VO-scholen zijn zich op allerlei manieren aan het vernieuwen. Jan Smit, presentator van het Innovatie Atelier op het VO-congres, vertelt hoe je verandering kunt organiseren binnen je school. Verder op deze pagina’s miniportretten van zeven scholen die zich presenteren op het Innovatie Atelier. Allemaal zijn ze langs een eigen route op weg naar eigentijds onderwijs. Eigentijds onderwijs SCHOLEN PIONIEREN EROP LOS Tekst: Marijke Nijboer / Fotografie: Dirk Kreijkamp ‘Het begint op de werkvloer’ Een duurzame verandering ontstaat op de werkvloer, zegt Jan Smit, partner bij adviesbureau Broosz: een vernieuwing van boven naar onder mislukt meestal. “De professionals voor de klas voelen de noodzaak tot verandering. Bij de pioniers onder hen zit veel veranderenergie, zij ontwikkelen nieuwe ideeën omdat de oude vastlopen. Als het meezit, hebben ze een visionaire schoolleiding, die hen ruimte, tijd en middelen geeft. Zo kunnen ze hun experiment laten groeien en bloeien. Vanuit de nieuw ontstane praktijk moeten zij anderen zien te overtuigen.” Volgens Smit kan informeel leren de smeerolie zijn bij zo’n vernieuwing. Hij ziet steeds meer community’s of practice ontstaan. “Mensen gaan liever niet meer naar een cursus om iets te leren dat door anderen is bedacht. In plaats daarvan zoeken pioniers elkaar op in community’s om hun kennis en ervaring te delen. Broosz heeft bijvoorbeeld een community of practice rond ‘nieuw organiseren’. “Dat past bij de 21e eeuw: minder bureaucratie en management. In die community zitten naast onderwijs ook zorg, jeugdzorg en gemeenten. Het is fantastisch om te merken dat de 12 VO-magazine 5 / maart • april 2015 kanteling die in het onderwijs plaatsvindt, ook speelt in die andere sectoren. Ik denk dat nieuw onderwijs nieuw organiseren nodig heeft: een lichtere besturingsfilosofie, meer ruimte voor docenten, meer ruimte vanuit Den Haag.” Groep 8½ verlaagt drempel naar vo Titus Brandsma, onderdeel van het Arentheem College in Arnhem, heeft sinds vier jaar een Wereldklas. Dat is een schakelklas tussen groep 8 en de eerste klas voor kinderen die sociaal-emotioneel nog niet toe zijn aan de middelbare school. “De klas is ingericht als een groep 8½ van de basisschool,” vertelt directeur Dick Helders. De kinderen volgen alle lessen in hun eigen lokaal, waar ze zelf posters mogen ophangen. Ze krijgen les van een klein groepje docenten, vaak voormalige leerkrachten uit het basisonderwijs. Na een uitgebreide screening en in overleg met kind en ouders worden voor elke leerling eigen doelen geformu leerd. Daarnaast werkt de klas aan rekenen, taal en wereldoriëntatie. Helders: “Eens per week sta ik bij de deur de laatkomers op te vangen. De Wereldklasleerlingen mogen een Dick Helders, directeur Titus Brandsma (Arentheem), Arnhem: Wijnand Blankestijn, afdelings leider havo bovenbouw Ichthus College, Veenendaal: ‘Na een half jaar in de Wereldklas lopen kinderen veel zelfverzekerder door de school’ ‘Als je meer aandacht geeft aan de interesses en talenten van kinderen, groeien ze en daar wordt het andere schoolwerk ook beter van’ kwartiertje later beginnen. Ik kan de eerste maanden aan de lichaamstaal zien wie dat zijn. Daarna vervaagt het verschil. Ze hebben meer zelfvertrouwen en lopen op een andere manier door de school.” De directeur: “Bij de een rijpen de hersenen sneller dan bij de ander. Deze kinderen bleven vaak zitten of stroomden af. Wij vinden dat het kind leidend moet zijn voor de onderwijsprocessen en niet andersom.” Inmiddels zijn er drie Wereldklassen. Leerlingen van vmbo-kader tot en met gymnasium zitten er door elkaar. Het onderbouwrendement van leerlingen die hier zijn begonnen, zit boven het landelijk gemiddelde. De Wereldklas beïnvloedt langzaamaan de werkwijze in de rest van de school. Zo hebben inmiddels alle eerste klassen tafels voor verlengde instructie bij gedifferen tieerd werken. En de gewone brugklassen hebben nu ook een eigen lokaal dat ze zelf aankleden. “Daar mopperen sommige docenten over, maar de kinderen voelen zich er prettig bij.” Extra bagage naast het reguliere programma Havisten van het Ichthus College in Veenendaal kunnen meedoen aan een speciaal traject dat vanaf het vierde leerjaar één dag per week in beslag neemt. De andere vier dagen volgen ze dan de reguliere lessen. Het gekozen traject sluit aan bij hun profiel. Ze kunnen kiezen uit het International Business College, het International Science College, en vanaf volgend schooljaar het International Culture College. Op de ‘vrijgespeelde’ dag krijgen de leerlingen extra bagage mee. Binnen het International Science College krijgen ze bijvoorbeeld het extra examenvak natuur, leven & technologie en houden ze zich bezig met vraagstukken en projecten. “Dat gebeurt op een hbo-achtige manier,” vertelt Wijnand Blankestijn, afdelingsleider van de havo bovenbouw. Hans van Beekum, directeur Mavo aan Zee, Den Helder: ‘Als je ziet wat er in zo’n project alleen al gebeurt op het terrein van Nederlands, beeldende vorming en sociale vaardigheden… Er liggen zoveel kansen. Ik denk dat het Nederlandse onderwijs hier echt rijp voor is’ “Als je meer aandacht geeft aan iemands interesses en talenten, groeit hij daarin. Daar kan het andere school werk ook beter van worden. De eerste lichting van de businessclass doet het goed op het hbo. Deze jongeren zeggen dat ze een voorsprong hebben omdat de business class goed aansluit op het hbo.” Voor deze leerlingen werken docenten het reguliere programma in vier dagen af. Soms versnellen ze, soms schrappen ze onderdelen. Degenen die de trajecten begeleiden, geven ook reguliere lessen. “Daardoor zie je een positief effect op het reguliere programma”, aldus Blankestijn. Ook inhoudelijk worden bruggetjes geslagen. “Laatst verzorgden studenten van de Universiteit van Amsterdam een dna-practicum voor ons International Science College. In diezelfde periode heeft de docente biologie les gegeven over dna. Dan zien de leerlingen meteen de praktische toepassing van de lesstof.” Ongeveer een derde van de EM- en NG/NT-leerlingen kiest voor een bijbehorend traject. Iedereen moet solliciteren. De school kijkt vooral naar motivatie. Blankestijn: “Leerlingen hoeven niet extra slim te zijn. Een normale havoleerling moet dit kunnen.” Burgerschap als rode draad De Mavo aan Zee in Den Helder doet veel aan burger schap en sociale integratie, maar miste daarin een rode draad. Directeur Hans van Beekum: “Bij Nederlands leer je presenteren en debatteren, bij geschiedenis staatsinrichting, bij biologie persoonlijke hygiëne, bij de mentor omgangsvormen, bij maatschappijleer sociale integratie. Ik wilde meer samenhang. Deze elementen kun je heel mooi projectmatig binnen en buiten de school aanbieden.” VO-magazine 5 / maart • april 2015 13 Een burgerschapswerkgroep met docenten hield het curriculum onder de loep om de lesdoelen die met burgerschap te maken hebben, eruit te filteren. “Zij stelden voor om van ‘aangeklede’ burgerschap echt een vak te maken, dat samenhangt met de andere vakken.” De groep ontwikkelde een doorlopende leerlijn burgerschap. De school zet stappen met de invoering van gepersona liseerd leren. In aanvulling daarop wordt straks een deel van de schooldag projectmatig aangeboden. Burgerschap leent zich volgens Van Beekum prima voor het verbinden van binnen- en buitenschools leren. “Docenten leren hun eigen curriculum meer los te laten en meer uit te gaan van lesdoelen die vakoverstijgend en tijds- en plaatsonafhankelijk kunnen worden behaald.” De school rondde onlangs een project af waarbij leerlingen met ouderen naar hun favoriete plek gingen. “Ze hebben hen gefotografeerd en hun verhaal opgetekend. Dat resulteerde in een fototentoonstelling in leegstaande winkelpanden. Als je ziet wat er dan allemaal gebeurt, alleen al op het terrein van Nederlands en beeldende vorming… Er liggen zoveel kansen. Ik denk dat het Nederlandse onderwijs hier echt rijp voor is. Kinderen leren samenwerken, onderzoeken, creatief zijn, omgaan met moderne media. We leiden ze op tot begripvolle jonge wereldburgers die respect hebben voor anderen.” Onderwijsteams zoeken eigen weg Het Corlaer College in Nijkerk werkt aan een professionele leercultuur. “Wij willen de juiste voorwaarden scheppen zodat leerlingen, docenten en schoolleiders tot ontplooiing komen,” vertelt rector Arend Smit. “We hebben veel deskundigheid in huis. Die willen we beter inzetten, ook tijdens studiemiddagen.” De teams zijn klein en de domeinen overzichtelijk. In het gebouw is veel glas verwerkt. “Wij houden van transparantie. Mensen moeten steeds meer samen werken. Dat glas is een katalysator, je kunt je niet meer terugtrekken in je klas.” Elke afdeling heeft een eigen onderwijsteam. Elk team zoekt naar de beste vorm van onderwijs voor zijn eigen leerlingen en bedenkt aan de hand van de dagelijkse problemen passende oplossingen. Deze manier van werken vraagt om een schoolleiding die durft te vertrouwen op de deskundigheid van haar personeel. Smit: “Onze medewerkers krijgen veel professionele ruimte, binnen de kaders van een duidelijke onderwijskundige visie. Mensen vinden dat fijn. Natuurlijk gaat er wel eens iets fout, maar dat geeft niet. 14 VO-magazine 5 / maart • april 2015 Peter Roemeling, bestuurder De Vrije Ruimte, Den Haag: ‘Bij ons moeten kinderen eerst ontscholen en ontdekken wat ze zélf belangrijk vinden’ We zijn er om met elkaar het onderwijs te versterken. Als schoolleider geef ik ruimte, maar tegelijkertijd blijf ik me wel met het onderwijs bemoeien. Voor elk niveau geldt dat mensen professionele ruimte moeten krijgen, maar zich natuurlijk ook moeten verantwoorden.” Cognitie, vaardigheden en ‘Bildung’ Het Vathorst College in Amersfoort ging tien jaar geleden van start met een nieuw onderwijsconcept. “Heel belangrijk daarin is dat leerlingen zelf hun route vinden,” vertelt rector Elly Loman. Natuurlijk voldoet het onderwijs aan de overheidseisen, “maar we hebben ontdekt dat je daarnaast heel veel kan doen.” De school investeert in 21e-eeuwse vaardigheden zoals samenwerken, reflecteren, zelf regie nemen en inzetten van de creativiteit. “We meten met hulp van TNO of leerlingen op deze punten groeien. Naast de cognitie en vaardigheden werken we aan ‘Bildung’: wie ben jij als mens en wat is je morele kompas?” Alle eerstejaars krijgen een jaar lang theater, muziek, beeldende vorming en dans. Daar spelen al die vaardig heden een grote rol. Verder werken de leerlingen zes weken lang met thema’s waarbij wordt aangesloten op de vakinhoud. De vakgroepen schrijven zelf digitale opdrachten. “De docenten hebben daar door de jaren heen schrijftijd voor gekregen en doen dat goed en met plezier.” Loman: “De vorming van leerlingen zit ingebakken in onze pedagogiek. Alle medewerkers scholen zich in didactisch coachen. We leren de juiste vragen te stellen, zodat leerlingen gaan nadenken en wij rijkere feedback geven. Om fouten te kunnen maken, moet de sfeer veilig zijn. Leraren worden op respectvolle wijze bij de voornaam genoemd, de afstand is klein en er is veel dialoog.” Elly Loman, rector Vathorst College, Amersfoort: Arend Smit, rector Corlaer College, Nijkerk: ‘Om fouten te kunnen maken, moet de sfeer veilig zijn. Onze leraren worden op respectvolle wijze bij de voornaam genoemd en er is veel dialoog’ ‘Je moet de juiste voorwaarden scheppen zodat leerlingen, docenten en schoolleiders tot ontplooiing komen. Een duidelijke onderwijskundige visie, waarbinnen mensen professionele ruimte ervaren’ Caecile van Gorp, onderwijs manager bovenbouw De Nieuwste School, Tilburg: ‘We ontwerpen met partners een ICT-leeromgeving waarmee we meer zicht kunnen krijgen op hoe leerlingen werken aan hun leervragen’ Leren vanuit nieuwsgierigheid Mentor leert kinderen leren De Vrije Ruimte in Den Haag (po en vo) geeft kinderen maximale vrijheid om zelf te ontdekken wat ze willen leren. Naast de standaard programmaonderdelen kunnen kinderen zich inschrijven voor verschillende vakken. “Als particuliere school voldoen wij uiteraard ook aan de kerndoelen,” zegt medeoprichter en bestuurder Peter Roemeling. “Wij hebben wél tegen de inspectie gezegd: vertrouw er maar op dat de kinderen de dingen leren die ze nodig hebben, maar vraag ons niet op welke leeftijd ze wat gaan leren.” Dat geven de kinderen namelijk zelf aan. “We hebben een jongen van dertien die al vakken volgt van 3 en 4 vwo. In andere vakken loopt hij juist wat achter. Een andere leerling doet biologieproefjes met de jongere kinderen.” Roemelings eigen dochters zitten ook op de school. “De een is erg talig, die volgt Engels, Spaans, Frans en Chinees. De ander leeft meer vanuit haar gevoel. Zij doet aan tekenen, toneel en kunstzinnige vorming.” Volgens Roemeling is het niet zo dat kinderen impopulaire vakken mijden. De school loopt tegen een heel ander probleem aan: “Als kinderen naar ons overstappen vanuit het reguliere onderwijs, zijn ze soms onhandelbaar omdat ze daar van alles moesten. Het onderwijs ging vaak te snel of juist te langzaam. Bij ons moeten ze eerst ontscholen en ontdekken wat ze zelf belangrijk vinden.” De school streeft naar een goede balans tussen voelen, denken en doen. En leerlingen participeren actief in de organisatie. Zo beslist een dertienjarige jongen als lid van de ‘bestuurskring’ mee over de verdere vormgeving van de school. Roemeling: “Ik denk dat onze school kinderen uitstekend voorbereidt op het mens-zijn in deze veranderlijke maatschappij.” De Nieuwste School in Tilburg gaat uit van de leervraag van de leerling. “Wij hechten eraan dat kinderen blijven ontdekken en leren”, zegt Caecile van Gorp, onderwijs manager bovenbouw. Het leren leren krijgt veel aandacht. In het eerste leerjaar draait een mentor vier dagen per week mee in de groep om het leerproces te ondersteunen. “De expert (vakdocent) en mentor werken heel goed samen, de een vanuit zijn vakgebied en de ander vanuit de pedagogische component, om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden.” In leerjaar twee is de mentor drie dagen op de groep, in jaar drie tweeëneenhalve dag. Ook de bovenbouw heeft een stevig mentoraat. Er wordt thematisch gewerkt in leergebieden (humanics, science, arts). Daarnaast krijgen leerlingen instructie vakken zoals geletterdheid (Nederlands) en gecijferdheid (wiskunde), Engels, Spaans, Duits en sport en bewegen. De eerste twee jaren zitten alle niveaus bij elkaar. De experts differentiëren in onderwerp, tempo en aanpak. Leerlingen volgen een individuele leerroute. “In leerjaar twee is het thema bijvoorbeeld ‘energie’. Na de theorie lessen kijken we met een quickscan of iedereen de basis kennis beheerst. Vervolgens formuleren de leerlingen allemaal een leervraag. Volgens een bepaalde methodiek gaan ze daarmee aan de slag.” De school ontwerpt samen met Kennisnet en andere scholen een ICT-leeromgeving. Die wordt straks ingezet om meer zicht te krijgen op hoe leerlingen werken aan hun leervragen. Volgens Van Gorp spreekt dit onderwijs kinderen aan. “Uit een wetenschappelijk evaluatieonderzoek blijkt dat onze leerlingen veel meer eigenaarschap tonen dan andere leerlingen. Hun intrinsieke motivatie is ook significant hoger.” VO-magazine 5 / maart • april 2015 15
© Copyright 2024 ExpyDoc