwoorden ‘samenwerken’ en ‘kennis delen’. “Mijn
inspanning voor duurzame schoolgebouwen komen voort uit
idealisme. Wij monitoren jaarlijks zo’n 50.000 energiemeters,
variërend van kantoren en ziekenhuizen tot en met woningen.
Onderwijs is dus maar een klein stukje van ons werk. Maar
we weten allemaal hoe slecht het in het onderwijs is gesteld
met de klimaatbeheersing en de energievoorziening. Het
gaat me aan het hart dat we onze eigen jeugd in dit soort
ruimtes laten leren en werken. En dat terwijl de kennis
voorhanden is om er iets aan te doen.”
Laagdrempelig
Een magazine voor de aanbodkant, maar ook voor de
vragende kant betekent in de ogen van Lokhorst, Walinga en
Carbijn dat er een mix moet komen van technische informatie,
mooie praktijkvoorbeelden en visie. Lokhorst: “Maar we
schrijven en discussiëren ook over de ontwikkeling dat
scholen steeds meer functies toebedeeld krijgen, bijvoorbeeld als multifunctionele accommodaties. Het wordt vooral
een laagdrempelig magazine. Prettig leesbaar, ook voor
bestuurders en schoolleiders die minder technisch zijn
onderlegd. Het gaat daarbij niet alleen om bestuurders die
rondlopen met nieuwbouwplannen, maar ook om renovatie
of onderhoud, want de markt zal zich de komende jaren
vooral die kant op bewegen.”
Duurzame Scholen Magazine April 2015
/ Duurzame Scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing
‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’
Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer:
Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch
Vrije Universiteit wordt futureproof
Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’
Magazine
ontvangen?
Wilt u een exemplaar van Duurzame Scholen
Magazine ontvangen?
Mail dan naar [email protected]
en wij zetten u op de verzendlijst.
Het magazine is ook gratis te downloaden via
DuurzameScholen.nl en DuurzaamGebouwd.nl.
Duurzame Scholen | april 2015 |
13
Hygiëne op scholen
Educatiepakket leert kinderen over gebruik sanitair
CWS Nederland B.V. is gevestigd te ‘s Hertogenbosch. Via 11 landelijke servicedepots
levert CWS diensten en producten op het gebied van sanitaire hygiëne. Zij verzorgt
met name de inrichting van de toiletruimte met handdoekautomaten, zeepautomaten, luchtverfrissers en schoonloopmatten. De inrichting van de sanitaire ruimte
is echter pas het begin. Voorlichting geven aan de kinderen op school is minstens zo
belangrijk. Hygiëne begint immers bij de gebruikers van het toilet zelf.
Kwaliteit, duurzaamheid en innovatie zijn de drie pijlers waarop CWS focust.
“Wij onderscheiden ons door kwalitatief hoogwaardige materialen te leveren
die ook nog eens bijdragen aan een beter milieu. 100% biologisch katoen, toiletpapier met cradle-to-cradle en/of FSC-keurmerk, waterbesparende sensorkranen en een energie-efficiënte wasserij zijn slechts enkele voorbeelden
van onze milieuvriendelijke manier van werken. Jaarlijks wordt een nieuw
duurzaamheidsrapport opgesteld en op onze website geplaatst. Iedereen
kan wel roepen dat hij groen is, maar dat moet je ook kunnen aantonen.
Daarom is een transparante communicatie voor ons enorm belangrijk”, aldus
marketing manager Han Strijbos. Hij is dan ook enorm trots op het onlangs
verkregen MVO Prestatieladder 4 en het Fira brons certificaat.
Een tweede aspect waarin CWS voorop loopt is innovatie. Naar het toilet
gaan, je handen wassen en vervolgens afdrogen is heel gewoon, maar je
kunt het ook zoveel interessanter maken: “Wij bieden handdoekautomaten in
diverse kleuren, maar indien gewenst ook met klantspecifieke cover, eventueel voorzien van een individuele boodschap. Een logo of zelfs een cover
met een instelbaar beeldscherm behoort tot de mogelijkheden. Tevens maken
we de hygiënecirkel rond met producten waarbij je kraan noch deurklink
hoeft aan te raken en leveren we automaten die waarschuwen dat ze binnenkort weer gevuld moeten worden. Via de CWS MKB desk, webshop en het
online klantenportaal (‘Mijn CWS’) laten we zien wat we te bieden hebben.”
Als professionele dienstverlener zorgt CWS er voor dat de klant weinig
omkijken heeft naar de sanitaire ruimtes. Hierdoor is men verzekerd van
goed werkende, gevulde automaten en schone matten.
Educatiepakket voor kinderen
Onderzoek wijst uit dat goede hygiëne op scholen zorgt voor een lager
ziekteverzuim en een beter imago. Dit heeft direct invloed op de financiën,
de schoolresultaten en de werkdruk. Met name op scholen is hygiëne in de
toiletruimtes erg belangrijk om te voorkomen dat ziektekiemen zich veelvuldig verspreiden. Het ziekteverzuim wordt, aldus het onderzoek, mede
veroorzaakt door een gebrek aan hygiëne en een slechte luchtkwaliteit. CWS
helpt scholen hierbij graag.
“Het begint met een net en schoon toilet met de juiste faciliteiten, maar de
gebruikers moeten ook weten hoe ze er mee om moeten gaan. Daarom hebben we onlangs een educatiepakket voor leerlingen van onder- tot bovenbouw ontwikkeld en geïntroduceerd. In ons ludieke pakket zit allerhande
informatie voor kinderen met tips en uitleg. Met behulp van de toilettweeling
Tom & Tammy wordt de kinderen op verschillende manieren geleerd wat
bacteriën zijn, wat je zelf aan hygiëne kunt doen en krijgen ze leuke
toiletweetjes onder ogen. Er is bijvoorbeeld een handdoekautomaat met op
de cover een strip die de volgorde van het handenwassen omschrijft. In de
klas kunnen de kinderen tests doen en certificaten behalen. Het educatiepakket
proberen we zo levendig mogelijk te houden, toegespitst op kinderen van
diverse leeftijden. Zo maken we ze op een leuke manier bewust van het feit
dat hygiëne belangrijk is. Via de afbeeldingen in de toiletruimte worden ze
dagelijks herinnerd aan de juiste wijze van handen wassen, waardoor hun
handhygiëne met sprongen vooruit zal gaan”, aldus Strijbos.
Informatie over producten en educatiepakketten:
[email protected] | www. tomentammy.nl | T. 073-6 338 338
14 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL
Onderwijsplan Wijzonol
ontzorgt scholen
Wijzonol heeft een onderwijsplan voor scholen in het leven geroepen. In het plan draait
alles om de drie speerpunten: partnerschap, duurzaamheid en innovatie. “Want”, stelt
Peter van Dijk, “het een kan niet zonder het ander.”
H
et creëren van een prettige sfeer en omgeving vraagt
om de juiste partners in het onderhoud. Wijzonol kan
hierin ontzorgen. “Het zijn deze speerpunten die wij
hoog in het vaandel hebben en waarmee wij onze kwaliteit en
vakmanschap willen waarborgen. Als partner in het onderwijs
hebben wij veel ervaring opgedaan en voor elke situatie een
passende oplossing gevonden. Samen met onze focusonderhoudsbedrijven bezoeken we de scholen. We leveren
gratis inspecties volgens de NEN-norm 2767. Op basis van
de uitkomsten brengen we een verftechnisch advies op maat
uit. Voor zowel de binnen- als de buitenzijde van de gebouwen”, vertelt verkoopleider Peter van Dijk.
Besparen op onderhoud
Hij geeft aan dat zo’n rapportage en daaropvolgend advies
doorgaans plaatsvindt aan de hand van een zogeheten
LevensDuur Verwachting (LDV)-tool met bijbehorend kleuradvies. “Dit digitaal hulpprogramma geeft snel inzicht in de
onderhoudsfrequentie van verf in combinatie met zon- en
weersinvloeden. Het programma berekent ook hoeveel een
opdrachtgever kan besparen op onderhoud van zijn pand
zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De frequentie
van het schilderwerk kan veelal omlaag. We verkopen dan
misschien minder verf, maar het straalt wel vertrouwen uit
naar onze opdrachtgever.”
Bij het onderhoud zijn de onderhoudsbedrijven de spil in het
verhaal. Een intensieve begeleiding hoort daar wat betreft
Wijzonol bij. “Wij adviseren onze onderhoudsbedrijven altijd
tijdens het werk. Als ze tussentijds vragen hebben, dan
kunnen ze gegarandeerd een beroep doen op onze adviseurs.
Daarnaast gaan wij na oplevering van het werk twee jaar na
aanvang opnieuw bij het project kijken hoe de verf het houdt.
Zijn er dan problemen, dan verhelpen we die netjes.”
Van Dijk benoemt ook graag het ‘meedenken met de klant’.
“Samen met het onderhoudsbedrijf en de school zoeken we
naar het beste moment voor onderhoud en dat vraagt
flexibiliteit. Zo kijken we naar vakantieperiodes en bijvoorbeeld wanneer een lokaal leeg staat door lesuitval. Zo
beperken we de overlast tot een minimum.”
Tweede-generatieproduct
Wijzonol is een vooruitstrevend bedrijf, dat innovatie en
duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Van Dijk ziet het bij
Wijzonol allemaal samenkomen. “De brancheorganisatie VVVF
heeft als doel gesteld dat in 2030 vijftig procent van de
grondstoffen moet zijn samengesteld uit duurzame, biobased
grondstoffen. Wij zijn voorloper op het gebied van duurzame
materialen. De afgelopen jaren zijn we heel intensief bezig
geweest met de doorontwikkeling van onze muurverven. Bij
traditionele muurverven is aardolie de basis voor de bindmiddelen in de verf, maar we hebben nu bij Wijzonol een bindmiddel ontwikkeld op basis van afval van aardappelen, het
zogeheten tweede-generatieproduct. Testen hebben inmiddels uitgewezen dat de kwaliteit zelfs beter is dan die van de
traditionele muurverven.”
Wijzonol Bouwverven
Russenweg 14, Postbus 205 8000 AE Zwolle
Tel.: 038 – 429 11 00, Fax: 038 – 429 11 49
[email protected], www.wijzonol.nl
Duurzame Scholen | april 2015 |
15
Roelf Willemstein (links) en Petra van Haren zijn erover eens dat intensieve samenwerking de sleutel is om te komen tot
innovatieve verduurzaming van schoolgebouwen.
16 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ALGEMEEN
Zonder visie blijft duurzaam
schoolgebouw utopie
“Ga nu het onderwijs eens zien als een investering in plaats van een kostenpost. Dan
komen we tot mooie en vooral duurzame oplossingen. We moeten onze kinderen in een
innovatieve en uitdagende omgeving plaatsen, maar dat vereist (financiële) investeringen
die zich pas op lange termijn en dan ook nog indirect terugbetalen. Dat vereist visie van
onze beleidsmakers, het onderwijs en het bedrijfsleven.”
Tekst: Gerrit Tenkink
D
at zeggen Petra van Haren en Roelf Willemstein,
respectievelijk voorzitter en directeur van de
Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). Deze
organisatie ondersteunt bijna 5400 leidinggevenden in
primair en voortgezet onderwijs in hun zoektocht naar goed
onderwijs. Dat varieert van antwoorden op de vraag hoe om
te gaan met maatschappelijke vraagstukken als discriminatie
of pestgedrag tot en met de inrichting van het schoolgebouw en schoolplein.
Hoewel Willemstein en Van Haren een overvolle agenda
hebben, maken ze graag plek vrij voor een interview voor het
eerste nummer van het Duurzame Scholen Magazine. Want
er is volgens beiden op het gebied van verduurzaming van
de gebouwde schoolomgeving nog veel te behalen. Van
Haren: “Het is toch te gek voor woorden dat de beleidsmakers voor de inrichting van hun eigen gebouwen hogere
eisen stellen dan voor de gebouwen van onze kinderen? We
hebben net de Doordecentralisatie Huisvesting nu ook voor
primair onderwijs achter de rug, waarbij scholen via hun
bestuur zelf het groot onderhoud voor hun rekening krijgen.
Met de doordecentralisatie ging er nog even een bezuinigingsronde overheen. Ik vind dat onbegrijpelijk en getuigen van
een gebrek aan visie.”
Integrale benadering
Als het aankomt op visie op het gebied van scholenbouw en
-onderhoud, dan mag daarbij wat betreft Willemstein en Van
Haren het onderdeel ‘verduurzaming’ zeker niet ontbreken.
“Uiteraard is een goed en duurzaam schoolgebouw van
belang voor goed onderwijs, maar duurzaamheid is meer
dan alleen het gebouw”, gaat Van Haren verder.
“Het gaat niet alleen om energiebesparing, goede ventilatie
en het gebruik van duurzame materialen. Maar ook om
bewustwording bij kinderen en ze bewust maken van de
noodzaak van een gezonde en duurzame samenleving. We
hebben het dan ook over het concreet laten zien dat de
energiemeter terugloopt op het moment dat de zonnepanelen zon opvangen. Het pedagogisch aspect hoort er zeker
bij. En het gaat zelfs nog verder. Scholen en bouwende
partijen moeten ook oog hebben voor de veranderende
maatschappij. Bijvoorbeeld een school als multifunctionele
accommodatie, of een school die – gezien de demografische
ontwikkeling in een stad of dorp – over twintig jaar moet
worden ongevormd tot appartementencomplex. Het zijn
allemaal aspecten die meespelen.”
Als voorbeeld noemt ze een school in het Gelderse Teuge,
nabij de luchthaven. Daar heeft het vliegveld in samenspraak
Duurzame Scholen | april 2015 |
17
EEN GEZOND BINNENKLIMAAT
200 TOT
300%
RENDEMENT
EEN
GEZOND
OP UW INVESTERING
BINNENKLIMAAT
TERUGVERDIEND IN 5 JAAR
18 | april 2015 | Duurzame Scholen
T 078 - 615 00 00
E [email protected]
I WWW.ALKLIMA.NL
/ ALGEMEEN
met de gemeente Voorst en de school een plan gemaakt
voor het plaatsen van zonnepanelen, die vervolgens stroom
leveren aan de school en de wijkbewoners. “De school heeft
dus niet alleen de lasten van het vliegveld, maar ook de
lusten. Dat is een verhaal dat we graag ook aan de kinderen
duidelijk maken. Wij bepleiten een integrale benadering.”
Verbinding
Willemstein sluit zich aan bij Van Haren en verwacht van
bedrijven een actieve rol op dit gebied. “Bedrijven zoeken
nog te weinig de verbinding. Scholen, architecten, bouwende partijen moeten het samen doen. Het kan niet zo zijn
dat een bedrijf enkel en alleen geïnteresseerd is in het
plaatsen van zonnepanelen en dan weer weg is. Ze moeten
zich ervan bewust zijn dat deze kinderen over twintig jaar
hun klanten zijn. Dat heeft dus inderdaad te maken met visie
en langetermijndenken. Als het bedrijf deze verbinding
begrijpt, dan heeft het daar zelf ook baat bij en heeft het
bestaansrecht op lange termijn. Ik verbaas me erover dat ik
op een congres kom over duurzame scholenbouw, maar
geen enkele schooldirecteur is aanwezig. Hoe kan dat?
Bedrijven zijn toch van hen afhankelijk voor wat betreft de
input?”
In gesprek
Ook al valt er nog veel te verbeteren, Van Haren en Willemstein zien ook mooie dingen. “Er zijn bouwende partijen,
bijvoorbeeld architecten, die in gesprek gaan met de
kinderen. Ze vragen de kinderen om zelf met ideeën te
komen hoe hun ideale school eruit moet ziet. Dat krijg je de
meest creatieve ideeën. Natuurlijk kunnen die niet allemaal
worden uitgevoerd, maar ook hier gaat het om bewustwording. De architect maakt een uitstapje naar de gedachtewereld van het kind en de kinderen krijgen antwoorden op
allerlei vragen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het regenwater? Dat kun je ook voor het doorspoelen van het toilet
gebruiken of gebruik het voor een natte speelplaats in plaats
van het direct te laten verdwijnen in het riool. Maar leg in
ieder geval ook aan de kinderen uit dat regenwater voor het
riool uit duurzaamheidsoogpunt een betere oplossing is dan
schoon leidingwater.”
Want zo veel is volgens Willemstein en Van Haren wel
duidelijk: de korte termijndenkers die voor het snelle gewin
gaan, leggen het af. “Als je niet bereid bent om de verbinding
met de school, de kinderen en de omgeving aan te gaan,
dan wordt het heel moeilijk om een duurzame verbinding
AVS-directeur Roelf Willemstein: “Veel bedrijven zijn niet goed op de
hoogte van de kansen.”
met het onderwijs aan te gaan. Het is absoluut noodzakelijk
dat je de klant begrijpt, maar ook de maatschappij.”
Kansen
Schoolbesturen zijn sinds 1 januari 2015 niet alleen verantwoordelijk voor de inrichting en het binnenonderhoud van
hun schoolgebouwgebouw, maar ook voor het groot
onderhoud van het gebouw. Daarbij kunnen ze de keuze
maken of zij hun financiën inzetten voor bijvoorbeeld
personeel, onderhoud of leermiddelen.
De angst vanuit het bedrijfsleven dat de school dan eerder
‘Bedrijven zoeken nog te weinig
de verbinding’
Duurzame Scholen | april 2015 |
19
Luchtverdeling essentieel voor
een gezond binnenklimaat
Een goed binnenklimaat verbetert de prestaties van de gebruikers van een ruimte.
Essentieel is hoe de lucht wordt verdeeld. Solid Air is specialist in luchtverdeeltechniek.
Wij ontwikkelen en leveren een groot assortiment hoogwaardige koelconvectoren,
roosters, volumeregelaars, regelkeppen en andere luchttechnische producten.
BIM READY!
Door eigen productie- en testfaciliteiten biedt Solid Air een hoge mate van flexibiliteit.
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
/ ALGEMEEN
kiest voor de leermiddelen dan voor onderhoud is volgens
Willemstein onterecht. “Scholen zijn verplicht om een
meerjarenplan voor het onderhoud op te stellen. Als een
school het groot onderhoud voor zich uitschuift, dan gooit
het zijn eigen glazen in.”
Van Haren vult hem aan: “Ook hier ligt er een uitdaging voor
het bedrijfsleven. Maak inzichtelijk dat je met de juiste
maatregelen de school juist ook in financieel opzicht kunt
helpen. Nu dubbelglas plaatsen, betekent een investering
die je op termijn terugverdient.”
Onduidelijkheid
Als het over de financiële kaders gaat, is er altijd nog veel
onduidelijkheid. Niet alleen bij schoolbesturen, maar ook bij
het bedrijfsleven. Zo vallen nieuwbouw en grote renovaties
ook vanaf 1 januari in financieel opzicht nog onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Willemstein: “Als het gaat
om verbeteringen op het gebied van verduurzaming van je
gebouw, dan mag je tegenwoordig onder voorwaarden
rijksbekostiging inzetten. Veel bedrijven, maar ook scholen
zijn niet goed op de hoogte van de kansen, bijvoorbeeld ook
op het gebied van technieken en subsidies.”
Van Haren geeft toe dat dit ingewikkelde materie is. Hierbij is
het voor een schoolbestuur ook niet onverstandig om een
gespecialiseerde adviesbureau in de arm te nemen, die de
mogelijkheden op een rij zet. Het is vaak juist de MR, de
schoolleider of het schoolbestuur zelf, die aanhikt tegen zo’n
relatief duur rapport. Maar ook daar ligt voor het bedrijfsleven een kans: zorg dat zo’n onafhankelijk, maar ook
toegankelijk rapport er komt. Het kan net het stapje zijn
waardoor ook de MR en het schoolbestuur hun fiat geven.”
AVS-voorzitter Petra van Haren: “We hebben mooie koplopers in het
land.”
Bewustwording
Hoewel de AVS-voorzitter en -directeur niet negatief zijn
over de ontwikkelingen op gebied van verduurzaming, het
mag wat hen betreft allemaal wel wat sneller. Van Haren:
“We hebben mooie koplopers in het land. Gemeenten met
een goede visie. Scholen die samen met architecten en
bedrijven mooie dingen uitdenken en die het geheel ook
gefinancierd krijgen, bijvoorbeeld via een Publiek Private
Samenwerking-constructie. We zien dat bouwende partijen
nu ook willen meedenken en verantwoording nemen in
bijvoorbeeld een stukje onderhoud en service. Dat vind ik
een positieve ontwikkeling.”
Volgens beiden komt het aan op visie en vooral ook
samenwerking. Willemstein: “Het is de kunst om alle
partijen in hun kracht te zetten. Misschien heb je een
procesbewaker nodig de het hele proces begeleidt.
Scholen weten wat ze voor hun kinderen willen.
Bedrijven hebben de techniek in huis en de architect,
maar ook de kinderen hebben de creativiteit. Verbind
dit en je komt tot mooie en duurzame oplossingen.”
‘Zie het onderwijs nu eens als
een investering en niet als een
kostenpost’
Duurzame Scholen | april 2015 |
21
Het IO-gebouw van Faculteit Educatie te Nijmegen biedt onderdak aan circa 3.500 studenten. (foto: Ben Vulkers)
I/O-gebouw ontwikkelt zich tot
ontmoetingsplek
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) kwam afgelopen najaar uitgebreid in het
nieuws met de opening van het duurzaamste onderwijsgebouw van Nederland. Nu het
I/O-gebouw ruim een halfjaar in gebruik is, stelt architect Thomas Bögl tevreden vast dat
het gebouw zich steeds meer ontwikkelt als ontmoetings- en verbindingsplek waar ook
studenten van andere opleidingen graag vertoeven.
Tekst: Gerrit Tenkink
22 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
D
e Milieu-Index Gebouw (MIG) bedraagt 283 en de
Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is 0,25. Dit betekent
dat het vier keer beter is dan het Bouwbesluit vereist.
Alle duurzaamheidsaspecten samen zorgen ervoor dat het
gebouw niet alleen in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien,
maar onderaan de streep zelfs plust. Zo kan het ook energie
leveren aan de andere gebouwen op de Nijmeegse HANCampus. Het I/O-Gebouw is gebouwd in opdracht van de
Faculteitsdirecteur en Faculteit Educatie en het College van
Bestuur van de HAN.
Open en overzichtelijk
Architect Thomas Bögl zette namens LIAG architecten en
bouwadviseurs uit Den Haag zijn handtekening onder het
ontwerp. “Duurzaamheid gaat in dit gebouw hand in hand
met onderwijscomfort. Van binnen domineren de natuurlijke
materialen en heb je te maken met veel daglicht en rustige
kleuren. Zo is er een open en overzichtelijk gebouw ontstaan.
Het atrium is ruim opgezet en dat geeft de gebruiker veel licht
en ruimte en nodigt uit tot interactie. Ondanks dat het een
grote ruimte is met veel glas, is de akoestiek goed te noemen.
We hebben zowel in het plafond als op de wanden geluidsabsorberende materialen aangebracht. De studenten hebben
veel plekken waar ze kunnen gaan zitten. Je kunt kiezen voor
een plek in de openbare ruimte, waar dus veel interactie
plaatsvindt, maar er zijn ook rustige plekken“, zegt Bögl.
Nu het gebouw een halfjaar in gebruik is, constateert hij
tevreden dat ook in praktijk blijkt dat studenten er graag
vertoeven. “Het gebouw begint meer en meer de functie van
ontmoetingsplek te krijgen. Ik heb begrepen dat in de pauzes
zelfs de studenten van de andere HAN-gebouwen naar dit
gebouw komen om hun middagpauze door te brengen. Er is
ook bewust gekozen om het gebouw van ‘s ochtends 7.00
uur tot ‘s avonds 22.00 uur toegankelijk te houden voor de
studenten, zodat ze hier ook in de avonduren kunnen werken
en studeren. De ontmoetingen vinden overigens niet alleen
plaats in het atrium, maar ook bij de entree en in het werkcafé.”
Led vervangt tl
Ook op het gebied van de verlichting werd de duurzaamheidslat hoog gelegd. Oorspronkelijk was het de bedoeling
om tl-verlichting aan te leggen, maar er moest gezocht
worden naar nieuwe oplossingen om de beoogde ambities te
behalen. Bovendien bleek dat er op sommige plekken in het
gebouw te weinig ruimte boven het plafond beschikbaar was
voor de W- en E-technische installaties. De oplossing werd
gevonden door tl in te ruilen voor led.
Voor het lichtontwerp werd de expertise van het bureau
KelvinNL uit Delft ingeroepen. In opdracht van Unica Installatietechniek en in samenwerking met LIAG architecten en
bouwadviseurs ontwikkelde KelvinNL het complete lichtontwerp voor de nieuwbouw. Algemeen directeur bij KelvinNL
Arno Westerbeek: “De HAN heeft een hoge duurzaamheidsambitie. Toen bleek dat tl-verlichting minder geschikt was en
er een gezonde businesscase aan ten grondslag lag, betekende dat de keuze voor led. Wij hebben het hele gebouw, de
parkeergarage en het schoolgebouw met al haar specifieke
ruimten in 3D-software nagebouwd om vervolgens een
compleet lichtontwerp te maken.”
Volgens Westerbeek zijn er veel minder armaturen in het
gebouw toegepast dan in het conventionele plan. En dat
betekent ook een flinke kostenbesparing in de bouwfase op
bijvoorbeeld montage, bekabeling en centraaldozen.
Terugkijkend ziet hij dat er mooie resultaten zijn behaald. “Dit
lichtontwerp met hoge kwaliteit van licht, dertig procent
minder armaturen en een energiebesparing per armatuur van
ruim vijftig procent met een zeer lange levensduur. Het
resultaat is een zeer energiezuinig ontwerp met een belangrijke bijdrage aan de Greencalc-score.”
Getrapte gevel
Wat direct aan het gebouw opvalt, is de getrapte gevel. Bögl
kwam om meerdere redenen bij dit ontwerp uit. “Allereerst
wilden we de buren het zonlicht niet ontnemen. Met dit
ontwerp profiteren onze buren ook nog optimaal van het
zonlicht. Het gebouw had zelfs nog iets hoger mogen zijn,
maar daar hebben we dus vanaf gezien. Verder staat het
gebouw met deze gevel als het ware in zijn eigen schaduw.
Zo blijft het in de zomer koel, maar vangt het wel voldoende
licht.”
Het getrapte ontwerp is ook in het gebouw duidelijk te
herkennen. De etages liggen trapsgewijs op elkaar. Elke
verdieping ligt een stuk naar voren of naar achteren geschoven. Hierdoor ontstaan dakterrassen die ruimte scheppen
voor extra groen, maar ook zorgen voor een aangename
lichtinval.
Het atrium is een prettige plek om te verblijven. (foto: Ben Vulkers)
Duurzame Scholen | april 2015 |
23
De BinnenklimaatWand, voor een
stimulerende, comfortabele leeromgeving
onuitputtelijke
grondstoffen
brandwerend
snel te
monteren
geluidwerend
schroefvast
thermisch
isolerend
dubo
Het gebruik van verantwoorde bouwproducten voor gezond leren, werken en wonen
raakt meer ingeburgerd. Er wordt vaker doordacht en bewust gekozen voor ecovriendelijke bouwmaterialen.
In een schoolgebouw kunnen duurzame en damp-open binnenwandsystemen
bijdragen aan energiebesparing en een optimaal binnenklimaat. Milieuvriendelijke
wanden van Faay passen daarom heel goed binnen het streven naar frisse,
stimulerende onderwijsgebouwen.
Gezonde binnenlucht, energiebesparing en
een betere akoestiek zijn mogelijk met de
damp-open BinnenklimaatWand van Faay.
Deze wand wordt samengesteld uit panelen
die een vlasvezelkern hebben met aan weerskanten een houtvezelplaat van 20 mm.
De wand kan afgewerkt worden met een
natuurlijke afwerklaag, zoals leemstuc,
kalkpleister of sierpleister.
Akoestisch en thermisch comfort
Door de damp-open constructie en de natuurlijke afwerklaag verbetert de BinnenklimaatWand de inpandige luchtkwaliteit. Dat
betekent: hogere concentratie, betere prestaties, minder overdracht van ziektekiemen.
Een gezonde en comfortabele
omgeving laat leerlingen en
docenten zich beter concentreren en zo optimaal presteren.
24 | april 2015 | Duurzame Scholen
En ook: een beter thermisch klimaat, in alle
seizoenen. De BinnenklimaatWand geeft een
gelijkmatige luchtvochtigheid, wat resulteert
in een natuurlijk ademende omgeving.
Daarnaast zorgt de BinnenklimaatWand
ook voor thermisch comfort. Er zijn twee
manieren van isoleren: de kou buiten of de
warmte binnen houden. Damp-open isolatie
doet allebei. De grote warmteopslagcapaciteit
voorziet in een binnenklimaat waarvan de
temperatuur gelijkmatiger en constanter is.
De isolatie fungeert als warmtebuffer én houdt
de kou buiten.
Ook geeft de BinnenklimaatWand een hoger
akoestisch comfort. De wand vermindert
galm en dempt buitengeluiden.
100% duurzaam
De ecologische BinnenklimaatWand is een
prachtige aanvulling op het milieuvriendelijke
assortiment van Faay, een bedrijf dat bekendstaat om zijn duurzame bouwproducten.
De BinnenklimaatWand is immers 100%
duurzaam qua grondstoffen, productieproces
en hergebruik. De wand is zeer geschikt
voor toepassing binnen luchtdicht bouwen,
waar regulering van het binnenklimaat
verplicht is. Ook scholen, zorginstellingen
en woningen kunnen dus van de voordelen
van de BinnenklimaatWand profiteren.
De ecologische BinnenklimaatWand met een afwerking van
leem biedt een aangenaam
binnenklimaat en geeft een
frisse en gezonde beleving.
Intensief gebruik
Belangrijk is dat een onderwijsinterieur
duurzaam is. Daarnaast moet een school een
(visueel) stimulerend, aangenaam en veilig
interieur bieden, dat ook bestand is tegen
intensief gebruik. De wand- en plafondsystemen van Faay beantwoorden aan
ál deze wensen. Niet voor niets worden
Faay-wanden bijzonder veel gebruikt bij
de nieuwbouw, verbouw en renovatie van
onder meer onderwijsgebouwen!
Bel voor meer informatie 0347-37 66 24 of
kijk op www.faay.nl.
/ PROJECT
In de genen
Naast de duurzame technieken als onder andere ledverlichting, aanwezigheidsmelders, stralingspanelen (pv-panelen) en
een WKO-installatie zijn er waterinfiltratie, gebruik grijs water
voor toiletten, CO2-ventilatie, betonkernactivering, vloerverwarming met klimaatplafonds en vloerkoeling toegepast. Bij
het ontwerp is de Cradle to Cradle-gedachte nadrukkelijk in
het oog gehouden. Deze gedachte zit Bögl in het bloed. “We
hebben bij de keuze voor het materiaalgebruik veel gecertificeerde materialen gebruikt, die niet schadelijk zijn voor het
milieu en de omgeving. Het is een gebouw met een zogeheten
flexibele structuur. Het gebouw is vrij eenvoudig om te
bouwen naar een andere toepassing, bijvoorbeeld een
kantoorfunctie, met een hogere bezettingsgraad.”
De architect geeft aan dat de duurzaamheidseisen die de
opdrachtgever stelde, hem niet hebben beperkt in het
ontwerp. “Ik heb me altijd al gefocust op duurzaamheid.
Duurzaam bouwen zit bij ons bureau in de genen. Je kunt het
vergelijken met de veiligheid in een gebouw. Daarvan vraagt
ook niemand zich nog af of het nodig is. Het is gewoon een
vast gegeven.”
Pv-panelen op het dak dienen tevens als zonwering en zorgen voor
een diffuus licht binnen. (foto: Hannah Anthonysz)
Ontmoeten en overleggen
Ook de gebruiker kan een halfjaar na ingebruikname de eerste
ervaringen optekenen. Justine van den Berg, marketing- en
communicatieadviseur Faculteit Educatie, zet ze op een rij:
“De gebruikers zijn blij met het gebouw en dan vooral met de
prettige lichte werkplekken. Het is eenvoudig om in het atrium
mensen van andere opleidingen te ontmoeten en te overleggen. Ook de pub wordt als zeer prettige ervaren, net als de
bijzondere lokalen, zoals de theaterzalen, iXperium, de
gymzaal en de verschillende soorten scheikundelokalen.
Mensen moeten wel wennen aan de flexplekken. De HAN
Pabo was gewend aan een eigen gebouw, maar zij moeten
het nu delen met de andere opleidingen en afdelingen.”
Onderwijsinstelling met voorbeeldfunctie
“Met dit gebouw heeft de HAN gekozen voor duurzaam
bouwen. Als onderwijsinstelling willen wij onze verantwoordelijkheid nemen”, zegt Van den Berg. “In een moderne onderwijsinstelling is het belangrijk om ook verantwoordelijkheid te
nemen voor je omgeving: dus bewust omgaan met energie,
met water, met materialen, met grondstoffen en met je
omgeving. Als Faculteit Educatie heb je daarin ook een
voorbeeldfunctie. Duurzaamheid is een belangrijk thema voor
veel scholen, de toekomstige werkplek van onze studenten.
Wij vatten het begrip ‘duurzaam’ ook ruimer op dan alleen
energie. Het gaat ook om een gebouw waar je prettig (samen)
werkt, in aangename temperatuur, waar goed licht is, goede
akoestiek, waar mensen bewust omgaan met de omgeving,
zonder verspilling, zonder troep achter te laten (letterlijk, maar
ook kiezen voor Cradle to Cradle). We hopen dat studenten
en medewerkers dit prettig vinden. Het is echter ook een
plicht voor een moderne organisatie om bewust om te gaan
met bijvoorbeeld je omgeving en grondstoffen.”
De ruime lichtinval maakt het werkcafé tot een prettige ruimte om te
werken. (foto: Ben Vulkers)
Duurzame elementen op een rij
• Totaal bruto vloeroppervlak: 36.633 m2
• 650 ondergronds parkeerplaatsen
• Energieopwekking met warmte-en koudeopslag in de
bodem
• Grijswatercircuit
• Betonkernactivering
• Isolatiewaarde: Rc-waarde 5
• Zonnepanelen
• Aanwezigheidsdetectie
• Vaste horizontale zonwering in de vorm van lamellen
• Overstekken van de zuidgevel zorgt voor extra zonwering
• Situering van de theorielokalen naar de noordzijde,
• Duurzame materiaaltoepassingen zoals een lichte
betonschil op de gevel met gerecycled glas als toeslagmateriaal
• Toepassing ledverlichting
• Groene daken en gevels
• Cradle to Cradle-materialen
• Hemelwaterinfiltratie
• Atrium bevordert overzicht en daarmee het gevoel van
veiligheid en sociale cohesie
Duurzame Scholen | april 2015 |
25
‘Een goed binnenklimaat als
zwaartepunt is heel logisch’
Niet al te lang geleden werd een gloednieuwe school in Oegstgeest in gebruik genomen:
het Dok. Drie pijlers stonden centraal bij het ontwerp: daglicht, frisse lucht en het gebruik
van natuurlijke materialen. Met een beperkt budget werd het gedachtegoed van Frisse
Scholen zo ver mogelijk doorgevoerd.
Tekst: Marvin van Kempen Beeld: Sónia Arrepia
26 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
“W
e bereikten de geplande verduurzaming met
cherry picking”, weet Noud Paes, projectarchitect bij Architectenbureau Paul de Ruiter.
“De focus lag met name op drie pijlers. Samen met de
opdrachtgever en Arup, betrokken als installatie- en
duurzaamheidsadviseur, zochten we uit hoe deze ambities
vorm konden krijgen, binnen een strak budget.”
Belang van luchtkwaliteit
Goede luchtkwaliteit staat niet voor niets centraal. Het is een
fel onderbelicht aspect in menige school. “De luchtkwaliteit in
scholen is over het algemeen slecht. Ze zijn te goed geïsoleerd vanwege het bouwbesluit en er is een te grote focus op
energiezuinigheid. Daarnaast wordt er te vaak bezuinigd op
een goede klimaatinstallatie. Dat moest beter.”
Daarom werd een installatie ontworpen met natuurlijke
toevoer van lucht en een centrale mechanische afvoer op
basis van overstort tussen de verblijfsruimten en de centrale
ruimten. De ventilatiekanalen zijn volledig in de houten
constructie geïntegreerd. “We werken met heel veel gevelroosters, waardoor de luchtstroom heel langzaam door het
gebouw gaat, in grote hoeveelheden.”
De eerste gebruikerservaringen met dit klimaatsysteem zijn
positief. “De eerste weken zijn we bezig geweest met de
inregeling en de signalen die we vanuit de school opvangen
zijn positief. Natuurlijk weten we uit ervaring dat gebruikers
anders omgaan met het klimaat en de installaties dan
ontwerpers vaak voorzien. Door bijvoorbeeld ramen voor een
lange tijd open te zetten. Het voordeel van de klimaatinstallatie van het Dok is dat deze werkt met natuurlijke ventilatie
en grote luchthoeveelheden. Een open raam hier of daar heeft
dus veel minder impact op het totale klimaat en de energiehuishouding. Volledige mechanische ventilatie maakt dit
spanningsveld een stuk groter.”
Breed betrokken
Noud Paes,
projectarchitect bij
Architectenbureau
Paul de Ruiter
Het was een ferme uitdaging om dit nieuwe installatiesysteem
goed, tijdig en binnen budget te realiseren. In installateur
Kuijpers vond Architectenbureau Paul de Ruiter een partner
die aan het technisch ontwerp meehielp. “Het is geen
Duurzame Scholen | april 2015 |
27
Op weg naar
Een zorgeloos werkend leerklimaat voor €40,- per jaar
per leerling met Itho Daalderop Klasse-ventilatie.
Klasse-ventilatie van Itho Daalderop is een slimme plug & play oplossing
met energiezuinige, stille en comfortabele CO2-gestuurde ventilatie-units.
Al meer dan 500 scholen zijn u voorgegaan en voorzien van goede ventilatie.
Heeft u belangstelling en wilt u meer informatie? Kijk op www.ithodaalderop.nl/
klasselease of geef uw interesse aan via: [email protected].
Wij komen graag bij u langs om u alles uit te leggen over hoe uw school ook een
schoolvoorbeeld van klasse-ventilatie kan worden.
www.ithodaalderop.nl
28 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
standaard klimaatsysteem, laat dat duidelijk zijn. We wilden
graag dat degene die het gaat bouwen, ook bij de engineering
betrokken is.”
Minstens zo belangrijk was het gebruik van natuurlijke,
duurzame materialen. Zo bestaat de draagconstructie uit
duurzaam vurenhout, voorzien van een coating om het
gemakkelijk schoon te maken. “We kozen voor materiaalminimalisatie en voor niet-giftige bouwstoffen. In de binnenruimtes kun je eigenlijk exact uitlezen hoe het gebouw in
elkaar zit, we vergelijken het wel eens met een houten
bouwpakket”, zegt Paes.
Voorbereid
Deze draagconstructie is flexibel, zodat de inrichting van de
school en de ruimtes vrij aanpasbaar is in de toekomst. “Het
is mogelijk om binnenwanden uit de constructie te halen en
elke 80 centimeter kan een binnenwand worden aangesloten.”
Ook met de diverse duurzaamheidsmaatregelen is de school
voorbereid op de toekomst. Er is een WKO in de bodem en
dit is een onderdeel van het ventilatiesysteem. Lucht die het
gebouw binnenkomt wordt voorverwarmd en vooraf
gekoeld. “Achter elk toevoerrooster in de gevel zit een
verwarmings- en koelelement, welke samen met de vloer
verwarming is gekoppeld aan de WKO. Los van labels en
EPC-regelgeving streefden we naar een eigen systeem dat
zeer geschikt is voor scholen.”
Ook op het gebied van lesgeven wordt een bijzonder
concept toegepast. Het Dok werkt met kleine klaslokalen,
ook wel huiskamers genoemd. Leerlingen verzamelen zich’s
ochtends in deze huiskamers en krijgen instructies van een
docent. Vervolgens gaan ze naar het leerplein, waar de
docenten zijn, om op verschillende plekken een les te
krijgen. Natuurlijk kan er in de pauze naar hartenlust
gespeeld worden in de buitenruimtes. De buitenspeelpleinen
vormen het hart van het gebouw, waar de kinderen op
verschillende niveaus veilig en vertrouwd kunnen spelen.”
Focusverschuiving
Omdat hij vaker betrokken is bij de realisatie van scholen,
kent Paes de uitdagingen en kansen hieromtrent. “De focus
moet niet alleen op energie liggen, terwijl dat wel vaak zo is
bij ontwerp en realisatie. Denk na over frisse lucht en de
opmars van relevante klimaatsystemen die hieraan kunnen
bijdragen. Eigenlijk is het gek dat veel partijen zich richten
op energie, terwijl juist een goed klimaat met veel frisse
lucht een bewezen relatie heeft met leerprestaties en een
prettig werkklimaat. Dan is een focusverschuiving toch
duidelijk?”
Duurzame Scholen | april 2015 |
29
Gezonde en energieneutrale
scholen, gewoon doen
Gezonde en energieneutrale scholen zijn wel degelijk haalbaar en betaalbaar, zo leert de
praktijk. Soms door sleuren en trekken. Wie er vol voor gaat en geen nee accepteert, lukt
het - linksom of rechtsom – om een gezonde en energieneutrale school te realiseren.
Tekst: ing. Ronald Schilt – adviesbureau Merosch
Daarvoor moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan.
De ambities en de budgettaire kaders van de opdrachtgever
moeten bij aanvang helder zijn. Een team met commitment en
gedegen kennis van zaken moet het schoolgebouw integraal
ontwerpen. Dat vraagt om een goede samenwerking van
architect en adviseurs, die voldoende vertrouwen hebben en
elkaar ook de waarheid vertellen. Bovendien moeten heel
duidelijke lange termijn prestatieafspraken worden vastgelegd, waaraan ze elkaar vervolgens houden.
Twee scholen – Plein Oost in Haarlem en De Zeven Zeeën in
Amsterdam – en een multifunctionele accommodatie (MFA) in
Kapelle illustreren hoe een gezond en energieneutraal gebouw
daadwerkelijk tot stand komt. Gezondheid staat daarbij altijd
voorop, aan de kwaliteit van het binnenmilieu worden geen
concessies gedaan. De energetische ambitie komt op de
tweede plaats. Alle scholen voldoen aan het programma van
eisen niveau B voor lucht, licht, comfort en akoestiek.
Plein Oost, Haarlem
(Kristinsson Architecten)
De uitgesproken ambitie van de gemeente Haarlem en de
inzet van een bevlogen ambtenaar vormden het vertrekpunt.
Geld voor die ambitie was er in eerste instantie niet, wel de
overtuiging dat met nieuwbouw een kans voorhanden lag. Al
voordat met het schoolgebouw werd begonnen, was Merosch
door de gemeente en het schoolbestuur betrokken bij advies
over financiële dekking en het opstellen van de gewenste
prestatie-eisen. Daarna was het vooral een kwestie van blijven
stimuleren en motiveren van alle betrokkenen en deze waar
nodig aanspreken om het beloofde eindresultaat daadwerkelijk te realiseren.
Sinds de vooroplevering van de school in april 2014 wordt het
daadwerkelijke energiegebruik en de energieopwekking uit de
pv-panelen gemeten en geanalyseerd. Ondanks wat opstartproblemen is het netto energiegebruik nu al op het niveau
zoals berekend: zo’n 7,2 kWh/m². Na het doorvoeren van een
30 | april 2015 | Duurzame Scholen
aantal optimalisaties is het verbruik inmiddels aanzienlijk
gereduceerd en verwachten we uiteindelijk twintig procent
lager uit te komen dan de aanvankelijke berekening.
• EPC = 0
• Extra dikke isolatie
• HR-verlichting
• Warmteterugwinning
• Warmtepomp en WKO
• Pv-panelen
• 3.000 m² BVO
• Bouwkosten 1.300 euro/m² (ex btw)
Multifunctionele accommodatie Kapelle
(Teeuwisse en Willems Architecten)
De gemeente Kapelle was zonneklaar over zowel het budget
als de ambitie voor de nieuwe multifunctionele accommodatie, waar ook twee scholen in gevestigd zijn. De gemeente
had in 2011 al een duurzaamheidsvisie vastgesteld voor de
gehele gemeente. Daarin stond expliciet de ambitie om deze
MFA volledig energieneutraal te realiseren.
De architect en de adviseur stonden in dit proces kritisch
tegenover elkaar, maar durfden zich ook kwetsbaar op te
stellen om tot een integraal en optimaal ontwerp te komen.
Stevige discussies zijn gevoerd over de compactheid van het
gebouw en de gevelopeningen. In een open gesprek is vervolgens het optimum gezocht tussen gebouwvorm, gevel en
comfort, binnenklimaat en energieverbruik.
Het commitment van het ontwerpteam voor een gezond en
energieneutraal gebouw was groot. De architect heeft
gekozen voor energieneutraliteit als leidend beginsel voor de
esthetische verschijningsvorm en de adviseurs van het
installatietechnisch ontwerp hebben hun honorarium
verbonden aan het daadwerkelijk aangetoonde eindresultaat.
/ ALGEMEEN
Het grote dak is zongericht, ligt onder een hellingshoek van
10 tot 15 graden en is volledig ontworpen op pv-panelen. Bij
800 m² aan pv-panelen is het gebouw energieneutraal. Omdat
de bedoeling is om 1.500 m² aan pv-panelen aan te brengen,
zijn de adviseurs ervan overtuigd dat het gebouw energie gaat
leveren.
• Energieneutraal tot energieleverend
• Extra dikke isolatie
• HR-verlichting
• Warmteterugwinning
• Warmtepompen en WKO
• Pv-panelen
• Koppeling van warmtepomp en WKO met nabij gelegen
zwembad
• 4.250 m² bvo
• 1.400 euro/m² (ex btw)
IKC De Zeven Zeeën, Amsterdam
(Moke architecten)
De ambities voor het IKC De Zeven Zeeën waren vooraf
helder geformuleerd en bovendien hoog op het gebied van
zowel verschijningsvorm als duurzaamheid. Voor alle gebouwen van de gemeente Amsterdam geldt vijftig procent
energieneutraal als minimale eis. De directeur van de Stichting
Openbaar Onderwijs Noord sprak bij aanvang de ambitie uit
om de Scholenbouwprijs te winnen met deze school. Maar
voor die ambities was nauwelijks aanvullend budget. In een
intensieve samenwerking zijn binnen het ontwerpteam de
grenzen opgezocht van oplossingsmogelijkheden en technieken
om binnen het beperkte budget toch een energieneutraal en
aansprekend gebouw te ontwerpen.
Vanuit energie bestaat bijvoorbeeld de wens om koelmachines
te voorkomen en krijgen de zonbelaste gevels zo klein
mogelijke ramen. Tegelijkertijd waren de eisen van het ‘Frisse
Scholen Programma van Eisen’ van toepassing en daarmee
waren juist grote ramen gewenst. Per lokaal zijn berekeningen
gemaakt en alternatieven afgewogen om tot een optimum te
komen tussen het voorkomen van mechanische koeling dan
wel opwarming van de ruimte, optimale daglichttoetreding,
esthetisch fraai gevel- en dakontwerp en besteedbaar
budget.
• EPC = 0
• Extra dikke isolatie
• Maximale afstemming glasvlakken in relatie tot oververhitting en daglichttoetreding
• Ledverlichting
• Stadsverwarming
• Pv-panelen
• 1.700 m² bvo
• 1.500 euro/m² (ex btw)
Multifunctionele accommodatie Kapelle
Pv-panelen energieneutrale school
Nauwe samenwerking in ontwerpteams
Hoge ambities vragen om een kritische blik, want deze
moeten uiteindelijk wel realiseerbaar zijn. Vaak kunnen niet
alle ambities naar de letter worden gevolgd. Zo zijn sommige
eisen in het ‘Frisse Scholen Programma van Eisen’ strijdig
met energetische doelstellingen. Alleen in nauwe samenwerking in ontwerpteams kan dan een optimum worden bereikt
om zo veel mogelijk ambities te realiseren.
Het moet en het kan altijd beter. Door gerealiseerde projecten
te monitoren en voor nieuwe projecten vooraf een realistische
en heldere financiële analyse te maken, wordt de investering
telkens beter ingezet. Alleen als de opdrachtgever en alle
teamleden overtuigd zijn van de duurzame ambities – door op
de meter aan te tonen en te garanderen dat het echt kan en te
helpen met het vinden van de financiële dekking – wordt het
schoolgebouw gezond en energieneutraal.
Duurzame Scholen | april 2015 |
31
Duurzaam binnenklimaat
voor een vaste prijs
Het is ondertussen breed uitgemeten in de landelijke media: het Nederlandse
onderwijs kampt met slechte luchtkwaliteit in de lokalen. Hoewel een beperkt
aantal scholen reeds is voorzien van een ventilatiesysteem, blijken de werking en
het bereikte resultaat vaak tegen te vallen.
V
aak worden grote resultaten verwacht: meer verkoeling
en ventilatie, maar ook een gebruiksvriendelijke
installatie en – niet onbelangrijk – minder exploitatie en energiekosten. Het programma Frisse Scholen heeft in al
die jaren minder vruchten afgeworpen dan gewenst. Teleurstellend en merkwaardig.
Ook Klimaatgroep Holland, inmiddels tien jaar gespecialiseerd
op het gebied van Frisse Scholen, is tegen de nodige
uitdagingen aangelopen. Deze uitdagingen zijn echter
omarmd en ondanks tegenslagen omgezet in goede resultaten. Met het nodige doorzettingsvermogen en de wilskracht
om te gaan voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat.
Profiteren van nieuwe technieken
Naast wilskracht was er ook daadkracht en de mogelijkheid
om de praktijkervaringen om te zetten naar nog betere
(home made) apparatuur en software. Hiermee worden niet
alleen nieuwe installaties steeds beter, maar ondervinden
ook bestaande installaties voordeel door een eenvoudige
software update.
Het centraal updaten van de software is bijzonder waardevol
gebleken voor de opdrachtgevers, omdat zij blijvend
profiteren van de nieuwste technieken en mogelijkheden.
Met als resultaat een reductie op de energierekening en een
optimaal comfort.
Klimaatgroep Holland heeft haar kennis en ervaring op het
gebied van klimaattechniek en de wensen en eisen van de
gebruikers en opdrachtgevers weten om te zetten naar
prachtige technieken voor nu en in de toekomst.
Het bedrijf vertaalt dit niet alleen in techniek, maar ook
In een goed binnenklimaat voelen leerlingen zich prettiger en presteren ze beter.
32 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL
daarbuiten. Behalve dat leerlingen in een fris en gezond
binnenklimaat beter presteren, wordt er ook bewust nagedacht over hun leefomgeving: de atmosfeer waarin ze
opgroeien.
Energiebesparing en recycling
Energieverbruik en duurzaamheid zijn dan ook speerpunten
voor het bedrijf. Het is de hoogste tijd om verder te kijken dan
frisse scholen alleen. Maximale energiebesparing en volledige
recycling staan hoog op de agenda.
Het Scholen˚Concept is speciaal ontwikkeld voor en mede
door scholen en ventileert, verwarmt en koelt met één
systeem. Elk lokaal wordt voorzien van een optimale verdeling
van binnen- en buitenlucht via een constante meting van CO²,
vocht en temperatuur. Een inventieve technologie met een
hoge mate van gebruiksgemak.
Elke unit wordt eenvoudig aangesloten op de meldkamer van
Klimaatgroep Holland. Op deze manier kunnen proactief
verbetervoorstellen voor de instellingen per lokaal worden
gedaan. Onnodig energieverbruik wordt voorkomen waardoor
dus extra kosten worden bespaard.
Het Scholen˚Concept is standaard uitgerust met aanwezigheidsdetectie, waarop ook de verlichting wordt aangesloten.
De unit hoeft dus nooit in- of uitgeschakeld te worden bij
aankomst of vertrek.
Daarnaast is het Scholen˚Concept geschikt om volledig te aan
te sluiten op de nieuwe generatie warmtepomptechnieken,
die hun energie uit de buitenlucht halen. Nauwe samenwerking met deskundige en innovatieve fabrikanten resulteert in
ongekende rendementen.
Het Scholen˚Concept ventileert, verwarmt en koelt met één systeem.
Klimaatgroep Holland heeft een ruime ervaring op het gebied van
klimaattechniek in onder meer onderwijsgebouwen.
Eenvoud en overzicht
Tot slot speelt ontzorging een grote rol bij Klimaatgroep
Holland. Eenvoud en overzicht door integratie van verschillende functies die van invloed zijn op het binnenklimaat en het
energieverbruik, zoals verwarming, ventilatie, koeling, maar
ook verlichting en zonwering.
Een logische vervolgstap is de ontwikkeling naar totale
ontzorging: het onderwijs investeert daarbij niet meer in een
installatie, maar betaalt voor het resultaat. Geen investering,
wel een comfortabel klimaat voor een vaste prijs per maand,
zonder omkijken. Daarbij wordt het voorzien van een honderd
procent recyclebare installatie. Toekomstgericht.
Klimaatgroep Holland BV
Odenseweg 8
Postbus 5233
9700 GE Groningen
Telefoon: 050-5470400
[email protected]
www.klimaatgroepholland.nl
Het Scholen˚Concept is toekomstgericht.
Duurzame Scholen | april 2015 |
33
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
DELEN
NIEUWE
hebben
IS HET
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
Brink Groep staat voor grip op kwaliteit, proces en eindresultaat in bouw, huisvesting en vastgoed.
Ons motto is: de goede dingen goed doen. We zijn altijd op zoek naar de werkelijke behoefte van
onze klanten (de goede dingen) en de meest pragmatische oplossing van vraagstukken (goed doen).
We zijn overtuigd van de waarde van samenwerking en brengen partijen, kennis en kunde samen
voor een duidelijk resultaat.
34 | april 2015 | Duurzame Scholen
brinkgroep.nl/duurzaam
/ PROJECT
Rhijnspoorgebouw zorgt
voor nieuwe
duurzaamheidsstandaard
Het Rhijnspoorgebouw heeft de hoogste duurzaamheidsscore ontvangen, dat ooit is
toegekend aan een onderwijsgebouw in Nederland: BREEAM-NL Excellent-certificaat
(vier sterren). Dit gebouw van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vormt het nieuwe
centrum voor het Domein Techniek van deze hogeschool.
Tekst: Ton Brands
De gevel van het Rhijnspoorgebouw is enerzijds open en anderzijds gesloten. Daglicht komt wel diep het gebouw binnen,
maar de directe toetreding van zonlicht wordt gereduceerd. (Afbeelding: MIR)
T
eam RSG is een combinatie van drie architectenbureaus: Powerhouse Company, de Architekten Cie. en
Marc Koehler Architects. Gezamenlijk zijn deze bureaus
verantwoordelijk voor het ontwerp van het Rhijnspoorgebouw.
Dit project bestaat uit een toren aan de Wibautstraat, een laag
bouwblok aan de Mauritskade en een atrium dat verbonden
wordt met de bestaande gebouwen van de Amstel Campus.
“Elke afdeling binnen de faculteit krijgt een eigen verdieping,
die via aansluitende terrassen uitkijkt op het levendige en
openbaar toegankelijke atrium,” vertelt Stefan Prins. Namens
Powerhouse is hij als projectmanager en –architect nauw
betrokken bij het project.
Duurzame Scholen | april 2015 |
35
Wat is BREEAM-NL?
BREEAM-NL is het instrument om integraal de duurzaamheid van nieuwe gebouwen, bestaande gebouwen,
gebieden en sloopprojecten te meten en te beoordelen.
De Dutch Green Building Council geldt als beheerder en
ontwikkelaar van BREEAM-NL, dat is afgeleid van het
internationale BREEAM.
BREEAM-NL kent vier keurmerken: Nieuwbouw en
Renovatie, Gebiedsontwikkeling, In-Use, en Sloop en
Demontage. De certificering van projecten met een van
deze keurmerken geeft inzicht in de werkelijke prestatie
van dit project op het gebied van duurzaamheid. Gezien
de internationale erkenning is een mondiale prestatie.
Hierbij draait duurzaamheid niet enkel om energie
besparen. BREEAM-NL beoordeelt op negen verschillende duurzaamheidscategorieën, waaronder ook
gezondheid.
Kijk voor meer informatie op BREEAM.nl.
De Hogeschool van Amsterdam hecht veel belang aan het
onderwerp duurzaamheid. Het instellingsplan omvat een
apart hoofdstuk ‘duurzaamheid op de hogeschool’. In dit
hoofdstuk geeft de HvA onder meer aan dat zij zich committeert aan de doelstellingen van de Rijksoverheid (30%
energie-efficiencyverbetering in 2020 ten opzichte van 2005;
40% CO2-reductie in 2025 ten opzichte van 1990 en 50%
duurzaam inkopen in 2012). Duurzaamheid wordt niet alleen
geïntegreerd in onderwijs, maar ook bij de nieuwbouw en
renovatie van de HvA.
Duurzaamheidmeetlat
Met de vier sterren BREEAM-NL-certificering voor duurzaamheid beloont de Dutch Green Building Council het Rhijnspoorgebouw met de hoogste score, die ooit is toegekend aan een
onderwijsgebouw in Nederland. BREEAM-NL Nieuwbouw is
de meest gebruikte duurzaamheidmeetlat voor nieuwbouw en
renovatie in Nederland en Europa. “Tijdens het ontwerpen en
bouwen van het Rhijnspoorgebouw is uitgebreid rekening
gehouden met meerdere duurzaamheidthema’s. Naast
energie en gezondheid zijn dit onder meer transport, water,
materialen, afval, landgebruik en ecologie, vervuiling en
management”, vertelt Prins.
Stefan Prins:
“Energiebesparing is een belangrijk
BREEAM-onderdeel van het project
Rhijnspoorgebouw, maar BREEAM
omvat veel meer. Een aspect als
gezondheid bijvoorbeeld krijgt veel
aandacht.”
(Foto: Rasmus Malmstrøm)
36 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Kennisoverdracht en ontmoeting als essentie van het
onderwijs zijn kernwaarden van het project Rhijnspoorgebouw. Daarnaast vormt duurzaamheid de rode draad. Deze
ambities zijn bereikt door de uitvoering van groene en
technische oplossingen.”
Die oplossingen variëren van energieopwekking via zonnepanelen tot het gebruik van recyclebare materialen op de
gevel. Andere opvallende kenmerken in het ontwerp zijn:
nestkasten voor zwaluwen, klimaatplafonds en een opslagsysteem voor thermische energie. De combinatie van de
verschillende duurzame oplossingen resulteert in een gebouw
dat 40% minder energie verbruikt dan de Nederlandse
bouwregelgeving vereist.
Verantwoording
Nestkasten voor zwaluwen? Gaat dat niet wat ver? “Integendeel”, vindt Prins. “BREEAM-NL helpt je om allerlei zaken
helder te krijgen, die anders misschien aan de aandacht
ontsnappen. Omdat het hele projectteam streefde naar een
hoge BREEAM-NL-score, neem je dit soort zaken ook mee.”
Toch is het geen trucje om een hoge score te halen, haast de
architect zich te zeggen. “Omdat we met veel mensen aan dit
project werken, komen er allerlei ideeën naar voren.
BREEAM-NL reguleert die ideeën en dan moet je er ook wat
van vinden. Dan komt er van alles voorbij. Het gebouw komt
bijvoorbeeld op de plek waar een oud gemaal staat. Het
bouwteam was het er helemaal over eens om voorzieningen
voor vleermuizen te realiseren. Dat bleek uiteindelijk niet nodig
omdat vleermuizen niet voorkomen in dit gebied, maar het
tekent het commitment. Het is helemaal niet zo moeilijk om
zoiets mee te nemen in een ontwerp. Als je het als ‘gedoe’
ziet en er ellenlang over discussieert, kost het meer tijd dan
wanneer je in oplossingen denkt. We bouwen vlakbij het
centrum van Amsterdam, wat deel uitmaakt van het werelderfgoed van Unesco. Dat geeft een bepaalde verantwoording,
ook als het gaat om flora en fauna.”
Meer dan energiebesparing
De nestkasten zijn weliswaar een detail binnen het totale
project; het onderstreept tegelijkertijd de reikwijdte.
“BREEAM-NL wordt vaak geassocieerd met ‘energiebesparing’. Dit is weliswaar een belangrijk onderdeel, maar
BREEAM-NL omvat veel meer. Een aspect als gezondheid
bijvoorbeeld krijgt veel aandacht. Dat zie je onder andere
terug in de daglichttoetreding. Op talrijke plekken is zon- en
lichtwering toegepast. De zonneschermen zijn per ruimte te
bedienen. De gevel van het gebouw is enerzijds open en
anderzijds gesloten. Dit helpt om directe zontoetreding te
reduceren. Er komt wel daglicht binnen, maar je hoeft iets
minder snel het scherm te gebruiken. Je houdt dus wel het
daglicht, maar de nadelen van de zon worden gereduceerd.”
In de architectuur kan een negge de schaduw- en dieptewerking van een gevel beïnvloeden. Aan de hand van de
diepte van de negge kan het gewenste gevelbeeld verkregen
worden. “De neggen in de gevel van het Rhijnspoorgebouw
zijn aan één zijde uitgevoerd in aluminium, wat zorgt voor
Het atrium is een beeldbepalend element in het Rhijnspoorgebouw. (Afbeelding: MIR)
indirect licht in het gebouw. Het is tegelijkertijd een esthetische
component, die de gevel een dynamisch uiterlijk biedt én een
functionele component die ervoor zorgt dat het daglicht diep
het gebouw binnendringt.”
Waar kunstlicht is toegepast, is gekozen voor energiezuinige
ledverlichting. “Led voorkomt vervelende flikkeringen, de
gekozen lichtkleur is ‘warm’ en de kleuren zijn natuurgetrouw.
Bovendien is de verlichtingsinstallatie voorzien van aanwezigheidsdetectie, zodat verlichting niet nodeloos blijft branden.
Stuk voor stuk maatregelen die het gebouw energiezuiniger
maken en tegelijkertijd zorgen voor extra comfort.”
Aanpasbare temperatuur
Prins geeft nog meer duurzaamheidsvoorbeelden. Zo kunnen
de gebruikers van het Rhijnspoorgebouw per verblijfsruimte
de temperatuur aanpassen. Om onnodig waterverbruik te
beperken zijn waterbesparende technieken toegepast voor de
waterkranen, urinoirs en toiletten. “Opvallend daarbij zijn de
Join the Pipe-tappunten. Met deze punten stimuleert de HvA
kraanwater boven flesjeswater. Flesjeswater zijn immers
vervuilend door transport, productie en plastic afval. Ook
draagt elk gerealiseerd Join the Pipe-tappunt bij aan het
realiseren van waterprojecten in ontwikkelingslanden.”
Afval bestaat niet
‘Afval’ is een ander onderwerp dat BREEAM-NL behandelt.
Tijdens de bouw komt veel ongebruikt restmateriaal vrij. Dit
materiaal wordt bij het Rhijnspoorgebouw zo veel mogelijk
geminimaliseerd, volledig gescheiden en 80% ervan wordt
weer gerecycled en dus hergebruikt. Naast dat hergebruik zal
het Rhijnspoorgebouw zelf voor meer dan 25% uit gerecycled
materiaal bestaan. “Materiaal dat anders wellicht ongebruikt
blijft, krijgt hiermee een tweede leven.”
Onder het gebouw is ruimte gereserveerd om het afval in
meerdere afvalstromen te sorteren. Maar ook op elke verdieping vindt gescheiden afvalinzameling plaats. Zo kan het afval
gescheiden worden aangeleverd voor verdere recycling.
Het lage dak van het Rhijnspoorgebouw wordt bekleed met
sedum planten. Zo’n dak is een habitat voor fauna, het vangt
extreme neerslag op en neutraliseert giftige stoffen uit de
omgeving. “De laagbouw op het dak zal tevens diverse
installaties bevatten. Hier plaatsen we ook een proeftuin van
pv-panelen, zodat studenten kunnen leren van de systemen.
Het educatieve karakter hiervan sluit mooi aan bij de functie
van het gebouw. Het is tenslotte een gebouw voor techniek.”
Beeldbepalend atrium
Het atrium is een beeldbepalend element in het Rhijnspoorgebouw. Dit atrium loopt vanaf de laagbouw tot aan het
bestaande Theo Thijssen-gebouw. “We voegen een nieuw
gebouw toe aan een cluster van twee: het Theo Thijssengebouw en het monumentale Kohnstammhuis”, legt de
architect uit. “Het atrium wordt wijder als je dieper in het
gebouw bent en smaller als je je hoger in het gebouw bevindt.
Deze constructie is een gevolg van studies naar maximale
toetreding van daglicht in gebouwen en zorgt ervoor dat het
daglicht diep het gebouw binnenvalt.”
Ook aan de akoestiek is meer dan gemiddeld aandacht
besteed. “We hebben geluidsstudies laten uitvoeren en
referentieprojecten bezocht om tot een optimale akoestiek te
Duurzame Scholen | april 2015 |
37
EXPERTISE
VAKWERK
BEGINT MET
SAMENWERKEN
Hoe groot of klein uw schilderproject ook is, bij Sikkens
staat u er nooit alleen voor. Als
professionele partner brengen wij
uw expertise, onze producten en
services bij elkaar. Of het nu gaat
om de keuze tussen zijdeglans
of hoogglans. Of om kleuradvies
of technische ondersteuning.
Samen werken we aan ideeën en
oplossingen. Want een project tot
een perfect einde brengen, begint
met samenwerken. Kijk voor onze
services en al onze producten
op www.sikkens.nl.
38 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
komen. Omdat het atrium zo fors is, is dit een zeer belangrijk
element. Daarom worden daar waar mogelijk akoestisch
absorberende materialen gebruikt. Dat geldt voor de plafonds, maar ook voor de terrassen en de vloerafwerking.”
Gebouw levert energie
De luchtkwaliteit in het Rhijnspoorgebouw is optimaal.
Gebruikte binnenlucht verlaat het gebouw en wordt aangevuld met schone gezuiverde lucht van buiten. Ook is voor het
gebouw gekozen voor materialen waarvan onderdelen geen
schadelijke en vluchtige stoffen bevatten, die het binnenklimaat vervuilen. Een groot deel van de energievraag levert
het Rhijnspoorgebouw zelf. Zo wordt er warmte en koude uit
de grond gebruikt voor het verwarmen en koelen van het
gebouw. Zonnepanelen wekken elektriciteit op. Windmolens
in de provincie Zeeland wekken de resterende energievraag
voor 100% groen op. “Het klimaat in het Rhijnspoorgebouw is
gekwalificeerd in de hoogste klasse van het ‘Frisse Scholenconcept’.”
Omvangrijk project
“We zijn inmiddels tweeënhalf jaar bezig”, vertelt Prins. “Het is
een omvangrijk project. We ronden nu (20 februari, red.) het
bestek af. Dat duurt nog zo’n vier à vijf weken. Het plan is om
eind dit jaar met het grondwerk te beginnen, waarna in 2016
de ruwbouw en de bouw kan starten. In de zomer van 2018
moet het klaar zijn, zodat het gebouw in het nieuwe schooljaar volledig ingehuisd kan starten.”
Een viersterren BREEAM-NL-kwalificatie is niet zomaar
bereikt. Het vereist dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen.
“Dat kan alleen als er vanaf het prille begin serieus mee wordt
omgegaan en er voortdurend toetsing plaatsvindt. Dat zal tot
het eind van het project zo blijven”, beklemtoont Prins.
“Overal vormt BREEAM-NL een onlosmakelijk onderdeel.
Alleen dan kun je tot zo’n score komen.”
Tegelijkertijd relativeert Prins BREEAM-NL ook weer: “Uiteindelijk is het een checklist, een hulpmiddel. BREEAM-NL is
een onderdeel om doelstellingen te bereiken, wat handig is,
zeker als je met zo’n groot ontwerpteam werkt. BREEAM-NL
mag geen middel op zich zijn. Het duurzaamheidbeleid van
de HvA gaat veel verder dan BREEAM-NL aangeeft.”
Projectgegevens
Locatie: Amsterdam, Nederland
Opdrachtgever: Hogeschool van Amsterdam
Oppervlakte: 24.000 m²
Ontwerpteam: Powerhouse Company, de Architekten
Cie., Marc Koehler Architects
Constructeur: BREED Integrated Design, ABT
Installatieadviseur: Royal HaskoningDHV
Het Rhijnspoorgebouw vormt het nieuwe centrum voor het Domein Techniek van de Hogeschool van Amsterdam.
Deze afbeelding toont het Rhijnspoorplein. (Afbeelding: Powerhouse Company)
www.modulairelichtstraten.velux.nl
40 | april 2015 | Duurzame Scholen
Ontwerpen met daglicht
VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat
Duurzame Scholen | april 2015 |
41
De hoogste standaard voor goed geklimatiseerde ruimtes
Klimaatplafonds van Solid Air
Met klimaatplafonds van Solid Air worden
koeling, verwarming en verse lucht aangevoerd
via het plafond. Dit levert indrukwekkende
prestaties op. Klimaatplafonds van Solid Air
worden overal toegepast, waar het belangrijk
is dat mensen zich prettig voelen.
• Hoogste comfortklasse
• Dezelfde warmteopbrengst
als met radiatoren
• Meer koelvermogen, geen tocht!
• Energiezuiniger dan andere
klimaatsystemen
• Overal toepasbaar
• Energetisch verantwoord
• Lange levensduur
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
/ RONDETAFELGESPREK
Samenwerken moet je doen
Het is droevig gesteld met het binnenklimaat in schoolgebouwen. Waarom is de
bouwsector zo slecht in staat om de gewenste kwaliteit te bieden? Tijdens de Week
van de Bouw gingen Gerard Lokhorst (Stichting Duurzame Scholen), Rudy Grevers
(adviseur Alklima) en Martin Koppenhol (manager New Business Development VBI)
met elkaar in discussie. “Voor het eind van het jaar hebben we samen een
totaaloplossing voor de bouw en renovatie van onderwijsgebouwen.”
Tekst: Gerrit Tenkink - Beeld: Rockin Pictures
D
e eerste stelling luidt: ‘Er moet een verplichte cursus
voor gebouwonderhoud komen voor de leden van
schoolbesturen.’ Door de zogeheten doordecentralisatie krijgen de schoolbesturen de verantwoordelijkheid voor
het totale onderhoud van de gebouwen. Vroeger lag dat
onderhoud bij de gemeente, maar nu dus bij het schoolbestuur. Scholen waren al verantwoordelijk voor het binnenonderhoud, dus lijkt het voor de hand te liggen dat het
onderhoud voor het buitendeel ook bij die besturen wordt
neergelegd. Hoe kunnen de bouwende partijen bij de
schoolbesturen aan tafel komen? Zeker als het onervaren en
moeilijk te naderen besturen zijn. “Schoolbesturen hebben
inderdaad te weinig kennis van zaken”, reageert Lokhorst.
“Schoolbesturen nemen soms foute beslissingen. Dat heeft
ook te maken met een stuk achterdocht richting het bedrijfsleven. Het begint volgens mij met de constatering dat we
elkaar gewoon niet begrijpen. Scholen denken nog steeds
dat de bedrijven eropuit zijn om ze zo veel mogelijk geld uit
de zak te kloppen.”
Bouwende partijen op cursus
Grevers ziet dat anders. “Dat wil niet zeggen dat schoolbesturen direct op cursus moeten worden gestuurd. Je
stuurt je opdrachtgever niet op cursus, dat is belachelijk.
Je zet een willekeurig accountantsbureau dat een nieuw
Martin Koppenhol, manager New Business Development VBI:
“Als schoolbesturen kiezen, dan gaat geld eerder naar lesmateriaal
dan naar het schoolgebouw.“
Duurzame Scholen | april 2015 |
43
Het rondetafelgesprek vond plaats tijdens de Week van de Bouw in de Utrechtse Jaarbeurs. Rechts staat gespreksleider en Duurzaam
Gebouwd-directeur Wietse Walinga.
kantoor wil bouwen toch ook niet in de schoolbanken?
Waarom een schoolbestuur dan wel? Ik ben van mening dat
we de bouwende partijen op cursus moeten sturen. Het is
hun taak om fatsoenlijk en op begrijpelijke wijze aan een
schoolbestuur uit te leggen waarom ze moeten kiezen voor
een bepaald, bijvoorbeeld duurzaam, concept.”
Volgens Grevers is onwetendheid geen probleem. “Als je
maar open staat voor advies.” Hij krijgt hierin bijval van
Koppenhol. “Het probleem van bouwende partijen is dat wij
in producten denken en te weinig gewend zijn om in processen te denken. Het wordt tijd dat wij als bouwende partijen
die omslag ook weten te maken. Als bouwende partijen is
het geen enkel probleem om een goed concept neer te
zetten. De kennis is er, maar waarom doen we dat dan niet?
Dat is de vraag.”
Nu de scholen sinds 1 januari zelf kunnen bepalen waar zij
het geld aan besteden, ziet Koppenhol een ander probleem
dat de kop op steekt. “Als schoolbesturen moeten kiezen,
dan gaat het geld in veel gevallen eerder naar lesmateriaal
dan naar het schoolgebouw.” Hierop haakt Lokhorst in: “Het
is dus onze taak om de meerwaarde van een goed gebouw
aan te tonen. Wat scheelt je dat bijvoorbeeld op het gebied
van ziekte verzuim van docenten.”
44 | april 2015 | Duurzame Scholen
Gerard Lokhorst (oprichter Stichting Duurzame Scholen): “Scholen
denken nog steeds dat de bedrijven eropuit zijn om ze zo veel
mogelijk geld uit de zak te kloppen.“
/ RONDETAFELGESPREK
Van links naar rechts: Rudy Grevers, Martin Koppenhol en Gerard Lokhorst.
Deze laatste opmerking sluit aan bij de tweede stelling:
‘Zonder kant-en-klaar concept met een prestatiegarantie
maakt het bedrijfsleven geen kans bij scholen.’ Het bedrijfsleven heeft veel kennis op het gebied van verduurzaming en
het creëren van een gezond binnenklimaat. Tegelijkertijd is
bij scholen sprake van achterstallig onderhoud en een
binnenklimaat dat drastisch verbeterd moet worden.
Waarom komen de partijen dan niet tot elkaar? “We zien dat
scholen ook worstelen met deze vraag”, zegt Lokhorst. “Het
antwoord wordt dan gezocht in een prestatiegarantie.”
Volgens Koppenhol moet het bedrijfsleven met cijfers komen.
“Bij energiegebruik is dat niet zo moeilijk”, zegt Koppenhol.
“Op het moment dat de isolatie is aangebracht, kun je zo
laten zien wat de investering oplevert. Maar wij moeten het
ook inzichtelijk maken dat een fris schoolgebouw daadwerke-
‘Een duurzame school
levert gewoon geld op’
lijk zorgt voor een betere leerprestatie en minder ziekteverzuim. Daarmee trek je een schoolbestuur over de streep.”
Grevers ziet samenwerking als ‘het ei van Columbus’. “Je
moet het totale verdienmodel aan een school kunnen
uitleggen. Dat kan alleen als we ons als bedrijven clusteren.
Nu gaat nog steeds ieder bedrijf voor zich naar een schoolbestuur met een individueel voorstel.”
Gewoon doen
Lokhorst is het eens met zijn tafelgenoten, maar tegelijkertijd
steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij over wil tot
actie. “Niet steeds maar blijven praten. Gewoon doen. Wat
mij betreft stoppen we met onderzoeken en praten. We
hebben jarenlang scholen gebouwd die niet kloppen. Deels
door de gefragmenteerde markt en deels doordat bouwende
partijen elkaar tegenwerken of in ieder geval niet samenwerkten. Laten we gewoon aan de hand van concrete
plannen aantonen dat we daadwerkelijk in staat zijn om
duurzame en gezonde scholen te bouwen.”
Het drietal is erover eens dat er actie moet komen en dat de
tijd van vergaderen en overleg achter ons ligt. Die actie
verwachten ze met name van het bedrijfsleven. Immers, het
bedrijfsleven heeft de kennis in handen.
Duurzame Scholen | april 2015 |
45
The SMART way to GREEN Buildings
Gebouwbeheer
Ruimteautomatisering
Veldapparatuur
Energiemanagement
Ventilatie met Climotion®
46 | april 2015 | Duurzame Scholen
Technologie voor gebouwautomatisering
Technologie voor gebouwautomatisering
Kieback&Peter Nederland B.V.
(0341) 27 80 20
[email protected]
www.kieback-peter.nl
/ RONDETAFELGESPREK
‘Scholen hebben
te weinig kennis
van zaken’
Lokhorst vindt dit zonde van het geld. “Nogmaals: de sleutel
ligt bij het bedrijfsleven, maar bedrijven moeten zich als
collectief opstellen en samen aan scholen laten zien wat ze
voor meerwaarde kunnen leveren.”
Rudy Grevers, adviseur Alklima/Mitsubishi Electric: “Je stuurt je
opdrachtgever niet op cursus. Dat is belachelijk.”
Scholen langs meetlat?
Het is alleen de kunst om deze kennis op het juiste moment
bij de opdrachtgever te krijgen. Kan het daarbij helpen als
scholen langs de meetlat worden gelegd, zoals de stelling
‘Er moet een publieke jaarlijks beoordeling van scholen
komen’ aangeeft? Een duurzame school is namelijk een
geweldig marketinginstrument. En dus is het tijd voor een
labeling van scholen, zodat een school zich kan profileren.
Kortom, wat is er mis met een labeling en scholen onderverdelen in zwakke, sterke, zeer zwakke, en zeer sterke
scholen?
Koppenhol zegt kriebels van weer een beoordeling te
krijgen. “Het jeukt. Ik word daar niet blij van: nog meer
onderzoeken en rapporten.” Ook Grevers is geen voorstander. “Waarom moeten we daar direct weer een marketingtool
aan ophangen? Waarom zijn we niet in staat om de goede
argumenten aan te voeren, zodat scholen de juiste beslissingen nemen? Een schoolgebouw is niet anders dan een
kantoorgebouw. We moet niet weer proberen om iets nieuws
op te tuigen.”
Grevers vindt dat bedrijven samen garant moeten staan voor
kwaliteit. “We moeten naar een totaalconcept voor onderhoud, liefst tegen een vast tarief per jaar. En dat concept
gaan we niet over tien jaar realiseren, maar dit jaar nog. We
hebben de kennis en technisch gezien kan het, waarom dan
niet nu beginnen?”
Betere school leveren
Lokhorst durft de handschoen wel aan te nemen. “Voor het
eind van het jaar ligt er een uitgewerkt en direct toepasbaar
concept”, zegt hij, terwijl hij Koppenhol en vervolgens
Grevers de hand toesteekt. “Dat moet kunnen, want een
duurzame school levert gewoon geld op.”
Grevers sluit aan bij de stappen, die Lokhorst en Koppenhol
beloven te zetten. “Als bedrijfsleven staan we dichter bij
elkaar dan we denken. We hebben namelijk een gezamenlijk
doel: een betere school leveren. Dat kan alleen als je het
samen doet. We moeten af van het idee dat we elkaars
concurrenten zijn. Kennis delen en samenwerken zijn
volgens mij de sleutelwoorden waar het hier om draait.”
Koppenhol durft de conclusie van dit gesprek nog wel wat
verder op te rekken dan het puur zakelijke aspect. “Hoe kan
het dat we onze eigen jeugd in slecht functionerende
gebouwen onderbrengen? Het gaat wel om de gezondheid
van onze eigen kinderen.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
47
Congres
Duurzame Scholen 2014
Afgelopen november vond het Duurzame Scholen Congres 2014 plaats. In het
Amersfoortse leerhotel Het Klooster was het thema ‘Tijd om wakker te worden’.
Tekst: Tim van Dorsten
Anne-Marie Rakhorst: “In mijn ogen zijn de
afvalverwerkers van vandaag dan ook de golddiggers van de toekomst.”
D
at vond keynote-spreker Anne-Marie Rakhorst ook.
“Jaarlijks geven alle scholen € 140 miljoen uit aan
energie”, zei ze aan het eind van de dag. “Dat kan
toch anders? Het wordt tijd om actie te ondernemen. De
tendens verandert van bezit naar behoefte. Waarom zou je
een school willen bezitten?”
Daarnaast stelde ze de grondstoffenschaarste aan de
orde. “Want in de toekomst kampen we niet alleen met een
voedselschaarste, maar hebben we ook een tekort aan
grondstoffen. In mijn ogen zijn de afvalverwerkers van
vandaag dan ook de golddiggers van de toekomst.”
ScholenDossier doorontwikkelen
Ook dagvoorzitter Lisa Wade toonde haar bevlogenheid met
het onderwerp ‘Duurzame Scholen’, net zoals uit haar column
48 | april 2015 | Duurzame Scholen
in deze uitgave van Duurzame Scholen Magazine blijkt. “Sinds
ik moeder ben, kijk ik kritischer naar scholen. Veel basisscholen
lijken net betonnen dozen. Daar wil ik mijn kinderen niet naartoe
sturen. Daarom wil ik jullie oproepen: Doe daar wat aan!”
Haar luisteraars waren onder meer gemeenten en directeuren
van basis- en middelbare scholen. Zij hadden de hele dag in
het Amersfoortse Leerhotel Het Klooster naar presentaties
geluisterd, waarin de wekker centraal stond. Het thema was
immers ‘Tijd om wakker te worden’. “We zijn enorm blij met
de Green Deal Verduurzaming Schoolgebouwen”, liet Stichting
Duurzame Scholen-oprichter Gerard Lokhorst weten. “Vanuit
Stichting Duurzame Scholen steunen we deze Green Deal voor
duurzame schoolgebouwen en betere schoolprestaties.
Daarnaast willen we in 2015 het Digitale Scholendossier
doorontwikkelen.”
/ CONGRES
Congres Duurzame Scholen 2015
Ook dit jaar vindt het Congres Duurzame Scholen
weer plaats: in november in de regio Utrecht. Het
plan is om met veel andere partijen samen te werken.
Stichting Duurzame Scholen richt zich met haar
congres met name op gemeenten, schoolbesturen
en schooldirecteuren van het primair en voortgezet
onderwijs.
Dagvoorzitter Lisa Wade: “Veel basisscholen lijken
net betonnen dozen. Doe daar iets aan.”
Regie over vastgoed
Tijdens een van de presentatiesessies weidde Eric Carbijn,
oprichter van internettechnologiebedrijf Oblivion, uit over
dit dossier. “Vanaf 2015 hebben scholen zelf de regie over
hun eigen vastgoed. Ze hebben alleen geen inzicht hierin,
omdat deze regie altijd bij de gemeente heeft gelegen.”
Het Digitaal Scholendossier biedt uitkomst, vertelde hij.
“Hiermee kunnen scholen eenvoudig alle vastgoedonderdelen vastleggen en er eventueel meldingen van maken.”
Daarnaast legt Klimaatverbond-projectleider Ruud van Vliet
de Green Deal Verduurzaming Schoolgebouwen uit, die
begin november is ondertekend. “Onze ambitie is om zo
veel mogelijk scholen energieneutraal te maken”, legde hij
uit. “Er is wel besparingspotentieel, maar weinig activiteit.
Dat komt omdat de kennis en kunde ontbreekt.” Een
oplossing per gebouw is echter lastig. “Liever zoeken we
naar een oplossing voor de totale lokale of regionale
voorraad.”
Actie op het juiste moment
Onlinestrateeg Peter Ros begon en eindigde de dag met een
bevlogen presentatie, waarin hij stelt dat in deze samenleving informatie niet meer belangrijk is. “In deze netwerksamenleving van exponentiële technologische groei is het
daarom belangrijker dat we kinderen leren de juiste vraag te
stellen”, vindt hij. “Een netwerksamenleving zorgt voor een
kanseconomie, waarin het van belang is om op het juiste
moment actie te ondernemen.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
49
‘Een duurzaam schoolgebouw
is aanpasbaar’
De laatste jaren verrijzen onderwijsgebouwen die volledig aangepast zijn aan de
actuele en toekomstige behoeftes van leerlingen een leerkrachten. Architecten
Herman Hertzberger en Marlies Rohmer geven tekst en uitleg over de specifieke
eisen, waaraan onderwijsgebouwen tegenwoordig moeten voldoen.
Tekst: Henk-Jan Hoekjen
“W
ij maken duurzame generieke flexibele casco’s,
die heel specifiek kunnen worden uitgewerkt”,
zegt Marlies Rohmer. Recentelijk werd de
Energieneutrale Brede School in de Amsterdamse Houthavens
opgeleverd, die van haar tekentafel kwam. “Heel anders dan
vroeger, toen we meer een maatkostuum maakten. Onze
duurzame gebouwen kunnen tegenwoordig de veranderingen
aan door een flexibele opzet en geïntegreerde gebouwtechnieken. Zo creëren we plekken waar mensen zich goed voelen,
nu en in de toekomst.”
De Energieneutrale Brede School is een flexibel en multifunctioneel gebouw, gebouwd volgens het Frisse Scholen
Klasse A-principe. Dankzij slim materiaalgebruik en een goed
daglichtconcept is volgens de architect een zeer duurzaam
casco ontstaan.
Dit laatste vindt ze belangrijk. “Duurzaamheid gaat over
gebouwen die na jaren nog boeien, over gebruik, over
identiteit, over rijkdom in materialisering en ruimtebeleving.”
De Energieneutrale Brede School van Marlies Rohmer doet in weinig
meer denken aan een traditionele school. (Foto: Thea van de Heuvel)
50 | april 2015 | Duurzame Scholen
Belang van duurzaamheid inzien
Het gaat daarbij volgens haar nadrukkelijk om meer dan
slechts ‘het stapelen van oplossingen’. Door duurzaamheid in
te bedden in verschillende lagen van het ontwerpconcept,
wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van het eindresultaat.
Ook speelt het maakproces een belangrijke rol. Gebouwen met
een zorgvuldige detaillering die mooi verouderen, hebben
volgens de architect een onvergankelijke kwaliteit. Belangrijk is
wel, dat ook de opdrachtgever het belang van duurzaamheid
inziet. En dit is niet altijd het geval. Gevraagd naar de hindernissen bij het realiseren van duurzame schoolgebouwen, wijst
Rohmer op de financiële kant van de zaak. “Casco’s worden
afgeschreven over een periode van 25 jaar. Het is beter een
periode van vijftig jaar aan te houden, waardoor een reëel
budget ontstaat voor een duurzaam gebouw. Goedkoop is
duurkoop.”
Spanningsveld
Rohmer is niet de enige architect die tracht generieke en
flexibele onderwijsgebouwen te realiseren. Zo sloeg Herman
Hertzberger met zijn ‘structuralisme’ begin jaren 70 van de
vorige eeuw een totaal andere weg in dan zijn voorgangers.
“Het structuralisme is eigenlijk gestoeld op de vraag hoe je
generieke gebouwen kunt maken die toch karakter hebben”,
legt hij uit. “Daar zit een belangrijk spanningsveld: het is
moeilijk om neutrale gebouwen toch nog iets uitgesprokens te
geven. Ik ben eigenlijk heel mijn leven bezig geweest om te
proberen gebouwen te maken, die karakter hebben zonder dat
het karakter het gevolg is van de specifieke functie van het
gebouw.”
Hertzberger ziet dit als essentie van duurzaamheid. “Ik vind dat
een architect zich in de eerste plaats moet bezighouden met
het creëren van ruimte. Ik ben ervan overtuigd dat de duurzaamste gebouwen die gebouwen zijn, die in de loop der tijd
verschillende functies ondersteunen. Het klinkt als een
/ PROJECT
Tribunes zijn volgens Herman Hertzberger prachtige
generieke gebieden. (Foto: Architectuurstudio
Herman Hertzberger)
De Energieneutrale Brede School van Marlies Rohmer is een flexibel en multifunctioneel
gebouw, gebouwd volgens het Frisse Scholen klasse A-principe. (Foto: Thea van den
Heuvel)
paradox: het duurzaamste onderwijsgebouw is het gebouw
dat in staat is voortdurend aan te passen aan veranderende
opvattingen.”
Dergelijke flexibiliteit is lange tijd een probleem geweest voor
onderwijsgebouwen, aangezien deze veelal gekenmerkt
werden door een vaststaande, geheel door de functie gedicteerde typologie. “Traditioneel zijn scholen vormgegeven als
een serie klaslokalen langs een brede gang”, vertelt hij. “Die
typologie voldoet niet meer. Mede daarom val ik heel mijn
leven de onaantastbaarheid van het klaslokaal aan. Ik probeer
in mijn gebouwen een soort van ‘gemeenschappelijke individualiteit’ mogelijk te maken.”
Leerstraten
Met zijn studio ontwierp hij recentelijk onder meer het gebouw
voor de Faculteit Bètawetenschappen van de Universiteit van
Utrecht, ABC-school De Bron in Amersfoort en het Stedelijk
Gymnasium in Leiden. Daarnaast werkt hij momenteel aan
brede scholen in Hillegom en Arnhem. In al deze gebouwen en
ontwerpen is het streven naar nieuwe manieren van ruimtegebruik herkenbaar. “Verschillende ontwikkelingen maken de
traditionele typologie onbruikbaar. Het is tegenwoordig zo
eenvoudig om informatie te vergaren, dat docenten eigenlijk
vooral nodig zijn als procesbegeleider. Dat betekent dat je in
scholen veel meer ruimte moet creëren waar kinderen
individueel kunnen werken, bijvoorbeeld door de gangen te
veranderen in ‘leerstraten’. Dit biedt allerlei voordelen: niet
alleen op het gebied van het onderwijs en de duurzaamheid
van een gebouw, maar ook budgettair. Het is toch zonde om
het krappe vierkante-meterbudget in de onderwijswereld te
verspillen aan ruimtes waar enkel jassen hangen?”
Eén van de manieren om een onderwijsgebouw van karakter
te voorzien is het toevoegen van een tribuneachtige trap. Deze
oplossing heeft Rohmer toegepast in de Energieneutrale Brede
School. Hertberger is zeer te spreken over zo’n ingreep.
“Tribunes zijn prachtige generieke gebieden. Onlangs hebben
we bij de uitbreiding van het Stedelijk Gymnasium in Leiden
nog een tribunetrap toegevoegd. Deze zit van begin af aan
dagelijks vol met leerlingen die een plek zoeken om hun lessen
voor te bereiden of om gewoon bij elkaar te zitten.”
Akoestiek
Behalve de ruimtelijke indeling spelen ook technische aspecten een rol bij het realiseren van duurzaamheid. In onderwijsgebouwen worden allerlei nieuwe technieken en materialen
gebruikt, die de gebouwen duurzamer maken dan de onderwijsgebouwen uit het verleden. Zo koos Rohmer bij de
Energieneutrale Brede School voor toepassing van een
energiebesparend ‘warmtewiel’ en op het dak is 1.800 m2
pv-cellen geplaatst.
Ook in de gebouwen van Hertzberger speelt techniek en materiaalgebruik een belangrijke rol. Met betrekking tot onderwijsgebouwen benadrukt hij de akoestiek. “De duurzaamheid van
een onderwijsgebouw gebaat is bij nieuwe vormen van
ruimte-indeling. Het eigentijdse onderwijsgebouw moet zijn
uitgerust met open ruimtes, waar kinderen in een soort van
stedelijke setting hun werk kunnen doen. Het is dan wel
belangrijk dat de ruimte een goede akoestiek heeft. Wanneer
de geluidemping in een nieuw onderwijsgebouw niet goed is,
dan gaat het hele verhaal niet meer op. Een slecht gebouw is
per definitie niet duurzaam.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
51
Intelligente oplossingen voor
schoolgebouwen
ABB, specialist in gebouwsysteemtechniek, biedt samen met partners en
dochterbedrijven een range aan slimme oplossingen voor het schoolgebouw van de
toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit zijn daarbij de
speerpunten. Het geheim? Slimme oplossingen leveren waarbij de gebruiker van het
gebouw centraal staat. Zoals het gebouwbeheersysteem ABB i-bus KNX.
“E
n dat is nodig”, zo stelt Ron van de Beek, bij ABB
werkzaam op de afdeling business development.
“Want uit diverse onderzoeken blijkt dat er veel te
verbeteren is aan het binnenklimaat en de energieprestaties
bij scholen. Oude gebouwen, gedateerde bouwmaterialen,
slechte ventilatie, luchtvervuiling door intensief gebruik en
gebrekkige installaties zijn slechts enkele van de oorzaken die
maken dat tachtig procent van de scholen slecht scoort op
het binnenklimaat. Bovendien zijn er in schoolgebouwen per
vierkante meter relatief veel mensen aanwezig wat de
luchtkwaliteit niet ten goede komt. Dit heeft, zo blijkt ook uit
onderzoek, zijn weerslag op de prestaties en het welzijn van
leerlingen en medewerkers.”
Schoolgebouw van de toekomst
“Maar het kan anders: namelijk met het schoolgebouw van de
toekomst”, stelt hij. “Dit gebouw is gebouwd rond de gebruiker.
Het kan gaan om nieuwbouw, maar ook om renovatie. Door
het toepassen van intelligente automatiseringsoplossingen
voor onder andere verwarming, verlichting en ventilatie,
kunnen schoolbesturen en gemeenten gebouwen realiseren,
die een positieve invloed uitoefenen op gezondheid, productiviteit en welbevinden van medewerkers en leerlingen.
Bovendien leveren ze ook nog eens de mogelijkheid om een
gebouw beter te beveiligen. Denk aan toegangscontrole, het
bewaken van ruimtes en noodverlichting. De gebouwen
leveren daarnaast een enorme energiebesparing.”
In het ideale nieuwe schoolgebouw komen alle elementen
samen, legt Van Beek uit. “Verlichting, verwarming en koeling
voegen zich automatisch naar het gebruik. Ventilatie gaat zo
veel mogelijk natuurlijk. Installaties zijn hoog-efficiënt.
Gebruikte materialen zijn vriendelijk voor mens en milieu. Het
gebouw wekt zelf stroom op. En het gebouw ‘denkt’ zelfs
mee bij de effectieve inzet van energie en het behoud van
gebruikte energie, zoals warmte. In het schoolgebouw van de
toekomst beschikt de gebruiker over beste binnenklimaat,
tegen het laagste energieverbruik.”
Economisch omgaan met energie
In schoolgebouwen zijn per vierkante meter veel mensen aanwezig,
wat de luchtkwaliteit niet ten goede komt.
52 | april 2015 | Duurzame Scholen
Natuurlijk is budget bij nieuwbouw of renovatie een belangrijk
aspect. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen eisen,
wensen en mogelijkheden. Het grote voordeel is dat een
gebouw met een moderne uitrusting ook veel economischer
omgaat met energie. Cases met een energiebesparing van
dertig procent zijn geen uitzondering. En energiebesparing
gaat hand in hand met CO2-reductie. Zo levert de gebouwgebruiker meteen een positieve bijdrage aan het buitenklimaat. Moderne en intelligente gebouwsysteemtechniek
/ ADVERTORIAL
ABB levert slimme oplossingen waarbij de gebruiker van het
gebouw centraal staat.
In het schoolgebouw van de toekomst beschikt de gebruiker over
beste binnenklimaat tegen het laagste energieverbruik.
betekent: kosten besparen (energieverbruik, ziekteverzuim,
productiviteit), veiligheid vergroten, comfort verhogen en
leer- en werkklimaat verbeteren.
ABB adviseert daarbij architecten, projectontwikkelaars,
aannemers en elektrotechnisch installateurs en ondersteunt
met een helder stappenplan in iedere fase van het ontwerpen bouwproces. “Daarnaast brengen we rechtstreeks advies
uit bij schoolbesturen. Zo kunnen wij desgevraagd ook
functioneren als schakel tussen school en de professional. En
aan de installateur leveren we een keur aan elektrotechnische
componenten die bijdragen aan de energieprestatie van het
gebouw. Efficiënt in energieverbruik en meetbaar. Het gaat
daarbij om installatie op maat, oftewel ABB Tailor-Made: snel,
eenvoudig en veilig.”
gebruiker altijd zelf baas blijft over de techniek. Stel de zon
schijnt en de zonwering gaat automatisch naar beneden.
Maar als de docent ervoor kiest dat de zonwering omhoog
blijft, dan kan dat hij dat ter plekke regelen. Zo blijft hij te allen
tijde baas over het systeem. Dat is belangrijk. Je kunt van
alles bedenken met techniek, maar het draait uiteindelijk toch
om de gebruiker.”
Baas over techniek
Het schoolgebouw van de toekomst is dichterbij dan men
denkt, met dank aan de zogeheten ABB i-bus KNX-standaard
voor gebouwbesturing. Met deze ABB i-bus KNX-systemen is
verlichting, verwarming, koeling en ventilatie volledig automatisch te regelen en te monitoren, maar het betekent ook nog
eens dat de verschillende onderdelen in het elektrisch
installatiesystemen ‘met elkaar kunnen praten’. “Zo realiseren
we de intelligente aansturing van verlichting, klimaatregeling,
zonwering, veiligheid en energiemanagement, waarbij de
Energiebesparing met ABB i-bus KNX
ABB garandeert dat met ABB i-bus® KNX voor diverse
gebouwonderdelen aanzienlijke besparingen te
realiseren zijn:
Regeling per individuele ruimte 14 tot 25 procent
Automatisering van de verwarming 7 tot 17 procent
Automatisering van de zonwering 9 tot 32 procent
Automatisering van de verlichting 25 tot 58 procent
Automatisering van de ventilatie 20 tot 45 procent
De gemiddelde totale energiebesparing door
optimalisering met ABB i-bus® KNX-systemen kan
oplopen van 11 tot 31 procent.
Duurzame Scholen | april 2015 |
53
Vrije Universiteit wordt
futureproof
Centraal gelegen aan de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam komt een
nieuw, flexibel gebouw. Het sleutelwoord van het project is toekomstbestendigheid.
“Flexibel zijn betekent immers dat je de toekomst van een gebouw zeker stelt.”
Tekst: Marvin van Kempen
H
et nieuwe gebouw verrijst in 2017 aan de Zuidas en
vormt een kans voor de VU om personeel, studenten
en bezoekers bewust te maken van duurzaamheid.
Communiceren over duurzaamheid in het primaire proces
doet de VU al, onder andere online.
Sinds 2014 staan er op het terrein van de universiteit kunststofscheidingsbakken in de vorm van grote PET-flessen, om
dit soort flessen apart in te zamelen.
Daarnaast wordt een Groen Vervoersbeleid gehanteerd, dat
het gebruik van OV en fiets stimuleert. Verder wordt een deel
van de daktuin gebruikt als proeftuin voor onderzoek en is er
een Street Charge aanwezig voor studenten of medewerkers
die hun mobiele telefoon of tablet willen opladen. De VU heeft
net als vele universiteiten in Nederland ook een eigen ‘Green
Office’: een platform voor studenten en medewerkers om de
duurzaamheid van de VU te stimuleren. De Green Office is
onder meer een aanspreekpunt voor studenten en medewerkers met ideeën voor een duurzamere campus, maar de
Green Office komt zelf ook met verbeterpunten.
Intrinsiek duurzaam
“Duurzaamheid zit verankerd in de bedrijfsvoering en ons
huisvestingsbeleid”, weet Ellen van Midlum, projectleider VU.
Enkele huidige gebouwen van de universiteit zijn grotendeels
verouderd en de komende decennia maakt een aantal van
deze gebouwen plaats voor nieuwbouw, zoals het nieuwe
universiteitsgebouw en het labgebouw O|2.
Een deel van de oude gebouwen, zoals het hoofdgebouw van
VU aan de Boelelaan, wordt gerenoveerd. De ambitie is om
de komende jaren de scores op BREEAM-NL In Use te
verkrijgen op tenminste niveau Good. Ook voor het aan VU en
VUmc verbonden energiebedrijf vormt BREEAM-NL een
richtsnoer en toetssteen bij de productie en levering van
energie, warmte en koude.
54 | april 2015 | Duurzame Scholen
De universiteit wil jaarlijks twee procent energie-efficiëntieverhoging bereiken door technische maatregelen te nemen en
het bewustzijn van de aanwezigen in het gebouw te verhogen.
Daarbij blijft het niet bij het inzichtelijk maken van energiegebruik. Om te enthousiasmeren, motiveren en bewustwording
te creëren is het zaak om intrinsiek duurzaam te zijn en dit uit
te stralen. “Niet alleen naar studenten en medewerkers, maar
ook naar bezoekers die af en toe eens binnenstappen in het
gebouw. De nieuwbouw heeft een openbare maatschappelijke
functie en dat maakt het des te belangrijker dat we het
verhaal duidelijk vertellen”, weet VU-consultant Ilko van
Genderen.
Zijn collega Ellen van Midlum, projectleider VU, weet waar de
focusgebieden bij het ontwerp lagen, namelijk het welzijn van
de gebruikers, flexibiliteit en multifunctionele inzetbaarheid.
Samen met Van Genderen vervult zij de rol van BREEAM-NL
Expert. “We hebben namelijk aanbesteed op BREEAM-NL
Excellent. Dat past niet alleen in ons eigen ambitieniveau,
want iedere ontwikkeling op de Zuidas dient naar Excellent of
hoger te streven.” Deze certificeringsmethodiek werkt met
credits en de diverse duurzaamheidsmaatregelen tellen
natuurlijk mee bij het behalen hiervan. Zo ook de onderwerpen afval- en omgevingsmanagement, waar een goede score
op wordt behaald. “Afvalscheiding is bij de VU al sterk
uitgewerkt, dit onderwerp speelt hier dan ook onafhankelijk
van de geplande nieuwbouw.”
Adaptieve gebouwfunctie
De toekomstbestendigheid van het gebouw blijft van groot
belang, want de universiteit moet de mogelijkheid hebben om
de gebouwfunctie aan te passen. Bijvoorbeeld als het
gebouw over een jaar of tien voor een andere functie ingezet
wordt. Schumacher beaamt dit streven. “Je stelt de toekomst
van je nieuwbouw zeker als het flexibel is. Daarom vind ik de
/ PROJECT
Projectteam VU Amsterdam (Foto: Marjolein Ansink)
teitswens te komen. “Het metalen plafond komt van Team V
en Royal HaskoningDHV komt met het waternet.”
Van Team V Architectuur is Barry van Waveren aangeschoven
bij het gesprek, die deze integraliteit als randvoorwaarde ziet
om het ambitieniveau van de VU Amsterdam in te gestalte te
geven. “In plaats van een schetsontwerp zijn we aan de slag
gegaan met modellen en matrixen. We hebben alternatieven
naast elkaar gezet voordat we het ontwerp maakten en naar
een optimum gezocht in groepsverband. Na vier of vijf
maanden hadden we voorkeuren geselecteerd.”
Veentuin en WKO
Bovenaanzicht van de Vrije Universiteit.
flexibele vloeren een van de mooiste elementen.” Dankzij dit
slimme vloersysteem, waarbij alle installaties efficiënt in de
vloer zijn opgenomen, kan de verdiepingshoogte optimaal
worden benut.
Voorbeeld van integraliteit
Naast deze vloeren is een plaatselijke uitbreiding mogelijk met
verwarming en koeling. “Het metalen plafondeiland kan
geactiveerd worden en je kunt het van een waternet voorzien
om het koud of warm te laten worden”, vindt Schumacher. Dit
is volgens hem een mooi voorbeeld van integraliteit binnen
het project, noodzakelijk om tot het invullen van de flexibili-
Een van die voorkeuren was een Frisse Scholen klimaatklasse
A, maar daar steeg het projectteam bovenuit. Van Midlum
kent de andere ambities op haar duim. “We maken een soort
veentuin op het lage dak, met waterretentie. Verder gebruiken
we FSC-hout, gerecycled beton en aluminiumprofielen.
Daarnaast monitoren we voortdurend verbruiksparameters als
energie en water en plaatsen we een Warmte Koude Opslag
(WKO) in de bodem. We zetten gecertificeerde en milieubewuste leveranciers in bij het bouwproces.”
Al deze maatregelen en meer moeten zorgen voor een
bijzonder duurzaam universiteitsgebouw, waarvan de oplevering gepland staat in 2017. Op dat moment moet ook de certificering in handen zijn. Schumacher geeft als advies mee om
in een vroeg stadium de koppen bij elkaar te steken en de tijd
te nemen om van elkaars expertise te leren. “Uiteindelijk win
je de tijd terug, die je in de voorbereiding steekt.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
55
Aandacht maakt het verschil
Fraai, comfortabel en duurzaam
Het nieuwe schoolgebouw voor de basisschool St. Michaëlschool in de Rotterdamse wijk
Hillegersberg heeft een Frisse Scholen-classificatie B en GPR Gebouw-score van 8,4. Door de
nieuwbouw kwam een einde aan klachten over tocht, kou en ventilatie. De extra investering
in de duurzame opwekking resulteert niet alleen in een beter binnenklimaat en comfort,
maar ook in lagere energiekosten (63% voor verwarmen) en 55% CO2 reductie. Het resultaat
is een fraaie school met een comfortabel binnenklimaat waardoor zowel leerlingen als
leerkrachten optimaal kunnen presteren.
Op 17 december 2014 ontving het team van de St. Michaëlschool de publieksprijs Rotterdam
Architectuurprijs. Het team bestond naast Van Wijnen uit opdrachtgever Rotterdamse
Vereniging voor Katholiek Onderwijs, ontwerper De Zwarte Hond en Innax.
56 | april 2015 | Duurzame Scholen
www.vanwijnen.nl
/ DOORGEEFCOLUMN
Verduurzamen scholen:
waar is het wachten op?
In Nederland staan ongeveer 10.000 schoolgebouwen. Grote en kleine, nieuwe maar vooral
toch ook veel oudere gebouwen. Schoolgebouwen waaraan nog veel te verbeteren valt als
het gaat om de hoogte van de energierekening. En in veel van deze schoolgebouwen is het
binnenklimaat niet goed. Werk aan de winkel, zou je dus zeggen.
M
aar toch gebeurt er nog te weinig. Schoolbesturen
en schooldirecteuren lijken op gewone huiseigenaren. Ze zijn met heel andere dingen bezig dan met
hun maandelijkse energierekening. Laat staan dat ze bezig
zijn met het nemen van energiebesparende maatregelen.
Gelukkig maar, zou je bijna zeggen. Ze zijn namelijk aan het
werk met hun leerlingen, en of die goed les krijgen en goed
worden klaargestoomd voor hun latere leven. Want daarvoor
is de school tenslotte opgericht. En toch is het ook wel weer
vreemd. Want een school die goed wil zorgen voor zijn
leerlingen, moet ook ervoor zorgen dat het schaarse geld niet
onnodig door de schoorsteen verdwijnt. Dus ook zorgen voor
een goed binnenklimaat in het gebouw, omdat de prestaties
van leerlingen en leerkrachten hierdoor verbeteren.
Net als bij huiseigenaren gaat dit niet vanzelf. Schoolbesturen
en schooldirecteuren moeten worden geholpen. ‘Ontzorgen’
heet dat in Haags jargon. Door mensen die geen verstand
hebben van lesgeven, maar wel verstand hebben van
gebouwen, en vooral van wat mensen in gebouwen nodig
hebben om er prettig te verblijven en er goed te presteren.
Door mensen die kunnen doorrekenen wat er financieel wel
en niet mogelijk is. Door aannemers en installateurs die
‘integrale pakketten’ aanbieden, waardoor een schoolgebouw
in één keer wordt aangepakt en verduurzaamd. Tegen een
vaste prijs en met gegarandeerde prestaties. En dan het liefst
in de schoolvakanties, als het gebouw toch leeg staat.
Om deze beweging kracht bij te zetten, is onlangs de ‘Green
Deal Verduurzaming Scholen’ afgesloten. De koepels voor het
primair en voortgezet onderwijs, de gemeenten en de
Rijksoverheid hebben hun handtekeningen gezet onder de
afspraak om met behulp van concrete renovatieprojecten van
scholen te kijken waar de knelpunten zitten om scholen te
verduurzamen. Waar zitten nog knelpunten in wetten en
regels of in de financiering. Of zitten er problemen in bepaalde
– soms ingesleten – culturen en werkwijzen. Iedereen die de
Green Deal heeft ondertekend, heeft beloofd zich in te zetten
om dit soort knelpunten op te lossen. Ook bouwers en
installateurs, financiers en iedereen die iets bij te dragen
heeft aan de verduurzaming van scholen, kunnen zich
aansluiten bij deze Green Deal. En uiteraard worden ook de
scholen zelf – en dus ook de leerlingen en de leerkrachten
– betrokken bij de uitwerking van deze Green Deal.
Want als het goed gaat, is het verduurzamen van de school
en het schoolgebouw een feest voor iedereen!
Meindert Smallenbroek
Directeur Bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
Ik geeft de pen voor het schrijven van deze doorgeefcolumn
door aan Hugo Levie, directeur van de PO-Raad, de koepel
van scholen voor het primair onderwijs.
Duurzame Scholen | april 2015 |
57
Duurzaam klimaatplafond toegepast
Scholengemeenschap KSE in Etten-Leur maakt sinds kort
gebruik van een C3 PCM Klimaatplafond. Als pilot
beschikt één lokaal van het koelende en energiebesparende plafondsysteem op basis van Phase Change
Materials (PCM). Autarkis uit Holten heeft dit systeem
geleverd, Climatic uit Etten-Leur heeft het geïnstalleerd.
Technische PCM of faseovergangsmaterialen kunnen smelten
en stollen bij een gekozen temperatuur. Hierdoor ontstaan
materialen, die bijvoorbeeld rond de 23 °C bevriezen en smelten.
Door de energie uit deze faseovergang te benutten voor het
koelen en verwarmen, ontstaat een duurzaam concept. “De
toepassing van PCM resulteert altijd in vijftig procent minder
vermogen voor koelen en/of verwarmen en geeft altijd energiebesparing”, aldus een woordvoerder van Autarkis.
Dit plafond maakt het mogelijk ruimtetemperatuur te stabiliseren
en het comfort te verhogen. Er is gekozen om dit innovatieve en
nieuwe systeem als pilot toe te passen, zodat de ervaringen
direct gebruikt kunnen worden in andere lokalen en/of toepassingen.
‘Transformeer oude schoolgebouwen’
Minister Stef Blok voorspelt mooiere tijden voor de bouw.
Zo constateert de minister voor Wonen en Rijksdienst dat
2014 voor de bouw in zijn geheel een beter jaar was dan
de voorgaande jaren. “Er begint weer een beetje kleur op
de wangen van de bouwsector te komen.”
Blok deed zijn uitspraken op het Gala van de Nederlandse Bouw,
dat begin februari in Utrecht plaatsvond. Tijdens dit gala voorspelde hij onder meer dat de bouwsector een stabielere basis
heeft dan de politiek. “U werkt over tien jaar nog in een fantastische sector. Dat weet ik zeker. Ik weet ook zeker dat ik iets
compleet anders doe. Ministers houden het geen tien jaar uit.”
Met betrekking tot onderwijsgebouwen deed Blok een opmerkelijke uitspraak. “Transformeer oude schoolgebouwen of oude
ziekenhuizen in gebouwen met appartementen van honderdduizend euro. Ik ken projecten die hiervoor driemaal zijn
overtekend. Zo groot is de belangstelling. Mensen zijn bereid
genoegen te nemen met een relatief kleine oppervlakte als hun
appartement op een unieke locatie ligt en veel kwaliteit in zich
heeft.”
‘Wereldprimeur in klimaattechniek’
Op 21 januari vond bij Innovatie Centrum Duurzaam
Bouwen (ICDuBo) de onthulling plaats van een nieuwe,
duurzame klimaatvloer: de UniWarm/RIHO Crystal
Climate Floor. Deze vloer geldt als een innovatieve
doorbraak in klimaattechniek, gebaseerd op faseovergangsmaterialen (Phase Change Materials - PCM).
Faseovergangsmaterialen zijn niet-brandbare, anorganische
thermische zouten, die onder invloed van temperatuur van vast
naar vloeibaar of van vloeibaar naar vast overgaan. Zodoende
kunnen ze warmte en koude opslaan en aan de ruimte afgeven.
De PCM’s zijn in dunne cassettes verwerkt die in de vloer
worden aangebracht, waardoor de opbouwhoogte beperkt blijft
58 | april 2015 | Duurzame Scholen
tot maximaal 36 millimeter. De nieuwe klimaatvloer die als een
thermische accu fungeert, kan zowel in nieuwbouwwoningen
als in renovatiewoningen worden toegepast. Ook in bijvoorbeeld
schoolgebouwen kan het systeem worden toegepast.
“De UniWarm/RIHO Crystal Climate Floor is uniek, omdat
UniWarm in samenwerking met RIHO Climate Systems en OC
Autarkis als enige erin is geslaagd een PCM-klimaatvloer te
ontwikkelen, die op maat ontworpen, gedimensioneerd en
kant-en-klaar wordt geleverd”, aldus aanbieder UniWarm. “Er
zijn besparingen te realiseren van vijftig procent op het te
installeren verwarmingsvermogen en van dertig procent op het
energieverbruik voor verwarming.”
/ NIEUWS
Ledverlichting in schoolgebouwen
Ledverlichting is een technologie in opkomst. Ook in
scholen kan nu op een verantwoorde manier gebruik
gemaakt worden van de nieuwe lichttechnologie. Dat
stelt de organisatie LEDs Enable. “Verlicht een duurzame
toekomst. Stap nu over op ledverlichting.”
Ledverlichting is echter niet goedkoop. Om van de voordelen
van ledverlichting te kunnen genieten, is een behoorlijke
investering nodig. Hiervoor zijn in de onderwijswereld niet altijd
de middelen beschikbaar.
LEDsEnable stelt dat het hiervoor een oplossing biedt. “Wij
maken de aanschaf van ledverlichting mogelijk door de aanschaf, installatie, financiering en onderhoud te organiseren door
middel van de DBFM (light) methodiek: Design, Build, Finance
and Maintain. Met deze opzet kan LEDsEnable een voorstel
maken dat budgetneutraal of gelijk positief resultaat heeft op het
jaarlijks budget”, vertelt directeur Erik Jan van der Linden.
Hij benadrukt hiertoe de benodigde kennis in huis te hebben. Zo
is het bedrijf in staat lichtplannen te maken. “Daarnaast maken
wij een scan van de huidige lichtopbrengst in objecten, die u
heeft geselecteerd. Wij bespreken met u de gewenste lichtsterktes en branduren, en uw behoefte aan responstijd en actie
voor benodigd onderhoud. Na overeenstemming op deze
gegevens kunnen wij u ook informeren over de besparingen die
u gaat realiseren.”
Landelijk onderhoudscontract Rijksvastgoed
In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf voert Breijer
Bouw & Installatie het onderhoud uit aan bouwkundige
elementen in Rijksgebouwen. Het betreft een vierjarig
contract voor 202 monumentale en niet-monumentale
gebouwen, verdeeld over zeven provincies, waaronder
een aantal voormalige schoolgebouwen. Het totale bruto
vloeroppervlak voor deze opdracht ligt op 879.233 m2.
Het Rijksvastgoedbedrijf is als vastgoedorganisatie van de
Nederlandse overheid verantwoordelijk voor het beheer en de
instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Het Rijksvastgoedbedrijf is voornemens
met de gunning van dit contract haar interne klanten zo veel
mogelijk ongestoord gebruiksgenot te bieden. Sleutelbegrippen
hierin zijn veiligheid en duurzaamheid.
De inschrijving van Breijer Bouw & Installatie is beoordeeld op
basis van economisch meest voordelige inschrijving (EMVI).
Naast ‘prijs’ is de opdracht gegund op ‘kwaliteit’. Hierin bleek
het plan van aanpak van Breijer inzake storingsafhandeling en
rapportages de doorslag te geven voor de gunning.
Betere energie- en leerprestaties
Daglicht is gezond voor de mens. Daarnaast bespaart een
optimale daglichtsituatie energie. Met Solartube-daglichtsystemen is het mogelijk een goede daglichtinval te
realiseren. Ook in schoolgebouwen is het systeem
volgens aanbieder Techcomlight goed toepasbaar.
Deze daglichtbuizen hebben volgens Techcomlight een
uitstekende verhouding tussen isolatiewaarde en licht- en
warmtetoetreding. Hierdoor is het mogelijk veel daglicht naar
binnen te brengen, zonder instralende zonnewarmte. Ook het
warmteverlies is minimaal.
Speciaal voor passieve gebouwen is de Solatube ECO ontwikkeld met een zeer hoge isolatiewaarde tot zelfs 0,5 W/m2K.
“Het systeem is uit te breiden met ultrazuinige TechLED
verlichting”, meldt een woordvoerder van Techcomlight. “Wordt
het daglicht minder, dan wordt dit automatisch aangevuld. Het
resultaat is een gelijkmatig lichtniveau gedurende de dag.”
In de Benelux zijn al vele scholen voorzien van de Solatubesystemen. Energiebesparing is volgens de aanbieder niet het
enige voordeel. “Daglicht draagt namelijk ook bij aan betere
schoolprestaties.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
59
PAS-concept brengt plezier
terug in de bouw
Als je een gebouw wilt realiseren waarin de gebruiker centraal staat, dat twintig
jaar garantie biedt op product en comfort, minstens energie neutraal is en
gerealiseerd wordt tegen een goede prijs, dan moet je op zoek naar een efficiënter
en effectiever bouwproces.
Tekst: Ronald van Bochove
I
n de afgelopen jaren ontwikkelde de PAS-Academy het
People Autarkic Solutions (PAS) concept. Een nieuwe
ontwerpvisie en platformarchitectuur met het streven naar
een zeer hoog ambitieniveau op gebied van duurzaamheid,
flexibiliteit, functionaliteit, comfort en kwaliteit. Dan bouw je
vanuit een industrieel ontwerpproces waarbij co-creatie en
succesvolle ketensamenwerking centraal staan. Met als
resultaat bijvoorbeeld een fris schoolgebouw waar iedereen
trots op kan zijn.
Spannend en onzeker
Het beste krijgen voor de afgesproken prijs. Het klinkt logisch
voor veel consumentenproducten en -diensten in andere
branches. Maar in de bouw is ‘het beste krijgen’ en ‘afgesproken prijs’ niet zo vanzelfsprekend. Ondanks de grote sommen
geld die er in omgaan en de jarenlange ervaring blijft het
bouwproces voor betrokken partijen in een aantal opzichten
spannend en onzeker. Krijg ik de kwaliteit die ik wens? Lukt
het om op tijd op te leveren? Vind ik goede onderaannemers
als ik ga voor een zo laag mogelijke prijs?
Met grote verbazing keek Gerard Nijboer van Huis en Milieu
naar de organisatie van en de resultaten in de bouw. Vergeleken met zijn ICT-projecten was het onbegrijpelijk dat er met
zo veel geld, materiaal en mankracht zo slecht werd omgegaan. Hij besloot samen met I_KB architecten en productontwikkelaar VBI een methodiek te ontwikkelen, die meer grip
biedt op het proces en het eindresultaat. Een gedachtegoed
dat is ontstaan in de PAS Academy, waar onder leiding van
transitiemanagers over een periode van meer dan twintig jaar
in samenwerking met toonaangevende marktpartijen en
kennisinstituten onderzoek en ontwikkeling is gedaan naar
een fundamenteel andere wijze van denken, organiseren en
werken.
60 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Een paar basisprincipes horen op orde te zijn voordat je gaat
bouwen”, legt Nijboer uit. “‘Meten is weten’ en ‘Wat je
neerzet, moet je eerst uitvoerig testen’. Je staat ervan versteld
hoe weinig we nog maar weten over wat we hebben
gebouwd. En hoe weinig getest wordt, voordat een gebouw
wordt neergezet. In de ICT is dat ondenkbaar.”
Vaak gissen
Er wordt gewerkt met CAD modellen (BIM) om de prestaties
van een gebouw uitvoerig te testen en voorkomende situaties
te simuleren, nog voordat er één schep in de grond wordt
gezet. Martin Koppenhol van VBI: “Ik leg de bouw graag in
vergelijking naast de auto-industrie. Mercedes weet precies
welk schroefje waar zit en welke kwaliteit en levensduur deze
heeft. Dat moet je in de bouw vaak nog gissen. Als we in staat
zijn de bouw zo te organiseren, dat je werkt met een aantal
vaste leveranciers van wie je de kwaliteit kunt garanderen. Als
het bouwen meer assembleren wordt, dan ziet het bouwproces er plots heel anders uit.”
Volgens Richard Baan van I_KB architecten betekent dat
echter niet een stap naar starre, eenvormige oplossingen. “In
deze aanpak speelt de architect een belangrijke rol: opgebouwd uit industriële componenten, zorgen wij als architect
voor de vertaling van de wens van de klant, voor inpassing in
de stedenbouwkundige situatie en een uitstraling die past bij
de kwaliteit en periode waarin het gebouw zal functioneren.
Deze samenwerking heeft een meerwaarde voor zowel de
opdrachtgever de gebruikers als de producenten.”
Levensduur denken
Nijboer: “We werken met onze ketenpartners niet naar de
oplevering van het gebouw, de sleutel overhandigen en klaar.
We geven garantie op prijs, planning en prestatie. Onze
/ ALGEMEEN
betrokkenheid gaat dus verder. Ook naar de twintig jaar
gebruiksduur en de demontage, sloop of herbestemming van
het gebouw. We zorgen voor het monitoren van de prestaties
en hebben één loket waar de gebruikers met hun vragen en
wensen terecht kunnen. Deze betrokkenheid bij het gebouw
is ook voor producenten interessant. Een ketel met een
levensduur van zeven jaar betekent drie keer vervangen. Maar
door productontwikkeling en innovatie kan het bedrijf die
twintig jaar mogelijk veel efficiënter invullen. De kozijnfabrikant vraag ik niet om een kozijn. Maar om het beste kozijn
met 20 jaar garantie. Dan presenteren zich meer alternatieven
voor de ondernemer en de gebruiker.”
Baan: “Meedenken met de gebruikers over de jaren van
gebruik is ook voor architecten een interessante uitdaging.
Flexibel indeelbare gebouwen, scheiden van functies. Koppenhol: “Productontwikkeling binnen VBI speelt daarop in door
grote vloeroppervlakken mogelijk te maken en het integreren
van leidingen en installaties voor toekomstig gebruik.”
Iedereen vrolijk
De PAS-methode is niet exclusief voorbehouden aan Nijboer,
VBI en I_KB architecten. Nijboer: “Iedereen is welkom om het
concept te omarmen. We juichen het zelfs toe.” VBI steekt
veel tijd in het verspreiden van de kennis, vertelt Koppenhol.
“We houden intensief contact met hogescholen en universiteiten. Ik leer de jongeren graag over deze andere manier van
werken en sta regelmatig in college zalen en leslokalen.
Tenslotte willen we dat de bouw in Nederland een hoger
kwaliteitsniveau behaalt dan de 6-min, die het Bouwbesluit
ons oplevert.”
In de ogen van Nijboer is vertrouwen een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het PAS concept. “Door te
werken met ketenpartners, vaste toeleveranciers en deskundigen zit dat in het concept besloten en kun je die hoge
kwaliteit realiseren. We denken met een groep van 250
leveranciers in de bouw een stevige basis te hebben om in
heel Nederland gebouwen aan de hand van het PAS-concept
te realiseren. Dat vertrouwen maakt dat we raamcontracten
met aannemers afsluiten en door gebruik te maken van
fondsen, meer betalen aan het begin van het proces, zodat er
geen onvrede ontstaat over laat betaalde rekeningen. Het
betekent ook dat je tijdens de bouw korter vergadert en
zekerheid hebt, dat de dingen gaan zoals ze zijn afgesproken.
Daarmee brengen we de vrolijkheid terug in de bouw.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
61
Duurzaam UWC kiest voor
Desso AirMaster
Het United World College (UWC) in Maastricht is met de opening van de nieuwe
campus een van de duurzaamste nieuwgebouwde scholen van Nederland. Op het
gebied van bouwmaterialen, energievoorziening en luchtkwaliteit is gekozen voor
tal van duurzame oplossingen. Vanwege de positieve effecten op de
binnenluchtkwaliteit heeft de school gekozen om de kantoren, gangen en
stafruimte uit te rusten met Desso AirMaster. Koning Willem-Alexander verrichte
de officiële opening op 11 oktober 2013.
De structuur van Desso AirMaster voorkomt dat stof weer in de lucht terechtkomt.
62 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ ADVERTORIAL
D
e vestiging van UWC in Maastricht is de twaalfde
vestiging van dit wereldwijde netwerk van internationale scholen die zijn bedoeld voor internationaal
onderwijs en opvang van kinderen van 2 tot en met 18 jaar.
In Maastricht ontvangen bijna 700 leerlingen van meer dan
negentig nationaliteiten internationaal onderwijs. Daarmee is
UWC Maastricht na Singapore de grootste UWC ter wereld.
UWC heeft wereldwijd twaalf scholen met 7500 leerlingen uit
meer dan 110 landen.
Aangezien deze organisatie als missie heeft een duurzame
toekomst te creëren, is in het ontwerp en de bouw van de
campus rekening gehouden met vele duurzame aspecten op
het gebied van milieu en energie. UWC Maastricht is
hierdoor een van de duurzaamste nieuwgebouwde scholen
in Nederland. In de gebouwen van UWC Maasticht is een
oppervlakte van zo’n 1.200 vierkante meter uitgerust met
Desso AirMaster-tapijt.
Betere binnenluchtkwaliteit
Door de bewezen verlaging van de fijnstofconcentraat
draagt de toepassing van Desso AirMaster op UWC Maastricht bij aan een beter leef- en werkklimaat in de vertrekken,
waar het is geïnstalleerd. Sinds de introductie in 2010 heeft
een aanzienlijk aantal scholen in Europa vanwege de
positieve effecten op de binnenluchtkwaliteit gekozen voor
Desso AirMaster.
Desso AirMaster blijkt uit metingen van het onafhankelijke
Duitse testinstituut GUI achtmaal effectiever in het opnemen
en vasthouden van fijnstof dan harde vloeren en viermaal
effectiever dan standaard tapijt. Eerder GUI-onderzoek, in
opdracht van de Deutsche Allergie- und Asthmabund
(DAAB), toonde al aan dat de schadelijke werking van fijnstof
aanzienlijk minder is als er - in plaats van een harde vloer –
tapijt wordt gelegd. Dankzij het toegepaste dunne garen is
het tapijt in staat zeer fijne stofdeeltjes op te vangen en vast
te houden, terwijl tegelijkertijd de grovere stofdeeltjes
worden opgevangen door het dikkere garen die ook in het
tapijt zijn verwerkt. De structuur van AirMaster voorkomt dat
stof weer in de lucht terechtkomt en eenvoudig verwijderd
kan worden met een stofzuiger. Daarmee zorgt het voor een
aanzienlijke verbetering van het binnenklimaat.
Gezondheid en leerprestaties
Roland Jonkhoff, Regional Managing Director van Desso,
ziet een groeiend aantal scholen in binnen- en buitenland
kiezen voor AirMaster. “Gezonde scholen zijn van cruciaal
belang voor de gezondheid en leerprestaties van onze
kinderen. Het is onze taak ervoor te zorgen dat kinderen in
gezonde, prettige omgevingen kunnen leren. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat schone lucht een belangrijke bijdrage levert aan de concentratie van kinderen en
hun leerprestaties. De opening van het nieuwe UWC
Maastricht, waarin tal van toepassingen zijn gebruikt om
het binnenklimaat te verbeteren, is dan ook een treffend
voorbeeld van hoe we samen het beste voor onze kinderen
kunnen creëren.”
Vanwege de positieve effecten op de binnenluchtkwaliteit heeft het
UWC gekozen om de kantoren, gangen en stafruimte uit te rusten met
Desso AirMaster.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat schone lucht een belangrijke
bijdrage levert aan de concentratie van kinderen en hun leerprestaties.
Desso bv
Taxandriaweg 15
5142 PA Waalwijk
Postbus 169
5140 AD Waalwijk
Telefoon: 0416 – 684 100
[email protected]
www.desso.com
Duurzame Scholen | april 2015 |
63
Het vernieuwde oude Provinciehuis aan de Pythagoraslaan in Utrecht.
Alleen ben je nergens
Huisvestingsadviesbureau draaijer+partners zet met zijn verhuizing naar het oude
Provinciehuis aan de Pythagoraslaan in Utrecht - in de volksmond liefkozend
‘De Pyth’ genoemd - dit voorjaar een concrete stap op weg naar daadwerkelijke
samenwerking en kennisdeling. Bedrijven zijn welkom, maar ook de buren en
studenten kunnen binnenlopen.
Tekst: Gerrit Tenkink
64 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
H
et zeventien verdiepingen hoge gebouw omvat
6.000 m2 kantoorruimte en 2.000 m2 aan ontmoetingsruimte. Bedrijven kunnen in het gebouw een
eigen ruimte krijgen, daarnaast is er een uitgebreid openbaar
domein. Het is zelfs mogelijk om ruimte met andere bedrijven
te delen.
Draaijer+partners-directeur Peter Ruchti is ervan overtuigd
dat hij met het zoeken naar verbinding ook zijn eigen bureau
vooruit kan helpen. “De oude manier van werken, waarbij je
slimmer probeert te zijn ten koste van de ander, is voorbij.
Als je samen een optimaal einddoel nastreeft, dan word je
daar allemaal beter van en daarbij de klant in het bijzonder.
Het is een bepaalde mindset waar we naar zoeken. Naast
wetenschap heb je in onze visie ook ‘willenschap’ nodig. De
wil om samen te werken. Ik denk dat je daarbij elkaar ook
fysiek moet ontmoeten. Elkaar in de ogen kijken is belangrijk, want we zijn op zoek naar een klik.”
Deuren open
Ruchti wil met die bedrijven meer dan alleen dezelfde
voordeur delen. “Bedrijven die zich in het oude Provinciehuis
vestigen, hebben uiteraard hun eigen business. Ze kunnen
een etage huren, maar ook een deel ervan. Je kunt zelfs
ervoor kiezen om een ruimte voor een paar dagen per week
te huren of af en toe incidenteel een vergader-, kantoor- of
overlegruimte voor een paar uurtjes. Maar we zetten de
deuren ook open voor een event of een congres. Alles is
mogelijk. Daarnaast gaat het om het bewust delen van
kennis en om het creëren van verbinding, inspiratie en
ontmoeting. Daarom hebben we een aantal gemeenschappelijke ruimtes, waar je elkaar overdag tegenkomt. Bijvoorbeeld een gemeenschappelijk restaurant en congres- en een
zalencentrum, waarbij hospitality hoog in het vaandel staat.
We zoeken partners die iets met elkaar hebben, maar vooral
partners die open staan voor anderen. Zie het als een soort
coöperatiegedachte, waarbij je samen verantwoordelijk bent
voor het geheel, maar ook samen meebeslist over de
invulling van de openbare ruimtes van het gebouw. Ik zie het
zo voor me dat we samen verantwoordelijk zijn voor het
geheel.“
Studenten en buren
Behalve voor commerciële bedrijven zet draaijer+partners de
deur ook graag open voor studenten. ‘De Pyth’ is tenslotte
gelegen op het scharnierpunt tussen het centrum van de
stad Utrecht en het Science Park op de Uithof. Er zijn
inmiddels studentenwoningen direct naast ‘De Pyth’
gerealiseerd.
“We hebben hier veel studenten in de buurt. Waarom kunnen
die studenten hier niet binnenkomen, om bijvoorbeeld te
studeren, te komen eten of eten af te halen? Wij zoeken ook
de verbinding met de omgeving. Laat ze hier hun colleges
voorbereiden en hun scripties schrijven of om alleen een kop
koffie te drinken. Je creëert er een mooie dynamische
omgeving mee.” Datzelfde geldt voor buurtbewoners. “In
overleg met de bedrijven in het pand runt een horecaonder-
Peter Ruchti, directeur bij draaijer+partners: “Naast wetenschap
heb je in onze visie ook ‘willenschap’ nodig. De wil om samen te
werken.”
nemer het restaurant op de begane grond. Je kunt dat
restaurant op de begane grond zien als een stevige basis.
Letterlijk en figuurlijk. Buurtbewoners kunnen hier ook
gewoon binnenlopen voor een kopje koffie of thee of een
lekkere lunch of diner. Zo creëren we niet alleen een leefbaar
gebouw, maar ook een betere leefomgeving.”
Coöperatieve gedachte
Inmiddels hebben meerdere partijen belangstelling getoond
voor het concept. Eén van de partijen die zich erg goed thuis
voelt bij dat concept, is Duurzaam Gebouw. Draaijer+partners
en Duurzaam Gebouw kwamen elkaar tegen bij eerdere
projecten en gingen nog nauwer samenwerken bij het
opzetten van het ScholenDossier en het klikte direct. Gerard
Lokhorst, directeur van Duurzaam Gebouw: “We groeien uit
onze jas op onze huidige locatie. Ook wij zijn een partij die
nadrukkelijk de samenwerking zoekt. Met de opzet van het
ScholenDossier hebben we gezien dat het kan. De tijd dat je
de kennis achterhield voor anderen is voorbij. Met dank aan
internet ligt namelijk alle kennis binnen de kortste keren op
straat. Dus laten wij dan de bedrijven zijn die deze kennis zelf
ontsluiten naar de markt.”
Bedrijven of instanties die zich aangetrokken voelen tot
deze coöperatieve gedachte, kunnen voor informatie
contact opnemen met
Peter Ruchti van draaijer+partners
030–6592333
[email protected]
Duurzame Scholen | april 2015 |
65
ScholenDossier:
praktische tool voor facilitaire
beginner én professional
Schoolbesturen zagen zich per 1 januari van dit jaar geconfronteerd met een grote
uitdaging. Sinds die datum zijn ze zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud
van hun schoolgebouwen. Het ScholenDossier geeft betrokkenen volledig inzicht
in de staat van gebouwen. Zo is het totale onderhoud verantwoord en gefundeerd
te plannen en uit te voeren.
Tekst: Ton Brands
H
et ScholenDossier is een
onafhankelijk platform,
ontwikkeld door de
coöperatie Digitaal Gebouw
Dossier. Hierin werken vijftien
bedrijven samen om het
landelijke scholenprobleem van
doordecentralisatie op een
eenvoudige manier op te lossen.
Een van dat vijftiental is
draaijer+partners. “Veel scholen
hebben onvoldoende kennis en
competenties in huis om het
Hetty van der Pennen
dagelijkse onderhoud te
organiseren en om een goede meerjaren-onderhoudsplanning
(MJOP) of meerjaren-exploitatieplanning op te stellen en bij te
houden. De verschillen hierin zijn groot tussen scholen binnen
het VO, PO en kinderopvang.” Aan het woord is Hetty van der
Pennen, adviseur bij draaijer+partners en vanuit die functie
verantwoordelijk voor ‘onderwijs’.
Extra last
Oorspronkelijk zou de WPO, de wet die de overheveling van
het buitenonderhoud voor Primair Onderwijs regelt, ingaan op
1 januari 2014. Dat bleek niet haalbaar en als ‘harde’ datum
werd toen 1 januari 2015 aangekondigd. De houding van veel
schoolbesturen was er een van ‘we wachten het wel af’.
66 | april 2015 | Duurzame Scholen
“Begrijpelijk”, vindt Van der Pennen, “want het verschuiven van
regelgeving kan eenvoudig als een extra last voelen, die afleidt
van de eigenlijke kerntaken van scholen. Deze houding vormt
tegelijkertijd een risico. Als je geen inzicht hebt in de situatie
van het onderhoud, kun je ook de consequenties niet overzien.
Kennis blijft onderbelicht en het ad hoc oppakken van
problemen ligt op de loer. In de praktijk zijn veel gegevens niet
voorhanden, is er geen centraal punt. Niet alle schoolbesturen
zijn zich ervan bewust dat er info ontbreekt over bijvoorbeeld
brandveiligheid, het legionellabeheersplan of actuele gebouwtekeningen. Het besef dat er wat moet veranderen, begint nu
langzaam door te dringen.”
Brede inzetbaarheid
Hetty van der Pennen noemt het ScholenDossier een eenvoudig,
praktisch hulpmiddel, dat breed inzetbaar is. Die brede
inzetbaarheid is essentieel, vindt ze. “De onderwijswereld kent
een sterk verschil in professionaliteit tussen de diverse
gesprekspartners als het gaat om het onderhoud van gebouwen. Zo zijn er één-pitters met minder gerichte kennis in huis,
maar ook zijn er grotere stichtingen met professionele
expertise. Voor al die gebruikers biedt het ScholenDossier
uitkomst. Facilitair medewerkers, schoolbesturen, onderhoudsmedewerkers, schilders; iedereen kan ermee werken. Het
ScholenDossier is zowel praktisch als strategisch bruikbaar. Je
kunt ermee bijvoorbeeld ‘pijnpunten’ in het vastgoed
constateren, maar ook hoe de staat is van het fietsenhok. De
/ ALGEMEEN
‘Kennis loskoppelen van de persoon’
Rob Pasman werkt als facilitair manager bij Stichting Scholengroep
Gelderverste. Deze stichting bestaat uit negentien christelijke basisscholen in Oost-Gelderland. Ongeveer 2.900 kinderen bezoeken
dagelijks deze scholen.
“In januari 2014 hoorde ik voor het eerst van het ScholenDossier”, vertelt
hij. “Mijn ervaring in de facilitaire wereld lag tot eind 2013 vooral buiten de
sector. Ik was als nieuwkomer binnen de onderwijswereld op zoek naar
ondersteuning op het gebied van onderhoudsplanning. We wilden de
kennis loskoppelen van de persoon en eenvoudiger toegankelijk maken.
Daarbij stuitte ik op het ScholenDossier. Op dat moment was het alleen
nog een visie. Ik heb afspraken gemaakt met de betrokkenen en ben bij
brainstormsessies geweest, waar je ook input kon geven. Ik heb
vervolgens een voorstel neergelegd bij het college van bestuur van
Gelderveste. Dat besliste positief en vanaf 1 januari 2015 hebben we het
ScholenDossier geïmplementeerd voor onze onderhoudsplanning. Er zijn
wel andere modulaire systemen beschikbaar, maar die zijn vaak veel
gecompliceerder. Ze bevatten allerlei tools die je niet nodig hebt, of
waarmee je niet kunt werken, zonder uitgebreide voorkennis. Het
ScholenDossier is toegankelijk en gebruiksvriendelijk. En als ik ooit
wegga, kan mijn opvolger gewoon verder aan de slag met het systeem.”
Controle
Een MJOP heeft volgens Pasman als nadeel dat gegevens in de loop
van de tijd achterhaald worden door de werkelijkheid. “Het is een
schilder kan zelfs zien hoeveel verf er wordt gebruikt voor de
kozijnen in de zuidgevel en in welke kleur. Van een kapot
lichtknopje tot een overall kwaliteitsmeting van de staat van
schoolgebouwen; via het ScholenDossier is het allemaal
inzichtelijk gemaakt en te managen.”
Nulmeting
Het ScholenDossier is een ‘open’ applicatie. Hiermee kunnen
scholen een nulmeting doen of laten doen. “Scholen kennen
vaak al een MJOP. Deze planning is opgenomen in het ScholenDossier: maar niet als star, eenmalig rapport, maar als dynamische tool voor verdere planning en beheer. De nulmeting leidt tot
een lijstje met problemen en een plan van aanpak van 10 of 15
jaar voor het onderhoud. Al die posten worden op die manier
jaar na jaar inzichtelijk gemaakt en aangepast.”
Hoe flexibel het ScholenDossier is, maakt ze duidelijk via een
voorbeeld. “Schoolbesturen hanteren een budget voor
onderhoud. Als uit het MJOP blijkt dat er geld te weinig is, kun
je activiteiten eenvoudig doorschuiven. Het ScholenDossier
zorgt daarmee, naast de eerder genoemde voordelen, ook voor
een beter financieel draagvlak. Het leidt tot een antwoord op
vragen als ‘Wat is belangrijk? En: wat kunnen we betalen?”
Data op één plek
Praktisch en concreet, laagdrempelig, volledig en zonder
investeringen vooraf. Gewoon beginnen en hulp inroepen als
dat nodig is. Het is volgens de onderwijsadviseur allemaal van
niet-dynamisch rapport. Met het ScholenDossier kan ik heel eenvoudig
dingen naar voren halen of verschuiven en bedragen aanpassen. Zie
het als een continu actueel MJOP, waarmee ik perfect kan zien wat er
gedaan is en wat er gedaan moet worden. Het is direct bruikbaar voor
alle betrokkenen. Ondanks alle ad-hoc-zaken op een school behoud
ik voortdurend totale controle over alle zaken betreffende het MJOP.
Dat geeft me de mogelijkheid om me te richten op strategisch
onderhoud. Stel, een school is toe aan groot onderhoud. Het
ScholenDossier helpt met concrete informatie bij beslissingen als
‘kiezen we voor nieuwbouw of voor renovatie?’ en ‘welke onderdelen
kunnen we naar achteren schuiven?’”
Elkaar scherp houden
Is het ScholenDossier dan alleen maar heil en zegen? “Nee”, zegt
Pasman lachend. “Het is nog niet optimaal. Logisch ook als je ziet dat
het nog maar kort beschikbaar is. Sommige zaken verdienen
verbetering. Wat wel zo prettig is: dit kun je melden en dan wordt het
in behandeling genomen. Soms gaat dat snel, soms duurt het even.
Wij maken soms onconventionele keuzes. Zo hebben we er bijvoorbeeld voor gekozen om de schoonmaak ‘in huis’ te halen. Daartoe
hebben we 22 schoonmakers in dienst genomen. Hierdoor kan het
voorkomen dat wij zaken in het ScholenDossier willen hebben die niet
marktconform zijn en daardoor op dit moment niet passen in het
systeem van het ScholenDossier. Maar door het te melden, hou je
elkaar wel scherp.”
toepassing op het ScholenDossier. “Eigenlijk is het een
basisdossier waarin alle relevante data op één plek worden
bewaard en bijgehouden. Altijd direct inzichtelijk voor alle
betrokkenen. En dus niet alleen ideaal voor schoolbesturen,
maar ook voor toeleveranciers.”
Ze vervolgt: “Naast kengetallen als vierkante meters, leerlingenaantallen, onderhoudskosten, adressen en nog veel meer,
zijn we nu bezig om ook het feitelijke energie- en gasverbruik in
het ScholenDossier te verwerken. Tijdens dit gesprek zitten we
in de carnavalsperiode en je moest eens weten in hoeveel
gesloten schoolgebouwen de verwarming nu staat te loeien.”
Juiste keuzes
De kwaliteit van nogal wat schoolgebouwen laat te wensen
over. Tegelijkertijd zijn financiële middelen niet altijd voorradig.
Is de nieuwe wet juist geen molensteen? “Het ScholenDossier
helpt om de juiste keuzes te maken”, vertelt Van der Pennen.
“Wij staan in Nederland voor de uitdagende opgave duurzame
omgevingen te realiseren met inspirerende en motiverende
onderwijsgebouwen. Een toekomstbestendige leeromgeving
kan een grote bijdrage leveren aan het ontdekken en het
ontwikkelen van talenten van leerlingen. De toekomst van de
leerlingen staat centraal, maar zeker ook die van het gebouw
en het gebied. Mijn advies? Bouw niet voor leegstand, maar
werk op een creatieve wijze samen met andere organisaties en
doe dit alles op efficiënte wijze, zodat zo veel mogelijk geld
overblijft voor het onderwijs zelf.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
67
Elke luchtbehandelingskast
van Solid Air is uniek
Bij Solid Air Luchtbehandeling doen we niet aan standaardoplosingen. Ieder apparaat is
uniek, omdat iedere klantvraag dat ook is. Wij leveren modulaire luchtbehandelingskasten
op maat, al of niet met generatieve wtw op basis van adiabatische koeling.
Solid Air is ook de bedenker
en producent van Aeolus, de
enige compacte HR wtw-unit
die werkelijk compleet en geheel
stekkerklaar wordt geleverd.
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
solid-air.nl
Vraaggestuurd ventileren op basis van CO2
Gezonder binnenklimaat = verbetering van leerprestaties
Constant volumeregelaar
Regelunit
CO2-sensor
Regelklep
Fris en gezond binnenklimaat
Lage onderhoudskosten
Lagere energiekosten
Laag geluidsniveau
Gebruiksvriendelijk
Eenvoudige installatie
Aralco NVS
T +32 56 52 80 60
E [email protected]
I www.aralco.nl
/ PROJECT
De kleuren van de gevel keren terug in het interieur (foto: Luuk Kramer).
Brede School ’t Berflo:
fris en vrolijk
Sinds november vorig jaar is Hengelo met de ingebruikname van de Brede School ’t Berflo
een blikvanger rijker. De organische vorm, goud-zilveren aluminium gevel en gevelplaten
in de kleuren van de regenboog: hoe uitnodigend wil je het hebben? Binnen wacht een
warm welkom: een aangenaam binnenklimaat met een zeer lage energievraag.
Tekst: Wilma Schreiber
’t
Berflo huisvest drie basisscholen en verder onder
meer een consultatiebureau, een GGD-post, een
peuterspeelzaal en een kinderopvangcentrum. Tevens
zijn er enige multifunctionele ruimten, waaronder een
wijkzaal.
Tijdens een informatiesessie van het Centrum voor Gezonde
Scholen vertelt Ellen Wolkotte, locatieleidster basisschool
Paus Joannes XXIII, dat de wensen en het welzijn van de
gebruikers steeds centraal hebben gestaan bij de bouw.
“Het gebouw loopt rond, iets waarin kinderen zich vanaf dag
1 thuis voelen”, zegt ze. “Er is een klimaatbeheersingssysteem, maar leerkrachten kunnen in hun eigen lokaal de
temperatuur een paar graden hoger of lager zetten. De
ramen kunnen open en het licht is mooi.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
69
Dankzij de organische vorm past het gebouw naadloos in het landschap (impressie: Spring Architecten).
Scherpst van de snede
Heldere businesscase
Uit een Gezonde Scholen-studie, waaraan 1.100 scholen
deelnamen, blijkt dat het binnenklimaat in scholen lang niet
altijd optimaal is. Onder druk van beperkte budgetten moet
op het scherpst van de snede gebouwd worden, waardoor
niet altijd de goede keuzes worden gemaakt omtrent duurzaamheid en gebruiksvriendelijkheid.
“Een op de drie scholen heeft klachten over het thermisch
comfort, terwijl ingrepen op dit vlak snel terugverdiend
kunnen worden. Daarnaast ervaart twintig procent van de
scholen klachten over het visueel comfort. Goed licht is
belangrijk voor de concentratie van de leerlingen en geautomatiseerde systemen zoals bewegingsmelders en diminstallaties dragen bij aan energiezuinigheid. Toch heeft 70
procent van de scholen een verouderde verlichting”, vertelt
Anneleen Vandenberk van het Centrum voor Gezonde
Scholen. Ook op het gebied van luchtvochtigheid, akoestiek
en geluidsisolatie en -absorptie bestaan nog pijnpunten.
Ook Rommie Spoelstra van Royal HaskoningDHV benadrukt
het belang om gebouw en gebruikers met elkaar te verbinden.
“In interactieve sessies met opdrachtgever en gebruikers
inventariseren we hun wensen. Deze functionele eisen
vertalen we vervolgens in technische eisen in het Programma
van Eisen.”
Royal HaskoningDHV werkt bij gebouwen met het 4B-model,
waarbij de B’s staan voor Behaaglijk, Betekenisvol,
Beïnvloedbaar en Begrijpelijk. “De businesscase is helder.
Maatregelen die de gezondheid en het welzijn van de gebruikers
bevorderen, zorgen voor een hogere productiviteit. Die
investering is echt de moeite waard.”
Bij ’t Berflo hebben Alfons Hams en Jurjen Vermeer van
Spring Architecten vol ingezet op het creëren van een
klimatologisch aangenaam, energieneutraal (passiefhuisconcept) en multifunctioneel gebouw, dat past bij het landschap.
Dit resulteerde in een organische vorm, gekoppeld aan
70 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
bomen, het winkelcentrum en de watertoren. De vorm is
compact, de looplijnen kort. Gangen zijn er niet, vanuit enkele
vaste kernen loop je van plek naar plek: het Grand Café en de
theaterzaal. De kleuren aan de buitenkant komen binnen
terug. “Dat zorgt voor herkenning en versterkt de identiteit
van gebruikers”, verklaart Vermeer. Voor het ontwerp werd
nauw samengewerkt met gebruikers in een aantal dialoogrondes.
gekozen voor decentraal om afhankelijk van de plek in het
gebouw te kunnen reageren op de zon en de gebruikersvraag”, stelt Hams.
Om de akoestiek te optimaliseren, koos Spring Architecten
voor een hoogwaardig geïsoleerd plafond met steenwol en
een afgepleisterde open stuclaag. “Tevens hebben we
zwevende dekvloeren toegepast voor minder contactgeluid.”
Ruimtelijk effect
Een aantal keuzes van de architect had wel een nadelige
invloed op de uiteindelijke GPR-waarde van het gebouw.
“Decentrale luchtbehandelingskasten kosten meer energie,
omdat je meer motoren moet laten draaien. Maar omdat dit
de kwaliteit van het binnenklimaat vergroot, nemen we een
lagere score voor lief.”
Ook de keus voor een dikke betonnen vloer om installatiekanalen in het gebouw te vermijden, leverde minpunten op in
de categorie ‘Milieu’. Daar staat tegenover dat ‘t Berflo
zonder meer hoog scoort op gezondheid, gebruikskwaliteit en
toekomstwaarde.
De eerste ervaringen met het gebouw zijn positief, aldus
Wolkotte. “Het gebouw is kindvriendelijk, energieneutraal en
prettig om in te werken. We zitten hier vlakbij het spoor, toch
is van geluidoverlast geen sprake. Natuurlijk moeten er nog
puntjes op de i gezet worden, maar ik heb daar alle vertrouwen
in.” Voor een goede inregeling van het gebouw heb je alle
seizoenen nodig, beaamt Hams, die tevreden is over het
resultaat. “Het is mooi als gebruikers het gebouw gaan
omarmen, dat het hun gebouw wordt. Als zij het koesteren,
heb je wat bereikt.”
De gezondheidsaspecten, uiteenlopend van luchtkwaliteit,
thermisch comfort, ruimte, visueel comfort en akoestiek,
kregen alle aandacht met als uiteindelijk doel het optimaliseren
van de leerprestaties. Wat maakt ‘t Berflo tot een gezonde
school? “De extra hoge vrije ruimte van 3,5 meter geeft lucht
en vrijheid. Daarnaast hebben we holtes in het gebouw zo
veel mogelijk vermeden, hierin kan vuil ophopen. Dus geen
verlaagde plafonds, geen radiatoren en geen kruipruimten.
Het gebouw is zodoende goed schoon te houden”, vertelt
Hams.
Voor het ruimtelijk effect heeft het gebouw zo min mogelijk
kolommen en is in plaats daarvan gewerkt met een 40
centimeter dikke vloer, waarin tevens de installaties zijn
verwerkt. Panoramische ramen met uitzicht op het park,
patio’s en daklichten maken ‘t Berflo tot een bijzonder licht
gebouw. Lichtwering aan de binnenzijde en zonwerende
beglazing voorkomen overlast door zonlicht. Op het dak
bevindt zich een aantal decentrale luchtbehandelingskasten.
“Per vier lokalen is er één installatieschacht, waarlangs de
lucht via een doekbuis het lokaal in komt. We hebben
Toekomstwaarde
De uitzonderlijke verdiepingshoogte versterkt het gevoel van ruimte (foto: Luuk Kramer).
Duurzame Scholen | april 2015 |
71
Gezond en duurzaam
verwarmen en koelen
Toepassing:
Vloerverwarming, plafond- en wandverwarming/koeling
BioClina capillaire klimaatmatten als oppervlakte afgiftesysteem zet nieuwe
maatstaven en geeft verwarmen vanuit plafond, wand (d.m.v. straling) of vloer
en koelen vanuit plafond of wand een nieuwe dimensie.
Door een overdrachtsoppervlak dat tot 300% groter is dan bij traditionele afgiftesystemen, kan de installatieontwerper technisch betere ontwerpen realiseren dan
voorheen met traditionele systemen niet, of alleen tegen hoge meerinvesteringen,
mogelijk was.
Vanwege de hoog efficiënte activering, dicht aan de oppervlakte (6 tot 10 mm), de
kleine capillaire buisdiameter (ø 4,3 mm), de geringe buisafstand (20 mm) en het
kleine temperatuurverschil tussen aanvoer en retour (2K), kunnen ruimten al voldoende worden verwarmd met watertemperaturen van 30/28˚C, tot ver onder het
vriespunt.
Als bijkomend voordeel op het zeer hoge belevingscomfort bij toepassing van het
BioClina systeem, is dat door de lage wateraanvoertemperaturen het rendement
van een warmtepomp met meer dan 35% wordt verbeterd. De reactiesnelheid van
het BioClina systeem bedraagt slechts 6-15 minuten. Dit geldt ook bij toepassing
als vloerverwarming. En niet 4 uur, zoals gebruikelijk bij traditionele vloerverwarmingssystemen.
Voor behaaglijkheid en een superieur comfort
kiest u voor BioClina. Meer voordelen en
informatie: www.BioClina.nl
Winnaar
Innovatieprijs
Navos Klimaattechniek B.V.
Kleveringweg 20, 2616 LZ Delft
T: 015 – 215 37 28
W: www.BioClina.nl
E: [email protected]
Een duurzaam klimaat begint met meten
Meetapparatuur
Energie
• Zonnestraling, Licht
• Windrichting, Windsnelheid
• Temperatuur, RV, Druk
T +31 (0) 85 273 1917
F +31 (0) 85 273 1918
E [email protected]
DeltaOhm_2013.indd 1
www.deltaohm.nl
10-02-13 21:22
/ PROJECT
Op maat gemaakt onderwijs
Als onderwijskundig ondernemer is Gertjan Kleinpaste voortdurend op zoek naar
vernieuwing op het gebied van onderwijs. Vandaar dat hij geldt als kernteamlid van
‘Onderwijs van de Toekomst’. “Over tien jaar zie ik schoolgaande kinderen van
verschillende leeftijden gezamenlijk op maat gemaakte lesprogramma’s volgen.”
Tekst: Tim van Dorsten
Tijdens het interview met Duurzame Scholen Magazine haalt
hij de naam Sir Ken Robinson aan. Deze Brit staat bekend
als internationaal expert en voorvechter van creativiteit en
innovatie in het onderwijs en het bedrijfsleven. “Van hem
weten we dat in elk land op de wereld dezelfde patronen in
het onderwijs zijn geslopen”, vertelt Kleinpaste. “Overal ligt
een zwaar accent op rekenen/wiskunde en op taalwerving
en overal organiseren wij het onderwijs in klassen of
groepen, waarin je met leeftijdsgenootjes op hetzelfde
moment dezelfde leerstof aangeboden krijgt.”
Diezelfde Robinson vertelt ook dat we in spannende tijden
leven, vertelt Kleinpaste. “Hij benoemt het als de transitie
van het ‘industriële’ naar het ‘organische’ tijdperk. En vindt
dat deze tijd om ander onderwijs vraagt.”
Begeleiding in veranderende maatschappij
Kleinpaste sluit zich hierbij aan. “De maatschappij verandert
ingrijpend en het is onze taak om de volgende generatie te
begeleiden om hun weg te vinden in die veranderende
maatschappij. Het is echter niet onze taak hen voor te
bereiden op een leven dat er precies zo uitziet als het onze.”
Volgens hem helpt het daarom niet om het onderwijs in de
huidige vorm aan te bieden. “Hierbij heeft de huidige
generatie gezorgd voor de doelen en de inhoud over wat de
volgende generatie moet weten.”
Desondanks ziet Kleinpaste nog te weinig beweging in
onderwijsland. “Ik heb het daarbij vooral over het algemene
onderwijsbeeld, want er zijn zeker positieve uitzonderingen.
Kijk maar eens naar De School in Zandvoort en Agora in
Roermond. Beide scholen geven maatwerkonderwijs:
personalized learning.”
Gertjan Kleinpaste: ‘We moeten ons weer concentreren op leren en
uitgaan van hun sterke punten.’
Duurzame Scholen | april 2015 |
73
Bouwt u mee aan een toekomstbestendige sector?
De bouwbranche staat voor enorme uitdagingen: van het reduceren van faalkosten tot het
verminderen van CO2-uitstoot. Duurzaam Gebouwd brengt als integraal platform daarom alle
schakels in de bouw- en vastgoedsector samen en richt zich samen met toonaangevende
partners op integrale samenwerking, kennis- en netwerkdeling en het gezamenlijk ontwikkelen
van nieuwe business. Word partner van Duurzaam Gebouwd en behoor tot de top 250
organisaties die de bouw- en vastgoedsector een grote stap vooruit willen helpen.
BEZOEK VOOR MEER INFORMATIE DUURZAAMGEBOUWD.NL
74 | april 2015 | Duurzame Scholen
/ PROJECT
En juist dat geniet zijn voorkeur. “Vergeet die Wet op het
Passend Onderwijs en kijk naar het individuele kind en zijn
kwaliteiten en mogelijkheden. Pas hier vervolgens maatwerk
onderwijs op toe.”
Themalokalen
Over een jaar of tien ziet hij dan ook kinderen van 4 tot en
met 14 à 16 jaar bij elkaar in de klas zitten. “Per kind komt er
een onderwijsbudget van zo’n twaalf jaar: een persoonsgebonden budget. Eerst ligt de regie in handen van zijn
ouders en langzaam maar zeker krijgt het deze zelf in
handen.”
Daarnaast ziet hij scholen met zogeheten themalokalen.
Hierin volgen scholieren – ongeacht hun leeftijd – hetzelfde
vak, zoals rekenen, taal of geografie. Op hun eigen tablet
volgen ze dan hun eigen lesstof en vragen kunnen ze stellen
aan hun medescholieren. Uit onderzoek blijkt dat dit veel
beter werkt dan uitleg van een leerkracht.” Toch blijft
Kleinpaste overtuigd van de waarde van een leraar of
lerares. “De interactie met de leerkracht blijft heel belangrijk.
Leraren stimuleren, motiveren en vertellen het grote verhaal.”
De voornaamste verandering in zijn ogen is dat de regie en
het eigenaarschap dienen te veranderen. “Het onderwijs
moet zich richten op kinderen. We moeten ons weer concentreren op leren en uitgaan van hun sterke punten.”
Digitale revolutie
Wat hem betreft staat de tablet hierbij centraal. “Volgens de
Rotterdamse hoogleraar transitiemanagement Jan Rotmans
vinden er momenteel grote veranderingen plaats en zitten
we midden in een digitale revolutie.”
Kleinpaste ziet kinderen over tien jaar dan ook niet meer met
boeken rondlopen. “Die boeken horen enkel thuis in de
mediatheek. De tablet heeft de toekomst, zeker voor
maatwerkonderwijs.”
Gepersonaliseerd leren
Hij heeft ook zelf geprobeerd om zijn manier van denken op
een basisschool door te voeren. “Acht maanden heb ik
leiding gegeven aan een particuliere school in Breda, die het
anders wilde doen. Helaas bleek deze school niet levensvatbaar, omdat er te weinig sponsoren waren.”
Vanuit die school kwam hij wel in contact met de organisatoren van ‘Miami Device’, een grote conferentie met veel nieuw
over beschikbare digitale content en over gepersonaliseerd
leren. “Via Skype heb ik een bijdrage aan ‘Miami Device’
door te vertellen hoe we in Breda hebben geprobeerd het
funderend onderwijs meer op maat in te richten. Hopelijk
lukt me dit in de toekomst ook in de praktijk.”
In de voormalige school in Breda kregen kinderen onderwijs op maat,
dankzij tablets.
Onderwijs van de Toekomst
Kleinpaste is een van kernspecialisten van ‘Onderwijs van de Toekomst’. “Samen met andere experts
in deze community ben ik hiermee actief op het
gebied van ‘Community Learning Centers’. We
organiseren regelmatig in Breukelen een onderwijsdiner voor schoolleiders, bestuurders en
onderwijsprofessionals, waarbij altijd een actueel
onderwijsthema centraal staat.”
Duurzame Scholen | april 2015 |
75
Duurzame ambities
samen waarmaken
www.thermaflex.com
Tel. 0416 567 777
[email protected]
Oplossingen voor een
gezond binnenklimaat
Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van
roosters en luchtbehandelingskasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds.
Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte-/koudetransport,
lage temperatuurverwarming, hoogste lekdichtheidsklasses en het gebruik van
duurzame materialen.
BRANDWERENDE PRODUCTEN
BIM READY!
Tel +31 20 696 69 95
[email protected]
KLIMAATPLAFONDS
LUCHTBEHANDELING
LUCHTVERDEELTECHNIEK
solid-air.nl
/ ACHTERGROND
Samen het onderwijs
beter maken
In de onderwijswereld vinden voortdurend veranderingen plaats. Zo zijn schoolbesturen in het primair onderwijs sinds 2015 zelf verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van hun scholen. Om scholen hierbij te ondersteunen, heeft een aantal
marktpartijen de handen ineengeslagen. Doel van het consortium 1.000SCHOLEN is
het grootschalig revitaliseren van schoolgebouwen in het primair onderwijs.
Tekst: Henk-Jan Hoekjen
In de Troonrede van 2013 liet het kabinet koning WillemAlexander de overtuiging uitspreken dat onze klassieke
verzorgingsstaat langzaam verandert in een samenleving
waarin ‘van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving’.
Het kwam minister-president Mark Rutte cum suis op de
nodige kritiek te staan. Oppositiepartijen meenden in de term
‘participatiesamenleving’ een schaamlap te zien voor
onbarmhartig bezuinigings-beleid.
De oproep aan de samenleving om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor het publieke veld is echter verre van
revolutionair. Een gezonde democratische samenleving kan
alleen functioneren, wanneer het gezamenlijke belang
voortdurend onderkend en onderhouden wordt. Zeker in het
primair onderwijs is dit zo klaar als een klontje: deze
instellingen draaien immers al sinds jaar en dag op de
medewerking van betrokken vaders en moeders. Van
musicals tot sinterklaasvieringen: ze zijn ondenkbaar zonder
hun participatie.
Plofscholen
Als gevolg van nieuwe wetgeving zijn de besturen van
basisscholen sinds dit jaar zelf verantwoordelijk voor het
gehele onderhoud van hun scholen. In veel gevallen betekent
dit waarschijnlijk dat ouders ook hier hun betrokkenheid
tonen.
Maar hierbij staan zij gelukkig niet alleen. Want medio 2014
richtte een aantal marktpartijen het consortium
1.000SCHOLEN op, dat schoolbesturen wil helpen bij het
onderhouden van hun schoolgebouwen. De ambities van de
deelnemende partijen Strukton Worksphere, ABN AMRO en
MC2 conceptontwikkeling gaan daarbij verder dan een likje
Moreen Oud: “Bij duurzaamheid
gaat het om veel meer dan alleen
om het besparen van energie.”
verf op de kozijnen. Het consortium is gericht op het grootschalig revitaliseren van onderwijsgebouwen in het primair
onderwijs, met als doel de leeromgeving te verbeteren en het
energiegebruik terug te dringen.
“We zijn begin 2014 gestart op initiatief van Strukton
Worksphere”, vertelt Moreen Oud van MC2 conceptontwikkeling. “Onze samenwerking kwam tot stand omdat
we constateerden dat er iets moet veranderen in de schoolgebouwen in het primair onderwijs. Veel scholen in het
basisonderwijs zijn ‘plofscholen’: het is er bijvoorbeeld slecht
gesteld met het binnenklimaat. Ook voldoen veel gebouwen
qua isolatie niet meer aan de hedendaagse eisen. Daarom
kwamen wij tot de conclusie dat we gezamenlijk iets zouden
kunnen betekenen voor de scholen. Wij hebben de ambitie
om het breed aan te pakken, daarom hebben we gekozen
voor de naam ‘1.000SCHOLEN’.”
Verouderde schoolgebouwen
Het bevorderen van de duurzaamheid van schoolgebouwen
speelt een belangrijke rol voor het consortium. Op dit terrein
Duurzame Scholen | april 2015 |
77
2 3 4 JUNI
2015
AMSTERDAM RAI
Hoofdthema
(RE) BUILDING
THE BUSINESS
KAARTVERKOOP
PROVADA
Dagthema’s
2 JUNI
IS GESTART
3 JUNI
Koop voor 13 april uw toegangskaart en maak
gebruik van de early bird korting en betaal € 84,-
4 JUNI
excl. BTW voor een toegangskaart.
(Reguliere prijs € 95,- excl. BTW).
Vind ons op Twitter @PROVADAre
78 | april 2015 | Duurzame Scholen
www.provada.nl | www.provadaxperience.nl | [email protected], +31 (0)30 60 514 24
/ ACHTERGROND
is inderdaad nog een wereld te winnen. Uit het rapport
‘Krachtenveldanalyse verduurzamen schoolgebouwen PO en
VO’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland blijkt
dat van de huidige voorraad schoolgebouwen (voor het
primair én voortgezet onderwijs) globaal een achtste (oftewel
duizend schoolgebouwen) dermate verouderd is, ‘dat
ingrijpende renovatie of sloop en nieuwbouw dringend
gewenst is’. Nog eens zo’n 2.000 scholen is volgens dit
rapport functioneel voldoende goed, ‘maar behoeft onderhoud, verbetering van het binnenmilieu en het treffen van
energiebesparende maatregelen’.
Ongeveer de helft van de 8.000 schoolgebouwen in ons land
voldoet volgens de Rijksdienst redelijk tot goed en kent geen
ernstige gebreken. In veel gevallen voldoet zij echter nog niet
geheel aan de eisen van de wet Milieubeheer.
Maatschappelijke ambitie
1.000SCHOLEN is zich bewust van deze opgave. “Wij richten
ons alleen op gebouwen voor het primair onderwijs”, vertelt
Oud. “Op dit terrein is nog veel te doen: ons land staat vol
met oude, slecht geïsoleerde schoolgebouwen. Dit leidt tot
een slecht binnenklimaat en negatieve gevolgen voor de
leerprestaties en de gezondheid van kinderen en leerkrachten.
Verkeerd ingestelde technische installaties verspillen onnodig
energie. We kunnen bijvoorbeeld veel winnen wanneer we
zorgen dat de verlichting en de verwarming alleen aan staan
wanneer het schoolgebouw gebruikt wordt.”
Oud benadrukt dat de ambities van het consortium veel
verder gaan dan het besparen van energie. “We hebben een
maatschappelijke ambitie. Bij duurzaamheid gaat het namelijk
om meer dan alleen om het besparen van energie. Onze
ambitie is het realiseren van een optimale onderwijsomgeving,
waar op de best mogelijke manier onderwijs gegeven kan
worden. Want dát is wat scholen echt willen.”
Andere behoefte
Dat betekent dat behalve ‘laaghangend fruit’ op het gebied
van energieverbruik ook het aanpakken van allerlei structurelere problemen. Zo geeft ze aan dat een flink deel van de
schoolgebouwen voor het basisonderwijs in ons land plaatsvindt in schoolgebouwen die al veertig of vijftig jaar oud zijn.
“We willen iets betekenen voor scholen die sociaalfunctioneel
en technisch niet meer geschikt zijn voor de eisen van deze
Voor scholenstichting Fluvium maakte 1.000SCHOLEN een inventarisatie op basis waarvan een maquette werd gerealiseerd van een
moderne en duurzame leeromgeving.
tijd. Een groot deel van de basisscholen in ons land bestaat
nog uit klaslokalen met lange gangen. Maar het onderwijs is
de afgelopen jaren sterk veranderd: er is behoefte aan
andersoortige ruimtes. Met het consortium willen we een
bijdrage leveren aan het realiseren van een integrale
modernisering van onderwijsgebouwen.”
Verschillende vakgebieden
Bij aanvragen van schoolbesturen bepaalt 1.000SCHOLEN
eerst de randvoorwaarden voor het businessplan, zoals de
huidige staat van de gebouwen, de financiële situatie en de
toekomstvisie. Vervolgens wordt bekeken welke aanpassingen
wenselijk en mogelijk zijn.
“Onze kracht is dat we kennis uit verschillende vakgebieden
bundelen. Doordat we gezamenlijk beschikken over bouwkundige, technische en financiële expertise, kunnen we
schoolbesturen op al deze onderdelen adviseren.”
Volgens Oud gaat het om structurele keuzes. “Schoolbesturen moeten inventariseren of hun gebouwen nog wel
aan de hedendaagse en toekomstige eisen voldoen. Dit
consortium ondersteunt scholen in het primair onderwijs bij
een dergelijke inventarisatie.”
Het samenwerkingsverband tussen Strukton Worksphere,
ABN AMRO en MC2 conceptontwikkeling heeft al de nodige
praktijkervaring opgedaan. Vooruitlopend op de wetgeving die
afgelopen 1 januari 2015 inging, besloten de gemeenten
Geldermalsen en Neerijnen en scholenstichtingen Fluvium en
CPOB met basisschool Eben Haëzer vorig jaar al de samenwerking te zoeken met 1.000SCHOLEN. Ook voor een
schoolbestuur in Rotterdam voert het consortium momenteel
een inventarisatie uit.
Oud is ervan overtuigd in de toekomst veel meer onderwijsinstellingen in het primair onderwijs van dienst te kunnen zijn.
“Schoolbesturen en gemeenten kunnen profiteren van de
sociale, technische en financiële expertise die we inbrengen.
Gezamenlijk kunnen we zorgen voor toekomstbestendige
huisvesting van basisscholen, waarbij gezondheid,
duurzaamheid en functionaliteit centraal staan.”
1.000SCHOLEN combineert verschillende expertises.
Duurzame Scholen | april 2015 |
79
‘Belemmeringen weghalen bij
decentralisatie’
Door een wetswijziging zijn de schoolbesturen van basisscholen sinds begin dit
jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van hun schoolgebouwen. Volgens Wim
Lengkeek is dit besluit voor veel besturen misschien iets te vroeg gekomen. “De
beste oplossing is om basisscholen in multifunctionele gebouwen te plaatsen.”
Tekst: Tim van Dorsten
H
ij was middenbouwdocent en directeur van basisschool
De Cirkel in Assen en heeft lesgegeven aan basisschool
De Uitleg in Dalfsen. Wim Lengkeek kent de leeromgeving van schoolgebouwen en weet dus waarover hij
spreekt. De adviseur onderwijshuisvesting GO|ON Ruimte-OK
heeft het boek ‘Strategisch omgaan met onderwijshuisvesting
vanaf 2015’ geschreven om aandacht te vragen voor de
huisvesting van scholen in het primair onderwijs.
“Sinds 1 januari 2015 geven gemeenten de besturen van
basisscholen meer verantwoordelijkheid”, legt hij uit. “Het gaat
hierbij voornamelijk om het onderhoud van de huisvesting, dat
komt dan volledig op eigen conto.”
Professionaliseren
Deze decentralisatie kwam niet uit de lucht vallen. In februari
2014 besloot de Tweede Kamer hiertoe. “Het is een trend, in
‘De besturen van
basisscholen dienen te
professionaliseren’
80 | april 2015 | Duurzame Scholen
2007 gebeurde dit al voor het voortgezet onderwijs”, weet
Lengkeek. “Uit onderzoek bleek dat het primair onderwijs
destijds nog niet, maar er nu wel klaar voor is. Ik ben echter
bang dat dit niet geldt voor veel basisscholen. Hun besturen
dienen hiervoor te professionaliseren.”
En dat is dan ook de reden dat hij zijn boek heeft geschreven.
“Ik heb me gericht op het bestuurlijk niveau van het primair
onderwijs, maar ook op de facilitairmanagers en de conciërges.”
Dit geeft in zijn ogen direct het dilemma aan voor de basisscholen. “Sinds 2015 zijn schoolbesturen juridisch eigenaar
van de schoolgebouwen. Echter: veel schoolbesturen bestaan
uit voormalige docenten en zij zijn voor zo’n rol niet opgeleid.
Daarnaast zijn conciërges vaak manusjes-van-alles en zijn veel
basisscholen te klein om een facilitair manager te hebben.”
Te weinig uitgegeven aan nieuwbouw
Daarnaast mogen schoolbesturen niet zelf beslissen voor
nieuwbouw. “De wet bepaalt dat de ‘zorgplicht’ hiervoor berust
bij de gemeente. Dit is dus afhankelijk van het beleid van de
gemeente”, legt Lengkeek uit. “Het lastige is echter dat zij extra
zijn gekort door de motie van Tweede Kamerlid Sybrand van
Haersma-Buma, in verband met de veronderstelde onderbesteding van gemeenten voor onderwijshuisvesting. Dit wil dus
zeggen dat gemeenten de afgelopen jaren te weinig geld
hebben uitgegeven aan nieuwbouw.”
Door die motie neemt het kabinet met de ingang van 2015
€ 256 miljoen uit het gemeentefonds. “Dit bedrag komt in de
lumpsum – het totale bedrag voor personeel en materiaal – van
het primair en voortgezet onderwijs.”
/ INTERVIEW
Veertig jaar
Volgens Lengkeek kan deze korting negatieve gevolgen
hebben voor de integrale huisvestingsplannen van gemeenten.
“Dit geld kan binnen de lumpsum niet geoormerkt worden en
schoolbesturen mogen binnen de huidige wetgeving niet
investeren in nieuwbouw. Deze overheveling betekent dat dit
geld verloren gaat voor nieuwbouw van scholen in het primair
onderwijs. Dit investeringsverbod voor het primair onderwijs
geldt ook voor uitbreidingen van gebouwen.”
Hij ziet een behoorlijk probleem ontstaan bij de vervanging van
scholen. “Het overgrote merendeel van de schoolgebouwen is
momenteel ouder dan veertig jaar en dat is momenteel de
afschrijvingstermijn van schoolgebouwen. In het totaal
beschikken we over zo’n 10.000 schoolgebouwen, waarvan
we er momenteel jaarlijks zo’n zeventig vervangen worden.
Reken maar uit hoe lang dat gaat duren.”
Green Deal
Sommige schoolbesturen kunnen zich dus enkel beperken tot
renoveren. “Het is belangrijk dat de besturen van basisscholen
strategisch denken over wat nodig is voor een goede onderwijshuisvesting.”
Volgens hem helpt hierbij de Green Deal Verduurzaming
Scholen, die is gesloten tussen de Rijksoverheid, de onderwijs- en gemeentesector. Het doel hiervan is om op grote
schaal de totstandkoming van een duurzame leer- en werkomgeving te versnellen. Deze Green Deal helpt schoolbesturen en gemeenten bij hun ambities om energiebesparing
en de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen (exploitatieneutraal) te verbeteren.
“Een goede stap”, vindt Lengkeek. “Zo werken we samen aan
duurzaamheid. Deze Deal gaat erom om belemmeringen op te
sporen, deze te elimineren en kansen te zien. Bij grote
scholen kan bijvoorbeeld de keuze liggen op zonnepanelen.”
Multifunctionele gebouwen
Het primair onderwijs dat gehuisvest is in stedelijk gebied, zal
minder problemen ondervinden dan het primair onderwijs in
gebieden die met leegstand kampen. In die laatstgenoemde
gevallen pleit Lengkeek voor huisvesting in multifunctionele
gebouwen. “We zijn op dit gebied gebaat bij flexibiliteit.
Bijvoorbeeld door het primair onderwijs samen te brengen in
Eerste exemplaar aan OCW
Zo’n halfjaar geleden, op 8 oktober 2014, overhandigde
Lengkeek het eerste exemplaar van zijn boek
‘Strategisch omgaan met onderwijshuisvesting vanaf
2015’ aan Adriaan Zeillemaker, plaatsvervanger
directeur primair onderwijs bij het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit deed hij tijdens
een bijeenkomst van Bouwstenen voor Sociaal in
Utrecht.
Wim Lengkeek: “In mijn boek richt ik me op het bestuurlijk niveau
van het primair onderwijs, maar ook op de facilitairmanagers en de
conciërges.”
een gebouw met bijvoorbeeld een kinderdagverblijf.”
Naar dit soort vormen van samenwerking zoekt hij. “Het is
beter om samen te werken, zeker op het gebied van huisvesting.”
Ten slotte noemt hij nog de groeiende behoefte aan flexibele
gebouwen door de veranderingen in het onderwijs zelf. “De
veranderingen van de afgelopen dertig jaar zijn groter en
ingrijpender geweest dan in de voorgaande eeuwen tot zeg
maar 1985. Huisvesting is geen doel, maar een middel: dat
betekent een koppeling van de huisvestingsbehoefte aan
onderwijskundige doelstellingen. Niet andersom.”
‘Bij grote scholen
kan de keuze liggen
op zonnepanelen’
Duurzame Scholen | april 2015 |
81
REAL CONCEPTS
STRATEGIE
COACHING
Lex Bosmann
Directeur
M +31 (0)6-51262237
E [email protected]
STRATEGIE
COACHING
CREATIE
REALISATIE
Stenograaf 3, 6921 EX Duiven
Postbus 152, 6920 AD Duiven
T +31 (0)26-3190160
C R EATW
IE www.realconcepts.nl
REALISATIE
Wij zijn uw partner op het gebied van strategie en marketing.
Alles draait om een duurzame
visie, creatieve concepten en effectieve eindproducten.
www.realconcepts.nl
Colofon
Alle advertentieplaatsingen worden
Duurzame Scholen Magazine is een uitgave van
Partnerships en Commercie
Marketing & Events
DGB BV, in samenwerking met Stichting Duur-
Pieter Fritz, Senior Adviseur
Nicol Levers
het Advertentiewezen, gedeponeerd bij
zame Scholen en verschijnt tweemaal per jaar in
E: [email protected]
Medewerker Marketing & Events
de rechtbanken in Nederland.
een oplage van minimaal 5.000 exemplaren.
M: +31 (0)6 25 13 91 55
E: [email protected]
Uitgeverij / redactieadres
Bas Wieringa, Senior Adviseur
DGB BV, Willem Stuutlaan 8A,
E: [email protected]
Barbara Berkelaar,
3769 AC Soesterberg,
M: +31 (0)6 46 02 12 05
Medewerker Marketing & Events
T: + 31 (0)85 273 59 70
Postbus 66, 3769 ZH Soesterberg,
T: +31 (0)85 273 59 70 / F: +31 (0)85 273 59 68
Helga Poot, Adviseur Binnendienst
Redactie
uitgave op zorgvuldige wijze en naar
beste weten is samengesteld. Evenwel
kunnen uitgever en auteurs op geen
E: [email protected]
enkele wijze instaan voor de juistheid of
M: + 31 (0)6 21 18 26 18
volledigheid van de informatie. Uitgever
en auteurs aanvaarden dan ook geen
Linde van Rooijen,
Stagiair Marketing & Events
Tim van Dorsten, Redacteur
Vrijwaring
Uitgever en auteurs verklaren dat deze
E: [email protected]
M: +31 (0)615 85 28 05
afgesloten conform de Regelen voor
enkele aansprakelijkheid voor schade,
van welke aard dan ook.
E: [email protected]
Dirk van Gemert, Relatiemanager
E: [email protected]
© DGB BV
T: +31 (0)85 273 59 70
E: [email protected]
T: +31 (0)85 273 59 70
Het verlenen van toestemming tot
publicatie in Duurzaam Gebouwd
M: +31 (0)6 46 02 12 06
Marvin van Kempen, Redacteur
E: [email protected]
Directie
T: +31 (0)85 273 59 70
Richard Klein MBA
Website
houdt in dat de uitgever met uitsluiting
www.duurzaamgebouwd.nl
auteur gemachtigd is de door derden
verschuldigde vergoedingen voor ko-
E: [email protected]
Verspreiding
M: +31 (0)6 21 84 68 78
DGB BV, [email protected]
Ton Brands, Alyssa Grift, Henk-Jan Hoekjen,
Wietse Walinga
Opmaak en druk
Meindert Smallenbroek, Ronald Schilt,
E: [email protected]
Real Concepts BV, Velp
Wilma Schreiber, Gerrit Tenkink, Lisa Wade,
M: +31 (0)6 21 84 69 06
Aan dit nummer werkten mee:
Marjolein Ansink, Ronald van Bochove,
Robert Tjalondo,
van ieder ander onherroepelijk door de
piëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van
de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk
Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en
art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte
op te treden. ISSN 2210-5689
D
S
Duurzame Scholen
Foto: Corbis / Hollandse Hoogte
Het schoolgebouw van de toekomst
Slimme oplossingen voor frisse scholen
De ‘frisse school’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt
dat er op scholen veel te verbeteren is aan het binnenklimaat én de energieprestaties.
Scholen zijn vanaf heden zelf verantwoordelijk voor het realiseren van een goed
binnenklimaat, en dat heeft voordelen!. ABB is specialist in gebouwsysteemtechniek.
Samen met partners en dochterbedrijven biedt ABB een range aan oplossingen voor het
schoolgebouw van de toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit
zijn daarbij onze speerpunten. Maak kennis met onze mogelijkheden. www.abb.nl
ABB b.v.
Frankeneng 15 NL-6710 BC Ede
Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18
E-mail: [email protected]
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Duurzame Scholen Magazine April 2015
Inmiddels maken honderden scholen gebruik van
EnergyAlert om inzicht te krijgen in hun overbodige
energieverbruik én om geholpen te worden
minder te gaan verbruiken. Bekijk vandaag nog het
gratis bespaarplan met concrete / nuttige tips!
EnergyAlert | Inzicht in verbruik
www.energyalert.nl/scholen
#1
De schakel tussen probleem en oplossing
Duurzame Scholen #1 | april 2015
Wij helpen
scholen om
minder
energie te
verbruiken
/ Duurzame Scholen
‘‘Wij bepleiten een integrale benadering’’
Petra van Haren en Roelf Willemstein:
In dit nummer:
Een goed binnenklimaat als zwaartepunt is heel logisch
Vrije Universiteit wordt futureproof
Rondetafelgesprek: ‘Samenwerken moet je doen’