trouw 6 maart (PDF bestand - 435. kilobytes)

Herbezinning nodig op
rol van de universiteit
Onderwijs is op de
universiteit
verworden tot een
tweederangs
activiteit. Tijd voor
herwaardering van
de docent, aldus
Tineke Abma en
Petra Verdonk.
D
e Maagdenhuisbezetting op de UvA
staat voor een bredere crisis in de
universiteit. Er is
een bezinning nodig op de rol van
de universiteit in de samenleving, en
herwaardering van de docent.
Wat begon bij de UvA als een studentenprotest tegen het opheffen
van de geesteswetenschappen, is uitgemond in een landelijke actie en
discussie op bijna alle universiteiten,
waar ook docenten zich bij aansluiten.
De pijlen richten zich op het rendementsdenken van universiteitsbesturen en overheid. Maar er is meer aan
de hand.
Terwijl onderzoek en onderwijs altijd redelijk in balans waren, heeft
onderzoek inmiddels veel meer status. Onderwijs is verworden tot een
soort tweederangs activiteit. Dit gaat
gepaard met scheiding tussen onderwijs en onderzoek. Voorheen combineerde een universiteitsdocent onderwijs en onderzoek. Tegenwoordig
geven docenten onderwijs, onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers. Onderzoekers kunnen zich
monomaan richten op onderzoek,
geen student of andere klus die afleidt van hun weg naar de top. Investeringen gaan naar onderzoek en onderzoekers, niet naar het onderwijs
en docenten.
Perverse prikkels
2
Tineke Abma
hoogleraar participatie en diversiteit
Petra Verdonk
gezondheidspsycholoog en
onderwijscoördinator,
beiden werken bij VUmc Amsterdam
Dit heeft alles te maken met de alsmaar toenemende competitie in onderzoek. Onderzoekers moeten met
elkaar concurreren om subsidies
‘binnen te halen’. Dit stimuleert ondernemerschap, maar deze survival of
the fittest is doorgeschoten. De concurrentie en het afrekenen op output
legt grote druk op mensen, beloont
een eenzijdige focus op publiceren
van internationale artikelen en kent
perverse prikkels die kwantiteit belonen. Het leidt tot een onderwaar-
Actievoerende UvA-studenten in het Maagdenhuis houden een persconferentie. FOTO REMKO DE WAAL, ANP
dering van voorwaardenscheppend
werk, het begeleiden van mensen en
maatschappelijke opbrengsten en
dienstverlening.
Mede als gevolg van de competitie
in onderzoek is een situatie ontstaan
waarbij meer dan 60 procent van de
contracten tijdelijk van aard is. Dit
betekent dat medewerkers op de universiteit moeten leven met een grote
mate van onzekerheid. De flexwet
wordt op grote schaal toegepast, dat
wil zeggen dat medewerkers er na
een aantal jaren drie maanden uitgaan om vervolgens weer aangesteld
te worden. Het moge duidelijk zijn
dat dit een felle strijd oplevert om
vaste contracten.
Hierbij komt dat door de grote toestroom van studenten, het onderwijs
onpersoonlijker en afstandelijker is
geworden. De nieuwe generatie studenten stelt andere eisen aan docenten – rekent af op het entertainmentgehalte van de docent – en erkent
vakinhoudelijke expertise niet meer
vanzelfsprekend. Voor de ontwikkeling van docenten is echter geen
geld. Zij zijn jaren verwaarloosd,
hebben weinig loopbaanperspectief
en krijgen steeds hogere outputeisen
opgelegd.
Ten slotte is er de onvrede over de
beperkte inspraak. Waar studenten
voorheen zitting hadden in een universiteitsraad, staan zij nu aan de zijlijn. Studenten aan de UvA laten zien
dat activisme nog niet tot het verleden behoort. Ze hebben behoefte aan
zeggenschap, maar ervaren dat uni-
versiteitsbestuurders op afstand
staan.
Kortom, de universiteit wordt gedomineerd door een systeemwereld
waarin strategisch gedrag de boventoon voert, de arbeidssituatie is gedehumaniseerd en protocollen en output belangrijker zijn dan de identiteitsontwikkeling, zingeving en het
opvoeden en onderwijzen van jonge
mensen en hun docenten. Instrumentele oplossingen kunnen de crisis niet bezweren. Er is een fundamentele herbezinning nodig op de
universiteit als een gemeenschap
waar belangrijke waarden, kennis en
inzichten worden ontwikkeld en
overgedragen om burgers voor te bereiden op een verantwoordelijke rol
in de samenleving.