Motie Van Weyenberg

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2014-2015
34 083
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting
1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met
de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd
Nr. 12
MOTIE VAN HET LID VAN VVEYENBERG
Voorgesteld 26 maart 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat AOW-gerechtigden die wonen in een land waarmee Nederland geen
socialezekerheidsverdrag heeft gesloten per definitie een AOW ontvangen ter hoogte van de
gehuwdennorm, omdat het niet mogelijk is te controleren op samenwonen;
overwegende, dat het na aanvaarding van het wetsvoorstel Beperking Export Uitkeringen
inzet is geweest om met zoveel mogelijk landen een socialezekerheidsverdrag te sluiten, maar
nog steeds met een flink aantal landen geen verdrag is gesloten;
voorts overwegende, dat het uitgangspunt moet zijn dat AOW-gerechtigden de AOWuitkering ontvangen waar zij recht op hebben;
verzoekt de regering, een poging te wagen alsnog een verdrag te sluiten met in ieder geval de
acht landen waar meer dan 100 AOW-gerechtigden wonen en de Kamer voor de behandeling
van de SZW-begroting 2016 te informeren over de kabinetsinzet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg