HOE OMGAAN MET INTERDIOCESANE PROEVEN? IDP-team 2015-03-30 1 VOORBEREIDEN 1.1 Gedurende het schooljaar Je leerlingen kunnen gedurende het schooljaar al kennis maken met de manier van vragen stellen bij de interdiocesane proeven. We raden je aan om dit soort voorbereiding in te plannen. Voor IDP6 zijn er databanken beschikbaar voor Nederlands en wiskunde. Voor wereldoriëntatie kun je gebruik maken van de vorige observatieproeven. Zie hiervoor http://infoidp.vvkbao.be/documentatie/idp6. Met een zoeksysteem kun je vragen vanaf 1999 opvragen. Die kun je aanbieden in je eigen toetsen of als opdrachten in hoeken- en contractwerk. Op die manier kunnen je leerlingen onder andere kennismaken met de soorten vragen. Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 1 1.2 Net voor de proeven 1.2.1 Klassieke afname In de richtlijnen bij de klassieke afname vind je aanwijzingen hoe je de leerlingen kunt voorbereiden op het gebruik van het antwoordblad. a RICHTLIJNEN VOOR DE KINDEREN Je mag kladpapier gebruiken. Daar kun je op tekenen, rekenen … Duid eerst je antwoorden aan in het vragenboekje. Omcirkel pas daarna de definitieve antwoorden op je antwoordblad. Duid je antwoord op de antwoordbladen aan bij hetzelfde nummer als in het vragenboekje. Duid de antwoorden bij een meerkeuzevraag zo aan. Bij sommige meerkeuzevragen is slechts één juist antwoord per vraag. Getallenkennis 1 A B C D E 2 A B C D E 3 A B C D E Als je denkt dat je het foute antwoord aanduidde, doorstreep je het zoals in het voorbeeld hieronder. Daarna omcirkel je de juiste letter. Denk altijd eerst goed na, zodat je zo weinig mogelijk moet doorstrepen. Getallenkennis 1 A B C D E 2 A B C D E Oefen nu eens hieronder: Getallenkennis 1 A B C D E 2 A B C D E 3 A B C D E Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 2 • Er zijn ook vragen waarop je meerdere antwoorden moet aanduiden. Duid alle maten aan die gelijk zijn aan 10 dm³. � 1 dl � 10 liter � 100 liter � 1 m³ � 0,1 m³ � 0,01 m³ Hoe heeft de schrijver zijn titel in sms-stijl gemaakt? Duid twee goede antwoorden aan. � Hij heeft een reeks leestekens of smileys gebruikt. � Hij heeft een cijfer gebruikt in plaats van letters. � Hij heeft klinkers weggelaten. � Hij heeft woorden weggelaten. • Lees op het einde van elke proef alle vragen nog eens na en controleer je antwoorden. • Wanneer je een onderdeel afgewerkt hebt, mag je werken aan de 'andere opdracht' die je juf of meester opgegeven heeft. 1.2.2 Online proeven Zoals je weet is er een verplichte test voorzien na de paasvakantie. Met deze test: kun je nagaan of IDP werkt op alle computers. Je surft daarvoor naar de toetsomgeving: http://proefidp.vvkbao.be/. Daar vind je de link op het welkomstscherm: raken je leerlingen vertrouwd met een online test; kun je het beheer van de antwoorden oefenen; kunnen wij nagaan of de verbinding tussen de school en het systeem geen problemen geeft; kunnen we de moeilijkheidsgraad van de vragen voor 2016 uittesten. Als je deze test afneemt, dan neemt je school volwaardig deel aan de proeven. Dat wil zeggen dat de resultaten meetellen bij de berekening van de gemiddelden. Je kunt je school en klas dan vergelijken met het Vlaams gemiddelde en je referentiegroep. Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 3 2 ANALYSE 2.1 Bijkomende data verzamelen Het is zinvol om na het afnemen van de proeven nog bijkomende data te verzamelen. De kwaliteitskaart Diagnostische gesprekjes van School aan Zet is gericht op de analyse van wiskundevragen en bevat een aantal tips die je hieronder vindt. De kwaliteitskaart wil vooral de volgende stap in het leerproces duidelijk maken. Maar je kunt uiteraard de uitkomsten van die diagnostische gesprekken ook meenemen als extra data om nog beter zicht te krijgen op het geboden onderwijs. Mits je de kaart aanpast, kun je de kaart ook gebruiken voor de analyse van andere leergebieden. Hieronder worden de tips aangereikt om informatie op klas- en schoolniveau te verzamelen. Gebruik de uitkomsten uit het gesprek om een grondige analyse en diagnose van de IDP-resultaten te maken. Diagnostisch gesprek Tip 1 In alle klassen worden diagnostische gesprekken gehouden (schoolafspraak). Scholen die vanaf de kleuterklas regelmatig diagnostische gesprekken voeren, houden rekenachterstanden en –problemen klein. De leerkracht signaleert dan tijdig welke basisvaardigheden niet voldoende ontwikkeld zijn. Op deze manier ben je er tijdig bij en kun je tijdig afstemmen op specifieke onderwijsbehoeften. Veel rekenproblemen in de bovenbouw zijn terug te voeren op inhouden die eerder aan de orde zijn geweest. Tip 2 Voer ook diagnostische gesprekken na IDP. Maak een foutenanalyse en voer een diagnostisch gesprek met leerlingen die een opvallend resultaat hebben. Tip 3 Voer ook diagnostische gesprekken met sterke rekenaars. Sterke rekenaars maken evengoed weleens fouten in hun rekenwerk of gebruiken inefficiënte oplossingsmanieren. Probeer er bij die leerlingen achter te komen wat hun denk- en rekenwijze is. Hoe rekenen zij uit het hoofd (onzichtbare handeling)? Tip 4 Bedenk voorafgaand aan het gesprek wat je wilt te weten komen. Het uitgangspunt voor het gesprek is dat je wilt weten van de leerling hoe hij/zij een bepaalde rekenopgave oplost. Als dat al bekend is, heeft een gesprek geen zin. Laat leerlingen hardop nadenken en laat hen eventueel materiaal gebruiken. De volgende vragen kunnen gesteld worden: • • Hoe heb je dit uitgerekend? Welke oplossingsmanier heb je? Teken dit of schrijf het op. Pas als duidelijk is hoe de leerling rekent en waar het probleem ligt, kan het gesprek afgerond worden. Tip 5 Observeer, luister en vraag door. Geef niet onmiddellijk hulp. Vertel de leerling dat je graag wilt weten hoe hij/zij rekent, denkt en handelt. Vertel de leerling ook, dat hij/zij niet direct hulp kan verwachten. Observeer hoe de leerling rekent, luister naar zijn/haar Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 4 aanpak en vraag door. De leerling krijgt de ruimte om vrijuit te praten. Stel open vragen en vat samen wat de leerling heeft verteld, zodat de leerling gestimuleerd wordt om verder te praten. Benoem ook emoties die waargenomen worden. Een valkuil is om tijdens het gesprek onmiddellijk hulp te geven als je ziet dat de leerling de rekenopgave niet kan maken. Doe dit niet, sluit het gesprek af en geef aan wat het vervolg is. Tip 6 Om het denkproces goed te analyseren, kan de leraar tijdens dit proces het volgende observeren: Bij het plannen/betekenis verlenen (de context doorgronden): o o o Bij het uitvoeren (van de bewerking): o o o Kan de leerling bij een context een bewerking bedenken? Kan de leerling betekenis verlenen aan de getallen? Kan de leerling een tekening maken bij de context of kale som? Welke oplossingsmanier gebruikt de leerling? Is deze manier efficiënt? Kan de leerling de bewerking uitvoeren? Zo niet; wel met materiaal, eenvoudiger getallen of met een model? Hoe staat het met de noodzakelijke voorkennis? Wat wordt beheerst? Bij de reflectie: o o o Kan de leerling vertellen/laten zien hoe hij/zij tot het antwoord gekomen is? Heeft de leerling er zelf een idee van, of het gevonden antwoord goed is? Koppelt de leerling het antwoord terug naar de context? Bron: www.schoolaanzet.nl/uploads/tx_sazcontent/Kwaliteitskaart_Diagnostische_gesprekjes_in_het_rekenwiskundeonderwijs.pdf Deze kwaliteitskaart is samengesteld door Arlette Buter en Maaike Verschuren en is een uitgave van School aan Zet. Voor vragen rond de kwaliteitskaart kunt u contact opnemen met School aan Zet: Gea Spaans, [email protected] KWALITEITSKAART KKGIR911 © Buiten het downloaden zijn alle rechten op dit Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 5 product voorbehouden aan: Postbus 556, 2501 CN Den Haag e-mail: [email protected] www.schoolaanzet.nl Diagnostische gesprekjes in het reken-wiskundeonderwijs Hoe omgaan met IDP, 2015-03-30 6
© Copyright 2024 ExpyDoc