Factsheet Regionaal Crisisplan - Veiligheidsregio Zaanstreek

Facts
Maart 2015
Informatie voor professionals
Het Regionaal Crisisplan VrZW 2015-2018 is klaar!
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland heeft sinds januari 2015 een herzien Regionaal Crisisplan (RCP). Het RCP vervangt
de negen gemeentelijke rampenplannen binnen onze regio. Het crisisplan is een operationeel plan, dat de generieke aanpak
van rampen en crises in de regio beschrijft. Deze factsheet geeft achtergrondinformatie en gaat in op de meest in het oog
springende veranderingen voor de crisisbeheersingsorganisatie.
Referentiekader
Het RCP van VrZW is gebaseerd op het landelijk Referentiekader
Regionaal Crisisplan 2009. Het referentiekader geeft richtlijnen om de
regionale crisisbeheersingsorganisaties in Nederland eenduidig in te
richten. Dit verheldert wie waar voor verantwoordelijk is en biedt voordelen
bij onder andere bovenregionale bijstand, opleiden, trainen en oefenen en
de samenwerking met (landelijke) crisispartners.
Inhoud RCP samengevat
• Multidisciplinair knoppenmodel
• Organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden
bij rampenbestrijding en crisisbeheersing
• Monodisciplinaire en ondersteunende structuur op hoofdlijnen
• Multidisciplinaire en monodisciplinaire processen
• Afspraken met crisispartners
Flexibiliteit in opschalen
Belangrijk onderdeel van het RCP is de introductie van het ‘multidisciplinair
knoppenmodel’. Het knoppenmodel is procesgericht en legt een relatie
tussen de aard van het incident en de daarop af te stemmen capaciteit.
Met andere woorden: per (fase van een) incident wordt bepaald wat nodig
is en op welke ‘knoppen’ moet worden gedrukt om de juiste processen te
activeren. Dit maakt opschaling zonder het afkondigen van een GRIP-fase
mogelijk. Elke kolom blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van de
eigen processen.
GRIP versus multidisciplinair knoppenmodel
GRIP en het multidisciplinaire knoppenmodel kunnen gelijktijdig worden
gebruikt. GRIP kun je zien als een ‘inzetscenario’, waarbij bepaalde
‘knoppen’ standaard zijn ingedrukt. GRIP geeft duiding aan het incident,
waardoor de betrokkenen een beeld hebben van de omvang en complexiteit
van een incident. Het knoppenmodel maakt dat de beschikbare mensen
en middelen efficiënter worden ingezet.
GRIP
Multidisciplinair knoppenmodel
Organieke benadering (organisatievorm en -eenheden)
Functionele of procesgerichte benadering
Wettelijk gedefinieerde invulling crisisteams
Maatwerk in samenstelling crisisteams
Te hanteren als snelle opschaling is vereist (de zgn. ‘flits’-incidenten)
Te hanteren bij:
• ontluikende crises met een (relatief) lage tijdsdruk
(bijvoorbeeld overstroming, stormscenario, ramp op afstand)
• voorziene of mogelijke crises (bijvoorbeeld ruiming bom)
• gefaseerd afschalen van processen en functionarissen en
in de herstelfase
Dit is een uitgave van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Maart 2015
Februari 2014
Wie mag op de ‘knoppen’ drukken?
Afhankelijk van aard, omvang en fase van een incident kunnen verschillende
functionarissen het knoppenmodel activeren. Hierbij is verschil in opschaling
naar crisisteams en opschaling binnen teams. In principe bepalen de leider
CoPI, regionaal operationeel leider of burgemeester de samenstelling
van ‘hun’ crisisteam. Officieren van dienst, algemeen commandanten
en burgemeesters kunnen daarnaast ‘op de knoppen drukken’ voor het
starten van de noodzakelijke processen. De bevoegdheid tot afkondiging
van GRIP-fasen is onveranderd (zie daarvoor de GRIP-regeling).
Voorbeeld GRIP: brand met asbest. Er breekt brand uit
in een oude opslagloods gelegen in een woonwijk. Naast
grote rookontwikkeling komt ook asbest vrij. De politie heeft
een melding ontvangen dat in het naastgelegen pand vuurwerk opgeslagen ligt. Tien woningen in de directe omgeving
van het pand moeten worden ontruimd. Vanwege de behoefte aan multi­disciplinaire coördinatie én de noodzaak tot
snel handelen is opschaling naar GRIP 2 gerechtvaardigd.
Alarmering crisisfunctionarissen
Het multidisciplinair knoppenmodel maakt een flexibele opschaling
mogelijk. Dit vereist duidelijke alarmeringsopdrachten richting de meld­
kamer. De standaardbezetting van een team is namelijk niet altijd nodig.
De ‘aanvrager’ moet nauwkeurig aangeven wie nodig is. Hierbij is het
van belang de juiste functienamen te hanteren, zodat de centralist deze
in het meldkamersysteem kan terugvinden. Voor crisisfunctionarissen houdt
dit in dat zij ook zonder GRIP-classificatie gealarmeerd kunnen worden.
In de alarmeringstekst staat wel vermeld voor welk crisisteam is gealarmeerd en wat de opkomstlocatie is.
Voorbeeld knoppenmodel: slecht weer op komst.
De verwachting is dat over twee dagen een flinke storm een
groot deel van Nederland zal teisteren. Het KNMI heeft het
weeralarm ‘Code rood’ afgegeven. De operationeel leider
wil preventief afstemmen met de kolommen. Hij laat
de algemeen commandanten opkomen, samen met de
communicatieadviseur ROT en de informatiemanager.
De hoofdstructuur van VrZW
Het crisisplan beschrijft de hoofdstructuur (meldkamer, CoPI, ROT, GBT
en RBT) in zijn maximale vorm. In de praktijk zal echter zelden sprake zijn
van opschaling van alle onderdelen van de hoofdstructuur. Maar de veiligheidsregio moet wél voorbereid zijn op het hoogste opschalingsniveau.
Dit is een uitgave van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Voorbeeld knoppenmodel: ramp op afstand. Groep 8 van
een school in Landsmeer is per bus voor hun schoolreisje vertrokken naar De Efteling. Op de terugweg raakt de bus betrokken bij een kettingbotsing. 2 kinderen raken zodanig bekneld
dat zij aan hun verwondingen overlijden. 14 andere kinderen
raken zwaargewond. De burgemeester roept een beleidsteam
bijeen, zonder de strategisch adviseur Brandweerzorg. Ook het
ROT is zonder de brandweerfunctionarissen operationeel.
Monodisciplinaire structuur in het RCP
Naast de multidisciplinaire structuur kent elke kolom zijn eigen crisis­
organisatiestructuur. Het RCP hanteert uniforme terminologie voor
de verschillende organisatieonderdelen in multidisciplinair verband. Dit
bevordert de vergelijkbaarheid van de kolommen en voorkomt verwarring
over (het niveau van) leiding & coördinatie binnen en tussen de disciplines.
De RCP-benamingen kunnen op onderdelen afwijken van de, binnen de
eigen kolom gehanteerde, monodisciplinaire naam. Zo heten bijvoorbeeld
de staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (sGBO) van politie en het
Team Bevolkingszorg (TBz) van de gemeenten binnen het RCP ‘stafsectie’.
van de, binnen de eigen kolom gehanteerde, monodisciplinaire naam.
Voorbeeld knoppenmodel: afschaling na brand.
Op vrijdagavond wordt bij een brand in een flatgebouw asbest
aangetroffen. De bewoners van 33 woningen kunnen daardoor
niet naar hun huis terugkeren. Het sein brandmeester is
inmiddels gegeven. Niet veel later wordt afgeschaald naar
GRIP 0. Gezien het tijdstip kan de AC Bevolkingszorg de
werkzaamheden nog niet over­dragen aan de gemeente. In
verband met de opvang van de bewoners en de communicatie
hierover blijven het TBz en de processen Communicatie en
Opvang & verzorging nog actief.
Processen binnen het RCP VrZW
Het RCP gaat uit van vakvolwassen professionals die in tijden van
rampen en crises hun werk goed doen. Kritische succesfactoren zijn de
aansturing en de ondersteuning. Het RCP legt daarom de focus op het
proces leiding & coördinatie en introduceert twee nieuwe ondersteunende
processen: informatiemanagement en resourcemanagement. De ramp­
bestrijdingsprocessen van de brandweer, GHOR, politie en gemeenten zijn
mede hierdoor opnieuw geordend.
Maart 2015
Februari 2014
Multidisciplinaire processen
• Leiding & coördinatie
• Informatiemanagement
• Resourcemanagement
Monodisciplinaire processen
Bevolkingszorg
• Communicatie
• Publieke zorg
• Omgevingszorg
• Informatie
• Ondersteuning
Brandweerzorg
• Bron- en emissiebestrijding
• Grootschalige ontsmetting
• Grootschalige redding
• Informatie
• Ondersteuning
Geneeskundige zorg
• Acute gezondheidszorg
• Publieke gezondheidszorg
• Informatie
• Ondersteuning
Politiezorg
• Ordehandhaving/Handhaven
netwerken
• Opsporing
• Mobiliteit
• Bewaken en beveiligen
• Opsporingsexpertise
• Interventie
• Informatie
• Ondersteuning
Twee nieuwe processen:
informatiemanagement & resourcemanagement
Informatiemanagement is binnen de crisisbeheersing niet meer weg
te denken en heeft ook in het RCP een vaste plaats gekregen. Alle
multidisciplinaire crisisteams beschikken over een informatiefunctionaris.
De kolommen hebben een hoofd informatie (Hin) die voor het mono­
disciplinaire informatieproces zorgt.
Resourcemanagement omvat het tijdig en in juiste kwantiteit beschikbaar
stellen van mensen, middelen en kennis. Bijvoorbeeld het organiseren
van aflossing, het aanvragen van bijstand of het zorgen voor bevoorrading.
De resourcemanager in het ROT is verantwoordelijk voor de multidisciplinaire
coördinatie van dit proces. Hij werkt daartoe nauw samen met de hoofden
ondersteuning (Hon) van de disciplines. Bij het opstellen van het RCP VrZW
was resourcemanagement landelijk nog in ontwikkeling. Daarom heeft
het bestuur besloten dit proces later uit te werken en te implementeren
(niet eerder dan 2016).
Dit is een uitgave van Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Rol en positie van de Algemeen Commandant
Algemeen commandanten (AC’s) zijn (eind)verantwoordelijk voor het
eigen monodisciplinaire operationele proces en geven leiding aan een
stafsectie. Een AC laat, afhankelijk van de aard en omvang van het incident,
verschillende hoofden oproepen om deelprocessen uit te kunnen voeren.
Samen vormen zij de stafsectie. Tijdens multidisciplinair optreden maakt
een AC deel uit van het ROT. Het ROT bepaalt dan wat er moet gebeuren
en de AC’s geven invulling aan hoe dat door de eigen discipline gebeurt.
Voor onze regio geldt dat de stafsectie Geneeskundige zorg in Amsterdam
en de stafsectie Politiezorg in Zaandijk gehuisvest zijn. Daarom kennen
deze kolommen naast de AC in het ROT ook een monodisciplinaire AC,
die de deelprocessen op locatie aanstuurt. Voor Bevolkingszorg verzorgt
het hoofd TBz de monodisciplinaire aansturing. De brandweer gebruikt
2015 om haar stafsectie conform het RCP verder in te richten. Tot die tijd
werkt de brandweer volgens de huidige structuur.
Ontwikkelingen crisisplan
Onderdeel van het landelijk referentiekader zijn de processen Resource­
management en Water- en Scheepvaartzorg. VrZW gebruikt de komende
twee jaar om deze processen nader uit te werken en toe te voegen aan
het RCP. Daarnaast is de herziening van het landelijk referentiekader RCP in
de maak. De herziening zorgt mogelijk voor een aantal wijzigingen.
Hoe nu verder?
In 2015 staan de themabijeenkomsten voor CoPI, ROT en BT in het
teken van het RCP en het knoppenmodel. Aan de hand van casuïstiek
en oefeningen krijgen de crisisfunctionarissen inzicht in de werking van
het multidisciplinair knoppenmodel. Functionarissen binnen de doelgroep
ontvangen hiervoor een uitnodiging.
Meer informatie?
Het RCP VrZW 2015-2018 is te vinden op:
www.veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl/rampen-crises/regionaal-crisisplan/
Voor meer informatie over het RCP kun je contact opnemen met Christel Cools
via [email protected].